Dagblad voor Leiden en Omstreken.
fttÉOü&EiüËtrrspgigjs
In Leiden cn buiten Leiden
v/aar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
4Je JAARGANG. - WOENSDAG 4 APRIL 1923 - No. 901
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. h»t. 1278 - Postrekening 58936
AOVERTE^TiE.PilüS
Gewone advertentiën per regèl 22lA cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
darrplïH's ad 50 cp«t.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
Meer- en minderwaardige
kiezers.
Gelijk men weet is door de Regeering
een "Wetsontwerp aanhangig gemaakt tot
regeling van de wijze van verkiezing
van de leden der Eerste Kamer, op den
grondslag van evenredige vertegenwoor
diging.
Do Regeering heeft daarbij een zooda
nig stelsel gekozen, dat niet alleen met
lijsten wordt gerekend, maar ook aan
voorkeurstemmen grooto beteekenis
wordt toegekend.
Een stroven, dat naar het mij voor
komt, allo lof verdient.
De wijze waarop bepaald wordt wie ge
kozen is, is nog al ingewikkeld, doch daar
de vaststelling van den uitslag der stem
ming alleen door het centraal stembureau
geschiedt is dit geen groot bezwaar.
Daarover wcrisch ik het dan ook niet
te hebben.
Maar op een tweetal andere punten
der nieuwe regeling zou ik toch gaarne
de aandacht willen vestigen.
Do Regeering stelt voor om de provin
ciën in 4 groepen to verdeelen:
1. Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en
Limburg met 13 leden.
2. Gelderland, Overijsel, Groningen en
Drenthe met 13 leden.
3. Noord-Holland en Friesland met 12
leden.
4. Zuid-Holland met 12 leden.
Er komt dus een wijziging in het aan
tal leden dat in de verschillend© groepen
van provinciën wordt gekozen. Immers
thans vaardigen de provinciën der twee
de groep samen af 14 leden en die der
derde groep 13, zoodat beide 1 vertegen
woordiger minder te kiezen krijgen.
Daartegenover staat., dat Zuid-Hollander
2 plaatsen bij ontvangt. Het komt van 10
op 12 leden.
Naar mijne meening verdiende de vroe
ger door mij in dit blad voorgeslagen
splitsing in 6 groepen, waarbij in
iedere groep het tegenwoor
dig aantal afgevaardigden
be houden zou zijn gebleven, de
voorkeur boven het thans voorgestelde.
V/ij zouden dan gehad hebben:
1. Friesland en Groningen met 7 leden.
2. Drenthe en Overijsel 5
3. Gelderland en Utrecht 8
4. Noord-Holland 9
5. Zuid-Holland 10
G. Zeeland, Noord-Brabant
en Limburg „11
*Door de leden in de 1, 3 en 5, en die in
de 2, 4 en 6 Kieskring gelijk te laten af
treden, zou evengoed als door wat nu
wordt voorgesteld aan het grondwettelijk
voorschrift, dat om de 3 jaar de helft der
leden van de Eerste Kamer aftreedt, kun
nen zijn voldaan.
Doch het getal leden voor de verschil
lende groepen van provinciën zou onver
anderd zijn gebleven.
En wat voor mij vooral zwaar weegt,
het provinciaal karakter zou beter zijn
bewaard.
Uit een rekenkunstig oogpunt be
schouwd is natuurlijk een verdeeling in
4 groepen van provinciën beter om "even
redige toekenning der zetels te verkrij
gen.
Nog boter zou dan zijn: bet geheele
land één kieskring, zooals in het begin
door de Regeering was voorgesteld!
Doch het komt mij voor, dat het bewa
ren van liet provinciale karakter der ver
kiezingen meer beteekenis heeft, dan eene
meer of minder preciese verdeeling der
zetels volgons liet evenrcdigheidsstelsel.
Voel ernstiger bezwaar echter bestaat er
m.i. tegen hetgeen de Regeering, naar
aanleiding eener opmerking in het voor-
loopig verslag der 2de Kamer, bij nota
van wijziging heeft voorgesteld.
Zij heeft daarbij weder in de wet opge
nomen, ccne bepaling, die ook in het vroe
ger voorgestelde additioncele grondwets
artikel voorkwam, dat n.l. aan de stom
men der slatenleden in de verschillende
provinciën eene verschillende waarde
zal worden toegekend.
Er zullen voortaan onder die statenle
den moer en minderwaardige
kiezers zijn.
Volgens deze fraaie uitvinding zal dan
een stom van een statenlid in
Noordbrabant beteckenen 1J.0 st.
in Gelderland 120
Zuid-Holland 2Ó§
Noord-Holland 170
Zeeland en Drenthe 60
Utrecht, Friesland en Gronin
gen SO
Overijsel 90
Limburg 100 v
De reden van deze bepaling is gelegen
in de omstandigheid, dat de verhouding
tusschen het bevolkingscijfer en het aan
tal Statenleden in de verschillende pro
vinciën niet gelijk is. Dus (natuurlijk
geredeneerd uit het standpunt der volks
soevereiniteit) bezit oen Statenlid in
Zuid-Holland die meer kiezers repre
senteert dan zijn collega in Drenthe of
Zeeland eon grooter stukje van de souve-
reiiiiteit. Moet dus een evenredig grooter
invloed hebben.
Het is een teruggrijpen als het ware,
over de hoofden der Stateleden heen,
naar de kiezers, de eigenlijke „lastgevers"
Het komt mij voor, dat dit alle gedach
te aan organische vertegenwoordiging
eenvoudig wegneemt.
En ook in strijd is, zooal niet met de
uitdrukkelijke bewoordingen, dan toch ze
ker met de bedoeling der Grondwet.
Deze bepaalt dat de leden der Pro
vinciale Staten de leden der Eer
ste Kamer zullen kiezen en daarmede be
doelt ze dat die stemmen ook gelijkwaar
dig zullen zijn.
Ware de bedoeling anders geweest, dan
had dit er uitdrukkelijk bij moeten zijn
vermeld.
Meervoudig stemrecht kent onze
grondwet niet.
En daarop komt, wat nu wordt voorge
steld, toch feitelijk neer. Gelderland en
Drenthe behooren tot dezelfde groep,
stemmen gelijk. Maar de stem van een
Geldersch Statenlid, beeft precies twee
maal meer waarde, dan die van zijn
Drenthsche collega. En als een Noord-
Hollander stemt, geldt zijn stem voor
170, terwijl een Friesch Statenlid, die tot
denzelfden kring behoort, maar voor 80
medetelt.
In artikel 80 der Grondwet is bepaald
dat de leden der Eerste Kamer gekozen
worden door de leden van de Staten der
Provinciën op den grondslag van even
redige vertegenwoordiging.
Hiermede kan niet anders bedoeld zijn
dan dat de verkiezing, die nu volgens het
gewone meerderbeidsstelsel plaats heeft,
voortaan zoo zal moeten worden inge
richt, dat do partijen, zooals zij inde
Staten voorkomen, ook hare afspiege
ling zullen vinden in de Eexsle Kamer.
Het-komt mij voor dat het beginsel om
aan de stem van een afgevaardigde meer
invloed toe te kennen, naar mate hij ge
acht kan worden meer kiezers te repre-
senteeren, eene gevaarlijko nieuwigheid
is, die tot alerlei consequenties leiden kan
Want men vergete niet, beginselen
zijn levenskrachtige kiemen die, eenmaal
geplant, zich met onweerstaanbare kracht
ontwikkelen.
Waar nu de wet aan allo leden van
eenzelfde bestuurslichaam gelijko be
voegdheid toekent, gaat bet niet aan om
eerst twee of meer bestuurslichamen te
vercenigen in eenzelfde groep en dan aan
de leden die lichamen ongelijken invloed
toe te kennen.
De onderscheiding, thans door de Re
geering voorgesteld, van meer en min
derwaardige kiezers, is ook op dien
grond beslist verwerpelijk.
Ik weet wel dat Zuid-Holland er niet
slecht afkomt, daar het in de le Kamer
voortaan 12 van de 50 leden zal kiezen,
doch dit doet hier niet ter zake.
Niet met kansberekening, maar met
een belangrijk beginselvraagstuk hebben
wij hier te doen.
En het beginsel, thans door de Regee
ring aanvaard, is m.i. verkeerd.
Katwijk, 31 Mrt. 1923.
DE WAAL MALEFIJT.
V Provinciaal betfrijf.
De vrijzinnig-socialistische meerder
heid in do Staten van Noord-Holland,
heeft dat gewest „gezegend" met de stich
ting van een Provinciaal Electricileits-
bedrijf.
Bepaald voorspoedig is men met dat
bedrijf niet geweest.
In enkele jaren werd maar even d r i o
en een half millioen gulden
verspeeld.
't Is begrijpelijk dat den kiezers de
schrik om het hart slaat.
En eveneens begrijpelijk, dat de vrij
zinnigen, nu straks de kiezers zich weer
moeten uitspreken, een poging doen om
hun paadje schoon to vegen.
Zoo werd dan ook op den Vrijz. Dem.
Landdag te Alkmaar gehouden, door den
heer Kooiman betoogd, dat het licht be
gint te dagen.
Het ergste is acliter den rug.
Het vorig jaar gaf een verlies van
slechts f250.000 tegen f700.000 over 1921
Als dan ook, zoo betoogde de hoer
Kooyman de concessie-voorwaarden ver
beterd worden, do verhoogde tarieven
worden gehandhaafd en het totaal verlies
van f3.500.000 wordt afgeschreven d.
w.z. geschreven op naam van de geza
menlijke belastingbetalers, dan is het
niet onmógelijk, dat het bedrijf nogeens
winst gaat maken.
Er staat niet bij dat het publiek na
deze verblijdendo mededeelingen applau-
diseerde.
Vermoedelijk zal dit niet bet geval zijn
geweest.
Duidelijker dan ooit zal het begrepen
hebben dat dit Provinciaal bedrijf
voor de belastingbetalers zoowel als voor
de lichtgebruikers niets minder dan een
ramp beteekent.
Gelukkig dat we in Zuid-Holland voor
dergelijke proefnemingen bewaard bleven
Ook hier is wel gepoogd tot een Pro
vinciaal bedrijf te komen.
Maar de recktsclie meerderheid was
verstandiger.
Wij zijn haar dankbaar dat zij ons
voor financieel rampen als in Noord-
Holland heeft bewaard.
En wij willen die dankbaarheid too-
nen, door Woensdag 11 April te stemmen
op den heer W. ^Warnaar, no. 1 van lijst
no. 12.
V „Liberale stemmen".
De Vrijheidsbond is voor deze omge
ving een orgaan rijker geworden, dat
aanvankelijk eens por week en later naar
men hoopt als dagblad zal verschij
nen.
„Liberale stemmen" werd dit orgaan
gedoopt, en wij zullen verstandig doen
met naar deze stemmen te luisteren.
Om te beginnen wordt geconstateerd,
dat de „burcht van het clericalisme" in
Zuid-Holland uiteTst zwak staat.
Met die burcht van het clericalisme is
natuurlijk bedoeld de rechterzijde.
Als de schrijver de politieke geschie
denis kende, dan zou hij weten dat deze
aanduiding valsch is en onwaar, maar
we willen hem dit niet al to kwalijk ne-i
men, omdat sommige menschen in de ver
kiezingsdagen licht ietwat koortsig zijn
en uit hun evenwicht geslagen.
Overigens is de opmerking volkomen
juist.
De recktsclie burcht staat uiterst zwak
en hij kan met één forschen aanval val
len.
Het staat in de Staten 42 rechts, legen
40 links.
Het verbes van slechts een recktsche
zetel brengt de Staten op bet doode punt
en het verlies van twee zetels doet de
Staten „om" gaan.
Zoo staat inderdaad de zaak.
De vraag is nu maar hoe de anti-revo
lutionaire kiezers daarover denken.
Toen bij vorige verkiezingen de recht-
sche burcht bedreigd werd, liepen onze
kiezers te hoop om de aanvallen af tó
slaan.
Zal het nu anders zijn?
Of zullen de vrijzinnigen bij bun 'storm
loop de wallen van de bedreigde voste
ontruimd vinden en een gemakkelijke
overwinning behalen?
STAKBSfüBEUWS
Gemeenteraadsverkiezing.
Gisterenavond hield de R. K. Kies-
vereeniging een ledenvergadering voor
het stellen van candidaten voor den Ge
meenteraad.
De vergadering was zeer druk bezocht.
Meer dan 250 leden waren aanwezig.
De uitslag van de stemmingen was,
dat de volgende candidaten werden ge
steld: 1. Th. B. J. Wilmer (aftr.), 2. J. F.
X.-Sanders (aftr.), 3. E. J. Coster, 4. P.
Heemskerk (aftr.), 5. A. J. Oostdam
(aftr.), 6. H. Spendel, 7. Th. M. W. Ber
gers, 8. G. J. van Tol.
Uit deze lijst blijkt dat behalve de hee-
ren Bots en Stijnman die zich niet meer
beschikbaar stelden, ook de heer Bis
schop niet meer in aen Raad zal terug-
keeren.
In een hedenavond le houden vergade
ring zullen nog 7 candidaten worden aan
gewezen.
Bouwvakarbeiders.
Het kan zijn nut hebben, schrijft „De
Opbouw", het orgaan van den Chr. Bouw-
arbei<Jersbond, de Leidsche bouwarbeiders
nog eens precies te vertellen wat hen te
doen staat in dezen „contractloozen" tijd.
Ook wel hierom, omdat de toestand in
Leiden eenigszins ingewikkelder is dan el
ders. Wordt immers elders door de bouw-
patroons een aanval gedaan op 't loon, in
Leiden meenen de patroons te kunnen
volstaan wat te knabbelen aan de socialo
bepalingen. Wij kunnen en mogen zoowel
het een als het ander niet toelaten. De
sociale bepalingen, als daar zijn doorbeta
ling bij onwerkbaar weer, op Chr. feestda
gen, enz., zij zijn een door en voör onze
organisatie een verkregen recht geworden,
waaraan wij niet laten tornen. Het moet
den patroon duidelijk worden, dat zij ook
niet langs sluipwegen, over onze organisa
ties heen, eenzijdig de arbeidsvoorwaarden
kunnen vaststellen.
Ieder bouwarbeider zal dus van elke af
wijking van het contract, met de
patroons afgesloten, direct kennis moeten
geven bij zijn bestuur.
Mej. M. M. de Bruin alhier slaagde
voor het examen Nuttige Handwerken.
Het Stedelijk Museum „De Laken
hal", werd in de maand Maart bezocht
door 1173 personen w.o. 628 tegen beta
ling.
Do tentoonstelling-„Breitner", die bin
nenkort gesloten zal worden, telde 414 be
zoekers.
Uitslag der door Burgemeester en
Wethouders gehouden Openbare Aanbe
steding op Dinsdag den 3den April 1923
van bestek No. 17 „Het aanleggen van
riolceringen en het uitvoeren van grond
werken in een terrein benoorden den
Hocrensingel met bijheb oorende werken."
J. G. v. Evert. Leiden, f 9000; L. v. Es,
Leiden, f9558; W. Bron en J. W. Hen-
sen, Schoten en Vecnendaal f 10030; Fa.
C. do Ruyter en L. Hoogendoorn, Oogst-
geest, f 11600; W. F. Marcelis on H. G.
i Heemskerk, Leiden, f11949: A. J. de La
ter en P. H. Meyers. Leiden, f 12180; P.
Kunst, Brielle, f 12200; D. Koenen, Schie
dam, f 12400; H. J. de Heijder, Leiden,
f13000; N.V. Tech.Bureau Rutgers, Waf-
mond, f 13400; W. Oudshoorn en Zn.,
Leiden, f 13499; J. Warnaar, Leiden,
f 13500; A. Geertsma, Leiden, f 13965; R.
Massaar, Leiden, f 14000; M. v. d. Velden
en P. G. de Jong,Leiderdorp en Alphei*
a. d. Rijn, f 15385; A. N. do Waard, Slie-
drecht, f 15489; J. P. Straathof, Leiden,
f 17680; Pauw en 't Hart, Delft, f 19880;
L. H. Goossens en A. do Nijs, Gecrtrui-
denberg, f21775.
Naar wij vernemen lioopt D s.
Hoog onraad, emeritus predikant der
Ned. Herv. Gemeente, dio jarenlang een
geliefd leeraar was der Leidsche gemeen
te, Zondag 8 April a.s. in de Pieterskerk
op to treden.
Op aandringen van do velo Leidsche
vrienden, zal Z.eerw. Zaterdag 7 April
a.s. van 89 uur een receptie houden
in do consistorie van de Pieterskerk,
waar een ieder dan de gelegenheid 2^1
hebben de oude banden van hartelijkheid
en vriendschap weer aan te knoopen.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen in de week van 2531 Maart
153 volwassen personen en 14 kinderen;
totaal 107.
Bij de Leidsche Spaarbank is in de
maand Maart ingelegd f 228.118.90 en te
rugbetaald f 252.218.85, terwijl 78 nieuwe
inleggers zijn ingeschreven, en 80 boekjes
geheel werden uitbetaald.
net tegoed der 16098 inleggers bedroeg
einde Maart f 5.041.988.80.
ë31i£i4ENILAfe3ft>
De Eerste Kamer en de Zomertijd.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
van de Eerste Kamer over het voorstel van
wet tot intrekking van de wet van 93
Maart 191S tot tijdelijke afwijking van de
"wet van 23 Juli 1903 tot invoering van een
wetteliiken tijd.
Blijkens dit verslag wdren vele leden van
oordeel, dab de regeling van den nationa-
len tijd niet een zaak is, die zich leent
tot een initiatief-voorstel. Meer vertrouwen
biedt een dergelijk ontwerp, indien heb van
de regeering uitgaat, die beter in staat is
te beoordeelen, wat in het algemeen be
lang is.
Ofschoon erkennend, dat hetgeen ten
opzichte van de houding der regeering bij
gelegenheid van het afdeelingsonderzoek
van verschillende zijden is opgemerkt niet
tot do voorstellers van deze wetsvoordracht
kan worden gericht, meende men het toch
van belang, dit in het verslag, een open
baar staatsstuk, op te nemen, daar het op
deze wijze ter kennis van de regeering
komt.
Het werd dan betreurd, dat de regeering
zich geheel buiten deze aangelegenheid
had gehouden,en zelf geen voorstel, in wel
ken zin dan ook, had gedaan, ook niet na
dat een voorstel, op alleszins onvoldoende
gegevens berustend, door leden der Tweede
Kamer was ingediend. Ongetwijfeld zouden
dan de door haar verstrekte gegevens juis
ter en vooral meer volledig zijn geweest.
Maar ook zonder zelve met een voorstel te
komen, nadat de heeren Braat en de Boer
hot hunne aanhangig haddon gemaakt, had
de regeering eenige leiding behooren te
geven en tijdens de behandeling in de
Tweede Kamer van haar gevoelen kunnen
doen blijken.
Tevens had zij dan zorg kunnen dragen
om zoo volledig mogelijk gegevens te kun
nen verstrekken, ten einde het vraagstuk
van alle zijden te kunnen bezien en tot een
goed oordeel te komen.
Er werd hierbij opgemerkt, dat de thans
door de regeering, op verzoek, te elfder
ure, verstrekte gegevens, nog zeer onvolle
dig en van geen groote beteekenis zijn en
aanvulling behoeven. Het werd door som
migen wenschelijk geacht, dat dit zou ge
schieden, alvorens over het wetsvoorstel
een beslissing zou worden genomen.
Tegen het gevoelen, dat meer leiding van
de regeering noodig was geweest, stond dat
van andere, leden, die oordeelden, dat zij
goed deed, een passieve houding to blijven
innemen, om do gelegenheid te geven, dat
alle gevoelens tot uiting zouden, komen.
Gevraagd werd naar de meening van de
voorstellers omtrent het door de regee
ring opgemaakte overzicht van de door
liaar ingewonnen adviezen. Ook vroeg men
of dc voorstellers zouden kunnen mededee-
len, wat andere landen doen t. o. v. den
zomertijd.
Dc leden, die van gevoelen waren, dat de
regeering zich de tijdregeling niet uit han
den had moeten laten nemon, meenden, dat
dc Eerste Kamer, overeenkomstig haar
taak, is aangewezen dit wetsvoorstel af te
wijzen. Het betreft volgens hen een belang,
dat slechts door één groep in den lande
wordt voorgestaan en de Eerste Kamer
heeft voor de eenzijdige behartiging van
de belangen of vermeende belangen van
dc/.e groep le waken.
Sommige leden verklaarden zich tegen
het wetsvoorstel omdat zij daarin een ruwe
poging zagen om, zonder meer, het be
staande omver te werpen.
Sommige leden betuigden hun instem
ming met dit wetsvoorstel, dat algemeen
steun vond in de verzoekschriften, te de
zer zake tot de Staten-Generaal uit land-
bouwkringen gericht.
Men erkendo hierbij wel, dat de zomer
tijd ongetwijfeld voordeelen biedt aan dn
stadsbevolking, voordeelen, die echter groo
ter werden voorgesteld, dan zij in werke
lijkheid kunnen zijn, doch dio bovendien
eveneens bereikt kunnen worden zonder
de klok te verzetten.
Tegenover de voordeelen staan echter
zeer groote nadeelen voor de landbouwen
de bevolking. Deze nadeelen kunnen ech
ter moeilijk onder cijfers worden gebracht.
Door de invoering van den zomertijd, dio
den arbeidsdag voor den landbouwer met
een uur vervroegt, moet gedurende een
zekeren tijd het werk verricht worden, ter
wijl de morgendauw nog sterk zijn in
vloed doet gelden; do arbeid gedurende
bet vochtige, zeer vroege morgenuur is na-
deelig Voor de gezondheid, der op het land
werkenden. Het. wieden in het natte ge
was heeft veel bezwaar. Het hooien brengt
eveneens groote moeilijkheden mee, wijl
dit na de droge avonduren moet worden
verplaatst, terwijl tal van werkzaamheden
worden vertraagd omdat het landbouw
product in drogen toestand moet worden
verwerkt. Ook de bloemVllencul' uur lijdt
schade door den zomertijd.
De leden hier aan het woord zijnde,
waren van gevoelen, dat. landbouw cn vee
teelt recht hebben op den metcrologischen
tijd.
Vele andere leden dar. rente een Konden
zich met het wetsvoorstel niet vereenigen.
Men wees erop, dat het grootste deel der
bevolking, genoemd werd 90 pCt., den
zomertijd wens ebt; de stedeling, het over-
groofc deel der bevolking, die op het land
woont en niet direct bij don landbouw be
trokken is. alle standen, vooral de midden-
en de werkmansstand. De zomertiid ver
schaft. kosteloos langer licht doet den
mensch langer van de verkwiH-endc zon
nestralen genieten.
Tegenover de verzoek- 'irificn uit h.nd-
bouwkringen staan de door honderddui
zenden ondersteunde verzoekschriften uit
de groote en kleine steden, welke alle een
beroep doen op de Eerste Kamer om dat
voorstel te verwerpen.
Indien dan ook bij referendum dit
vraagstuk aan het oordeel der bevolking
zou worden onderworpen zou en dit
werd algemeen erkend de bevolking
den zomertijd willen behouden.
De tegenstanders van den zomoiaiid
generaliseeren dan ook wanneer zij zeg
gen, dat de landbouwende bevolking den
zomertijd wenscht afgeschaft te zien.
De bezwaren aan vervroeging van den
tijd verbonden, worden in hoofdzaak on
dervonden door ben, die voor bun produc
ten van zuivel of grpentcn op de stad zijn
aangewezen; al de overigejj richten hun
werkzaamheden in naar eigen inzicht, of
goedvinden, althans kunnen zij dat dóen
zonder dat de vervroeging van den tijd daar
toe een beletsel vormt.
De geheele beweging tegen den zomer
tijd noemden onderscheidene leden groo-
tendeels kunstmatig opgeschroefd. Zeer
vele plattelanders zijn niet voor afschaf
fing.
Door de voorstellers worden rV econo
mische voordeelen van den zommriid zeer
onderschat. Een zaakkundige. <te voor
zitter der Nod. Ver. van Gasfabrikcnten,
heeft de kolenbesparing voor ons land ge
schat op een millioen gulden. Hier'ij mag
veilig nog een millioen geteld worden aan
besparing van petroleum, enz.
Vele leden op den voorgrond stellende,
dat van beide zijden overdrijving plaats
heeft, maar de voordeelen van dc eeno
groep en de nadeelen voor de andere
groep juist afwegende, waren van oordeel,
dat vooral bij eonigo beperking van,den
duur van den zomertijd do voordeelen
eenerzijds gewichtiger zijn en een grooter
aantal personen ten deel vallen dan do
nadeelen anderzijds ernstig zijn cn het
deel der bevolking, dat deze te dragen
heeft, belangrijk is. Z ij zouden den
zomer tij d willen doen gelden
van 1 Mei—15 Sept. Grieven, als
bet moeten melken bij kunstlicht, 't naar
school gaan der kinderen in het donker,
vervallen dan.
Andere leden, die zich met do weisvoor
dracht konden vereenigen, verklaarden
zich vooral tegen de inkrimping van den
zomertijd, omdat de aangevoerde bezwa
ren tegen dien tijd zich juist cn vooral
daar doen gelden gedurende dc maanden
Juni, JuH en Augustus.
Men kwam tot de slotsom, dat het op
den weg der regeering ligt, om den ter
mijn te bekorten, gedurende welken do
zomertijd zou gelden of, gelijk cenigo
leden aangaven', door in voorin g van dcit
Miilden-Europeeschen tijd. Dc verwach
ting werd daarom algemeen uitgesprokeu,
dat bij evonlucelc verwerping van het
voorstel-Braat c.s. de regeering in dien zin
zou lian leien.