ImLeiilsclieCoiiriiiit
Tweede Blad
W.WARNAAR
Donderdag 29 Maart 1923
BIJ HET KRUIS.
Ik heb op Golgotha gestaan
En zag 't gelaat van Jezus aan,
Dien men als een ellendeling
Aan 't kruishout hing.
Daar rees Zijn lichaam angstig bloot,
Zijn oogen duist'rend naar den dood,
Handen en voeten smart-gekromd,
Den mond in drogen dorst verstomd.
Is dit een Heiland naar mijn wensch,
Een veeg en afgefolterd mensch?
En kan dit zwartgeronpen bloed
Een balsem zijn voor mijn gemoedl
Toen heeft zijn ziel tot U geschreid
In groote godverlatenheidu>
Heb met ons beiden medelij,
O Heer, verlos U zelf en mij.
Toen zag ik dwaze zwakkeling
Den Heer, Die voor den hemel hing,
Die al mijn zonden en mijn smart
Leed aan Zijn doodbekropen hart.
Wat wordt ITwbitterheid mij zoetl
0 Heer, er daalt een hoiiingvloed
Van liefde uit Uw gescheurde zij.
Gij dorst en derft en lenigt mij.
Ik weet, voor wien Gij sterven woudt,
Aan dit van God vervloekte hout.
1 k moest daar hangen, ziel en lijf
Der wereld tot een tijdverdrijf.
Wat wordt Uw bitterheid mij zoet.
O Heer, er i3 een honingvloed
Voor mij, die overal U zocht
En aan het kruis U vinden mocht.
Willem de Mérode.
BINNENLAND
Hei regeeringsjubileum van de Koningin.
Op aanstichting van Hr. Ms. gezant te
Bern heeft zich in Zwitserland een comité
gevormd voor het inzamelen daar te lan
de van bijdragen voor het aan de Konin
gin ter gelegenheid van Haar regee
ringsjubileum aan te bieden nationale
huldeblijk.
De Nederlandsche consuls in Zwitser
land zullen aan alle in hun ressort wo
nende Nederlandors, wier adres hun be
kend is, een circulaire Ticliten.
Aan Hare Majesteit zal een album wor
den aangeboden, bevattende de namen van
allen, die zullen bijdragen aan het hulde
blijk.
Oe Zomertijd.
In haar vergadering van j.l. Dinsdag
avond heeft het Haagsche. oomité van ac
tie tot behoud van den zomertijd den tekst
van het aan de Eerste Kamer aan te bie
den adres definitief vastgesteld. De aan
bieding van dit adres zal in den loop van
de volgende week plaats hebben; daarna
zal het worden gepubliceerd. Tot Dins
dagavond waren ruim 391.000 ad'naesie-
betuigingen ingekomen, waarvan 286.000
uit de grootere steden en 125.000 uit de
kleinere plaatsen en van het platteland.
Daarenboven zijn de laatste weck nog tal
van adhaesiebetuigingen binnengekomen
van officieele lichamen, o.m. de gemeente
besturen van Breda, Almelo en Grave, tal
van Kamers van Koophandel, vereeni-
gingen tot bevordering van vreemdelin
genverkeer enz.
Een belangrijke handelskweekcrij deel
de het volgende mede:
„Ons bedrijf, nauw verwant aan den
landbouw, ondervindt van den zomertijd
geen schade, alleen voordeel; om maar
iets te noemen: het vroeger op den dag,
dus als regel bij koelere temperatuur,
plaats hebben van de bloemenveilingen,
waardoor de bloemen frissclier en dus
ook waardevoller aangevoerd kunnen
worden.'*
De gezondheidscommissie te Tiel heeft
met zes stemmen tegen één besloten, bij
de Eerste Kamer aan te dringen op ver
werping van het wetsvoorstel-Braat.
Het invoerverbod van schoenen.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Groningen heeft zich tot de Eerste
FEUILLETON,
Van hooger Orde.
Naar het Engelsch.
55)
„Eén ding slechts, zou jo dat willen
zien?"
„Zeer gaarne," zij sprak zacht met
eenige aarzeling.
,,'t Was hard voor hem zijn ouders
niet te hebben gekend," voegde zij er aan
toe, toen John de kamer had verlaten.
„Ik zou hen ook gaarne hebben gekend,
maar, toch nu ik hem ken
John kwam weer binnen.
„Hier, Ursula, is alles, wat ik van mijn
ouders heb. Niemand heeft dat ooit gej
zien, behalve Phineas daar." Hij hield
't kleine Grieksche Testament in de hand,
dat hij mij, jaren geleden, had laten zien.
Zorgvuldig, met denzelfden eerbied, als
toen hij een jongen was, maakte hij de
étui open, welke gemaakt was van zij,
rnet linten eraan ongetwijfeld 't werk
van eene vrouw zeker wel dat van zijn
moeder. Zijn vrouw nam 't zacht aan.
•Hij toonde haar 't schutblad; zij zag
naar wat erin geschreven stond en las
ihard op:
„Guy Halifax, gentleman." „Ik dacht
ik dacht 't Bleek, dal zij blijde
Kamer gewend met het verzoek de wet
op den invoer van schoenen niet aan tc
nemen.
Ambtenaren in Rijkswoningen.
Totnutoe zijn de ambtenaren, wonende
in huizen, welke door. het rijk in ver
band met den woningnood werden aan
gekocht, niet allen op dezelfe wijze be
handeld wat betreft het bedrag der te be
talen huur som en enkele andere kwesties
van minder beteekenis.
Thans heeft de ministerraad bepaald
dat voor al dergelijke woningen een uni
forme regeling zal worden ingevoerd.
Volgens deze regeling zal, ingeval op of
na 1 Januari 1923 door een ambtenaar
een zoodanige woning is of wordt betrok
ken, ook al wordt een deel daarvan be
stemd tot rijksbureau, met den bewoner
een civielrechterlijke huurovereenkomst
worden aangegaan, waarbij de huursom
zal worden bepaald op 7 pet. van de koop
som, met een maximum van 15 pet.' van
de bezoldiging des bewoners, met inbegrip
der toelagen welke hij geniet. Is do wo
ning niet door het rijk gekocht, doch ge
huurd, dan zal de bewoner het volle be
drag der huursom moeten betalen, weer
met een maximum van 15 pet. zijner be
zoldiging en toelagen.
Verder is door den Minister van Fi
nanciën te kennen gegeven, dat de staats
eigendommen, bij bovenbedoelde regeling
betrokken, alle in beheer en onderhoud
behooren te komen bij zijn departement.
Ten slotte deelt deze bewindsman nog
mede, dat het in zijne bedoeling ligt deze
staatseigendommen, zoodra zulks is over
een te brengen met de belangen van den
staat, in verband met de steeds beter
wordende gelegenheid, om woningen te
huren, van de hand te doen, waarbij ech
ter aan de bewoners een behoorlijke ter
mijn zal worden gegeven om zich van
een andere woning te voorzien.
Werkgelegenheid in België.
De Directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling vestigt er de aandacht van be
langhebbenden op, dat voor hen, die wil
len nagaan, of in België voor hen werk
is te verkrijgen, van groot belang is,
vooraf de voorlichting, c.q. de medewer
king, van de plaatselijke arbeidsbeurs te
vragen of bij den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling te 's-Gravenhage inlichtingen in te
winnen.
'Omtrent de plaatsingskansen van Ne
derlandsche werkzoekenden in België
ontvangt de Rijksdienst voornoemd gere
geld opgaven van Belgische arbeidsbeur
zen; deze aanvragen worden aan do dis
trictsarbeidsbeurzen en aan de plaatse
lijke correspondentschappen der arbeids-
fccmideling in ons land medegedeeld.
Buurtverkeer spoorwegen.
Zooals gemeld worden met ingang van
1 April a.s. voor eenige baanvakken een-
daagsche retourkaarten voor buurtverkeer
tegenverlaagd tarief ingevoerd. De be
treffende dienstregelingen zijn van Vrij
dag 30 Maart a.s. af verkrijgbaar.
Vloekverboden.
De vloekverboden zijn van zeer ouden
datum. Het Gereformeerd landrecht van
do Neder-Betuwe van 1860 stelt ten aan
zien van vloeken en Zondagsontheiliging
de volgende straffen vast:
Wie God-Almachtig, de heilige Drieën-
heid of Gods sacramenten lasterde of be
spotte, verbeurde do eerste reis 20 carolus
gulden, de tweede reis het dubbele en
werd voor de derde reis aan den lijve ge
straft, tot goedvinden van het Gericht.
In het openbaar werken op den dag des
Heeren of andere verbodsdagen en gedu
rende de predicatie in herbergen, drinken
of spelen, kostte een gulden 10 stuivers en
voor den waard, die het toeliet, zes gul
den.
Ned. Jongelings-Verbond.
De Prov. Bondsdag van het Ned. Jongel.
Verbond in Zuid- Holland wordt Twee
den Paaschdag in het C'hr. Verenigings
gebouw „De Eendracht", Goudschewcg
132, te Rotterdam gehouden.
In de morgenvergadering denkt Ds. A.
Adriani, algem. secretaris van het groote
stadswerk te spreken over: „De verstan
delijke en karaktervormende beteekenis
der Chr. Jongemannenvereeniging."
In de middagvergadering hoopt Ds. C.
C. G. Visser, Luthersch predikant te Rot
terdam, te spreken over „Tolstoi", terwijl
Ds. C. v. d. Waa, Ned. Herv. predikant te
Hoogvliet, een slotwoord denkt te spreken.
Beide vergaderingen worden afgewisseld
i door zang en muziek.
verrast was; zij zou geen vrouw zijn ge
weest, vooral geen vrouw, opgevoed in
geboortetrots, als zij zich op dit oogeh-
iblik niet verheugd had gevoeld. „Gij dacht/
dat ik slechts de zoon van een werkman
was; of van niemand. Wel, beteekont
dat wat?"
„Neen," riep ze, terwijl zo hem om den
hals viel. „Neen 't beteekent niets. Ware
je vader de koning op zijn troon of de
bedelaar in de straat, 't zou mij om 't
even zijn; gij zoudt steeds dezelfde wezen
mijn man mijn John Halifax."
„God zegene je mijn eigen vrouw,
die hij me gegeven heeft!" zei John ter-;
wijl hij haar vast omhelsde.
John wandelde met mij naar huis
een genoegen, dat ik nauwelijks had ver
wacht, maar waar John zoowel als Ur
sula op stond. Want van het eerste begin
van hunne verbintenis was daar, tus-
schen haar en mij, een broeder- en zus-
terband ontstaan. Haar vrouwelijk, edel
moedig karakter zou nooit hebben kun
nen doen n.l. verkoeling zoeken te
weeg te brengen tusschen haar man en
zijn vroegere vrienden. Neen zeker
van haar rijkdom, in 't rechtmatig bezit
van zijn gansche hart, stelde zij belang
in alles en ieder, in wie. hij belang stelde.
Zoo waren wij de beste vrienden, mijn
zuster Ursula en ik. John en ik spra
ken een weinig over haaren over de
Chr. Nationaal Vakverbond.
De jaarlijksche twee-daagsche algemee-
ne vergadering van het. Christelijk Natio
naal Vakverbond zal D.V. worden gehou
den 25 en 26 Juni a.s. te Utrecht.
Vroedvrouwen.
Bij K. B. is bepaald, (lat aan art. 5 van
het Reglement voor do Rijkskweekscholen
voor vroedvrouwen een nieuwe alinea
wordt toegevoegd, luidende:
Do commissie heeft de bevoegdheid haar
die in het bezit zijn van de akte, be
doeld in art. 77a van de Lager-onderwojs-
wet 1678 of in art. 134 van de Lagec-on-
derwijswet 1920 of van een, naar het oor-
doel van de commissie daaraan gelijk
waardig diploma, vrij te stellen van het
schriftelijk gedeelte van het examen.
Dit besluit treedt morgen in werking.
De Spoorwegraad.
Afgekondigd is het Kon. besluit van den
13den Maart 1923, houdende voorschriften
omtrent samenstelling en bevoegdl^id
van den Spoorwegraad.
Hierbij wordt:
I. Ingesteld een Spoorwegraad, waarvan
de samenstelling en bevoegdheid als volgt
worden geregeld:
Art. 1. De Spoorwegraad dient Onzen
Minister van Waterstaat of bestuurders der
spoorwegdiensten desgevraagd of uit eigen
beweging van advies omtrent al hetgeen
verband houdt met de uitoefening van het
spoorwegbedrijf.
Art. 2. (1) De leden van den Spoorweg
raad en zoo noodig hunne plaatsvervan
gers worden door Onzen Minister van Wa
terstaat benoemd ter vertegenwoordiging
van
a. de Regecring;
b. bestuurders der spoorwegdiensten;
c. belangen van arbeid, handel, land
bouw, nijverheid en verkeer, en wel zoo
veel mogelijk in overleg met besturen van
vereenigingen of andere lichamen, die deze
belangen voorstaan.
(2) Onze Minister voornoemd kan op
dezelfde wijze uit andere groepen van be
langhebbenden. dan de in het eerste lid
onder c bedoelde, leden aanwijzen.
(3) Het aantal leden bedraagt ten hoog
ste dertig.
(4) Uit de leden, ter vertegenwoordiging
van de Regeering in den. Spoorwegraad be
noemd, worden door Onzen Minister voor
noemd een Voorzitter en diens plaatsver
vanger aangewezen.
(5) Onze Minister voornoemd voegt aan
den Spoorwegraad een secretaris en zoo
noodig een of meer adjunct-secretarissen
toe.
Art. 3. De leden en hunne plaatsvervan
gers worden voor den tijd van drie jaren
benoemd en genieten geene bezolding.
Art. 4. (1) De Spoorwegraad is bevoegd
commissiën uit ziin midden te benoemen
om hem van voorlichting te dienen, of om
met zijne machtiging rechtstreeks advies
aan Onzen Minister voornoemd of aan be
stuurders der spoorwegdiensten uit te
brengen.
(2) Als voorzitter van eene commissie
treedt, zooveel mogelijk do voorzitter van
den Spoorwegraad of dienst plaatsvervan
ger op.
(3) De vergaderingen van den Spoorweg
raad en van uit zijn midden benoemde
commissiën kunnen worden bijgewoond
door ambtenaren, door de Regcering of
door bestuurders der spoorwegdiensten
aangewezen.
Art. 5. (l) Een verslag van het verhan
delde in elke vergadering van den Spoor
wegraad wordt Onzen Minister voornoemd
en, zoo noodig, bestuurders der spoorweg
diensten zoodra mogelijk door den voor
zitter en den secretaris aangeboden.
(3) De adviezen worden opgesteld over
eenkomstig het gevoelen van do meerder
heid der vergadering; afwijkende gevoe
lens der minderheid worden vermeld, in
dien dit wordt verlangd.
(3) Bovendien ziin de leden bevoegd af
zonderlijke aanteekeftingen bii het verslag
te voegen, mits hun daarin uitgedrukt ge
voelen verdedigd zij in de vergadering,
waarin het uit te brengen advies werd be
handeld.
(4) De ambtenaren, bedoeld in artikel 4.
derde lid, de secretaris en de adjunct-secre
tarissen, zoo deze er zijn, hebben in de
vergaderingen eene raadgevende slem.
(5) De Spoorwegraad stolt voor zijne ver
gaderingen een reglement van orde vasr.
hetwelk do goedkeuring van Onzen Minis
ter voornoemd behoeft.
II. Bepaald, dat met het in werking tre
den van dit besluit zijn vervallen de be
schikkingen van den Minister van Water
staat van 6 Januari 1920, no. 303. afdee-
gocde mevrouw Tod en de groote vreug
de, welke deze aan den dag had gelegd,
toen zij haar terug zag en zij twee dagen
in het dierbare oude huis te Endeley wa
ren overgebleven. Toen wij de hoek van
een straat omsloegen, kwam ons een
prachtige equipage voorbij; hij zag haar,
met een glimlach, na.
„Grijze hitten! Zij houdt zooveel van
grijze hitten, met langen staart. Arm
kind! Wanneer zal ik in staat zijn haar
een rijtuig te geven? Misschien eens
wie weet!"
Hij begon over iets anders te praten
en vertelde me van den lakenmolen; tij
dens hij in Rose Cottage was, had hij
dien nog eens bezocht.
„En weet je, terwijl ik keek naar de
machinerie, kwam er een idee in mij op:
inplaats van dat groote waterwiel - jo
herinnert je 't? zou 't met stoom moe
ten werken."
„Wat soort van stoom?"
„Phineas, je geheugen is er niet heter
op geworden, zie ik. Ben je dan vergeten
dat ik je verleden jaar verteld heb van
oen Schots ingenieur, die geprobeerd
heeft twee booten op de Clyde door mid
del van stoom voort te bewegen? Waar
om zou dezo kracht ook niet in een la
kenmolen kunnen worden aangewend. Ik
weet, dat 't kan ik heb do machinerie
reeds voor elkander, ifc mijn hoofd. Ik
ling Spoorwegen, waarbij een Reglement
voor dc Commissie van Advies over Spoor
wegdiens tregelingen is vastgesteld, en van
19 Juli 1920, La A., afdeeling Spoorwegen,
waarbij de leden dier commissie zijn be
noemd.
Weer een rijk fruitjaar?
Ook dit jaar zullen de fruitboomen in
de Betuwe weer zeer overvloedig bloeien.
Zonder tegenslag krijgen we dus een rijk
fruitjaar. Bij duizenden mudden vindt
men het opgestapeld. De prijzen zijn nog
steeds zoo laag, dat, na aftrek der kos
ten, er bijna niets overblijft.
ICEHK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal. Te Dordrecht (vacature-C. L.
v. d. Broek): Dr. S. F. H. J. Berkelbach
v. d. Sprenkel te Haarlem; F. W. A. Korff
Jr., te Heemstede; en J. Petri te Eek en
Wiel.
Bedankt. Voor Polsbroek: J. H. Gun
ning E.Bzn., tc Vuursche.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Te Wanswerd c.a.: J. D.
Boerkoel te Velsen; te Boerakker: J. Hefc-
tinga, cand. te Apeldoorn.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt. Voor Rilland-Bath: H. Kie
viet to Veenendaal.
DOOPSGEZ. GEMEENTE.
Beroepen. Te Koog a. d. Zaan: J. M.
LeendertZj te Wieringen.
De liturgie in de Geref. Kerken.
De Kerkeraad der Geref. Kerk van Vlis-
singon heeft besloten met het oog op de
behandeling der voorstellen van de com
missie van deputaten inzake de liturgie
der Geref. Kerken op de a.s. Generale
Synode, de gemeente bijeen te roepen in
gemeente-vergadering, in welke bijeen
komst de Dienaar des Woords deze voor
stellen zal toelichten, om daarna bij wijze
van proef op een Zondag d.a.v. de dien
sten naar deze voorstellen der gedepu
teerde commissie in te richten en daarna
op een bijeenkomst de belijdende lidmaten
mannen en two uwen, nogmaals hierover te
hooren. De Kerkeraad is van meening,
dat de gemeente over deze belangrijke
aangelegenheid ten volle moet kunnen oor-
deelen.
Het Gereformeerde leven in Duitschland.
Naar wij vernemen, is een Voorloopig
Comité tot stand gekomen, dat zich ten
doel stelt, hier te lande oenheid en orga
nisatie te brengen in de beweging tot
steun van het Gereformeerde leven in
Duitschland. Zoodra dit Comité definitief
zal zijn geconstitueerd en zich een Bestuur
zal hebben gekozen, hoopt het zich per cir
culaire tot het Gereformeerde volksdeel
in Nederland te wenden, zijn plan cn or
ganisatie te publiceeren en een beroep te
doen op de offervaardigheid.
Tot het Comité zijn bereids toegetreden
de heeren Prof. Dr. G. Ch. Aaldcrs, hoog
leeraar V. U., te Hilversum; Prof. Dr. H.
Bouwman, hoogleeraar Th. School te Kam
pen; 'H. Colijn, lid van de Tweede Kamer
te Leersum; Ds. P. Deddens, pred. der
Geref. Kerk, te Brielle; Ds. H. M. Deth-
mers, id. te Sneek: Mr. A. van der Deure
te Bennekom; Ds. G. O. Donner, pred. der
Geref. Kerk te Emmen; Ds. D. van Dijk
id. te Groningen; Ds. P. van Dijk, id. te
Zaamslag; A. W. F. Idenburg: lid van de
Eerste Kamer te 's-GraveönageDr. G.
Keizer, pred. der Geref. Kerk te Tiel; Ds.
F. C. Meijster, id. te Rotterdam; Ds. G.
Renting, id. te Winterswijk; Ds. J. C.
Rullman, id. te Utrecht; Ds. C. L. F. van
Schelven, id. te Wageningen en Ds. J. do
Vries, id. te Tilburg.
Geen „Cummetjes."
Do heer S. C. van Veen schrijft aan do
N. R. Crt.: Naar aanleiding van het be
richt over „De geneeskundige faculteit te
Utrecht" (afschaffing van het praedicaat
„met lof") wil ik even mededeelcn, dat het
toekennen van dit praedicaat voor de wis-
en natuurkundige faculteit te Leiden
reeds sedert verscheidene jaren (m.i. te
recht) is afgeschaft, niet alleen voor de
promotie maar ook voor alle examens bij
deze faculteit, en ik meen te weten, dat
andere faculteiten hierin de faculteit der
w. en n.k. gevolgd zijn. Dit ter verklaring
van het feit, dat het zelfs in de kringen
buiten de universiteit bevreemding heeft
gewekt, dat dit praedicaat niet is ver
leend aan dissertaties, die zich terecht
een wereldnaam hebben verworven.
heb er gisteravond een teekening van ge
maakt en 't Ursala laten zien; zij be
greep 't terstond."
Ik glimlachte. „En ik geloof, met ge
duld en vaardigheid, zou iemand zijn for
tuin er mede kunnen maken in die la-
kenmolens van Enderley.
„Veronderstel je probeerde 't eens,"
zei ik half spottend, terwijl ik verrast
was hoe ernstig John 't opnam.
„Ik wou, dat ik 't kon probeeren,
als 't maar uitvoerbaar is. Een en an
der maal heb ik gedacht, dat 't zou kun
nen. De molen behoort aan Lord Luz-
more. Zijn rentmeester drijft hem. Nu,
als men maar meesterknecht of opzich
ter kon worden
„Probeer 't ge kunt alles, wat ge pro
beert."
„Neen. ik moet er niet aan denken 1
zij en ik zijn overeengekomea, dat 't niet
moet," zei hij flink, ,,'t Is mijn zwak
mijn stokpaardje, weet je. Maar geon
stokpaardjes nu. Bovendien mag ik niet,
voor iets denkbeeldigs slechts, 't werk op
geven, dat voor mij ligt. Wat zou eT van
do looierij worden, Phineas?"
„Mijn vader miste je en klaagde veel;
hij kwelt zich meer met de zaken dan
noodig is, denk ik."
„Laat hem dat niet doen. Houd hom
zooveel thuis als ge kunt Ik zal voor do
looierij zorgen; je weet cn hij weet 't
A!!e Anti-Revolutionaire
Mannen en Vrouwen
in den Kieskring Leiden stemmen
WOENSDAG 11 APRIL a.s., op
No. 1 van Lijst 12.
Alleen het witte puntje in het blokje
voor den naam van den heer
wordt rood gemaakt.
Zoo moet uw stembiljet ur uit zier,
als het in de bus gaat
Warnaar, W.
HH Pera, W,
j Zonneveld, H. van
j Veldhuyzen v. Zanten, H.
j Ouwehand, R.
jjPj Schoneveld, S.
ppj Segers, J, P.
jPj Eikerbout, F.
Zuidema, R.
Brants, K.
Communistische onderwijzers.
In de Belgische pers is heel wat te doen
over het feit, dat de gemeenteraad van
Elseae (Brussel) disciplinaire maatregelen
heeft getroffen tegen twee leden van het
onderwijzend personeel der openbare
school. De liberale burgemeester van ge
noemde gemeente heeft medegedeeld, dat
de betrokken leerkrachten voorloopig zijn
geschorst en vermoedelijk zullen worden
ontslagen. Deze maatregelen zijn gegrond
op artikel 21 der Schoolwet, luidende als
volgt:
„De onderwijzer houdt zich met gelijk©
bezorgdheid bezig met de opvoeding
en het onderricht der aan zijn zorgen toe
vertrouwde kinderen. Hij zal geen gele
genheid verzuimen, zijn leerlingen te wij
zen op do voorschriften der moraal en
hun inprenten plichtsbesef, vaderlan ds-
liefde, eerbied voor natio
nale instellingen en ge-
hechtheid aan constituti
on e e 1 e v r ij heden. In zijn on
derwijs onthoudt hij zich van icdcrcn
aanval tegen personen of tegen de gods
dienstige overtuigingen der gezinnen, wier
kinderen hem zijn toevertrouwd."
Het merkwaardigste is, dat do burge
meester zich bovendien kan beroepen op
een circulaire van den oud-minister van
Onderwijs, den socialist Jules Destrée,
die de politieke drijverijen, alsmede do
anti-nationalè propaganda van onderwij
zers in de school ondubbelzinnig hceffc
veroordeeld. Het besluit van den gemeen
teraad werd met algemeene stemmen go-
nomen. Yijf socialistische raadsleden heb
ben voorgestemd.
De leiders der S. D. A. P., zegt de T ij d
mogon dit. voorbeeld van hun Belgisch©
partijgenooten wel degelijk ter hart© ne
men.
Een Roodhuiden-aanval.
Twee Indianen van den stam der Pioo
ten, meldt de -correspondent der „Daily
Express", te New-York, die wegens dief
stal in de kleine stad Blanding (Utah) ge
vangen zaten, hadden na hun bewakers ta
hebben aangevallen, weten te ontsnappen
en hun stamgenooten weten te bewegen,
om naar Blanding op te trekken, teneindo
tegen deze stad strafmaatregelen te ne
men.
De burgers van Blanding liepen echier
teweer en de Indianen, in hun clan ge
stuit, besloten de stad hunner vijanden to
belegeren. Een van dezen wist echter
door de linies der belegeraars heen to
breken, bereikte het dichtst bijgelegen
draadlooze station en seinde naar Zout-
m eer stad dringend om hulp.
Reeds stonden een regeerings-ambtcnaar
der Vereenigde Staten en do secretaris
van den gouverneur van Utah gereed, om
aan het hoofd van een vliegtuigen-esca
drille op te trekken, toen een tweede bood
schap meldde, dat do bezetting was opge
heven en do roodhuiden waren afgetrok
ken. Een Indiaan was gedood, een vijf
tigtal gevangen genomen.
ook, dat alles wat er gedaan kan wor
den voor ons allen, ik doen zal."
„Zeker, John
„Neen, er is niets om er bezorgd over
te wezen niets meer dan dit afgeloopen
jaar. Alle handel is nu slecht. Geon
nood, we zullen den storm wel te boven
komen ik ben niet bang." Ik begon
te vermoeden, wat hij reeds moet gewo-«
ten hebben, dat ons vermogen een lang
zaam zinkend schip gelijk was, waarvan
't roer ontglipt was aan de zwakke hand
vajn mijn ouden vader. Maar John had
't gegrepen; misschien, met Gods hulp,
zou hij 't veilig aan land kunnen gelei-*
den. Ik had geen tijd om iets tc zeggen,
want de wagen met de aardige grijzo
hitten, kwam weer langs ons. Er zaten
twee dames in; een leunende naar buiten
en boog. Er kwam een lakei om mijn-»
hoer Halifax te vTagen of hij wilde ko*
men spreken met Lady Caroline Brit-*
wood. „Zal je 't doen, John
„Zeker waarom niet?" En hij giug
naar 't rijtuig.
(Wordt vervolgd),
j