ImLeiilsclieCoiiriiiit Tweede Blad W.WARNAAR Donderdag 29 Maart 1923 BIJ HET KRUIS. Ik heb op Golgotha gestaan En zag 't gelaat van Jezus aan, Dien men als een ellendeling Aan 't kruishout hing. Daar rees Zijn lichaam angstig bloot, Zijn oogen duist'rend naar den dood, Handen en voeten smart-gekromd, Den mond in drogen dorst verstomd. Is dit een Heiland naar mijn wensch, Een veeg en afgefolterd mensch? En kan dit zwartgeronpen bloed Een balsem zijn voor mijn gemoedl Toen heeft zijn ziel tot U geschreid In groote godverlatenheidu> Heb met ons beiden medelij, O Heer, verlos U zelf en mij. Toen zag ik dwaze zwakkeling Den Heer, Die voor den hemel hing, Die al mijn zonden en mijn smart Leed aan Zijn doodbekropen hart. Wat wordt ITwbitterheid mij zoetl 0 Heer, er daalt een hoiiingvloed Van liefde uit Uw gescheurde zij. Gij dorst en derft en lenigt mij. Ik weet, voor wien Gij sterven woudt, Aan dit van God vervloekte hout. 1 k moest daar hangen, ziel en lijf Der wereld tot een tijdverdrijf. Wat wordt Uw bitterheid mij zoet. O Heer, er i3 een honingvloed Voor mij, die overal U zocht En aan het kruis U vinden mocht. Willem de Mérode. BINNENLAND Hei regeeringsjubileum van de Koningin. Op aanstichting van Hr. Ms. gezant te Bern heeft zich in Zwitserland een comité gevormd voor het inzamelen daar te lan de van bijdragen voor het aan de Konin gin ter gelegenheid van Haar regee ringsjubileum aan te bieden nationale huldeblijk. De Nederlandsche consuls in Zwitser land zullen aan alle in hun ressort wo nende Nederlandors, wier adres hun be kend is, een circulaire Ticliten. Aan Hare Majesteit zal een album wor den aangeboden, bevattende de namen van allen, die zullen bijdragen aan het hulde blijk. Oe Zomertijd. In haar vergadering van j.l. Dinsdag avond heeft het Haagsche. oomité van ac tie tot behoud van den zomertijd den tekst van het aan de Eerste Kamer aan te bie den adres definitief vastgesteld. De aan bieding van dit adres zal in den loop van de volgende week plaats hebben; daarna zal het worden gepubliceerd. Tot Dins dagavond waren ruim 391.000 ad'naesie- betuigingen ingekomen, waarvan 286.000 uit de grootere steden en 125.000 uit de kleinere plaatsen en van het platteland. Daarenboven zijn de laatste weck nog tal van adhaesiebetuigingen binnengekomen van officieele lichamen, o.m. de gemeente besturen van Breda, Almelo en Grave, tal van Kamers van Koophandel, vereeni- gingen tot bevordering van vreemdelin genverkeer enz. Een belangrijke handelskweekcrij deel de het volgende mede: „Ons bedrijf, nauw verwant aan den landbouw, ondervindt van den zomertijd geen schade, alleen voordeel; om maar iets te noemen: het vroeger op den dag, dus als regel bij koelere temperatuur, plaats hebben van de bloemenveilingen, waardoor de bloemen frissclier en dus ook waardevoller aangevoerd kunnen worden.'* De gezondheidscommissie te Tiel heeft met zes stemmen tegen één besloten, bij de Eerste Kamer aan te dringen op ver werping van het wetsvoorstel-Braat. Het invoerverbod van schoenen. De Kamer van Koophandel en Fabrie ken te Groningen heeft zich tot de Eerste FEUILLETON, Van hooger Orde. Naar het Engelsch. 55) „Eén ding slechts, zou jo dat willen zien?" „Zeer gaarne," zij sprak zacht met eenige aarzeling. ,,'t Was hard voor hem zijn ouders niet te hebben gekend," voegde zij er aan toe, toen John de kamer had verlaten. „Ik zou hen ook gaarne hebben gekend, maar, toch nu ik hem ken John kwam weer binnen. „Hier, Ursula, is alles, wat ik van mijn ouders heb. Niemand heeft dat ooit gej zien, behalve Phineas daar." Hij hield 't kleine Grieksche Testament in de hand, dat hij mij, jaren geleden, had laten zien. Zorgvuldig, met denzelfden eerbied, als toen hij een jongen was, maakte hij de étui open, welke gemaakt was van zij, rnet linten eraan ongetwijfeld 't werk van eene vrouw zeker wel dat van zijn moeder. Zijn vrouw nam 't zacht aan. •Hij toonde haar 't schutblad; zij zag naar wat erin geschreven stond en las ihard op: „Guy Halifax, gentleman." „Ik dacht ik dacht 't Bleek, dal zij blijde Kamer gewend met het verzoek de wet op den invoer van schoenen niet aan tc nemen. Ambtenaren in Rijkswoningen. Totnutoe zijn de ambtenaren, wonende in huizen, welke door. het rijk in ver band met den woningnood werden aan gekocht, niet allen op dezelfe wijze be handeld wat betreft het bedrag der te be talen huur som en enkele andere kwesties van minder beteekenis. Thans heeft de ministerraad bepaald dat voor al dergelijke woningen een uni forme regeling zal worden ingevoerd. Volgens deze regeling zal, ingeval op of na 1 Januari 1923 door een ambtenaar een zoodanige woning is of wordt betrok ken, ook al wordt een deel daarvan be stemd tot rijksbureau, met den bewoner een civielrechterlijke huurovereenkomst worden aangegaan, waarbij de huursom zal worden bepaald op 7 pet. van de koop som, met een maximum van 15 pet.' van de bezoldiging des bewoners, met inbegrip der toelagen welke hij geniet. Is do wo ning niet door het rijk gekocht, doch ge huurd, dan zal de bewoner het volle be drag der huursom moeten betalen, weer met een maximum van 15 pet. zijner be zoldiging en toelagen. Verder is door den Minister van Fi nanciën te kennen gegeven, dat de staats eigendommen, bij bovenbedoelde regeling betrokken, alle in beheer en onderhoud behooren te komen bij zijn departement. Ten slotte deelt deze bewindsman nog mede, dat het in zijne bedoeling ligt deze staatseigendommen, zoodra zulks is over een te brengen met de belangen van den staat, in verband met de steeds beter wordende gelegenheid, om woningen te huren, van de hand te doen, waarbij ech ter aan de bewoners een behoorlijke ter mijn zal worden gegeven om zich van een andere woning te voorzien. Werkgelegenheid in België. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling vestigt er de aandacht van be langhebbenden op, dat voor hen, die wil len nagaan, of in België voor hen werk is te verkrijgen, van groot belang is, vooraf de voorlichting, c.q. de medewer king, van de plaatselijke arbeidsbeurs te vragen of bij den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemidde ling te 's-Gravenhage inlichtingen in te winnen. 'Omtrent de plaatsingskansen van Ne derlandsche werkzoekenden in België ontvangt de Rijksdienst voornoemd gere geld opgaven van Belgische arbeidsbeur zen; deze aanvragen worden aan do dis trictsarbeidsbeurzen en aan de plaatse lijke correspondentschappen der arbeids- fccmideling in ons land medegedeeld. Buurtverkeer spoorwegen. Zooals gemeld worden met ingang van 1 April a.s. voor eenige baanvakken een- daagsche retourkaarten voor buurtverkeer tegenverlaagd tarief ingevoerd. De be treffende dienstregelingen zijn van Vrij dag 30 Maart a.s. af verkrijgbaar. Vloekverboden. De vloekverboden zijn van zeer ouden datum. Het Gereformeerd landrecht van do Neder-Betuwe van 1860 stelt ten aan zien van vloeken en Zondagsontheiliging de volgende straffen vast: Wie God-Almachtig, de heilige Drieën- heid of Gods sacramenten lasterde of be spotte, verbeurde do eerste reis 20 carolus gulden, de tweede reis het dubbele en werd voor de derde reis aan den lijve ge straft, tot goedvinden van het Gericht. In het openbaar werken op den dag des Heeren of andere verbodsdagen en gedu rende de predicatie in herbergen, drinken of spelen, kostte een gulden 10 stuivers en voor den waard, die het toeliet, zes gul den. Ned. Jongelings-Verbond. De Prov. Bondsdag van het Ned. Jongel. Verbond in Zuid- Holland wordt Twee den Paaschdag in het C'hr. Verenigings gebouw „De Eendracht", Goudschewcg 132, te Rotterdam gehouden. In de morgenvergadering denkt Ds. A. Adriani, algem. secretaris van het groote stadswerk te spreken over: „De verstan delijke en karaktervormende beteekenis der Chr. Jongemannenvereeniging." In de middagvergadering hoopt Ds. C. C. G. Visser, Luthersch predikant te Rot terdam, te spreken over „Tolstoi", terwijl Ds. C. v. d. Waa, Ned. Herv. predikant te Hoogvliet, een slotwoord denkt te spreken. Beide vergaderingen worden afgewisseld i door zang en muziek. verrast was; zij zou geen vrouw zijn ge weest, vooral geen vrouw, opgevoed in geboortetrots, als zij zich op dit oogeh- iblik niet verheugd had gevoeld. „Gij dacht/ dat ik slechts de zoon van een werkman was; of van niemand. Wel, beteekont dat wat?" „Neen," riep ze, terwijl zo hem om den hals viel. „Neen 't beteekent niets. Ware je vader de koning op zijn troon of de bedelaar in de straat, 't zou mij om 't even zijn; gij zoudt steeds dezelfde wezen mijn man mijn John Halifax." „God zegene je mijn eigen vrouw, die hij me gegeven heeft!" zei John ter-; wijl hij haar vast omhelsde. John wandelde met mij naar huis een genoegen, dat ik nauwelijks had ver wacht, maar waar John zoowel als Ur sula op stond. Want van het eerste begin van hunne verbintenis was daar, tus- schen haar en mij, een broeder- en zus- terband ontstaan. Haar vrouwelijk, edel moedig karakter zou nooit hebben kun nen doen n.l. verkoeling zoeken te weeg te brengen tusschen haar man en zijn vroegere vrienden. Neen zeker van haar rijkdom, in 't rechtmatig bezit van zijn gansche hart, stelde zij belang in alles en ieder, in wie. hij belang stelde. Zoo waren wij de beste vrienden, mijn zuster Ursula en ik. John en ik spra ken een weinig over haaren over de Chr. Nationaal Vakverbond. De jaarlijksche twee-daagsche algemee- ne vergadering van het. Christelijk Natio naal Vakverbond zal D.V. worden gehou den 25 en 26 Juni a.s. te Utrecht. Vroedvrouwen. Bij K. B. is bepaald, (lat aan art. 5 van het Reglement voor do Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen een nieuwe alinea wordt toegevoegd, luidende: Do commissie heeft de bevoegdheid haar die in het bezit zijn van de akte, be doeld in art. 77a van de Lager-onderwojs- wet 1678 of in art. 134 van de Lagec-on- derwijswet 1920 of van een, naar het oor- doel van de commissie daaraan gelijk waardig diploma, vrij te stellen van het schriftelijk gedeelte van het examen. Dit besluit treedt morgen in werking. De Spoorwegraad. Afgekondigd is het Kon. besluit van den 13den Maart 1923, houdende voorschriften omtrent samenstelling en bevoegdl^id van den Spoorwegraad. Hierbij wordt: I. Ingesteld een Spoorwegraad, waarvan de samenstelling en bevoegdheid als volgt worden geregeld: Art. 1. De Spoorwegraad dient Onzen Minister van Waterstaat of bestuurders der spoorwegdiensten desgevraagd of uit eigen beweging van advies omtrent al hetgeen verband houdt met de uitoefening van het spoorwegbedrijf. Art. 2. (1) De leden van den Spoorweg raad en zoo noodig hunne plaatsvervan gers worden door Onzen Minister van Wa terstaat benoemd ter vertegenwoordiging van a. de Regecring; b. bestuurders der spoorwegdiensten; c. belangen van arbeid, handel, land bouw, nijverheid en verkeer, en wel zoo veel mogelijk in overleg met besturen van vereenigingen of andere lichamen, die deze belangen voorstaan. (2) Onze Minister voornoemd kan op dezelfde wijze uit andere groepen van be langhebbenden. dan de in het eerste lid onder c bedoelde, leden aanwijzen. (3) Het aantal leden bedraagt ten hoog ste dertig. (4) Uit de leden, ter vertegenwoordiging van de Regeering in den. Spoorwegraad be noemd, worden door Onzen Minister voor noemd een Voorzitter en diens plaatsver vanger aangewezen. (5) Onze Minister voornoemd voegt aan den Spoorwegraad een secretaris en zoo noodig een of meer adjunct-secretarissen toe. Art. 3. De leden en hunne plaatsvervan gers worden voor den tijd van drie jaren benoemd en genieten geene bezolding. Art. 4. (1) De Spoorwegraad is bevoegd commissiën uit ziin midden te benoemen om hem van voorlichting te dienen, of om met zijne machtiging rechtstreeks advies aan Onzen Minister voornoemd of aan be stuurders der spoorwegdiensten uit te brengen. (2) Als voorzitter van eene commissie treedt, zooveel mogelijk do voorzitter van den Spoorwegraad of dienst plaatsvervan ger op. (3) De vergaderingen van den Spoorweg raad en van uit zijn midden benoemde commissiën kunnen worden bijgewoond door ambtenaren, door de Regcering of door bestuurders der spoorwegdiensten aangewezen. Art. 5. (l) Een verslag van het verhan delde in elke vergadering van den Spoor wegraad wordt Onzen Minister voornoemd en, zoo noodig, bestuurders der spoorweg diensten zoodra mogelijk door den voor zitter en den secretaris aangeboden. (3) De adviezen worden opgesteld over eenkomstig het gevoelen van do meerder heid der vergadering; afwijkende gevoe lens der minderheid worden vermeld, in dien dit wordt verlangd. (3) Bovendien ziin de leden bevoegd af zonderlijke aanteekeftingen bii het verslag te voegen, mits hun daarin uitgedrukt ge voelen verdedigd zij in de vergadering, waarin het uit te brengen advies werd be handeld. (4) De ambtenaren, bedoeld in artikel 4. derde lid, de secretaris en de adjunct-secre tarissen, zoo deze er zijn, hebben in de vergaderingen eene raadgevende slem. (5) De Spoorwegraad stolt voor zijne ver gaderingen een reglement van orde vasr. hetwelk do goedkeuring van Onzen Minis ter voornoemd behoeft. II. Bepaald, dat met het in werking tre den van dit besluit zijn vervallen de be schikkingen van den Minister van Water staat van 6 Januari 1920, no. 303. afdee- gocde mevrouw Tod en de groote vreug de, welke deze aan den dag had gelegd, toen zij haar terug zag en zij twee dagen in het dierbare oude huis te Endeley wa ren overgebleven. Toen wij de hoek van een straat omsloegen, kwam ons een prachtige equipage voorbij; hij zag haar, met een glimlach, na. „Grijze hitten! Zij houdt zooveel van grijze hitten, met langen staart. Arm kind! Wanneer zal ik in staat zijn haar een rijtuig te geven? Misschien eens wie weet!" Hij begon over iets anders te praten en vertelde me van den lakenmolen; tij dens hij in Rose Cottage was, had hij dien nog eens bezocht. „En weet je, terwijl ik keek naar de machinerie, kwam er een idee in mij op: inplaats van dat groote waterwiel - jo herinnert je 't? zou 't met stoom moe ten werken." „Wat soort van stoom?" „Phineas, je geheugen is er niet heter op geworden, zie ik. Ben je dan vergeten dat ik je verleden jaar verteld heb van oen Schots ingenieur, die geprobeerd heeft twee booten op de Clyde door mid del van stoom voort te bewegen? Waar om zou dezo kracht ook niet in een la kenmolen kunnen worden aangewend. Ik weet, dat 't kan ik heb do machinerie reeds voor elkander, ifc mijn hoofd. Ik ling Spoorwegen, waarbij een Reglement voor dc Commissie van Advies over Spoor wegdiens tregelingen is vastgesteld, en van 19 Juli 1920, La A., afdeeling Spoorwegen, waarbij de leden dier commissie zijn be noemd. Weer een rijk fruitjaar? Ook dit jaar zullen de fruitboomen in de Betuwe weer zeer overvloedig bloeien. Zonder tegenslag krijgen we dus een rijk fruitjaar. Bij duizenden mudden vindt men het opgestapeld. De prijzen zijn nog steeds zoo laag, dat, na aftrek der kos ten, er bijna niets overblijft. ICEHK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Drietal. Te Dordrecht (vacature-C. L. v. d. Broek): Dr. S. F. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel te Haarlem; F. W. A. Korff Jr., te Heemstede; en J. Petri te Eek en Wiel. Bedankt. Voor Polsbroek: J. H. Gun ning E.Bzn., tc Vuursche. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Wanswerd c.a.: J. D. Boerkoel te Velsen; te Boerakker: J. Hefc- tinga, cand. te Apeldoorn. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt. Voor Rilland-Bath: H. Kie viet to Veenendaal. DOOPSGEZ. GEMEENTE. Beroepen. Te Koog a. d. Zaan: J. M. LeendertZj te Wieringen. De liturgie in de Geref. Kerken. De Kerkeraad der Geref. Kerk van Vlis- singon heeft besloten met het oog op de behandeling der voorstellen van de com missie van deputaten inzake de liturgie der Geref. Kerken op de a.s. Generale Synode, de gemeente bijeen te roepen in gemeente-vergadering, in welke bijeen komst de Dienaar des Woords deze voor stellen zal toelichten, om daarna bij wijze van proef op een Zondag d.a.v. de dien sten naar deze voorstellen der gedepu teerde commissie in te richten en daarna op een bijeenkomst de belijdende lidmaten mannen en two uwen, nogmaals hierover te hooren. De Kerkeraad is van meening, dat de gemeente over deze belangrijke aangelegenheid ten volle moet kunnen oor- deelen. Het Gereformeerde leven in Duitschland. Naar wij vernemen, is een Voorloopig Comité tot stand gekomen, dat zich ten doel stelt, hier te lande oenheid en orga nisatie te brengen in de beweging tot steun van het Gereformeerde leven in Duitschland. Zoodra dit Comité definitief zal zijn geconstitueerd en zich een Bestuur zal hebben gekozen, hoopt het zich per cir culaire tot het Gereformeerde volksdeel in Nederland te wenden, zijn plan cn or ganisatie te publiceeren en een beroep te doen op de offervaardigheid. Tot het Comité zijn bereids toegetreden de heeren Prof. Dr. G. Ch. Aaldcrs, hoog leeraar V. U., te Hilversum; Prof. Dr. H. Bouwman, hoogleeraar Th. School te Kam pen; 'H. Colijn, lid van de Tweede Kamer te Leersum; Ds. P. Deddens, pred. der Geref. Kerk, te Brielle; Ds. H. M. Deth- mers, id. te Sneek: Mr. A. van der Deure te Bennekom; Ds. G. O. Donner, pred. der Geref. Kerk te Emmen; Ds. D. van Dijk id. te Groningen; Ds. P. van Dijk, id. te Zaamslag; A. W. F. Idenburg: lid van de Eerste Kamer te 's-GraveönageDr. G. Keizer, pred. der Geref. Kerk te Tiel; Ds. F. C. Meijster, id. te Rotterdam; Ds. G. Renting, id. te Winterswijk; Ds. J. C. Rullman, id. te Utrecht; Ds. C. L. F. van Schelven, id. te Wageningen en Ds. J. do Vries, id. te Tilburg. Geen „Cummetjes." Do heer S. C. van Veen schrijft aan do N. R. Crt.: Naar aanleiding van het be richt over „De geneeskundige faculteit te Utrecht" (afschaffing van het praedicaat „met lof") wil ik even mededeelcn, dat het toekennen van dit praedicaat voor de wis- en natuurkundige faculteit te Leiden reeds sedert verscheidene jaren (m.i. te recht) is afgeschaft, niet alleen voor de promotie maar ook voor alle examens bij deze faculteit, en ik meen te weten, dat andere faculteiten hierin de faculteit der w. en n.k. gevolgd zijn. Dit ter verklaring van het feit, dat het zelfs in de kringen buiten de universiteit bevreemding heeft gewekt, dat dit praedicaat niet is ver leend aan dissertaties, die zich terecht een wereldnaam hebben verworven. heb er gisteravond een teekening van ge maakt en 't Ursala laten zien; zij be greep 't terstond." Ik glimlachte. „En ik geloof, met ge duld en vaardigheid, zou iemand zijn for tuin er mede kunnen maken in die la- kenmolens van Enderley. „Veronderstel je probeerde 't eens," zei ik half spottend, terwijl ik verrast was hoe ernstig John 't opnam. „Ik wou, dat ik 't kon probeeren, als 't maar uitvoerbaar is. Een en an der maal heb ik gedacht, dat 't zou kun nen. De molen behoort aan Lord Luz- more. Zijn rentmeester drijft hem. Nu, als men maar meesterknecht of opzich ter kon worden „Probeer 't ge kunt alles, wat ge pro beert." „Neen. ik moet er niet aan denken 1 zij en ik zijn overeengekomea, dat 't niet moet," zei hij flink, ,,'t Is mijn zwak mijn stokpaardje, weet je. Maar geon stokpaardjes nu. Bovendien mag ik niet, voor iets denkbeeldigs slechts, 't werk op geven, dat voor mij ligt. Wat zou eT van do looierij worden, Phineas?" „Mijn vader miste je en klaagde veel; hij kwelt zich meer met de zaken dan noodig is, denk ik." „Laat hem dat niet doen. Houd hom zooveel thuis als ge kunt Ik zal voor do looierij zorgen; je weet cn hij weet 't A!!e Anti-Revolutionaire Mannen en Vrouwen in den Kieskring Leiden stemmen WOENSDAG 11 APRIL a.s., op No. 1 van Lijst 12. Alleen het witte puntje in het blokje voor den naam van den heer wordt rood gemaakt. Zoo moet uw stembiljet ur uit zier, als het in de bus gaat Warnaar, W. HH Pera, W, j Zonneveld, H. van j Veldhuyzen v. Zanten, H. j Ouwehand, R. jjPj Schoneveld, S. ppj Segers, J, P. jPj Eikerbout, F. Zuidema, R. Brants, K. Communistische onderwijzers. In de Belgische pers is heel wat te doen over het feit, dat de gemeenteraad van Elseae (Brussel) disciplinaire maatregelen heeft getroffen tegen twee leden van het onderwijzend personeel der openbare school. De liberale burgemeester van ge noemde gemeente heeft medegedeeld, dat de betrokken leerkrachten voorloopig zijn geschorst en vermoedelijk zullen worden ontslagen. Deze maatregelen zijn gegrond op artikel 21 der Schoolwet, luidende als volgt: „De onderwijzer houdt zich met gelijk© bezorgdheid bezig met de opvoeding en het onderricht der aan zijn zorgen toe vertrouwde kinderen. Hij zal geen gele genheid verzuimen, zijn leerlingen te wij zen op do voorschriften der moraal en hun inprenten plichtsbesef, vaderlan ds- liefde, eerbied voor natio nale instellingen en ge- hechtheid aan constituti on e e 1 e v r ij heden. In zijn on derwijs onthoudt hij zich van icdcrcn aanval tegen personen of tegen de gods dienstige overtuigingen der gezinnen, wier kinderen hem zijn toevertrouwd." Het merkwaardigste is, dat do burge meester zich bovendien kan beroepen op een circulaire van den oud-minister van Onderwijs, den socialist Jules Destrée, die de politieke drijverijen, alsmede do anti-nationalè propaganda van onderwij zers in de school ondubbelzinnig hceffc veroordeeld. Het besluit van den gemeen teraad werd met algemeene stemmen go- nomen. Yijf socialistische raadsleden heb ben voorgestemd. De leiders der S. D. A. P., zegt de T ij d mogon dit. voorbeeld van hun Belgisch© partijgenooten wel degelijk ter hart© ne men. Een Roodhuiden-aanval. Twee Indianen van den stam der Pioo ten, meldt de -correspondent der „Daily Express", te New-York, die wegens dief stal in de kleine stad Blanding (Utah) ge vangen zaten, hadden na hun bewakers ta hebben aangevallen, weten te ontsnappen en hun stamgenooten weten te bewegen, om naar Blanding op te trekken, teneindo tegen deze stad strafmaatregelen te ne men. De burgers van Blanding liepen echier teweer en de Indianen, in hun clan ge stuit, besloten de stad hunner vijanden to belegeren. Een van dezen wist echter door de linies der belegeraars heen to breken, bereikte het dichtst bijgelegen draadlooze station en seinde naar Zout- m eer stad dringend om hulp. Reeds stonden een regeerings-ambtcnaar der Vereenigde Staten en do secretaris van den gouverneur van Utah gereed, om aan het hoofd van een vliegtuigen-esca drille op te trekken, toen een tweede bood schap meldde, dat do bezetting was opge heven en do roodhuiden waren afgetrok ken. Een Indiaan was gedood, een vijf tigtal gevangen genomen. ook, dat alles wat er gedaan kan wor den voor ons allen, ik doen zal." „Zeker, John „Neen, er is niets om er bezorgd over te wezen niets meer dan dit afgeloopen jaar. Alle handel is nu slecht. Geon nood, we zullen den storm wel te boven komen ik ben niet bang." Ik begon te vermoeden, wat hij reeds moet gewo-« ten hebben, dat ons vermogen een lang zaam zinkend schip gelijk was, waarvan 't roer ontglipt was aan de zwakke hand vajn mijn ouden vader. Maar John had 't gegrepen; misschien, met Gods hulp, zou hij 't veilig aan land kunnen gelei-* den. Ik had geen tijd om iets tc zeggen, want de wagen met de aardige grijzo hitten, kwam weer langs ons. Er zaten twee dames in; een leunende naar buiten en boog. Er kwam een lakei om mijn-» hoer Halifax te vTagen of hij wilde ko* men spreken met Lady Caroline Brit-* wood. „Zal je 't doen, John „Zeker waarom niet?" En hij giug naar 't rijtuig. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5