Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCI
ABOMMEMIlLtfrSPftlJ*
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd rijn
Per kwartaal f2.50
Per week f0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Or. Bavinck's erflating
Wie op mijn studeerkamer komt,
wordt dadelijk getroffen door het mooie
portret van Jhr, Mr. A. F. de Savornin
Lobman, geteekenid door Jan Veth. Aan
de andere zijde van de Kamer vindt hij
de beeltenis van Br. A. Kuyper en als
hij dan nog wat nader komt, ontdekt hij
op het schrijfbureau het portret van Dr.
H. Bavinck.
Bie rangschikking is niet enkel het ge
volg van de easchen der schoonheids
leer, zelfs niet in de eerste plaats daar
van: het is meer een gevolg van de his
torie. We hebben gedurende de negen
tiende eeuw een zwanen strijd gevoerd
om vrijheid en financieel© gelijkstelling
voor het lager onderwijs. In dien kamp
stonden Br. Kuyper en Mr. Lobman
vooraan.
Bie strijd is tot een voorloopige beslis
sing gekomen. Helaas! nog slechts voor-
1 e e p i g, want de bevrediging gaf wel
financieel© gelijkstelling, maar ze
kostte ons een groot stuk vrijheid, zoo
dat we het zwaard nog niet kunnen op
steken, maar het moeten blijven hantee-
ren tot terugwinning van hetgeen verlo
ren ging, wat alleen mogelijk is door een
ander stelsel te zoeken voor hetgeen de
wet van 1920 ons gegeven heeft.
Toch hebben de wetten van 1889, van
1905 en vair 1920 alhthans dit bewerkt,
dat we onze handen wat ruimer hebben;
dat we bij de uitgaven niet alleen kunnen
zorgen voor het allernoodigste, maar ook
voor het noodige, soms zelfs voor het
wensohelijke. Of, met andere woorden,
we kunnen ons nu ook eens inlaten met
de verdieping van ons onderwijs; met de
eigenlijke opvoedkundige zijde van het
En dat is het terrein, waarop Br. H.
Bavinck zich bewogen heeft en waarop
hij ons geleerd heeft de eerst schreden te
zetten.
Bat is het punt, dat nu aan de orde
moet komen; dat dagelijks meer onze
aandacht moet vragen en daarom staat
de beeltenis van Br. Bavinck zoo heel
dicht bij mij.
Wat Kuyper en .Lobman voor het on--
der wijs deden kan nooit genoeg gewaar
deerd worden, maar hun werk staat nu
een klein beetje verdgr van ons af, ter
wijl dat van Bavinck dichter bij geko
men is.
Volkomen terecht heeft deze groote
denker in zijn „Paedaigogittche Beginse
len" gezegd: „Veeleer hoop ik, dat
ouders en onderwijzers door aandachti
ge lezing van dit boek de overtuiging
zullen bekomen of in do overtuiging ver
sterkt zullen worden, dat wij met de
Christelijk© School niet aan het einde,
maar pas aan het begin staan van den
strijd." De woorden, die hier vet gedrukt
zijn, kan men precies zoo vinden in het
genoemde boek.
Nu is zoo iets gemakkelijk te zeggen
en het is ook door anderen herhaaldelijk
gezegd, maar Br. Bavinck deed meer: hij
wierp zich op de studie der paedagogiek
en werd een toonaangever, een leidsman,
zelfs zoo, dat de Roomsohe pater Rom-
bauts een inleiding heeft gegeven op zijn
werken voor de Roomsohe onderwijzers
om daarmee hun voordeel te doen.
Zullen ook wij dan ndet dankbaar let
ten op Dr. Bavinck's p&edagogische na
latenschap en ons afvragen welke plich
ten die ons oplegt?
Die erfenig is tweeledig: ze bestaat ui't
een reeks geschriften en uit een door
liem in 't leven geroepen organisatie.
Zijn boeken zijn vrijwel bekend; mijns
inziens nog niet genoeg, want als alle
christelijke onderwijzers en alle predi
kanten een exemplaar gekocht hadden
van zijn werken, zouden de herdrukken
elkaar snel opgevolgd zijn, wat nu niet
het geval is.
En nu heb ik nog niet feens genoemd
do leden der schoolbesturen. Moeten die
3(Ie JAARGANG. - MAANDAG 12 MAART 1923 - No. 892
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
Gewone advertentiën per regel ssji^cei
'Ingezonden Mededeelingen, dubbel i
'S®ij "contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooxuitbetö'
ling -- van ten hoogste 30 woorden, wordeSj
daceliiks eeolaatst ad 5!) cent.
dan ook al paedagogiek studeeren? Mag
ik een wedervraag doen? Vindt de lezer
het zoo heel vreemd, als een ouderling
dogmatische werken leest? Ik niet en
daarom vind ik het wel vreemd, dat on
ze schoolbestuurders de paedagogiek
vrijwel geheel aan de onderwijzers over
laten.
Op die manier blijft de leuze: „de
school aan de ouders" niets meer dan
een holle klank, een woord zonder in
houd.
Wie zich de moeite getroost om de pae-
dagogische werken van Dr. Bavinck te.
gaan lezen, zal spoedig bemerken, dat dit
geen heksentoer is, doch wel een werk,
dat veel vrucht draagt.
Laat men maar eens beginnen met
„Het Christelijk Huisgezin" en daarop
dan laten volgen: „PaedagOigisché Be
ginselen", „Be Opvoeding der rijpere
jeugd" en „De nieuwe Opvoeding", 'k
Weet zeker, dat heel veel schoolbestuur
ders deze werken met vrucht en met ze
gen kunnen doorwerken en dat ze ten
slotte zullen zeggen: „Bie perzik smaakt
naar meer." Wat de dogmatiek is voor
de Kerk, is de paedagogiek voor de
school; dus is meer studie van Dr. Ba
vinck's paedagogische werken zeer noo-
dig en zeer gewenscht.
In de tweede plaats heeft Dr. Bavinck
ons nagelaten een organisatie, n.l. het
Gereformeerd Schoolverband.
Met zijn vooruitzien den blik had hij
den dag voorzien, waarop de politieke
schoolstrijd zou beëindigd worden; den
dag, waarop de financieel© gelijkstelling
in de wet zou worden vastgelegd. Maar
ook had hij voorzien, dat dan de gevaren
zich zouden vermenigvuldigen en daarom
schreef hij reeds in 1904: „De toekomst
van liet Christelijk Onderwijs". Daarin
werpt hij eerst een blik achterwaarts in
de geschiedenis, bespreekt dan het Unie-
rapport, daarna de gevaren voor de toe
komst, om dan te wijzen op onze roe
ping en ten slotte een voorstel te doen
tot reorganisatie. Dat voorstel werd op de
algemeene vergadering der vereeniging
voor Gereformeerd Schoolonderwijs aan
genomen en zoo ontstond het Gerefor
meerd Schoolverband.
Gaarne zal ik verder van de aangebo
den gastvrijheid in dit blad gebruik ma
ken om in enkele artikelen het een en
ander te bespreken, dat tot den arbeid
van dit Gereformeerd Schoolverband be
hoort. J. C. WIRTZ Cz.
STADSNIEUWS
PROF. VAN DER VLUGT.
Vandaag viert Prof. Mr. W. van der
Vlngt zijn zeventigsten verjaardag, en is
hij volgens de wettelijke bepalingen ge
komen aan het eind van zijn professora
len loopbaan.
In verband met zijn wankele gezond
heid mag Prof. van der Vlugt niet met
openlijk huldebetoon worden lastig ge
vallen, maar wel zullen op dezen dag
velen een stillen groet zenden aan dezen
in zoovele opzichten sympathieken ge
leerde, die voor menigeen was, een leer
meester en vriend.
De kracht van Prof. van der Vlugt
ligt in de studeerkamer, hoewel hij toch
ook zoo nu en dan het publieke terrein
heeft betreden.
Bat hij in onze kringen bekendheid
verkreeg, dankt hij inzonderheid aan
zijn lidmaatschap van de Tweede Ka-
mer.
Het was toen, onder liet Kabinet-Kuy*
per een tijd van hoog-opbloeiend poli
tiek leven. Wat lang niet altijd gebeurt,
was toen bijna regel: de Kamerverslagen
werden gelezen.
Schitterende redevoeringen werden ge
houden niet het minst bij de behandeling
van het ontwerp tot wijziging van de
Hooger-Onderwijswet.
Op meesterlijke wijze werd toen. het
ontwerp door Mr. van der Vlugt bestre
den, en het was vooral door zijn optre
den dat Dr. Kuyper geïnspireerd werd
tot het houden van een zijner schoonste
redevoeringen, waarvan het ontroerende
slot, nog langen tijd natrilde in veler
hart.
Prof. van dor Vlugt behoort niet tot
onze geestverwanten.
Maar op dezen dag brengen ook wij
aan dezen meester in de rechten, aan
dezen hoogbegaafden geleerde, gaarne
onze hulde.
Statenverkiezingen.
Zaterdagmiddag hield de Centrale 'A.
R. Kiesvereen. in de Statenkieskring Lei
den een goed bezochte vergadering.
In zijn openingswoord wees de voor
zitter, de heer W. War naar van Sas-
senheim, op de gevaren die ons bij den
stembusstrijd bedreigen.
Het is daarom noodzakelijk, dat wij al
onze krachten inspannen. En we kunnen'
dat doen met opgerichten hoofde. Zoo
wel de beteekenis van onze beginselen als
de uitslag van vorige verkiezingen, geeft
ons reden om met opgewektheid en vol
goeden moed aan den arbeid te gaan,
waartoe Spr. dan ook met kracht op
wekte.
Nadat vervolgens de notulen waren
gelezen en goedgekeurd deed de voorzit
ter eenige. mededeelingen omtrent de te
Rotterdam gehouden vergadering die een
uitnemend verloop had en waar tal van
nuttige wenken werden gegeven.
Hierna gaf de heer J. Karstens,
namens het bestuur een overzicht van de
voorgenomen propaganda-maatregelen.
Het ligt in de bedoeling op den twee
den Paaschdag te Leiden een groote
openbare vergadering te houden, waar
bekende sprekers het woord zullen voe
ren.
Binnenkort zullen hieromtrent nadere
mededeelingen worden gedaan.
Voorts ligt het in de bedoeling een ver
kiezingsblad te doen verschijnen enz.
Na breedo bespreking werden deze
plannen goedgekeurd,, terwijl tevens een
regeling voor de financiën werd getrof
fen.
Nadat de gewone werkzaamheden wa
ren afgedaan verkreeg de heer Wiepke-
ma van Sassenheim het woord om te
spreken over de wensclieiijkkeid van het
vaststellen van een gemeenteprogram.
Eerst werden aangegeven de voornaam
ste eischen waaraan zulk een program
heeft te voldoen, en de punten die in de
eerste plaata dienen te worden omschre
ven.
Daarna werd voorlezing gedaan van
een concept-program zo'oala dit te Sas
senheim werd vastgesteld.
Daar ook andere gemeenten allicht
met dit concept hun voordeel kunnen
doen, hopen wij het in zijn geheel op te
nemen, zoodat we daarvan thans geen
overzicht behoeven te geven.
Deze inleiding werd door een breede
bespreking gevlo-gd.
De goed geslaagde vergadering werd
door den heer Eggink van Voorschoten
met dankzegging gesloten.
Op uitnoodiging van de vereeniging
Instituut voor Tropische Geneeskunde
RotterdamLeiden zal Woensdagavond
in liet Botanisch laboratorium, in de
Nonnensteeg te Leiden, prof. dr. W.
Scbüffner, inspecteurvan den burger-
lijkon geneeskundigen dienst in Neder-
landsch-Indië een voor geneeskundigen
en andere belangstellenden toegankelijke
lezing (verduidelijkt door lichtbeelden)
houden over: de mogelijkheid van assai-
ïieeringen tegen malaria in Indië.
Do Vereeniging van den Ghr. Han-
deldr. en Industr. middenstand, aid. Lei
den, zal a.s. Donderdag, 's avonds te 8.15
uur in 't Nutsgebouw vergaderen. O.m.
komen de volgende punten aan de orde:
Afhandeling punt vakorganisatie; Be
spreking wetsontwerp afschaffing zo
mertijd en Rondvraag, waarbij ruime
gelegenheid wordt gegeven tot het opge
ven van punten welke de leden gaarne
behandeld zouden zien.
Het bestuur rekent er op, dat de leden
door een flinke opkomst van hunne be
langstelling voor de Middens {landsbelan
gen blijk zullen geven.
Het is gebleken dat J. B., die zich,
als verdacht van verduistering van een
Heerenrijwiel, in bewaring bevindt aan
het politiebureau alhier, zich ook heeft
schuldig gemaakt aan verduistering van
verschillende meubelstukken, waaronder
een buffet, enz. Hij zal ter beschikking
van de Justitie worden gesteld.
Zaterdagmorgen is to 's-Gravenhage
door de Leidsche recherche aangehouden
P. J. R. (een Leidenaar) die 6 maanden ge
vangenisstraf moest ondergaan en om zich
daaraan te onttrekken, sedert eenige da
gen uit Leiden was vertrokkén, met een
onbekende bestemming.
P. M'. deed bij de politie aangifte,
dat enkele ijzeren ramen uit zijn pakhuis
worden vermist.
Ons koopend publiek dat zijn weg
neemt door de Diefsteeg zal in de etalage
van de fa. J. W. Hartman zijn aandacht
zien gevraagd voor iets nieuws op het ge
bied van de lampeirappen.ar Ha.
Deze firma heeft zich n.L in verbinding
gesteld met een schilder, waardoor zij in
staat is om, volgens opgegeven ontwerp,
of patroon, uw lampekappen te beschilde
ren en ze zoodoende in passende overeen
stemming te brengen met de overige meu
belen. Men zie de advertentie in dit num
mer.
=5 ïn de Stedelijke Werkinrichting
zijn in den week van 4 tot en met 10
Maart opgenomen 176 volwassen perso
nen en 14 kinderen; totaal 190.
BiHBEBSLAgili
Invoerverbod schoenwerk.
Het hoofdbestuur van de Nederlandsche
Maatschappij voor Nijverheid en Handel
heeft naar aanleiding van het ontwerp,
tot tijdelijke beperking van invoer van
schoenwerk, een adres aan de Tweede Ka
mer gericht, waarin wordt gezegd, dat de
algemeene vergadering van genoemde
maatschappij de vraag heeft besproken
„of do volkswelvaart gebaat wordt door
invoerverboden." Deze vraag is toen met
algemeene stemmen ontkennend beant
woord.
Nederland aldus wordt in het adres
gezegd met zijn reeds zoo dicht© be
volking, kan alleen door exporteeren zijn
welvaartspeil behouden en export ver-
eischt concurreerende productiekosten. Be
lemmeringen in den invoer zullen echter
tot verliooging van het prijsniveau leiden.
Als dit ontwerp mocht worden aangeno
men, zal over het principe beslist zijn en
zal de minister ook andere industrieën
ter wille moeten zijn, doch iedere uitbrei
ding van bescherming moet weder verhoo
ging van de kosten van levensonderhoud
tengevolge hebben.
In een land als 't onze met zoo een voch
tig klimaat, is goedkoop -schoeisel een
volksbelang van de eerste orde. Het be
doelde invoerverbod zal ook schade bren
gen aan andere takken van nijverheid, die
de kans loopen, gotroffen te worden door
represailles (b.v. stroocartonfabriekon.)
Ten slotte wijst het adres op den ter
mijn, welke het ontwerp voor het verbod
noemt, n.l. tot 31 Dec. 1924. Deze voorspie
geling kan niet anders dan tot teleurstel
ling leiden, aangezien de groote voorraden
van schoenwerk, welke hier te lande ge
leidelijk zijn opgeslagen, uitbreiding vaiï
werkgelegenheid voor do Nederlaudschö
schoenfabrieken voorloopig denkbeeldig
zullen maken.
Op grond van dezo overwegingen dringt
het hoofdbestuur ten sterkste aan op ver
werping ^an genoemd voorstel.
Kolen uit het Roergebied.
Naar aanleiding van het ophouden der
voor Nederland bestemde kolen treinen
die tot 25 Februari regelmatig naar Hol-»
land vertrokken, docht thans de Fran-i
sche blokkadeposten niet meer kunnen
passeeren, verneemt de „Information"
uit Essen, dat de belemmering in de uit-
voering van het tussohen Nederland en
Duitschland bestaande contract waar-*
sc-liijnlijk gelegen is in de omstandig
heid dat geen van beide landen geneigd
is de kolenbelasting, die moet worden be
taald, in de in het contract genoemde
geldsoort, aan Frankrijk te voldoen.
Zooals reeds gemeld werd, worden er
tusschen de Fransche, Belgische en Ne
derlandsche regeeringen besprekingen
over de onderhavige kwestie gevoerd.
Stijgende koolprijzen.
Een ongemeene drukte en opgewektheid
heerscht aan de veilingen, los- en laad
plaatsen van den Langendijk en omstre
ken. Waar zoovelen zoo lang te vergeefs
op hadden gewacht, is gelukkig voor tal
van tuinders thans gekomen.
Als gevolg van de uiterst lage prijzen,
welke den geheelen winter voor de sta
pelgroenten zijn besteed, zijn hier nog
groote voorraden aanwezig, althans ge
zien het vergevorderde seizoen. Was men
bevreesd, dat dit de prijzen ten slotte
zou drukken, deze vrees is niet bewaar
heid geworden. De koolprijzen zijn met
200-300 pet. gestegen. De roode kool
heeft reeds f 6.70 per 100 K.G. gegol
den, waar men 3 weken terug uog met
moeite f2 bedong. Gele kool haalde de
f 6, terwijl men toen anuwelijks f 1.20
kon maken. Witte kool steeg met 300 pet.
en meer. Als deze prijzen zich nog wat
kunnen handhaven, zal nog veel worden
goed gemaakt, wat reeds als verloren
werd geacht.
Uit het Sociale Leven
Conflict in de irejbe!-.
Naar wij vernemen is door de leden
van den Modernen, R.-K. en Ghr. Mem
belmakersbond te Utrecht besloten om da
door de patroons aangekondigde loons
verlaging, die Maandag a.s. zou ingaan,
niet te accepteeren. Op de werkplaatsen,
waar de patroons de loonsverlaging toch
doorvoeren, zullen de arbeiders in sta-i
king gaan.
Uit de Textielindustrie.
In tegenstelling met de daaromtrent
verschenen berichten, blijkt achteraf, dat
er ook tusschen de Christelijke organisa
ties en de R. K. werkgevers in do tex-i
tielindustrie, nog geen overeenstemming
is verkregen over de G. A. O.
Uit een art. in 't Textielarbeidersblad
blijkt, dat de concept-overeenkomst; door
bet bestuur van de werkgeversvereeni-*
ging aan genoemde organisaties tooge*
zonden, belangrijk afwijkt van hetgeen
op de laatst gehouden conferentie was
toegewezen.
De christelijke organisaties, die in
haar ledenvergaderingen de oorspron
kelijke voorstellen besproken hebben en
met algemeene stemmen aangenomen,
hebben daarvan bericht gezonden aan da
werkgevers vereeniging, daaraan toevoer
gende een krachtig protest tegen de wij-*
ze, waarop deze zaak door de werkgevers
was behandAld.
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het Engelsch. -
48)
„Neen!" riep Ursula, „Gij hebt alleen
getoond, wat ik mijn geheele leven zal
onthouden dat een Christen alleen
.waarlijk een „gentleman" kan wezen.
Zij begreep hem hij gevoelde dat,
zij gaven elkander nog eens de hand eq
zagen elkander zonder aarzelen in de
©ogen. Alle menschelijke hartstocht was
opzij gezet, dezo beiden erkenden in el
kander één doel, één streven, één geloof,
iels hoogers nog dan liefde, iets beters
nog dan geluk.
'fc Moet een gezegend oogenblik voor
beiden zijn geweest.
Mevrouw Jessop kwam niet tusschen-
beidc. Zij wist zelf, wat echte liefde was,
als zij, wat men vertelde, dertig jaren
lang trouw gebleven was aan onzen waar
den dokter. Maar zij was een verstandige
vrouw en kende de wereld.
„Gij moet nu heengaan," zei ze, terwijl
zij haar hand zacht op John's arm legde.
„Ik ga. Maar zij \^at zal zij doen?"
„Wees niet bezorgd voor mij. Jane zal
voor mij zorgen," zei Ursula, terwijl zij
«te armen om haar oude gouvernante
sloeg en haar hoofd tegen mevrouw Jes-
sop's schouder legde. John zag haar een
oogenblik aaneen lange, wilde, begee-
rige minuut, waarop hij mij heesch toe
fluisterde:
„Ik moet gaan."
We namen haastig afscheid en gingen
samen naar buiten in den kouden, gu-
ren nacht, vol wind en storm. - --
HOOFDSTUK XVIII.
De weken, welke hierop volgde, gingen
gewoon voorbij; Ursula March woonde
vlak bij ons. Zij was van haar neef weg
gegaan en was komen wonen bij dokter
Jessop en zijn vtouw. 't Was oen harde
beproeving voor John. Geen van ons bei
den was weer door mevrouw Jessop ge-
noodigd.
We konden haar geen ongelijk geven;
zij had veel verantwoordelijkheid en Nor
ton Bury was een verschrikkelijke plaats
voor gebabbel. Verhaal na verhaal had
reeds de ronde gedaan over „do ondank
baarheid" van juffrouw March jegens
haar bloedverwanten. De anecdote van
„den jongen Halifax en den jonker" werd
reeds op alle mogelijke manieren verteld,
waar en onwaar door elkander.
Ik sloeg John dagelijks gade met vrees
en beven; want, hoewel hij niets zei de,
een groote verandering had er in hem
plaats gegerepon. Zijn kracht, de roem
van een jongen man, begaf hem hij
werd mager, zwak, en zijn oogen stonden
onrustig.
„Hoe heb ik 't met je, David?" zei ik
eens op een avond tot hem, toen hij bin
nen kwam, er slechter uitziende dan ge
woonlijk ik wist wel waarom; want s
Ursula en haar vriendin waren juist ons
huis voorbij gekomen.
„Ge zijt erg ziek, vrees ik?"
„Heelemaal niet. Mij mankeert niets, in
't minst niet, laat mij met rustt" Maar
oen paar minuten later vroeg hij mij
excuus voor die scherp uitgesproken
woorden.
We stonden voor het raam en zagen
naar buiten.
,,'t Is een heerlijke avond!" zei hij.
„John!" en ik zag hem in 't gezicht.
„Heb je iets van haar gehoord?"
„Ja," steunde hij. „Zij gaat Norton
Bury verlaten."
„Goddank!" ontglipte mij.
„Misschien moet ik ook zeggen, God
dank. Dit zou zoo niet lang meer hebben
kunnen duren of ik zou zijn bezweken."
„John", zei ik. „Waarom, in plaats van
dit stilzwijgen ie bewaren, gaat gij niet
naar haar en vertelt haar alles?"
„Daar heb ik ook aan gedacht een
prachtige gedachte voor een armen leer
jongen! Twee keer op verschillende avon
den, was ik dwaas genoeg tot de deur van
dr. Jessop te gaan, welke ik niet binnen
gegaan ben want let wel zij heb
ben mij sedert dien avond nooit meer
gevraagd. Maar telkens, als ik zou aan
kloppen, kwam ik tot mij zeiven en ging
naar huis gelukkig, want nu heb ik
mij niet aangesteld als een gek of een
lafaard."
Ik antwoordde niet. Helaas! Ik wist
net zoo goed als hij, dat 't voor 'n jongen
man van nog geen een-en-twintig jaar,
een leerjongen, 'n groote dwaasheid was,
de hand te vragen van een jonge dame,
van wie hij niet zeker wist, dat zij hem
beminde. Bovendien zou 't in het oog
van de wereld weinig minder dan schur
kerij schijnen voor oen straatarm jong
menseh om te dingen naar een dame met
fortuin, ook al was 't kleiner (de Brith-
woods zorgden wel dat wereldkundig te
maken) dan mor eerst dacht. Er was geen
uitkomst, hoegenaamd!
„David", steunde ik. „Ik wou, dat gij
haar nooit gezien had."
„Bedaar! Spreek zoo niet. Als ge alles
boordet, wat ik van haar heb gehoord
haar onbaatzuchtigheid, baar energiek,
warm, edelmoedig hart! 't Is een zegen
zelfs haar te hebben gekend. Zij is een
engel neen beter nog, een 'vrouw! O,
ik zou zulk een goede man kunnen zijn
als ik haar tot vrouw had. Nu Hij
stond op en liep haastig op en neer. Hij.
zag er wild uit.
„Kom, Phineas, gesteld we gaan haar
tegemoet op den weg zooals ik haar
bijna eiken dag ontmoet. Soms buigt zij
alleen en glimlacht, soms steekt zij liaar
kleine hand uit cn „hoopt, dat ik wel
ben!" En dan gaan zo weer voorbij cn sta
ik haar na te gapen als een idioot. Zie
daar zijn ze!"
Aan den overkant van den weg liepen
mevrouw Jessop en juffrouw March!
naast elkander te praten en to lachen,
vroolijk zooals zij gewoon waren. Zij
dachten in 't geheel niet aan ons. Alleen
toen zij ons huis voorbij gingen, zag Ur-«
sula even om. Zij zag niemand, want
John trok mij van 't venster en ging zelf
ook uit 't gezicht. Beiden verdwenen.
„Nu, Phineas, alles is voorbij!" y
„"Watr bedoelt ge?"
„Ik heb haar voor 't laatst gezien."
„Neen zij gaat nog niet heen."
„Maar ik ik. ontvlucht don duivel.
Hurrah, Phineas, jongen, laat ons een
vroolijken avond hebben. Morgen ga ik
naar Bristol en onder zeil naar Aukh
rika!"
(Wordt vervolgd).