Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ABeRHEIfiEÜTSPRëJS Sri Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn "^er kwartaal f2.50 ver week f 0.19 rranco per post per kwartaal f 2.S0 3de JAARGANG. - ZATERBAG 10 MAART Ï923 - No, 89! BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel .Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVEHTENTIE-FLIMS Gewone advertenti'en per regel 22'A cent. j Ingezonden Mededeelingon, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden d-reliil-s ad EO cent. -i;t nummer bestaat uit twee biaden. Het Gedeputeerden-College. De taaie der Provinciale Staten is be perkt. Wel staan zij aan liet lioofd der Pro vincie en is het hun taak de Provincie te besturen, maar op dén gewonen gang van zaken hebben zij toch slechts betrek kelijk weinig invloed. Voor een deel staat dit in verband met het feit, dat de Staten slechts twee maal per jaar in gewone vergadering bijeen komen. Zijn meerdere vergaderingen noodig, b.v. voor do verkiezing van loden der Eerste Kamer of van Gedeputeerden, dan is daarvoor een speciale machtiging door de Koningin noodig. Door deze beperkende bepalingen zijn ;de werkzaamheden van de Staten, al thans wat betreft den arbeid in openbare vergaderingen beperkt. Er wordt meer en langer vergaderd dan voorheen, maar de kans om parle- mentje te gaan spelen is toch zeer ge ring, de Statenleden spreken niet als de leden van Raden en Kamer tot het volk en het gevolg is dat do massa zich ook slechts matig om het optreden van de Staten bekommert. Onze tijd brengt dat mee. "Wie niet de groote trom roert en niet van zich laat spreken, is niet in tel en wondt weinig gewaardeerd. D» maatstaf waarmee het optreden van publieke personen gemeten wordt, is veelal de lengte van do redevoeringen, meer dan de stille, rustige, degelijke ar beid. - Hot is dus oppervlakkig gezien, zeer verklaarbaar, dat er voor de Statenver kiezingen niet die belangstelling is, !die wij aantreffen bij andere verkiezingen. Maar toch ook alleen bij opper- v 1 a k k i g e beschouwing. Wie de zaak meer op den keper be schouwd, begrijpt al spoedig, dat ook de verkiezing van Statenleden een zaak is van het allergrootste' gewicht. Wij hebben in vorige artikelen reeds gew-czen op den gewichtigen arbeid van do Staten zelf. En wij hebben ook de aandacht geves tigd op de gewichtige functie die zij heb ben te verrichten als kiescollege voor de Eerste Kamer. Wie in de Eerste Kamer invloed wil uitoefenen kan dat alleen door middel Vande Provinciale Staten. Een partij die zich bij de Statenver kiezingen slap aanstelt en dardoor ver liezen lijdt, heeft ook den slag bij de verkiezing van Senatoren verloren. Maar omgekeerd be teekent een over winning bij de Statenverkiezingen, te vens een overwinning in de Eerste Ka- aier. Alleen daarom_ is de iiiterste krachtsinspanning bij de komenide ver kiezingen niet alleen gewonsclit, maar zelfs beslist noodzakelijk. Hier is echter meer. Daar de Staten slechts een enkele jnaal vergaderen, is er behoefte aan een college, dat zich met de dagelijksche lei ding en uitvoering van zaken belast. Zulk een college bezitten we in de G e cl e p u t e e r ,d e Staten, die in het Provinciale leven een zeer belangrijke functie uitoefenen. Er is een lijd geweest, dat de liberalen zoo goed als overal de meerderheid had-: kien in do Staten. Het gevolg was, dat ook uitslui tend vrijzinnigen' tot Gedeputeerden .werden gekozen. Met do minderheden werd- ook in dit opzicht geen rekening gehouden. Toen een goede twintig jaar geleden 'do vrijzinnige meerderheid in de Zuid- Hollandsche Staten bedenkelijk begon af te brokkelen, en het voor ieder duide lijk was dat ze het veld gouden moeten ruimen, toen kon men er toch niet toe komen, ook aan andersdenkenden een plaats in liet college van Ged. Staten af te staan. Niet omdat men niet vrijzinnig ge noeg was! Geen sprake van. Maar men was wel bij de keuze van jGedeputeerden vrij zinnig. Op de richting, zoo heette liet, werd niet gelet.. Men lette alleen op bekwaam heid en geschiktheid. En omdat men in z'n liberale kort zichtigheid nu eenmaal overtuigd was, dat deze eigenschappen alleen gevonden wer den en gevonden konden worden, bij mannen van vrijzinnigen huize, kwam men er als vanzelf toe, alle andersden kenden in het algemeen belang uit te sluiten. -- Aan de liberale overheersching is een einde gekomen. Ons volk heeft liet gehate dwangjuk afgeschud. Onder de bezielende leiding van Dr. Kuyper zijn de liberale bolwerken be stormd en genomen, De „piraten" want dat zijn wij im mers volgens een der leiders van den Vrijheidsbond -hebben de vrijzinnige schepen geënterd en in den strijd voor de vrijheid en het recht hebben zij de zege bevochten. De rechtsche partijen hebben de meer derheid behaald, ook in de Zuid-Hol- landsche Staten. Maai* en dat strekt hun tot eere het vrijzinnige voorbeeld hebben zij niet gevolgd. Het door de liberalen toegepaste on liberale uitshiit-systeem, hebben zij ner gens toegepast. Ook met de rechten der minderheden werd gerekend. Maar de leiding, dat spreekt van zelf, bleef bij de partijen die in de meer derheid waren. En 't is er niet minder gced om gegaan. De vrees van de liberalen bleek onge grond. De ervaring bier in Zuid-Holland hebben we een ervaring van 22 jaren heeft geleerd, dat de vrijzinnigen onbe kwaam en ongeschikt waren om hunne tegenstanders te waardeeren. Met de cijfers kan worden aangetoond, dat een recktsch college van Gedeputeer den ook materieel in het belang der Pro- vinoie was. In een volgend artikel gaan we nalder op de veelomvattende en veelbeteekenen- de taak van Gedeputeerde Staten de aan dacht vestigen. Het zal dan duidelijk worden, dat het ons waarlijk niet onverschillig mag la ten, welke mannen door ons naar de Sla- ten worden afgevaardigd, maar dat het mn zeer veel belang is, dat de Anti-re volutionaire groep zooveel mogelijk wordt versterkt. In het belang van ons gewest. Maar ook in het belang van geheel ons volk. Door middel van 'de Staten kan zoo wel op cle gewestelijke- als op de lands- politiek een ontzaglijken invloed worden uitgeoefend. Op ons rust daarom de roeping bij de komende verkiezingen alle krachten in te spannen. Wij mogen niet het dooT onze voor trekkers met zooveel moeite veroverde terrein in handen van den tegenstander laten, maar op ons -rust de taak te be waren wat ons door Gods gunst ge schonken wérd. V Burgemeester-Kamerlid. Eindelijk is dan in de burgemeesters- vacature te Alphen a. d. Rijn voorzien. De lioop dat een man van A. R. huize, doorkneed in de Gemeente-administratie tot lioofcl der Gemeente zou worden be noemd is niet vervuld. Benoemd werd de heer Dr. Lovink, oud-directeur van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel in N. O. I., en lid mn de Tweede Kamer. Dr. Lovink is ongetwijfeld een hoogst bekwaam man. En waar hij bovendien een man is die de Christelijke beginselen liefheeft, daar is er voor ons, ook al hadden wo gaarne een ander benoemd gezien, geen reden waarom we Alphen met haren nieuwen burgemeester niet zouden gelukwonscben. Deze benoeming heeft echter ook nog een anderen kant. - Er is den laatsten tijd voortdurend ge waarschuwd, tegen de cumulatie van In trekkingen bij leden van de Tweede Ka mer. En de verhooging van de schadeloos stelling der Kamerleden werd van f 3000 tot f 5000 opgevoerd, omdat de daaraan verbonden arbeid „den geheelen mensch" eisckte. Maar wat zien we nu? Nauwelijks is een man als Dr. Lovink tot lid van de Tweede Kamer gekozen of hij vraagt en verkrijgt van de Regeering een- betrekking, die zoo zo al niet ..den geheelen mensch" eisoht, dan toch op een groot deel van zijn arbeidskracht beslag legt. Het Kamerlidmaatschap wordt am ook weer door Dr. Lovink beschouwd, als een b ij z a a k. waardoor opnieuw het op voeren der schadeloosstelling is geoor deeld. Eén van twee, of het Kamerlidmaat schap vraagt zooveel mn de arbeids kracht der ledeoi, dat daardoor de ver hoogde schadeloosstelling gewenscht is, maar dan zal ook het bekleeden van an dere ambten moeten verminderen. Of dit is niet het geval, maar dan dient ook ten spoedigste het „salaris" -der volksvertegenwoordigers te worden wat het behoort te zijn, ©en schade loosstelling. Voorts ware de vraag gewettigd of het een gewensckte toestand is, dat al meer Kamerleden betrekkingen gaan beklee den, waarvoor ze door de Regeering worden benoemd en bij welke benoeming zij van de Regeering afhankelijk zijn. ,r STADSNIEUWS Chr. Besturenbond. Ileeï bescheiden had de Chr. Bestu renbond aangekondigd, dat gisteravond een „cursus" gehouden zou worden. Toen wo na afloop bet gebouw „Na- thanaël" verlieten, maakten we bij ons zelf de opmerking» dat reclame maken toch ook een kunst is. ALs de S. D. A. P. een protcstvergadering houdt tegen de Roeractie, zien wo daar meerdere Chr. arbeiders, die belust op een relletje de smaakvolle nonsens des heeren Duys aanhooren en hier, waar we met élan en kennis van zaken een onderwerp van in grijpende beteekems voor ieder arbeider zien behandeld, een bedroevende op komst. De lieer J. A. Sclioneveld sprak dan ook in zijn openingswoord zijn verwon dering uit, dat niet meerderen aan den oproep gehoor hadden gegeven drong er vooral op aan om, waar de heer Post volgend maal „Het Duitsche be- drijfradenstelsel", dus een stukje prak tijk zal behandelen, in grooten getale aanwezig te zijn. En nu het onderwerp zelf: „Is, om tot een normalen economischen toestand te komen, arbeidsverlenging en loonsverla ging noodzakelijk?" Na eerst een exposé gegeven te heb ben van den huidigen toestand, waar de roep om bezuiniging synoniem is met het achteruitdringen van het levenspeil der arbeiders, kwam spr. tot zijn eigen lijk onderwerp. Zijn stof deelde spr. als volgt in: lo. Wat is een normale economische toestand? 2o. Hce is de critieke toestand dien wij nu beleven te verklaren. 3o. Moet de vraag, of, om weer tot oen normalen economischen toestand te geraken, loonsverlaging en werktijds verlenging noodzakelijk is, ontkennend worden beantwoord. Vooral bij de eerste vraag moeten we ons hoeden voor begripsverwarring. Wat geeft den torn. aan in het maat schappelijk leven: Natuur? Arbeid? Ka pitaal? Verdeeling ov ruilverkeer? Laten wij ons hoeden voor begripsverwarring. Niet aan den arbeid, zooals do Soc-Dem. Ie eren, maar aan het product moet de uitgebreidste macht worden verleend. Socrates leerde reeds: „De plicht van een econoom is, dat hij zijn huis wel regeert, opdat do stoffelijke welvaört aan elk der huisgenooten ten goede komt." Welvaart bestaat niet in het bezit van goud, maar in het bezit van goed. Wat is nu de maatstaf van ieders be hoefte? „Voed mij met het brood mijns be scheiden cbels", zegt de Schrift. Helaas, zien wij bij sommige werkge vers nog een misbruik van de natuurga ven. Normaal is de toestand nooit ge weest, dan in den eersten tijd der mènschheid, maar zoowel door werkge vers als door arbeiders moet geleefd worden, naar bovenstaand Schriftge deelte. Hoe is de economische toestand zoo slecht geworden? Mogen wo zeggen, dat alles te danken is aan liet wanbeheer van het z.g. kapi talistische stelsel? We denken er niet aan! Zoowel onze overtuiging als de wijze waarop hier economische begripsverwar ring ontstaat beletten ons hierop in te gaan. Spr. noemt als enkele redenen van den toestand: Het oprijzen van industrieën voor oorlogsproducten, de afvloeiing van geld voor oorlogsdoeleinden, do opscbroe- ving der belastangen, het „overkapitali- seeren" der bedrijven i „Het een met het ander „Grijpt in elkander." Als groote factor is er nog de inflatie der geldmiddelen bijgekomen en nu vol gen de faillissementen met onrustbaren de snelheid elkaar op. Zoo gaaf het ook met de volkeren. Duitsclilaiid b.v. is rijk aan goederen, maai* de schuld is nog grooter (13 milliard). We mogen de werkgevers niet van al les den schuld geven. Zij hebben den lioogen plicht de on- dernemerspremde zeg de winst in productiemiddelen om te zetten, en als kapitaalbasis voor slechte tijden aan te wenden. Dat zij dat grootendeels niet gedaan hebben, daaraan mag voor een deel ook do slechte econ. toestand worden gewe ten. 1 iV|^ Nu is er te weinig kapitaal in de in dustrieën. Wat nu omtrent de loonsverlaging en arbeidsverleu ging? Spr. gelooft, dat deze om tot een nor malen economischen toestand te gera ken, noodgedwongen zal moeten worden aanvaard. De organisatie moet steTk blijven om al te groot misbruik te voorkomen, en als weer gezonde econ. toestanden terugko men, zullen wij de schade hebben in te halen. Niet uit wraakgevoel, maar omdat we zedelijk recli hebben op he brood onzes bestcheiden deels, waar nu noodgedwon gen iets van zal (moeten) worden afge nomen. Spr. besloot met de opwekking-om de organisatie te versterken. In de hierna volgende, zeer interes sante bespreking werd geklaagd, dat sommige werkgevers hun plioht niet ver staan en van hun winst niets laten val len. Lang werd gesproken over de bepaling van de prijzen der producten, welke door de bihoefto wordt bepaald. Op de vraag: „Wat te doen?" gaf de spreker als eerste plicht van de regee- ring op, te zorgen, dat de afvloeiing van kapitaal naar Duitscliland, wordt stopge zet en de industrieën door een beperkte protectie zullen worden gesteund. De invoerrechten dienen dan niet aan do schatkist, maar, na aftrek van do kos ten, ten goede te komen aan de indus trieën waardoor de prijzen ook kunnen worden verlaagd. Een der leden wilde tariefgemeenschap waarop de spreker antwoordde, dat liij daar in gewone tijden sterk voor is, doch dat nu door de vakbeweging met beleid door de vele klippen heen moet worden gestuurd. Nooit bereiken we iets, zei spr., zoo lang in de organisatie slamnampers ziften, die zoodra er geen voordeel is te behalen, vertrekken. Een klacht werd geslaakt, dat onder eigen mede-christenen de organisatie nog veelal wordt beschouwd als „de dui vel op sokken". In antwoord op 'n vraag over de Chr. partijleiders merkte de her Post op, dat het zijn hart heeft gegriefd, dat de voornaamste Chr. leiders, die gestreden hebben voor het beschouwen van den mensch als beelddrager Gods nu ook meer er van gaan spreken als van een zakelijk object. Spr. wijst in verband hiermee op een artikel in „De Stan daard". Het recht moet aan beide zijden wotfden gehandhaafd. Zullen we ons door een en ander laten veront.moedigen? Neen. Nn moet juist bliiken. dat de ar beiders het beginsel in het hart dragen. Nadat nog door een der leden er op gewezen was, dat do werkgevers niet van alles de schuld gegeven kan worden, omdat zij geprest worden, door do aan deelhouders, en no.g verder over ver schillende sociale toestanden was ge sproken, werd de bijeenkomst met dank gebed gesloten. Dergelijke vore-ader in gen dienen door hondenden, niet door tientallen te worden bezocht! De Pcrlrelkunst in de Kollandsche samenleving der zeventiende eeuw. Gisterenmiddag werd de reeks van openbare kunsthistorische voordrachten door Leidsche hoogleeraren besloten met een door lichtbeelden geillustreerd colle go van Prof. W. Martin over de portretkunst in de Hollandsclie samen leving der zeventiende eeuw. Onze portretschilderkunst aldus spreker is in het eind der 16e eeuw in andere banen geleid doordien zij alge heel de samenhang met den godsdienst verloor, tegenover welk verlies nieuwe mogelijkheden werden geschapen omdat allerwege naast een enorme vraag naar enkelportretten ook het bestellen van schutter- en regententroepen sterk in zwang raakte. Het protest an tsch geworden Holland kan het weliswaar nog niet geheel stel len buiten portretten met religieuse bij krachten en nog in het midden der 17e eeuw laat een familie zich schilderen gesc/haard rond Christus, maar der gelijke portretten zijn uitzonderingen. Meer in den aard der toenmalige be schaving lag liet ihkleeden van de af te beelden personen in een tafereel uit my thologie of Romeinsche historie, terwijl ook het Bucolint element (kinderen ©n zelfs volwassenen als herders) zeer ge liefd'was. Het „Romeinsche doen" is hij portretten van krijgslieden ©n wie zich daarvoor hielden, vooral in de 2e helft der eeuw, zeer verspreid en zelfs van Breda's turfschipper maakt men cle beel tenissen in kurassen uit den Romein- schen keizertijd. Dat men Vondel als Vondelius en uitgedost als Romeinsch poëet afbeeldde, en dat met Hooft als „alter Tacitus" in. preilt vereeuwigd ziet past eveneens geheel bij de toenmalige opvattingen. Ook uit de door bovengenoemde opvat tingen behecrschle portretten (dus de eenvoudige beeltenissen en de schuttcr- in Riijns teen stukken) hebben aan liepaal- de detail-eischen ie voldoen. De samen leving, die in 9 van de 10 gevallen de onmiddellijke aanleiding is tot hun ont staan, oisclit b.v. bij het enkelportret de Zondagscbe kleeding, alles behalve léf keuze van den schilder. Er lieerscht vertoon van kant, kettin gen, ringen, parels en geborduurde keur- lijven; er wordeu leeftijds-inscripties, wapens en spreuken gevraagd, die vaak het picturaal effect ontsieren; er is een streven eindelijk naar verjeugdiging en versierlijking, een behagen in retouche. Dit laatste verklaart den enormen in vloed van Anton van Dijck, die hier te lande voor 1640 veel grooter was dan men wel aanneemt. Zelfs Rembrandt is met dit streven in 't eerst meegegaan. Later gaat hij er tegenin. Een andere eiseh is b.v. dat het mans- portret links, de vr ouwebec Ileitis rechts van de twee behoort te hangen. Bij do groepen zijn er nog gecompli ceerde recepten.- Regenten rond de tafel hebben den hoed op; de bediende is blootshoofds. Bij schutters hebben kapi tein en luitenant hun plaats op dat ge deelte van de schilderij, waar het beste licht valt. Evenwel, al stelt de samenleving al die eisebcn, en al is, zonder haar, die soort van portretkunst ten eenenmale ondenk baar, toch volgt daaruit geenszins, dat de aldus verwekte scheppingen kunst werken .ziju van belcekenis. Onze 18o eeuw, die stellig geen mindere elscheu stelde, is daar, om het tegendeel te be^ wijzen met haar troosteloozo nietszeg gende regentenstukken in reuzenformaat. Ja, bij nadere beschouwing blijkt zelfs, dat de waarlijk grooten onder onze ze ven tiend'eeuwers slechts noode aan ia detail-eiSchen hebben toegegeven en de ze vaak hebben verwaarloosd om der wille van hun kunst. De meeste werken van Hals, en vooral Rembrandts Nacht wacht, zijn hiervaD de bekende voor beelden, waartegenover o.m. te stellen is do „gehoorzamheid aan de wet", die da jonge Rembrandt nog toont in zijn eer-* ste geniale groep, de Anatomische Les. Van der Helst is bet zuiverste type van den ietwat servielen patriciërs-portret tist, die zich uitput om aan de cischen fa voldoen en zijn onmisbaar talent daaraan dienstbaar te maken. Voor de moeilijk t® schilderen portretgroepen met licht van rechts werd hij zelfs de uitverkoren schilder der Amsterdammers (Schutters^ maaltijd, Corporaalschap Bicker, Doel- heeren Handboogdoelen). Na toelichting van oen en ander door voorbeelden van cnkelportretten en re-; gentengroepen werd cle beteekems der Staalmeesters van Rembrandt als net schitterend hoogtepunt dier ontwikke- ling uiteengezet. Tot de Schutters tukken komend, lichtte spr. met voorbeelden toe, hoe deze val len te onderscheiden in stoëten en maal tijden, clie overal, behalve in Amster dam, als kniestukken worden gegeven en die zich in laatstgenoemde stad tot groe pen ten voeten uit ontwikkelen, waarvan de Nachtwacht het onvolprezen meester stuk is. Zij is evenwel tevens de groote ste negatie der dooi- de portret-traditie hier te lande toen gestelde eischen. Daarom paste dit lichtende werk ook van meet af aan niet bij de koelheid van de andere tegelijk voor dezelfde zaak in den Kloveniersdoelen geschilderde stoeten, in welks decoratieven opzet dusdanig alle eenheid ontbrak, dat wij ons dit in-* terieur niet behoeven terug t© wenschen. Zes schilders hébben er zeven doeken voor vervaardigd, die nog alle bewaard zijn. Zij zijn door geenerlei picturoleil noch decoratieven samenhang verbonden. Het plan blijkt niet geboren uit zuiveren kunstzin, want de behoefte aan een por-* trettenreeks ter herinnering van oen his torisch feit ging voor. Dit motief was do dwingeland en aldus leidde een cultu-i reele eisch de kunstenaars in banen, waarop slechts re gigant onder hen, Rembrandt, niet kon volgen. Hij heeft zijn kunstenaarschap gesteld boven den eisch der opdracht en verbrak met ge weld de banden, waarin de tradities der ware schutterschildcring hem geve eren dreigden te bonden. Ook anderen is bet toen aldus vergaan en vergaat het nog heden op deze wijze. Daarom is bet zoo boeiend en verfris- scbend tegelijk, de kunstverschijnselen te zien in het licht van hunne verhouding tot de samenleving en vooral ook in hun conflicten met de maar al te vaak uit ware kunstbehoefte geboren eisch en ©ener maatschappij. De heer P. Schilfhorst, zendeling- leeraar onder de Madoereezen zal op Za terdag 17 Maant voor de afd. van de Veroen. van Christelijke Onderwijzers (ossen) optreden. 4 De vergadering wordt gehouden in do bovenzaal van „Amicitia", 's avonds te acht uur. DINNERLA^U Nationaal Huldeblijk aan H. M. de Koningin. Op "W.oensdag 7 Maart had weder to Amsterdam in het gebouw der NocL Handelmaatschappij ©en centrale verga-* dering plaats voor liet Nationaal Hul deblijk, onder voorzitterschap van den heer van Aalst. Afgevaardigden uit allo provinciën wa ren tegenwoordig, alsmede van de drio builen do provinciale indeeling vallende sleden, Amsterdam, Den Haag en Rot terdam. Zuid-Holland was. wegens ver-» hindering van Prof. Dr. P. J. Blok en Mr. P. E. Briët alleen' vertegenwoordigd door Jlir. Mr. J. M. M. van Ascli van Wijck. Van de finantiën zij medegedeeld dat thans is ingekomen een bedrag van f 65.000, hieronder zijn begrepen do gel den die reeds vroeger binnen waren ge komen toon do 'restauratie van de Nieu we Kerk te Delft nog doel op zich zelf was cn geen deel van het Nationaal Hul-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1