Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ABeRHEIfiEÜTSPRëJS
Sri Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
"^er kwartaal f2.50
ver week f 0.19
rranco per post per kwartaal f 2.S0
3de JAARGANG. - ZATERBAG 10 MAART Ï923 - No, 89!
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel .Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVEHTENTIE-FLIMS
Gewone advertenti'en per regel 22'A cent.
j Ingezonden Mededeelingon, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
d-reliil-s ad EO cent.
-i;t nummer bestaat uit twee
biaden.
Het Gedeputeerden-College.
De taaie der Provinciale Staten is be
perkt.
Wel staan zij aan liet lioofd der Pro
vincie en is het hun taak de Provincie
te besturen, maar op dén gewonen gang
van zaken hebben zij toch slechts betrek
kelijk weinig invloed.
Voor een deel staat dit in verband
met het feit, dat de Staten slechts twee
maal per jaar in gewone vergadering
bijeen komen.
Zijn meerdere vergaderingen noodig,
b.v. voor do verkiezing van loden der
Eerste Kamer of van Gedeputeerden,
dan is daarvoor een speciale machtiging
door de Koningin noodig.
Door deze beperkende bepalingen zijn
;de werkzaamheden van de Staten, al
thans wat betreft den arbeid in openbare
vergaderingen beperkt.
Er wordt meer en langer vergaderd
dan voorheen, maar de kans om parle-
mentje te gaan spelen is toch zeer ge
ring, de Statenleden spreken niet als de
leden van Raden en Kamer tot het volk
en het gevolg is dat do massa zich ook
slechts matig om het optreden van de
Staten bekommert.
Onze tijd brengt dat mee.
"Wie niet de groote trom roert en niet
van zich laat spreken, is niet in tel en
wondt weinig gewaardeerd.
D» maatstaf waarmee het optreden van
publieke personen gemeten wordt, is
veelal de lengte van do redevoeringen,
meer dan de stille, rustige, degelijke ar
beid. -
Hot is dus oppervlakkig gezien, zeer
verklaarbaar, dat er voor de Statenver
kiezingen niet die belangstelling is, !die
wij aantreffen bij andere verkiezingen.
Maar toch ook alleen bij opper-
v 1 a k k i g e beschouwing.
Wie de zaak meer op den keper be
schouwd, begrijpt al spoedig, dat ook de
verkiezing van Statenleden een zaak is
van het allergrootste' gewicht.
Wij hebben in vorige artikelen reeds
gew-czen op den gewichtigen arbeid van
do Staten zelf.
En wij hebben ook de aandacht geves
tigd op de gewichtige functie die zij heb
ben te verrichten als kiescollege voor de
Eerste Kamer.
Wie in de Eerste Kamer invloed wil
uitoefenen kan dat alleen door middel
Vande Provinciale Staten.
Een partij die zich bij de Statenver
kiezingen slap aanstelt en dardoor ver
liezen lijdt, heeft ook den slag bij de
verkiezing van Senatoren verloren.
Maar omgekeerd be teekent een over
winning bij de Statenverkiezingen, te
vens een overwinning in de Eerste Ka-
aier.
Alleen daarom_ is de iiiterste
krachtsinspanning bij de komenide ver
kiezingen niet alleen gewonsclit,
maar zelfs beslist noodzakelijk.
Hier is echter meer.
Daar de Staten slechts een enkele
jnaal vergaderen, is er behoefte aan een
college, dat zich met de dagelijksche lei
ding en uitvoering van zaken belast.
Zulk een college bezitten we in de
G e cl e p u t e e r ,d e Staten, die in het
Provinciale leven een zeer belangrijke
functie uitoefenen.
Er is een lijd geweest, dat de liberalen
zoo goed als overal de meerderheid had-:
kien in do Staten.
Het gevolg was, dat ook uitslui
tend vrijzinnigen' tot Gedeputeerden
.werden gekozen.
Met do minderheden werd- ook in dit
opzicht geen rekening gehouden.
Toen een goede twintig jaar geleden
'do vrijzinnige meerderheid in de Zuid-
Hollandsche Staten bedenkelijk begon
af te brokkelen, en het voor ieder duide
lijk was dat ze het veld gouden moeten
ruimen, toen kon men er toch niet toe
komen, ook aan andersdenkenden een
plaats in liet college van Ged. Staten
af te staan.
Niet omdat men niet vrijzinnig ge
noeg was! Geen sprake van.
Maar men was wel bij de keuze van
jGedeputeerden vrij zinnig.
Op de richting, zoo heette liet, werd
niet gelet.. Men lette alleen op bekwaam
heid en geschiktheid.
En omdat men in z'n liberale kort
zichtigheid nu eenmaal overtuigd was, dat
deze eigenschappen alleen gevonden wer
den en gevonden konden worden, bij
mannen van vrijzinnigen huize, kwam
men er als vanzelf toe, alle andersden
kenden in het algemeen belang uit te
sluiten. --
Aan de liberale overheersching is een
einde gekomen.
Ons volk heeft liet gehate dwangjuk
afgeschud.
Onder de bezielende leiding van Dr.
Kuyper zijn de liberale bolwerken be
stormd en genomen,
De „piraten" want dat zijn wij im
mers volgens een der leiders van den
Vrijheidsbond -hebben de vrijzinnige
schepen geënterd en in den strijd voor
de vrijheid en het recht hebben zij de
zege bevochten.
De rechtsche partijen hebben de meer
derheid behaald, ook in de Zuid-Hol-
landsche Staten.
Maai* en dat strekt hun tot eere
het vrijzinnige voorbeeld hebben zij
niet gevolgd.
Het door de liberalen toegepaste on
liberale uitshiit-systeem, hebben zij ner
gens toegepast.
Ook met de rechten der minderheden
werd gerekend.
Maar de leiding, dat spreekt van
zelf, bleef bij de partijen die in de meer
derheid waren.
En 't is er niet minder gced om
gegaan.
De vrees van de liberalen bleek onge
grond.
De ervaring bier in Zuid-Holland
hebben we een ervaring van 22 jaren
heeft geleerd, dat de vrijzinnigen onbe
kwaam en ongeschikt waren om
hunne tegenstanders te waardeeren.
Met de cijfers kan worden aangetoond,
dat een recktsch college van Gedeputeer
den ook materieel in het belang der Pro-
vinoie was.
In een volgend artikel gaan we nalder
op de veelomvattende en veelbeteekenen-
de taak van Gedeputeerde Staten de aan
dacht vestigen.
Het zal dan duidelijk worden, dat het
ons waarlijk niet onverschillig mag la
ten, welke mannen door ons naar de Sla-
ten worden afgevaardigd, maar dat het
mn zeer veel belang is, dat de Anti-re
volutionaire groep zooveel mogelijk
wordt versterkt.
In het belang van ons gewest.
Maar ook in het belang van geheel ons
volk.
Door middel van 'de Staten kan zoo
wel op cle gewestelijke- als op de lands-
politiek een ontzaglijken invloed worden
uitgeoefend.
Op ons rust daarom de roeping bij de
komende verkiezingen alle krachten in te
spannen.
Wij mogen niet het dooT onze voor
trekkers met zooveel moeite veroverde
terrein in handen van den tegenstander
laten, maar op ons -rust de taak te be
waren wat ons door Gods gunst ge
schonken wérd.
V Burgemeester-Kamerlid.
Eindelijk is dan in de burgemeesters-
vacature te Alphen a. d. Rijn voorzien.
De lioop dat een man van A. R. huize,
doorkneed in de Gemeente-administratie
tot lioofcl der Gemeente zou worden be
noemd is niet vervuld.
Benoemd werd de heer Dr. Lovink,
oud-directeur van het departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel in N.
O. I., en lid mn de Tweede Kamer.
Dr. Lovink is ongetwijfeld een hoogst
bekwaam man.
En waar hij bovendien een man is die
de Christelijke beginselen liefheeft, daar
is er voor ons, ook al hadden wo gaarne
een ander benoemd gezien, geen reden
waarom we Alphen met haren nieuwen
burgemeester niet zouden gelukwonscben.
Deze benoeming heeft echter ook nog
een anderen kant.
- Er is den laatsten tijd voortdurend ge
waarschuwd, tegen de cumulatie van In
trekkingen bij leden van de Tweede Ka
mer.
En de verhooging van de schadeloos
stelling der Kamerleden werd van f 3000
tot f 5000 opgevoerd, omdat de daaraan
verbonden arbeid „den geheelen mensch"
eisckte.
Maar wat zien we nu?
Nauwelijks is een man als Dr. Lovink
tot lid van de Tweede Kamer gekozen of
hij vraagt en verkrijgt van de Regeering
een- betrekking, die zoo zo al niet ..den
geheelen mensch" eisoht, dan toch op een
groot deel van zijn arbeidskracht beslag
legt.
Het Kamerlidmaatschap wordt am ook
weer door Dr. Lovink beschouwd, als een
b ij z a a k. waardoor opnieuw het op
voeren der schadeloosstelling is geoor
deeld.
Eén van twee, of het Kamerlidmaat
schap vraagt zooveel mn de arbeids
kracht der ledeoi, dat daardoor de ver
hoogde schadeloosstelling gewenscht is,
maar dan zal ook het bekleeden van an
dere ambten moeten verminderen.
Of dit is niet het geval, maar dan dient
ook ten spoedigste het „salaris" -der
volksvertegenwoordigers te worden wat
het behoort te zijn, ©en schade
loosstelling.
Voorts ware de vraag gewettigd of het
een gewensckte toestand is, dat al meer
Kamerleden betrekkingen gaan beklee
den, waarvoor ze door de Regeering
worden benoemd en bij welke benoeming
zij van de Regeering afhankelijk zijn.
,r
STADSNIEUWS
Chr. Besturenbond.
Ileeï bescheiden had de Chr. Bestu
renbond aangekondigd, dat gisteravond
een „cursus" gehouden zou worden.
Toen wo na afloop bet gebouw „Na-
thanaël" verlieten, maakten we bij ons
zelf de opmerking» dat reclame maken
toch ook een kunst is. ALs de S. D. A. P.
een protcstvergadering houdt tegen de
Roeractie, zien wo daar meerdere Chr.
arbeiders, die belust op een relletje de
smaakvolle nonsens des heeren Duys
aanhooren en hier, waar we met élan en
kennis van zaken een onderwerp van in
grijpende beteekems voor ieder arbeider
zien behandeld, een bedroevende op
komst.
De lieer J. A. Sclioneveld sprak dan
ook in zijn openingswoord zijn verwon
dering uit, dat niet meerderen aan den
oproep gehoor hadden gegeven drong er
vooral op aan om, waar de heer
Post volgend maal „Het Duitsche be-
drijfradenstelsel", dus een stukje prak
tijk zal behandelen, in grooten getale
aanwezig te zijn.
En nu het onderwerp zelf: „Is, om tot
een normalen economischen toestand te
komen, arbeidsverlenging en loonsverla
ging noodzakelijk?"
Na eerst een exposé gegeven te heb
ben van den huidigen toestand, waar de
roep om bezuiniging synoniem is met
het achteruitdringen van het levenspeil
der arbeiders, kwam spr. tot zijn eigen
lijk onderwerp.
Zijn stof deelde spr. als volgt in:
lo. Wat is een normale economische
toestand?
2o. Hce is de critieke toestand dien
wij nu beleven te verklaren.
3o. Moet de vraag, of, om weer tot
oen normalen economischen toestand te
geraken, loonsverlaging en werktijds
verlenging noodzakelijk is, ontkennend
worden beantwoord.
Vooral bij de eerste vraag moeten
we ons hoeden voor begripsverwarring.
Wat geeft den torn. aan in het maat
schappelijk leven: Natuur? Arbeid? Ka
pitaal? Verdeeling ov ruilverkeer? Laten
wij ons hoeden voor begripsverwarring.
Niet aan den arbeid, zooals do Soc-Dem.
Ie eren, maar aan het product moet de
uitgebreidste macht worden verleend.
Socrates leerde reeds: „De plicht van
een econoom is, dat hij zijn huis wel
regeert, opdat do stoffelijke welvaört aan
elk der huisgenooten ten goede komt."
Welvaart bestaat niet in het bezit van
goud, maar in het bezit van goed.
Wat is nu de maatstaf van ieders be
hoefte?
„Voed mij met het brood mijns be
scheiden cbels", zegt de Schrift.
Helaas, zien wij bij sommige werkge
vers nog een misbruik van de natuurga
ven. Normaal is de toestand nooit ge
weest, dan in den eersten tijd der
mènschheid, maar zoowel door werkge
vers als door arbeiders moet geleefd
worden, naar bovenstaand Schriftge
deelte.
Hoe is de economische toestand zoo
slecht geworden?
Mogen wo zeggen, dat alles te danken
is aan liet wanbeheer van het z.g. kapi
talistische stelsel?
We denken er niet aan!
Zoowel onze overtuiging als de wijze
waarop hier economische begripsverwar
ring ontstaat beletten ons hierop in te
gaan.
Spr. noemt als enkele redenen van den
toestand: Het oprijzen van industrieën
voor oorlogsproducten, de afvloeiing van
geld voor oorlogsdoeleinden, do opscbroe-
ving der belastangen, het „overkapitali-
seeren" der bedrijven i
„Het een met het ander
„Grijpt in elkander."
Als groote factor is er nog de inflatie
der geldmiddelen bijgekomen en nu vol
gen de faillissementen met onrustbaren
de snelheid elkaar op. Zoo gaaf het ook
met de volkeren. Duitsclilaiid b.v.
is rijk aan goederen, maai* de schuld is
nog grooter (13 milliard).
We mogen de werkgevers niet van al
les den schuld geven.
Zij hebben den lioogen plicht de on-
dernemerspremde zeg de winst in
productiemiddelen om te zetten, en als
kapitaalbasis voor slechte tijden aan te
wenden.
Dat zij dat grootendeels niet gedaan
hebben, daaraan mag voor een deel ook
do slechte econ. toestand worden gewe
ten. 1 iV|^
Nu is er te weinig kapitaal in de in
dustrieën.
Wat nu omtrent de loonsverlaging en
arbeidsverleu ging?
Spr. gelooft, dat deze om tot een nor
malen economischen toestand te gera
ken, noodgedwongen zal moeten worden
aanvaard.
De organisatie moet steTk blijven om
al te groot misbruik te voorkomen, en als
weer gezonde econ. toestanden terugko
men, zullen wij de schade hebben in te
halen.
Niet uit wraakgevoel, maar omdat we
zedelijk recli hebben op he brood onzes
bestcheiden deels, waar nu noodgedwon
gen iets van zal (moeten) worden afge
nomen.
Spr. besloot met de opwekking-om de
organisatie te versterken.
In de hierna volgende, zeer interes
sante bespreking werd geklaagd, dat
sommige werkgevers hun plioht niet ver
staan en van hun winst niets laten val
len.
Lang werd gesproken over de bepaling
van de prijzen der producten, welke
door de bihoefto wordt bepaald.
Op de vraag: „Wat te doen?" gaf de
spreker als eerste plicht van de regee-
ring op, te zorgen, dat de afvloeiing van
kapitaal naar Duitscliland, wordt stopge
zet en de industrieën door een beperkte
protectie zullen worden gesteund.
De invoerrechten dienen dan niet aan
do schatkist, maar, na aftrek van do kos
ten, ten goede te komen aan de indus
trieën waardoor de prijzen ook kunnen
worden verlaagd.
Een der leden wilde tariefgemeenschap
waarop de spreker antwoordde, dat liij
daar in gewone tijden sterk voor is,
doch dat nu door de vakbeweging met
beleid door de vele klippen heen moet
worden gestuurd. Nooit bereiken we
iets, zei spr., zoo lang in de organisatie
slamnampers ziften, die zoodra er geen
voordeel is te behalen, vertrekken.
Een klacht werd geslaakt, dat onder
eigen mede-christenen de organisatie
nog veelal wordt beschouwd als „de dui
vel op sokken".
In antwoord op 'n vraag over de Chr.
partijleiders merkte de her Post op, dat
het zijn hart heeft gegriefd, dat de
voornaamste Chr. leiders, die gestreden
hebben voor het beschouwen van den
mensch als beelddrager Gods nu ook
meer er van gaan spreken als van een
zakelijk object. Spr. wijst in verband
hiermee op een artikel in „De Stan
daard". Het recht moet aan beide zijden
wotfden gehandhaafd. Zullen we ons door
een en ander laten veront.moedigen?
Neen. Nn moet juist bliiken. dat de ar
beiders het beginsel in het hart dragen.
Nadat nog door een der leden er op
gewezen was, dat do werkgevers niet van
alles de schuld gegeven kan worden,
omdat zij geprest worden, door do aan
deelhouders, en no.g verder over ver
schillende sociale toestanden was ge
sproken, werd de bijeenkomst met dank
gebed gesloten.
Dergelijke vore-ader in gen dienen door
hondenden, niet door tientallen te worden
bezocht!
De Pcrlrelkunst in de Kollandsche
samenleving der zeventiende eeuw.
Gisterenmiddag werd de reeks van
openbare kunsthistorische voordrachten
door Leidsche hoogleeraren besloten met
een door lichtbeelden geillustreerd colle
go van Prof. W. Martin over de
portretkunst in de Hollandsclie samen
leving der zeventiende eeuw.
Onze portretschilderkunst aldus
spreker is in het eind der 16e eeuw in
andere banen geleid doordien zij alge
heel de samenhang met den godsdienst
verloor, tegenover welk verlies nieuwe
mogelijkheden werden geschapen omdat
allerwege naast een enorme vraag naar
enkelportretten ook het bestellen van
schutter- en regententroepen sterk in
zwang raakte.
Het protest an tsch geworden Holland
kan het weliswaar nog niet geheel stel
len buiten portretten met religieuse bij
krachten en nog in het midden der 17e
eeuw laat een familie zich schilderen
gesc/haard rond Christus, maar der
gelijke portretten zijn uitzonderingen.
Meer in den aard der toenmalige be
schaving lag liet ihkleeden van de af te
beelden personen in een tafereel uit my
thologie of Romeinsche historie, terwijl
ook het Bucolint element (kinderen ©n
zelfs volwassenen als herders) zeer ge
liefd'was. Het „Romeinsche doen" is hij
portretten van krijgslieden ©n wie zich
daarvoor hielden, vooral in de 2e helft
der eeuw, zeer verspreid en zelfs van
Breda's turfschipper maakt men cle beel
tenissen in kurassen uit den Romein-
schen keizertijd. Dat men Vondel als
Vondelius en uitgedost als Romeinsch
poëet afbeeldde, en dat met Hooft als
„alter Tacitus" in. preilt vereeuwigd ziet
past eveneens geheel bij de toenmalige
opvattingen.
Ook uit de door bovengenoemde opvat
tingen behecrschle portretten (dus de
eenvoudige beeltenissen en de schuttcr-
in Riijns teen stukken) hebben aan liepaal-
de detail-eischen ie voldoen. De samen
leving, die in 9 van de 10 gevallen de
onmiddellijke aanleiding is tot hun ont
staan, oisclit b.v. bij het enkelportret de
Zondagscbe kleeding, alles behalve léf
keuze van den schilder.
Er lieerscht vertoon van kant, kettin
gen, ringen, parels en geborduurde keur-
lijven; er wordeu leeftijds-inscripties,
wapens en spreuken gevraagd, die vaak
het picturaal effect ontsieren; er is een
streven eindelijk naar verjeugdiging en
versierlijking, een behagen in retouche.
Dit laatste verklaart den enormen in
vloed van Anton van Dijck, die hier te
lande voor 1640 veel grooter was dan
men wel aanneemt. Zelfs Rembrandt is
met dit streven in 't eerst meegegaan.
Later gaat hij er tegenin.
Een andere eiseh is b.v. dat het mans-
portret links, de vr ouwebec Ileitis rechts
van de twee behoort te hangen.
Bij do groepen zijn er nog gecompli
ceerde recepten.- Regenten rond de tafel
hebben den hoed op; de bediende is
blootshoofds. Bij schutters hebben kapi
tein en luitenant hun plaats op dat ge
deelte van de schilderij, waar het beste
licht valt.
Evenwel, al stelt de samenleving al die
eisebcn, en al is, zonder haar, die soort
van portretkunst ten eenenmale ondenk
baar, toch volgt daaruit geenszins, dat
de aldus verwekte scheppingen kunst
werken .ziju van belcekenis. Onze 18o
eeuw, die stellig geen mindere elscheu
stelde, is daar, om het tegendeel te be^
wijzen met haar troosteloozo nietszeg
gende regentenstukken in reuzenformaat.
Ja, bij nadere beschouwing blijkt zelfs,
dat de waarlijk grooten onder onze ze
ven tiend'eeuwers slechts noode aan ia
detail-eiSchen hebben toegegeven en de
ze vaak hebben verwaarloosd om der wille
van hun kunst. De meeste werken van
Hals, en vooral Rembrandts Nacht
wacht, zijn hiervaD de bekende voor
beelden, waartegenover o.m. te stellen is
do „gehoorzamheid aan de wet", die da
jonge Rembrandt nog toont in zijn eer-*
ste geniale groep, de Anatomische Les.
Van der Helst is bet zuiverste type van
den ietwat servielen patriciërs-portret
tist, die zich uitput om aan de cischen fa
voldoen en zijn onmisbaar talent daaraan
dienstbaar te maken. Voor de moeilijk t®
schilderen portretgroepen met licht van
rechts werd hij zelfs de uitverkoren
schilder der Amsterdammers (Schutters^
maaltijd, Corporaalschap Bicker, Doel-
heeren Handboogdoelen).
Na toelichting van oen en ander door
voorbeelden van cnkelportretten en re-;
gentengroepen werd cle beteekems der
Staalmeesters van Rembrandt als net
schitterend hoogtepunt dier ontwikke-
ling uiteengezet.
Tot de Schutters tukken komend, lichtte
spr. met voorbeelden toe, hoe deze val
len te onderscheiden in stoëten en maal
tijden, clie overal, behalve in Amster
dam, als kniestukken worden gegeven en
die zich in laatstgenoemde stad tot groe
pen ten voeten uit ontwikkelen, waarvan
de Nachtwacht het onvolprezen meester
stuk is. Zij is evenwel tevens de groote
ste negatie der dooi- de portret-traditie
hier te lande toen gestelde eischen.
Daarom paste dit lichtende werk ook van
meet af aan niet bij de koelheid van de
andere tegelijk voor dezelfde zaak in den
Kloveniersdoelen geschilderde stoeten,
in welks decoratieven opzet dusdanig
alle eenheid ontbrak, dat wij ons dit in-*
terieur niet behoeven terug t© wenschen.
Zes schilders hébben er zeven doeken
voor vervaardigd, die nog alle bewaard
zijn. Zij zijn door geenerlei picturoleil
noch decoratieven samenhang verbonden.
Het plan blijkt niet geboren uit zuiveren
kunstzin, want de behoefte aan een por-*
trettenreeks ter herinnering van oen his
torisch feit ging voor. Dit motief was do
dwingeland en aldus leidde een cultu-i
reele eisch de kunstenaars in banen,
waarop slechts re gigant onder hen,
Rembrandt, niet kon volgen. Hij heeft
zijn kunstenaarschap gesteld boven den
eisch der opdracht en verbrak met ge
weld de banden, waarin de tradities der
ware schutterschildcring hem geve eren
dreigden te bonden.
Ook anderen is bet toen aldus vergaan
en vergaat het nog heden op deze wijze.
Daarom is bet zoo boeiend en verfris-
scbend tegelijk, de kunstverschijnselen te
zien in het licht van hunne verhouding
tot de samenleving en vooral ook in
hun conflicten met de maar al te vaak
uit ware kunstbehoefte geboren eisch en
©ener maatschappij.
De heer P. Schilfhorst, zendeling-
leeraar onder de Madoereezen zal op Za
terdag 17 Maant voor de afd. van de
Veroen. van Christelijke Onderwijzers
(ossen) optreden. 4
De vergadering wordt gehouden in do
bovenzaal van „Amicitia", 's avonds te
acht uur.
DINNERLA^U
Nationaal Huldeblijk
aan H. M. de Koningin.
Op "W.oensdag 7 Maart had weder to
Amsterdam in het gebouw der NocL
Handelmaatschappij ©en centrale verga-*
dering plaats voor liet Nationaal Hul
deblijk, onder voorzitterschap van den
heer van Aalst.
Afgevaardigden uit allo provinciën wa
ren tegenwoordig, alsmede van de drio
builen do provinciale indeeling vallende
sleden, Amsterdam, Den Haag en Rot
terdam. Zuid-Holland was. wegens ver-»
hindering van Prof. Dr. P. J. Blok en
Mr. P. E. Briët alleen' vertegenwoordigd
door Jlir. Mr. J. M. M. van Ascli van
Wijck.
Van de finantiën zij medegedeeld dat
thans is ingekomen een bedrag van
f 65.000, hieronder zijn begrepen do gel
den die reeds vroeger binnen waren ge
komen toon do 'restauratie van de Nieu
we Kerk te Delft nog doel op zich zelf
was cn geen deel van het Nationaal Hul-