Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LBIDSCHE COURANT 3tie JAARGANG. - MAANDAG 5 MAART 1923 - No. 886 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 aE«Ne.igTSPfilJ6 In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd rijn Per ?/arlaai f2.5.0 P?r week f 0.19 F o per post per Kwartaal f2.90 V Verbinding van lijsten. Ons worcU gevraagd of liet gewenscht ii ij de a.s. Gemeenteraadsverkiezingen c candidaten'iijsten met die van de Christel. Historische Unie of van de Staatk. Gereformeerde partij te verhin den. Het I.om'c ons voor, dat het niet aan gaat hier een algemeene gedragslijn voor te schrijven. Veel hangt hier af van de plaatselijke toestanden en verhoudingen. Wat op de een plaats mogelijk is en zelfs gewenscht moet worden geacht, kan in een andere plaats ten eenenmale ongewenscht zijn. Alle speculatie moet hier vreemd blij ven. Do mogelijkheid bestaat echter, dat het voor ieder duidelijk is, dat beide partijen onmogelijk een zetel kunnen veroveren, terwijl door verbinding der lijsten de ver kiezing van een der candidaten verze kerd is. Id zulk een geval kan samenwerking zeer gewenscht zijn. Het kan ook voorkomen, dat door sa menwerking, zoo goed als zeker de meer derheid kan worden verkregen. De eene partij kan b.v. rekenen op twee zetels plus een overschot en de andere partij op één zetel en een overschot. Werkt men samen, worden de lijsteu verbonden, dan kan ook een vierde can- didaat worden verkozen, waardoor de meerderheid is behaald. Onder zulke omstandigheden verdient het denkbeeld in elk geval ernstige over weging. In het algemeen pleit voor samenwer king het feit, dat daardoor onderlinge strijd wordt voorkomen. Een algemeen advies kan hier ech ter niet worden gegeven. Ieder geval moet op zichzelf worden be oordeeld. V Huisbezoek. Een van de meest belangrijke midde len bij den verkiezingsarbeid is het huisbezoek. Het verspreiden van propagandablaad- jes en verkiezings.courantèn en het hou den van openbaro vergaderingen kan goed en noodig zijn, maar wanneer daar mee niet gepaard gaat het persoonlijk bezoek, dan zal het bitter weinig vruchten afwerpen. Van veel beteekenis is, dat hiermee niet tot het laatste oogenblik wordt gewacht. Ook het huisbezoek moet worden voor bereid. Er moet gelegenheid zijn de propagan disten behoorlijk te instrueeren. Zij moeten worden gewapend, met pas sende argumenten, opdat zij den tegen stander kunnen antwoorden. Daartoe kan ook het houden van sa menkomsten, waarin de resultaten van het bezoek worden behandeld en de voor naamste bezwaren die men ontmoet, wor den meegedeeld, dienstig zijn. Er is dan gelegenheid elkaar te con troleeren en voor te lichten en te bemoe digen en te bezielen. Met ernst dringen wij er bij onze kies- vereenigingen op aan, inzonderheid aan het huisbezoek, volle aandacht te schen ken. Men kan ook dc groote trom roeren. In sommige plaatsen zal dit zelfs nood zakelijk zijn. Maar het stille, rustige overtuigende persoonlijk bezoek, mag nergens ach terwege worden gelaten. STADSNIEUWS Het tapverbod. Het tapverbod is Zaterdag in werking getreden, tot groote droefheid van vele kroeghouders. FEUILLETON Vanhooger Orde. Naar hefc Engelsch. 46) „En John, vader?" „John mag zich zelf te gronde richten, zoo hij wil. Hij is z'n eigen meester." „Dat ben ik altoos geweest," en dit ant woord was minder trotsch dan droef. „Ik zou te gronde zijn gegaan, al jaren geleden, zonder de goedheid des Hemels en uwe vriendelijkheid. Laat ons nu niet twisten!" „Uw eigen schuld, jongen. Waarom blijf je niet in je stand? Wees een eerlijk handwerksman, zooals^ ik ben geweest." „En dat ik ook altijd hoop te wezen; maar mijn beroep is niet mij zelf ik, 'John Halifax ben precies dezelfde in de looierij als bij dokter Jessop. De eeno toestand kan mij niet vernederen, noch de andere mij verheffen." „Wel?" en mijn vader liet van verba zing zijn pijp vallen, „dan denk je, dat jo heelemaal een heer bent?" „Zooals ik u reeds zeide, ik hoop dat te wezen." „Geschikt om om te gaan, met'de groot- flte lui in 't land?" „Als zij dat willen en ik wil 't, sekerl" Over 't algemeen toonden de vergun ninghouders echter niet door uiterlij ke daden hun misnoegen over het tapver bod. Bij een enkelen, den heer D. J. G. Speet aan de Haarlemmerstraat stond in de etalage een hoeveelheid sterke drang, be dekt mot rouwfloers en daarop do woor den: „Rust zacht tot Maandagmorgen". Voorts had deze vergunninghouder het volgende rijmpje voor de etalage gehan-. gen: Nu 't Tapverbod in werking gaat En 't ons verboden wordt, docht niet door staat, Maar door onz' Vroede Vaderen, Voel 'k mij verplicht er op te wijzen Indien gij niet verdrogen wil Door oorzaak van zoo'n droge gril Of van verdriet zal grijzen, 'r Dat gij ons wat ter wille zijt, Doet uw bestelling steeds op tijd. Kan het? Doet het Vrijdags nog, Zoo niet? Een uur voor twaalven toch', 't Verbod hierboven toch bedoeld, Verbiedt ons tappen en ook slijten, Dus niet per glas, ook niet per maat, Van Zaterdagsmiddag 12, tot Zondags avonds laat. Een glas of flesch met goede wijn Zal steeds voor U voorradig zijn. y. Ook zal op tijd een goed glas bier, Wellicht U geven veel vertier. De amtbenaron, belast met de naleving der drankwet hebben het er ongetwijfeld druk mede gehad. In twee gevallen, waar het tapverbod werd overtreden, is proces-verbaal opgemaakt. Op aanwijzing van derden namen de ambtenaren voorts een hoeveelheid ster ken drank in beslag bij een verlofhouder, die verklaard had voortaan sterken drank te zullen verkoopen. Noodlijdende kunstenaars. Zaterdag 17 klaart a.s., des namiddags te 2 uur, zodfc meldt men ons, zal het Ca rillon van den Stadhuistoren zich doen hooren. Het zal een melodie doen weer klinken, getoonzet door Julius Röntgen Sr. Zoodra het Carillon zijn lied zal heb ben gezongen zal voor liet Stadhuis het Zangkoor van de Mij. tot Bevordering der Toonkunst, - aldeeling Leiden,-- hetzelfde lied, getiteld: „de Torens zingen", gedicht door Annie Salomons, onder leiding van zijn vermaarden Dirigent, Anton Tierie, ten gehoore brengen en het zal dien zang op verschillende plaatsen in de stad her halen. Waartoe, vraagt men, het verschaffen van dit muzikaal genot op straat? De woorden van het gedicht, geven antwoord op die vraag: „Reikt", roept de dichteres toe, „aan den lijdenden kunstenaar de hand." De kunstenaars, zoo beeldende als andere, ook de Nedorlandsche, verkeeren in nood! De Kunstgroep Bilthoven vestigt in een circulaire, op dien steeds stijgen den nood der beeldende kunstenaars en musici, de aandacht. Steun is onmisbaar en hulp op groote schaal een gebieden de noodzaak. Door die circulaire aange spoord, heeft bet Bestuur van het zang koor der Mij. tot Bev. der Toonkunst, afd. Leiden, gesteund door oenige dames van het koor, een Comité gevormd, met het doel, om, door het houden van eene straatcollecte, gelden in te zamelen, ten behoeve van de noodlijdende kunstenaars, welke gelden zullen worden gestort in het Fonds ten bate van Nederlandsche nood lijdende kunstenaars en musici. Het vespelen van het Carillon en het zingen van het lied „de Torens zingen" nu, zal dienen om de aandacht van de Leidenaars te vestigen op de straatcollec te. Do stem van toren en menschen zal hen aansporen, hun steun te verleenen, en zij zullen, niet te vregeefs, een beroep doen op hun offervaardigheid. Ieder ge ve naar zijn vermogen; het is plicht te zorgen dat de kunstenaars niet ten onder gaan. Leiden moge dan tevens toonen dat liet de geheel belangelooze modewerking „Jongen, jongen, je bent nog jong. Maar dat zult go niet volhouden, dat zult ge niet volhouden."' Hij klopte de witte asch uit z'n pijp en bleef hoofdschuddend zitten. „Maar hoe moet 't morgen?" vroeg John na een korte poos. „Ik zou kunnen gaan, zonder dat u er van wist of 't hadt toegestaan; maar ik wil 't liefst openlijk doen. U weet, ik ben altoos openhartig te genover u; u waart de vriendelijksto meester en de trouwste vriend voor mij; ik hoop, zoolang ik leef, vrede met u te hebben en u nooit te bedriegen." „John, waarom wil je toch naar die groote lui gaan?" „Niet omdat 't groote lui zijn; ik heb andere redenen." „Wees eerlijk, wat zijn die redenen?" Hier was eenigo verlegenheid. „Waarom kleur je, jonge man? Is 't iets waar je je zelf voor schamen moet?" „Voor schamen? Neen!" „Wel, zeg de waarheid!" „Ik wil ik wensch eerst te weten voor mezelf of Lady Caroline Britkwood goed genoeg is om onder haar leiding te hebben iemand, die jong is onschuldig en goed." „Heeft zij zulk een? Een, die gij kent?" „Ja." „Man of vrouw?" „Vróuw." waardeert van het Toonkunst-koor en zijn leider, welke waardeering tot uiting moge komen door milde gaven. Het Comité voornoemd bestaat uit do dames: Mevr. Mr. A. v. d. Elst-Tak; Mevr. Prof. N. J. Krom-v. d. Plas; Mevr. Mr. E. A. Cosman-Mendes da Costa; Mej. G. E. Filippo, Secretaresse; Mej. D. C. Meer- Jyurg en Mej. Toos Gleuns en de heer en: N. J. Brouwer, voorzitter; A. Uitten- broek, penningmeester, N. Rijn 43a en G. van Wijk, en is gaarne bereid reeds nu giften in ontvangst te nemen. Gemeenieraad. Naar gemeld wordt, zal de heer S t ij n- man (R.K.) niet opnieuw een candida- tuur voor den Gemeenteraad aanvaarden. Naar ons gemeld wordt, bestaan er plannen om hier te komen tot de oprich ting van eene Kiesvereeniging van Prote- stantsch Christelijke kiezers. De bedoeling "zou meer speciaal zijn een organisatie van Christelijke arbeiders. Zaterdagavond te omstreeks 11 uur is de heer G. A. E., wollende aan de Hoo- gewoord alhier, door een motorrijder aan gereden, mét het gevolg, dat hij kwam te vallen en zich vrij ernstig bezeerde. Zijn kleeren werden daardoor gehavend. Tegen den bestuurder van het motorrijwiel, ge naamd M. B., landbouwer, wonende te Leimuiden, zal ter zake van het woeste rijden en het daardoor veroorzaakte onge val proces-verbaal worden opgemaakt. Ge noemde B. trachtte na de aanrijding hard weg te rijden en bekommerde zich niet om zijn slachtoffer, maar werd door eenige personen vastgegrepen, zoodat hij ver plicht was zijn motorrijwiel te doen stil houden. Bij de politie alhier zijn inlichtingen te bekomen omtrent een hond (Duitscko Herder) voorzien van lederen halsband met beslag. De 8-jarige jongen L. F. beeft zich weder schuldig gemaakt aan diefstal en wol ditmaal van een rijwiellantaam uit eon bankgebouw. Hij schijnt er zijn werk van te maken huizen en openbare ge bouwen, wanneer dit mogelijk is, binnen to gaan en daar weg te nemen alles wat van zijn gading is. Zaterdag is een valscho rijksdaalder in beslag genomen, die op de markt in betaling was aangenomen. Het muntstuk is zeer slecht afgewerkt en kan gemakke lijk, ook door niet vakkundigen, doordat kleur en gewicht groote afwijking vertoo- nen, van een echten rijksdaalder onder scheiden woeden. Aan het bureau van politie zijn Za terdag twee portemonnaies gejleponeerd, op den openbaren weg gevonden. Vermoed wordt, dat zakkenrollers weer bezig ge weest zijn op de markt, en dat deze daar na do portemonnaies van liaron inhoud ontdaan hebben weggeooid. Echter is tot heden geen aangifte van zakkenrollen bin nengekomen. Mej. M. J. v. H. heeft aangifte ge daan, dat zij Zaterdagavond op de Haar lemmerstraat is mishandeld geworden door A. R., die haar met een koffertje een slag in haar gelaat zou hebben gegeven. De liefde bij A. IL, een gewezen verloofde van Mej. v. H., schijnt veranderd te zijn in haat. Door C. v. d. K. is aangifte gedaan, dat gisteravond 4 ruiten van zijn woning door een onbekende zijn vernield. Het bestuur der Gercf. Sclioolver- eeniging alhier heeft met het oog op den omvangrijken administratieven arbeid welke het beheer der vier scholen den Mijn vader zag John recht in de oogen; liard als die blik was, meende ik er toch een wónder medelijden in te ontdekken: „Jongen, ik dacht 't wel. Gij hebt de vloek van eens man's leven gevonden de vrouw!" Tot mijn verbazing antwoordde John niets. „Voor den dag er mee! Wie misleidt je? Is 't om een huwelijk te doen of al leen „Houdt op", riep John met z'n gezicht vol vuur. „De dame „Is 't een dame! Nu begrijp ik, waarom je zoo graag een mijnheer wildet we zen." „O, vader hoe kunt u?" „Dus jij weet 't ook ik zie 't aan je gezicht wilt ge een tweede keer door hem worden misleid! Maar dat zal niet gebeuren. Ik zal je achter slot en grendel sluiten vóórdat je je zelf le gronde richt en schande brengt over je vader!" Dit was moeilijk uit le staan, maar John nam mijn hand en fluisterde mij in, dat ik mijn geduld niet moest verliezen. „Mijnheer, u heeft 't mis. Phineas heeft met deze zaak niets uit te staan. Hij is geheel onberispelijk en ik ook, als u alles iioordet." „Vertel mij dan alles; eer is stoutmoe dig schande alleen houdt zich stil!" „'t Doet niemand kwaad als ik daar- laatsten tijd vordert besloten, over te gaan tot benoeming van een vasten administra teur. In zijn laatst gehouden vergadering is door het bestuur als zoodanig benoemd, de heer D. Nieuwenhuis. In de Stedelijke Werkinrichting zijn in do week van 25 Febr. tot en met 3 Maart opgenomen: 183 volwassen perso nen en 14 kinderen; totaal 197. Aan liet jaarverslag van de vereeniging tot voortdurende ondersteuning der nage laten betrekkingen van verongelukte vis- schers der reederijen te Katwijk aan Zee en Noord wijk aan Zee, ontleenen wij het volgende: Gedurende het boekjaar 1922 werd ont vangen: Aan rente Grootboek f 2320.88. Aan rente Spaarbank f 87.97. Aan geïncasseerde coupons f 89.70.— Aan contribution f 258.75.— An rente Amsterd. Bank f 84.72.— Totaal f2842.02 Uitgekeerd werd een bedrag van f 3888 aan 20 weduwen en 22 weezen. Gedurende de zomermaanden ontving een weduwe per week f2.50 en gedurende de wintermaanden f 4.en voor een kind gedurende de zomermaanden f 0.25 en gedurende de wintermaanden f 0.50. Benevens een Kerstgave van f 10. De vaandrig H. P. van der Tak, alhier tot arts bevorderd, is bestemd tot reser ve officier van gezondheid bij de lands- macht. Tot hoofd der nieuwe bijzondere school te Papekop is benoemd do heer F. Steen- beek, alhier. B3NNENL AÉÉO Prov. Comité van -Anti-Rev. Kiesvereen. in Zuid-Holland. Onder voorzitterschap van den heer H. de Wilde, die met gebed had geopend, kwam Vrijdagmiddag genoemd comité lo Rotterdam met de plaatselijke leiders in Zuid-Holland bijeen. Voor de druk bezochte vergadering gaf hot Tweede Kamerlid, de heer J. Schou ten in zijn onderwerp „Organisatie en propaganda" aan, hoe gehandeld en ge werkt moet worden met 't oog op den ko menden Statenstembus. Spr. wilde onderscheid zien gemaakt tusschen de plaatselijke organisatie en die over de kieskringen, waarbij Spr. uit voerig beider taak uiteenzette. Elk kieskringbestuur heeft den arbeid der plaatselijke organisaties nauwkeurig na te gaan en uiterlijk 20 Maart rapport te ontvangen. Al wordt echter de organisatie perfect gemaakt, het is alles niets, als bezieling ontbreekt. En aan bezieling ontbreekt nogal iets. Ook heeft men de dingen op politiek terrein locaal te weinig bestudeerd. Spr. wilde do propaganda onderschei den in propaganda, die behoud bedoelt en propaganda, die bedacht is op uitbrei ding. Spr. was van meening dat de eerste veel sterker dient gevoerd dan de twee de, wat uitvoerig werd geïllustreerd. Na kort de weldaad van een rechtscho meerderheid in de Prov. Staten te heb ben aangetoond, vestigde Spr. de aan dacht op de militaire kwestie, de sociale wetgeving en de financieele kwestie. Spr. toonde aan, dat uit de verslagen van vredescongressen enz. heel wat strijdmateriaal ten opzichte van eerstge noemde tegen de demagogen van links is aan te voeren. Op sociaal en politiek gebied kunnen de oud-liberalen niet de leidslieden zijn. Hun standpunt is lijnrecht in strijd mot dat voor uitkom; zij weet 't niet en beant woordt die liefde niet." En terwijl John dit langzaam en plechtig zeide, week hij een stap achteruit en ging zitten. Mijn vader was zeer bewogen. De He mel weet, welke geesten uit het verleden voor hem opkwamen en aan het hart van den ouden man klopten. Wij zwegen al len een geruimen tijd, toen zei mijn va der: „Wie is zij?" „Dat zou ik liever niet zeggen Zij is bo ven mij in stand." „Ah,"„Maar je zult jo toch niet vernederen en je vrede vernietigen voor je geheele leven? Je zoudt haar toch niet willen trouwen?" „Ik zou als ze mij had liefgehad. Zelfs nu, indien ik op een eerlijke ma nier tot haar stand opklimmen cn zoo in staat zal zijn haar liefde te winnen wil ik haar trouwen!" „Doe zooals je denkt, dat 't beste is en God helpe je!" zei hij vriendelijk. „Moge je verlangen je nooit tot een vloek wor den! Wees niet bang jongen, ik zal je geheim bewaren." „Ik wist, dat u dat zoudt doen." Men stapte van 't onderwerp af. Mijn vader stak z'n pijp. weer aan en blies de rookwolken, stil en -droevig voor zich uit. Jaren daarna, toen alles, wat er van Abel Fletcher restte, een groene boon AitlVERTEtaTflE.PtMJS Gewone advertentiën per regel 22'A cent, I Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief; •Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, wordea flp'reliil-s per>!«r»fst. ad PO f. Aan het Zoeklicht Leiden 5 Maart 1923. Belastingheffen is ook al niet ieders werk. Dat is te Gouda gebleken. Mijn had de zaakjes zoo mooi voor el kaar. Do schippers zouden betalen en de burgerij zou genieten. Maar de schippers pasten. Zij lieten Gouda eenvoudig links Jiggen. Verschillende booten die goede bin dingen gaven bleven weg, tot groote scha de van de fabrieken en allen, dia er bij betrokken zijn. 't Werd zoo erg, dat de Kamer van Koop handel, zich er mee is gaan bemoeien, en aan de Vereeniging tot Behartiging van de Stoomvaartbelangen de vraag voorleg de, of de bootverbindingen niet verbeterd kunnen worden. Het antwoord bleef niet uit. De schipper, zoo heette het, moet maar botalen, hij vervoert oneindig veel meer dan de spoorwegen, en deze worden op al lerlei manieren bevoordeeld, tot zelfs met millioenen uit de Rijkskas. Verlaag de be lasting, want het aanloopcn van Gouda is verlies. 't Is weer het oude liedjo. Die liet onderste uit de kan wil hebben, beloopt do kans. het deksel op den neus to krijgen. OBSERVATOR, van Kuyper, Groen en Bildcrdijk. De bindendvcrklarïng van het coll. arbeïds-* contract heeft dat weer eens bewezen. Ook wat de financieele kwestie betreft moeten we zorgen geen sleepboot te wor* den van 't lekke liberalo bootje Laat ons, dus eindigde Sur. innerlijk rustig ons werk doen en in ons werk een stuk redelijke godsdienst zien. Een enthousiast applaus volgdo op deze rede. F.cenigcu aanwezigen stelden vragen welke door Spr. uitvoerig werden beanU woord. Na een oogenblik oauze bracht de oude voortrekker, D s. G. W. J. van Lum- m e 1, van Zuidland, in een rede, tintelend van geestdrift, het ouvje adagium van Groen: „Tegen de revolutie het Evangelie" naar voren. Spr. wees op de macht van het mate-» rialismo in onze dagen, hoe het ons te genwoordig wereldleven verpest en lioo ook de christen van dien geest dor eeuw- wel degelijk een stoot mee krijgt. Moeilijk is do grens tusschen het persoonlijk en het algemeen belang en elk geval dient bijzonderlijk een voorwerp ie zijn van ernstig onderzoek. Bij de komende verkiezingen moet weor de leuze: „Tegen de revolutie het Evange lie" op den voorgrond staan. Spr. wees in dit verband op een groots gevaar dat ons bedreigt bij de bestrijding! der soc.-dem., n.l. ee nier school gaan biji do liberalen, speciaal bij de pers v«n| Nijgh, die nooit anders dan zich schuU] dig gemaakt heeft aan draaierij. Laten we de oud-liberale fractie geen kans meer! geven! "Wat de sociale wetgeving betreft, zeer.' zeker valt er te bezuinigen, maar wo mw| gen niet staan op intrekking van maat regelen. welke liggen in de lijn rm ons christelijk sociale politiek. Wij moeten on-< ze argumenten niet ontleenen aan de oud-* liberalen tegenover de soc.-dem. We heb ben niets van hen te leeren noch van de soc.-dem. Ook dit jaar gaan we weer met courage vooruit met liet oude adagium van! Groen: „Tegen de revolutie het Evangc-:\ lie". Een hartelijk applaus beloonde den) spreker. De voorzitter merkte op. hoe er. i was, naast een andere, op do begraaf plaats der „Vrienden", hoorde ik wat geheel Norton Bury, behalve ik, lang wist dat mijn arme moeder, dat jonga en onbezonnen schepsel, wier huwelijks* leven zoo ongelukkig en kort was geweest*, een geboren „damo" was. HOOFDSTUK XVII. Mevrouw Jcssop's salon, rossig besclus nen door 't haardvuur, schitterend van 't licht van waskaarsen; enkelo vrouwen, gekleed in dof kleurige, gaasachtige japon-i nen; enkele mannen met blauwe jassen,, gouden knoopen, gele vosten, en glim-\ lachend dit was alles, wat ik opmerk- te van dit tooneel, dat ganscU cn al nieuw J voor mij was. Do vrouw van den dokter had ons l plechtig voorgesteld aan al haro gasten, I zooals toen 't gebruik was, vooral op zul-; f ke kleine, gezellige soupers. IIoo zij on3 begroetten herinner ik mij niet; alleen j herinner ik me, dat mevrouw Jessop lui-:j de en met een glimlach om don mond zei „Mijnheer Halifax, 't is erg vriendelijk f van u, dat u gekomen zijt; Lady Caroline* Brithwood zal «verrukt wezen; zij wil zoff gaarne met u kennis maken." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1