Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCUE COURANT 3de JAARGANG. MAANDAG 12 FEBRUARI 1923 - No. 868 BureauHooigracht 35 Lsidsn - Te!. Int. S278 - Posirskaninn E8S33 In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Por kwartaal f 2.50 Pèr week f0.10 Franco per post per kwartaal f 2.90 V Naar Canada? De vorige week hebben wij enkele be schouwingen gewijd aan het al of niet y^nschelijke van emigratie, speciaal naar Canada. Wij hebben daarbij het hoor- en we derhoor toegepast en zoowel de schaduw- als de lichtzijden aangegeven. Naar aaleiding daarvan schrijft ons thans de heer Jhr. J. C. G. Sandberg, Secretaris van de Nederlandsche Vereeni ging „Landverhuizing" en Directeur van het Informatie-bureau dier vereeniging het volgende: Het wordt mij in den laatsten tijd wel zeer moeilijk gemaakt door de vele in verschillende dagbladen geuitte meenin gen, over de al of niet wenschelijkheid van emigratie naar diverse landen en .over de wijze, waarop men daarbij te werk moet gaan. Meestal zijn de schrijvers, welke die meeningen in ingezonden stukken of op andere wijze kenbaar maken, geheel te goeder trouw, gelijk ik gaarne wil aanne men. Dat het niet altijd het geval is, zal ,U niet verwonderen. Maar zelfs die personen, die te goeder trouw hun meening geven en omtrent de uitvoering raden, slaan meestal de plank mis, omdat zij vrijwel allen öf oordcelen naar persoonlijke ervaringen in een be paalde streek onder bepaalde omstandig heden, öf onvoldoende besef hebben van 'de oorzaken van succes of mislukking. Daarom zijn die meeningen en adviezen meerendeels waardeloos, dikwijls onrecht vaardig, soms gevaarlijk. Dit laatste is b.v. het geval met het schrijven van den Heer K. Tuininga Jzn. te Neerlandia. Want, geachte Redactie, de raad, dien hij geeft is juist geschikt om de men- schen in de ellende te brengen, zooals, naar mij bekend is, de Nederlandsche im migranten van Neerlandia aan den lijve hebben ondervonden. Opnemen van homesteads is als regel te ontraden en zeker sterk af te raden, zoo lang men niet minstens een jaar in Ca nada heeft gewerkt in loonarbeid en zoo doende op de hoogte is gekomen met cie vreemde toestanden, werkwijzen, gebrui ken, taal, enz. ^elfs de meest vakkundige Nederland sche boer heeft dien leertijd noodig. Het koopen van een boerderij voor men dien leertijd heeft doorgemaakt is eveneens uit den booze en leidt vast tot ernstige geldelijke schade. De raad van den heer Tuininga is dus glad verkeerd. Maar ik moet er ook nog op wijzen, dat hij schrijft, dat het dis trict gelegen is op 18 mijl van den spoor baan, wat op zich zelf al te ver is, want verder dan 15 mijl is ongewenscht met het oog op afvoer van producten, enz. Maar hij verzuimt er bij te schrijven, dat de nederzetting Neerlandia ligt op 25 tot 35 mijlen van den spoorbaan, dus veel te ver weg. Het is mij bekend, dat 'de zoogenaamde „Homesteaders" te Neer landia in 1922 een zeer moeilijken tijd doormaakten, wat grootendeels moei wor den geweten aan den verkeerden opzet Laat een ieder die er over denkt om zich in den vreemde te vestigen toch zoo verstandig zijn im zich eerst te wenden om inlichtingen tot de aangewezen orga nisatie, die onder regeeringstoezicht staat, regeeringssteun heeft en die haar werk geheel belangeloos en kosteloos verrient met het eenig doel onze treklustige land- genooten te beschermen en te helpen. Deze organisatie maakt studie niet van 'één district, niet van één provincie, niet van één land, maar van alle emigratielan- den en is, dank zij ook hare Nederland sche medewerkers in die landen geves tigd, in staat om te beoordeelen welk land, welke streek het best geschikt is en hoe de moeilijkheden kunnen worden voorkomen of overwonnen. Die organisatie is de Nederlandsche FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelech. 36) „Papa, daar moet u niet over spreken," zei juffrouw March ietwat haastig, fcoö haastig, dat zij niet opmerkte hoe hevig 'John kleurde. Maar zijn kleur verdween spoedig en hij zei niets. Eu ik zei na tuurlijk ook niets. „Wat mij aangaat," ging de jonge da me voort, „ik heb geen afkeer van Nor-: ton Bury. Integendeel, ik hield veel van de plaats, als ik me goed herinner." „Zijt u daar geweest?" „Eens toen ik ongeveer twaalf jaar oud was. Maar we zullen over iets anders spreken, wat papa beter bevalt. Ik ben zeker, dat papa van dezen heerlijken avond geniet. Hoor, hoe de duiven in 't beukenbosch komen!" 'Ik vroeg haar of ze ooit in 't beuken bosch geweest was. 1 Neen, ze was geheel en al onbekend .met zijn geheimenissen. Zelfs van het beekje, dat zich daar bevond, wist ze niets. „Ik wist niet, dat cr zoo dicht bij een beek was," zei juffrouw March lachend •n blozend. Niemand onzer antwoordde. Vereeniging „Landverhuizing", gevestigd Bezuidenhout 97, te 's-Gravenhage. Een kort verzoek om inlinchting, desnoods per briefkaart, en men wordt geholpen. U zult mij zeer verplichten, geacte Re dactie, met het vorenstaande in Uw blad op te nemen in het belang van treklusti- gen onder Uwe lezers, waarvoor ik U bij voorbaat dank zeg." Wij danken den beer Sandberg zeer voor deze inlichtingen. Mochten er onder onze lezers treklusli- gen zijn, dan zullen ze zeker niet nalaten van het hier gegeven advies gebruik te mnken. STADSNIEUWS Archacologische lezingen en cursussen. Ook dit jaar zullen weer Archaeoiogi sche lezingen en cursussen worden gehou-s den in het Rijks-Museum van Oudheden. Het programma vermeldt: Over praehistorie een lezing van professor Boeke: „De overblijfselen van den oudsten mensch in en buiten Euro pa", op 28 Februari en vier lezingen van prof. J. H. Holwerda op 7, 14, 21 Maart en 18 April over: „De oudste bevol king van ons werelddeel", „Het volk on zer hunnebedden", „De Hunnen van het praehistorisch Europa" en „Galliërs en Germanen in de urnenvelden van Neder land. Over Egyptische kunst zullen handelen prof. Von Bissing op 27 Febr. en 6 Maart: „Die aegyptische Architektur" en „Die Entwicklung der aegyptischen Pla stik" en dr. P. A. A. Boeser op 13 en 20 Maart, 24 April en 1 Mei, in voor drachten over de koningsgraven van het Nieuwe Rijk, de gravjn van particulieren de reliefkunst en de beeldhouwkunst van het Nieuwe Rijk. Over Grieksche kunst zijn er voor drachten op 10, 13 en 17 April van prof. Dragendorff uit Freiburg, die zal spreken over plastiek in terracotta's, „Vasenma- lerei und Plastik", „Vazenmalerei und grosze Malerei"; terwijl op 25 en 27 April dr. Loeschke uit Trier zal hande len over „Bemalte romische Glaser uhd ihre Vorstufen" en „Glas und bemalte Koramik". Alle lezingen vangen aan 's avonds 8 uur. Gedurende de maand Mei zullen mej. Joh. Brants en de heer A. E. Remou- champs drie achtereenvolgende Zaterdag middagen museum-cursussen, van drie uur in 't geheel, leiden in de afd. Griek sche beeldhouwkunst en in de Neder landsche afdceling. De andere afdeelin- gen. zijn dit jaar wegensvverbouwing niet voor het publiek toegankelijk. Men kan zich voor deelneming aan een of meer groepen van lezingen of museum- cursussen schriftelijk bij de museumdi rectie aanmelden, met bijvoeging van een gulden voor onkosten, of persoonlijk bij den portier. Werkloosheidsbestrijding. Naar Het Volk meldt, deelde de Burgemeester j.L aan de deputatie uit de demonstreerende werkloozen mede dat thans van den minister toezegging was ontvangen, dat de gemeente mocht over gaan tot het bouwen van 160 gemeente woningen, dat bovendien de woning- bouwvereenigingen „Ons Belang" en de „Eendracht" toeslemming hadden gekre gen voor het bouwen van nog een klein aantal woningen, boven die waaraan men bezig was, en dat B. en W. verder nog eenige plannen voor werkverschaf fing in bewerking hadden. Het blad weet hier nog bij te vertellen dat bij de uitvoering van bovengenoem de werken, alleen Leidsche arbeiders zul- worden gebruikt, terwijl 80 pCt. moet bestaan uit de bij de arbeidsbeurs inge schreven werkloozen. Mijnheer March lag lui in zijn armstoel de conversatie ging tusschen de drie jongere personen -ik mag wel zeggen tusschen de twee, want spoedig liet ik John meester van 't terrein. Ik luisterde naar 't gesprek tusschen hem en juffrouw March, terwijl zij gaandeweg vriend- schappelijker tegeaovorelkander werden. Hoe jong zageïi zij beiden eruit! hoe gelukkig in hun openhartige, vrije jeugd, terwijl do zonnestralen over hen vielen. „Wilt u hier zitten, juffrouw March? de zon kan u hier niet in de oogen schijnen," zij weigerde, omdat ze niet wilde hebben, dat hij voor haar genoegen in de zon zou moeten kijken. ,,'t Zou anders heel geen straf voor me wezen," zei John ietwat ernstig. Maar terwijl ze met 't gesprek voort gingen wist John z'n hoed zoo te keeren, dat de zon haar niet meer lastig viel. Juffrouw March stond op. „Ik zou gaarne eens naar je beek willen kijken; kunnen wij haar van hier af zien?" „Neen, niet duidelijk, we moeten in 't bosch gaan." zei ik. 'Juffrouw March stemde met kinderlijk genoegen met mijn plan in. „Papa, u zult me niet missen in vijf minuten zijn we terug. Weluu, mijnheer Fletcher, wilt u met me mee gaan?" „En ik zal bij mijnheer March blijven, zoodat hij niet alleen is," zei 'John, tor- Deze mededeelingen in Het Volk doen ons denken aan het bekende ver haal van „het populaire raadslid". Als deze naar den volksgunst hakende gemeentebestuurder vernam dat ergens een lantaarn zou worden geplaatst, dan was hij er als de kippen bij om daaruit munt te slaan. Dat ging heel eenvoudig. Hij kocht ergens in de buurt een dub beltje sigaren en bracht het gesprek op de verlichting. r „Nogal in orde hier?" Slecht meneer, heel slecht." „Maar dat gaat toch niet. U betaalt toch ook belasting! Ik zal zorgon dat daarin verandering komt." En als dan een of twee dagen later de nieuwe lantaarn geplaatst werd, dan stonden de menschen paf van de prompte behandeling. Dat was nogeens een raadslid. Neen, maar, die had invloed. Zulke menschen moest men hebben. Een volgend maal werd eenzelfde tac tiek toegepast bij een straat, die ver nieuwd moest worden. Zoo werd ons raadslid op een goedkoo- pe wijze populair. Eenzelfde tactiek wordt nu ook gevolgd door de Soc. Dem. fractie. Men wist van de plannen van B. en W. Wat was nu eenvoudiger dan een pro- testbetooging in elkaar te timmeren en uitvoering van verschillende werken te eischen? De „afgevaardigden" gaan de hooge stoep op en zoowaar een oogenblik later komen ze terug met de mededeeling dat de zaak in orde is, en dat de betooging doel heeft getroffen. 't Is zoo eenvoudig als het ei van Co lumbus. Een kleine deugniet uit de van der Werfstraat alhier had Vrijdag geen lust naar school te gaan en nam post op de treeplank van een autobus en arriveerde op die wijs te Woubruggo. Toen hij liep te dwalen en geen kans zag weer terug te komen werd hij spoedig opgemekt door onzen veldwachter, die den ongehoorzamen knaap bij zijn ouders terug bracht» De heer P. H. Blok alhier wordt door Curatoren van het Erasmiaansch Gymnasium te Rotterdam aanbevolen ter benoeming als tijdelijk leeraar in de Grieksche en Latijnsche talen en letter kunde. Op Donderdag 15 Februari zal Dr. Th. L. Haitjema opnieuw een voordracht houden over Hoog-Kerkelijk Protestantis me. Ditmaal zal worden behandeld het onderwerp: „De Sacramenten". Ook deze voordracht wordt gehouden in het Klein- Auditorium. Het collegium van het Leidsch Stu dentencorps is ingevolge het bepaalde bij de Corps wet afgetreden. Als praeses van het aieuwe collegium is officieel candidaat gesteld de heer H. H. G. Verspyck. Men schrijft van hier aan de „N. R. Crt." „Zaterdag meldde zich een als heer ge kleed persoon van tamelijke lengte aan enkele woningen op de Groenhazengracht Doelengracht en Zwijnhoornsteeg, buur ten waar heel arme menschen wonen. Hij gaf te kennen dat hij dokter was van liet academisch ziekenhuis en opdracht had, de bewoners te onderzoeken of zij soms ondervoed waren, in welk geval zij van wege deze inrichting voedsel en andere versterkende middelen zouden ontvangen, alsmede kleeren.* Hij koos voor zijn be zoeken vrijwel alleen woningen uit, waar geen mannen in huis waren. Een bejaard sckillenvrouwlje aan de Groenhazengracht liet hij do kleeren uittrekken en daarna beklopte hij haar lichaam. Bij andere wijl hij weer ging zitten. 't Jonge meisje liep met mo mee en wij spraken volmaakt openhartig en vrij. Zij legde oen soort zusterlijk gevoel voor mij aan den dag, wat alle vrouwen, die ik ge kend heb in mijn leven, trouwens deden. Toch was 't een genoegen voor me haar te zien. Zij sprak veel over mezelven, vriendelijk vragend, wat ik den geheelen dag zooal deed, en of ik mij nu en dan niet verveelde hier zoo alleen in deze landelijke omgeving. „Ik verveel me wel eens," ging ze voort, „of tenminste ik zou 't doen als ik den tijd had erover te denken, 't Is zoo hard een eenig kind te wezen." Ik vertelde haar, dat ik dat nooit zoo gevoeld had. „Maar gij heb een vriend. Heeft mijn beer Halifax nog broers of zusters?" „Neen. Hij heeft geen familie meer in leven." „Ocli!" zuchle ze medelijdend. „Gij en hij schijnen trouwe vrienden te wezen." „John is een broeder, een vriend, alles voor mij in de wereld!" „Is liij? Hij moet dan wel goed wezen. Werkelijk zoo ziet hij er ook uit," merkte juffrouw March op, in gedachten. „En ik geloof tenmiuste ik heb vaak gehoord dat goede mannen zelzaam zijn." Ik had geen tijd om te antwoorden want John brak door 't bosch en kwam op ons toe. Hij verontschuldigde zich' bewoners deed hij hetzelfde, zoo ook bij de wed. H. in de Zwijnhoornsteeg, die den kost verdient met turf venten. Ook het 14-jarig dochtertje van de wed. H. liet hij de kleeren uittrekken, waarna hij het meisje beklopte en ausculteerde. De weduwe zou van alles worden voorzien, ook van kleeren, en het 14-jarig meisje (zou hij een goede betrekking bezorgen aan het academisch ziekenhuis. Even la ter kwam hij terug met de mededeeling dat hij het meisje maar zou meenemen, omdat het dadelijk kon geplaatst worden. Inmiddels was de vrouw, die de zaak niet vertrouwde, met haar dochtertje naar het politiebureau gegaan, althans de „dok ter" vond haar niet thuis, wel de wider van de wed. H., die den „dokter" ver zocht straks terug te komen. De politie stelde dadelijk een onder zoek in, doch de „medicus", die blijk baar lont had geroken, was niet meer te zien. Do politie tracht nu dezen „geneesheer" die blijkbaar minder eerbare bedoelingen had, op te sporen." Bij informatie ter bevoegdcr plaatse bleek ons, dat dit bericht op zich zelf wel juist is, maar dat de daaraanvastge- knoopte gevolgtrekking, als zou bedoelde persoon minder eerbare bedoelingen heb ben gehad, niet juist is, daar deze han delwijze alleen moet worden toegeschre ven aan een afwijking in de geestesge steldheid van den jongen man. Ontklee ding van een moisje heeft dan ook niet plaats gehad, waarom de politie dan ook geen termen aanwezig achtte die een ver der ingrijpen zouden rechtvaardigen. Bedoelde persoon is direct onder be handeling gesteld bij een zenuwarts. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen in de week van 410 Februari 198 volwassen personen en 14 kinderen; totaal 212. Door een bewoner van de Maria Gondastraat is aangifte gedaan, dat men in den afgeloopen nacht heeft getracht bij hem in te breken. De buitendeur was reeds geopend, doch ondervond nog weer stand door een ketting. De bewoner, die ontwaakte, begaf zich naar de deur en zag den man wegvluchten. Door M. J. B. H. is aangifte gedaan dat van een perceel op de Hoogewoerd een glasruit is vernield. Bij onderzoek bleek hiervan de schuld te dragen J. R. Laatstgenoemde heeft zich vrijwillig bij de politie aangemeld. BINNENLAND De samenstelling der Eerste Kamer. Volgens de „Msb." is de leiding van het wetsontwerp tot regeling van de Evenre dige Vertegenwoordiging voor de Eerste Kamer in het begin van doze week te ver wachten. De Staatk. Geref. Partij. In „De Wekker", het orgaan der Chr. Geref. Kerk, onderwerpt docent Van der Schuit te Apeldoorn de Staatk. Geref. Partij aan eenige critiek. Na eerst gewezen te hebben op de uit spraak der classis Goes van de Geref. Ge meenten inzake bet samengaan van het leeraarsambt en het Kamerlidmaatschap, waarbij docent Van der Schuit zich af vraagt, of de Staatk. Geref. partij wel in het stuk der beginselen den toets kan door staan, komt hij tot een andere aanmerking. Niet alleen, zoo vervolgt hij, raakt de heiligheid der beginselen zoek in het ver mengen van het leeraarsambt met een staatkundige betrekking, maar ook door hetgeen in de algemeene vergadering der Staatk. Geref. partij te Rotterdam, 3 Aug. 1921, besloten werd. Daar was aan de orde candidaatstelling door te zeggen, dat mijnheer March hem hierheen gestuurd had. „Je wilt toch niet zeggen, dat je ge dwongen hierheen komt? Wat een slecht compliment zou dat zijn voor dit heer lijke bosch!" En zij zag ietwat ondeugend naar John, die eenigszins ernstig voor zich ziende zei: „Ik hoop, dat n er niets tegen hebt, dat ik gekomen ben?" Ze begon hartelijk te lachen, zoodat John's vrees geheel verdween. „Bovendien," zei hij, „hoorde ik mijn naam noemen. Welke verschrikkelijke onthullingen over mij heeft deze vriend van me gedaan, juffrouw March?" De jonge damo lachte vroolijk: ..Dat zal ik u eens niet zeggen, mijnheer Halifax!" „Ook niet als ik u erom vraag?" Hij sprak zoo ernstig, dat zij wel moest antwoorden. „Mijnheer Fletcher heeft mij verteld drie dingen eerstens, dat u eens wees waart zonder familie, ten tweede, dat u zijn beste vriend waart en ten derde, dat 5 u zoo goed waart!" |„'t Eerste wist ik niet 't tweede giste ik wel en 't dorde..." Hij zag haar diep I in 't gezicht. I „Het derde had ik ook al niet bolwij- I feld." I John maakte ietwat haastig z'n com- pliment. Hij zag er org gelukkig uit. ADVERTENTIE.PlKJS Gewone advertentiën per regel 22', 1 cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vcoruilbefca* lmg van ten hoogste 30 w 1.5 dagelijks a l rn - Aan het Zoeklicht "i Leiden 12 Februari 1923. Een mensch is toch nooit to oud om te loeren. Zaterdag werd me thuis gestuurd een verkiezingsparaflet van de S. D. A P.: „Stemt Rood". Daarin las ik c.m.: „Het oude libera lisme had althans de verdienste dat het den strijd voerde tegen geestelijke onder drukking." Dat is nu toch wel het allernieuwst. Namens dat oude liberalisme werd teeti openlijk uitgesproken: „dan moeten de minderheden maar onderdrukt wor den." En men heeft de daad bij het woord gevoegd. Zoo zelfs, dat Mr. Gort van der Lin-i den moest spreken van het schrikke- lijk pleit van dwang en vrijheid. En toch komen nu de leiders van de S. D. A. P. vertellen dat die liberale onder drukkers toch eigenlijk streden voor de vrijheid. Dat lijkt me een veeg teeken. Een waarschuwing wat ons te wach ten staat als ooit het „stemt rood" door de meerderheid wordt toegepast. OBSERVATOR. voor de Kamer en verzekering en luidde een voorstel, „iedere candidaat der Staatk. Geref. partij verklare vrij van alle verzeke ring te zijn." Wanneer wij nu welen, hoe deze partij tegenover het vraagstuk der verzekeing staat, zou ieder met recht heb ben vermoed, dat dat voorstel met alle stemmen zou zijn aangenomen. Immers naar 't oordeel dezer partij i9 alle verze kering zonde. En wat is het besluit „Na bespreking van dit voorstel sprak de Alge- •meene Vergadering uit, dat het wensche- lijk is, dat candidaten onzer partij vrij van verzekering zijn." Als zulk een niets zeggend besluit op een voor deze partij allergewichtigst punt nu geen beginsel ver zaking is, dan zegge mij een ander, wat liet dan wel is? Ook het advies inzake bet ze- gelplalcken „niot plakken maar wel betalen op heb belastingbiljet" is niet naar den eisch der beginselen. Dan weet Ds. Fraanje beter, wat beginselen, eischen. Verkeer België en Nederland. Het Ministerie van Buitenlandsche Za ken brengt ter algemeene kennis, dat met ingang van 15 Fcbr. a.s. Nederlanders in België zulen worden toegelaten, hetzij op grond van hun geldig Nedcrlandsch pas poort, hetzij op grond van een bewijs van Nederlandschap te hunnen name, voor zien van hun portret. Zoodanig nationa- liteitsbewijs kau worden aangevraagd bij den burgemeester der woonplaats in Ne derland van belanghebbende of ter pro vinciale griffie van de provincie, waarin die gemeente is gelegen. In geval belang hebbende in het buitenland woont, kan hij het aanvragen bij den burgemeester zijner laatste woonplaats in»Nederland of bij den Nederlaudschen consul, binnen wiens ressort hij verblijf houdt. Omgekeerd kunnen Belgen naar *Ne- derland reizen, hetzij in het bezit van hun geWig Belgisch paspoort, hetzij in het bezit van hunne eonzelvigheidskaart (carte d'idenlité). Emigratie naar 3razilië. Naar aanleiding van de in het begin van deze maand geplaatste waarschuwing ontving de directeur van het Informatie bureau van de Nederlandsche Vereeniging Landverhuizing bericht van den Cunsul- Generaal van Brazilië te Amsterdam, dat in Nederland geene door de Braziliaan- sche Regeering aangestelde emigratie agenten werkzaam zijn en dat zij hier ook niet werkzaam mogen zijn. John wandelde naast tiaar voort en \vo waren alle drie in druk gesprek. Ik merkte op, dat haar hoofd juist even bo ven John's schouder uitkwam. Ze praat ten en schertsten druk. Ik had John nog nooit te voren in gezelschap van vrouwen gezien en ik stond verbaasd op te mer ken, hoe netjes hij sprak cn hoe dichter- lijk hij zijne gedachten wist in te klee- den. Ik vergat de waarheid: „dat iedere man tenminste eens in zijn leven eon dichter wordt." Zij stonden bij het beekje ou hij toonde haar aan hoe 't water van boven uit de bron kwam; do oudo bron. waar de koeien uit dronken en hoe 't vroolijk door het bosch stroomde, totdat 't 1>ctio- den in 't dal eeu brcede rivier werd. „Kleine oorzaken hebben grootc ge vol- gen," merkte juffrouw March kernachtig °P- John antwoordde met een ge.ukiigen glimlach! Hij schopte niet de palm ian zijn hand 't water op en dronk; zij docd 't eveneens. Toen in oen luchthartig® meisjes grap maakte ze van een gTOot boomblad een kom, waarmee zo 't waty op schepte on 't aan mijn mond hield. „Ik hen Rebecca aan de bron, drink Elea nor!" riep zij vroolijk. John keek «f naar en met een zachte^ stem zeido hijï „Ik ben ook érg dorstig." (Word', vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1