Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCUE COURANT
3de JAARGANG. MAANDAG 12 FEBRUARI 1923 - No. 868
BureauHooigracht 35 Lsidsn - Te!. Int. S278 - Posirskaninn E8S33
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Por kwartaal f 2.50
Pèr week f0.10
Franco per post per kwartaal f 2.90
V Naar Canada?
De vorige week hebben wij enkele be
schouwingen gewijd aan het al of niet
y^nschelijke van emigratie, speciaal
naar Canada.
Wij hebben daarbij het hoor- en we
derhoor toegepast en zoowel de schaduw-
als de lichtzijden aangegeven.
Naar aaleiding daarvan schrijft ons
thans de heer Jhr. J. C. G. Sandberg,
Secretaris van de Nederlandsche Vereeni
ging „Landverhuizing" en Directeur van
het Informatie-bureau dier vereeniging
het volgende:
Het wordt mij in den laatsten tijd wel
zeer moeilijk gemaakt door de vele in
verschillende dagbladen geuitte meenin
gen, over de al of niet wenschelijkheid
van emigratie naar diverse landen en
.over de wijze, waarop men daarbij te
werk moet gaan.
Meestal zijn de schrijvers, welke die
meeningen in ingezonden stukken of op
andere wijze kenbaar maken, geheel te
goeder trouw, gelijk ik gaarne wil aanne
men. Dat het niet altijd het geval is, zal
,U niet verwonderen.
Maar zelfs die personen, die te goeder
trouw hun meening geven en omtrent de
uitvoering raden, slaan meestal de plank
mis, omdat zij vrijwel allen öf oordcelen
naar persoonlijke ervaringen in een be
paalde streek onder bepaalde omstandig
heden, öf onvoldoende besef hebben van
'de oorzaken van succes of mislukking.
Daarom zijn die meeningen en adviezen
meerendeels waardeloos, dikwijls onrecht
vaardig, soms gevaarlijk.
Dit laatste is b.v. het geval met het
schrijven van den Heer K. Tuininga Jzn.
te Neerlandia.
Want, geachte Redactie, de raad, dien
hij geeft is juist geschikt om de men-
schen in de ellende te brengen, zooals,
naar mij bekend is, de Nederlandsche im
migranten van Neerlandia aan den lijve
hebben ondervonden.
Opnemen van homesteads is als regel te
ontraden en zeker sterk af te raden, zoo
lang men niet minstens een jaar in Ca
nada heeft gewerkt in loonarbeid en zoo
doende op de hoogte is gekomen met cie
vreemde toestanden, werkwijzen, gebrui
ken, taal, enz.
^elfs de meest vakkundige Nederland
sche boer heeft dien leertijd noodig.
Het koopen van een boerderij voor
men dien leertijd heeft doorgemaakt is
eveneens uit den booze en leidt vast tot
ernstige geldelijke schade.
De raad van den heer Tuininga is dus
glad verkeerd. Maar ik moet er ook nog
op wijzen, dat hij schrijft, dat het dis
trict gelegen is op 18 mijl van den spoor
baan, wat op zich zelf al te ver is, want
verder dan 15 mijl is ongewenscht met
het oog op afvoer van producten, enz.
Maar hij verzuimt er bij te schrijven,
dat de nederzetting Neerlandia ligt op
25 tot 35 mijlen van den spoorbaan, dus
veel te ver weg. Het is mij bekend, dat
'de zoogenaamde „Homesteaders" te Neer
landia in 1922 een zeer moeilijken tijd
doormaakten, wat grootendeels moei wor
den geweten aan den verkeerden opzet
Laat een ieder die er over denkt om
zich in den vreemde te vestigen toch zoo
verstandig zijn im zich eerst te wenden
om inlichtingen tot de aangewezen orga
nisatie, die onder regeeringstoezicht staat,
regeeringssteun heeft en die haar werk
geheel belangeloos en kosteloos verrient
met het eenig doel onze treklustige land-
genooten te beschermen en te helpen.
Deze organisatie maakt studie niet van
'één district, niet van één provincie, niet
van één land, maar van alle emigratielan-
den en is, dank zij ook hare Nederland
sche medewerkers in die landen geves
tigd, in staat om te beoordeelen welk
land, welke streek het best geschikt is
en hoe de moeilijkheden kunnen worden
voorkomen of overwonnen.
Die organisatie is de Nederlandsche
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het Engelech.
36)
„Papa, daar moet u niet over spreken,"
zei juffrouw March ietwat haastig, fcoö
haastig, dat zij niet opmerkte hoe hevig
'John kleurde. Maar zijn kleur verdween
spoedig en hij zei niets. Eu ik zei na
tuurlijk ook niets.
„Wat mij aangaat," ging de jonge da
me voort, „ik heb geen afkeer van Nor-:
ton Bury. Integendeel, ik hield veel van
de plaats, als ik me goed herinner."
„Zijt u daar geweest?"
„Eens toen ik ongeveer twaalf jaar oud
was. Maar we zullen over iets anders
spreken, wat papa beter bevalt. Ik ben
zeker, dat papa van dezen heerlijken
avond geniet. Hoor, hoe de duiven in 't
beukenbosch komen!"
'Ik vroeg haar of ze ooit in 't beuken
bosch geweest was.
1 Neen, ze was geheel en al onbekend
.met zijn geheimenissen. Zelfs van het
beekje, dat zich daar bevond, wist ze
niets.
„Ik wist niet, dat cr zoo dicht bij een
beek was," zei juffrouw March lachend
•n blozend. Niemand onzer antwoordde.
Vereeniging „Landverhuizing", gevestigd
Bezuidenhout 97, te 's-Gravenhage. Een
kort verzoek om inlinchting, desnoods per
briefkaart, en men wordt geholpen.
U zult mij zeer verplichten, geacte Re
dactie, met het vorenstaande in Uw blad
op te nemen in het belang van treklusti-
gen onder Uwe lezers, waarvoor ik U bij
voorbaat dank zeg."
Wij danken den beer Sandberg zeer
voor deze inlichtingen.
Mochten er onder onze lezers treklusli-
gen zijn, dan zullen ze zeker niet nalaten
van het hier gegeven advies gebruik te
mnken.
STADSNIEUWS
Archacologische lezingen en cursussen.
Ook dit jaar zullen weer Archaeoiogi
sche lezingen en cursussen worden gehou-s
den in het Rijks-Museum van Oudheden.
Het programma vermeldt:
Over praehistorie een lezing van
professor Boeke: „De overblijfselen van
den oudsten mensch in en buiten Euro
pa", op 28 Februari en vier lezingen
van prof. J. H. Holwerda op 7, 14, 21
Maart en 18 April over: „De oudste bevol
king van ons werelddeel", „Het volk on
zer hunnebedden", „De Hunnen van het
praehistorisch Europa" en „Galliërs en
Germanen in de urnenvelden van Neder
land.
Over Egyptische kunst zullen handelen
prof. Von Bissing op 27 Febr. en 6
Maart: „Die aegyptische Architektur" en
„Die Entwicklung der aegyptischen Pla
stik" en dr. P. A. A. Boeser op 13 en
20 Maart, 24 April en 1 Mei, in voor
drachten over de koningsgraven van het
Nieuwe Rijk, de gravjn van particulieren
de reliefkunst en de beeldhouwkunst van
het Nieuwe Rijk.
Over Grieksche kunst zijn er voor
drachten op 10, 13 en 17 April van prof.
Dragendorff uit Freiburg, die zal spreken
over plastiek in terracotta's, „Vasenma-
lerei und Plastik", „Vazenmalerei und
grosze Malerei"; terwijl op 25 en 27
April dr. Loeschke uit Trier zal hande
len over „Bemalte romische Glaser uhd
ihre Vorstufen" en „Glas und bemalte
Koramik".
Alle lezingen vangen aan 's avonds 8
uur.
Gedurende de maand Mei zullen mej.
Joh. Brants en de heer A. E. Remou-
champs drie achtereenvolgende Zaterdag
middagen museum-cursussen, van drie
uur in 't geheel, leiden in de afd. Griek
sche beeldhouwkunst en in de Neder
landsche afdceling. De andere afdeelin-
gen. zijn dit jaar wegensvverbouwing niet
voor het publiek toegankelijk.
Men kan zich voor deelneming aan een
of meer groepen van lezingen of museum-
cursussen schriftelijk bij de museumdi
rectie aanmelden, met bijvoeging van een
gulden voor onkosten, of persoonlijk bij
den portier.
Werkloosheidsbestrijding.
Naar Het Volk meldt, deelde de
Burgemeester j.L aan de deputatie uit de
demonstreerende werkloozen mede dat
thans van den minister toezegging was
ontvangen, dat de gemeente mocht over
gaan tot het bouwen van 160 gemeente
woningen, dat bovendien de woning-
bouwvereenigingen „Ons Belang" en de
„Eendracht" toeslemming hadden gekre
gen voor het bouwen van nog een klein
aantal woningen, boven die waaraan
men bezig was, en dat B. en W. verder
nog eenige plannen voor werkverschaf
fing in bewerking hadden.
Het blad weet hier nog bij te vertellen
dat bij de uitvoering van bovengenoem
de werken, alleen Leidsche arbeiders zul-
worden gebruikt, terwijl 80 pCt. moet
bestaan uit de bij de arbeidsbeurs inge
schreven werkloozen.
Mijnheer March lag lui in zijn armstoel
de conversatie ging tusschen de drie
jongere personen -ik mag wel zeggen
tusschen de twee, want spoedig liet ik
John meester van 't terrein. Ik luisterde
naar 't gesprek tusschen hem en juffrouw
March, terwijl zij gaandeweg vriend-
schappelijker tegeaovorelkander werden.
Hoe jong zageïi zij beiden eruit! hoe
gelukkig in hun openhartige, vrije jeugd,
terwijl do zonnestralen over hen vielen.
„Wilt u hier zitten, juffrouw March?
de zon kan u hier niet in de oogen
schijnen," zij weigerde, omdat ze niet
wilde hebben, dat hij voor haar genoegen
in de zon zou moeten kijken.
,,'t Zou anders heel geen straf voor me
wezen," zei John ietwat ernstig. Maar
terwijl ze met 't gesprek voort gingen
wist John z'n hoed zoo te keeren, dat de
zon haar niet meer lastig viel.
Juffrouw March stond op. „Ik zou
gaarne eens naar je beek willen kijken;
kunnen wij haar van hier af zien?"
„Neen, niet duidelijk, we moeten in 't
bosch gaan." zei ik.
'Juffrouw March stemde met kinderlijk
genoegen met mijn plan in.
„Papa, u zult me niet missen in vijf
minuten zijn we terug. Weluu, mijnheer
Fletcher, wilt u met me mee gaan?"
„En ik zal bij mijnheer March blijven,
zoodat hij niet alleen is," zei 'John, tor-
Deze mededeelingen in Het Volk
doen ons denken aan het bekende ver
haal van „het populaire raadslid".
Als deze naar den volksgunst hakende
gemeentebestuurder vernam dat ergens
een lantaarn zou worden geplaatst, dan
was hij er als de kippen bij om daaruit
munt te slaan.
Dat ging heel eenvoudig.
Hij kocht ergens in de buurt een dub
beltje sigaren en bracht het gesprek op
de verlichting.
r „Nogal in orde hier?"
Slecht meneer, heel slecht."
„Maar dat gaat toch niet. U betaalt
toch ook belasting! Ik zal zorgon dat
daarin verandering komt."
En als dan een of twee dagen later de
nieuwe lantaarn geplaatst werd, dan
stonden de menschen paf van de prompte
behandeling.
Dat was nogeens een raadslid. Neen,
maar, die had invloed. Zulke menschen
moest men hebben.
Een volgend maal werd eenzelfde tac
tiek toegepast bij een straat, die ver
nieuwd moest worden.
Zoo werd ons raadslid op een goedkoo-
pe wijze populair.
Eenzelfde tactiek wordt nu ook gevolgd
door de Soc. Dem. fractie.
Men wist van de plannen van
B. en W.
Wat was nu eenvoudiger dan een pro-
testbetooging in elkaar te timmeren en
uitvoering van verschillende werken te
eischen?
De „afgevaardigden" gaan de hooge
stoep op en zoowaar een oogenblik later
komen ze terug met de mededeeling dat
de zaak in orde is, en dat de betooging
doel heeft getroffen.
't Is zoo eenvoudig als het ei van Co
lumbus.
Een kleine deugniet uit de van der
Werfstraat alhier had Vrijdag geen lust
naar school te gaan en nam post op de
treeplank van een autobus en arriveerde
op die wijs te Woubruggo. Toen hij liep
te dwalen en geen kans zag weer terug te
komen werd hij spoedig opgemekt door
onzen veldwachter, die den ongehoorzamen
knaap bij zijn ouders terug bracht»
De heer P. H. Blok alhier wordt
door Curatoren van het Erasmiaansch
Gymnasium te Rotterdam aanbevolen ter
benoeming als tijdelijk leeraar in de
Grieksche en Latijnsche talen en letter
kunde.
Op Donderdag 15 Februari zal Dr.
Th. L. Haitjema opnieuw een voordracht
houden over Hoog-Kerkelijk Protestantis
me. Ditmaal zal worden behandeld het
onderwerp: „De Sacramenten". Ook deze
voordracht wordt gehouden in het Klein-
Auditorium.
Het collegium van het Leidsch Stu
dentencorps is ingevolge het bepaalde bij
de Corps wet afgetreden.
Als praeses van het aieuwe collegium
is officieel candidaat gesteld de heer H.
H. G. Verspyck.
Men schrijft van hier aan de „N.
R. Crt."
„Zaterdag meldde zich een als heer ge
kleed persoon van tamelijke lengte aan
enkele woningen op de Groenhazengracht
Doelengracht en Zwijnhoornsteeg, buur
ten waar heel arme menschen wonen. Hij
gaf te kennen dat hij dokter was van liet
academisch ziekenhuis en opdracht had,
de bewoners te onderzoeken of zij soms
ondervoed waren, in welk geval zij van
wege deze inrichting voedsel en andere
versterkende middelen zouden ontvangen,
alsmede kleeren.* Hij koos voor zijn be
zoeken vrijwel alleen woningen uit, waar
geen mannen in huis waren. Een bejaard
sckillenvrouwlje aan de Groenhazengracht
liet hij do kleeren uittrekken en daarna
beklopte hij haar lichaam. Bij andere
wijl hij weer ging zitten.
't Jonge meisje liep met mo mee en wij
spraken volmaakt openhartig en vrij. Zij
legde oen soort zusterlijk gevoel voor mij
aan den dag, wat alle vrouwen, die ik ge
kend heb in mijn leven, trouwens deden.
Toch was 't een genoegen voor me haar
te zien. Zij sprak veel over mezelven,
vriendelijk vragend, wat ik den geheelen
dag zooal deed, en of ik mij nu en
dan niet verveelde hier zoo alleen in deze
landelijke omgeving.
„Ik verveel me wel eens," ging ze voort,
„of tenminste ik zou 't doen als ik den
tijd had erover te denken, 't Is zoo hard
een eenig kind te wezen." Ik vertelde
haar, dat ik dat nooit zoo gevoeld had.
„Maar gij heb een vriend. Heeft mijn
beer Halifax nog broers of zusters?"
„Neen. Hij heeft geen familie meer in
leven."
„Ocli!" zuchle ze medelijdend. „Gij en
hij schijnen trouwe vrienden te wezen."
„John is een broeder, een vriend, alles
voor mij in de wereld!"
„Is liij? Hij moet dan wel goed wezen.
Werkelijk zoo ziet hij er ook uit," merkte
juffrouw March op, in gedachten. „En ik
geloof tenmiuste ik heb vaak gehoord
dat goede mannen zelzaam zijn."
Ik had geen tijd om te antwoorden
want John brak door 't bosch en kwam
op ons toe. Hij verontschuldigde zich'
bewoners deed hij hetzelfde, zoo ook bij
de wed. H. in de Zwijnhoornsteeg, die
den kost verdient met turf venten. Ook
het 14-jarig dochtertje van de wed. H.
liet hij de kleeren uittrekken, waarna hij
het meisje beklopte en ausculteerde. De
weduwe zou van alles worden voorzien,
ook van kleeren, en het 14-jarig meisje
(zou hij een goede betrekking bezorgen
aan het academisch ziekenhuis. Even la
ter kwam hij terug met de mededeeling
dat hij het meisje maar zou meenemen,
omdat het dadelijk kon geplaatst worden.
Inmiddels was de vrouw, die de zaak niet
vertrouwde, met haar dochtertje naar het
politiebureau gegaan, althans de „dok
ter" vond haar niet thuis, wel de wider
van de wed. H., die den „dokter" ver
zocht straks terug te komen.
De politie stelde dadelijk een onder
zoek in, doch de „medicus", die blijk
baar lont had geroken, was niet meer
te zien.
Do politie tracht nu dezen „geneesheer"
die blijkbaar minder eerbare bedoelingen
had, op te sporen."
Bij informatie ter bevoegdcr plaatse
bleek ons, dat dit bericht op zich zelf wel
juist is, maar dat de daaraanvastge-
knoopte gevolgtrekking, als zou bedoelde
persoon minder eerbare bedoelingen heb
ben gehad, niet juist is, daar deze han
delwijze alleen moet worden toegeschre
ven aan een afwijking in de geestesge
steldheid van den jongen man. Ontklee
ding van een moisje heeft dan ook niet
plaats gehad, waarom de politie dan ook
geen termen aanwezig achtte die een ver
der ingrijpen zouden rechtvaardigen.
Bedoelde persoon is direct onder be
handeling gesteld bij een zenuwarts.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen in de week van 410 Februari
198 volwassen personen en 14 kinderen;
totaal 212.
Door een bewoner van de Maria
Gondastraat is aangifte gedaan, dat men
in den afgeloopen nacht heeft getracht
bij hem in te breken. De buitendeur was
reeds geopend, doch ondervond nog weer
stand door een ketting. De bewoner, die
ontwaakte, begaf zich naar de deur en
zag den man wegvluchten.
Door M. J. B. H. is aangifte gedaan
dat van een perceel op de Hoogewoerd
een glasruit is vernield. Bij onderzoek
bleek hiervan de schuld te dragen J. R.
Laatstgenoemde heeft zich vrijwillig bij
de politie aangemeld.
BINNENLAND
De samenstelling der Eerste Kamer.
Volgens de „Msb." is de leiding van het
wetsontwerp tot regeling van de Evenre
dige Vertegenwoordiging voor de Eerste
Kamer in het begin van doze week te ver
wachten.
De Staatk. Geref. Partij.
In „De Wekker", het orgaan der Chr.
Geref. Kerk, onderwerpt docent Van der
Schuit te Apeldoorn de Staatk. Geref.
Partij aan eenige critiek.
Na eerst gewezen te hebben op de uit
spraak der classis Goes van de Geref. Ge
meenten inzake bet samengaan van het
leeraarsambt en het Kamerlidmaatschap,
waarbij docent Van der Schuit zich af
vraagt, of de Staatk. Geref. partij wel in
het stuk der beginselen den toets kan door
staan, komt hij tot een andere aanmerking.
Niet alleen, zoo vervolgt hij, raakt de
heiligheid der beginselen zoek in het ver
mengen van het leeraarsambt met een
staatkundige betrekking, maar ook door
hetgeen in de algemeene vergadering der
Staatk. Geref. partij te Rotterdam, 3 Aug.
1921, besloten werd.
Daar was aan de orde candidaatstelling
door te zeggen, dat mijnheer March hem
hierheen gestuurd had.
„Je wilt toch niet zeggen, dat je ge
dwongen hierheen komt? Wat een slecht
compliment zou dat zijn voor dit heer
lijke bosch!" En zij zag ietwat ondeugend
naar John, die eenigszins ernstig voor
zich ziende zei: „Ik hoop, dat n er niets
tegen hebt, dat ik gekomen ben?"
Ze begon hartelijk te lachen, zoodat
John's vrees geheel verdween.
„Bovendien," zei hij, „hoorde ik mijn
naam noemen. Welke verschrikkelijke
onthullingen over mij heeft deze vriend
van me gedaan, juffrouw March?" De
jonge damo lachte vroolijk:
..Dat zal ik u eens niet zeggen, mijnheer
Halifax!"
„Ook niet als ik u erom vraag?"
Hij sprak zoo ernstig, dat zij wel moest
antwoorden.
„Mijnheer Fletcher heeft mij verteld
drie dingen eerstens, dat u eens wees
waart zonder familie, ten tweede, dat u
zijn beste vriend waart en ten derde, dat
5 u zoo goed waart!"
|„'t Eerste wist ik niet 't tweede giste
ik wel en 't dorde..." Hij zag haar diep
I in 't gezicht.
I „Het derde had ik ook al niet bolwij-
I feld."
I John maakte ietwat haastig z'n com-
pliment. Hij zag er org gelukkig uit.
ADVERTENTIE.PlKJS
Gewone advertentiën per regel 22', 1 cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vcoruilbefca*
lmg van ten hoogste 30 w 1.5
dagelijks a l rn -
Aan het Zoeklicht "i
Leiden 12 Februari 1923.
Een mensch is toch nooit to oud om te
loeren.
Zaterdag werd me thuis gestuurd een
verkiezingsparaflet van de S. D. A P.:
„Stemt Rood".
Daarin las ik c.m.: „Het oude libera
lisme had althans de verdienste dat het
den strijd voerde tegen geestelijke onder
drukking."
Dat is nu toch wel het allernieuwst.
Namens dat oude liberalisme werd teeti
openlijk uitgesproken: „dan moeten de
minderheden maar onderdrukt wor
den."
En men heeft de daad bij het woord
gevoegd.
Zoo zelfs, dat Mr. Gort van der Lin-i
den moest spreken van het schrikke-
lijk pleit van dwang en vrijheid.
En toch komen nu de leiders van de S.
D. A. P. vertellen dat die liberale onder
drukkers toch eigenlijk streden voor de
vrijheid.
Dat lijkt me een veeg teeken.
Een waarschuwing wat ons te wach
ten staat als ooit het „stemt rood"
door de meerderheid wordt toegepast.
OBSERVATOR.
voor de Kamer en verzekering en luidde
een voorstel, „iedere candidaat der Staatk.
Geref. partij verklare vrij van alle verzeke
ring te zijn." Wanneer wij nu welen, hoe
deze partij tegenover het vraagstuk der
verzekeing staat, zou ieder met recht heb
ben vermoed, dat dat voorstel met alle
stemmen zou zijn aangenomen. Immers
naar 't oordeel dezer partij i9 alle verze
kering zonde. En wat is het besluit „Na
bespreking van dit voorstel sprak de Alge-
•meene Vergadering uit, dat het wensche-
lijk is, dat candidaten onzer partij vrij
van verzekering zijn." Als zulk een niets
zeggend besluit op een voor deze partij
allergewichtigst punt nu geen beginsel ver
zaking is, dan zegge mij een ander, wat liet
dan wel is? Ook het advies inzake bet ze-
gelplalcken „niot plakken maar wel betalen
op heb belastingbiljet" is niet naar den
eisch der beginselen. Dan weet Ds. Fraanje
beter, wat beginselen, eischen.
Verkeer België en Nederland.
Het Ministerie van Buitenlandsche Za
ken brengt ter algemeene kennis, dat met
ingang van 15 Fcbr. a.s. Nederlanders in
België zulen worden toegelaten, hetzij op
grond van hun geldig Nedcrlandsch pas
poort, hetzij op grond van een bewijs van
Nederlandschap te hunnen name, voor
zien van hun portret. Zoodanig nationa-
liteitsbewijs kau worden aangevraagd bij
den burgemeester der woonplaats in Ne
derland van belanghebbende of ter pro
vinciale griffie van de provincie, waarin
die gemeente is gelegen. In geval belang
hebbende in het buitenland woont, kan
hij het aanvragen bij den burgemeester
zijner laatste woonplaats in»Nederland of
bij den Nederlaudschen consul, binnen
wiens ressort hij verblijf houdt.
Omgekeerd kunnen Belgen naar *Ne-
derland reizen, hetzij in het bezit van
hun geWig Belgisch paspoort, hetzij in
het bezit van hunne eonzelvigheidskaart
(carte d'idenlité).
Emigratie naar 3razilië.
Naar aanleiding van de in het begin
van deze maand geplaatste waarschuwing
ontving de directeur van het Informatie
bureau van de Nederlandsche Vereeniging
Landverhuizing bericht van den Cunsul-
Generaal van Brazilië te Amsterdam, dat
in Nederland geene door de Braziliaan-
sche Regeering aangestelde emigratie
agenten werkzaam zijn en dat zij hier
ook niet werkzaam mogen zijn.
John wandelde naast tiaar voort en \vo
waren alle drie in druk gesprek. Ik
merkte op, dat haar hoofd juist even bo
ven John's schouder uitkwam. Ze praat
ten en schertsten druk. Ik had John nog
nooit te voren in gezelschap van vrouwen
gezien en ik stond verbaasd op te mer
ken, hoe netjes hij sprak cn hoe dichter-
lijk hij zijne gedachten wist in te klee-
den. Ik vergat de waarheid: „dat iedere
man tenminste eens in zijn leven eon
dichter wordt."
Zij stonden bij het beekje ou hij toonde
haar aan hoe 't water van boven uit de
bron kwam; do oudo bron. waar de
koeien uit dronken en hoe 't vroolijk
door het bosch stroomde, totdat 't 1>ctio-
den in 't dal eeu brcede rivier werd.
„Kleine oorzaken hebben grootc ge vol-
gen," merkte juffrouw March kernachtig
°P-
John antwoordde met een ge.ukiigen
glimlach! Hij schopte niet de palm ian
zijn hand 't water op en dronk; zij docd
't eveneens. Toen in oen luchthartig®
meisjes grap maakte ze van een gTOot
boomblad een kom, waarmee zo 't waty
op schepte on 't aan mijn mond hield.
„Ik hen Rebecca aan de bron, drink Elea
nor!" riep zij vroolijk. John keek «f
naar en met een zachte^ stem zeido hijï
„Ik ben ook érg dorstig."
(Word', vervolgd).