Aan he! einde der Week
Met cle conferenties zijn we niet bijster
gelukkig dit jaar.
Eerst hebben wo de Parijsche confe
rentie gehad die na twee dagen alweer
moest worden opgeheven omdat men het
niet eons kon worden.
De hoeren te Lausanne hebben het lan
ger volgehouden.
Op 28 November van het vorige jaar
werd de conferentie die in het Oosten
orde op zaken zou stellen geopend. En
zoo druk waren de besprekingen, dat
men er zelfs niet een kleine Kerstvacan»
tie dorst afnemen.
Telkens weer hoorden we van onover
komelijke moeilijkheden, maar ook werd
telkens weer een uitweg gevonden.
Maar nu is dan eindelijk de wagen
die zoo lang kraakte vastgeloopen.
Juist toen men meende dat alle gevaar
geweken was, kwam de botsing die aan
het leven van do conferentie een einde
maakte.
't Is moeilijk te zeggen wat hiervan de
gevolgen zullen zijn.
Men spreekt van een oorlog tussclien
Turkije en Griekenland en een botsing
tussclien Turkije, dat de verwijdering
van de geallieerde oorlogschepen uit
Smyrna eischte en de Europeesche groot
machten, maar tot nu toe zijn die geruch
ten niet bevestigd.
Maar evenmin is bevestigd het gerucht
dat er nog kans is op een overeenkomst.
Het eenige lichtpunt terwijl wij dit
schrijven is, dat de order omtrent de oor
logschepen te Smyrna met 24 uur is ver
lengd. Een bewijs dat Turkije toch nog
niet alles durft.
Niet zonder spanning wordt nu afge
wacht hoe zich bier de toestand verder
zal ontwikkelen.
Ditzelfde geldt ook van het Roergebied.
Het gaat daar hard tegen hard.
De Franschen trachten de Duitschers
uit te putten en ze hang te maken, maar
dat lukt nog niet erg.
Een groot aantal nmhtenaren is al ge
vangen genomen of gedeporteerd, maar
de tegenstand neemt niet noemenswaard
af.
En de kolenvoorraad vermindert niet.
Er liggeVi daar hergen kolen, maar
door de tegenwerking van ambtenaren en
beambten en de desorganisatie van het
spoorwegverkeer, kan Frankrijk er hoe
genaamd niet van profiteeren.
't Is moeilijk te zeggen hoe deze kwes
tie zal worden opgelost en wie van de hei
de partijen tenslotte zal toegeven.
De eenige uitkomst is misschien dat
ten slotte öf het Fransche óf het Duitsche
Kabinet aftreedt, óf heide, waardoor
nieuwe onderhandelingen mogelijk wor
den.
Overigens gaat liet hier vermoedelijk
als hij oorlogen en stakingen.
De verliezende parlü verliest en die het
wint verliest liet ook.
Voor de Sociaal-Democraten die on
langs zoo hoog opgaven van liun macht
om oorlog te voorkomen is het een kwadó
lijd.
Men zit in een lastig parket.
Op het internationaal congres werd een
groot woord gevoerd.
Heel het raderwerk zou stilstaan, als
*1 moest.
Als Fimmen of een andere roode groot-
'leaardigkeidsbekleeder het sein gaf, dan
louden overal de arbeiders het werk
•Jeerleggen, en met één slag zou een oor
log voorkomen zijn.
Maar nu komt de proef op do som.
En de Fransche arbeiders, ze trekken
rustig hun soldatenpakjo aan en gaan
naar liet Roergebied.
En de Duitsche arbeiders, ze plaatsen
itich achter de leiders van het economi
sche leven, de groot-kapitalisten en groot-
l'ahrikanten en ze denken er zelfs niet
aan om ze in den rug aan te vallen.
Eerlijkheid gebiedt te erkennen dat de
oorlogsbrekers wel hun best doen.
Ze beleggen overalprotestvergade-
ringen waar de politie handen vol werk
heeft om de orde te handhaven.
En voorts houden ze collectes, die wel
aiet veel opbrengen, maar die dan toch
moeten dienen om één der partijen te
wierken en het den „Kolenbaronnen" zoo*
uls men die heeren vroeger altijd betitel
de mogelijk te maken het verzet vol te
Houden.
Het is een droeve vertooning, die on
willekeurig herinnert aan hot versje van
Gats over den aap die in den boom klimt.
Inlusschen is de algemeene toestand
Eoowel in ons land als daarbuiten ver van
gunstig.
De onrust en de verwarring nemen toe.
En do onruststokers én do haatzaaiers
liaan onvermoeid door hun treurig en goh
•Ja ar Lijk bedrijf uit te oefenen,
HET TERRORISME VAN DE
FRANSCHEN IN DUITSCHLAND.
In P n i 1 schrijft D r. J. H. Gun
ning J.H.z., die korten tijd geleden in
Duitschland toefde en met den nood der
bevolking van nabij kennis maakte:
Ik hc^d mij stelling verzekerd dat de
jiolitiek van dwang en kleinzielig terro
risme, die Frankrijk uitoefent, ten slotte
ook voor Frankrijk zelf noodlottig blij
ken zal. Datzelfde geloof ik ook van zijn
houding tegenover do Turken. Indien
vieze aartsvijanden der Christenheid, die
ttchandvlek zelfs van het geschandvlekte
l&uropa, weder tot macht komen, zal het
(frootendeels do schuld van do onverstan
dige Rogcering aan de Seine zijn.
Toch zijn de Duitschers, ook in den
ODrlog, allesbehalve heiligen geweest!
1 ft: hel) ook wel Duitschers ontmoet, die
itaij eerlijk bekenden: „wij krijgen onze
•iraf thans thuis, voor hetgeen wij in den
norlog misdreven hebben." Vooral een
gesprek met een zeer ontwikkeld, fijn be
schaafd man, dien ik verder op geenerlei
wijze zal aanduiden, maar wiens woor-
tfen ik terstond, toen ik thuiskwam, heb
•opgeleekend, was mij zeer leerrijk.
„Mijnheer ik hen drie en een half jaar
gewoon soldaat 'geweest, on diende onder
tien Kroonprins. Ik bon als vurig monar-
Ganrne bevestig ik de goede werking van
Dr. Manning's Kinadruppels
bij maagcatarrh, Bleekzucht en herstel na
zware ziekten. 1820
w.g. Prof. Dr. Otto Pertik, Budapest.
chisl uitgetrokken, ik ben als roode re
publikein teruggekeerd.
De behandeling der minderen was
schandalig. Er zijn zeven maanden ach
ter elkaar voorbijgegaan dat ik zelfs
geen aardappel geproefd heb, terwijl de
hoogeren in weelde, ja in schandelijke
overdaad, zwelgdcn. Er werd met vleescli
en wijn gesmeten.
En degemeenheid, de onzedelijkheid is
niet te gelooven. Heelc' scharen meisjes
werden in huizen, waar wij op wacht
moesten staan, binnengebracht en tal van
hooge officieren, ook de allerhoogste, gin
gen daar binnen. Gestolen en geroofd is
er schandelijk, maar de schuld treft niet
de minderen, maar de hoogeren.
De behandeling der Entente is thans
heneden peil, maar wij plukken do vruch
ten van hetgeen wij daar gezaaid hebben.
De Kroonprins mag in zijn boeken ver
tellen vpat hij wil, maar hij was geen
zier heter dan de meeste officieren, die
ik heb ontmoet, en dan zeg ik u: ze heb
ben als heesten huisgehouden."
Nu, wij, Hollanders, die meegeleefd
hebben met dien vreeselijken tijd en onze
couranten, (niet alleen „De Telegraaf')
gelezen hebben, zijn daar ook wel van
overtuigd. De Duitscher doet alles
grondig; hoe zou hij dan eok het Satans-
werk van oorlogvoeren niet in de perfec
tie hebben uitgevoerd? "Wij zullen den
„Christus in de loopgraven," „Christus
rijdende en den oorlogsfakkel zwaaien
de," de foto's van de volmaakt noodeloos
stukgezaagde vruchtboomen en tal van
dergelijke onwederlegbare documenten
van Duitscheri oorlogswaanzin nooit
vergeten.
Maar ten eerste missen de Franschen
en Engelschen en wie er verder tegen
Duitschland gestreden hebben, alle rechl
zich als vrome Farizeërs voor te doen,
want ook hun oorlogs-schuldregister,
van eeuwen her, is overrijk aan bar-
baarschheden en gruwelen. En ten ande
re heet het dan nü vrede te zijn, en
zelden is wel de rol van overwinnaar el
lendiger gespeeld dan door do Entente te
genover het lam-geslagen en verhonge
rende Duitschland. Ik schrijf een brief af
van een eveneens zeer ontwikkeld per
soon, gepromoveerd en volkomen be
trouwbaar, die mij den 5 Oct. 1922 het
volgende berichtte:
„Dat do overwinnaar den overwonnene
terroriseert, is helaas niets óngewoons,
maar dat men in vredestijd een groot
volk laat verhongeren, dat is de
misdaad der Entente. Wij zijn weer eens
even (want zulke gevallen komen tel
kens voor, de éene gruwel volgt op den
andere!) onder den indruk van een oud,
lief echtpaar, dat zich met gas vergifti
gen moest, omdat ze verhongerden. Be
laatste 40.000 Mark lagen op de tafel
voor hun begrafenis.
De duizende gevallen van zelfmoord
mogen niet meer in de couranten staan,
maar in Oostenrijk en Duitschland is de
ze nog de éénige toevlucht voor de men-
schen, die niet meer werken kunnen.
Men laat ons volk eene som gelds beta
len, die nooit éénig volk met 16 uren ar
beidsdag zou kunnen opbrengen. Daarom
daalt de Mark en kunnen wij niets mearr
aan voedingsmiddelen of grondstoffen
van het buitenland koopen.
Het is een schreeuwend onrecht dat een
volk, dat zich half dood werkt, niet m a g
leven. In Frankrijk weten ze niet wat
met de Duitsche kolen te doen, die
Duitschlaud elke maand leveren moet, en
bij ons staan hoe langer zoo meer indus
trieën stil, omdat we geen kolen hebben.
Ook de bevolking heeft geen brandstof
meer. Dat is Sadisme!
„Het i s der Entente ook niet om geld
te doen, maar om het volk door honger
te laten decimeeren, want wanneer ze al
leen de volmaakt-onnoodige bezettings
troepen wegliet, had ze meer oorlogsgeld
dan Duitschland ooit in 20 jaar zou kun
nen betalen.
Hier hebt gij een offieieel bericht van
gisteren, 4 Oct.: „Die Belscliafterkonfe-
renz hat die Bèzüge der Mitglieder der
internationellen Kontroll-kommission mit
Wirkung vom 1 September ah auf das
D r e i f a c h e der bisherigen Satzé er-
liöht. Demgemass erhalten fortan m o-
natlich ausser ilirem Hei-
matsgehalt 1. der vorsitzendë Gene
ral 310.800 Mk., 2. Sonstige Generale,
Obersten und Oberstlieutenants 220.425
Mk., 3. Samfiiche Obersten und Oberstl.
sowie Majore 163.900 Mk., 4. Sonstige
Majore 147.525 Mk., 5. Hauplleute, Leut-
nants und Unterloutn. 139.275 Mk., 6.
Unterofficiere 75.739 Mk., 7. Gemeine
45900 Mark."
„Er komen stellig weer onlusten. Het
brood wordt driemaal duurder, vet, ko
len zijn niet meer te krijgen. Het is veel
erger dan tijdens den oorlog. De ellende
is hier zóó groot dat men er totaal stomp
onder wordt. Denk u in: menschen die
van 7 of 10.000 Mark per jaar moeten le
ven, wat nog niet voor 14 dagen voldoen
de is! Voor die allen is zelfmoord het
éénige redmiddel. Vloek, driewerf vloek
over een volk, dat ons zoo mishandelt!"
Deze laatste uitingen neemt Dr. Gun
ning niet voor zijne rekening, maar, zoo
gaat hij voort:
De haat, die door de wreede Entente
gekweekt wordt hij jong en oud, is ont
zettend. De godvrucktigen huigen zich
onder het oordeel Gods, maar niemand
of hij spreekt het uit dat een nieuwe oor
log onvermijdelijk is. Dat volk van 60
millioenen zelf bewuste en hoogbegaafde
menschen, kan op den duur door de
Franschen, in elk opzicht hunne minde
ren, niet op deze wijze getergd en gemar
teld worden zonder dat de maat eenmaal
oyerloopt, en weo dan ons arme Europa!
Het éénige lichtpunt in alle deze jam
meren is het kleine troepje geloovigen,
die vasthouden aan het Evangelie van
Christus en die zicli door de donkerheid
henen uitstrekken naar het licht.
DE TOREN VAN BABEL.
Dr. W. Andrae, conservator aan de Bcr-
lijnsche Musea, heeft Woensdagavond te
Groningen een lezing gehouden over den
toren van Babel.
De spreker begon met er op te wijzen,
dat de toren van Babel de fantasie be
zighoudt van Joden, Grieken, Romeinen
en Arabieren, en dat tot in de middel
eeuwen en in onzen tijd overleveringen en
legenden zich vormen om dit fabelachtige
bouwwerk.
Maar hoe zag hij er uit? Wonderlijk
was, toen wij, zeide spr., onze opgravingen
begonnen, dat niemand de plaats wist aan
le geven, waar dit reusachtige bouwwerk
had gestaan en niemand kon vermoeden,
dat het diepe gat, waarin het grondwater
stond, de beroemde plek van den toren zou
zijn: zoo grondig was hij vergaan.
Pas door de Duitsche opgravingen, twin
tig jaar voortgezet, weten wij nu hoe
Assyrisclie en Babylonische tempels er uit
zagen en dat do toren van Babyion voor
ouders en broeders had, met de tempels in
een bepaald verband stond, en welk ver
band dat was. Wij kennen thans veel meer
dan 20 Assyrische en Babylonische tempels
De voornaamste godheid eener groote stad
bezat altijd ten minste twee tempels, een
op den vlakken grond, de andere op een
torenhoogen onderbouw dien men „Ziku-
rat" noemde. Deze Zikuratcn zijn massieve
bergen van metselwerk zonder vertrekken,
het zijn dus geen graven, zooals de Egyp
tische pyramiden. Men bereikte door trap
pen aan de buitenzijden den tempel, die
boven op de oppervlakte van den berg
stond.
Het voornaamste van den tempel, dat
ecu woonhuis der godheid was en als „een
woonhuis voor menschen verdeeld was, is
het „cultus"-vertrek. Daar stond het tro
nende „cultus"-beeld der godheid op een
verhevenheid.
Zoo verzamelde dr. Koldewey alle ge-
wensclite bijzonderheden, waarmede hij een
nieuwe aanvulling van den Babylonischen
toren op grond der oude berichten kon tot
stand, brengen.
Daaruit kwam voort een reusachtig, dob-
belsteenvormig gevaarte, welks grootsch
effect niet, zooals bij Grieksche bouwwer
ken, aan liun gratie en harmonie van vor
men, maar aan het kolossale van zijn mas
sa te danken was. Het gevaarte stond op
een kwadraat van 91.5 X 91.5 meter, zijne
hoogte bedroeg evenens 91 meter. De tem
pel was 85 X 85 meter groot. Daarin was
het beroemde vertrek'met de gouden tafel
en het gouden bed.
Op een indrukwekkend feestterrein ver
hief zich dit gevaarte met zijn steile, lood
rechte muren. Duizend torens omkransten
het terrein, scholen, magazijnen, priester-
woningen omringden liet, een eereweg ver
bond hét met de koningsburcht. Deze
burcht lag op dén binnenstadsmuur, zij
vormde als 't ware de poort der stad en
van de stedelijke godheid, die over den
eereweg door de hoodfpoort schreed. Zij
was het Bab-iloe, de poort Gods, die de
stad haar naam gaf Babyion.
Groente en fruit naai* Amerika.
H'et Centraal Bureau der groenteveilin
gen in Nederland had in 1921 de heeren
C. v. d. Graaf en F. V. Yalstar naar Ame
rika gezonden om (de mogelijkheid te on
derzoeken van den uitvoer van fruit en
groente derwa'irfs. Zij beval na terugkeer
'proefzendingen aan waarbij de Fruit
Auction Company te New-York haar me
dewerking zou verleenen. Een rapport
hieromtrent is uitgebracht en blijkens
hetgeen do, „Tel." daaraan ontleent, zijn
de uitkomsten niet in alle opzichten be
vredigend
In 1922 werden op proef naar Amerika
gezonden: komkommers, tomaten, bloem
kool, druiven en kleine partijtjes peen en
spruiten.
Do proefzendingen met komkommers
waren niet hemoediigend; de marktwaar-
digheid van liet product liet veel te wen-
schen, wal voor een deel veroorzaakt
werd door de gebrekkige koelruimte
waarover de Holland-Amerika-lijn be
schikt. Bovendien was de aanvoer van in*
landsobe komkommers op de Amerikaan-
scho markt buitengewoon groot, zoodat bij
normale jaren en bij een goede oplossing
van het vraagstuk der koelruimte met
meer kans op succes naar Amerika kan
worden gezonden.
Tomaten werdén acht maal gezonden.
De verpakking geschiedde met de meeste
zorg in de bekende tomatenkistjes, terwijl
iedere tomaat afzonderlijk werd ingewik
keld. De zendingen hadden een zeer on
gunstig verloop.
De resultaten met bloemkool waren
veel gunstiger. In Mei waren dc eerste
70 kratten (inhoudende ruim 4000 stuks
kas-kool) verzondeD, welke in goodc con
ditie aankwamen. Iedere krat hield circa
60 stuks kool in. De opbrengst was ge-
middel ƒ33.15 per krat.
Ook de overige zendingen kwamen in
goeden toestand aan en de opbrengst was
bevredigende Hiermede is diusr aange
toond, dat op de Amerikaansehe markt
geruimcn tijd (bloemkool van hier kan
worden aangevoerd.
Dc druivenzendingen zijn minder gun
stig uitgevallen. Do moeilijkheden begon
nen al met de. koelruimte, die niet in dc
booten der Holland-Amerika-lijn te krij
gen was, waarom de zendingen plaats had
den met de Red Star-lijn le Antwerpen
De kwaliteit van de eerste drie zendin
gen was zoodanig, dat de druiven geen
verkoopwaarde hadden. Gebleken was,
dat alleen met. uitgezochte prima kwali
teit kon worden gewerkt. Het resultaat
van de vierde zending, met groote voor
zorg behandeld, was bevredigender, ter
wijl ook de uitkomst van de vijfde zen
ding op 17 October met de Holland-Ame
rika-lijn geëxporteerd, vrij gunstig was.
De opbrengst was ongeveer 28 ct. per
pond. Gebleken is dat met onze gewone
goede kwaliteit druiven en een eenvou
dige degelijke verpakking geen goede re
sultaten zijn te verkrijgen.
In de naaste toekomst zal de vraag van
welke kwaliteit dc druif s, van meer bc-
teekenis worden en zullen de overstelpen
de aanvoeren dwingen tot verbetering der
cultuur.
Het rapport doelt vervolgens de uitkom
sten mede van een paar kleine proefzen-r
dingen peen en spruiten. Dc eerste zen
ding peen kwam goed over, maar bleek
niet grof genoeg voor de Amerikaansche
markt, terwijl dc tweede zending (buiten
dc koelruimte geplaatst) ongeschikt voor
den verkoop was. De opbrengst van de
spruiten was gering.
Aan het slot van het rapport wijst het
Centraal Bureau er op, dat duidelijk is
gebleken, dat voor en hoven alles het
koclhuisvraagstuk een overwegende rol
speelt in den export naar Amerika en het
is te betreuren, dat onze Nederlandsche
stoomvaartmaatschappijen niet beter op
het vervoer zijn ingericht. Ook de vrach
ten en inladingskosten moeten verlaagd
worden.
De vergelijking mot de Red Star Line
(Antwerpen) en de Holland-Amerika lijn
valt ten aanzien der vrachten en inladings
kosten l.en nadeele der laatste uit. Onze
Belgische concurrenten hebben door de
koelruimte der Red Star Line en de gun
stige vrachtprijzen een grooten voor
sprong en onze kweekers en handelaren
zullen in den scherpen concurrentiestrijd
het onderspit delven, tenzij in Nederland-
sclie scheepvaartkringen aan hun drin
gend verlangen wordt tegemoet gekomen
Intusschen zoo eindigt het rapport
de stappen in het afgeloopen jaar onder
nomen zullen niet zonder resultaat blij
ven.
De gezondheid der kinderen.
In het Decembernummer van „Tlie
World's Health" komt een artikel voor van
den Amerikaanschen medicus Emmost Holt
voorzitter van de „Child Health Organiza
tion of America". De schrijver deelt mede,
dat de gezondheidsregels voor kinderen,
die de vereeniging propageert, de volgende
zijn
1. Een vol bad, meer dan eenmaal per
weck;
2. de tanden borstelen minstens eens per
dag;
3. lange nachtrust met open vensters;
4. zooveel melk drinkeD, als mogelijk is,
maar geen koffie of thee;
5. eiken dag groenten of vruchten eten;
6. iederen dag minstens vier glazen wa
ter drinken;
7. eiken dag in de open lucht spelen;
8. zorgen voor stoelgang eiken ochtend.
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice.
De vorigu week heb ik er op gewezen
hoe noodzakelijk het is, dat er meer mee
leven komt op allerlei gebied.
Dat geldt ook en wel in bijzondere
male van Leiden en in Leiden ook van
onze menschen zooals Dr. Kuyper
het vroeger uitdrukte.
Ik denk hier aan het maatschappelijk
vraagstuk waarmee we eiken dag in aan
raking komen en dat toch verreweg de
meesten onder ons, althans in algemee-
nen zin, slechts matig interesseert. Dat
is gebleken toen de afd. van „Patrimo
nium" de vorige week haar veertigjarig
bestaan herdacht hij welke gelegenheid
in de Oosterkerk een wijdingssamen
komst werd gehouden.
Twee bekende predikanten voerden het
woord, maar helaas, slechts voor een
klein getal hoorders.
Waar waren ze de mannen en vrouwen
van Patrimonium? En waar waren ze de
leden van de Christelijke vakorganisa
ties? En waar waren ze de Christelijke
patroons, de Boaz-mannen, die toch in
het werk van Patrimonium belang be-
hooren te stellen? Ik weet het niet m'n
waarde, maar dit weet ik wel: in de
kerk waren ze niet.
Dat is geen gelukkig verschijnsel dunkt
me.
Als ik zoo het sociale terrein eens over
zie, of liever dat stukje van het terrein
dat ik in oogenschouw kan nemen, dan
krijg ik heelemaal niet de gedachte dat
we er nu al zijn, en dat wo dus nu zoo
langzamerhand wel op Onze lauweren
kunnen gaan rusten.
Zeker, er is al heel wat bereikt. Dat
blijkt het best als we eens nagaan, wat
in 1894- in het Sociaal Program van Pa*
trimonium, geschreven werd en de wen-
schen die daarin werden geuit.
Gevraagd werd en dat was ook een
sociaal arbeidersbelang wegruiming
van alle beletselen, die nog aan de op
richting van Scholen met den Bijbel in
den weg staan; met name de wegneming
van de geldelijke bevoorrechting, die nog
altijd aan de z.g. neutrale school ten deel
valt.
Welnu, die beletselen z ij n weggeno
men Aan de bevoorrechting van de neu
trale scholen is een einde gekomen. Een
ieder, ook de arme arbeider kan zijn
kinderen zenden naar de school zijner
keuze.
Gevraagd werd daar de armenverzorging,
anders dan die van de liefde Christi
dooi* zijn kerk of particulier initiatief uit
gaat, den werkman vernedert, een rege
ling van het arbeiderspensioen bij ouder
dom, verminking of ziekte.
Ik wil niet beweren dat wij op dit ge
bied al het ideaal hebben bereikt, maar
als we zien hoe de ouderdoms- en invali
diteitsverzekering na jarenlangen strijd
door een Patrimonium-man is. tot stand
gebracht, terwijl ook de Ziekteverzeke
ring wel spoedig zal worden ingevoerd,
dat is er zeker reden tot blijdschap.
Aan de Overheid werd gevraagd, den
uit zijn natuurlijke voegen gedrongen ar
beid te beschermen, door een wettelijke
r'egeling van het arbeidscontract door be
palingen ter bescherming van vrouwen en
jeugdige personen en tor regeling van
den arbeidsduur, en ook aan die wen-
schen is voldaan.
Aan de gedwongen winkelnering is al
thans in hoofdzaak een einde gemaakt;
het ambachtsondorwijs is krachtig bevor
derd; aan de werkloosheidsverzekering is
aandacht geschonken; het woningpcil is
belangrijk verbeterd; de mogelijkheid om
aan landarbeiders een eigen plaatsje te
verschaffen geopend, enz.
Er is dus heel wat tot stand gebracht
de laatste jaren, dank zij medo den ar-,
beid van Patrimonium.
Maar we zijn er tocli nog niet. Er is
nog zoo heel veel te doen overgebleven.
Regelingen van allerlei aard zijn ge
troffen, maar in hoofdzaak zijn het rege*
lingen die toch eigenlijk slechts den om*
trek raken.
Het hoofddoel van Patrimonium was
steeds tot hetere verhoudingen te komen,
door ons volk weer terug te voeren tot
tJ'od en Zjjn Woord. En in dat opz'cht
zijn we nog betrekkelijk Weinig gevor*
derd.
Nog deze week is er in ons blad aan
herinnerd, dat de klassenstrijd niet alleen
bestaat, maar dat ze ook gepredikt wordt,
zoowel door de revolutionaire vakorgani
saties en partijen als door het Verbond
van Nederlandsclie Fabrikantenvereni
gingen.
Van hoogere beginselen is in beide
kampen geen sprake. Met de eischen van
Gods Woord wordt niet gerekend.
Men wil geen toenadering, maar strijd.
Geen vrede door recht, maar een over-i
lieerscking van het zwakke door den ster
ke. Geen rekenen met de eischen van
Gods Woord, maar alleen een vragen
naar het eigenbelang. Dat is het gemeen
schappelijke revolutionaire beginsel,
welks uitwerking en toepassing voor ons
maatschappelijk leven niet anders dan
noodlottig kan zijn.
Er is dus nog werk te over voor een
Vereen, als Patrimonium, die het licht
van Gods Woord over het terrein, van het
maatschappelijk leven wil doen schijnen.
En hgt kan dan ook niet anders dan be*
treurd worden, dat er voor dit stre\en
zoo droevig weinig belangstelling is.
De vijand rukt vast aan met opgesto*
ken vaan en dan nog liefst van twee zij-»,
den, maar wij, wij maken ons niet altijd
op om dien vijand te bestrijden en onze
beginselen to doen zegevieren.
Uit de weinige belangstelling voor ver-:
eenigingen als Patrimonium, blijkt dunkt
me ook een bedenkolijk tekort aan sociaal
besef. Niet alleen bij de wat ik nu maar
zal noemen „hoogere standen", maar
evengoed in de kringen onzer arbeiders.
Dat klinkt zoo op 't eerste gezicht een
beetje vreemd vindt ge niet? We kunnen
immers vaak hooren dat velen van onze
arbeiders van het roode hondje gebeten
zijn en dat ze veel te veel socialistische
allures beginnen aan te nemen.
Dit laatste is dunkt me niet juist, en
een gevolg van een gebrekkig onderschei*
dingsvermogen. Maar ook al was dit zoo,
dan zou er nog heel goed een gemis aan
sociaal besef kunnen zijn.
De stelling dat bij tal van vooraan*
staande sociaal-democraten en commu*
nisten het sociaal besef heel weinig ont*
wikkeld is. lijkt me zeer goed verdedig
baar en dus behoeft ook het feit dat' dit
gemis ook in onze arbeiderskringen ge*
vóeld wordt, liéelcmpaï urnt to verwonde*
re.ii^
Sociaal besef, aon mei) Icónïifcr verta*
len door gemeenschapsgevoel, een ver
staan van de pliohten die men heeft te
genover de gemeenschap. En nu is het
een feit, dat we allemaal, de een meer; de
ander minder, egoïsten zijn.'We hebben
allen een sterke neiging om te vechten
voor onze eigen belangen, of in elk geval
voor onze eigen standshelangen. We zijn
eenzijdig. Vaak zoo sterk, dat het haten
waarvan Gods Woord spreekt tot uiting
komt. Maar ook al komt het niet zoover
en worden we voor uitersten bewaard,
dan toch trekken we ons van de belangen
van de gemeenschap vaak bitter weinig
aan, maar zijn we tevreden als we er
zelf maar komen.
En dat is, amice, alweer een nieuw be
wijs dat een vereeniging als Patrimonium
toch nog wel recht heeft op onze liefde en
belangstèlling, althans, wanneer zoo'n
vereeniging ook werkelijk iets heteekent.
In hoeverre dat hier in Leiden liet ge*
val is kunt ge zelf misschien het best be*
oordeelen.
Een beetje meer meeleven, is ook op
politiek gebied wel noodig.
Als go de A. R. candidatenlijst voor
dezen kieskring bekijkt, dan zult ge het
wel met me eens zijn, dat met de Leid*
sche belangen al heel slecht is gerekend.
De tweede candidaat van de lijst is een
Leidenaar, maar verder zijn alle plaat
sen tot aan No. 8, bezet door candidaten
uit do dorpen.
Dat lijkt me van onze dórpskiesvereeni-
gingen niet bepaald verstandig; beter zou
ongetwijfeld geweest zijn, wanneer ook
met het vrij groote contingent Leidsche
kiezers gerekend was.
Tegelijkertijd echter is hier ook schuld
van de zijde der Leidenaars. Wanneer de
leden onzer Kiesvereeniging wat meer be
langstelling hadden getoond, dat zou in
elk geval voorkomen zijn, dat de Leidsche
candidaten heelemaal achteraf in een
hoekje waren gezet.
Bij de voorbereiding van de raadsver
kiezing viel er ook al weer niet over veel
belangstelling te roemen. De overgroote
meerderheid der leden was rustigjes
thuis gebleven, blijkbaar in de gedachte,
dat het er tcch niet zooveel toe doet wie
onze Gemeente besturen.
Dat is wel jammer. Want het doet er
wel veel toe. Het is wel van groote be*
teekenis welke mannen naar het stad*
huis worden afgevaardigd om daar de
gemeentelijke belangen te behartigen.
Het lijkt mc dan ook zeer gewenscht,
dat in de volgende vergaderingen als de
definitieve candidaatstelling aan de orde
komt, wat meer leden van hunne belang*
stelling blijk geven. Doen ze dat niet dan
verbeuren zo tevens het recht om critiek
te oefencu, wanneer de lijst er andoir?
uitziet dan ze verwacht of gehoopt had*
den en als later de zaken in den Raad
anders gaan dan door bon noodzakelijk
wordt geoordeeld.
Werkelijk m'n waarde, wo moesten nu
eindelijk eens wakker worden, eens alle
lauwheid afschudden en weer als van
ouds in .vuur komen voor onze schoone
beginselen. VERITAb-