Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
3de JAARGANG. - DINSDAG 6 FEBRUARI 1923 - No. 863
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tol. Int. 1278 - Postrekening 58938
ABOlriMEflBEMTSPIIIJS
In Leiden en buiten Leiden
§:- waar agenten gevestigd zijn
jPer kwartaal fiLSÖ
Per week f 0.1&
Franco per post per kwartaal f2.90
V Landverhuizing.
In tijden van malaise zooals we ook
thans beleven, komt altijd weer het
vraagstuk van de landverhuizing aan de
jprde.
Menschen die in het eigen vaderland
geen behoorlijk bestaan kunnen vinden
of die geen kans zien hier hunne vleuge*
len uit te slaan en vooruit te komen, gaan
er dan aan denken in andere streken een
I nieuw vaderland te zoeken.
Met pogingen om de emigratie te bevor-
i deren moeten we eenigszins voorzichtig
zijn.
Het maakt altijd een ietwat eigenaar-
digen indruk personen die er zelf niet
aan denken de grenzen over te steken an
doren te hooien aanraden toch vrienden
f en magen te verlaten om in een ander
doel van de wereld een bestaan te vinden.
Maar wanneer daar zijn ondernemen-
r de menschen voor wie 't hier toch eigen-
lijk te klein wordt en te benauwd, en die
I meenen dat ze land en maagschap moe
ial verlaten om elders opnieuw te be
ginnen, dan kan daar toch ook in het al
ge m e o n geen bezwaar tegen worden
gemaakt.
Do werkgelegenheid is hier op dit
I ougcnhlik niet bijster groot.
Wie zelf een bedrijfje wil beginnen
I heeft met groote moeilijkheden te kampen
I evenals velen die reeds een bedrijfje ex-
ploitceren.
De vooruitzichten zijn niet gunstig.
En dan is er ook nog altijd het Godde-*
I Jijk Woord: „vermenigvuldigt u en ver-
I vult de aarde."
Groote voorzichtigheid is hier echter
I cisch. -
Daarom laten wij hier volgen een
I schrijven van don heer K. Tuininga Jzn.
I secretaris van de Noerlandiaafdeeling
i der Alberta Boerenbond, te Neerlandia,
I Alberta Canada, in het Fr. Dagblad.
Misschien zijn er onder onze lezers die
I met dit schrijven hun voordeel kunnen
I - doen.
Hot luidt als volgt:
..Gedurende de laatste weken worden
wij farmers in Neerlandia, Alberta, Ca
nada, or herhaaldelijk opmerkzaam op
L gemaakt dat door de regeeringen van
f Nederland en Canada, toebereidselen
worden gemaakt om de emigratie' van
r Nederlandsche boeren en boerenarbeï-
dors naar Canada bevorderen.
Wij Hollandsche landbouwers van
Neerlandia, Alberta, wenschen door mid-
f del van uw blad, de aandacht te trekken
van hen, die zich voorgenomen hebben
naar Canada te emigreeren.
Deze nederzetting, gelegen in Centraal
Alberta, bestaat bijna uitsluitend uit No-
derlanders, die zich op de gemengde boer
derij toeleggen.
De bodem bestaat uit vruchtbaren klei-
I grond, bijzonder geschikt voor graanver-
bouw en veeteelt. Het land is bedekt met
struikgewas en licht opgaand hout, het
welk opgeruimd moet worden, voor het
land geploegd kan worden.
Ons district is 18 mijl van den spoorweg
gelegen, on is mot de Hoofdstad van Al
berta verbonden door een geregelde auto-
vracht- cn passagiersdienst.
Op een enkele uitzondering na zijn alle
f irmers leden van de hier gevestigde Ge
reformeerde Gemeente
Aan het onderwijs wordt de noodige
zorg besteed en wij bezitten in ons dis-
j trict goede wegen.
De inkoop van verbruiksartikelen, en
verkoop van producten geschiedt door
middel van onze Coöperatieve organisa-
j tie.
In en nabij onze nederzetting zijn nog
homesteads van 160 acres elk, op te ne
men tegen betaling van boschrijvingson-
kostcn, bedragende 10 dollars en voor hen
die een boerderij willen koopen, bestaat
t in de nabijheid van Neerlandia, gelegen
heid tegen 't billijken prijs zulks te doen.
"Wij, die hier sinds eenige jaren ge-
vestigd zijn, gelooven in de toekomst van
ons district en wenschen hem die zich
hiervoor interesseert deze feiten voor te
leggen.
Wij weten bij ondervinding dat het
voor emigranten van veel waarde is bij
aankomst met raad geholpen te worden
door sympathieke personen.
Wij wenschen de nieuwkoopers voor
te lichten met de kennis die wij hier op
gedaan hebben, daardoor hen gelegen
heid schenkende om zich spoediger een
eigen bestaan te schoppen, dan wanneer
zij alles door ondervinding zouden moe
ten leeren.
Zij die door werken vooruit komen
willen, kunnen in deze omgeving hun
doel bereiken."
STADSNIEUWS
„Doen wij in de West aan Zending?"
Met bovenstaand onderwerp trad in de
matig bezette Oosterkork de heer H.
B i e 1 k e, zendeling van de Broederge
meente te Paramaribo op.
Nadat gezongen was Gezang 144:122 on
gelezen Jesaja 55, ging de heer Bielke in
gebod voor en ving dan aanstonds zijn
rede aan.
De Spreker begint met te zeggen dat de
vraag: „Doen wij ook aan Zending in de
West" een vraag die voor ieder die
met West-Indië bekend is bevestigend zal
worden beantwoord met twee ver
schillende klemtonen kan worden uitge
sproken en wal spr. nu hij voor dit Ne-
derlandsch gehoor spreekt de vraag: doen
wij (Nederlanders) aan zending, ontken
nend uitspreken, maar er aan vastknoo-
pen dat het in het vervolg zal veranderen.
Als Spr. dan spreekt over wie wel aan
zending doen in de West, houdt hij een
uitvoerige beschouwing over het ont
staan van de Broedergemeente te Hern-
hutt en daarna over de doorwerking van
de broederzending in Suriname.
Ondanks alle moeite on tegenstand van
menschelijke zijde heeft zich het werk
uitgebreid omdat God Zijn zegen gaf, zoo
dat de Hernhutter gemeente zich met
haar circa 27000 leden en 36 scholen,
met recht de Surinaamsche volkskerk kan
noemen.
Met tal van intorressante voorbeelden
illustreerde de spreker het doorwerken
van God's geest in onze Amerikaansche
kolonie.
Een ernstige beschuldiging richt spre
ker tot Nederland, dat het Surinaamsche
Zendingswerk niet steunt, zoodat het be-
noodigde geld... door handel moet wor
den bijeengebracht
Na vervolgens een oppervlakkige vo
gelvlucht over het z.g. „oude werk" der
zending te hebben gegeven, behandelt
spr. de drie frissehe loten van den ouden
stam n.l. liet werk onder de boschncgers,
Britsch-Indiërs en Javanen, aan welk
laatste werk spreker zijn krachten geeft.
Uitvoerig bespreekt de heer Bielke den
arbeid onder do Javanen en licht met
treffende voorbeelden toe welken zegen
reeds, ook in dezen arbeid wordt onder
vonden.
Na op dergelijke wijze uitvoerig de
vraag te bobben beantwoord: „Doen we in
onze West aan Zending", vraagt spr. aan
de aanwezigen: „Doet G ij aan de Suri
naamsche Zending" en doet een krachtig
beroep op Nederland om, nu de Duitsche
broeders niet meer kunnen helpen, de
hand aan den ploeg te slaan en door
liefde voor dit werk en door gebed ook
dezen arbeid te steunen. Ook hier hebben
we te staan op de bres in den muur nu
ongeloof en bijgeloof binnen trachten te
dringen.
Met nadruk wijst spr. er op dat Rome
ook hier haar macht wil ontplooien en ook
hiertogen moet een dam worden opge
worpen.
Na gevraagd te hebben dat de gemeen
te niet alleen met gaven, maar bovenal
door gebed de broederen in hun zwaren
arbeid zal steunen, eindigt spr.
Gezongen werd nu Gezang 50:4.
Aan den uitgang werd een collecte ge
houden voor de Surinaamsche Zending,
die £38.74 en 4 briefjes van 1000 mark
opbracht.
In verband mot de moeilijkheden in
het Land- en tuinbouwbedrijf, waarvan
tot heden het gevolg was, dat in liet
Westland uitsluitingen plaats hadden,
achtten de Leidsche Chr. en R. K. land
en tuinbouwarbeiders het wensehelijk,
om door overleg, dergelijke moeilijklte-
den te dezer plaatse te voorkomen.
Zij richtten daartoe een schrijven aan
het hoofdbestuur van de Leidsche pa-
troonsvereenigïng (L. T. B.), waarin de
patroons werden uitgenoodigd op een ver
gadering welke gisteravond te 7 ure in
Zomerlust zou worden gehoudeD.
Overeengekomen was, dat wanneer er
van patroonszijde bezwaren bestonden te
gen hot bijwonen dezer vergadering, dit
tijdig zou worden bericht
Daar geen bericht was ingekomen, was
gisterenavond het bestuur van den
Christel. Landarbcidersbond present.
Maar hoe men ook wachtte, de patroons
kwamen niet opdagen.
Het gerucht liep, dat bij de R. K. or
ganisatie wel bericht van verhindering
was binnengekomen maar met zekerheid
was dit niet bekend.
Ten slotte is men hulstoe gegaan,
vertrouwende dat een volgende conferen
tie meer resultaten zal afwerpen.
Gedurende de maand Januari is het
Stedelijk Museum „De Lakenhal" bezocht
door 999 personen, waaronder 381 beta-
Ienden.
De tentoonstelling van schilderijen en
teekeningen van Prof. J. H. Juires trok
181 bezoekers.
In een perceel aan de Oude Rijn,
bewoond door E. C. is de muntgasmeter
door onbevoegde handen gelicht. C. heeft
van het geval aangifte gedaan bij de po
litie.
B. B. M., wonende alhier, liet rijn
massief gouden ring op een der toiletten
iu een Café hier ter stede liggen; toen hij
de ring miste, en liaar wilde gaan halen,
bleek dat een ander zich reeds over het
voorwerp hand ontfermd.
Van een perceel tuinland in de na
bijheid van de Stinksloot is een hoeveel
heid riet ontvreemd ten nadeele van P.
van W.. wonende in de Decimastraat.
De eigenaar heeft den diefstal aangege
ven hij de politie.
- A. B. bood tijdens een voorstelling
in de Stads-Gehoorzaal zijn ongezochte
medewerking, door zijn metgezel J. P. B,
te mishandelen. B. heeft bij de politie
verslag uitgebracht van het gebeurde.
HlNNENLAÜfS
Koninklijke giften.
De Algemeene Synodale Commissie der
Nederl. Hervormde Kerk heeft van de Ko
ningin ontvangen een gift van f 2000 voor
•het Fonds voor noodlijdende kerken en
personen en oen gift van f 750 ten bate
van het Fonds ter voorziening in de gees
telijke behoeften van gemeenten,' waar
eigen middelen ontbreken.
Do Zomertijd.
De gemeenteraad van de in het Gro-
ningsche landschap Oldambt gelegen ge
meente Beerta, bijna geheel samengesteld
uit boeren en veldarbeiders, heeft zich
hij meerderheid van stemmen uitgespro
ken voor de handhaving van den zo
mertijd. Opmerking verdient nog, dat
Beerta een gemeente is, waar het akker
bouwbedrijf in 't groot beoefend wordt,
dus behoort tot die streken, welker bewo
ners zich, voor zoover ze in den land
bouw hun bestaan vinden, steeds het ern-
sitgst tegen don zomertijd heetten te kan
ten.
Cumulatie van Tractementon.
De „Residentiebode" schrijft:
In een artikeltje, waarin „De Maasbode"
volkomen terecht eens vraagt of de aange
kondigde maatregel tot bestrijding van het
euvel van cumulatie van tractementcn,
niet vergoten wordt, wijst ze ook op het
voornemen der regeering om een einde te
maken aan de cumulatie der pensioenen,
waarvan wij de vorige week inededeeling
hebben gedaan.
Het wekt inderdaad bevreemding dat
een dergelijke eenvoudige bezuinigings
maatregel aan Financiën verteldo men
ons, dat door dit euvel tienduizenden per
maand worden weggegooid zoo lang
tijd noodig hoeft om hot Staatsblad te
bereiken.
Maar is er meer.
Zijn wij goed ingelicht, dan is tegen dit
voornemen uit de betrokken kringen zeer
ornstig verzot gekomen on is de regeering
daarvoor in die niate bezweken, dat deze
maatregoleu zoodanig zullen worden toe
gepast, dat aan de verkregen rechten niet
wordt getornd.
Voor de cumulatie der pensioenen is dit
reeds zekor en de wijziging van de pen
sioenwet zal zoodanig zijn, dat ieder, die
op dit oogenblik èn tractement èn pensioen
geniet in het genot van beide blijft.
De opheffing der cumulatie heeft alleen
beteekenis voor de toekomst.
Nu voelen wij heel veel voor het hand
haven van een eenmaal verkregen recht,
maar wordt dit nu niet te ver gedreven.
We hebben een minister, die een groot
pensioen geniet als Indisch hoofdambte
naar en naast dit pensioen f 18.000 tracte
ment ontvangt als minister. Een ander mi
nister heeft f 6000 pensioen als oud-minis
ter en daarnaast f 18.000 als tractement.
En zulke dignitarissen zijn er vele.
Moet deze geldverspilling nu maar door
gaan ter wille van Tiet principe der verkre
gen rechten?
Was het premievrij pensioen voor de
ambtenaar ook geen verkregen recht en
hebben daar de ministers en Kamerleden
ook geen streep door gehaald?
Waarom nu die verkregen rechten zoo
gesauveerd waar het eigen rechten be
treft?
,J)e Maasbode" wees er op, dat door
wat nu geschiedt de ontevredenheid meer
wordt aangewakkerd dan door welken be
zuinigingsmaatregel ook.
Dit is volkomen juist en ook wij begrij
pen niet, dat regeering en Kamer in deze
tijden zoo kunnen handelen.
Bezuinigen is inderdaad heel anders.
De krakeclcndc Raad.
De laatste Raadszitting van Wormer-
veer is een toonbeeld geweest van male-
looze wanorde en oen tijdlang van kabaal,
Waarbij dc leden met de vuisten tegen»
over elkander stonden. Zaken werden
niet afgedaan, zegt het Nws. Een paar
punten der begrooting werden slechts
afgehandeld en verder was 't den lieelen
avond getwist en gekrakeel over het al
of niet betalen van den bankier Schaap,
den voormaligcn geldschicLer der gc-
ipeente, die een tegoed heeft van een
kleine 2 Ion, maar die naar zijn zin te
lang op betaling moet wachten en don
Raad liad aangeschreven om spoediger
vereffening. Ten slotto staakten de stem
men, 6 tegen 6, zoodat zoodat deze zaak
in een volgende zitting zal worden be
slist. Terloops werd den Raad meegedeeld
dat binnenkort Wormerveer aan contan
ten zou worden geholpen; hoe dit ge
schieden zou werd er niet bij gezegd. De
ADVERTENTIE-PHiJS f
Gewone advertentiën per regel 22J4 cent*
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
$ij contract, belangrijke reductie.
t Kleine advertentiën bij vooiuitbela-
"77 van hoogste 30 woorden, worded
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
medcdeeling hield büjicbaa-? verband met
hot bezoek, dat de wethouders dezer da- j
gen brachten aan Ged. Stalen. j
Do voorzitter was van meenmg, dat
geldelijke steun eou uitblijven en dat men
weldra de betalingen zou moeten staken,
tenzij men er alsnog vlug toe besloot in j
to gaan op de regeeringsvoorstellcn tot
extra-hulp.
Ook ditmaal werden twee één-dags wet
houders benoemd, n.l. de heeren Ferf en
Timmers, die beiden al ocnigo malen be
dankten.
De Statenverkiezingen.
De candidatenlijst van den Yrijz. Dem.
Bond voor do Prov. Staten in de provin
cie Zuid-Holland is bij referendum aldus
vastgesteld?
1 Mr. S. J. L. van. Aalten (aftr.), Rotter
dam; 2 mr. J. Limburg (aftr.). Den Haag; 'j
3 mr. W. Francken (aftr.), Den Haag; 4 j
mevrouw W. van Itallie-Van Embden, Lei- j
den; 5 mevrouw W. A. L. Roa-Vrijinan, j
Den Haag; 6. J. Kortland, Schoonhoven;
7 M. C. M. de Groot, Scheveningeu8 P.
de Geus, Hellevoetsluis9 G. Vlug, Rotter
dam; 10 H. N. Schuitema, Rotterdam; 11
Hugo van Poelgeest, Leiderdorp; 12 A. H.
van Wel, Vlaardingen; 13 J. Zitman, Lei
den.
De R. K. lijst voor de Provinciale Staten
in den kieskring Dordt luidt als volgt: 1.
B. J. Grobben, Den Haag; 2. P. A. M. Le
Ma ire, 8. Th. J. B. Schroot-s, 4 J. L. Yol-
trup.
Kolen uit Duitschland
ïn verband met het verhinderen van
het vervoer van Huhr-kolen naar het
niet-bezette deel vaD Duitschland, dra-»
gen do Fransche en Belgische autoritei-*
ten er zorg voor dat wagons met bestem
ming naar Nederland, kunnen passeeren.
Alle mededeelingen uit Duitsche bron
welke het tegendeel inhouden, zijn on
juist.
De nood van dc Tuinders.
Binnenkort zal aan de tuinbouwors ia
Noord-Holland, wier bedrijven levonsvat-*
baar zijn, doch door de tijdsomstandig-*
heden in moeilijkheden zijn gekomen,
crediet kunnen worden verleend, waar
voor door de provincie een garantie van
90 wordt verleend.
Het crediet, zoo is de bedoeling, z.„.
door de plaatselijke Boerenleenbanken
worden verstrekt Be belanghebbenden
moeten dus zelf zorgen, voor de overblijf
vende 10 een anderen borg te vinden.
In overleg met de betrokken organisa-*
ties is een regeling met algemeene voor-*
waarden opgesteld, waarnaar de banken
deze credieten kunnen verleenen.
Onder geen voorwaarden mogen zij b.r.
strekken tot aflossing van vroegere ere-*
dieten of andere schulden. De aanvra-*
gen moeten worden gericht aan door d«
provinciale commissie voor de veilingen
in N.-Holland gevormde plaatselijke com- -
missies.
Deze zenden de aanvragen met haar
advies door aan de genoemde provinciale
commissie, waarin tevens- en vertegen
woordiger van Gedeputeerdo Staten zit-*
ting heeft
Deze commissie beslist over hel al of
niet toestaan van het advies.
Van den omvang der c-edieibehoefte,
die uit deze regeling zal blijken, zal af-i
hangen of óók het rijk een deel der ga
rantie voor zijn rekening zal hebben to
nemen.
De adressen der plaatselijke commis
sies zullen, evenals de voorwaardeu voor
de credietverleening, spoedig worden be
kend gemaakt Hot secretariaat der pro-*
vinciale commissie is gevestigd te Alk-*
maar, Langcstraat 94.
Uit Langendijk wordt aan de „Tel." ge
mold:
De steunverleening door de regoering
in den vorm van credietvcrscbaffing, ia
voor de meesten een groote teleurstelling.
De gemeenteraad van IT n go waard besloot
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het Engelsch.
32)f
.X>ïj boog oo"k met veel gratie; ik denk
'John, dat dit de eerste koer in ons leven
is, dat we een dame hebben ontmoet."
„Zij is zeer zeker een dame."
Toon mevrouw Tod de ontbijttafel ruim
de, waagde ik een paar onschuldige vra
gen wie mijnheer March was en waar
hij vandaan kwam? maar toen de
hospita weg was, werd ik door John be
rispt wegens mijn neiging om te babbe
len.
Ik lachte erom en merkte op, dat hij
nio laakte, nadat hij de verlangde inlich-
ingen had bekomen, namelijk, dat mijn-*
hoor March een onafhankelijk heer was
dat hij hier in de buurt geen vrienden
had. en dat hij gewoonlijk in "Wales leef
de.
..Dan kan hij niet onze mijnheer
March wezen!"
•Neen," zei 'John, met een zucht van
Yeilichling.
Dien morgen brachten we verder door
Jhol Shakespeare's Romoo en .Tuliet te le-
Zorj Daar ia eon tijd, een zoete tijd, hoe-1
hij niet lang duurt, dat voor ieder
jong hart „Romeo en Juliet" 't gedicht
der gedichten is. Wij waren toen in dien
tijd.
Jolm las 't mij voor, wol is waar niet
voor de eerste keer.
HOOFDSTUK XI.
Er ging een week voorbij. We gevoel
den ons geheel thuis en Endcrley Hill
ik tenminste. Wat John betrof hij genoot
er maar weinig van, daar hij vijf vau de
zeven dagen afwezig was. \s Morgens,
vroeg al, reed hij weg en kwam niet
voor den avond terug, 't Was erg hard
voor hem, maar hij verdroeg de teleur
stelling goed.
Voor mij ging de eene dag gelijk de an
dere. 's Morgens ging ik uit en lag nu
en dan in de zon te kijken. Wijl ik den
geheelen dag bijna buiten was, zag ik
weinig van de bewoners van ons huis.
Een of twee keeren gingen een dame en
heer mij langzaam, in de verte, voorbij,
en ik dacht, dat 't mijnheer March met
z'n dochter wel moest wezen. Hij was
een lange man, met grijs haar; ik was
niet dicht genoeg bij om zijn trekken
duidelijk te kunnen onderscheiden. Zij
liep naast hem en hield hem in de arm.
Behalve deze had ik geen verdere gele
genheid om iets te weten te komen van
onze buren. Soms maakte mevrouw Tod,
als zij de tafel dekte, melding van liem,
maar 't was altijd weinig bijzonders, zoo
als:
„Juffrouw March heeft gevraagd of de
kinderen "stil zouden wezen, ze hoop
te maar niet, dat hun lawaai mij zou
hinderen? Maar mijnheer March was
zulk een onrustig heer zoo precies ook
op zijn kloeding juffrouw Maxell
moest zijn kragen zelf strijken en opma
ken. Bovendien maakte hij zoo'n ophof
als er een speld verkeerd zat aan haar
eigen kleediüg en werkelijk zoo'n drukke,
werkzame jongedame kon er toch niet al
tijd uitzien alsof ze uit een doosje kwam.
Mijnheer March moest zoo erg opgepast
worden, hij scheen te meenen, dat hij
nog altijd in zijn groot huis in Wales
woonde en zijn zeven bedienden had."
Mevrouw Tod praatte alsof 't van zelf
sprak, dat ik volkomen op de hoogte zou
wezen met de heele voorgeschiedenis van
hare gasten. Soms zou ik haar gaarne
hebben uitgehoord maar, als ik John
daarover raadpleegde, zei hiii altijd, dat
men niet moest vragen naar iemands
persoonlijke omstandigheden.
Dus behalve de beide dagen, dat hij
thuis was, wanneer hij mij op zijn paard
tilde en mijlen ver in 't dal met mij reed,
om tegen de schemering terug te komen,
behalve dio beide vroolijko dagon,
bracht ik de gansche week eenzaam door
en was erg dankbaar als 't Zondag waa.
„Je hebt weinig pleizier van Endorley;
ik zou wel weer naar huis willen."
„Denk daar toch niet aan; 't doet je zoo
buitengewoon goed. We moeten m geen
geval naar huis gaant"
Door zulke gesprekken als deze wist ik,
dat ik hem 't allermeest ter harto ging.
Ik autwoorddo dan ook. „Welnu, we
zullen dan blijven als hot je genoegen
doet, John!"
„Veel genoegen! Ik houd veel van die
snelle ritten naar Norton Bury. Boven
alles vind ik 't prettig te komen. Als ik
„Enderley Hill" op rijd, vergeet ik ter
stond de heele looierij en ontwaak ik tot
een vrij en schoon leven. Nu, Phineas,
beken eens, vind je dit niet een heerlijke
plaats?"
„Ja," zei ik glimlachend. „Maar je
hebt me nog niet verteld of jo al eens
weer juffrouw March ontmoet hebt?"
„Zjj heeft mij niet een keer gezien!"
„Maar gij hebt haar gezien! Biecht eer
lijk op!"
„Zeker, waarom niet ik heb haar
wel gezien, een of twee keer, maar nooit
zoo, dat 't haar kon hinderen."
Dat verklaart waarom je zoo goed met
bare wandelingen op de hoogte zijt. Hij
kleurde sterk. „Ik hoop, Phineas, dat je
niet denkt, dat ik 't op de eeu of andere
manier een jonge dame lastig zo»
ken?"
„Wol neen, jo moet 't niet zoo ernstig
opnemen, 't Is immers heel natuurlijk,
dat een jonge man, zooals gij, zou zien
naar zulk een lief natuurgewrocht als een
meisje van zeventien is."
„Zeker, zei John,* zijn gewone rr ooi ijk-*
heid hernemend, „ik heb nog zelden
zulk een lief, vriendelijk gezicht gezien/*
„Maar, John je hebt me nooit verteld,
dat jo baar weer gezien hadt."
„Je hadt 't me ook nooit gevraagd."
„Maar je schijnt haar toch te bewon
deren!"
„Wel maak je maar niet ongerust Ik
heb haar pas een keer of rijf gezien; ik
heb nog nooit mot haar gesproken on zal
dat zeer waarschijnlijk ook wel nooit
docn.Kan iemand dan veiliger zijn? Bo«
vendien", eo hier werd zijn toon bijz«v*
der ernstig. „Ik heb veel te veel wereld-*
sclie zorgen om mij 't kleine genoegen tê
veroorloven van verliefd te worden.
Wees maar niet bang, Phineas!"
Ik glimlachte en begon over Wat ander»
te praten. Maar toch was dezo ^oudag de
laatste, dat ik David geheel en al de raij«*
ne zou kunnen noemen.
(Word! vervolgd).