Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT 3de JAARGANG. - DINSDAG 6 FEBRUARI 1923 - No. 863 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tol. Int. 1278 - Postrekening 58938 ABOlriMEflBEMTSPIIIJS In Leiden en buiten Leiden §:- waar agenten gevestigd zijn jPer kwartaal fiLSÖ Per week f 0.1& Franco per post per kwartaal f2.90 V Landverhuizing. In tijden van malaise zooals we ook thans beleven, komt altijd weer het vraagstuk van de landverhuizing aan de jprde. Menschen die in het eigen vaderland geen behoorlijk bestaan kunnen vinden of die geen kans zien hier hunne vleuge* len uit te slaan en vooruit te komen, gaan er dan aan denken in andere streken een I nieuw vaderland te zoeken. Met pogingen om de emigratie te bevor- i deren moeten we eenigszins voorzichtig zijn. Het maakt altijd een ietwat eigenaar- digen indruk personen die er zelf niet aan denken de grenzen over te steken an doren te hooien aanraden toch vrienden f en magen te verlaten om in een ander doel van de wereld een bestaan te vinden. Maar wanneer daar zijn ondernemen- r de menschen voor wie 't hier toch eigen- lijk te klein wordt en te benauwd, en die I meenen dat ze land en maagschap moe ial verlaten om elders opnieuw te be ginnen, dan kan daar toch ook in het al ge m e o n geen bezwaar tegen worden gemaakt. Do werkgelegenheid is hier op dit I ougcnhlik niet bijster groot. Wie zelf een bedrijfje wil beginnen I heeft met groote moeilijkheden te kampen I evenals velen die reeds een bedrijfje ex- ploitceren. De vooruitzichten zijn niet gunstig. En dan is er ook nog altijd het Godde-* I Jijk Woord: „vermenigvuldigt u en ver- I vult de aarde." Groote voorzichtigheid is hier echter I cisch. - Daarom laten wij hier volgen een I schrijven van don heer K. Tuininga Jzn. I secretaris van de Noerlandiaafdeeling i der Alberta Boerenbond, te Neerlandia, I Alberta Canada, in het Fr. Dagblad. Misschien zijn er onder onze lezers die I met dit schrijven hun voordeel kunnen I - doen. Hot luidt als volgt: ..Gedurende de laatste weken worden wij farmers in Neerlandia, Alberta, Ca nada, or herhaaldelijk opmerkzaam op L gemaakt dat door de regeeringen van f Nederland en Canada, toebereidselen worden gemaakt om de emigratie' van r Nederlandsche boeren en boerenarbeï- dors naar Canada bevorderen. Wij Hollandsche landbouwers van Neerlandia, Alberta, wenschen door mid- f del van uw blad, de aandacht te trekken van hen, die zich voorgenomen hebben naar Canada te emigreeren. Deze nederzetting, gelegen in Centraal Alberta, bestaat bijna uitsluitend uit No- derlanders, die zich op de gemengde boer derij toeleggen. De bodem bestaat uit vruchtbaren klei- I grond, bijzonder geschikt voor graanver- bouw en veeteelt. Het land is bedekt met struikgewas en licht opgaand hout, het welk opgeruimd moet worden, voor het land geploegd kan worden. Ons district is 18 mijl van den spoorweg gelegen, on is mot de Hoofdstad van Al berta verbonden door een geregelde auto- vracht- cn passagiersdienst. Op een enkele uitzondering na zijn alle f irmers leden van de hier gevestigde Ge reformeerde Gemeente Aan het onderwijs wordt de noodige zorg besteed en wij bezitten in ons dis- j trict goede wegen. De inkoop van verbruiksartikelen, en verkoop van producten geschiedt door middel van onze Coöperatieve organisa- j tie. In en nabij onze nederzetting zijn nog homesteads van 160 acres elk, op te ne men tegen betaling van boschrijvingson- kostcn, bedragende 10 dollars en voor hen die een boerderij willen koopen, bestaat t in de nabijheid van Neerlandia, gelegen heid tegen 't billijken prijs zulks te doen. "Wij, die hier sinds eenige jaren ge- vestigd zijn, gelooven in de toekomst van ons district en wenschen hem die zich hiervoor interesseert deze feiten voor te leggen. Wij weten bij ondervinding dat het voor emigranten van veel waarde is bij aankomst met raad geholpen te worden door sympathieke personen. Wij wenschen de nieuwkoopers voor te lichten met de kennis die wij hier op gedaan hebben, daardoor hen gelegen heid schenkende om zich spoediger een eigen bestaan te schoppen, dan wanneer zij alles door ondervinding zouden moe ten leeren. Zij die door werken vooruit komen willen, kunnen in deze omgeving hun doel bereiken." STADSNIEUWS „Doen wij in de West aan Zending?" Met bovenstaand onderwerp trad in de matig bezette Oosterkork de heer H. B i e 1 k e, zendeling van de Broederge meente te Paramaribo op. Nadat gezongen was Gezang 144:122 on gelezen Jesaja 55, ging de heer Bielke in gebod voor en ving dan aanstonds zijn rede aan. De Spreker begint met te zeggen dat de vraag: „Doen wij ook aan Zending in de West" een vraag die voor ieder die met West-Indië bekend is bevestigend zal worden beantwoord met twee ver schillende klemtonen kan worden uitge sproken en wal spr. nu hij voor dit Ne- derlandsch gehoor spreekt de vraag: doen wij (Nederlanders) aan zending, ontken nend uitspreken, maar er aan vastknoo- pen dat het in het vervolg zal veranderen. Als Spr. dan spreekt over wie wel aan zending doen in de West, houdt hij een uitvoerige beschouwing over het ont staan van de Broedergemeente te Hern- hutt en daarna over de doorwerking van de broederzending in Suriname. Ondanks alle moeite on tegenstand van menschelijke zijde heeft zich het werk uitgebreid omdat God Zijn zegen gaf, zoo dat de Hernhutter gemeente zich met haar circa 27000 leden en 36 scholen, met recht de Surinaamsche volkskerk kan noemen. Met tal van intorressante voorbeelden illustreerde de spreker het doorwerken van God's geest in onze Amerikaansche kolonie. Een ernstige beschuldiging richt spre ker tot Nederland, dat het Surinaamsche Zendingswerk niet steunt, zoodat het be- noodigde geld... door handel moet wor den bijeengebracht Na vervolgens een oppervlakkige vo gelvlucht over het z.g. „oude werk" der zending te hebben gegeven, behandelt spr. de drie frissehe loten van den ouden stam n.l. liet werk onder de boschncgers, Britsch-Indiërs en Javanen, aan welk laatste werk spreker zijn krachten geeft. Uitvoerig bespreekt de heer Bielke den arbeid onder do Javanen en licht met treffende voorbeelden toe welken zegen reeds, ook in dezen arbeid wordt onder vonden. Na op dergelijke wijze uitvoerig de vraag te bobben beantwoord: „Doen we in onze West aan Zending", vraagt spr. aan de aanwezigen: „Doet G ij aan de Suri naamsche Zending" en doet een krachtig beroep op Nederland om, nu de Duitsche broeders niet meer kunnen helpen, de hand aan den ploeg te slaan en door liefde voor dit werk en door gebed ook dezen arbeid te steunen. Ook hier hebben we te staan op de bres in den muur nu ongeloof en bijgeloof binnen trachten te dringen. Met nadruk wijst spr. er op dat Rome ook hier haar macht wil ontplooien en ook hiertogen moet een dam worden opge worpen. Na gevraagd te hebben dat de gemeen te niet alleen met gaven, maar bovenal door gebed de broederen in hun zwaren arbeid zal steunen, eindigt spr. Gezongen werd nu Gezang 50:4. Aan den uitgang werd een collecte ge houden voor de Surinaamsche Zending, die £38.74 en 4 briefjes van 1000 mark opbracht. In verband mot de moeilijkheden in het Land- en tuinbouwbedrijf, waarvan tot heden het gevolg was, dat in liet Westland uitsluitingen plaats hadden, achtten de Leidsche Chr. en R. K. land en tuinbouwarbeiders het wensehelijk, om door overleg, dergelijke moeilijklte- den te dezer plaatse te voorkomen. Zij richtten daartoe een schrijven aan het hoofdbestuur van de Leidsche pa- troonsvereenigïng (L. T. B.), waarin de patroons werden uitgenoodigd op een ver gadering welke gisteravond te 7 ure in Zomerlust zou worden gehoudeD. Overeengekomen was, dat wanneer er van patroonszijde bezwaren bestonden te gen hot bijwonen dezer vergadering, dit tijdig zou worden bericht Daar geen bericht was ingekomen, was gisterenavond het bestuur van den Christel. Landarbcidersbond present. Maar hoe men ook wachtte, de patroons kwamen niet opdagen. Het gerucht liep, dat bij de R. K. or ganisatie wel bericht van verhindering was binnengekomen maar met zekerheid was dit niet bekend. Ten slotte is men hulstoe gegaan, vertrouwende dat een volgende conferen tie meer resultaten zal afwerpen. Gedurende de maand Januari is het Stedelijk Museum „De Lakenhal" bezocht door 999 personen, waaronder 381 beta- Ienden. De tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van Prof. J. H. Juires trok 181 bezoekers. In een perceel aan de Oude Rijn, bewoond door E. C. is de muntgasmeter door onbevoegde handen gelicht. C. heeft van het geval aangifte gedaan bij de po litie. B. B. M., wonende alhier, liet rijn massief gouden ring op een der toiletten iu een Café hier ter stede liggen; toen hij de ring miste, en liaar wilde gaan halen, bleek dat een ander zich reeds over het voorwerp hand ontfermd. Van een perceel tuinland in de na bijheid van de Stinksloot is een hoeveel heid riet ontvreemd ten nadeele van P. van W.. wonende in de Decimastraat. De eigenaar heeft den diefstal aangege ven hij de politie. - A. B. bood tijdens een voorstelling in de Stads-Gehoorzaal zijn ongezochte medewerking, door zijn metgezel J. P. B, te mishandelen. B. heeft bij de politie verslag uitgebracht van het gebeurde. HlNNENLAÜfS Koninklijke giften. De Algemeene Synodale Commissie der Nederl. Hervormde Kerk heeft van de Ko ningin ontvangen een gift van f 2000 voor •het Fonds voor noodlijdende kerken en personen en oen gift van f 750 ten bate van het Fonds ter voorziening in de gees telijke behoeften van gemeenten,' waar eigen middelen ontbreken. Do Zomertijd. De gemeenteraad van de in het Gro- ningsche landschap Oldambt gelegen ge meente Beerta, bijna geheel samengesteld uit boeren en veldarbeiders, heeft zich hij meerderheid van stemmen uitgespro ken voor de handhaving van den zo mertijd. Opmerking verdient nog, dat Beerta een gemeente is, waar het akker bouwbedrijf in 't groot beoefend wordt, dus behoort tot die streken, welker bewo ners zich, voor zoover ze in den land bouw hun bestaan vinden, steeds het ern- sitgst tegen don zomertijd heetten te kan ten. Cumulatie van Tractementon. De „Residentiebode" schrijft: In een artikeltje, waarin „De Maasbode" volkomen terecht eens vraagt of de aange kondigde maatregel tot bestrijding van het euvel van cumulatie van tractementcn, niet vergoten wordt, wijst ze ook op het voornemen der regeering om een einde te maken aan de cumulatie der pensioenen, waarvan wij de vorige week inededeeling hebben gedaan. Het wekt inderdaad bevreemding dat een dergelijke eenvoudige bezuinigings maatregel aan Financiën verteldo men ons, dat door dit euvel tienduizenden per maand worden weggegooid zoo lang tijd noodig hoeft om hot Staatsblad te bereiken. Maar is er meer. Zijn wij goed ingelicht, dan is tegen dit voornemen uit de betrokken kringen zeer ornstig verzot gekomen on is de regeering daarvoor in die niate bezweken, dat deze maatregoleu zoodanig zullen worden toe gepast, dat aan de verkregen rechten niet wordt getornd. Voor de cumulatie der pensioenen is dit reeds zekor en de wijziging van de pen sioenwet zal zoodanig zijn, dat ieder, die op dit oogenblik èn tractement èn pensioen geniet in het genot van beide blijft. De opheffing der cumulatie heeft alleen beteekenis voor de toekomst. Nu voelen wij heel veel voor het hand haven van een eenmaal verkregen recht, maar wordt dit nu niet te ver gedreven. We hebben een minister, die een groot pensioen geniet als Indisch hoofdambte naar en naast dit pensioen f 18.000 tracte ment ontvangt als minister. Een ander mi nister heeft f 6000 pensioen als oud-minis ter en daarnaast f 18.000 als tractement. En zulke dignitarissen zijn er vele. Moet deze geldverspilling nu maar door gaan ter wille van Tiet principe der verkre gen rechten? Was het premievrij pensioen voor de ambtenaar ook geen verkregen recht en hebben daar de ministers en Kamerleden ook geen streep door gehaald? Waarom nu die verkregen rechten zoo gesauveerd waar het eigen rechten be treft? ,J)e Maasbode" wees er op, dat door wat nu geschiedt de ontevredenheid meer wordt aangewakkerd dan door welken be zuinigingsmaatregel ook. Dit is volkomen juist en ook wij begrij pen niet, dat regeering en Kamer in deze tijden zoo kunnen handelen. Bezuinigen is inderdaad heel anders. De krakeclcndc Raad. De laatste Raadszitting van Wormer- veer is een toonbeeld geweest van male- looze wanorde en oen tijdlang van kabaal, Waarbij dc leden met de vuisten tegen» over elkander stonden. Zaken werden niet afgedaan, zegt het Nws. Een paar punten der begrooting werden slechts afgehandeld en verder was 't den lieelen avond getwist en gekrakeel over het al of niet betalen van den bankier Schaap, den voormaligcn geldschicLer der gc- ipeente, die een tegoed heeft van een kleine 2 Ion, maar die naar zijn zin te lang op betaling moet wachten en don Raad liad aangeschreven om spoediger vereffening. Ten slotto staakten de stem men, 6 tegen 6, zoodat zoodat deze zaak in een volgende zitting zal worden be slist. Terloops werd den Raad meegedeeld dat binnenkort Wormerveer aan contan ten zou worden geholpen; hoe dit ge schieden zou werd er niet bij gezegd. De ADVERTENTIE-PHiJS f Gewone advertentiën per regel 22J4 cent* Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. $ij contract, belangrijke reductie. t Kleine advertentiën bij vooiuitbela- "77 van hoogste 30 woorden, worded dagelijks geplaatst ad 50 cent. medcdeeling hield büjicbaa-? verband met hot bezoek, dat de wethouders dezer da- j gen brachten aan Ged. Stalen. j Do voorzitter was van meenmg, dat geldelijke steun eou uitblijven en dat men weldra de betalingen zou moeten staken, tenzij men er alsnog vlug toe besloot in j to gaan op de regeeringsvoorstellcn tot extra-hulp. Ook ditmaal werden twee één-dags wet houders benoemd, n.l. de heeren Ferf en Timmers, die beiden al ocnigo malen be dankten. De Statenverkiezingen. De candidatenlijst van den Yrijz. Dem. Bond voor do Prov. Staten in de provin cie Zuid-Holland is bij referendum aldus vastgesteld? 1 Mr. S. J. L. van. Aalten (aftr.), Rotter dam; 2 mr. J. Limburg (aftr.). Den Haag; 'j 3 mr. W. Francken (aftr.), Den Haag; 4 j mevrouw W. van Itallie-Van Embden, Lei- j den; 5 mevrouw W. A. L. Roa-Vrijinan, j Den Haag; 6. J. Kortland, Schoonhoven; 7 M. C. M. de Groot, Scheveningeu8 P. de Geus, Hellevoetsluis9 G. Vlug, Rotter dam; 10 H. N. Schuitema, Rotterdam; 11 Hugo van Poelgeest, Leiderdorp; 12 A. H. van Wel, Vlaardingen; 13 J. Zitman, Lei den. De R. K. lijst voor de Provinciale Staten in den kieskring Dordt luidt als volgt: 1. B. J. Grobben, Den Haag; 2. P. A. M. Le Ma ire, 8. Th. J. B. Schroot-s, 4 J. L. Yol- trup. Kolen uit Duitschland ïn verband met het verhinderen van het vervoer van Huhr-kolen naar het niet-bezette deel vaD Duitschland, dra-» gen do Fransche en Belgische autoritei-* ten er zorg voor dat wagons met bestem ming naar Nederland, kunnen passeeren. Alle mededeelingen uit Duitsche bron welke het tegendeel inhouden, zijn on juist. De nood van dc Tuinders. Binnenkort zal aan de tuinbouwors ia Noord-Holland, wier bedrijven levonsvat-* baar zijn, doch door de tijdsomstandig-* heden in moeilijkheden zijn gekomen, crediet kunnen worden verleend, waar voor door de provincie een garantie van 90 wordt verleend. Het crediet, zoo is de bedoeling, z.„. door de plaatselijke Boerenleenbanken worden verstrekt Be belanghebbenden moeten dus zelf zorgen, voor de overblijf vende 10 een anderen borg te vinden. In overleg met de betrokken organisa-* ties is een regeling met algemeene voor-* waarden opgesteld, waarnaar de banken deze credieten kunnen verleenen. Onder geen voorwaarden mogen zij b.r. strekken tot aflossing van vroegere ere-* dieten of andere schulden. De aanvra-* gen moeten worden gericht aan door d« provinciale commissie voor de veilingen in N.-Holland gevormde plaatselijke com- - missies. Deze zenden de aanvragen met haar advies door aan de genoemde provinciale commissie, waarin tevens- en vertegen woordiger van Gedeputeerdo Staten zit-* ting heeft Deze commissie beslist over hel al of niet toestaan van het advies. Van den omvang der c-edieibehoefte, die uit deze regeling zal blijken, zal af-i hangen of óók het rijk een deel der ga rantie voor zijn rekening zal hebben to nemen. De adressen der plaatselijke commis sies zullen, evenals de voorwaardeu voor de credietverleening, spoedig worden be kend gemaakt Hot secretariaat der pro-* vinciale commissie is gevestigd te Alk-* maar, Langcstraat 94. Uit Langendijk wordt aan de „Tel." ge mold: De steunverleening door de regoering in den vorm van credietvcrscbaffing, ia voor de meesten een groote teleurstelling. De gemeenteraad van IT n go waard besloot FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelsch. 32)f .X>ïj boog oo"k met veel gratie; ik denk 'John, dat dit de eerste koer in ons leven is, dat we een dame hebben ontmoet." „Zij is zeer zeker een dame." Toon mevrouw Tod de ontbijttafel ruim de, waagde ik een paar onschuldige vra gen wie mijnheer March was en waar hij vandaan kwam? maar toen de hospita weg was, werd ik door John be rispt wegens mijn neiging om te babbe len. Ik lachte erom en merkte op, dat hij nio laakte, nadat hij de verlangde inlich- ingen had bekomen, namelijk, dat mijn-* hoor March een onafhankelijk heer was dat hij hier in de buurt geen vrienden had. en dat hij gewoonlijk in "Wales leef de. ..Dan kan hij niet onze mijnheer March wezen!" •Neen," zei 'John, met een zucht van Yeilichling. Dien morgen brachten we verder door Jhol Shakespeare's Romoo en .Tuliet te le- Zorj Daar ia eon tijd, een zoete tijd, hoe-1 hij niet lang duurt, dat voor ieder jong hart „Romeo en Juliet" 't gedicht der gedichten is. Wij waren toen in dien tijd. Jolm las 't mij voor, wol is waar niet voor de eerste keer. HOOFDSTUK XI. Er ging een week voorbij. We gevoel den ons geheel thuis en Endcrley Hill ik tenminste. Wat John betrof hij genoot er maar weinig van, daar hij vijf vau de zeven dagen afwezig was. \s Morgens, vroeg al, reed hij weg en kwam niet voor den avond terug, 't Was erg hard voor hem, maar hij verdroeg de teleur stelling goed. Voor mij ging de eene dag gelijk de an dere. 's Morgens ging ik uit en lag nu en dan in de zon te kijken. Wijl ik den geheelen dag bijna buiten was, zag ik weinig van de bewoners van ons huis. Een of twee keeren gingen een dame en heer mij langzaam, in de verte, voorbij, en ik dacht, dat 't mijnheer March met z'n dochter wel moest wezen. Hij was een lange man, met grijs haar; ik was niet dicht genoeg bij om zijn trekken duidelijk te kunnen onderscheiden. Zij liep naast hem en hield hem in de arm. Behalve deze had ik geen verdere gele genheid om iets te weten te komen van onze buren. Soms maakte mevrouw Tod, als zij de tafel dekte, melding van liem, maar 't was altijd weinig bijzonders, zoo als: „Juffrouw March heeft gevraagd of de kinderen "stil zouden wezen, ze hoop te maar niet, dat hun lawaai mij zou hinderen? Maar mijnheer March was zulk een onrustig heer zoo precies ook op zijn kloeding juffrouw Maxell moest zijn kragen zelf strijken en opma ken. Bovendien maakte hij zoo'n ophof als er een speld verkeerd zat aan haar eigen kleediüg en werkelijk zoo'n drukke, werkzame jongedame kon er toch niet al tijd uitzien alsof ze uit een doosje kwam. Mijnheer March moest zoo erg opgepast worden, hij scheen te meenen, dat hij nog altijd in zijn groot huis in Wales woonde en zijn zeven bedienden had." Mevrouw Tod praatte alsof 't van zelf sprak, dat ik volkomen op de hoogte zou wezen met de heele voorgeschiedenis van hare gasten. Soms zou ik haar gaarne hebben uitgehoord maar, als ik John daarover raadpleegde, zei hiii altijd, dat men niet moest vragen naar iemands persoonlijke omstandigheden. Dus behalve de beide dagen, dat hij thuis was, wanneer hij mij op zijn paard tilde en mijlen ver in 't dal met mij reed, om tegen de schemering terug te komen, behalve dio beide vroolijko dagon, bracht ik de gansche week eenzaam door en was erg dankbaar als 't Zondag waa. „Je hebt weinig pleizier van Endorley; ik zou wel weer naar huis willen." „Denk daar toch niet aan; 't doet je zoo buitengewoon goed. We moeten m geen geval naar huis gaant" Door zulke gesprekken als deze wist ik, dat ik hem 't allermeest ter harto ging. Ik autwoorddo dan ook. „Welnu, we zullen dan blijven als hot je genoegen doet, John!" „Veel genoegen! Ik houd veel van die snelle ritten naar Norton Bury. Boven alles vind ik 't prettig te komen. Als ik „Enderley Hill" op rijd, vergeet ik ter stond de heele looierij en ontwaak ik tot een vrij en schoon leven. Nu, Phineas, beken eens, vind je dit niet een heerlijke plaats?" „Ja," zei ik glimlachend. „Maar je hebt me nog niet verteld of jo al eens weer juffrouw March ontmoet hebt?" „Zjj heeft mij niet een keer gezien!" „Maar gij hebt haar gezien! Biecht eer lijk op!" „Zeker, waarom niet ik heb haar wel gezien, een of twee keer, maar nooit zoo, dat 't haar kon hinderen." Dat verklaart waarom je zoo goed met bare wandelingen op de hoogte zijt. Hij kleurde sterk. „Ik hoop, Phineas, dat je niet denkt, dat ik 't op de eeu of andere manier een jonge dame lastig zo» ken?" „Wol neen, jo moet 't niet zoo ernstig opnemen, 't Is immers heel natuurlijk, dat een jonge man, zooals gij, zou zien naar zulk een lief natuurgewrocht als een meisje van zeventien is." „Zeker, zei John,* zijn gewone rr ooi ijk-* heid hernemend, „ik heb nog zelden zulk een lief, vriendelijk gezicht gezien/* „Maar, John je hebt me nooit verteld, dat jo baar weer gezien hadt." „Je hadt 't me ook nooit gevraagd." „Maar je schijnt haar toch te bewon deren!" „Wel maak je maar niet ongerust Ik heb haar pas een keer of rijf gezien; ik heb nog nooit mot haar gesproken on zal dat zeer waarschijnlijk ook wel nooit docn.Kan iemand dan veiliger zijn? Bo« vendien", eo hier werd zijn toon bijz«v* der ernstig. „Ik heb veel te veel wereld-* sclie zorgen om mij 't kleine genoegen tê veroorloven van verliefd te worden. Wees maar niet bang, Phineas!" Ik glimlachte en begon over Wat ander» te praten. Maar toch was dezo ^oudag de laatste, dat ik David geheel en al de raij«* ne zou kunnen noemen. (Word! vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1