litLeiÉsÉCflwt
Tweede Blad
nieten, en dat deze vergunning niet lan
ger dan een jaar zal geldig wezen.
De heer De Vries heeft geen onderwijs
bevoegdheid.
Een kloekmoedig dominé.
Niet alleen onder militairen komen hel
dendaden voor. Ook onder mannen van de
toga zijn ze geweest ca komen ze nog
voor. Zoo n held mag Ds. C la essen heeten,
die van 1761 tot 1806 predikant te Leer
dam was, en een kostschool heeft gebon
den waar de staatslieden M. C. van Hall
en Groen van Prinsterer hebben gestudeerd
In de „Tel." wordt het volgende van dien
Ds. Claessen verteld:
Elk jaar bracht hij een deel zijner vacan-
fcie door bij zijn broer Jacobus, baljuw van
Woubrugge. Nu gebeurde het in 17C6 of
*67 dat hij in een naburig dorp een vacatu
re-preekbeurt ging vervullen. Onder de
Kaag sloegen de paarden voor zijn rijtuig
op hol, het voertuig kantelde om en domi
nee bralc beide beenen. Zoodra Prins Wil
lem V, Claessen's persoonlijke vriend het
ongeluk vernam, zond hij zijn lijfarts om
C. te behandelen. De dorpsdokter van Wou
brugge begroette dezen „kaper op de kust"
alles behalve vriendelijk. Wat moest de pa
tiënt doen? „Daar heeren, neem elk een
been
's Prinsen lijfarts trof het niet bc£t;
want het door hem behandelde been moest
later worden afgezet.
Ds. Claessen is te Leerdam overleden op
19 Mei 1812.
Een neger voor een Nederl. klas.
Het- „Gr. Dgbld." meldt dat bij ont
stentenis van een leerkracht aan de 2c
Jongensschool te Groningen ais tijdelijk
onderwijzer optreedt een door zijn zwarte
huidskleur zeer opvallend en daar ter stede
zeer bekend West-Indisch student, die on
der meer ook liet onderwijzers-diploma be
zit.
Dr. Rellum, zoo heet de jonge paedagoog,
stamt uit een zeer bekend onderwijzcrsgc-
slacht in Paramaribo zijn vader is
hoofd van een groote school aldaar en
hij zelf heeft in zijn geboortestad zeven
jaar voor de klas gestaan. De laatste vier
jaar was hij tevens medisch student- aan de
Geneeskundige School in die plaats. Na
zijn candidaatsexamen verliet hij de kolo
nie en studeerde van 1919 tot 1922 in de
medicijnen en de letteren aan de Univer
siteiten van Edinburgh en Glasgow, pro
moveerde in eerstgenoemde plaat3 in dc
medicijnen (October '21) en vestigde zicli
aldaar als particulier geneesheer. Geduren
de zes maanden was hij wijkdokter van
West Port (Edinburgh.) In Maart *22 kwam
hij naar Groningen, om tc studeeren voor
het Nederlandsche arts-diploma en slaag
de in October 1922 voor het doctoraal. Tot-
zijn spijt moet hij die studie afbreken, om
naar de West terug te keeren. Hij zal
eenigen tijd te Londen specialisecrcn in
t-ropenziekten en daarna zich vestigen tc
Georgetown (Demcrara.)
Over zijn werkzaamheid op do 2e jon
gensschool is Dr. ïlellum be3t te spreken.
Uit het Sociale Leven
Aanvallen in den rug.
Den laatsten tijd worden er op onze
Christelijke vakbeweging aanvallen ge
daan, zegt de Amsterdammer, die
niet veel minder haast zijn, dan aanval
len in den rug.
Onze Christelijke vakbeweging heeft
steeds oen zwaren strijd tc strijden ge
had.
Langen tijd had men te .strijden tegen
vooroordeel in eigen kring. Dat hield de
Christelijke vakbeweging klein, dat be
lette haar hot uitgroeien. Gelukkig
liierin is kennelijk verl»etering gekomen
en al zijn er nog streken in ons land,
waar een Christelijke bevolking woont,
doch waar de Christelijke vakbeweging
geen vasten voet kon vindon, de bestrij
ding van die zijde is toch lang niet, wat
rij voor een kleine 10-tal jaren nog was.
Den laatsten tijd komt echter een be
strijding op, die niet komt van de rijde
van hen, die tegen vakorganisatie zijn,
maar juist van hen, die zeggen, de vak
beweging te willen bouwen.
Die bestrijding gaat dan tegen het cen
traal punt onzer Christelijke vakbewe
ging: het Christelijk Nationaal Vakver
bond.
Wij willen op twee dingen wijzen:
Allereerst komt daar een bestrijding,
die aangeduid zou kunnen worden met
de woorden los van de vakcentrale.
Een symptoom hiervan is de afschei
ding van de Unie van Chj:. Onderwijzers
van het G. N. V., zoogenaamd „uitslui
tend om financieele redenen". Deze aan
sluiting ia voor het C. N. V. wellicht
minder te betreuren, dan voor de Unie
zelf, maar als symptoom heeft ze toch'
wat te zeggen. Dat wordt duidelijk wan-
nees wij hiernaast stellen het feit, dat de
afdecling 's Gravenhage van den Alg.
Ned. Chr. Ambtenaarsbond, blijkens een
in „De Christelijke Ambtenaar" van 10
Januari jj. opgenomen agenda bespro-
ken heeft een „Bestuursvoorstel inzake f
de agenda voor de a.s. Bondsvergadering: »-
„Afscheiding van het G. N. V." Deze bei-
de feiten, waarbij nog gevoegd kunnen
worden enkele vroegere en latere uitla-
tingen van „Onze Banier", bet orgaan
van den Ned. Clir. Bond van Personeel
in Publieken Dienst, wijzen op een voor
namelijk in den kring van het Overheids
personeel gekweekte stemming legen het
C. N. V. Het komt ons niet onwaarschijn
lijk voor, dat liet groepsbelang, waarte
gen in het CL N. V. juist steeds te velde
wordt gelrokken, aan deze stemming
schuld heeft.
Naast deze „bestrijding in eigen kring"
is er een andere. Wij bedoelen hier de
oprichting van separatistische organisa
ties. Van tamelijk onschuldig karakter
was de oprichting van enkele Christelijk-
democratische organisaties, die thans
reeds goeddeels zijn verdwenen. Even
eens tamelijk onschuldig is dc oprichting
door den heer Huizinga, den vroeger -n
voortrekker van het Christelijke Arbeids
secretariaat, van een soort eigen organi
satie in Zeeuwsch-Vlaanderen, al is juist
dat de oorzaak, dat de Christelijke vak
beweging in dat afgelegen gebied bijna
niet vooruit kan komen. De pogingen in-
derLijd in Groningen ondernomen om een
eigen vakbeweging te stichteu, behooren
nagenoeg tot het verleden.
Daar is echter enkelf jaren geleden
door leden van den Christelijk. Nationale
Werkmanshond opgericht: a. een Chris-
telijk-Nationalo Bouwarboidersbond; b.
een Christelijk Nationale Landarbeid* ts-
bond. Beide organisaties waren volmaakt
overbodig, omdat in de betrokken bedij-
ven sterke Christelijke organisaties In
stonden, die uitmuntend werkten. Voel
groei toonden deze scheur-organisaiies
niet. Dit is zeker gelukkig tc achten. De
Christelijke arbeiders kunnen alleen, als
zij schouder aan schouder blijven,
vruchtbaar werken aan de doorvoering
der Christelijke beginselen in ons maat
schappelijk leven. En daarom: gelukkig,
dat dc scheurorganisaties niet veel won
nen.
Den laatsten tijd werd ook door enkele
men3chcn, werkzaam in Overheidsdienst
te '«-Gravenhage, die lid waren van den
Christelijk Nationalen Werkmars: oud
getracht een nieuwe organisatie naast de
reeds bestaande te slichten. Het succes
op hun pogen was niet al te gr ot.
Maar zie. in „De Nederlander" van Sater
dag 27 Januari j.l. komt een advertentie
voor, luidende: Arbeiders organiseert u ir»
den Bond van Overheidspersoneel, afd.
v. d. Chr. Nat. Workmansb., met de be
doeling in een onafhankelijk land een
Prot. Chr. Vakcentrale op te richten. In
lichtingen en sympathie-betuigingen G. J.
Bos, Hondiusstraat 16. Den Haag. -
Amsterdam. Utrecht. Wanneer volgt gij?
Ook hier dus een aanval in den rug op
de bestaande Vankcentrale, on het C.
N. V.
Het is diep bedroe'.cud. dat in een
tijd als deze zoo lichtvaardig gep.'og.I
wordt, onze Christelijke beweging, lie
in zooveel jaren van moeizainen arbeid is
gebouwd, te bre-keu.
Boter ware het. dat ode-* d:? zich
Christen noemt, werkte aan -1 vers! t-
king der ééne, ongedeelde l jke
vakbeweging, zooals die gajcnlialisr *r'l
is in hot CL N. V.. dat zich werkelijk te
allen' tijde getoond beeft te zr.a een
schild voor den zwakken arbeider, oen
steunpilaar voor het Christ bik beginsel
Uitsluiting in he? tuinbouwbedrijf.
Men deelt van palroonsrijde omtrent
dc beweerde uitsluiting hot volgende me-
de:
Het bericht over de uitsluiting in het
iuindersbedrijf is niet geheel juist. De
onderhandelingen hebben geen overt on-
stemming opgeleverd. Do werkgevers
hebben toen, met ingang van 1 Februari
met inachtneming van den opzegtermijn
het werk opgezegd aan degenen, die hot
hun aangeboden nieuwe contract niet
wcnschten te onderteckencn.
Eerst heden kon blijken of de arbeiders
bereid waren om op de door dc patroons
gestelde voorwaarden aan hel werk te
blijven.
Gebleken is dat slechts een klem deel
georganiseerde arbeiders daartoe niet be
reid was. Het zijn er niet meer clan en
kele honderden.
Vrijdag 2 Februari 1923
USY BE PERS
Wel bedankt, tante.
Onder dit opschrift maakt onze II o t-
terdammer de volgende rake opmer
kingen.
Bekend is, dat de Vrijheidsbond geen
middel onbeproefd laat om da vrouwen
voor zich te winnen.
Vooral de vrouwen moeten worden in
geleid in de heilschatten van het libera
lisme.
Daaraan dienstbaar zijn ook do weko-
lijksche brieven, die zekere Ccrrie, een
jong discipelinnetjo van Thorbccke,
schrijft in ,J)e Vrijheid", het weekblad
van den Vrijheidsbond.
Ze logeert nu te Londen bij een tante
en heeft daar een Engelschon Zondag
meegemaakt.
Tante stelt veel belang in ia Hollar. <1-
sche toestanden, is „een groot voorstan
der van Zondagsrust, maar moet niets
hebben van overdreven Zonlagsdwaug".
Nu is te Londen opgericht caa veree.ii-
ging, die Zondagsche uitstapjes logen
verlaagde prijzen organiseert naar Brigh
ton, Margate West, Ramsgate, Hark* i-r,
enz.
Dit nu geeft tante gereede aanleiding
tot een staatkundige opmerking van groo
te beteekenis.
Tante geeft haar nicht opdracht tot een
politieke zending in Nederland.
Ziet hier de opdracht, die we letterlijk
overnemen: Gaat dat niet precies
vraagt Tante, en ik geioof, dat ze
groot gelijk heeft tegin Ie politiek
van de Scheurers, of lioe die Nederland-
sche dooie-diender8 heeten mogen, *.'i?
In Engeland streven ze er naar den dag
zoo aangenaam mogelijk te maken- -n
Nederland willen ze (al zal hot wel niet
zoo ver komen) er een vervelenden gaap-
en gromdag van maken. Als je nog aan
politiek doet, moet jo dat maar eens aan
je vrienden en vriendinnen vertellen."
„Sch eii r er of boe ii o Neder-
landsclie dooie dienders hee
ten mogen" nu weten wo wat be-
teekent de fameuze zinsnede in het be
ginsel-program van den vrijheidsbond,
„erkenning van de waarde van iet gees
telijk en van het godsdienstig leven voor
maatschappij en staat."
Wel bedankt, tante!
mmïËmjmis
Het Kamerlid Fruyiier.
Met ingang van 1 dezer is aan den
hoofdinspecteur van den arbeid L. A.
Fruytier, te 's-Gravenhage, lid van de
Tweede Kamer, verlof verleend tot liet
tijdstip waarop zijn lidmaaischap der
Kamer eindigt. Met iugang vau genoem
den datum is hij tevens ontheven van
zijn ambt als hoofd van het 11de district
der arbeidsinspectie.
Ket jaarbeursinstituut.
De Nijverheid heeft met den raad van
beheer van de vereen, tot het houden
van jaarbeurzen van gedachten gewis
seld over do uitkomsten van de gehouden
Nederlandsche Jaarbeurzen.
Daarbij heeft de raad, aldus het Corr.
heureau, den indruk gekregen, dat de
verkregen resultaten niet zoo onbevredi
gend en de verdere vooruitrichten niet
zoo twijfelachtig zijn, dat het gewenscht
ware. om het houden van jaarbeurzen
oumiddeiijk te staken, doch dat, alvorens
hierover een besluit te nemen, mede in
verband met de groote kapitalen, die in
de Vereeniging tot het houden van Jaar
beurzen in Nederland en in de N.V. Maat
schappij tot Exploitatie van Jaarbeurs-
gehouwen zijn vastgelegd, de verdere ont
wikkeling van dit instituut dient te wor
den afgewacht
Er bestaan plannen tot reorganisatie
van liet instituut.
Bovengenoemd bericht vestigt den in
druk van een soort rotireeren, om weldra
gevolgd to worden door een min of meer
opdoeken van de jaarbeurzen.
In dit verband herinneren we aan een
artikel van „Viator" in de „Ster", waar
in criliek werd geoefend op het jaar-
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar hefc Engelsch.
29)
„Hoe gaat 't u, mevrouw Tod?" zei
John, toen in den rechtschen ingang een
aardige, net gekleede, vrouw van middel
baren leeftijd verscheen.
„Mij zeer goed, mijnheer u ook? De
kinderen hebben u nog niet vergeten, zoo
u ziet, mijnheer Halifax."
„Zooveel te beter!" en hij tikte mot de
hand op twee of drie kinderkopjes on til
de de jongste hoog in de lucht, 't Was
erg vreemd John met een kind in zijn ar
men te zien.
„Maak zoo weinig lawaai als go kunt,
mijn jongen," zei de goede vrouw tot on
zen postjongen, „omdat de' zieke mijn
heer, ziet u, vandaag niet zoo wel is."
„Dat spijt me; als we dat geweten had
den, zouden we niet tot de deur gereden
zijn; welke is zijn kamer?"
Mevr. Tod wees naar een venster
aan den andoren kant van 't huis. Een
hand was juist bezig met 't. raam te slui
ten en de jalousie neer te laten, - een
li and, welke, hoe vluchtig wij haar ook
zagen, ons minder een mannehand dan
pen YYouwehand toe^lieen.
beursinstituut. Het blijkt thans, dat zijn
waarschuwingen niet overbodig zijn ge
weest.
De Nederf. JJzerconstructie-industrie.
Do heer Michielsen heeft aan den Mi
nister van Koloniën de volgende vragen
gesteld:
1. Is liet den Minister bekend, dat in
de kringen van de Nederlandsche ijzer-
constructieindustrie bij voortduring de
klacht wordt vernomen, dat deze indus
trie bij inkoopen vanwege liet Gouverne
ment in Nederlandsch-Indië herhaaldelijk
wordt gepasseerd, terwijl de werkloosheid
in dezen tak van industrie hier te lande
een grooten omvang heeft genomen?
2. Acht de minister deze klacht geheel
of gedeeltelijk gegrond?
3. Zoo ja, is de Minister van oordeel,
dat de instelling door de Indische Re
geering eener Rijkscommissie voor de
werkverruiming, welke voeling zal houden
met de hier te lande werkende gelijkna
mige commissie, deze klacht wellicht ge
heel of gedeeltelijk kan wegnemen?
4. Indien de Minister dit middel niet
doelmatig acht, welke afdoende maatre
gelen denkt de Minister dan te nemen,
teneinde aan de klacht van dezen tak
van industrie een einde te maken?
Ce Armenraad als informatiebureau.
't Is gebeurd in een groote stad.
Op 't bureau van den Armenraad
kwam, van de zijde van een arm
bezoeker cener instelling van weldadig
heid, een aanvrage in om onderzoek naar
een gezin. Gevraagd werd om een uitvoe
rig rapport en beantwoording van de
vraag: Is dit gezin waardig om te wor
den gesteund?
Ingevolge het bekende bovenaange
haalde wetsartikel werd onmiddellijk on
derzoek ingesteld en een gezinsrapport
klaargemaakt. Even voor 't uitbrengen
van dit rapport rees op 't bureau twijfel
over de zuiverheid van 't motief der aan
vrage. Op welke gronden kan hier niet
worden uitgelegd, omdat daartoe te veel
gepreciseerd zou moeten worden, alleen
kan worden gezegd, dat de aanvrager
voor de tweede maal inlichtingen vroeg
naar een gezin, dat in 't geheel niet arm
lastig bleek en dat woonde buiten zijn
ressort.
Besloten werd, dat 't rapport persoon
lijk zou worden overhandigd en dat bij
die gelegenheid deg aanvragers consciën
tie eens voorziehtiglijk zou worden ge
toetst.
't Bezoek vond plaats. "Waar was *t
rapport eigenlijk precies voor noodig,
vroeg de ambtenaar, op den man af. De
armverzorger bloosde, zei: dat zal ik u
zeggenen toen volgde er een uitleg
ging, die alle kenmerken van onwaarach
tigheid droeg. Des ambtenaars nieuws
gierigheid groeide natuurlijk en uitte zich
in zooveel vragen, dat de ander door de
mand viel. „Ziet u", zei hij, „eigenlijk
zit 't zoo. Ik heb pas een nieuwe schoon
maakster. Die is bij haaa- vorige werk
huis met ruzie vandaan gegaan. Zij
maakte de menschen uit voor al wat lee-
lijk is. En nu wilde ik wel eens weten of
dat werkelijk zoo'n onnette familie is..."
„En de andere aanvrage, die u indien
de, wat was daarvan wel 't eigenlijk mo
tief?" „Hm, ja. Ik zal u vertellen: bij mij
op kantoor is een weduwnaar. Die had
huwelijksplannen. Een weduwe van z'n
kennis leek hem een goede levensgezellin.
Alleen hij wou wel wat méér van haar
weten. Toen heb ik gezegd: wacht ik zal
je helpen. Als armbezoeker vraag ik in
formaties bij den Armenraad
't Spreekt vanzelf, aldus „Het Tijd
schrift voor Armwezen", waaraan het bo
venstaande werd ontleend, dat dezen
armbezoeker toen héél duidelijk is aange
zegd, dat voor zulke informaties de Ar
menraad niet is ingesteld.
KERK ER SCHOOL
Goedkeuring van beroep geweigerd?
Men schrijft aan de N o d e r 1.
Hefc bericht omtrent hefc niefc goedge
keurde beroep naar Lienden kan iu dezen
vorm niet juist zijn.
In 't Reglement op de Vacaturen art. 66
en 07 staat duidelijk, welke stukken ver-
eischfc zijn voor de goedkeuring van een
beroep. Daaronder is niets te vinden over
den aanslag van den Raad van Beheer en
hefc Reglement op de predikantstractemen-
ten. Het is uitgesloten, dat Kerkelijke be
sturen in eersten aanleg en in hooger be
roep zouden handelen iu strijd met do dui
delijke woorden der reglementen.
Daarom zou hefc belangwekkend zijn om
te vernemen, wat er inzake Lienden wel
Toen we goed en wel in onze kamer
zaten, merkte John dat op.
,,'t Was waarschijnlijk de vrouw. Ar
me vrouw, hoe hard binnen to moeten
blijven op zulk een zomeravond als deze."
„En hoe vind je Enderley?" vroeg
vTohn, toen wij tbee gedronken hadden en
ik lag uit te rusten en hij met z'n elle
boog op 't vensterkozijn zat te leunen te
gen de overal binnendringende rozen.
,,'t Is prachtig, heerlijk!"
„Ik zeg je, ik vind 't ook prachtig. Ik
heb me nog nooit zoo tevreden gevoeld;
we zullen een gelukkigen tijd hebben,
Phineas!"
„0, zeker."
Ik lag te rusten tot 't geheel donker ge
worden was, toen wenschte ik hem goe
den nacht en trok mij terug. Terstond
darop hoorde ik John, gelijk ik dacht,
dat hij doen zou, 't huis uitgaan en den
heuvel op.
Toen ik te bed lag hoorde ik nog een
tijdlang z'n voetstappen daarna viel
ik in slaap en droomde.
HOOFDSTUK X.
„Die mevrouw Tod is een buitengewone
vrouw: ik zeg een buitengewone
vrouw."
En terwijl hij met de ellebogen op de
tafel leunde, van waar de buitengewone
is gedaan door het Classicaal en hel Pro
vinciaal Kerkbestuur.
In hooger beroep.
De kerkelijke kiesverceniging „Schrift en
Belijdenis" te Delft heeft van het classi
caal bestuur bericht ontvangen, dat haar
protest tegen dc verkiezing van gemach
tigden in het kiescollege der Ned. Herv.
gemeente, op 15 en 10 November 1922, on
gegrond is verklaard. Van deze beslissing
is do vereeniging in hooger beroep gegaan
bij het provinciaal kerkbestuur.
Zending.
Op uitnoodiging van het Zendingsbu
reau te Oegstgeest zal Donderdag in het
gebouw Irene te Utrecht een samenkomst
worden gehouden van afgevaardigden der
verschillende classicale zendingscommis-
sies en vereenigingen in de Ned. Hërv.
Kerk ter bespreking van de vraag, welke
mogelijkheden Nederland biedt om in de
behoeften van het zendingswerk te voor
zien.
Verwanten in Noord-Sumatra.
De heer H. A. Wiersinga, die 2 Maart
a.s. naar zijn arbeidsveld in Medan hoopt
tc vertrekken, deelt mede, dat, zoo ver
wanten of kennissen (ook buiten de Gerei.
Kerken) van hen, die in Noord-Suraatra
woonachtig zijn, hem over deze wenschen
te Schrijven, brieven het liefst worden in
gewacht voor .den 21slen Februari. Zoo
men hem nog persoonlijk wenseht te spre
ken, zal hij gaarne bezoeken verwachten
van 1420 Februari aan zijn adres:
Vlocddijk 25, Kampen.
Tucht over Doopleden.
De classis Goes der Geref. Gemeenten
adviseerde aan twee harer Kerken, doople
den, die Kejk en catechisatie verzuimen
en naar geen veiinaning Ik oren, van hefc
doopboek af te voeren, met kennisgeving
aan de gemeente.
Zending Geref. Gemeenten.
De classis Middelburg der Geref. Ge
meenten stelt aan de Particuliere Synode
van hefc Zuiden voor, waar door deze ge
meenten de Zending onder de heidenen
niet kan gedreven worden dooi uitzending
van eigen Missionaris, deze Zending voor
te staan door hefc verspreiden van Bijbels.
Evangelisatie.
Ds. J. Mulder, van Leeuwarden, schrijft
als gemachtigde van het Geref. Traktaafc-
Genootschap „Filippus" hefc volgende
In 1922 werden weer ongeveer 1490
Scheurkalenders verspreid, die door de mi
litairen van allerlei wapens met groote er
kentelijkheid zijn ontvangen. Op ondubbel
zinnige wijze gaven marechaussee'» en
huisvaders van Militaire Tehuizen, solda
ten en onderofficieren ons blijk, hoe wel
kom de kalenders hun waren.
Het Koninklijk Huis deed „Filippus" van
zijn belangstelling blijken. Namens H. M.
de Koningin kwam in een dankbetuiging
met waardeering voor den arbeid van het
Genootschap, terwijl H. M. do Koningin-
Moeder weder f 25 zond, gelijk reeds tal
van jaren geschied is.
Ook klimt het getal Kerkeradenj dat
blijk geeft belang te stellen in den arbeid
voor de zonen van ons volk. Zoo hebben
ook vele Jongelings- en Jongedochters-ver
eenigingen getoond den arbeid van „Fi
lippus" te willen steunen door een post
wissel te zenden.
Door deze bijdragen tob een totaal van
f 867.50 kon ^Filippus", na aftrek van on
vermijdelijke onkosten ad f 98.15, den Pen
ningmeester weer een bedrag van f 769.05
zenden. Daarmede zijn de verspreide ka
lenders nog niet betaald, maar „Filippua"
is dankbaar voor de bewezen hulp'.
Bij vernieuwing wordt, deze arbeid aan
bevolen.
Goede Vrijdag.
Te Amsterdam bestaat een Comité, dat
ten doel heeft te bevorderen den Goeden
Vrijdag door de Overheid als met den
Zondag gelijk gesteld te doen verklaren,
evenais dat in artikel 1 der Wet van 27
April 1904 (staatsblad no. 83) ten aanzien
van den Hemelvaartsdag is geschied. Men
deelt aan de *,N. R. Cfc." mede, dat de se
cretaris van hefc Comité de heer J. A.
van Putten, te Amsterdam, weder een lijst
met betuigingen van instemming aan de
Regeoring heeft- gezonden.
Een bijzonder geval.
De heer F. do Vries, theologisch student,
heeft eenigen tijd geleden den minister
van Onderwijs verlof gevraagd om zijn va
der, hoofd der Geref. school te Leer
dam, als tijdelijk onderwijzer ter zijde te
mogen staan. Daartoe is hem thans ver
gunning verleend, op voorwaarde dat hij
voor dien arbeid geene belooning zal ge-
vrouw pas 't ontbijt had weggeruimd,
zag John mij aan met z'n vroolijke, brui
ne oogen.
„Waarom, David?"
„Zij heeft een huis vol kindoren en
toch houdt ze hen stil verliest nooit
haar humeur; verwonderlijk geduld; ik
begrijp niet hoe iemand dat behouden
kan, die met jongens te doen heeft"
„John, daar meen je niets van; ik zag
je zelf, een half mir geleden den oudsten
Tod-jongen op een weerspannige ezel
vasthouden en lachen, tot je haast niet
meer staan kondt"
„Is dat zoo?" zei hij, half beschaamd.
„Wel, dat was om den kleinen kwajongen
te beletten rumoer onder de ramen te
maken; en dat brengt mij een andere
merkwaardige deugd van mevrouw Tod
te binnen ze kan zwijgen."
„Hoe zoo?"
„In twee dagen beeft ze ons niets ver
teld van onze buren, die de andere helft
van Rose Cottage bewonen."
„Wou je er wat van weten?"
John lachte en zei, dat hij altijd eoo
soort genoegen er in vond om wat te we
ten aangaande menschen en dingen.
„Maar wat belang kan je hebben bij
dien ouden Heer en die oude Dame?"
„Houd op, Phineas hoor oens,
vriend, wat zou je er van zeggen al» ..die
oude dame", bleek niet een „oude dame"
te wezen?"
„Wat! De vrouw van dien ouden heer?"
„Vrouw? de eigenares van de grijze zij
den japon, welke ik in de keuken heb
zien hangen! Ik heb deze meer gezien."
„De grijze japon? wanneer ou waar?"
„Vanmorgon vroeg: zij liep erg hard en
droog een mandje ik denk een mandje
met eieren."
„Goede huishoudster! beste vrouw!"
„Ik betwijfel 't of rij een vrouw is, zij
liep heel wat vlugger en vroolijker dan
een vrouw behoort te loopen, wier man
ziek is."
Ik moest lachen om deze origineele op
merkingen van John aangaande de hu-
welijksplichtcn.
„Daarenboven, mevrouw Tod noemt
haar zieke altoos „den ouden heer!" en
ik geloof niet, dat dit een oude dame
was."
„Niet nu oude mannen trouwen
soms jonge vrouwen."
„Ja, maar dat is altijd jammer en
soms niet geheel in den haak toch, ik
geloof niet dat zij een oude vrouw is en
ook niet, dat ze getrouwd is."
„Hoe kunt ge dat zoo weten? Heb je
haar gezicht gezien?"
„Natuurlijk niet!" antwoordde hij iet
wat verontwaardigd, ..ik vind 't niet erg
mannelijk om als con schooljongen een
meisje na te loopen ora haar gezie? t te
zien; ik wachtte lot ze naar binnen was
gegaan."
„In Rose Cottage?"
„Ja zeker.".
..Zij was zeker wel versche eieren g i?.n
halen voor haar ik bedoel voor ««l
zieken heer. Goede ziel."
„Je moogt er mee spotten, Pninea»,
maar ik geloof, dat 't een goede ziel ;.s"
„Op haar weg naar huis zag ik haar
twee keer stilstaan: eens om lot een oud
vrouwtje te spreken, die hout sprokkelde
en nog eens om een jongen de les In le
zen, die een ezel mishandeld''
„Hoorde je dal?"
„Neen; maar ik zag aan 't deemoedig
gezicht van den jongen, loon :k hewi
voorbij ging, dat hij een uitbrander had
gekregen."
„En nu," zei John, inoge de danm v.ui
haar eieren genieten; ik moet naar Nor
ton Bury. Wat een heerlijke dag ii 1
om te rijden, wat zal ik er \an langs
gaan!"
Hij steeg vroolijk te paard ^ijn -*rt
was licht cu- vrij als de lucht
(Wordt vervolgd),