litLeiÉsÉCflwt Tweede Blad nieten, en dat deze vergunning niet lan ger dan een jaar zal geldig wezen. De heer De Vries heeft geen onderwijs bevoegdheid. Een kloekmoedig dominé. Niet alleen onder militairen komen hel dendaden voor. Ook onder mannen van de toga zijn ze geweest ca komen ze nog voor. Zoo n held mag Ds. C la essen heeten, die van 1761 tot 1806 predikant te Leer dam was, en een kostschool heeft gebon den waar de staatslieden M. C. van Hall en Groen van Prinsterer hebben gestudeerd In de „Tel." wordt het volgende van dien Ds. Claessen verteld: Elk jaar bracht hij een deel zijner vacan- fcie door bij zijn broer Jacobus, baljuw van Woubrugge. Nu gebeurde het in 17C6 of *67 dat hij in een naburig dorp een vacatu re-preekbeurt ging vervullen. Onder de Kaag sloegen de paarden voor zijn rijtuig op hol, het voertuig kantelde om en domi nee bralc beide beenen. Zoodra Prins Wil lem V, Claessen's persoonlijke vriend het ongeluk vernam, zond hij zijn lijfarts om C. te behandelen. De dorpsdokter van Wou brugge begroette dezen „kaper op de kust" alles behalve vriendelijk. Wat moest de pa tiënt doen? „Daar heeren, neem elk een been 's Prinsen lijfarts trof het niet bc£t; want het door hem behandelde been moest later worden afgezet. Ds. Claessen is te Leerdam overleden op 19 Mei 1812. Een neger voor een Nederl. klas. Het- „Gr. Dgbld." meldt dat bij ont stentenis van een leerkracht aan de 2c Jongensschool te Groningen ais tijdelijk onderwijzer optreedt een door zijn zwarte huidskleur zeer opvallend en daar ter stede zeer bekend West-Indisch student, die on der meer ook liet onderwijzers-diploma be zit. Dr. Rellum, zoo heet de jonge paedagoog, stamt uit een zeer bekend onderwijzcrsgc- slacht in Paramaribo zijn vader is hoofd van een groote school aldaar en hij zelf heeft in zijn geboortestad zeven jaar voor de klas gestaan. De laatste vier jaar was hij tevens medisch student- aan de Geneeskundige School in die plaats. Na zijn candidaatsexamen verliet hij de kolo nie en studeerde van 1919 tot 1922 in de medicijnen en de letteren aan de Univer siteiten van Edinburgh en Glasgow, pro moveerde in eerstgenoemde plaat3 in dc medicijnen (October '21) en vestigde zicli aldaar als particulier geneesheer. Geduren de zes maanden was hij wijkdokter van West Port (Edinburgh.) In Maart *22 kwam hij naar Groningen, om tc studeeren voor het Nederlandsche arts-diploma en slaag de in October 1922 voor het doctoraal. Tot- zijn spijt moet hij die studie afbreken, om naar de West terug te keeren. Hij zal eenigen tijd te Londen specialisecrcn in t-ropenziekten en daarna zich vestigen tc Georgetown (Demcrara.) Over zijn werkzaamheid op do 2e jon gensschool is Dr. ïlellum be3t te spreken. Uit het Sociale Leven Aanvallen in den rug. Den laatsten tijd worden er op onze Christelijke vakbeweging aanvallen ge daan, zegt de Amsterdammer, die niet veel minder haast zijn, dan aanval len in den rug. Onze Christelijke vakbeweging heeft steeds oen zwaren strijd tc strijden ge had. Langen tijd had men te .strijden tegen vooroordeel in eigen kring. Dat hield de Christelijke vakbeweging klein, dat be lette haar hot uitgroeien. Gelukkig liierin is kennelijk verl»etering gekomen en al zijn er nog streken in ons land, waar een Christelijke bevolking woont, doch waar de Christelijke vakbeweging geen vasten voet kon vindon, de bestrij ding van die zijde is toch lang niet, wat rij voor een kleine 10-tal jaren nog was. Den laatsten tijd komt echter een be strijding op, die niet komt van de rijde van hen, die tegen vakorganisatie zijn, maar juist van hen, die zeggen, de vak beweging te willen bouwen. Die bestrijding gaat dan tegen het cen traal punt onzer Christelijke vakbewe ging: het Christelijk Nationaal Vakver bond. Wij willen op twee dingen wijzen: Allereerst komt daar een bestrijding, die aangeduid zou kunnen worden met de woorden los van de vakcentrale. Een symptoom hiervan is de afschei ding van de Unie van Chj:. Onderwijzers van het G. N. V., zoogenaamd „uitslui tend om financieele redenen". Deze aan sluiting ia voor het C. N. V. wellicht minder te betreuren, dan voor de Unie zelf, maar als symptoom heeft ze toch' wat te zeggen. Dat wordt duidelijk wan- nees wij hiernaast stellen het feit, dat de afdecling 's Gravenhage van den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond, blijkens een in „De Christelijke Ambtenaar" van 10 Januari jj. opgenomen agenda bespro- ken heeft een „Bestuursvoorstel inzake f de agenda voor de a.s. Bondsvergadering: »- „Afscheiding van het G. N. V." Deze bei- de feiten, waarbij nog gevoegd kunnen worden enkele vroegere en latere uitla- tingen van „Onze Banier", bet orgaan van den Ned. Clir. Bond van Personeel in Publieken Dienst, wijzen op een voor namelijk in den kring van het Overheids personeel gekweekte stemming legen het C. N. V. Het komt ons niet onwaarschijn lijk voor, dat liet groepsbelang, waarte gen in het CL N. V. juist steeds te velde wordt gelrokken, aan deze stemming schuld heeft. Naast deze „bestrijding in eigen kring" is er een andere. Wij bedoelen hier de oprichting van separatistische organisa ties. Van tamelijk onschuldig karakter was de oprichting van enkele Christelijk- democratische organisaties, die thans reeds goeddeels zijn verdwenen. Even eens tamelijk onschuldig is dc oprichting door den heer Huizinga, den vroeger -n voortrekker van het Christelijke Arbeids secretariaat, van een soort eigen organi satie in Zeeuwsch-Vlaanderen, al is juist dat de oorzaak, dat de Christelijke vak beweging in dat afgelegen gebied bijna niet vooruit kan komen. De pogingen in- derLijd in Groningen ondernomen om een eigen vakbeweging te stichteu, behooren nagenoeg tot het verleden. Daar is echter enkelf jaren geleden door leden van den Christelijk. Nationale Werkmanshond opgericht: a. een Chris- telijk-Nationalo Bouwarboidersbond; b. een Christelijk Nationale Landarbeid* ts- bond. Beide organisaties waren volmaakt overbodig, omdat in de betrokken bedij- ven sterke Christelijke organisaties In stonden, die uitmuntend werkten. Voel groei toonden deze scheur-organisaiies niet. Dit is zeker gelukkig tc achten. De Christelijke arbeiders kunnen alleen, als zij schouder aan schouder blijven, vruchtbaar werken aan de doorvoering der Christelijke beginselen in ons maat schappelijk leven. En daarom: gelukkig, dat dc scheurorganisaties niet veel won nen. Den laatsten tijd werd ook door enkele men3chcn, werkzaam in Overheidsdienst te '«-Gravenhage, die lid waren van den Christelijk Nationalen Werkmars: oud getracht een nieuwe organisatie naast de reeds bestaande te slichten. Het succes op hun pogen was niet al te gr ot. Maar zie. in „De Nederlander" van Sater dag 27 Januari j.l. komt een advertentie voor, luidende: Arbeiders organiseert u ir» den Bond van Overheidspersoneel, afd. v. d. Chr. Nat. Workmansb., met de be doeling in een onafhankelijk land een Prot. Chr. Vakcentrale op te richten. In lichtingen en sympathie-betuigingen G. J. Bos, Hondiusstraat 16. Den Haag. - Amsterdam. Utrecht. Wanneer volgt gij? Ook hier dus een aanval in den rug op de bestaande Vankcentrale, on het C. N. V. Het is diep bedroe'.cud. dat in een tijd als deze zoo lichtvaardig gep.'og.I wordt, onze Christelijke beweging, lie in zooveel jaren van moeizainen arbeid is gebouwd, te bre-keu. Boter ware het. dat ode-* d:? zich Christen noemt, werkte aan -1 vers! t- king der ééne, ongedeelde l jke vakbeweging, zooals die gajcnlialisr *r'l is in hot CL N. V.. dat zich werkelijk te allen' tijde getoond beeft te zr.a een schild voor den zwakken arbeider, oen steunpilaar voor het Christ bik beginsel Uitsluiting in he? tuinbouwbedrijf. Men deelt van palroonsrijde omtrent dc beweerde uitsluiting hot volgende me- de: Het bericht over de uitsluiting in het iuindersbedrijf is niet geheel juist. De onderhandelingen hebben geen overt on- stemming opgeleverd. Do werkgevers hebben toen, met ingang van 1 Februari met inachtneming van den opzegtermijn het werk opgezegd aan degenen, die hot hun aangeboden nieuwe contract niet wcnschten te onderteckencn. Eerst heden kon blijken of de arbeiders bereid waren om op de door dc patroons gestelde voorwaarden aan hel werk te blijven. Gebleken is dat slechts een klem deel georganiseerde arbeiders daartoe niet be reid was. Het zijn er niet meer clan en kele honderden. Vrijdag 2 Februari 1923 USY BE PERS Wel bedankt, tante. Onder dit opschrift maakt onze II o t- terdammer de volgende rake opmer kingen. Bekend is, dat de Vrijheidsbond geen middel onbeproefd laat om da vrouwen voor zich te winnen. Vooral de vrouwen moeten worden in geleid in de heilschatten van het libera lisme. Daaraan dienstbaar zijn ook do weko- lijksche brieven, die zekere Ccrrie, een jong discipelinnetjo van Thorbccke, schrijft in ,J)e Vrijheid", het weekblad van den Vrijheidsbond. Ze logeert nu te Londen bij een tante en heeft daar een Engelschon Zondag meegemaakt. Tante stelt veel belang in ia Hollar. <1- sche toestanden, is „een groot voorstan der van Zondagsrust, maar moet niets hebben van overdreven Zonlagsdwaug". Nu is te Londen opgericht caa veree.ii- ging, die Zondagsche uitstapjes logen verlaagde prijzen organiseert naar Brigh ton, Margate West, Ramsgate, Hark* i-r, enz. Dit nu geeft tante gereede aanleiding tot een staatkundige opmerking van groo te beteekenis. Tante geeft haar nicht opdracht tot een politieke zending in Nederland. Ziet hier de opdracht, die we letterlijk overnemen: Gaat dat niet precies vraagt Tante, en ik geioof, dat ze groot gelijk heeft tegin Ie politiek van de Scheurers, of lioe die Nederland- sche dooie-diender8 heeten mogen, *.'i? In Engeland streven ze er naar den dag zoo aangenaam mogelijk te maken- -n Nederland willen ze (al zal hot wel niet zoo ver komen) er een vervelenden gaap- en gromdag van maken. Als je nog aan politiek doet, moet jo dat maar eens aan je vrienden en vriendinnen vertellen." „Sch eii r er of boe ii o Neder- landsclie dooie dienders hee ten mogen" nu weten wo wat be- teekent de fameuze zinsnede in het be ginsel-program van den vrijheidsbond, „erkenning van de waarde van iet gees telijk en van het godsdienstig leven voor maatschappij en staat." Wel bedankt, tante! mmïËmjmis Het Kamerlid Fruyiier. Met ingang van 1 dezer is aan den hoofdinspecteur van den arbeid L. A. Fruytier, te 's-Gravenhage, lid van de Tweede Kamer, verlof verleend tot liet tijdstip waarop zijn lidmaaischap der Kamer eindigt. Met iugang vau genoem den datum is hij tevens ontheven van zijn ambt als hoofd van het 11de district der arbeidsinspectie. Ket jaarbeursinstituut. De Nijverheid heeft met den raad van beheer van de vereen, tot het houden van jaarbeurzen van gedachten gewis seld over do uitkomsten van de gehouden Nederlandsche Jaarbeurzen. Daarbij heeft de raad, aldus het Corr. heureau, den indruk gekregen, dat de verkregen resultaten niet zoo onbevredi gend en de verdere vooruitrichten niet zoo twijfelachtig zijn, dat het gewenscht ware. om het houden van jaarbeurzen oumiddeiijk te staken, doch dat, alvorens hierover een besluit te nemen, mede in verband met de groote kapitalen, die in de Vereeniging tot het houden van Jaar beurzen in Nederland en in de N.V. Maat schappij tot Exploitatie van Jaarbeurs- gehouwen zijn vastgelegd, de verdere ont wikkeling van dit instituut dient te wor den afgewacht Er bestaan plannen tot reorganisatie van liet instituut. Bovengenoemd bericht vestigt den in druk van een soort rotireeren, om weldra gevolgd to worden door een min of meer opdoeken van de jaarbeurzen. In dit verband herinneren we aan een artikel van „Viator" in de „Ster", waar in criliek werd geoefend op het jaar- FEUILLETON Van hooger Orde. Naar hefc Engelsch. 29) „Hoe gaat 't u, mevrouw Tod?" zei John, toen in den rechtschen ingang een aardige, net gekleede, vrouw van middel baren leeftijd verscheen. „Mij zeer goed, mijnheer u ook? De kinderen hebben u nog niet vergeten, zoo u ziet, mijnheer Halifax." „Zooveel te beter!" en hij tikte mot de hand op twee of drie kinderkopjes on til de de jongste hoog in de lucht, 't Was erg vreemd John met een kind in zijn ar men te zien. „Maak zoo weinig lawaai als go kunt, mijn jongen," zei de goede vrouw tot on zen postjongen, „omdat de' zieke mijn heer, ziet u, vandaag niet zoo wel is." „Dat spijt me; als we dat geweten had den, zouden we niet tot de deur gereden zijn; welke is zijn kamer?" Mevr. Tod wees naar een venster aan den andoren kant van 't huis. Een hand was juist bezig met 't. raam te slui ten en de jalousie neer te laten, - een li and, welke, hoe vluchtig wij haar ook zagen, ons minder een mannehand dan pen YYouwehand toe^lieen. beursinstituut. Het blijkt thans, dat zijn waarschuwingen niet overbodig zijn ge weest. De Nederf. JJzerconstructie-industrie. Do heer Michielsen heeft aan den Mi nister van Koloniën de volgende vragen gesteld: 1. Is liet den Minister bekend, dat in de kringen van de Nederlandsche ijzer- constructieindustrie bij voortduring de klacht wordt vernomen, dat deze indus trie bij inkoopen vanwege liet Gouverne ment in Nederlandsch-Indië herhaaldelijk wordt gepasseerd, terwijl de werkloosheid in dezen tak van industrie hier te lande een grooten omvang heeft genomen? 2. Acht de minister deze klacht geheel of gedeeltelijk gegrond? 3. Zoo ja, is de Minister van oordeel, dat de instelling door de Indische Re geering eener Rijkscommissie voor de werkverruiming, welke voeling zal houden met de hier te lande werkende gelijkna mige commissie, deze klacht wellicht ge heel of gedeeltelijk kan wegnemen? 4. Indien de Minister dit middel niet doelmatig acht, welke afdoende maatre gelen denkt de Minister dan te nemen, teneinde aan de klacht van dezen tak van industrie een einde te maken? Ce Armenraad als informatiebureau. 't Is gebeurd in een groote stad. Op 't bureau van den Armenraad kwam, van de zijde van een arm bezoeker cener instelling van weldadig heid, een aanvrage in om onderzoek naar een gezin. Gevraagd werd om een uitvoe rig rapport en beantwoording van de vraag: Is dit gezin waardig om te wor den gesteund? Ingevolge het bekende bovenaange haalde wetsartikel werd onmiddellijk on derzoek ingesteld en een gezinsrapport klaargemaakt. Even voor 't uitbrengen van dit rapport rees op 't bureau twijfel over de zuiverheid van 't motief der aan vrage. Op welke gronden kan hier niet worden uitgelegd, omdat daartoe te veel gepreciseerd zou moeten worden, alleen kan worden gezegd, dat de aanvrager voor de tweede maal inlichtingen vroeg naar een gezin, dat in 't geheel niet arm lastig bleek en dat woonde buiten zijn ressort. Besloten werd, dat 't rapport persoon lijk zou worden overhandigd en dat bij die gelegenheid deg aanvragers consciën tie eens voorziehtiglijk zou worden ge toetst. 't Bezoek vond plaats. "Waar was *t rapport eigenlijk precies voor noodig, vroeg de ambtenaar, op den man af. De armverzorger bloosde, zei: dat zal ik u zeggenen toen volgde er een uitleg ging, die alle kenmerken van onwaarach tigheid droeg. Des ambtenaars nieuws gierigheid groeide natuurlijk en uitte zich in zooveel vragen, dat de ander door de mand viel. „Ziet u", zei hij, „eigenlijk zit 't zoo. Ik heb pas een nieuwe schoon maakster. Die is bij haaa- vorige werk huis met ruzie vandaan gegaan. Zij maakte de menschen uit voor al wat lee- lijk is. En nu wilde ik wel eens weten of dat werkelijk zoo'n onnette familie is..." „En de andere aanvrage, die u indien de, wat was daarvan wel 't eigenlijk mo tief?" „Hm, ja. Ik zal u vertellen: bij mij op kantoor is een weduwnaar. Die had huwelijksplannen. Een weduwe van z'n kennis leek hem een goede levensgezellin. Alleen hij wou wel wat méér van haar weten. Toen heb ik gezegd: wacht ik zal je helpen. Als armbezoeker vraag ik in formaties bij den Armenraad 't Spreekt vanzelf, aldus „Het Tijd schrift voor Armwezen", waaraan het bo venstaande werd ontleend, dat dezen armbezoeker toen héél duidelijk is aange zegd, dat voor zulke informaties de Ar menraad niet is ingesteld. KERK ER SCHOOL Goedkeuring van beroep geweigerd? Men schrijft aan de N o d e r 1. Hefc bericht omtrent hefc niefc goedge keurde beroep naar Lienden kan iu dezen vorm niet juist zijn. In 't Reglement op de Vacaturen art. 66 en 07 staat duidelijk, welke stukken ver- eischfc zijn voor de goedkeuring van een beroep. Daaronder is niets te vinden over den aanslag van den Raad van Beheer en hefc Reglement op de predikantstractemen- ten. Het is uitgesloten, dat Kerkelijke be sturen in eersten aanleg en in hooger be roep zouden handelen iu strijd met do dui delijke woorden der reglementen. Daarom zou hefc belangwekkend zijn om te vernemen, wat er inzake Lienden wel Toen we goed en wel in onze kamer zaten, merkte John dat op. ,,'t Was waarschijnlijk de vrouw. Ar me vrouw, hoe hard binnen to moeten blijven op zulk een zomeravond als deze." „En hoe vind je Enderley?" vroeg vTohn, toen wij tbee gedronken hadden en ik lag uit te rusten en hij met z'n elle boog op 't vensterkozijn zat te leunen te gen de overal binnendringende rozen. ,,'t Is prachtig, heerlijk!" „Ik zeg je, ik vind 't ook prachtig. Ik heb me nog nooit zoo tevreden gevoeld; we zullen een gelukkigen tijd hebben, Phineas!" „0, zeker." Ik lag te rusten tot 't geheel donker ge worden was, toen wenschte ik hem goe den nacht en trok mij terug. Terstond darop hoorde ik John, gelijk ik dacht, dat hij doen zou, 't huis uitgaan en den heuvel op. Toen ik te bed lag hoorde ik nog een tijdlang z'n voetstappen daarna viel ik in slaap en droomde. HOOFDSTUK X. „Die mevrouw Tod is een buitengewone vrouw: ik zeg een buitengewone vrouw." En terwijl hij met de ellebogen op de tafel leunde, van waar de buitengewone is gedaan door het Classicaal en hel Pro vinciaal Kerkbestuur. In hooger beroep. De kerkelijke kiesverceniging „Schrift en Belijdenis" te Delft heeft van het classi caal bestuur bericht ontvangen, dat haar protest tegen dc verkiezing van gemach tigden in het kiescollege der Ned. Herv. gemeente, op 15 en 10 November 1922, on gegrond is verklaard. Van deze beslissing is do vereeniging in hooger beroep gegaan bij het provinciaal kerkbestuur. Zending. Op uitnoodiging van het Zendingsbu reau te Oegstgeest zal Donderdag in het gebouw Irene te Utrecht een samenkomst worden gehouden van afgevaardigden der verschillende classicale zendingscommis- sies en vereenigingen in de Ned. Hërv. Kerk ter bespreking van de vraag, welke mogelijkheden Nederland biedt om in de behoeften van het zendingswerk te voor zien. Verwanten in Noord-Sumatra. De heer H. A. Wiersinga, die 2 Maart a.s. naar zijn arbeidsveld in Medan hoopt tc vertrekken, deelt mede, dat, zoo ver wanten of kennissen (ook buiten de Gerei. Kerken) van hen, die in Noord-Suraatra woonachtig zijn, hem over deze wenschen te Schrijven, brieven het liefst worden in gewacht voor .den 21slen Februari. Zoo men hem nog persoonlijk wenseht te spre ken, zal hij gaarne bezoeken verwachten van 1420 Februari aan zijn adres: Vlocddijk 25, Kampen. Tucht over Doopleden. De classis Goes der Geref. Gemeenten adviseerde aan twee harer Kerken, doople den, die Kejk en catechisatie verzuimen en naar geen veiinaning Ik oren, van hefc doopboek af te voeren, met kennisgeving aan de gemeente. Zending Geref. Gemeenten. De classis Middelburg der Geref. Ge meenten stelt aan de Particuliere Synode van hefc Zuiden voor, waar door deze ge meenten de Zending onder de heidenen niet kan gedreven worden dooi uitzending van eigen Missionaris, deze Zending voor te staan door hefc verspreiden van Bijbels. Evangelisatie. Ds. J. Mulder, van Leeuwarden, schrijft als gemachtigde van het Geref. Traktaafc- Genootschap „Filippus" hefc volgende In 1922 werden weer ongeveer 1490 Scheurkalenders verspreid, die door de mi litairen van allerlei wapens met groote er kentelijkheid zijn ontvangen. Op ondubbel zinnige wijze gaven marechaussee'» en huisvaders van Militaire Tehuizen, solda ten en onderofficieren ons blijk, hoe wel kom de kalenders hun waren. Het Koninklijk Huis deed „Filippus" van zijn belangstelling blijken. Namens H. M. de Koningin kwam in een dankbetuiging met waardeering voor den arbeid van het Genootschap, terwijl H. M. do Koningin- Moeder weder f 25 zond, gelijk reeds tal van jaren geschied is. Ook klimt het getal Kerkeradenj dat blijk geeft belang te stellen in den arbeid voor de zonen van ons volk. Zoo hebben ook vele Jongelings- en Jongedochters-ver eenigingen getoond den arbeid van „Fi lippus" te willen steunen door een post wissel te zenden. Door deze bijdragen tob een totaal van f 867.50 kon ^Filippus", na aftrek van on vermijdelijke onkosten ad f 98.15, den Pen ningmeester weer een bedrag van f 769.05 zenden. Daarmede zijn de verspreide ka lenders nog niet betaald, maar „Filippua" is dankbaar voor de bewezen hulp'. Bij vernieuwing wordt, deze arbeid aan bevolen. Goede Vrijdag. Te Amsterdam bestaat een Comité, dat ten doel heeft te bevorderen den Goeden Vrijdag door de Overheid als met den Zondag gelijk gesteld te doen verklaren, evenais dat in artikel 1 der Wet van 27 April 1904 (staatsblad no. 83) ten aanzien van den Hemelvaartsdag is geschied. Men deelt aan de *,N. R. Cfc." mede, dat de se cretaris van hefc Comité de heer J. A. van Putten, te Amsterdam, weder een lijst met betuigingen van instemming aan de Regeoring heeft- gezonden. Een bijzonder geval. De heer F. do Vries, theologisch student, heeft eenigen tijd geleden den minister van Onderwijs verlof gevraagd om zijn va der, hoofd der Geref. school te Leer dam, als tijdelijk onderwijzer ter zijde te mogen staan. Daartoe is hem thans ver gunning verleend, op voorwaarde dat hij voor dien arbeid geene belooning zal ge- vrouw pas 't ontbijt had weggeruimd, zag John mij aan met z'n vroolijke, brui ne oogen. „Waarom, David?" „Zij heeft een huis vol kindoren en toch houdt ze hen stil verliest nooit haar humeur; verwonderlijk geduld; ik begrijp niet hoe iemand dat behouden kan, die met jongens te doen heeft" „John, daar meen je niets van; ik zag je zelf, een half mir geleden den oudsten Tod-jongen op een weerspannige ezel vasthouden en lachen, tot je haast niet meer staan kondt" „Is dat zoo?" zei hij, half beschaamd. „Wel, dat was om den kleinen kwajongen te beletten rumoer onder de ramen te maken; en dat brengt mij een andere merkwaardige deugd van mevrouw Tod te binnen ze kan zwijgen." „Hoe zoo?" „In twee dagen beeft ze ons niets ver teld van onze buren, die de andere helft van Rose Cottage bewonen." „Wou je er wat van weten?" John lachte en zei, dat hij altijd eoo soort genoegen er in vond om wat te we ten aangaande menschen en dingen. „Maar wat belang kan je hebben bij dien ouden Heer en die oude Dame?" „Houd op, Phineas hoor oens, vriend, wat zou je er van zeggen al» ..die oude dame", bleek niet een „oude dame" te wezen?" „Wat! De vrouw van dien ouden heer?" „Vrouw? de eigenares van de grijze zij den japon, welke ik in de keuken heb zien hangen! Ik heb deze meer gezien." „De grijze japon? wanneer ou waar?" „Vanmorgon vroeg: zij liep erg hard en droog een mandje ik denk een mandje met eieren." „Goede huishoudster! beste vrouw!" „Ik betwijfel 't of rij een vrouw is, zij liep heel wat vlugger en vroolijker dan een vrouw behoort te loopen, wier man ziek is." Ik moest lachen om deze origineele op merkingen van John aangaande de hu- welijksplichtcn. „Daarenboven, mevrouw Tod noemt haar zieke altoos „den ouden heer!" en ik geloof niet, dat dit een oude dame was." „Niet nu oude mannen trouwen soms jonge vrouwen." „Ja, maar dat is altijd jammer en soms niet geheel in den haak toch, ik geloof niet dat zij een oude vrouw is en ook niet, dat ze getrouwd is." „Hoe kunt ge dat zoo weten? Heb je haar gezicht gezien?" „Natuurlijk niet!" antwoordde hij iet wat verontwaardigd, ..ik vind 't niet erg mannelijk om als con schooljongen een meisje na te loopen ora haar gezie? t te zien; ik wachtte lot ze naar binnen was gegaan." „In Rose Cottage?" „Ja zeker.". ..Zij was zeker wel versche eieren g i?.n halen voor haar ik bedoel voor ««l zieken heer. Goede ziel." „Je moogt er mee spotten, Pninea», maar ik geloof, dat 't een goede ziel ;.s" „Op haar weg naar huis zag ik haar twee keer stilstaan: eens om lot een oud vrouwtje te spreken, die hout sprokkelde en nog eens om een jongen de les In le zen, die een ezel mishandeld'' „Hoorde je dal?" „Neen; maar ik zag aan 't deemoedig gezicht van den jongen, loon :k hewi voorbij ging, dat hij een uitbrander had gekregen." „En nu," zei John, inoge de danm v.ui haar eieren genieten; ik moet naar Nor ton Bury. Wat een heerlijke dag ii 1 om te rijden, wat zal ik er \an langs gaan!" Hij steeg vroolijk te paard ^ijn -*rt was licht cu- vrij als de lucht (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5