Dagblad voor Leiden en Omstreken.
DWE LEIDSGHE COURANT
AaoNMEftïËti'irspfiMS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
jper week f 0.19
franco per post per kwartaal f 2.99
3de JAARGANG. - WOENSDAG 31 JANUARI 1923 - No. 858
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. int !278 - Postrekening 58938
AëV£ÉTEïTIE-PtliJS
Gewone advertentiën rcr regel-S2K cent.
Ingezonden Medodeeïingon, dubbel tarief.'
Bij contract, belangrijko reductie.
Kleine adverteniiën bij vooruitbet».
Iuig van ten hoogs! a r,n w> oedeil
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
Onttroning der gaden.
Schrikkelijke, godslasterlijke dingen
Werden door den correspondent van de
Köln. Zeitung uit Moskou gemeld,
ter gelegenheid van de viering van het
Kerstfeest.
B# schrijver wijst er op, dat ondanks
den tegenstand van de Overheid, alle
avonden in de kerken groote menschen-
xnassa's bijeen kwamen om le bidden.
Be Iberische kapel echter, zegt. hij, is
gesloten.
„In den muur, ter plaatse waar eens
de afbeelding van den Opgestane hing, is
het opschrift aangebracht: Gods
dienst is opium-voor het volk!
Onder deze leuze wilde de communisti
sche Russische jeugd hot Kerstfeest ont
vangen en ontwijden.
Gedurende eenige dagen voor den 6en
Januari werden in jeugdvereenigingen op
fabrieken en in sportsamehkomston
voordrachten en theatervoorstellingen ge
geven.
Nadat liedjes waren gezongen werd een
tooncelstuk opgevoerd, waarin Jozef en
Maria en het Kind Jezus op een schande
lijke wijze werden voorgesteld.
Be Heiland werd uitgebeeld, als een
zwakke geest, die eerst als communist de
algemeene menschenliefde predikt, daar
na als monarchist zich zelf voor den ko
ning der Joden houdt, en tenslotte we
gens die contra-revolutionaire beweging
wordt terecht gesteld.
In den ochtend van don 6en Januari
verscheen een propaganda-geschrift, „De
Godöelo^ze." De voorrede bevatte o.m. de
volgende zinsneden:
„Het Russische proletariaat heeft den
Tsaar de kroon afgeslagen. En niet al
leen de kroon, maar ook het hoofd. De
Duitschèrs hebben Wilhelm de kroon af
genomen het hoofd heeft hij helaas
behouden. Ook zijn snorrebaard. Op aar
de men behoeft er niet meer aan te
twijfelen is de kroon een gevaarlijke
Jioofdvers:ermg.
Helaas is het in den hemel nog anders.
Evenals de internationale imperialisten
zijn ook de internationale goden nog zeer
sterk.
..Partij genoot en! Zullen wij niet einde
lijk daar een slokje voor steken? Hebben
wij deze parasieten niet lang genoeg ge
duld? Het moet uit zijn. De tijd is nu ge
komen, dat wij de kronen des hemels
naar beneden zullen halen, en den hemel
onze rekening zullen presenteeren. En al
dus luiden onze eischen: afschaffing der
tsaristische alleenheerschappij in den he
mel, afschaffing van allo heiligenrangen
en van alle lieiligen-aureolen; verdrijving
der goden uit de tempels naar de kelder
gaten (bijzonder boosaardige naar de
concentratiekampen). De .voornaamste
goden behooron, als die schuldig staan
aan alle onheil op de wereld, aan de pro
letarische, Revolutie-rechtbank te worden
overgegeven.
Russen, Negers, Japanners, Joden, Clii-
neezen op voor den strijd tegen de go
den! Een proletarisch eenheidsfront tegen
deze woekeraars!"
En alsof dit alles nog niet erg genoeg
was, werd op den eersten Kerstdag in
een Carnavalsoptocht de „verovering des
hemels" voorgesteld.
„Militaire muziekcorpsen kondigden al
uit de verte' de komst van de hemelbe
stormers aan. Twee robuste arbeiders te
paard dragon tusschen lange stokken een
rood plakaat met deze woorden: 1922
beeft Maria den Christus gehaard, 1923
tegen haar wensch en verlangen de com
munistische jeugd."
De optocht zelf was to schandelijk en
te godslasterlijk, om daarvan een be
schrijving te geven.
Zoo woeden in het land waar de revo
lutie zegevierde, de heidenen tegen den
Christus.
En als wo dan bodenken, dat deze
„hemelbestormers" ook in ons land^ vuri
ge aanhangers en verdedigers vinden,
dan blijkt daaruit wel hoe ernstig de toe
stand is en hoe noodzakelijk het moet
worden geacht, dat do Christusbelijders
die nog slapen, uit hun slaap opwaken.
STADSNIEUWS
Middaghoogte.
Gisteravond trad Dr. A. H. de Har-
log voor de Middaghoogte op met het
.onderwerp: Kan de mensch weten?
Na een korte inleiding van Ds. Boisse-
vain, begint spr. met op te merken dat
deze vraag voor den godsdienst van 't
hoogste belang is. Voor de Middaghoogte
sprekend, kan men van liem niet ver
wachten oplossing van vraagstukken als
b.v. de Openbaring in den Bijbel, maar
hij zal sproken in kennis-theoretischen
zin, en dan een drietal punten ontwikken
len:
1- Historisch overzicht aangaande de
ïnsnschelijke bezinning.
2. Een onderzoek neiuvindo do be-
tpckouis van hot -V-Pik 0>o-
3. Menschelijko kennis in zijn samen
hang.
Dr. de H. wijst dan allereerst aan, hoe
de oudste Grieksche wijsgoeren als on
bevangen menschen tegenover do werke
lijkheid stonden. De Ionische filosofie is
die der natuurwijsgeeren, welke begint
met het onmiddellijk ge geve ne,
als water, lucht, vuur. Dan, voortschrij
dend, benadert men het worden en
het z ij n (Heraclites en Permenides,
beiden eenzijdig beschouwd). Steeds meer
omlijnend gaat de mensch ordenen, en de
Pythagoreers peinzen over het getal,
den rythmus, den maat aller dingen,
waarin zij het idieel beginsel van het
wereldgebeuren zien. Bij Anaxagoras
treedt het subjectieve onbestemd aan den
dag. De „nous" doortintelt alles.
Vervolgens zien we Soerales, als rede
lijk wereldhervormer, leermeester van
Plato, die in „de geschiedenis van den
grot" den mensch ontdekt aan het
i d i e e 1 e zijn. Hoe rijmt zich echter de
ideeën-wereld van Plato met de werke
lijkheid? En dan iaat Aristoteles dreu
nend zijn stem klinken. De werkelijkheid
moet in al haar volheid gezien worden.
Hij is de uitlooper van het bezonnen den
ken; hij tracht te henaderen cosmisch en
universeel.
De wijsbegeerte van de Middeleeuwen
overstappend, komt Spr. bij Dèsc.artes
met zijn „cogito ergo sum". Was de
Griek objectief, hier is de subjectieve aan
het woord. Kant zet dit voort, concen
treert op zichzelf, en zegt, dat het men-
schelijk kennen bepaald is tot een ken
bare stof, waarover de vlucht der ideeen
komt. Fichte verstaat een hoogere een
heid. neemt een „reuzenzwaai" om i k en
n i e t-i k in onderlinge samenhang te
zien (Wissenschaftslehre). De dichters
geest van Schelling vat natuur en
geest tezamen, terwijl dan eindelijk bij
Hegel de bezinning ten top wordt ge
voerd. Hij heeft het spel van het objec
tieve en het subjectieve geheel door
dacht.
De opmerking kan gemaakt worden,
dat we nog steeds verkeeren in de be-
wustzijnswereld. Von Hartmann stelde
der-vraag, waar dat bewustzijn en zijn in
houd vandaan komen.
Dit wordt gewekt door oen boven-
hewuste, goddelijke achter
grond.
Zoo komt Spr. tot zijn tweede punt. Wie
bewijst mij, dat dit loven niet een droom
is, dat ik in het denken over het denken
niet droom? Spr. heeft 20 jaar over dit
probleem gestudeerd. Verbazing, thauma-
sia dringt in een pur-sang-wijsgeer
steeds tot de oplossing van mysterie
raadselen. Hij komt tot het nuchtere be
sluit, dat met de spiegel van het bewust
zijn als met een tooverlantaarn naar bui
ten en naar binnen wordt gespeurd. Tel
kens komen er gewaarwordingen en be
grippen te voorschijn. Telkensweel-: ont
staan, bestaan en vergaan. Het denken
noodzaakt ons te besluiten: dat do denk
vormen van het menschelijk bewustzijn
opkomen uit de groote verborgenheid
van het achter bewuste, 't Denken zelf
dwingt ons, boe langer hoe meer eenheid
te zoeken. Zoo krijgen we recht om van
God te spreken. Denken is synthese. Vrij
denkers willen monist zijn! Do eerste na
men, die de menscliheid uitdacht voor
God waren kracht en licht.
Wij kunnen niets weten, zegt Spr. in
de derde plaats, dan wat ons op deze
wijze is toegevoegd. De materealist zegt:
,*,Stof is werkelijkheid". Hoe weet hij
dat? Hij neemt het waar, hij voelt, tast.
En als hij nu eens droomde? Kct men
schel. weten is niet bepaald tot zinnel.
gewaarwording. De liefde voor je vrouw,
is die zinnelijk, meetbaar, weegbaar?
Neen, zegt de materialist; dat weet ik;
dat voel ik; niischien door natuur in
stinct, dat, volgens Spr. katten-instinct
dat toch verre te boven gaat!
Uit datzelfde geheimenis komt voort:
rede, godsdienst, 't Is een voortgaande
trap van hooger denken. De kunst doet
zich als realiteit aan ons voor. Kunste
naars laten uit liefde voor hun kunst zich
verhongeren.
Bij het zedelijk leven kunnen we mis
schien uitroepen: Ik weet het niet meer.
Bij aesthetische beschouwingen van te
genwoordig zegt men: Da-da.
Maar do ware wijsgeer heeft verze
kerdheid. De godsdienstige mensch
evenzoo. In hem is een instinct van een
heid, van religie. Hij heeft een monis
tisch besef van denken in zijn hart.
Die Al-doorritselaar noemt de mensch
■-God! Daar gekomen begint hij te spre
ken van liefde-dienst. Vrees moge het be
gin geweest zijn, nochthans is liefde de
blijvende drang.
Moge de kennis van dien Eeuwige de
aarde vervullen, zooals *de wateren den
bodem der zee bedekken, eindigde spr.
Van de gelegenheid tot vragenstellen
werd door twee personen gebruik ge-
maakt.
Op de hem eigen, voortreffelijke wijze
beantwoordde Dr. de Hartog de vragers,
en een spontaan applaus volgde op zijn
woorden: dat hij ervan overtuigd was,
een prnclisclie daad te hebben verricht,
als hij dozen avond de menschen ideali-
:c;t I 1 t: ii M hij te brengen.
De overwinnaars van 666.
Gisteravond hield D s. G. W1 s S3 uit
Arnhem zijn aangekondigde t'.jdrede over
bovenstaand onderwerp.
De belangstelling was overgroot, zoo
dat het kerkgebouw in de Boomgaard-
steeg reeds lang voor den aanvang geheel
was gevuld, eu velen moesten worden te
leurgesteld.
De Voorzitter der Chr. J. V. opende do
vergadering met het laten zangen van
Psalm 66:3, waarna Ds. Wisse zijn rede
kon aanvangen.
Spr. zegt niet in de eersto plaats te
zijn gekomen om te preeken, maar om
een tijdwoord te spreken, gegrond op de
stellige uitspraken der H. Schrift, dit
maal uit Openlj. 15: 13 e.g.
Daar is, aldus spr. wellicht geen boek.
dat voor den Christen van onzen tijd
van zooveel waarde is, als de Openbarin
gen van Johannes; en wel in hoofdzaak
om drie redenen.
Ten eerste, omdat hetgeen in onze da
gen door het denken en streven der we
reld naar voren wordt gebracht, een be
vestiging is van wat in de openbaringen
staat vermeld, zoodat het daarmede
schijnbaar iets gemeenschappelijks heeft.
Dat laatste is echter slechts schijn.
Het gemeenschappelijke bestaat hier
in, dat de eene spreekt van een heilstaat,
en het andere van het Nieuwe Jeruzalem
Maar verder is dit niet van toepassing,
want de eene spreekt van geleidelijke
ontwikkeling: het andere zegt echter dat
verschrikkelijke werelddrama's moeten
plaats hebben, voordat de verloste bruids-
kerk daarboven haar citherspel gan aan
vangen.
In de tweede plaats, omdat Gods Woord
door alle oordeelen en gerichtea heen,
spreekt van een Heilige orde.
Alles in de wereld lijkt een warboel, en
kan door niemand worden verklaard; al
leen in de Openbaringen valt duidejjjk
een vaste lijn in de gebeurtenissen te
ontdekken.
En dat vormt voor den Christen een
machtig rustpunt.
In do dortlft plaats bevat het een schat
van vertroosting Voor do otrijdrvnrU
op aarde: tegenover het bange, zwarte
pessimisme der wereld kan zij gerust het
hoofd omhoog heffen.
De troostrijke uitspraak, die ook weer
aan het derde zevental aangekondigde
oordeelen voorafgaat, is ontleend aan
het volk Israël, zooals dit zich onder Mo-
zes' leiding bevond aan den oever der
Roode Zee, die zich zoo even had geslo
ten na hen op Gods bevel een veilige
doortocht te hebben geboden, en den trot-
schen Pharao met zijn wereldmacht te
hebben verzwolgen.
Treffend beeld!
Het is nog steeds dezelfde geschiedenis!
De wereldmacht, die de kerk vervolgt.
Maar ook God, Die Zijn Kerk te mid
den van de oordeelen, die tijdens haar
woestijnreis over haar heen gaan, vast
houdt en behoedt
En dan gaat de kerk er ook anders
door dan de wereldmacht.
Het is nog diezelfde wereldmacht, nog
dezelfde aan God ontzonken mcnschheid,
die geïmponeerd door do impnlsies der
hel, en voorkien van de duidelijkste ken-
teekenen van verdierlijkte hartstocht,
gluiperigheid, bloeddorstigheid, van ge-
meene, brute geweldenarij en van
een beestachtige geaardheid, alle harmo
nie, alle wettelijke lijnen, en goddelijke
orden in de maatschappij tracht te ver
scheuren en te vernielen.
Zij wordt voorgesteld door het getal
666, de uitkomst van een optelsom, uit
gaande van het cijfer 6, het getal dat wel
zeer hoog opklimt, maar toch beneden 7,
het goddelijk getal blijft.
Het is de openbaring van den mensch
in zijn slechte oneindigheid.
Het zijn do opgezweepte, verdierlijkte
mensclieüjke hartstochten, eerst vertien-
dubbeld, dan vertien-maal-tiendubbeld,
om zich zelf te verlossen, zich zoo hoog
mogelijk te verheffen, ja, om zoo moge
lijk te plaats van God in to nemen.
Maar nooit gekomen tot het getal 7,
het getal der ruste; der volmaaktheid.
Die mensch komt in zijn slecthe onein
digheid steeds weer naar voren, ook in
het statenleven.
Zoowel in Kaïn als in Lamech, zoowel
in de Egyptische wereldmacht als in het
moderne statenleven, waar men elkander
na 60 eeuwen van „beschaving" ter vol
doening aan de begeerte naar goud, land
en heerschappij nog naar de keel vliegt,
en „machtsvertoon" het resultaat is.
Op maatschappelijk gebied openbaart
zich in hoofd, hart on hand eveneens dio
slechte oneindigheid.
In het hoofd door de scliijnwetenschap
der rede; in hart en hand door de uitin
gen van oppervlakkigheid en zinnelijk-^
heid, ja van dierlijke hartstochten.
Men danst en danst nog eens, terwijl
men geen Fransch broodje meer naar
binnen kan krijgen, zonder dat er een
„strijkje" bij is.
Ten laatste valt op liet terrein der reli
gie. naast schrikbarenden afval ook oen
nabootsing van den godsdienst te bespeu
ren, die voor de zuivere openharing dor
kerk niet minder gevaarlijk.is. De zelfde
oorzaken die de crisis in het persoonlijk
loven vormen, deen dit ook len r.p'iielito
van de crisis door heel de godsdienstige
wereld.
De crisis is eerst overwonnen wanneer
dedoemswaardige zondaar aan 666 ont
zinkt, en getroffen wordt door het zwaard
der wedergeboorte.
Het zijn telkens de pogingen der in 666
verpersoonlijkte mcnschheid, die de fac
toren vormen voor de mensclielijke crisis
waarin wij bevestigd zien wat de open
baringen ons hebben voorspeld.
Onder al deze oordeelen zal de Bruids-
kerk zelfs zoo in doodschaduwen worden
gehuld, dat het zal schijnen, alsof het
kruis van Christus onder den voet wordt
geloopen. --
Reeds ligt de laatste doodendans in het
verschiet.
Het „Christelijk" Europa is bezig om
zelfmoord to plegen, door het vermoor
den der Christelijke moraal.
De landen die zich eertijds Christelijk
noemden, zullen ar.n de Gog en do Ma
gog, aan het ongebroken restant der hei
denwereld, dat zich reeds opmaakt, hun
laatste krachten ontleenen, om op de
Bruidskerk aan te vallen.
Deze oordeelen, door Gods Woord in
het vooruitzicht gesteld, moeten wij nuch
ter aandurven.
Tenslotte moet door het debacle der
menscholijke cultuur en wetenschap, het
kruis worden gerechtvaardigd.
God geeft, met eerbied gesproken, aan
666 permissie om te beproeven of zij zich
zelf kan redden: of het kruis liegt en de
zonde waarheid is.
Ontzettende kans!
Daarom moeten wij als Cbrislenen op
houden met ons als levensvraag le stol
len, of wij in deze maatschappij wel een
eervolle positie, benevens geld en heer
schappij zullen verkrijgen.
De groote vraag moet voor ons zijn of
we ook aan de glazen zee zuilen staan
als overwinnaars van het Beest van 6G6.
Een ontzettende worsteling wacht ons
dan.
Maar we zullen er ook anders doorgaan
dan de wereld.
Wij zullen doorgaan, terwijl de vuisten
honden.
Wat Johannes op Patmos mag zien is
de uitkomst van het geheim, dat de 2Yi
millioen Israëlieten bij zich droegen.
Dat was do Heerc Jezus, in de lende
nen van Juda.
Om Hem gaat ook nu de strijd.
Vooral zullen wo naar buiten moeten
strijden opdat er kracht van ons uitga.
Wanneer wo ons voor een lid van de
Kerk uitgeven, moeten we ook haar hei
lig beginsel beleven.
Het zal heel moeilijk zijn om de ouder-
wetsche beginselen goed te bewaren.
Dat zal voel strijd veroorzaken, en wel
van de zijde waarvan we het niet hadden
venvacht.
Het zal den arbeider zijn brood kosten,
den patroon zijn leveranties den ge
ringe zijn betrekking den hoogere zijn
positie maar dat mag ons niet terug
houden, al vielen we ook door het zwaard
ven den beul, want
Tegenover het ratelen van de wagens
der wereldmacht achter ons, hooren wij
aan de oevers van de Glazen zee het
schoone gezang van een eertijds veracht
'en miskend volk.
Gezongen wordt Ps. 68:11.
Het zal dus een bange worsteling wor^
den, tusschen de menschen van G66 en
hen die het in 7, in het getal Gods heb
ben leeren vinden.
Maar dan moeten de laatsten ook naar
buiten leeren strijden, en door hun Hal
lelujah Gods, Hem, den Allerhoogste ver
heerlijken.
God is bezig aan den mensch de harde
les te leeren, dat het volmaakte hier niet
te bereiken is.
De weg zal diep gaan, maar de uit
komst des te heerlijker zijn.
Zoo zal ook de gang van zaken zijn,
met do Bruidskerk, evenals hij het volk
Israël.
We hooren reeds in het ratelen der
wagens achter ons, i)en ondergang van
Farao, van de wereldmacht.
Het ging bij 666 om den mensch, ter
wijl de mensch slechts tot zijn bestem
ming komt in God.
Laat het dan door diepe wogen gaan,
maar dan zal ook de laatste zucht sa
mensmelten met het eeuwig Hallelujah
op de gouden cithers.
Spr. is wel niet gekomen om te pree
ken, maar wil toch zijnen hoorders de
vraag stellen of zij reeds, bij dat volk
behooren, want dan alleen zullen we het
gezang aan de glazen zee kunnen aan
heffen, Vanneer wc Christus hebben lee
ren aangrijpen door genade, leeren om
helzen door het geloof en beleven in
de godzaligheid.
Gezongen werd Psalm 68:11 waarna
Ds. Wisse eindigde met gebed.
Lezing Ds. J. v. Nes.
Het gezellige Evangelisatiegebouw was
goed bezet toen de aangekondigde verg.
voor de Jodenzending werd geopend
door den 2e Voorz. der Ev. Comm. Deze
liet zingen uit Ps. 122:2 en las daarna
'Jës. 61.
Na te zijn voorgeg;'.:in in gebod sprak
de voorz. r-en enkel vr- - l e ko-
Aan het Zoeklicht 1
Leiden 31 Januari '23.
Men heeft onlangs in en buiten den
Leidschen Raad aen heer Per», voorzitter
a an de Commissie van het georganiseerd
overleg, gehoond als clo boodschaplooper
van B. en W.
Ik heb thans echter bemerkt, dat do heer
Pera niet de eenige wethouder is, die als
boodschaplooper wordt aangeduid.
In Arnhem is voorzitter van het georga
niseerd overleg, de heer Hermans, een vol
bloed Sociaal-democraat, oud-redacteur
van de Roode Duivel.
Welnu, deze wethouder drong in de
Maandag gehouden raadsvergadering op
een andere werkwijze aan, want, zoo ver
klaarde liij, de wethouder is thans alleen
do ordebewaarder on de
boodschapper.
'fc Zit dus in het stelsel; ?iiet in den per
soon.
En zij, die den heer Pcra als boodschap
looper hebben, gehoond, zulen moeten er
kennen, dat wat zij deden toch eigenlijk
niet te pas kwam.
Do heer v. Hinte, die onlangs meende
het publiek ten koste van den wethouder
te niogen vermaken, gaf daarmeo alleen
een bewijs van eigen domheid.
OBSERVATOR.
ming van D s. v. Nes en gaf toon het
woord aan den spreker om zijn onder-<
werq le behandelen: Do godsdienstoefe
ning in do Synagoge.
Christenen, aldus Spr., hebben daar
vaak een verkeerde voorstelling van. Een
Jodenkerk is bij ons niet hoog aange
schreven. Wo willen u daarvan zoo mo-<
gelijk een betere gedachte geven.
't Is niet onze bedoeling den dienst dio
de Joden onderhouden af te breken maar
veel liever het schoone dat daar in is
naar voren te brengen.
De dienst in de synagoge is voorname
lijk gebedsdienst. Gebeden nemen de
«laats in van de offeranden dor j-~
den.
In 't gebed culmineert de Joodscho
godsdienst.
Tien mondigo joden maken hierbij de
hoofdpersonen uit. Vrouwen komen daar
bij niet in aanmerking.
Voorts hebben we: de wet en de psal*
men.
In do psalmen prijst het Jodendom
God smeeken ze- den Allerhoogste.
Uit do wet (d.i. de vijf boekon van Mo-
zes) loeren ze do verhouding ten opzichte
van God en elkaar.
Eigenlijk, moeten do joden dagelijks
naar de synagoge gaan'.
Eerst de drie gebeden, dio dagelijks ge*
daau worden.
Het eerste is het Schcmagobed, een
soort geloofsbelijdenis.
Dit bestaat uit oen gedeelte van de vijf
boeken van Mozes. Het is een soort ge
loofsbelijdenis.
Hoor Israël, de Heere onze God is een
oenig Heer.
Hierin wordt Israël openbaar als een
volk der wet.
Ze hebben 218 geboden en 365 verboden
naar 2-iS gowrichten, 365 zenuwen on
spieren, samen 613 geboden, dit getal
vinden ze op hun gebedsriemen.
Hot tweede is het z.g. Achtticn-g^bed.
Dit is gegroeid. Al dozo deelcn kunnen
we niet bespreken.
Het eersto deel is een Godsverheffing
waarin ook duidelijk Messiaansche ver-"
wacliiingen voorkomen evenals in l^?t 15e
deel.
Het tweede deel handelt over do op-»
standing der dooden en is dan ook zeer
oud.
Hot twaalfde deel is zeer eigenaardig.
Dit staat in hauw verband met "de jo-»
don en do uit de joden voortgekomen
Christenen, vooral in Palestina kort na
Jezus omwandeling.
Het l.iot daar:
Dat ut lasteraars geen hoop gegeven
worden enz.
Dit konden do joden-christenon r
mebidden on dus moesten zo de synnp
wel verlaten.
Het derde gebod is voorn, een lol
heffing.
Op den Sabbath (Vrijdagavond begin-»
nende) wordt een lied gezongen en do
Sabbath als een voorname gast inge
haald, als een bruid, als con vriend. Dan
lezen ze Ps. 92 en 93 en dan volgen twee
zegenspreuken. Hierop volgt Ex. 31:16
en 17 dat over den Sabbath handelt.
Nu komt het achttien-gebed en lezen zo
Gen. 2:1—3 en besluiten met een lofver
heffing Gods.
Zq scheiden -uil de synagoge men „Goe
den Sabbath" en begeven zich dan naar
huis om daar .don maaltijd te gebruiken.
Met verschilende ceremoniën wordt dozo
maaltijd gebruikt en aan het einde wordt
een gebed uitgesproken.
Dan behandelde spr. trilvn-iig cell
dienst op Zaterdag, wanneer two. maal
lrijeqpgekomen wordt onder 1 i :o~nd"r
ritueel.
Wij kunnAn bier v A uil 1
O ok wij bidden --- 1 m