Ingezonden.
Aan het einde der week.
Ook de afgeloopen week was een week
iran veel bewogenheid, vooral in
.verband met de bezetting van het Roe r-
gebied door de Franschen.
De vorige Zondag was voor Duitsch-
land en speciaal voor Berlijn een treur
dag.
En het is te verstaan dat er getreurd
.wordt.
Duitechland beleeft bange dagen en het
heeft op dit moment niet de kracht zich
te verweeren.
Wat ons echter opviel is dit, dat er in
Duitscbland wel getreurd wordt, maar
dat van eenlg vreugdebetoon bij de Fran-
schen geen sprake is.
Vermoedelijk begrijpt men daar, dat
ook een overwinning verlies kan beteeke-
nen.
Zeker, Frankrijk "heeft thans de macht.
Misschien gelukt 't wel de Duitsche mijn
eigenaren tot rede te brengen en de be
geerde kolen te verkrijgen.
Maar hoe duur is dan die overwinning
'gekocht.
Jaar in jaar uit blijven groote troepen-
mi assa'e onder de wapenen, wat voor het
moreel van het volk niet zonder beteeke-
i)is is.
En dan. hoe worden de Duitsche harts
tochten geprikkeld.
Er wordt haat gezaaid, met volle
handen. Moet men dan niet verwachten
Jat straks storm wordt geoogst?
De correspondenten die de betoogingen
te Berlijn bijwoonden, verklaren dat sinds
den oorlog, de eenheid van het Duitsche
volk nooit beter uitkwam dan nu.
Het wordt in nood en smart bijeenge
bracht.
Do vaderlandsche 1 ietleren weerklinken
en... van het socialistische ideaal: de
landsgrenzen uit. te wisschen om daarvoor
in de plaats te stellen een afscheiding
tu&schen de verschillende volken blijft
niets over.
Gelukkig niet.
Dat heeft deze week ons ook weer
doen zien.
Met veel ophef werd onlangs verkon
digd dat nu het wapen tegen den oorlog
was gevonden.
Het I. V. V. zou botsingen weten to
voorkomen en te verijdelen.
Maar wat zien we nu?
Do leiders van het I. V. V. reizen als
echte diplomaten heon en weer, ze doen
gewichtig en confereeren en verspreiden
persberichten, maar intussehen steunen de
Duitsche arbeiders do Duitsche regeering
en scharen de Belgen en Franse-hen zich
achter hunne regceringen.
En van het I. V. V. spreekt er geen.
Er is anders voor werkelijke vrede
stichters wel werk aan den winkel.
Overal gist het en kraakt het.
De Litauers hebben van de alge
meene verwarring gebruik gemaakt om
n stuk van hot. Memel gebied in te pal-
•e- Russische beer voelt zich
wat zwakjesmaar maakt zich toch
o dc gereed om zoo mogelijk zijn slag to
slaan.
Do Grieken en Turk e n verster
ken hunne legers en zullen straks mis
schien den strijd om Thracië beginnen.
En dan zijn er nog geheimzinnige be
richten omtrent mobilisatie van de
k 1 e i n fc F- n t e n t e.
Waartoe? Met welke bedoeling?
Naar het heet is deze beweging gericht
tegen beweerde troepenconcentraties van
Hongarije, maar dat klinkt toch niet
waarschijnlijk.
We zv" n er wel spoedig meer vSn
hooien, maar dit is in élk geval wel
duidelijk, dat de mobilisatie niet met
vredelievende bedoelingen geschied».
Bij al de onrust on verwarring mogen
wii ons verheugen in grooten vrede.
Overal begint men mei het treffen van
do voorbereiding van do jubileum
feest e n.
Eerst krijgen wc nog een tijdperk van
strijd.
Bii de Statenverkiezingen en daarna
bij de vrikiezingen voor de Raden zullen
de partijen scherp tegenover elkaar wor
den geplaatst;
Maar dan komt de nationale ge
dachte naar voren pn schaart, heel ons
volk zich om onze geliefde Oranje-
Vorstin.
Dezer dagen werd gemeld dat Minis
ter Aal b e r e e vo-ornomens zou zijn af
te treden.
Dit bericht is tegengesproken.
Toch zou liet alleszins verklaarbaar
zijn, (bit deze bewindsman er het bijltje
bij neerlegde.
Bovenmons'-belnk moeilijk is zijn taak.
Aan de eene zijde slaat de arbelderswc-
reld die reent om bescherming en behoud
van verkregen rechten.
En aan dc andere zijde staat de indus
trie die. het. steeds zwaarder Ie verant
woorden krijgt en meer vrijheid van be
wening verlangt.
En dan is pr nog de Minister van Fi
nanciën. met ziin ledige fchulkist.
Indien iemand, dan heeft zeker do Mi
nister van Arbeid wel noodig kracht van
boven.
In hef maatschappelijk leven blijft het
roeren en gisten.
Do toestand is voor breede volksgroe
pen ver van gunstig.
En hel wordt er niet beter op. nu volks
leiders zich niet ontzien zelfs in deze cri-
tieke dagen met kunne colgcTingen tc
epelèn.
Mogen voor hun gevaarlijk bedrijf
iteeds meer de oogen worden geopend.
Uit liet Sociale leven.
Herziening der Sociale Verzekering.
Door het Christelijk Nationaal Vakver
bond is tegen Dinsdag 30 Januari a.s. te
Utrecht, in het Gebouw voor Christelijk
Sociale Belangen een buitengewone, huis
houdelijke vergadering belegd, ter bespre
king van bet plan-G roe nevoid inzake do
herzienirig der .Sociale Yerzekcringswetgc-
ving, waarover Minister Aalberso het ad
vies van den Hoogen Raad van Arbeid
heeft gevraagd.
Behalve de besturen der aangesloten bon
den zijn tot deze vergadering uitgenoodigd
de geestverwante leden van den Hoogen
Raad van Arbeid en de A. R. en C. H.
Kamerfracties.
Di\ J. van Bruggen, Voorzitter van den
Raad van Arbeid te Dordrecht, zal in deze
vergadering als inleider optreden.
Slapte.
De Exportslagerij van Slaay's Bacon
Fantory te Assen, heeft wegens slapte in
het bedrijf haar personeelover 14 dagen
ontslag aangezegd. De slagerij zal worden
stopgezet.
Chr. Transportarbeiders.
De afd. Rotterdam van den Bond van
Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders hield
op 17 en 18 dezer voor haar vakgroep
transportarbeiders een referendum over de
door de Selieepvaartvereeniging „Zuid"
aangeboden loon- en arbeidsvoorwaarden.
Aan dit referendum hebben 551 van de 810
stemgerechtigde leden delgenomen. De uit
slag was, dat 40^'zicli verklaarden voor aan
vaarding van het aanbod en 130 tegén.
Voorts waren er nog 10 stemmen in blanco
en 3 van onwaarde uitgebracht.
Loonsverlaging.
Van alle salarissen der personeel en
zoowel voor de Buesumsche als voor de
A m sterd a mscho caca o-f abriek en-B en sdorp
is 10 pet. verlaging ingevoerd. Onderhan
delingen der betrokken organisaties heb
ben niét tot resultaat geleid. De minima
zijn nu f26 en f27 per week.
O VER HEIDSM A ATREG ELEN.
Dat dé Overheid vroeger ook in het
msta^ happelijk lever wist in te grijpen,
bewijst het Hdbl. met de volgende her
inneringen:
Prins Willem I vaardigde in 1573 een
verbod uit om gedurende de vasten van
dat jaar vleescii Ic verkcopen. Niet al
leen omdat er door „het consumecren en
vernielen van het oude en jonge bestiaal"
tegen don zomer gebrek aan vlcesch zou
zijn, doch ook „om de nering van de
klcino visscherij in Holland te conservee-
ren let onderhoud van de schamele vie-
echers en andere zich daarmede genee-
rende."
Of de bleekers van Heemstede, Benne-
brock, Overveen en Bloeniendaa! hun
kunst minder goed verstonden, of wel
duurder waren dan hunne concurrenten
in andere plaatsen, vermeldt, de historie
niet. Wel staat vast, dat zij zich in 1707
tot de Staten van Holland en West-Fries
land wendden met do klacht, dat do in
gezetenen hun wascb naar andero plaat
sen stuurden. Aan deze klacht gaven de
Stalen aanstonds gehoor door „aan alle
respectieve bewoondorsdezer provincie
te interdicecren, om hun vuile lijnwaden
en vuile kleeren, tafel—, en boddegced
daaronder gerekend, naar buiten deze
provincie te vervoeren of tc verzenden,
om die te laten wasschen of bleóken op
bleekerijcn, gelegen buiten «dezo provincie,
op boete van drie honderd guldens bij de
-contraventeurs tc Verbeuren, en allo
schippers en voerlieden op gelijke boete
Ie verbieden, bedoelde goederen Ie vervoe
ren of te bestellen naar of op bleekerijen
buiieri Holland."
In een soortgelijken vórm meende de
Stedelijke overheid van Den Haag te moe
ten waken voor de belangen van dc Haag-
sehe schoenmakers. Zij verbood den ver
koop van schoenen, laarzen en muilen
die elders gemaakt waren, behalve op de
kermis. Daar vele Hagenaars er voor be
dankten. om dure schoenen te koopen, be
gaven zij zich naar de Geestbrug, een "half
uur buiten de stad, waar vier schoenma
kers woonden. Daar kochten ze goedkoo-
pere schoenen, trokken die aan en kwamen
met. huil oude schoenen onder den arm in
de stad terug.
Over het tooneel.
Over hét tooneel schrijft de „Roti." een
driestar, waarin het blad o,m. constateert,
dat niet alleen bij belijdende christenen,
maar ook wei bij andersdenkenden een te
genzin tegen het tooneel aangetroffen
wordt.
Daarvan zegt bet blad o!in.:
Zij, die dezen tegenzin ongemotiveerd
achten zullen goed doen kennis te nemen
van een der ten vorige jare verschenen
romans, die in levendige kleuren den le
vensgang der tooneelwereld schetst.
Het boek van mevrouw van Ammers-
Küiler, „Het liuis der vreugden", hebben
wij op het oog.
De schrijfster is niet der onzen één, waar
deert het tooneel kent het door en door.
Wat zij meedeelt over dén levenstoon, dio
bij de helden en heldinnen van de planken
heerselit, wekt schaamte en ergernis over
zooveel onreinheid.
„Dacht u dat een meisje daarin leven
kon zonder er door bezoedeld te worden?"
dat is de pijnigende vraag, die haar niet
los laat.
De vraag, die ook ons niet los laat.
Niet mag los laten.
Moderne Cultuurmenschen.
Iedereen die de -geschriften van Prof.
van Dijk kent, weet aldus v. R. in
„Bergopwaarts" hoe dikwijl-s hdj ouzo
z.g. moderne cultuurmensohen in 't zonne
tje weet te zetten.. Er zou zonder moeite
oen allergeestigste bloemlezing te maken
zijn van lieelden. en uitspraken, die op dit
thema betrekking hebben. De tragische en
soms ridicule kant van den modernen
culluurmensch komt er veelal slecht af.
In het nieuwe boek over Socrates staat
een verhaal dat dc moeite loont oan hét
hier mee tc deelen. Er staat in dit boek
nog wel wat meer, maar de humor van
dit g«£val is zóó groot, dat onze lezers het
dienen te weten.
Er woTdt gesproken over ,BiIdungssehwin
dcil" (blz. 3 vgg.) Dan volgt er:
„De beschaafde wereld is er vol van.
Mij komt hier te binnen een kostelijke
anecdote, die mij niet lang geleden ver
teld word. Een schoolopziener bezocht een
school, waar ook .gedaan" werd aan va-
derlamkohe letterkunde. Aan een van de
jongens vroeg hij: zeg mij eens, wie heeft
de nu Licifer geschreven? De jongen wist
het niet en dacht vermoedelijk dat er
onderzoek gedaan werd naar de een of
andere onbehoorlijkheid; met lucifers. Hij
antwood-deik weet het niet, meneer, ik
heb het niet gedaan. Daarmee liep de
zaak voor het oogeniblik af. De schoolop
ziener gebruikte bet tweede ontbijt bij
den burgemeester der plaats. Hij vertelde
van zijn wedervaren op soboo-l, van den
jongen wien hij vroegwie heeft den Luci
fer geschreven met het antwoord: ik
weet het niet, ik heb het niet gedaan. Nu,
zei de burgemeester, houd' het er maar
gerust voor, dat hij het gedaan heeft,
hoor! Een glans van innig zelfbehagen
overtoog daarbij 'e burgemeesters gelaat
en zijn gade glimlachte minzaam achter
een oesterschelp De schoolopziener ging
des avonds naar huis en ontmoette in den
trein een lid' der Provinciale Staten, dien
hij kende. Hij vertelde natuurlijk van het
geval met den jongen en den burgemees
ter. Het Statenlid antwoordde: o, kende
u dien burgemeester niet, die man heeft
geen flauw besef van muziek".
(Buiteu verantwoordelijk hein der Red.)
Critiek op een critiek.
Quo Vad'i;?
Hoewel ilc, M. dq R., er geen voorstander
van ben om öp verslagen van uitvoeringen
terug te komen, moet ik toch een uitzon-
derftig maken voor bet door Uw blad ge
geven verslag van Con Amore's uitvoering.
In een verslag komen soms heel schecvc
dingen, voor, maar ik weet dat de verslag
gever steeds een persoonlijken indruk
geeft; daarom heb ik tot dusver, ook als
ik een verslag van vele vraagteekens voor
zag, gezwegen. Dat ik dit nu niet doe is,
omdat bij mij zonderlinge vermoedens ge
rezen zijn, b.v.: Is uw verslaggever er zelf
geweest? En als liij er geweest is, heeft hij
dan geluisterd, goed, met beide oorenEn
als hij geluisterd heeft, beeft hij dan onbe-
invloed zijn meening weergegeven? En als
ook dit het geval geweest is, is bij dan be
voegd geweest? En als liij onverhoopt niet
bevoegd geweest is,",had hij dan niet be
ter zijn critiek achterwege kunnen laken,
gedachtig aan liet „La critique est aisée,
mais 1' art est difficile."
En als ik met mijn vragen mistast, moet
ik toch constateeren, dat zijn meening op
enkele essentiëelc punten diametraal staat
tegenover de opinie van ecnige musici van
klinkende reputatie, wier namen, uw ver
slaggever bij mij kan vernem,en (ik noem ze
niet, omdat ik daartoe bun verlof niet ge
vraagd on dus. niet verkregen liob; liet .zijn
niet allejcn de solisten.) Ik; noem enkele
punten
„terwijl het pianissimo possible
blijkbaar door liet koor als iets bijkomstigs
werd beschouwd";
„door overmatig uitzetten van het
stemgeluid mq|^t het „beschaafde" afin
waarde verliezen."
„Do critiek mag (onderstreping van mij
A.) niet zwijgen." N.B. Een bekend
zanglecrares uitte zich: Ik kan geen woor
den vinden't is boven mijn lof.
Maar behalve deze punten, waarover ik
toevallig het oordeel van bevoegde critici
weet, wekken enkele andere uitlatingen
(in dubbelen zin) bevreemding. Heeft b.v.
uw verslaggever niet geboord, dat Ma::
Kloos in de derde scene soms hinderlijk
tegen den toon aanzong én daardoor even
in het koor een lichte verwarring veroor
zaakte? (Het is niet andersom, zooals in
een der plaatselijke bladen stond; de aan
dachtige hoorder heeft trouwens bemerkt,
dat Kloos den toon van het orgel over
neemt en daarna het koor pas van hein.)
Als uw correspondent, misschien uit vrees
voor een gevestigde reputatie, dit niet
durft vcroordeclen, waarom dan veel lich
tere fouten van het koor,-dat toch al zoo'n
buitengewoon zware taak had, onder
streept? In dit laatste gaat uw verslagge
ver veel verder dan andere journalisten.
Het Verslag spreekt van een semi-demo-
hisch A.) optreden in de dubbclfuga.
Maar-süls de sopranen vier malen lang eeii
liooge bes moeton aanhouden, waarbij de
componist ffff aantekent, hoe wil uw ver
slaggever dat dan laten zingen?
De heer X (zooals ilc uw correspondent
nu maar noemen zal) hekelt hinderlijke
lichaamsbewegingen van de koorleden.
Eenige hoorders, die ik sprak, waren van
tegenovergestelde meening en wezen er op,
dat bij een onlangs gegeven uitvoering dit
veel sterker was.
Do lieer X. spreekt van een orkestorgel.
Wat dat is, weet ik niet. Zeker een druk
fout? Ik heb er Van. Dale, mitsgaders Oost-
hoek's Encyclopaedic naarstiglijk op na
geslagen en een muzikalen vriend geïnter
pelleerd, maar ben niet tot klaarheid kun
nen komen. Bedoelt de heer X. misschien
een concertorgel en wel een, in de Stads
gehoorzaal ingebouwd? Zoo ja, dan ben ik
hem dankbaar, dat hij deze kwestie weer
eens op het tapijt heeft gebracht. Geluk
kig, dat de burgemeester tijdens de uitvoe
ring zelf bet gemis van zoo'n orgel heeft
kunnen constaleeren.
Ten slotte moet ik den lieer X. als ver
slaggever van een Christelijk dagblad be
slist disqualifieeeren. Hij schrijft toch:
Het is „ons totaal onbegrijpelijk, dat het
antwoord op het Quo Yadis"„niet
door een der solisten is weergegeven." Weet
bij niet, dat het de teerste gevoelens van
vele Christenen treft, wanneer zij Chris
tus als persoon zien optreden en is het
hem diensvolgens niet duidelijk geworden,
dat de directeur vah „Con Amoro" met op
zet bedoeld antwoord door de alten liét
zingen? En wel zittend, opdat de hoorders
niet onmiddellijk zouden weten, waar dat
antwoord vandaan kwam? „Dé weergave
hiervan was zwak"! Onbegrijpelijk. Moét
een antwoord, dat uitde-verte kómt-, uit
geschreeuwd worden? Overigens moet het
den heer X., wil hij op den naam van com
petent verslaggever aanspraak maken, be
kend zijn, dat Christelijke koren nooit een
Christuspartij door een solist laten zingen.
Ik wil eindigen met een verzoek: Als de
heer K. mijn stukje van een onderschrift
voorziet, laat hij zakelijk blijven en
zijn antwoord met A'ollen naam ondcrtcc-
kenen.
Met dank voor de plaatsipg:
-Uw dw.,
A. J. ANES.
Leiden IS Jan. 1923.
Wij waaideeren het in den^heer Anes,
dat hij het zoo eon amore en met zooveel'
li.efde voor het koor waarvan hij deel uit
maakt opneemt.
Liefde maakt echter niet alleen blind,
maar ook wel eens o n bi 11 ij k.
Daaraan willen wij toeschrijven dat de
heer Anc6 zich heeft laten verleiden tot
het uiten van een reeks veronderstellin
gen, die hier allerminst op zijn plaats zijn
en die hij, daaraan twijfelen wij niet, zelf
als ten een en male ongepast, zal
betreuren.
Met liet bekende door den schrijver aan
gehaalde spreekwoord zijn wij het in dit
géval niet eens. Wij zouden liever zeggen
de kunst is moeilijk, maar de critiek is
ook niet gemakkelijk.
Dat de door den heer A. bedoelde auto
riteit wiens naam ons bekend is zich zeer
waardeerend over de prestaties van „Con
Amore" heeft uitgelaten was ons bekend
en het i6 zeker zeer vleiend voor het koor
als een bekend zangleerare-s zegt dat zij
geen woorden kan vinden om haar lof te
uiten.
Maar kan men niet val lof zijn voor
wat de heer Smink met zijn koor wist te
bereiken en toch op sommige punten cri
tiek oefenen?
Wij zullen wat de heer A. verder op
merkt niet punt voor punt behandelen.
Do opmerking van inzake het orgel is
inderdaad juist. Bedoeld en ook geschre
ven, was een concertorgel.
De onderscheiding die de heer A- maakt
inzake de Christusfiguur is ons niet recht
duidelijk. Is er w e z e n 1 ij k verschil tus-
schen het weergeven van die partij door
een solist of de alten?
Nieuw is voor ons de tegenstelling:
zwak schreeuwen.
Wij hebben meer dan eens opgemerkt
dat voor sommige zangers krachtig zingen
met schreeuwen gelijk staat maar hel
komt ons ten ecnenmale onbegrijpelijk
voor. dat de heer A. deze tegenstelling
aanvaardt-
Tenslotte nog deze opmerking:
W ij hebben getracht het belang van
„Con Anvore" te dienen door op sommi
ge punten een zachte critiek to laten hoo-
ren en do héér Anes doet. ,het op z ij no
wijze.
Hoewel de anli-crrtiek van den heer,
Anes op sommige punten onbillijk is,
denken wij ergeent oogenblik aan, zijne
goede, bedoelingen in twijfel te, trekken,
Qingekeerd verwachten wij, dat de lieer'
A. bij nader inziet! zeil erkennen dat on
ze bedoeling geen andere was -dan „Con
Antlore" te helpen opbouwen, en dat hij
daarom beter bad gedaan sommige veron
derstellingen, achterwege te laten.
Vóór een critiek met eenige bijbodoelin-
ling, op dit koor dat ook ons lief is en
dat den steun verdient van heel ons Chris
tenvolk is in ons blad a-een plaats-
Leidsche Penkrassen.
Amice.
't Blijkt nu,.dat men in onze kringen
niet overal ingenomen js met den uit
slag van do stemming voor de candida-
tenlijst voor dc Provinciale Staten. Met
name hier in Leiden heerstht omtrent dc
samenstelling van deze lijst ecnige onte
vredenheid.
Nu verwondert mij dit niet. ïk heb al
heel wat jaren aan liet verkiezingswerk
deelgenomen, maar ik heb nog nooit ge
zien dat er algemeene tevredenheid was
en dus zou 't wel een groot wonder zijn
als; 't ditmaal anders ging. Ook al wordt
een, lijst niet de meest mogelijke zorg sa
mengesteld, dan nog lijkt het me vrijwel
onmogelijk alle verlangens te bevredi
gen.
Dat er eenige ontstemming beorscht is
in het onderhavige geval verklaarbaar,
omdat Leiden er inderdaad wel wat slecht
is afgekomen.
Leiden brengt meer dan een derde ge
deelte van het aantal stemmen uit in de
zen kring en. dus ligt het dunkt me voor
de hand, dat daarmee ook uit propagan
distisch oogpuntbij de candidaatstclling
rekening wordt gehouden.
Dat is echter niet gedaan. Aan Leiden
is- de tweede plaats toegewezen, en boven
dien de drie laatste plaatsen.
Ge begrijpt m'ii waarde, dat die situa
tie niet de meest gunstige is.
Stel wat ik nog niet geloof dat
onze beide aftredende mannen de lieercn
Warnaar en Pera worden herkozen. Stel
voorts dat dc heer Pera, wat toch ook
niet onmogelijk zou zijn, na. een paar jaar
ontslag zou. nemen. Dan zou de eerste
opvolger iemand uit Sasoeiilieim zijn.
Opziclizelf i6 dat niet van zooveel be-
teekenis, rnaar als we er nu rekening mee
houden dat het gewoonte is en zeker
een goede gewoonte dat de aftreden
de leden worden herkozen, dan zou daar
uit volgen dat de plaats van Leiden voor
goed naar een der dorpen overging.
't Zou daarom dunkt me gcwcnscht zijn
geweest, dat dc lijet eenigszins ander& wa6
samengesteld en wel in dien zin, dat het
bij eventueole vacatures om en om ging.
Dat is echter niet gebeurd, en zooals
het spreekwoord zegt gedane zaken ne
men geen keer. En ik voeg hieraan toe het
stellige vertrouwen, dat dezen gang van
zaken voor niemand onzer vrienden in
Leiden een reden zal zijn om met minder
vuur en geestdrift voor dc verkiezingen te
ijveren, dan bij vorige gelegenheden.
Nog temeer, omdat het toch ook voor
een niet gering deel de schuld van dc Lei-
d on aars zelf is, dat' hunne mannen op den
"achtergrond zi>n geraakt. Ze hadden het
kunnen voorkomen indien ze slechts ge
wild hadden en de moeite hadden gedaas
op de vergadering te komen waar ge
stemd moest worden.
Nu ze -dit niet deden, hebben ze ook het
recht verbeurd aanmerkingen tc maken
of zich ontovreden te toonen.
Wie met zichzelf niet rekent kan moei
lijk verwachten dat anderen wel met hem
zullen rekenen.
In hot gebeurde ligt voor de leden van
do Leidsche Kicsvereeniging deze les. dat-
ze voortaan meer aandacht zullen hebben
te schenken aan de dingen waarover zij
hef recht hebben te beslissen en die zeker
ook wel waard zijn, dat zij daaraan hun
ne volle aandacht séhenkm.
In de Nieuwe Leidsche van Woensdag
j-1- las ik dat over een paar weken een
vergadering wordt gehouden om de gros
lijst vast te stellen, waaruit straks de
candidaten voor den Gemeenteraad zullen
worden gekozen.
Me dunkt er is reden voor om dien
avond een groote opkomst te verwach
ten.
Herhaaldelijk wordt de klacht goüifi
dat een der schaduwzijden van het nieuwe
kiesstelsel is, dat do partijbesturen fff
groote macht hebben en dat- de kiezor?
ror slot van rekening zoo weinig hebben
te zeggen.
Deze grief is- niet, jeheel onjuist, hoe
wel niet over hot hoofd mag worden ge
zien dat onder hef oude stelsel de invloed
nu ook niet zoo bijster groot was.
Om iets te bereiken moest va a k met
andere partijen samenwerking werden ge
zocht en dan gebeurde het vaak dat een
candidaat werd „geslikt" voor wien uien
betrekkelijk weinig voelde, maar d werd
geaccepteerd omdat er nu r -man! rcvi
andere uitweg was.
Wie wat voorbij is vorhet -vzal
goed doen hiermee rekening 1e houden,
maar voor het overige kan worden toege
geven, dat vooral bij Kamerverkiezingen
waarbij met andere kringen moet worden
samengewerkt, de invloed van de kiezers
betrekkelijk gering ig en dat hierbij nu
eenmaal veel aan de partijleiders moet
worden overgelaten.
Dit geldt echter niet van de L-c.r.ceu-
teraadsverkicziiigen, tenminste wanneer
<le georganiseerde kiezers op hun poet
zijn en ook bij de voorbereiding van de
verkiezingen hunne medewerking betoe
nen.
\an .,gczr.ghcbbende*'= zijde werd mij
verzekerd dat we in de volgende vergade
ring over gebrek aan belangstel
ling niet zullenhebben te klagen.
Ik wil #het hopen, amice, tenminste
wanneer die belangstelling een gevolg is
van waarachtige belangstelling in de pu->
blieke zaak, in het wel en wee van onze
gemeente, en niet van de begeerte om
een bepaalde groep der bevolking den
grootst en invloed te verzekeren.
Wie ik hierbij op het oog-heb, vraagt
■gc 'misschien?
Wel m'n waarde, niepia-iid >n iedereen
al naar ge 't nemen wilt.
Wanneer, dgar middenstanders ..en. andc-
ren; naar do vergadering gaan om te zor
gen dat do „arbeidersgroep" niet .do la-
kens uitdeelt, dan zeg ik: dat is niet in
ovd'é,dat is niet anti-revolutionair.
En wanneer de arbeiders in gesloten gc-
lodércn optrekken om daar een overwin
ning to behalen, dan geef ik hetzelfde
•antwoord.
De vraag waarom het'gaat on waarom
het. gaan moet is niet Gin een bepaalde
groep te wéren of er te brengen, maar
welke mannen het best in staaf geacht
kunnen worden do gemeente te besturen
en ook in den Raad onze beginselen te
verdedigen.
Wie zco de zaken ziet, zal niet in de
eerste plaats vragen of iemand grcotfabri
kant is of middenstander of arbeider,
maar hij zal tegelijkertijd en als vanzelf
er loe meewerken, dat zooveel mogelijk
alle bevolkingsgroepen in den Raad hun
ne vertegenwoordigers krijgen.
In onzen lijd, nu de gemeentelijke
Overheid een belangrijke eoeiaTe tank te
vervullen heeft, zou het een absurditeit
zijn, stel dat geschikte krachten aanwe
zig zijn bet arbeiderselement tc weren.
Maar ook de andere groepen hebben hun
ne speciale belangen en daarom is het ge-
woHscht dat ook daarbij met liet stellen
van candidaten gerekend wordt.
Deze zaak heeft echter ook nog een an
dere zijdei
Een partij van eenigeh omvang h«r&
rekening te houden met de waarschijnlijk
heid dat uit de door haar gekozen man
nen een of meer wethouders móeten wor
den aangewezen.
En evenmin als alle hen', hoe -goed
ook in zijn soort, geen linimërhour is,
evenmin zijn allc raadsleden, boe geschikt
overigens ook voor hun. taak. geschikt
voor het wethouderschap.
Daarmee moet worden gereken!.
Wij anti-revohitxmairen; moeton niets
hebben van dc ambtenaren-regcoring.
Ambtenaren zijn ook noodig en we mo
gen dankbaar zijn als we goede ambtena
ren hebben en hun werk. waarvan zoo
heel veel afhangt, waardeèrén.
Maar toch, geen ambtenarenregeering.
En dat krijgen we, als we niet zorgen voor
wethoudere-materiaal.
Als we hebben zwakke wethouders, dan
moeten de ambtenaren hun werk wel
overnemen. Daaraan valt nu eenmaal niet
te ontkomen.
Het behoeft wel geen betoog mijn
waarde, dat onze mannen belhalvc deze
meer algemeene eigenschappen, ook een
hart moeten hebben, dat warm klopt voor
onze A. R. beginselen en die altijd bereid
zijn en in staat, die beginselen to verde
digen.
Go zegt misschien, amieo: maar dan
valt het toch nog niet mee en don is het
toch nog niet zoo gemakkelijk lid van
den Raad te zijn.'
%0Q is het ook.
En daaröit volgt vanzelf, dat dc voor
bereiding van de verkiezing een zaak it--
van hoogen ernst, een zaak- waaxbiv-WC-:
zeker wel allen, mogen vragen: Hoere^
zendt Uw licht én Uwe waarheid, opdat
die oU6 leidén'op dit mceil'.ike pad.
VERITAS.