Ingezonden. Aan het einde der week. Ook de afgeloopen week was een week iran veel bewogenheid, vooral in .verband met de bezetting van het Roe r- gebied door de Franschen. De vorige Zondag was voor Duitsch- land en speciaal voor Berlijn een treur dag. En het is te verstaan dat er getreurd .wordt. Duitechland beleeft bange dagen en het heeft op dit moment niet de kracht zich te verweeren. Wat ons echter opviel is dit, dat er in Duitscbland wel getreurd wordt, maar dat van eenlg vreugdebetoon bij de Fran- schen geen sprake is. Vermoedelijk begrijpt men daar, dat ook een overwinning verlies kan beteeke- nen. Zeker, Frankrijk "heeft thans de macht. Misschien gelukt 't wel de Duitsche mijn eigenaren tot rede te brengen en de be geerde kolen te verkrijgen. Maar hoe duur is dan die overwinning 'gekocht. Jaar in jaar uit blijven groote troepen- mi assa'e onder de wapenen, wat voor het moreel van het volk niet zonder beteeke- i)is is. En dan. hoe worden de Duitsche harts tochten geprikkeld. Er wordt haat gezaaid, met volle handen. Moet men dan niet verwachten Jat straks storm wordt geoogst? De correspondenten die de betoogingen te Berlijn bijwoonden, verklaren dat sinds den oorlog, de eenheid van het Duitsche volk nooit beter uitkwam dan nu. Het wordt in nood en smart bijeenge bracht. Do vaderlandsche 1 ietleren weerklinken en... van het socialistische ideaal: de landsgrenzen uit. te wisschen om daarvoor in de plaats te stellen een afscheiding tu&schen de verschillende volken blijft niets over. Gelukkig niet. Dat heeft deze week ons ook weer doen zien. Met veel ophef werd onlangs verkon digd dat nu het wapen tegen den oorlog was gevonden. Het I. V. V. zou botsingen weten to voorkomen en te verijdelen. Maar wat zien we nu? Do leiders van het I. V. V. reizen als echte diplomaten heon en weer, ze doen gewichtig en confereeren en verspreiden persberichten, maar intussehen steunen de Duitsche arbeiders do Duitsche regeering en scharen de Belgen en Franse-hen zich achter hunne regceringen. En van het I. V. V. spreekt er geen. Er is anders voor werkelijke vrede stichters wel werk aan den winkel. Overal gist het en kraakt het. De Litauers hebben van de alge meene verwarring gebruik gemaakt om n stuk van hot. Memel gebied in te pal- •e- Russische beer voelt zich wat zwakjesmaar maakt zich toch o dc gereed om zoo mogelijk zijn slag to slaan. Do Grieken en Turk e n verster ken hunne legers en zullen straks mis schien den strijd om Thracië beginnen. En dan zijn er nog geheimzinnige be richten omtrent mobilisatie van de k 1 e i n fc F- n t e n t e. Waartoe? Met welke bedoeling? Naar het heet is deze beweging gericht tegen beweerde troepenconcentraties van Hongarije, maar dat klinkt toch niet waarschijnlijk. We zv" n er wel spoedig meer vSn hooien, maar dit is in élk geval wel duidelijk, dat de mobilisatie niet met vredelievende bedoelingen geschied». Bij al de onrust on verwarring mogen wii ons verheugen in grooten vrede. Overal begint men mei het treffen van do voorbereiding van do jubileum feest e n. Eerst krijgen wc nog een tijdperk van strijd. Bii de Statenverkiezingen en daarna bij de vrikiezingen voor de Raden zullen de partijen scherp tegenover elkaar wor den geplaatst; Maar dan komt de nationale ge dachte naar voren pn schaart, heel ons volk zich om onze geliefde Oranje- Vorstin. Dezer dagen werd gemeld dat Minis ter Aal b e r e e vo-ornomens zou zijn af te treden. Dit bericht is tegengesproken. Toch zou liet alleszins verklaarbaar zijn, (bit deze bewindsman er het bijltje bij neerlegde. Bovenmons'-belnk moeilijk is zijn taak. Aan de eene zijde slaat de arbelderswc- reld die reent om bescherming en behoud van verkregen rechten. En aan dc andere zijde staat de indus trie die. het. steeds zwaarder Ie verant woorden krijgt en meer vrijheid van be wening verlangt. En dan is pr nog de Minister van Fi nanciën. met ziin ledige fchulkist. Indien iemand, dan heeft zeker do Mi nister van Arbeid wel noodig kracht van boven. In hef maatschappelijk leven blijft het roeren en gisten. Do toestand is voor breede volksgroe pen ver van gunstig. En hel wordt er niet beter op. nu volks leiders zich niet ontzien zelfs in deze cri- tieke dagen met kunne colgcTingen tc epelèn. Mogen voor hun gevaarlijk bedrijf iteeds meer de oogen worden geopend. Uit liet Sociale leven. Herziening der Sociale Verzekering. Door het Christelijk Nationaal Vakver bond is tegen Dinsdag 30 Januari a.s. te Utrecht, in het Gebouw voor Christelijk Sociale Belangen een buitengewone, huis houdelijke vergadering belegd, ter bespre king van bet plan-G roe nevoid inzake do herzienirig der .Sociale Yerzekcringswetgc- ving, waarover Minister Aalberso het ad vies van den Hoogen Raad van Arbeid heeft gevraagd. Behalve de besturen der aangesloten bon den zijn tot deze vergadering uitgenoodigd de geestverwante leden van den Hoogen Raad van Arbeid en de A. R. en C. H. Kamerfracties. Di\ J. van Bruggen, Voorzitter van den Raad van Arbeid te Dordrecht, zal in deze vergadering als inleider optreden. Slapte. De Exportslagerij van Slaay's Bacon Fantory te Assen, heeft wegens slapte in het bedrijf haar personeelover 14 dagen ontslag aangezegd. De slagerij zal worden stopgezet. Chr. Transportarbeiders. De afd. Rotterdam van den Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders hield op 17 en 18 dezer voor haar vakgroep transportarbeiders een referendum over de door de Selieepvaartvereeniging „Zuid" aangeboden loon- en arbeidsvoorwaarden. Aan dit referendum hebben 551 van de 810 stemgerechtigde leden delgenomen. De uit slag was, dat 40^'zicli verklaarden voor aan vaarding van het aanbod en 130 tegén. Voorts waren er nog 10 stemmen in blanco en 3 van onwaarde uitgebracht. Loonsverlaging. Van alle salarissen der personeel en zoowel voor de Buesumsche als voor de A m sterd a mscho caca o-f abriek en-B en sdorp is 10 pet. verlaging ingevoerd. Onderhan delingen der betrokken organisaties heb ben niét tot resultaat geleid. De minima zijn nu f26 en f27 per week. O VER HEIDSM A ATREG ELEN. Dat dé Overheid vroeger ook in het msta^ happelijk lever wist in te grijpen, bewijst het Hdbl. met de volgende her inneringen: Prins Willem I vaardigde in 1573 een verbod uit om gedurende de vasten van dat jaar vleescii Ic verkcopen. Niet al leen omdat er door „het consumecren en vernielen van het oude en jonge bestiaal" tegen don zomer gebrek aan vlcesch zou zijn, doch ook „om de nering van de klcino visscherij in Holland te conservee- ren let onderhoud van de schamele vie- echers en andere zich daarmede genee- rende." Of de bleekers van Heemstede, Benne- brock, Overveen en Bloeniendaa! hun kunst minder goed verstonden, of wel duurder waren dan hunne concurrenten in andere plaatsen, vermeldt, de historie niet. Wel staat vast, dat zij zich in 1707 tot de Staten van Holland en West-Fries land wendden met do klacht, dat do in gezetenen hun wascb naar andero plaat sen stuurden. Aan deze klacht gaven de Stalen aanstonds gehoor door „aan alle respectieve bewoondorsdezer provincie te interdicecren, om hun vuile lijnwaden en vuile kleeren, tafel—, en boddegced daaronder gerekend, naar buiten deze provincie te vervoeren of tc verzenden, om die te laten wasschen of bleóken op bleekerijcn, gelegen buiten «dezo provincie, op boete van drie honderd guldens bij de -contraventeurs tc Verbeuren, en allo schippers en voerlieden op gelijke boete Ie verbieden, bedoelde goederen Ie vervoe ren of te bestellen naar of op bleekerijen buiieri Holland." In een soortgelijken vórm meende de Stedelijke overheid van Den Haag te moe ten waken voor de belangen van dc Haag- sehe schoenmakers. Zij verbood den ver koop van schoenen, laarzen en muilen die elders gemaakt waren, behalve op de kermis. Daar vele Hagenaars er voor be dankten. om dure schoenen te koopen, be gaven zij zich naar de Geestbrug, een "half uur buiten de stad, waar vier schoenma kers woonden. Daar kochten ze goedkoo- pere schoenen, trokken die aan en kwamen met. huil oude schoenen onder den arm in de stad terug. Over het tooneel. Over hét tooneel schrijft de „Roti." een driestar, waarin het blad o,m. constateert, dat niet alleen bij belijdende christenen, maar ook wei bij andersdenkenden een te genzin tegen het tooneel aangetroffen wordt. Daarvan zegt bet blad o!in.: Zij, die dezen tegenzin ongemotiveerd achten zullen goed doen kennis te nemen van een der ten vorige jare verschenen romans, die in levendige kleuren den le vensgang der tooneelwereld schetst. Het boek van mevrouw van Ammers- Küiler, „Het liuis der vreugden", hebben wij op het oog. De schrijfster is niet der onzen één, waar deert het tooneel kent het door en door. Wat zij meedeelt over dén levenstoon, dio bij de helden en heldinnen van de planken heerselit, wekt schaamte en ergernis over zooveel onreinheid. „Dacht u dat een meisje daarin leven kon zonder er door bezoedeld te worden?" dat is de pijnigende vraag, die haar niet los laat. De vraag, die ook ons niet los laat. Niet mag los laten. Moderne Cultuurmenschen. Iedereen die de -geschriften van Prof. van Dijk kent, weet aldus v. R. in „Bergopwaarts" hoe dikwijl-s hdj ouzo z.g. moderne cultuurmensohen in 't zonne tje weet te zetten.. Er zou zonder moeite oen allergeestigste bloemlezing te maken zijn van lieelden. en uitspraken, die op dit thema betrekking hebben. De tragische en soms ridicule kant van den modernen culluurmensch komt er veelal slecht af. In het nieuwe boek over Socrates staat een verhaal dat dc moeite loont oan hét hier mee tc deelen. Er staat in dit boek nog wel wat meer, maar de humor van dit g«£val is zóó groot, dat onze lezers het dienen te weten. Er woTdt gesproken over ,BiIdungssehwin dcil" (blz. 3 vgg.) Dan volgt er: „De beschaafde wereld is er vol van. Mij komt hier te binnen een kostelijke anecdote, die mij niet lang geleden ver teld word. Een schoolopziener bezocht een school, waar ook .gedaan" werd aan va- derlamkohe letterkunde. Aan een van de jongens vroeg hij: zeg mij eens, wie heeft de nu Licifer geschreven? De jongen wist het niet en dacht vermoedelijk dat er onderzoek gedaan werd naar de een of andere onbehoorlijkheid; met lucifers. Hij antwood-deik weet het niet, meneer, ik heb het niet gedaan. Daarmee liep de zaak voor het oogeniblik af. De schoolop ziener gebruikte bet tweede ontbijt bij den burgemeester der plaats. Hij vertelde van zijn wedervaren op soboo-l, van den jongen wien hij vroegwie heeft den Luci fer geschreven met het antwoord: ik weet het niet, ik heb het niet gedaan. Nu, zei de burgemeester, houd' het er maar gerust voor, dat hij het gedaan heeft, hoor! Een glans van innig zelfbehagen overtoog daarbij 'e burgemeesters gelaat en zijn gade glimlachte minzaam achter een oesterschelp De schoolopziener ging des avonds naar huis en ontmoette in den trein een lid' der Provinciale Staten, dien hij kende. Hij vertelde natuurlijk van het geval met den jongen en den burgemees ter. Het Statenlid antwoordde: o, kende u dien burgemeester niet, die man heeft geen flauw besef van muziek". (Buiteu verantwoordelijk hein der Red.) Critiek op een critiek. Quo Vad'i;? Hoewel ilc, M. dq R., er geen voorstander van ben om öp verslagen van uitvoeringen terug te komen, moet ik toch een uitzon- derftig maken voor bet door Uw blad ge geven verslag van Con Amore's uitvoering. In een verslag komen soms heel schecvc dingen, voor, maar ik weet dat de verslag gever steeds een persoonlijken indruk geeft; daarom heb ik tot dusver, ook als ik een verslag van vele vraagteekens voor zag, gezwegen. Dat ik dit nu niet doe is, omdat bij mij zonderlinge vermoedens ge rezen zijn, b.v.: Is uw verslaggever er zelf geweest? En als liij er geweest is, heeft hij dan geluisterd, goed, met beide oorenEn als hij geluisterd heeft, beeft hij dan onbe- invloed zijn meening weergegeven? En als ook dit het geval geweest is, is bij dan be voegd geweest? En als liij onverhoopt niet bevoegd geweest is,",had hij dan niet be ter zijn critiek achterwege kunnen laken, gedachtig aan liet „La critique est aisée, mais 1' art est difficile." En als ik met mijn vragen mistast, moet ik toch constateeren, dat zijn meening op enkele essentiëelc punten diametraal staat tegenover de opinie van ecnige musici van klinkende reputatie, wier namen, uw ver slaggever bij mij kan vernem,en (ik noem ze niet, omdat ik daartoe bun verlof niet ge vraagd on dus. niet verkregen liob; liet .zijn niet allejcn de solisten.) Ik; noem enkele punten „terwijl het pianissimo possible blijkbaar door liet koor als iets bijkomstigs werd beschouwd"; „door overmatig uitzetten van het stemgeluid mq|^t het „beschaafde" afin waarde verliezen." „Do critiek mag (onderstreping van mij A.) niet zwijgen." N.B. Een bekend zanglecrares uitte zich: Ik kan geen woor den vinden't is boven mijn lof. Maar behalve deze punten, waarover ik toevallig het oordeel van bevoegde critici weet, wekken enkele andere uitlatingen (in dubbelen zin) bevreemding. Heeft b.v. uw verslaggever niet geboord, dat Ma:: Kloos in de derde scene soms hinderlijk tegen den toon aanzong én daardoor even in het koor een lichte verwarring veroor zaakte? (Het is niet andersom, zooals in een der plaatselijke bladen stond; de aan dachtige hoorder heeft trouwens bemerkt, dat Kloos den toon van het orgel over neemt en daarna het koor pas van hein.) Als uw correspondent, misschien uit vrees voor een gevestigde reputatie, dit niet durft vcroordeclen, waarom dan veel lich tere fouten van het koor,-dat toch al zoo'n buitengewoon zware taak had, onder streept? In dit laatste gaat uw verslagge ver veel verder dan andere journalisten. Het Verslag spreekt van een semi-demo- hisch A.) optreden in de dubbclfuga. Maar-süls de sopranen vier malen lang eeii liooge bes moeton aanhouden, waarbij de componist ffff aantekent, hoe wil uw ver slaggever dat dan laten zingen? De heer X (zooals ilc uw correspondent nu maar noemen zal) hekelt hinderlijke lichaamsbewegingen van de koorleden. Eenige hoorders, die ik sprak, waren van tegenovergestelde meening en wezen er op, dat bij een onlangs gegeven uitvoering dit veel sterker was. Do lieer X. spreekt van een orkestorgel. Wat dat is, weet ik niet. Zeker een druk fout? Ik heb er Van. Dale, mitsgaders Oost- hoek's Encyclopaedic naarstiglijk op na geslagen en een muzikalen vriend geïnter pelleerd, maar ben niet tot klaarheid kun nen komen. Bedoelt de heer X. misschien een concertorgel en wel een, in de Stads gehoorzaal ingebouwd? Zoo ja, dan ben ik hem dankbaar, dat hij deze kwestie weer eens op het tapijt heeft gebracht. Geluk kig, dat de burgemeester tijdens de uitvoe ring zelf bet gemis van zoo'n orgel heeft kunnen constaleeren. Ten slotte moet ik den lieer X. als ver slaggever van een Christelijk dagblad be slist disqualifieeeren. Hij schrijft toch: Het is „ons totaal onbegrijpelijk, dat het antwoord op het Quo Yadis"„niet door een der solisten is weergegeven." Weet bij niet, dat het de teerste gevoelens van vele Christenen treft, wanneer zij Chris tus als persoon zien optreden en is het hem diensvolgens niet duidelijk geworden, dat de directeur vah „Con Amoro" met op zet bedoeld antwoord door de alten liét zingen? En wel zittend, opdat de hoorders niet onmiddellijk zouden weten, waar dat antwoord vandaan kwam? „Dé weergave hiervan was zwak"! Onbegrijpelijk. Moét een antwoord, dat uitde-verte kómt-, uit geschreeuwd worden? Overigens moet het den heer X., wil hij op den naam van com petent verslaggever aanspraak maken, be kend zijn, dat Christelijke koren nooit een Christuspartij door een solist laten zingen. Ik wil eindigen met een verzoek: Als de heer K. mijn stukje van een onderschrift voorziet, laat hij zakelijk blijven en zijn antwoord met A'ollen naam ondcrtcc- kenen. Met dank voor de plaatsipg: -Uw dw., A. J. ANES. Leiden IS Jan. 1923. Wij waaideeren het in den^heer Anes, dat hij het zoo eon amore en met zooveel' li.efde voor het koor waarvan hij deel uit maakt opneemt. Liefde maakt echter niet alleen blind, maar ook wel eens o n bi 11 ij k. Daaraan willen wij toeschrijven dat de heer Anc6 zich heeft laten verleiden tot het uiten van een reeks veronderstellin gen, die hier allerminst op zijn plaats zijn en die hij, daaraan twijfelen wij niet, zelf als ten een en male ongepast, zal betreuren. Met liet bekende door den schrijver aan gehaalde spreekwoord zijn wij het in dit géval niet eens. Wij zouden liever zeggen de kunst is moeilijk, maar de critiek is ook niet gemakkelijk. Dat de door den heer A. bedoelde auto riteit wiens naam ons bekend is zich zeer waardeerend over de prestaties van „Con Amore" heeft uitgelaten was ons bekend en het i6 zeker zeer vleiend voor het koor als een bekend zangleerare-s zegt dat zij geen woorden kan vinden om haar lof te uiten. Maar kan men niet val lof zijn voor wat de heer Smink met zijn koor wist te bereiken en toch op sommige punten cri tiek oefenen? Wij zullen wat de heer A. verder op merkt niet punt voor punt behandelen. Do opmerking van inzake het orgel is inderdaad juist. Bedoeld en ook geschre ven, was een concertorgel. De onderscheiding die de heer A- maakt inzake de Christusfiguur is ons niet recht duidelijk. Is er w e z e n 1 ij k verschil tus- schen het weergeven van die partij door een solist of de alten? Nieuw is voor ons de tegenstelling: zwak schreeuwen. Wij hebben meer dan eens opgemerkt dat voor sommige zangers krachtig zingen met schreeuwen gelijk staat maar hel komt ons ten ecnenmale onbegrijpelijk voor. dat de heer A. deze tegenstelling aanvaardt- Tenslotte nog deze opmerking: W ij hebben getracht het belang van „Con Anvore" te dienen door op sommi ge punten een zachte critiek to laten hoo- ren en do héér Anes doet. ,het op z ij no wijze. Hoewel de anli-crrtiek van den heer, Anes op sommige punten onbillijk is, denken wij ergeent oogenblik aan, zijne goede, bedoelingen in twijfel te, trekken, Qingekeerd verwachten wij, dat de lieer' A. bij nader inziet! zeil erkennen dat on ze bedoeling geen andere was -dan „Con Antlore" te helpen opbouwen, en dat hij daarom beter bad gedaan sommige veron derstellingen, achterwege te laten. Vóór een critiek met eenige bijbodoelin- ling, op dit koor dat ook ons lief is en dat den steun verdient van heel ons Chris tenvolk is in ons blad a-een plaats- Leidsche Penkrassen. Amice. 't Blijkt nu,.dat men in onze kringen niet overal ingenomen js met den uit slag van do stemming voor de candida- tenlijst voor dc Provinciale Staten. Met name hier in Leiden heerstht omtrent dc samenstelling van deze lijst ecnige onte vredenheid. Nu verwondert mij dit niet. ïk heb al heel wat jaren aan liet verkiezingswerk deelgenomen, maar ik heb nog nooit ge zien dat er algemeene tevredenheid was en dus zou 't wel een groot wonder zijn als; 't ditmaal anders ging. Ook al wordt een, lijst niet de meest mogelijke zorg sa mengesteld, dan nog lijkt het me vrijwel onmogelijk alle verlangens te bevredi gen. Dat er eenige ontstemming beorscht is in het onderhavige geval verklaarbaar, omdat Leiden er inderdaad wel wat slecht is afgekomen. Leiden brengt meer dan een derde ge deelte van het aantal stemmen uit in de zen kring en. dus ligt het dunkt me voor de hand, dat daarmee ook uit propagan distisch oogpuntbij de candidaatstclling rekening wordt gehouden. Dat is echter niet gedaan. Aan Leiden is- de tweede plaats toegewezen, en boven dien de drie laatste plaatsen. Ge begrijpt m'ii waarde, dat die situa tie niet de meest gunstige is. Stel wat ik nog niet geloof dat onze beide aftredende mannen de lieercn Warnaar en Pera worden herkozen. Stel voorts dat dc heer Pera, wat toch ook niet onmogelijk zou zijn, na. een paar jaar ontslag zou. nemen. Dan zou de eerste opvolger iemand uit Sasoeiilieim zijn. Opziclizelf i6 dat niet van zooveel be- teekenis, rnaar als we er nu rekening mee houden dat het gewoonte is en zeker een goede gewoonte dat de aftreden de leden worden herkozen, dan zou daar uit volgen dat de plaats van Leiden voor goed naar een der dorpen overging. 't Zou daarom dunkt me gcwcnscht zijn geweest, dat dc lijet eenigszins ander& wa6 samengesteld en wel in dien zin, dat het bij eventueole vacatures om en om ging. Dat is echter niet gebeurd, en zooals het spreekwoord zegt gedane zaken ne men geen keer. En ik voeg hieraan toe het stellige vertrouwen, dat dezen gang van zaken voor niemand onzer vrienden in Leiden een reden zal zijn om met minder vuur en geestdrift voor dc verkiezingen te ijveren, dan bij vorige gelegenheden. Nog temeer, omdat het toch ook voor een niet gering deel de schuld van dc Lei- d on aars zelf is, dat' hunne mannen op den "achtergrond zi>n geraakt. Ze hadden het kunnen voorkomen indien ze slechts ge wild hadden en de moeite hadden gedaas op de vergadering te komen waar ge stemd moest worden. Nu ze -dit niet deden, hebben ze ook het recht verbeurd aanmerkingen tc maken of zich ontovreden te toonen. Wie met zichzelf niet rekent kan moei lijk verwachten dat anderen wel met hem zullen rekenen. In hot gebeurde ligt voor de leden van do Leidsche Kicsvereeniging deze les. dat- ze voortaan meer aandacht zullen hebben te schenken aan de dingen waarover zij hef recht hebben te beslissen en die zeker ook wel waard zijn, dat zij daaraan hun ne volle aandacht séhenkm. In de Nieuwe Leidsche van Woensdag j-1- las ik dat over een paar weken een vergadering wordt gehouden om de gros lijst vast te stellen, waaruit straks de candidaten voor den Gemeenteraad zullen worden gekozen. Me dunkt er is reden voor om dien avond een groote opkomst te verwach ten. Herhaaldelijk wordt de klacht goüifi dat een der schaduwzijden van het nieuwe kiesstelsel is, dat do partijbesturen fff groote macht hebben en dat- de kiezor? ror slot van rekening zoo weinig hebben te zeggen. Deze grief is- niet, jeheel onjuist, hoe wel niet over hot hoofd mag worden ge zien dat onder hef oude stelsel de invloed nu ook niet zoo bijster groot was. Om iets te bereiken moest va a k met andere partijen samenwerking werden ge zocht en dan gebeurde het vaak dat een candidaat werd „geslikt" voor wien uien betrekkelijk weinig voelde, maar d werd geaccepteerd omdat er nu r -man! rcvi andere uitweg was. Wie wat voorbij is vorhet -vzal goed doen hiermee rekening 1e houden, maar voor het overige kan worden toege geven, dat vooral bij Kamerverkiezingen waarbij met andere kringen moet worden samengewerkt, de invloed van de kiezers betrekkelijk gering ig en dat hierbij nu eenmaal veel aan de partijleiders moet worden overgelaten. Dit geldt echter niet van de L-c.r.ceu- teraadsverkicziiigen, tenminste wanneer <le georganiseerde kiezers op hun poet zijn en ook bij de voorbereiding van de verkiezingen hunne medewerking betoe nen. \an .,gczr.ghcbbende*'= zijde werd mij verzekerd dat we in de volgende vergade ring over gebrek aan belangstel ling niet zullenhebben te klagen. Ik wil #het hopen, amice, tenminste wanneer die belangstelling een gevolg is van waarachtige belangstelling in de pu-> blieke zaak, in het wel en wee van onze gemeente, en niet van de begeerte om een bepaalde groep der bevolking den grootst en invloed te verzekeren. Wie ik hierbij op het oog-heb, vraagt ■gc 'misschien? Wel m'n waarde, niepia-iid >n iedereen al naar ge 't nemen wilt. Wanneer, dgar middenstanders ..en. andc- ren; naar do vergadering gaan om te zor gen dat do „arbeidersgroep" niet .do la- kens uitdeelt, dan zeg ik: dat is niet in ovd'é,dat is niet anti-revolutionair. En wanneer de arbeiders in gesloten gc- lodércn optrekken om daar een overwin ning to behalen, dan geef ik hetzelfde •antwoord. De vraag waarom het'gaat on waarom het. gaan moet is niet Gin een bepaalde groep te wéren of er te brengen, maar welke mannen het best in staaf geacht kunnen worden do gemeente te besturen en ook in den Raad onze beginselen te verdedigen. Wie zco de zaken ziet, zal niet in de eerste plaats vragen of iemand grcotfabri kant is of middenstander of arbeider, maar hij zal tegelijkertijd en als vanzelf er loe meewerken, dat zooveel mogelijk alle bevolkingsgroepen in den Raad hun ne vertegenwoordigers krijgen. In onzen lijd, nu de gemeentelijke Overheid een belangrijke eoeiaTe tank te vervullen heeft, zou het een absurditeit zijn, stel dat geschikte krachten aanwe zig zijn bet arbeiderselement tc weren. Maar ook de andere groepen hebben hun ne speciale belangen en daarom is het ge- woHscht dat ook daarbij met liet stellen van candidaten gerekend wordt. Deze zaak heeft echter ook nog een an dere zijdei Een partij van eenigeh omvang h«r& rekening te houden met de waarschijnlijk heid dat uit de door haar gekozen man nen een of meer wethouders móeten wor den aangewezen. En evenmin als alle hen', hoe -goed ook in zijn soort, geen linimërhour is, evenmin zijn allc raadsleden, boe geschikt overigens ook voor hun. taak. geschikt voor het wethouderschap. Daarmee moet worden gereken!. Wij anti-revohitxmairen; moeton niets hebben van dc ambtenaren-regcoring. Ambtenaren zijn ook noodig en we mo gen dankbaar zijn als we goede ambtena ren hebben en hun werk. waarvan zoo heel veel afhangt, waardeèrén. Maar toch, geen ambtenarenregeering. En dat krijgen we, als we niet zorgen voor wethoudere-materiaal. Als we hebben zwakke wethouders, dan moeten de ambtenaren hun werk wel overnemen. Daaraan valt nu eenmaal niet te ontkomen. Het behoeft wel geen betoog mijn waarde, dat onze mannen belhalvc deze meer algemeene eigenschappen, ook een hart moeten hebben, dat warm klopt voor onze A. R. beginselen en die altijd bereid zijn en in staat, die beginselen to verde digen. Go zegt misschien, amieo: maar dan valt het toch nog niet mee en don is het toch nog niet zoo gemakkelijk lid van den Raad te zijn.' %0Q is het ook. En daaröit volgt vanzelf, dat dc voor bereiding van de verkiezing een zaak it-- van hoogen ernst, een zaak- waaxbiv-WC-: zeker wel allen, mogen vragen: Hoere^ zendt Uw licht én Uwe waarheid, opdat die oU6 leidén'op dit mceil'.ike pad. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6