lieaweLeilscMoirit Tweede Blad Zaterdag 20 Januari 1923 Niets nevens U. Wion hob ik nevens F...... Kevena U lust mij niets Psalm 73 25. Do menschen vertrouwen elkander ge heimen toe ondor voorwaarde, dat er ge zwegen worde. God doet juist andersom. Hij maakt zijn kinderen beleend met do rijkste verborgenheden der godzaligheid, doch met de bedoeling, dat zij lulde zul len getuigen van de heil geheimen der ken nis Gods. In het hierboven geschreven woord ju belt de psalmist het geheim uit van het leven mot God. Lutiher vertaalt zoo schoon: „Wenn ich nur Dich habe, so frag© ich nichts nach Himmcl und Erde". Nevens God heeft Asaf niets, lust hem niets. Als hij Hem maar heeft! Hem. vol komen! Hem alleon! Do verborgen om- gong met zijn Heere is hom do hoogste zaligheid. Geniet hij die, dan is zijn hart vervuld. Dan zijn al zijn verlangens be vredigend. Dan zijn al de vragen zijns harten beantwoord. Dit is het heilgohoim, zoo onnavolg baar schoon vertolkt in hot: :Wa« ist das höchste Glück auf Erden? Vertrauter Umgang mit dom Heim. Es ist nicht, erst cin Seligwerdcn; ein Seligsein im liefsten Kern. Nevens IJ niets! Neen, Gods kind is niet de allereerste plaats een zoeker van den hemelevenmin een onlvlioder van de hel. Gods kind is Godzoeker. Het is om Hem alleen to do on, om Hem, die alles en genoeg ie. 's Heercn kork is geen sluwe, berekenende, zelfzuchtige bruid, die be- geerig het oog heeft gerïdht op de rijk dommen van haar bruidegom, met voor bijzien en dus met verachting van zijn persoon. Het is haar te deen niet zoozeer om wat haar God en Koning hoeft en geeft, doolt om wat Hij is, om Zijn wezen, om het vriendelijk lichten van Zijn aan gezicht. De werteld oordeelt het zijn hoogge leerde mannen, die het durven - uitspreken dat de drangreden voor het Christelijk zoeken en handelen ligt in het beërven der hcmelsohe gelukzaligheid. Ook in den angst voor eeuwige straffen zal de ver klaring gezocht moeten werden van het godsdienstig leven. Zoo oordeelt de wereld en zoo zal zij wel blijven oordeelen. Immers zij kent in den grond der zaak maar één beginsel, dat der zelfzucht. Zij trekt al haar^ cir kels slechts om één middelpunt en zij be grijpt niet, dat er een ander mogelijk is. Zij verstaat niets van het nieuwo levens beginsel, do nieuwe levensbeschouwing, het nieuwe levensdoel van hen, die uit God geboren zijn. De natuurlijke mensch kan den verborgen omgang met God niet anders zien dan als een verfijnd egoïsme. De gebeden en paalmcn, die opstijgen uit de tent der vromen, zijn middelen om zichzelf te vrijwaren voor den dag des kwaads. De geloovigen sluiten een le vensverzekering, gelijk do wereld die ook heeft, alleen met dit verschil, dat die dor vromen niet zal ophouden bij den dood, doch zal reiken over hét graf. Zoo denkt en spreekt, een breedo schare. Wie ochlcr zoo oordeelt, heeft nimmer de heerlijke dioplen van het religieuze le ven gepeild, verstaat niet de dingen, die des Geestes Gods zijn. God om God, al was er geen hemel en geen hel. Of die ontzettende beschuldiging van egoïsme echter gansch en al onverdiend is? Gij weet wel beier. Hoevclen zijn er niet., die den naam hebben van te leven met God, cn toch dood zijn, omdat zij le ven voer cn met zichzelf. Hoevclen, die Asafs woord in do prak rijk des levens zoo verdraaien, dat het wordt:. „Nevens de schatten dos hemels en het vette dezer aarde lust mij niets van 's Heeren wezen". Als zij maar wan delen zullen op do gouden straten van hefc nieuwe Jeruzalem! Als hier op aarde hun koren en most maar vermenigvuldigd wordt! Bovenal, als zij maar niet komen in den poel de6 vuurs die met sulfer brandt! Veler hunkeren naar den hemel verschilt in wezen niets van het verlan- r&UILLE GN. Van hooger Orde. Naar het Engelsch. iL9) „Juist, juist," maar hij was toch niet op z'n gemak. „Als ik alleen was, zou ik vanzelf het recht hebben' te genieten, wat ik een geoorloofd genoegen vind, maar ik bon toch nog maar een jongen, die - onder een meester staat maar komaan, ik wil de gevolgen op mij ne men," voegde hij er trotsdli aan toe. ..Maar," zoi hij, zich plotseling naar mij koerend, „gij ook, Phineas? Als je naar huis wilt gaan, zal ik met jo meo gaan." Ik protesteerde daartegen, en zei, dat ik zeker was, dat wo niets verkeerds deden wat ik werkelijk ook geloofde. Weini ge oogenblikken daarop stonden wo voor het „theater". 't Wa-s een armoedige gelegenheid, wei nig beter dan een schuur, zooalè Mr. Charles al gezegd had't was er voor verbazend vol, een gedrang en ge schreeuw, verschrikkelijk. „O, John, pas op," en ik hield me vast aan z'n arm. De menigte werd dichter en geducht er. Ik wenschte, dat we maar weer behouden en wel in Norton Bury terug waren. Maar ziet, er kwam een' kleine opening gen onzer heidensofie voorouders, die droomden, dat zij hiernamaals gerstebier zouden drinken uit. do schodels hunner overwonnen vijanden, Onder hen, die het teeken des Chrietelijken doops dragen op het voorhoofd, zijn werkelijk meer heide nen dan oppervlakkig wordt vermoed. Onderzoeken wij onszelf nauw! Kunnen wij getuigen, als Asaf, van een geheim, dat de weerlegging is van de beschuldi ging der wereld? Zijn wij waarlijk God zoekers geworden? Is het ons om Hom alleen te doen? Is Ilij ons alles cn ge noeg? Of zoeken wij ouder het kleod dei- vroomheid misschien onszelf? Dit is zekor! Als de Ileere u door den Heiligen Geest persoonlijk overtuigt van zonde, krijgt ge met God, allereerst met God, met God alleen te doen. Zeker, in hot dal der verootmoediging leert ge be lijden, dat ge niets anders dan do hel hebt verdiend. Ge weent, omdat ge d(tn hemel hebt verbeurd. En toch, de diepste smart vlijmt door uw ziel bij de wetenschap, dat uw overtreden zonde is tegen do aller hoogste Majesteit. Ge leert verstaan, da.t dit de verschrikking is van don eeuwi gen dood. n.l. het goddeloos-zijn, het los- van-God-zijn. En ge zijt bedroefd, dat go niet waardig zijt den hemel in to gaan, niet omdat de schatten en de rust u zou den ontgaan, doch omdat uw ziel iets be grijpt van het overzalige, om altoos na bij den Heere te wezen. En komt ge in de kennis der ellende tegenover God te 6laan, tegenover God alleen, met het: „tegen U, U alleen heb ik gezondigd" op de lippen, langs den weg der verlossing, door Jezus wordt ge weer tot God geleid, tol God alleen. Niet tot iets buiten of naa6t. Hem, maar tot Hem persoonlijk. Hij wordt u dierbaar, niet allereerst omdat Hij u bevrijdt van straffen en u het geluk des hemels verze kert, doch omdat Hij ut verloren zon daar, met God verzoent! Welk een 'bedge heimAl deze dingen zijn uit God, die u met zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus! Als ge dit leert kennen, jubelt uw ziel: „God om God! Al was or geen hemel! Al was er geen hel!" De smart der hel, doch met Hem, kan u niet verschrikken. Het geluk dos hemels, doch zonder Hem, kan u niet bekoren! Niet opdat mij Uw hemel beid', Niet om van doem te zijn bevrijd. Niet door de hoop op loon verleid, Maar als Gij mindet mij woleer, Zoo min 'k U nu en eeuwig. Heer! Slechts wijl Gij zijt dc Koning mijn, Slechts wijl Gij, God, mijn God wilt zijn. Verstaat, gij in beginsel iets van dit leven met God, dan zult ge in tijden van zegeningen niet enkel blijde zijn over do weldaden, die u worden gegeven, doch bovenal over het hart uwe Hoeren, dat uit al Zijn gaven spreekt. Gelijk do bruid in het kleinste geschenk ongekondo heer lijkheid ziet, omdat zij weet, dat haai" bruidegom er achter staat. Dau zult ge in tijdenvan tcgonheden niet worden geleid tot doffe wanhoop, maar in de grootst© smarten uw hart ge nist houden in den Gcd uws hcile. Gelijk de bruid, ook al loopt alles tegen, toch door haar tranen teen glimlachen kan, als zij maar weet, dat haar bruidegom er is. Dan klimt het geloofsleven tot die hoogte, waarop de belijdenis klinkt: Met mijn God en Koning onder te gaan is mij liever dan er zonder Hem met de ganscho wereld bovenop to komen. Nevens Hom niets! Dat is hot hart, de kem van de cv-hto religie, den wandel in de vreeze Gods. En nu mogen wc het wel zeggen! Als wc het maar weten, dat het allereerst om Hem alleen gaat! Wie Hom hoeft, zal niet sterven! Er is geen verdoe menis voor die in Christus Jezus zijn! En wie Hem heeft, zal komen in den hemel, omdat de hemel van het-met-God-zijn reeds hier was in zijn hart. Heerlijk vooruitzicht! In dien hemel gouden straten en witte engelen? Rust en v-reugde? Kennis en heiligheid? Neen, daar zal Hij zijn! Hij. die ons alles is, en in Hem al wat begeerlijk is voor het, hart'. Daar zullen we Hom zien, gelijk Hij is! 'Daar zal Zijn licht ons bestralen, Zijn lof onzen mond- vervullen. Daar zal ons niets lusten nevens Hem, doch alles in Hem, uit wien, door wion. en tot wien alle din gen zijn. BEDE. O, laat 't nu stil, nu sIervor.3stil zijn, [Vader, Nu tot U treedt een wanklens-moede ziel, in de menigte, er werd een draagstoel doorgebracht, of tenminste men probeerde 't, maar de poging leed schipbreuk. Er ontstond een worsteling en een dor dra gers geraakte onder den voet cn bezeerde zich. Sommigen riepen: „foei!" anderen hadden er nog te meer pleizier om. Ten slotte, midden in de verwarring stak oen damo het boofd uit den draagstoel naar buiten en zag rond. 't Was een merk waardig gelaat; als ie 't eenmaal gezien had, kon je 't niet weer vergeten. Bleek, met -groote, harde trekken, een haviks neus, gevulde, hartstochtelijke lippen en zeer donkere oogen, zij 6prak en haar stem was in overeenstemming met zulk een gezicht. „Beste mensdaen, laat mij toch door ik bon Sarah Sid,dons." De menigte ging terstond uiteen cn iuichto haar onderwijl toe. zoodat de.go- heele stad 'fc kon hooven. Er was even op onthoud, zij boog en glimlachte welk een glimlach! en toon werd 't gordijn van de draagstoel diebtgetrokken. „Kom. houd me vast!" fluisterde John, terwijl hij naar \*>ren sprong en mij met zich trok, en, in 't volgend oogenbük nam hij den draagstoel terhand, welke do man had laten vallen en voor ik 't goed wiet stonden we beid© voor in 't theater. Mevr. Siddona stapte uit en wakLa haai' dragers betalen - Dr. MANNING'S KINADRUPPELS 'nebbon een zeer nuttige uitwerking bij zwakte dor zenuwen en der spijsverteerinSsorganon. 1409 w.g. Prof. Dr. med. Kisom, Kopen kagen Een kind, da-t in het dreunend dagge rader Niet naar U vroeg tot d'avond viel. Een riet, dat her- en derwaarts wordt be- [wogen, Onwillig buigt en telkens trofsch weer [rijst, Een dwaas, die in zijn trots niet kan ge- [doogon, Dat Gij, die zelfs de kleine muschkens [spijst: Zoudt leiden naar Uw willen al zijn schre iden; Eon koppig kind, dat alles zelf wil doen, Dat in don lichten dag zoo stout durft [treden En, eigenwijs, in eigen krachten koen. Maar dat, als donk'rc avond-vleg'len dalen Zich bang voelt en alleen en or zoo [moe Al schreiend vraagt, of vader hem komt [halen, En smeekt en roept: o, weer naar moe- [der toe! O, laat 't nu stil, nu stervcnsstil zijn, [Vader, Nu tot U treedt dat wank'lens-moedo [kind; Want d'avond daalt en Tc ben alleen, o [Vader, Ik kan niet, zoo mijn hand Uw hand niet [vindt. T e r W i 11 e. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Elburg (2de pred.- plaats): J. H. Gunning E.Bzm, te Vuur- sclic (Baarn); to Witmarsum: F. H. Bruins te Makkinga c.a.; te Zevenbergen: K. Hiel- kema te Kampen. Bedankt. Voor NijkerkerveenL. Boer te Nieuw-Weerdinge. C'HB. GEREF. KERK. Beroepen. Tc Hilversum: J. Jonge- leen te Maarssen. Vacaturen in de Ned. Herv. Kerk. Volgens het „Doetinchenmsch Weekblad" waren op 1 Januari 1923 in de Ned. Herv. Kerk in het geheel vacant 246 plaatsen. Het aantal dat 1 Juli 1922, 256 bedroeg, is Sus verminderd met 10 plaatsen. 1 Jan. 1922 was 't aantal 253. Hierbij moet in aan merking genomen worden, dat in den loop van het jaar p platasen vervallen zijn door conbinatie of opheffing. Waren deze plaatsen als vacant blijven bestaan, dan zou 't aantal vacaturen ge weest zijn 246 9 255, dus toch 2 meer dan 1 Januari 1922. Feitelijk is de toestand dus weinig veranderd. In 1922 zijn overleden 13 predikanten, emeritus geworden 9, tot een anderen werk lering overgegaan 7, hebben tfc ambt verla ten predikanten. Hiertegenover staat, dat 13 predikanten, die emeritus waren of uit het buitenland zijn gekomen, in dienst getreden zijn en zooals boven vermeld 9 plaatsen (vorig jaar 4) vervallen ziin door opheffing of conbinatie. 27 cand. terj H. D. zijn toegelaten (in 1919—1920, in 1920—1921, in 1921—1922), van wie er nog 16 beschikbaar zijn. De opleidingskwestie in de Gereformeerde Kerken. Is er nog cene opleidingskwestie, vraagt Prof. Bouwman in ,,Dc Bazuin". In den laateten tijd. is de oude kwestie weder naar voren gebracht, doordat in do Reformatie werd gezegd dat er nog altoos het besluit van 1892 lag. En in de laatste weken werd in onderscheidene bladen daaroVer geschreven. Het is natuurlijk geoorloofd over dc oude kwestie te spreken en te schrijven, doch het lcomt ons voor dat dit thans weinig nut doet. Wij leven in een tijd, waarin de gemoederen op dit punt tot rust gekomen zijn, maar waarin de geschiedenis van 18921905 nog niet door ieder, objectief kon worden behandeld. Het was ongetwijfeld met een goede be doeling dat terstond na de ineensmelting der kerken de .eenheid van opleiding aan de orde werd gesteld, maar \velk een jam mer heeft de ontijdige en tactlooze wijze van handelen in de kerken teweeg gebracht Een twintigtal jaren is het kerkelijk leven Eerst werd de een© man betaald, ruim betaald, blijkbaar te zien aan z'n overdre ven dankbaarheid toen wendde zo zich tot John Halifax. ,,'t Spijt me, jonge man, dat je zooveel last hebt gehad; hier is een bclooning." Hij nam 't geld, zocht er een zilver stukje uit en gaf 't overige terug. „Ik zal dit houden, als li 't goed vindt, mevrouw, als een herinnering, dat ik eens de eer hob genoten Mevr. Siddons van dienst te kunnen zijn." Ze zag hem scherp aan met haar won dere, donkere oogen en zoi waardig: „Dank u. mijnheer," toen ging ze heen. Eenigo minuten later kwam een bedien de vaa het theater ons opzoeken, en bracht ons, „op verlangen van Mevr. Sid- dons," Daar de besto plaatsen, welke er waren. 't Was een heerlijke avond. Nu, na zoo veel tijd, als ik er aan terugdenk, wordt mijn bloed jong en warm. Hoewel de zaal armoedig en klein was, was zij toch gevuld met de beau monde van Coltham, dat toen, dank zij de bescherming van 't koninklijk huis, zelfs Bath, ten opzichte van mode eu dwaasheden, naar de kroen stak. Hel; was eon geschitter van diamanten on met sterren bezaaide hoofddoeken en van Prince van Wales-veeren. Een won derlijk mengelmoes van costumes, wclko door deze kwestie geschokt,.en na.uwelijks een tiental jaren zijn wij de ellende to bo ven. Op de laatste twee Generale Synoden werd de band van eenheid zoo heerlijk ge voeld cn werd men in geen enkel opzicht herinnerd aan wat vroeger, in verband met de opleidingskwestie, de harmonie steeds weer verstoorde. Het is niet wenschelijk den rustigen ont wikkelingsgang der kerken door eeno oplei- dingskwestie te verstoren. Wij hebben ge zien dat de weg, die tot hiertoe gevolgd werd, niet tot het gewcnschte einde leidde, en daarom moet men er voor goed van af zien, om eigen gevoelen aan een ander te willen opleggen. Nieuwe toestanden worden geboren en niet gemaakt. Do rechte eon- heid groeit. En de eenheid in het kerker- lijko wordt het meest bevorderd door wc- derzijdsehe waardecring. Dan komt. het vertrouwen, waaraan wij in de kerkelijko samenleving behoefte hebben, en werkt men samen voor den grootcn arbeid, vaar- too God ons roept. Tot nog tce hebben vrij ook wel iets ge zien van do schade der gedeelde opleiding, maar nog veel meer hebben wij den zegen van tweeërlei ópleidiug ondervonden. En voorts hebben wij ervaren, dat, hoo min der men spreekt of schrijft over do vroege re kwestie, de samenleving der kerken en de goede christelijke gezindheid wordt be vorderd. Twee opleidingsscholen voor predikanten in céno kerk wekken oen zekere concurren tie. Maar dezo concurrentie heeft ook eene goed o zijde, dat er een wedijver is om het werk zoo goed mogelijk te verrichten, dat men van elkander kan leeren en op elkan der kan toezien, dat er is een streven om in trouw vasthouden r.an Gods \W< rd, hefc peil van ontwikkeling zoo hoog mogelijk op to voeren. Deze zegen wordt vooral geno ten wanneer, zooals liet thans door Gods goedheid het geval is, de professoren aan beide hoogescholen vriendschappelijk met elkander 'omgaan, cn harmonisch samen werken. Ook is er praetisch gceu voldoende reden om de pplcïdingslewestie aan de orde te Stellen nu het aantal studenten aan beide inrichtingen tot een tamelijk hoog peil is gestegen. Wij kunnen thans winst doen met dc les sen uit het verleden en ons overgeven aan de leiding des Heeren, die alle dingen schoon maakt op Zijn tijd. Andero dingen komen dra aan de orde, die een ander licht zullen werpen op dc kwesties, waar mede wij vroeger worstelden. En wij zul len wel doen, dat wij, getrouw staande in 's Heeren werk, uitzien en wachten op liet heil des Heeren. BINNENLAND. Provinciaal Comité van A. R. Kiesvereni gingen in Zuid-Holland. Op Vrijdag 26 Januari a.s. zal bovenge noemd Comité vergaderen in de bovenzaal van Café „Galand", Coolsingel 65 (naast hefc Ziekenhuis) te Rotterdam. In dezo vergadering komen de volgende punten aan de orde. Opening. Openingswoord door den Voorzitter: „De a.s. S t a ten s tc mb us." Ingekomen stukken. Vaststelling der candidatenlijsten. Wijze van stemmen. Verbinding van lijsten. Benoeming van eci^ gemachtigde met plaats ver vanger. Sta tutenwij zigin g. Bestuursverkiezing. Benoeming van een afgevaardigde naar hefc Centraal Comité cn plaatsvervanger. Propaganda. Schrijven van do Sfcatcnsectie Leiden. Sluiting. Verkiezing Prov. Staten. Naar de „Stand." verneemt hebben te Haarlem vergaderd do besturen eer A.-R. Stalen-Gcntrales u;l dc kieskringen Haar lem en Zaandam, let bet opmaken der ge meenschappelijke Candida tenlijst voor do Provinciale Staten. Deze lijst is aldus sa mengesteld: 1. mi. A. Bruch, te Haarlem; 2. D. L. Harms, te Hoorn; 3. G. Wolzak Hzn te Haarlem; 4. IC. Kan Kzn., tè Zaandam; 5. P. G. Diepersloot, te Schoten: G. H. J. Linzel, te Zaandam; 7. A. .1. do Waal Ma- lef ijt, te Bloemer.ciaal; 8. K. Tanger, tc Westzaan; 9. Joh. W. Gosen, t« Zandvoort; 10. A. Kruijver, te Zaandam. Vervoer van Gouvernementspassagiers. Het Kamerlid Brauligam heeft aan den minister van Koloniën de volgende vra gen gericht: toen in ecu tijd van overgang vorkeer- don! Dc oude dames hielden nog hardnek kig vast aan de statige, zijden rokken en lango corsetten, mei. de stijve, netto bouf fantes er op, terwijl de jongere schoonon waren begonnen zich zwierig te kleedon raar do Fransche modes, dun neteldoek, en kortlijvig. Hiertegen hadden wij Jael »eeds hevig hoor pp uitvaren; want Jael, Kwakersch als ze was, kon toch kwalijk haar natuurlijke neiging tot de versiering van „het vlecscli" versmoren. John en ik waren 't geheel met haar dat 't pijnlijk om te zien was, die aardige Engel-sche meisjes gekleed of liever ongekleed naar do mode van on ze vijanden aan den andoren kant van het Kanaal, nu een ongelukkige natie, gezon ken tot 't nulpunt in politiek, godsdienst cn zoden. Maar 't spel lieg on. Ik zal 't hier niet volgen: iedereen beeft wel gehoord van „de Lady Macbeih" van mevrouw SiJ- dons i Dit eerste en laateto tooneolspel, dat ik ooil bijwoonde, slaat me nu nog, na meer dan eon halve eeuw, even duidelijk voor j den geest als op dien avond. Men vertelt mij, dat een nieuwo generatie enkel glim lacht, over den tradftionèelen. roem v. l Sarah Siddons. Zij hebben haar nooif ge zien. Wat mi.i betreft, ik zal zo blijven verecron tot mijn dood. Is hot den ml nisier befcw<fs dat de hirisveratiDg aan boord rtst éa 6chepen, welke gouvernementepaesrtgtes» vervoeren, vaak zeer onvoldoende is; dat b.v. aan boord van het s.e. „Goen* toer' (uitgegaan Augustus 1922) voor 4! personen (8 vrouwen, 6 kindoren, 22 ca* derofficieren en 5 burgers) elcchfs twee W- C.'s en een badkamer beschikbaar wa ren: dat de bijgebouwde hulton aan board van dit. schip zeer ongerieflijk en slecht geventileerd zijn en voor verblijf van zee personen ongeschikt moeten worden acht? Ie de minister bereid aan de maat schappijen, welke zich met het vervoer van gouvernemen te-passagiers belasten, eiechen to stellen, die eon behoorlijke huisvosiing waarborgen? Bezoldigd propagandist. In antwoord op een vraag vaa een abound in „Do Nederlander" om eon bo- zoldigd propagandist in dienst van de Chr. Historische Unie in Noord-Hollam^ tot vorbreiding dor Chr. Hi6t. beginnoten, antwoordt de redactie zeor torecht: Hot versterken en uitbreiden der orga nisatie door do aanstelling van een be zoldigd propagandist, is herhaaldelijk Ic het Hoofdbestuur dor Unie besproken.j doch steeds afgewezen en wij go'oo- ven torecht. Beroeps-propagandisten worden be roeps-politici, en niet do bec-to politici. Het nadeel ja, hel gevaar, de politieke bemoeienis, dio een beginsel-uiting moet zijn, te maken tot een beroep, is zoo groot en bedreigt hot politieke loven zoo zeer met vervlakking, dat wij er niet toe durven advisccren. Beter ordieping ee langzame verbrccding, dan snelle uitbrei ding en vervlakking. E. V. voor dc Eerste Kamer. Over dit onderwerp schrijft de heet van Koetsveld, voorzitter van d« Vereen, tot verbetering van het Kiess tel'» sel aan het Handelsblad: Ik geef de voorkeur aan hefc volgend? stelsel: Geen splitsing in kieskringen. Geen 1 ij 61 e n keuze, maar personec keuze. Elk kiezer plaatst bovenaan op zijn stembiljet den candidaafc op wien hi$ stemt, en daaronder, in volgorde van zijn voorkeur, een aantal cand. (minimum ca maximum door dc wet vast te stellen) op wie hij zijn stem, zoo deze voor den eerst- gpnoemden niet kan dienen, wensclit te) zien overgedragen. Bij eerste oplczicg worden alléén do bovenste namen op de billclten gelezen. Zoodra gedurende die lezing e»*.n cand. den kiesdccler bereikt, is hij gekozen, en wordt op elk nog >olgend 1 iljei waarop zijn naam bovenaan slaat, zoodra zulk een' billet in handen komt, dio naam doorge haald cn het billet toegekend aan den on der hem volgenden cand. Indien, nadat dezo eerste lezing van alle biüeften ten einde is, nog niet het ver- eikcht aantel afgevaardigden is gekozen, worde op de bliïettpri van dsa cand. die do minste stemmen kreeg, diens naam ge schrapt., en worden die billctten overge dragen op hen dio daarop onder hem vol gen. Dit herhaalt men, tct óf het vcreischfe getal afgevaardigden den kiesdeclcr bcefb bereikt, óf het getal der nog overige cand gelijk is aan dat der rog te kirzen leden, óf 4c ovcrdrachtelijst op alle billetter ten einde is. In het 'v, ece geval zijn al de nog overige cand. gekozen, te het derde zij die dc meeste stemmen hebben. De gekozen afgovaardigdo neemt voor de provincie waaruit hij dé meeste stemmen kreeg. Komt hij volgens deze be paling voor twee of méér provincies in aanmerking, dan neemt hij zitting voor de provincie waarin'hij woont. Woont hij in geen dier provincies, dan beslist het lot. Komen voor den laats!cn te bezetten zclel in eene provincie twee cf méér der gekozenen in aanmerking met gelijk stem- mcncijfer, dan neemt voor d:e provincie zitting wie er sh woont. Wonen zij er beiden (allen) of geen van beiden (riten), dan beslist, het ml. Bij lusschcntïjdsche. vacature wordt ge opend bet pakket (for billetten die hefc ingevallen lid op zijn zefel brachten, en wordt, na schrapping van diens naam, door die billetten zijn opvolger aangewe zen. In dit stelsel gaat dus vóóraf tie zuivere toepassing der E.V., en pas daarna wordt de band gelegd UiSèchen nfr 'te-ten en provincies. ■inuna wmmn jjj iiihuhii - Het spel was afgeloopon; cr zou nog wat potsenmakerij volgen, maar daarvoon wilden wo niet blijven. We waggelden, half blind en duizelig, naar buiten in de donkere 6traten, terwijl John me als t ware droog. Wo hielden eerst even stil om op ons verhaal te komen. John kwam 't eerst tot zich zelf; hij was erg bleek, zag ik. „John?" n Hij legde dc hand op mn edhoudera „Wat is or? Ben je koud?" „Wel," zei hij, na een ©ogenblik, wt hebben one genoegen gehad, maar nu ia 't voorbij; ik ben benieuwd hoe laat i 1 Juist sloeg er een kVok ik telde d« elagen oüf! m Verschrikt zagen we elkaar aan bij w licht van de lantaarn. Tot dit ©ogenblik hadden we niet 'um den tijd gedacht. Eli uurl Hoe zouden we nog in Norton lJugU/ komen? f Want nu de opwinding voerlui way word ik ziek en r.wak; mijn boenen zonkeC haast, onder me weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5