Aan tiet emoe der week.
BINNENLAND.
Een belangrijke week ligt achter ons.
De reeds lang dreigende bezetting van
het Roergebied door de Franschen en Bel
gen is dan eindelijk een feit geworden.
Engeland doet niet mee, de Engelsche
regeerders vreazcn dat de bezetting
tenslotte ook Frankrijk meer schade dan
bato zal brengen, maar de Franschen zet
ten door.
Duitschland heeft niet aan zijn ver
plichtingen voldaan en daarom zal het nu
worden gedwongen, zoo noodig door
geweld van wapenen.
Met do bezetting van het Roergebied is
het economische loven van Duifschland
in het hart getroffen.
Als Duisehland geen kolen meer heeft
of als do kolenproductie niet geregeld
voortgaat, dan is het met Duitschland
economische leven, dat toch al heel zwak
is, gedaan.
De kolen spelen in dezen tijd een
groote rol.
Zonder kolen geen stoom en electriciteit
Zonder kolen geen vervoer en verkeer.
Zonder kolen heeft men aan de beste
machines niets.
Dat welen de Socialisten, en daarom
willen zij. in de eerste plaats de kolen-
productie socialiseeren.
Kolen beteekent macht.
Dat weten ook de Franschen en daarom
is nu het kolengebied bezet.
En een machtig leger, tot de tanden ge
wapend, staat klaar om eventueel verzet
in do geboorte te verstikken.
Voor Duitschland zijn het donkere dagen
Het wordt wel diep vernederd.
En er is niemand die kan zeggen wat
nog het einde zal zijn.
Geen wonder dat er getreurd wordt,
en het is ook heel verklaarbaar dat een
bfficieelen treurdag is uitgeschreven
Even verklaarbaar als het feit, dat niet
officieel tot bidden werd uitgenoodigd.
President Ebert is een veelszins voor
beeldig man.
Maar hij is Sociaal-Democraat,
En daarom k&n hij niet zijn volk tot
bidden manen.
In het Oosten blijft het nog steeds
broeien.
Maar alles wijst er op, dat de Turken
aan het langste eind zullen trekken.
Dank zij de verdeeldheid van het offi-
cièele Europa blijft de Turk opnieuw
overwinnaar.
Of Griekenland dan opnieuw naar
de wapenen zal grijpen?
Het schijnt wel in de bedoeling te lig-
eer. Maar het blijft een gevaarlijk avon
tuur.
Ex-k oning Ko n s tan tijn van Grie
konlaod is dood.
Ook hij was een van de greoten der
aarde wien het leven veel moeite bracht
en verdriet.
De oorlog bracht hem, toen hij pas aan
het bewind was. groote zorgen, en bet
eind van het li,ed was, dat hij in 1917 door
de geallieerden gedwongen werd af te tre
den.
In 1920 scheen de zon van voorspoed
voor hem op fe gaan, toen hij door het
nrtelsechc volk. met een geweldig en
thousiasme werd ontvangen.
Maar de vreugde duurde slechts kort.
Na den noodloUisren afloop van denw<
rckloorlog werd hij andermaal onttroond
en ging bij opnieuw in ballingschap.
En nu is ook aan zijn omzwerven een
einde gekomen.
Voorwaar, het. leven is ijdelheid.
De afgeloopen week bracht voor ons
land het- ernde der lypografenstaking.
F.n zooals te voorzien was, een smade
lijk einde.
De kiding ontbrak.
Do bestuurders die in hun hart over
tuigd waren van het ongemotiveerde van
deze slaking. die daarom ook niet gewon
nen kén worden, hadden niet den moed
de leden te leiden.
Als betaalde bedienden sjokten
a eb ter de ontevreden elementen aan en
dreyen daardoor ook anderen tot staking
Er zijn slachtoffers gevallen.
Dat kon niet anders
Maar de slachtoffers zitten niet onder
de hoofdbestuurders
Natuurlijk niet.
Domela Nieuwenhuis heeft al gezegd
dat men geen omelet kan bakken zonder
eieren te breken.
Alleen maar jammer, dat het altijd en
altijd weer de misleide arbeiders zijn die
die eieren mogen betalen.
DE VASTSTELLING VAN DE
CANDIDATELIJST.
Bij het opmaken van de voorloopige
candidatenlijst voor de Provinciale Staten
in den Kieskring Leiden ie bot bekend©
punteneteleel gevolgd.
Deze wijze van 6temraon heeft, evenals
alle andere methodes bezwaren en geeft
als vanzelf tot eenige ontevredenhe-id aan
leiding.
In verband daarmede Bchrijft ons de
heer G. K u y p e r secretarie van de Leid-
.softe Kiesvereeniging het volgende:
De kiosverOenigmgen hebben gestemd
voor de groslijst voor de Statenverkie
zing. de getallen zijn geeomd en me
nigeen denkt nu, dat het steramenoijfer
volkomen naar billijkheid de rangorde
bepaalt. Wijziging der rangorde behoort
dus buitengesloten te zijn, wil men de
rechten van de leden der kiesvereenigin
gen niet. aantasten.
Oppervlakkig beschouwd ie dit volko
men waar, maar een eenvoudige rekening
toont aan, dat de wijze van stemmen vol
strekt niet het beeld te voorschijn behoeft
te brengen, dat de leden hebben gewild.
Stel er zijn drie namen genoemd A. B.
en C. en er worden een negental stemmen
uitgebracht, dan zouden de stemmen
zich als volgt kunnen groepeoren:
4. A-C-B
5. A-C—B
6. B-C-A'
7. B-C-A
8. B-C—A
9. B-C-A
A-B-C
A-B-C
C-B-A'
C-A—B
C—A-B
C-A-B
Geeft men nu hun die op de eerste
plaats staan het cijfer 2 en op de derde
plaats 1 dan krijgt men in het eerste ge
val A 19 B 20 en C 13 en voor het twee
de geval A 22 B 15 en C 17.
Deze uitkomst is in beide gevallen in
strijd met de verlangens der kiezers.
Waar er 9 stemmen zijn uitgebracht en
A 5 maal op de eerste plaats voorkomt is
het duidelijk dat aan A de eerste plaats
toekomt, Wat B betreft zien we, dat hem
onbetwistbaar de tweede plaats toekomt
in beide gevallen, want in het tweede ge
val hebben 6 kiezere hem op de twee
de plaats begeerd en in het eerste re val
hebben 4 kiezers hem voor de eerste
plaats, dus als hij daar niet kwam zeker
voor de tweede plaats en 3 kiezers voor
de tweede plaats dus totaal 7.
Volgens de telling zooale die gevolgd
is komt B in het eerste geval op de eer
ste plaats en in het tweede goval op de
derde plaats.
Hieruit ziet men dus. dat de bij deze
stemming gevolgde calculatie volstrekt
geen zekerheid geeft, dat de uitslag beant
woordt aan de wenschen der kiezers.
Nu is het zeer gemakkelijk de gevolgde
methode af te keuren, maar minder ge
makkelijk is het er een andere methode
voor in de plaats te stellen, die zuiver is
en tevens practisch uitvoerbaar.
Waar het hier ging om drie candida
ten zou men met twee afzonderlijke stem
mingen in het reine gebracht zijn, maar
als men met tien candidaten te doen heeft
dan wordt het bijna een hopeloos werk.
Niet dat ik mij in alle opzichten met de
gevolgde wijze van stemmen kan vereeni
gen, een betere methode zal ik straks aan-
zen maar die ondervangt het bovenge
noemde bezwaar niet.
In het reglement van do Stafen-Cen-
traJe komt een bepaling voor. dat het ma-
deramen recht heeft af te wijken van de
volgorde zooale. die aangewezen is door
de behaalde cijfers. Gezien het boven
staande kan men deze bepaling in alle op
zichten billijken.
De bewering, dat deze bepaling onde
mocratisch is en het zelfbeschikkingsrecht
der kiesvereenigingen aantast is na het
bovenstaande niet houdbaar, omdat de
stemming niet het beeld behoeft te geven
van de beschikking der kiesvereenigingen,
maar die beschikking alleen benaderen.
Laat het moderamen zich dan bij zijn
beslissing nog leiden door de voorlichting
van de vertegenwoordigers der kiesver
eenigingen want die vormen de St.aten-
Centrale, dan kan van een aufcocratischen
maatregel niet gesproken worden.
Toch heb ik een bezwaar tegen de go-
volgde stemmethode, daar men hierbij
twee geheel onderscheiden zaken dooreen
gemengd heeft, namelijk: lo. wie behoo-
ren op de groslijst; 2o. in welke volgor
de behporen zij daarob te staan.
Ieder zal mij toegeven, dat men het -on
der 2o. genoemde eerst kan bepalen als
men weet, wie op de groslijst zullen voor'
komen.
Bij onze eerste vergadering brachten
wij uit 3795 stemmen, uitgebracht op 19
r. A-B-C
2. A—B—C
3. A-B-C
A-B-C
A—B—C
A-B-C
Op de groslijst van twintig namen,
waaruit wij ten slotte te kiezen hadden
kwamen 7 dezer personen voor, die totaal
1960 stemmen bij de eerete stemming op
zich vereenigd hadden.
Leiden verloor daardoor 1835 stem
men. die geheel waardeloos war, dus bij
na de helft, van haar invloed.
Oordeelkundig zou het geweest zijn,
waar we slechts tien namen voor de gros
lijst mochten inleveren, eerst een stem
ming te houden welke tien er op de lijst
zouden komen en daarna pas een stem
ming te houden over de volgorde, die de
personen op de lijct zouden moeten inne
men. We hadden dan minstens twee perso
nen meer op do groslijst gekregen, die de
Staten-Centrale eaamgestold heeft. Doch
dit was niet geoorloofd, wo zouden ons
aan een truc hebben schuldig gemaakt.
Maar het resultaat is dat een kiesver
eeniging die met 35 loden ter stemming
ging en tien candidaten op de groslijst
bracht en geen enkele meer. evenveel in
vloed oefende als Leiden met 69 leden.
Hier ie een leemte, die in het vervolg
dient ondervangen te worden.
In overweging ware te nemen, iedere
kiesvereeniging tien candidaten voor de
groslijst, te laten opgeven en iedere candi-
daat, dan de coefficient te geven van het
aantal stemmen, dat door de kiesvereeni
ging was uitgebracht, onverschillig de
volgorde waarin de candidaten voorko
men.
Brengt een Kiesvereeniging dus 70
stemmen uit, dan zouden alle candidaten
70 punten krijgen, brengt zij er 10 uit,
dan krijgen alle candidaten 10 punten.
Aan de kiesvereenigingen kan dan wel
overgelaten worden on welke wijze zij die
lijst, willen samenstellen.
Door het moderamen van de Staten-
Central© wordt vervolgens een voorloopi-
ge groslijst samengesteld van 20 namen
door de candidaten te nemen, die in het
district de meeste stemmen behaalden.
Door de kiesvereenigingen wondt nu
uit die 20 een tiental gekozen, voor de
definitieve groslijst. En dat tiental wordt
eindelijk de kiesvereenigingen aangebo
den om ze op de nu gevolgde wijze te
rangorden.
De toekenning van verschillende waar
den aan een 6tem komt dus in dit systeem
slechts éénmaal meer hoeft te stemmen:
ete stemming.
Veel omslachtiger is deze wijze van
vaststellen der groslijst niet. daar men
slechte éénmaal meer heeft to stemmen,
volgens de nu gevolgde wijze tweemaal,
volgens de voorgestelde driemaal.
Men kriigt dan wel niet een volkomen
zuiver beeld, maar toch in ieder geval een
beeld, dat veel meer de werkeïiike wen
schen der kiezers zal naderen, dan door
het thans gevolgde systeem, waarbij cir
ca do he-ft der stemmen reen invloed uit
oefent op het eindresultaat.
Or. NANNING'S KINADRUPPELS
eohat ik zeer hoog als eetlustopwekkend maag
middel, ook schrijf ik ze reeds vele jaren voor
tegen onpasselijkheid
gedurende de zwangerschap,
w.g. Prof. Dr. O. BEUTTNER,
805 Univorsiteits Vrouwenkliniek, Genève
HET M1LLI OEN.
Eindhoven (totaal gest. f 475) f 145.
Haaf ten 92.
Oud District Bedum 11.40
N.N. te St. Pancras 1.
Lexmond 100.90
Lopik, 3e storting 170.02
E. B. (door A. C. G.) 2.50
Mej. E. G., van N. N. te A2.50
Collecte Raamkerk „Voor geno
ten zegeningen" 'v 2.50
Fam. B., te A10.
Z. P., te A5.—
„Twee zusters", gecollecteerd in
de Geref. Kerk te Water
graafsmeer 25.
N. N., te A10.--
Wed. H., te A., opgespaarde
halve stuiverstukken 1.50
Kruiningen 5.50
E. D. J. de J., te K42.50
B. C. L., te J5.—
M. de B., te W. R10.—
G. de K. te B5.
D. R., te A12.-
K. M., te U50.—
Uit de Jong.-Vereen, te L10.
Meisjesver. „Dorcas" te Hom-
merts 10.
Eenige zusters uit het Coolsin-
gel-Ziekenhuis te Rotterd12.
N. N., te G., bijeengezongen 6.75
W. S., to Z10.—
Uit de West 50.
Mej. J. W. S., te H25.
Wed. D., te S10.
Totaal f 842.13
65ste verantwoording 906403.43
f 907245.56
Prciracvorlafling Ongevallenwet.
Naar aanleiding van de verklaring van
Minister Aalberse dat in voorbereiding is
een Kon. besluit waarbij aan de werkge
vers, die als premie-betalers zijn aange
sloten bij de R.V.B., over 1923 een bijzon
dere premieverlaging zal worden ver
leend, heeft de redacteur van de „R.-K.
Werkgever" zich gevend tot de Centrale
Werkgevers Risico-Bank en gevraagd,
wat deze Bank za<l doen.
De houding der directie staat nog niet
vast. In het Maandblad der Bank zullen
nadere mededeeling'cn geschieden.
De statuten der Ri9ico-vere©nigingen
schrijven voor, dat behoudens bijzondere
gevallen, de indeeling der bedrijven in
gevaren-klassen gelijk is aan die van de R
V. B. Verlaagt de R. V. B. de premies, dan
ligt het voor de hand, dat de C. W. R. B.
hetzelfde doet.
Omtrent de laatste zinsnede van '9 Minis
ters antwoord hebben zij geïnformeerd
of voor de bijzondtero premie-verla
ging alleen in aanmerking komen de pre
miebetalers bij de R. V. B., dan- wel alle
risico-dragers. Wanneer de reserve ge
kweekt zou zijn uitsluitend uit de bijdra
gen van de premie-belalers der Rijksbank,
dan zou inderdaad art. 40 snib 7 der O. W.
niet toelaten.dat ook anderen van de extra
verlaging profiteoren; is evenwel het over
schot gekweekt mede uit bijdragen van de
overige premiebetalers. dan zou het
hoogst onbillijk zijn. wanneer slechte één
groep daarvan voordeel trekken zou.
Terdege zal nagegaan moeten wn^rV^
uit welke factoren het batig slot der Rijks
bank samengesteld is.
Drukwerken in het buitenland gepost.
Zooals bekend zijn door de postadmi
nistratie maatregelen getroffen, tegen het
ter postbezorging van drukwerken in het
buitenland door hier te lande gevestigde
firma's, met het oogmerk, om zoodoende
het. hoogere binnenlandsche port te ver
mijden.
Thans wordt getracht aan dezen maatre
gelen te ontkomen door de bedoelde druk_
werke-n te frankeren volgens het tarief
der briefkaarten.
In verband hiermede is bepaald, dat de
bovenbedoelde maatregelen van toepas
sing zijn op alle dergelijke drukwerkzen
dingen uit het buitenland afkomstig, on
geacht het op die zendingen verantwoorde
port.
„Sonnevanck".
Naar wij vernemen, zal het Chr. Sanato
rium ,.Son,nevanck" bij Harderwijk, bin
nenkort wegens voortdurend plaatsgebrek
eenige uitbreiding ondergaan, zoodat het
getal verpleegden met 20 a 30 zal worden
vermeerderd.
De fnaffers en de fnuiters.
Een belangstellend lezer informeert in
de „Groene": „Is „vanuit" wel een fout?
„Vanaf", is natuurlijk absurd, omdat men
hier als voorzetsel gebruikt een voorzetsel
met een bijwoord verbonden, evenals men
dat zou doen in „tottoe", „metmee", enz.
Maar „van" en „uit" zijn beide voorzetsels,
die men evengoed kan samenvoegen als
„totaan, tegenover", enz.
Charivarius antwoordt: „Zeker hebben
de fnuiters recht op zachter oordeel dan de
fnaffers. Maar „vanuit" is overbodig. „Uit"
is altijd genoeg. Het is onder don invloed
van de fnafmodo ontstaan. Toen men nog
niet fnafte de mode is pas eenige jaren
oud en komt voort, zooals alle leelijke mo-
de-termèn die men in onze beste romans
vindt, uit de advertentiekolommen van de
kranten fnoot men evenmin. Toen zei
men: „De trein vertrekt uit A." Thans is
men dermate verfnaft, dat men zich niet
kan bedwingen, en juicht: „De trein ver
trekt vanuit A.', hoewel dat precies 't zelf
de beteekent. Het fnaffen leiddo tot 't
fnuiten, en mocht mij de ontfnaffing luk
ken, dan verdwijnt ongetwijfeld het an
dere euvel door wat de zcLToedvuieixiO
„N. R. C'rt." zou noeinc... ..n^uiting."
Tegen ficL v.. i.3r.
Te Deventer wil men een ccmité oprich
ten om aan te Sturen op afschaffing oi
grondige herziening van het Handelsregis
ter, dat men in zijn huidigen vorm te koat»
baar en te weinig doeltreffend acht.
De vroedvrouw voorheen en thans.
In het Nederl. Tijdschr. v. Geneeskunst
vinden we van de hand van Dr. E. Sluiter
het een en ander over bovengenoemd on
derwerp.
De eischen, die men vroeger aan de vroed
vrouw stelde, waren al heel gering, onder
zoek naar bekwaamheid werd niet gedaan.
Zelfs de dokter bemoeide zich weinig of
niet met de verloskunde; aan de hoogc-
school werd deze wetenschap alleen theo
retisch behandeld; te Leiden werd pas in
1699 hierin practisch onderwijs gegeven.
Later moest een vroedvrouw een getuig
schrift bezitten, het voornaamste, wat ge
vraagd werd was: vriendelijke behandeling
van de kraamvrouw, bereidwilligheid om
in moeilijke gevallen de hulp van den dok
ter in te roepen. De opleiding voor dit ge
tuigschrift was allertreurigst; de meeste
vroedvrouwen bemoeiden zich weinig met
haar leerlingen.
Tegen het einde der 17e en het begin der
18e eeuw kwam er eenige verbetering. Een
soort van examen werd nu in 1870 aan de
vroudvTouwen afgenomen. De exa.men-
eischen werden geleidelijk verhoogd, die
in verschillende gemeenten evenwel zeer
wisselden. De leerlingen moesten behooren
tot den Gereformeerden godsdienst, bur
gerschap van de stad bezitten, gehuwd of
weduwe zijn, een welgevormd lichaam
hebben, geen kromme ledematen, niet te
opvallende welgedaanheid, geen onaange
naam humeur en een bepaalden leeftijd,
die in verschillende plaatsen verschillend
was.
Enkele stadsbesturen, bijv. Dordrecht,
schreven uitdrukkelijk voor, dat de vroud-
vrouw geen tazak of sterken drank bij een
verlossing moclit gebruiken en dat consult
nog mocht worden geweigerd. Toch waren
er ook vroedvrouwen die in hooge eere
stonden; in 1654 en 1657 werd een vroed
vrouw uit Arnhem, naar Berlijn ontboden
om de gemalen van keurvorst Frederik
Wilhelm van Brandenburg te helpen. De
betaling was in die dagen niet schitterend,
zoodat de vroedvrouwen» op allerlei wijzen
haar onvoldoende inkomen trachtten te
vermeerderen.
Hoewel dergelijke misstanden thans niet
meer voorkomen, zijn de bestaansvoorwaar
den voor de vroedvrouw, vooral op bet
platteland nog niet schitterend. Een gevolg
daarvan is, dat er daar een groot tekort
aan vroedvrouwen is. In de steden is de
toestand anders; daar is zelfs een surplus
aan vroedvrouwen. Hierdoor gaat een ge
deelte over naar het beter gewaardeerde
en betaalde beroep van verpleegster.
We willen als bewijs hoe de stand der
vroedvrouwc aanmerkelijk gestegen is met
vroeger vergeleken en haar opleiding veel
beter is geworden, in dit verband aanha
len wat Prof. Kouwer op de conferentie
van het Genootschap tot ondersteuning
van behoeftige Nederlandsch-Israëlitische
kraamvrouwen te Amsterdam zei, dat hij
het liefst alle natuurlijke bevallingen aan
vroedvrouwen toevertrouwd zag.
Leidsche Penkrassen.
Amice.
't Ie zeker 'n 'verblijdend teeken dat we
deze week avond aan avond in onze Nieu
we Leidsche konden lezen, dat de Oo6ter-
kerk overvol was.
Zooals ge weet worden daar als naar
gewoonte do samenkomsten van de week
der gebeden gehouden, waarbij sprekers
uit verschillende kerken voorgaan en op
wekken tot dankzegging, verootmoediging
en gebed.
Verblijdend is de groote opkomst, in
de eerste plaats omdat daaruit blijkt dat
ook in Ledden door velen wordt beseft dat
er in deze donkere tijden slechte één weg
is tot redding: het Evangelie van Jezus
Christus, dat verlossing en genezing, ver
nieuwing en wedergeboorte predikt' aan
volken en menschen. Maar de groote op
komst is mede verblijdend, omdat daaruit
blijkt een drang naar eenheid.
Er is ook onder Christenen zooveel ver-
deeldtheid, ook onnoodige verdeeldheid
vaak.
Ik ben in 't algemeen geen vriend van
de eyntheso-predikere, die alle grenslij
nen willen wegdoezelen en alle verschillen
bemantelen. Zulk een eenheid geeft geen
kracht en kan zelfs zondig zijn. Er zijn
allerlei verschillen die we kunnen betreu
ren, maar die we toch niet kunnen en
6oms ook niet mogen wegnemen, 't Ge
volg zou zijn dat- we nogal meer gingen
afglijden.
Maar wat we moeten afkeuren, dat
is dat de verschillen meer dan noodig is
worden opgeblazen, dat er vaak veel meer
een zoeken ie naar wat verdeelt dan naar
wat vereenigt. Dat we genieten in de
verschillen en er in groeien. Dat vele
christenen het liefst rug aan rug. staan
inplaats van schouder aan schouder.
Dat moet wörden afgekeurd en daarom
juich ik liet zoo van harte toe, dat er al
thans één week in liet jaar is, waarin op
de diepere eenheid den nadruk wordt ge
legd.
Toen ik deze week een der samenkom
sten bezocht, trek het mijn aandacht, dat
het vrouwelijk element zoo sterk in de
meerderheid was.
Onwillekeurig dacht ik daarbij aan het
opschrift' van een ouden govcl in een on
zer zeestadjes. Op dien gevel i6 een zee
slag uitgebeeld. Men ziet daar de vloot
van de geuzen in gevecht met die van de
Spanjaarden. -En op den achlergrond lig
gen geknield de vrouwen dio voor de
strijders bidden. In het bedoelde vers,
wordt er dan cp gewezen hoe de mannen op
de zee en de vrouwen op Uicfc land feitelijk
eenzelfde taak verrichten.
Zoo zou het hior in Leiden ook kunnen
zijn-
De mannen in den strijd. In den strijd
voor do belangen /an land en vo.k en
voor de eere van hun Koning.
Maar, amice, waar waren dan de man
nen! Vergaderingen werden deze week
zoo goed als niet gehouden en a's ze ge
houden worden dan is de opkomst vaak
zoo bedroevend klein, dat hot, bezoek van
een bidstond daaronder niet kan lijden.
En daarom, hoe verblijdend het groote
bezoek in dc week der gebeden ook is. ais
gelet wordt op de velen dio er ontbraken,
en die. ook ontbroken als er gewerkt moet
worden en gestreden, dan is er zoker aller
minst reden om tevreden te zijn en to
roemen.
Met bijzondere belangstelling heb ik
deze week gelezen wat de heer G. Kuyper,
de secretaris van de Leidscho A. R. Kies
vereeniging schreef.
Hi j herinnerde aan de feest vergadering
den dag na do verkiezingen gehouden. Ja,
amice, dat waren eoedo uren.
Wat een geestdrift was er toen. Hoe
dankbaar waren we over het behaalde re
sultaat.
Wat werd er kranig en krachtig gezon
gen, dat de goden van den tijd ons oude
Nederland toch niet zullen hebben, maar
dat het, bleef een blijft, Gods en der va-
d'ren pand.
Er was geestdrift en ontroering, toen
er zingend holeden werd:
Mijn schild en mijn hot,rouwen
Zijt Gij, o God en Heer.
Op U zoo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmer meer.
En toen van verschillende zijden gewe
zen werd op de weinige actie die ontwik
keld was, op hot gebrek aan medewerkers
in den verkiezirigsarbeid, en de verwach
ting word uitgesproken dat het anders zou
worden, toen daverde de zaal van het
applaus en gejuich.
Later hebben we den partijdag gehad.
Schitterend geslaagd!
Hoe werd er geluisterd toen do heeren
de Wilde en Schouten wezen op onze groo
te verantwoordelijkheid met 'het oog op
den stembusstrijd in 1923.
En hoe tintqiden de oogen, toen Ds„
van Lummel met den.gloed der overtui
ging de aanwezigen opwekte te zijn en to
blijven „een goot instrument" in Gods
hand.
Welk een geestdrift!
En nu--zijn wo een paar maanden ver
der, en nu, waar zijn ze d6 mannon en do
vrouwen en do jongeren, die toen zoo
geestdriftig gestemd waren?
Waar zijn ze als de propagandaclub
vergadert?
Waar zijn ze, als de Kiesvereeniging
bijeenkomt om candidaten te stellen voor
de Provinciale Staten of om een gemeente-
program te behandelen?
En waar zullen ze zijn, ala straks de
candidaten mooten worden aangewezen
voor den Gemeenteraad en als de Organi
satie helpers en helpsters vraagt voor den
V erïriozin gearbeid?
Was het dan toch maar een stroovuur,
dat, daar gebrand hoeft, in de Burchtza-
len?
Waren ket dan toch slechts ijdele klan
ken, die wo hoorden in de Gehoorzaal?
Ik weet het niet mijn waarde,, maar ik
bén er niet geheel gerust op-
Wanneer ge zegt. amice, dat de weinige
animo toch wel eenlgermate verklaarbaar
is, dan ben ik dat met u eens. Dan geef
ik n volkomen gelijk.
De tijd is voor velen ver van gunstig,
er zijn zorgen van allerlei aard. Zeker,
dat is -waar, maar mag dat, een reden ziin,
om wel te gaan naar uitvoeringen en op
voeringen en de belangrijke volksbelan
gen te verwaarloozen?
De gemeentepolitiek heeft den laatsten
tijd ook al niet. veel aantrekkelijks. Al
weer. ge hebt gelijk. Maar moeten we nu
maar de zaken laten loepen en ons on
verschillig toon en. waar het betreft de
regeering van de Stad. die God ons gaf
ten woonplaats. Of zullen we meewerken
om ook hier den invloed van onze begin
selen te versterken?
De candidatenlijet. voor de Provinciale
Staten ziet er anders uit. dan menigeen
misschien wel wenscht. Toegegeven al
weer.
Maar dan vraag ik u toch, amice, waar
om gaat het in onzen strijd. Om beginse
len of om belangen. Vochten we voor on
ze beginselen of voor bepaalde -personen?
Als 't alleen gaat om belangen, om wat
meer of mindor, ach dan is -t niet zoo erg
als we ons slap aanstellen. Als 't gaat
om personen, och laten wc dan maar lie
ver het. werk staken.
Maar als dat niet, het geval is. amice,
als 't, bij ons inderdaad gaat om onz-e A.
R. beginselen, d. w. z. als wij in waarheid
opkomen voor do eere van God. ook in
Ihet Staatkundige leven, dan kunnen en
dan mogen we niet, werkloos blijven en
ons als de Rubenieten weleer, verheugen
over do bl a ringen der kudden.
Laten we ons maar eens afvragen, hoe
wij er nu toch eigenlijk voorstaan.
Wat nu in den grond der zaal» onze
drijfveer ie.
Ik zou willen amice, dat allen die dit
briefje lezen, het bewaarden, tot er wc-er
een vergadering van de Kies-vereen, wordt
gehouden.
Hier in Leiden, maar ook in do dorpen.
TV zou willen dat. onze vrouwen dit
bri; Ite. uitknipten,. en dat ze 't, slraks als
haar man van. oordeel is, Gat hij toc-h be
ter achter de kachel op zijn plaats is dan
jn do Kiesvereeniging, het hem nogeens
voorlazen.
Misschien m'n waarde misschien dat hij
dan toch niet gaat. Want hoe te een
menseh. Niemand laat zich gTaag bij de
kraag pakken en naar een vergadering
6'eepen.
Best, moselijk daarom dat meerder©
mannen zullen zoggen: en todh. ga ik
niet. Maar ook mogelijk, dat ze dan tocb
ook een minder aangenaam uurtje achter
de kachel, zullen krijgen.
Ik kan op dit uiterste practisch© onder
worp thans niet verder ingaan, al zcu er
zeker nog wel een en 'andor van to zceuren
zijn, me,ar ik wil alleen do hoor» u)teT»re
ken, dat ho' schrijven vau den heer Kuv-
r>c-r doel zal treffen en tot moor rr^'ey.-n
thier en in heel ons district ze' n-te-ir-'m
VERTT\S