mam
Tweede Blad
G>
Woensdag 3 Januari 1923
Uit de Pers.
,,0v«ral een beginsel van maken*.
De heer T. van der Kooy, van Vlaar-
dingen, schrijft in „Geref. Schoolverb."
het volgende:
Wie eenigszins meeleefde, lais de laatste
jaren meermalen de vermaning, om niet
.overal een beginsel van te maken."
Op zichzelf een vrij overbodige waar
schuwing. Want wie maakt (in den zin,
waarin het dan bedoeld word) overal een
beginsel van?
Bedoelde vermaning kreeg echter haar
bijzondere beteekonis door het verband,
waarin ze voorkwam. Welke positieve be
wering lag er dan in?
Deze dat te veel beschouwingen en
practischo oplossingen van bestaande
moeilijkheden, als beginsel worden voor
gesteld.
Nu is het een feit, dat vele zaken door
de ontwikkeling dor omstandigheden an
ders zijn geloopen, dan onzo raenschen
liefst hadden gezien. Andens ook dan one
steeds als ideaal voor oogen was ge
stold.
Do practijk heeft ons voor oplossingen
geplaatst, die in meerdere of mindere
mate strijdig waren met onze idealen.
Dit heeft zich voorgedaan op verschil
lend terrein -We behoeven slecht te herin
neren aan het vrouwenkiesrecht, aan het
algemeen (atomistisch) kiesrecht; aan
verschillende stukken van z.g. „arbeids
bescherming"; aan den strijd voor de
schoolvrijhcid.
In menige ziel bracht, do wijze, waar
op vele dingen geregeld werden, een bit
tere teleurstelling teweeg. Men voelde
zich telkens voor een hang probleem. De
vraag, hoe een en ander to rijmen wa6
met onze schoone beginselen, die we zoo
lief hadden, liet de gemoederen maar niet
met rust.
Handige, pracfcioche naturen vonden
oen oplossing. Nog wol een oplossing,
die ze gemakkelijk over al die teleurstel
lingen hoen hielp. „Ge moet ook niet
overal een beginsel van maken."
Deze beschouwing heeft ongotwijfold
het nut, dat ze teleurstellingen doet ver
dragen.
Ze heeft oehter ook schaduwzijden.
Ze kan ook werken als een slaapdrank
je, dat gevoelloos maakt op het stuk der
beginselen. Leerlingen kunnen er verder
mee gaan dan de meesters, en zeggen:
„och, wat doet het er eigenlijk toe! Praat
niet zooveel over beginselen'*'.
We willen volstrekt rdet beweren, dat
de verschillende schrijvers het zoo hebben
bedoeld. Maar de vermaning, om niet
overal een beginsel van te maken, -sluit
ziclï onzes inziens o zoo gemakkelijk aan
bij een mentaliteit, die als volcrt doet re
den eer en „zie eens, er zijn verschillende
oplossingen mogelijk. De uwe, o zeker,
maar cok die van uw tegenpartij. Dat is
nu louter een zaak van practijk. Er zit
geen beginsel abhtor. Tracht het te win
nen,' maar als ge het mocht verliezen, 5,
la bonne heure. Dan is er nog geen koe
om hals. Zoogls de tegenstanders hot wil
len. zoo kan het ook!"
Waar bliift zoo hot principieele van
ons optreden?
Zal het ten slotte, in. de sfeer van de
platte practijk. niet op een personen
strijd uitloopen?
Of er niet wat to veel „met beginselen
geschermd" is, zooabs het dan heet? We
durven het niet geheel ontkennen.
Maar een vraag, die om beantwoor
ding roept, zal de holheid van een leus
ook hier weer niet haar duizenden ver
slaan. is deze: ..wat is dan wèl een be
ginsel, en wat niet?"
Daarop komt het alleen aan.
En dan staat ouder ons allen, nis com
munis opinio, wel dit vast, dat de duide
lijke uitspraken der Heilige Schrift, naar
officieel Gereformeerde opvatting, voor
ous beginselen zijn.
Daar kwam echter van ouds nog een
tweede bij. Niet alleen do uitsproken der
Schrift zelve, want de Schrift sluit zich
niet. alleen aan bij een voorbijgegaan
milieu; zij is een voor kilo ti;deu. Dus
bevat zij ook beginselen voor het leven
in alle volgende stadia van ontwikkeling.
En daarom hebben wij, naar oud-Ge
reformeerde opvatting, niet alleen te doen
met do duidelijke uitspraken, maar ook
met datgene, wat bij wettige gevolgtrek
king uil. de H. Schrift wordt afgeleid.
Dat is ook vbor ons Óen beginsel!
Denk aan den kinderdoop.
Hier begint nu het gevaar.
Dit coiicludeercn van afgeloido begin
selen moet niet luchthartig, niet licht
vaardig. niet ondoordacht gaan. In dezen
zin willen wij de woorden opvallen:
„maak niot overal een beginsel van".
Maar het legt onzen voorgangers, in
zonderheid op e'iogcfcicch en dogmatisch
gebied, den plicht op tot orrsLigcn arbeid.
Opdat, moe doo-r dien arbeid een commu
nis opinio rijpe met het oog op do vraag
stukken van onzen tijd. Dan zal de „Bc-
gründung" in de H. Schrift weer worden
gevoeld, en zal er niet weer gesproken
worden van „een beginsel maken."
VERKIEZING EERSTE KAMER.
Zooals wij do vorige week reeds meld
den heeft de Verecniging tot verbetering
van hot Stelsel van Evenredige Vertegen
woordiging aan den Minister van Binnen-
lan&scho Zaken doen tyek-omen ccn voor
stel tot verbetering van de a.s. verkiezing
van leden dor Eerste Kamer.
Het is hetzelfde voorstel, dat door don
heer J. H. de Waal Malefijt, lid van de
Eers-to Kamer, werd ontworpen en inder
tijd door hem ook in ons blad toegelicht.
Het Huisgezin (R. IC.) ihee*» tegen
dit voorstel enkele bezwaren.
Het blad schrijft 'O.m.:
„De heer de Waal Malefijt heeft met
uitzondering van Zuid- en Noord-Hol
land, een samenvoeging van provincies
tot kieskringen bedacht en komt tot een
geheel van zes kieskringen.
En daar de aftreding van do helft der
Eerste Kamer om dc drie jaar behouden
is, wil hij do zes kieskringen rangschik
ken in twee groepen van drie kieskringen
elk, die ieder 25 leden dor Eerste Kamer
kiezen, welke 25 gezamenlijk aftreden.
Wij krijgen dan: in do eerste groep deze
drie kieskringen: E mesland en Groningen
met 7, Gelderland en Utrecht met. 8 en
Zuid-Holland met 10 leden der Eerste
Kamer; in de tweede groc-p dezo drie
kieskringen: Drente eir 0verij6cl met 5,
Noord-Holland mot. 9 en Zeeland, Noord-
Brabant en Limburg mot 11 loden dor
Eerste Kamer.
Zoodoende is wat men zou kunnen noe
men het territoriaal verband tot op zeke
re hoogte behouden, en is het aanlal to
kiezen afgevaardigden niet. zoo klein, of
van evenredige vertegenwoordiging kan
althans eenigermate sprake zijn.
We zeggen eenigermate, omdat we niet
weten, of de voorsteller zijn kieskringen
als een afgesloten terrein beschouwt, dan
wel verbinding der lijsten in do kieskrin
gen van althans dezelfde groep wil toela
ten.
Zijn de kieskringen afgesloten terrei
nen, dan hebben de kleine partijen in geen
.enkelen kieskring uitzicht -op vertegen
woordiging.
En dan zullen zélfs groote partijen _in
kieskringen, waar ze een minderheid zijn,
hun stemmen verloren moolen achten.
Een voorbeeldt
De katholieken hebben in de Staten van
Friesland en Groningen t-o zaaien vijf lo
den.
In het geheel hebben die Staten 49 lo
den, die 7 afgevaardigden voor de Eerste
Kamer kiezen.
De vijf katholieke stemmen kunnen het
dus niet tot een afgevaardigde brengen,
maar zouden, indien verbinding mogelijk
was, kunnen meewerken om ia don kies
kring GelderlandUtrecht oen katholiek
meer gekozen te krijgen.
Blijven de stemmen tot don kieskring
beperkt, dan krijgt men in eiken ^kies
kring noodgedwongen coalities of afspra
ken en wordt, do evenredige vertegenwoor
diging voor een stuk een wassen neus.
Een andere, en afzonderlijke vraag is,
of do territoriale indeeling zoo zwaar
weegt, waar men practised reeds nu be
leeft. dat de Statencolleges herhaaldelijk,
en niet maar eens bii uitzondering, leden
der Eerste Kamer kiezen, die in een ande
re provincie thuis hooren.
Tot besluit: het stelsel-De Waal Male
fijt# zonder verbinding der kieskringen
van dezelfde groep lijkt ons weinig aan
lokkelijk.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te LinscbotenW. Zijlstra
to Nederlangbroek.
Aangenomen. Naar Kerkwcrve<T.
Mortier, cand. te Wageningen; naar Wic-
ringerwaard en Kolhorn: E. K. Groenevcld
em.-pred. te Rotterdam.
Bedank tVoor Zwammcrdnm (toez.)
L. Boer te Nieuw-Weerdinge.
GERÈF. KERKEN.
Beroepen. Tc HcerenveenD. J. Cou-
vco te Meppcl; te Wesierleo: G. A. Lnng-
houfc te Gaaslmeer; te 2e Exloërniorid: G.
Meijer te Marum.
Bedankt. Voor SehcemdaH. Knoop
te Schouwerzijl- voor Arum: K. Veen to
Oude- en Nieuwe Bifdtdijk; voor Mcdem-
b!ik: S. de Bruyn te 's-Gravenhage (laat
stelijk to Oskaloosa Iowa U. S. A.): voor
Baard c. a.: G. A. Langhoufc te Gaastmecr.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt. Voor Schiedam: J. A. Rie-
ke! te Zaandam.
Ds. R. Bartfoma.
Het Hoofdbestuur van den Gerof. Zen-
dingsbond heeft Ds. R. Bartlema te Hoogo-
voen benoemd als missionairpredikant voor
zijn arbeidsveld op Middon-Celebes.
Ds. Bartlema is 33 jaar oud. Hij is ruim
8 jaar predikant geweest, en wel achter
eenvolgens to Ernst (G.), Beesd en sinds
9 Jan. 1921 te Hoogeveen.
Commissie van Beroep.
Trof. Dr. A. Noordtzij, van Drieborgen,
heeft, wegens het Bestuurslid-zijn van een.
Lagero School, bedankt als iid der Com
missie van Beroep van den Schoolraad.
Dientengevolge moeten de Schoolbesturen
opnieuw een lid kiezen.
Bij eerste stemming zal oen groslijst van
candidaten worden, opgemaakt. Het Mode-
ramon vestigt de aandacht der Besturen
op do volgende namen: Dr. J. C. de Moor,
le Utrecht en Mr. J. A. de Wilde te 's-Gra-
venhage.
Uitbreiding der Nod. Hsrv. Synode.
Men sclmjft aan de Rotterdammer.
Ook dit jaar zal de Ned. Herv. Kerk zich
weer hebben uit te spreken over al of niet
uitbreiding der Synode. In de heden aan
allo Kerkeraden toegezonden voorloopig
aangenomen Reglementswijzigingen komt
weer voor het voorstel om de Synode te
doen samenstellen uit 30 predikanten en 15
ouderlingen. Zooals men weet is hiervoor
al jaren door Gereformeerden en Confessio-
ncclen geijverd; evenwel tevergeefs. Mocht
liet dit jaar eens gelukken.
Die kleine kleuters.
Onder dit opschrift deelt de heer J. C.
Y/irtz in het laatste nummer van „Han
denarbeid" het volgende mede:
In mijn vroeger ambtsgebied waren heel
weinig Bewaarscholen; de kinderen kwa
men meest met hun vijfde jaar op school,
soms nog vroeger en slechts zelden waren
ze ouder dan vijf en een half jaar. Als ik
dan in de aanvangsklas eens kwam kij
ken, gebeurde het nog al eens, dat ik heel
watklachten van de juffrouw moest aan-
liooren. Sommige kinderen konden niet
good praten, geen van allen kon de kleu
ren onderscheiden. Kortom, ze waren veel
te jong om het onderwijs in lezen, schrij
ven en rekenen te volgen. Dit laatste stem
de ik dadelijk toe, maar dan vroeg ik aan
do juffrouw: „Als die kinderen nu eens
niet op school werden toegelaten, waar
zouden ze dan nu zijn? En het antwoord
luidde: „De meeste van die kinderen zou
den 's morgens gebracht worden bij oude
Bctjc, die niet meer naar het land kan
om to werken en nu de kost zoo'n beetje
verdient met op kleine kinderen te pas
sen."
„En beeft die oude Botje een groot,
ruim huis?"
„Wol neen, mijnheer! Ze woont in oen
arbeiders-ïujsje."
„Wat doen de kinderen dan bij oude
Bctje?"
„Zoo ongeveer niets; ze trekken elkaar
eens aan het haar of aan het oor, maar als
ze schreeuwen of to lastig zijn, krijgen ze
een beetje opslag."
„Welnu, juffrouw, zeg nu zelf, waar zijn
die kinderen beter: in huis bij oude Botje
of in school bij c, zelfs als ze niets hier
leeren?"
Ja, dat moest juffrouw toegeven; zoolang
do maatschappelijke toestanden zijn, zoo
als ze zijn, moesten de kinderen dan maar
vroeg naar school jnaar ze zou zo zoo graag
wat willen leeren en daar kwam niet veel
van.
„Dat ligt aan u zelf, of liever aan uw
opleiding, juffrouw! Ze hebben u heel wat
geleerdheid aangebracht over pepsine, op
losbare peptonen, chijlvaten, enz. enz.;
misschien kent u wel de derde machtswov-
teltrekking; maar men heeft u niet ge
leerd met kinderen van vijf jaar om t.e
gaan. Dit kan de juffrouw van de bewaar
school wel. Die laat de kindertjes met do
handen werken en niet met de hersens. De
kleuters vlechten, rijgen kralen, bouwen
figuren van blokken, spelen met gekleurde
ballen en leeren daardoor do kleuren on
derscheiden; zo vertellen de juffrouw heel
wat over hun werk en loeren daardoor
praten; ze bakken buiten zandtaartjes, ma
ken kanalen en meren; ze zijn voortdurend
bezig met hun handen on hun fantasie.
Vraag u maar eens aan het hoofd der
school of hij een paar handleidingen voor
u bestellen wil over handenarbeid voor
kleine kinderen, want denk er wel aan. juf
frouw, deze kinderen hebben, totdat zo op
school kwamen, stced3 met de handen ge
werkt en u hebt ze geleerd de handen net
jes op te bergen kruiselings over de borst!"
En als de juffrouw dan geneigd was naar
me te luisteren, gaf ik den raSd de kleine
houten kvbcn, die voor het rekenonderwijs
bestemd waren, alvast te gebruiken om er
mooie figuren van te leggen of torens to
bouwen; of ook om dc kinderen te laten
uitknippen, waarvoor de scha rep. van do
handwerkles dienst konden doen, alsook
om de locsplankjes van Hoogeveen alvast
te gebruiken als speelgoed, enz enz. Die
raad is vaak opgevolgd; kinderen on on
derwijzeressen, mag ik uw modelijden' op
wekken voor dc kleine kleuters, die zoo
lteel graag de handjes gebruiken?. AYccst
barmhartig en zorgt er voor, dat ze met
handenarbeid worden bezig gehouden, dab
ze mogen vlechten, bouwen, knippen, plak
ken, net als thuis enonder de hand
lioel veel loeren, veel meer dan door heb
aanbrengen van do eerste „gelecrdigheid."
Reisnotities.
n.
Aan koord.
De „Rembrandt" verliet do hoven van
Genua, medevoerend oen aantal passa
giers voor het verre Oosten. Wij kenden
elkaar nog niet, maar al spoedig zou blij
ken van welk een verschillende gemoeds
gesteldheid do reizigers waren.
Naar mate do lichten van Genua in de
verte verdwenen, maakte zich eenc zekere
beklemming van ons moester: Europa lag
nu achter ons. Op Afrika's kust zouden
wij woer voet aan wal zetten.
Aan boord bevonden zich een zevental
jongo vrouwen, op weg oni hunne echtge-
nooten of a.s. echtgenooten gelukkig te
gaan maken. Eone andere jonge vrouw
daarentegen verliet Europa om redenen
van groot verdriet, om in den vreemde af
leiding to zoeken. Een jonge man vertelde
mij, dat hij naar Indic ging voor de za
ken van zijn vader die in Holland bleef,
waar oen broeder van dezen passagier
ziek lag aan vliegende tering. Hij ver
wachtte dus niet anders dan do doodstij
ding. Een andere passagier vort.cldo mij,
dat zijne vrouw in Indiö overleden was,
en zijn zoontje dat met hem reisdeoen
vondeling was. Zij hadden do hoop op oen
eigen kind opgegeven en toon dit kind
aangenomen. Daarna word er toch nog een
kleine geboren ten gevolge waarvan do
mooder overleed. Naar Holland .gegaan
bleef de kleine daar achter bij familie,
terwijl oen andere levensgezellin hem
spoedig naar Indië volgen zal. Straks mo
gelijk drie soorten van kinderen
En zoo voerde de „Rembrandt" een
gezelschap mee van zoer verschillende
gemoedsstemming. Mij werd verteld van
eone jonge vrouw, die haar hutgenooten
mededeelde geen banden to kennen, alles
to mogen doen-; ofschoon zo getrouwd
was. Een zeer gevaarlijk standpunt aan
boord van. een 6toomar ifl de groote
vaart
Langhaam daalt de nacht. Bij mil-
lioenen zijn do sterren gestrooid aan 't
firmament, als gidsen op de grooto wa
teren. nu geen vuurtorens meer te zien
zijn. En bleek glijdt het licht der maan
over het kalme water. De boeg snijdt dc
geriinpeldo golven, die haar lied zingen,
do eeuwen door, nu zacht en vredig, dan
donderend en dreigend.
Zij, die in de schuilplaats des Allcr-
hoogsten zijn gezeten, zullen vernachten
in de schaduw des Almachtigen.
Alleen do wachthebbende officier op do
brug waakt, geassisteerd door den roer
ganger.
Maar voor hen, die des Heeren zijn,
waakt bovenal het Vaderoog boven de
wolken.
Drio dagen na Genua word aan het di
ner door den tafelpraescs (do le officier)
bekend gemaakt, dat er op verzoek van
een aantal passagiers des avonds in do
salon eone vergadering zou worden ge
houden ter bespreking van do vraag of er
gedurende de reis festiviteiten georgani
seerd zouden worden. Do salon was vol.
En het bleek al dadelijk, dat liet plan
met algpmeeno instemming werd begroet.
Slaande de vergadering werd voor f 325
ingol eekend tor bestrijding van de onkos
ten en voor het koopen van prijzen. Een
comité werd benoemd en een 20-tal wed
strijden goorgajLseeal. waarvon or 17
werden afgewerkt. Eene bijzonder inte
ressante wedstrijd wiss do hoodenwod-
sfcrijd voor dames- Voor bet. maken de?
hoeden mochten de dames niebs ander»
gebruiken dau papier, lijm en ijzerdraad,
terwijl zij vrij waren wat de g&rnoering
betrof. Jen vorm oc de grootte.
Prachtexemplaren kwaineu voor <ien
dag. in do hutten gemaakt, en 'de jury
had geen gemakkelijke taak om dc 5 prij
zen too te kennen. Eene goodc oplossing
vond do Voorzitter der oommissie erm den
damos, dio geen prijs hadden gokrecrcn ecu
flinke flesch Eau de cologne to off ree ren
als blijk van waardcering voor hun deel
name aan dezon wedstrijd. Davcraik! ap
plaus volgde.
Hot 'schip mot een encnu aantal vlag
gen omhangen had een feestelijk aanzien.
Daarna, voor do eerste haren in In
dië, hot afscheidsdiner. (Een bijzonder
menu, met cb«wnoagiio). Dïi wordt door
de stoomvaart Mij. aangeboden.
Do tafelpraeees opende de rij <lcr spre
kers. dankt voor do aangename verstand
houding ook niet do officieren Ciuz. Ook
(hui der d are ca toaslto tot dricuicul too.
Ten sloft» d* afscheidsspeech van den
Voorzitter der commissie, die na dank
aan kapitein en officieren op career ^oa
volgenden inhoud had:
„Wij nadoren hot einde der rtk. Nog
korten tijd en wij zullen ieder zijns
weegs gaan in Insulinde, dat zich naar
het woord van Multatuli, slingert om den
evenaar als een gordel van smaragd. Zul
len wij daar neerbuigen in aanbidding
voor het gouden kalf, gelijk dc aanbid
ders van hot stof? Of is or hooger rnak
denkbaar? Vocrspeod wen-sch ik u allen
toe, maar niet. uitsluitend en niet in do
censlo plaats stoffelijk. Uw taak is te zijn
een drager des lichts, ioder in het milieu
waarin hij geplaalot wordt.. En wie er
naar streeft een drager des lichts te zijn
(geen dwaallicht) zal ondervinden, dat hij
voorspoed geniet zij het dan niet mate
rieel, dan zeker geestelijk- En dat is do
hoogste voorspoed."
De vergadering verhief zich van hare
zetels en zong den spreker een lied toe.
Nog enkolc dagen en do „Rembrandt"
lag gemoord aan den steiger tc Tandioug
Priok. Mijno roisgenoote had mij te Bela-
waer verlaten en was haar echtgenoot
gevolgd. Andere passagiers waren aan
boord gekomen.
Men is bezig elkaar vaarwel le zeggen.
Banden zijn er blijkbaar gelogd, want
tranen verroonen zich bij dezen en genen.
Hoo zou het zijn met dien jongen Du't-
schcr die gisteren 40 gr. koorts had. En
hoo is het zijn jongo vrouw teraoëdo? God
behoede hem.
Wij gaan uiteenShips that pass in
tho nighten die toch al'o in een der
twoo groote havens zullen moeten aanko-
men.
Gelukkig bii. die 's Vaders Zora 1
boord heeft. Hij heeft het veilig e'- M
voor het oog!
v W. PER
Soerabala lS'll/'?—
Hit het Sociale teven.
Uit dc Textielnijverheid.
Aan de iapijti'abriek der firma H- J.
Pel er s te Deventer is gisteren oen slaking
uitgebroken, welke 71 man omvat. Als
oorzaak wordt opgegeven een geschil, dat
er heel aal tusschen den Algenmenen \"c-
derlandscben Bor.J van Tertio arbeidc-«
„De Eendracht" en de Vercenigmg van
Katholieke werkgevers in de textielni'ver-
hcid wegens hoi slech-'er worden der ar
beidsvoorwaarden. waardoor ongehuvvdo
arbeiders met Christelijke feestdagen,
verzuim en vaeantiedagen uitbetaa'd
krijgen, tormijl gehuwde arbeiders op die
dagen slechts een minimumloon ontvan
gen. Bovendien zijn de arbeider? ontevro-
den over dc verlaging van tweede in de
derde gemeenteklasse. Het. bedrijf is stop
gezet, daar slechts drie arbeiders doorwer
ken.
De loonsverlagingen.
Met ingang van 1 Jan. zijn dc maximuni-
loonen van het personeel der Westlandsehe
Stoonitramweg-Mij. met- f 1 per week ver
laagd. Verder is bepaald, dat de periodio-
kc verhoogingen niet meer zullen worden
toegekend, terwijl voor het nieuw aan io
stellen personeel een 10 loonsverlaging
wordt ingevoerd.
Malaise.
Weder is aan 14 leden van het admini
stratief personeel der Utrechlsche Ma
chinefabriek o.d. Frans Skiildcrs lo
Utrecht ontslag aangezegd; aan dc sc
huwden op een termijn van drie maanden,
aan do ongehuwd en op een te-m u van
twee maanden.
FEUILLETON.
Van hooger Orde.
Naar het Engelsch.
„PhUcas, een van mijn mannen op do
looierij is vandaag weggegaan, hij heeft
get eekend, om een eerlijke broodwinning
te verlaten en een betaald moordenaar te
worden. Zou je denken, dat deze jongen
geschikt is om zijn plaats in te nemen?"
„Wiens plaats, vader?"
„Van Bill Watkins."
Ik was verstomd! Ik had zoo nu en dan
dezen Bill Watkins gezieu, wion-s werk
't wae de huiden, welke mijn vader bij de
boeren in den omtrek had gekocht, op fc
halen. Ik zag Bill duidelijk voor me op
zijn kar zitten, met, vuilo kleoren en vuile
handen en een pijp in den mond. De ge
dachte, dat JohnHalifax zijn plaats zou
innemen was niet aangenaam voor me.
„Maaf, vader
Hij laa in mijn blikken, dat ik hem bad
van n»efc ach, hij wist maar al to good
hoe ik een afkeer had van de looierij on
van alles, wei. er too behoorde. „Je bent
V dwaas en die jongen ie or ook een; hij
mag voor mijn part zien. dat hij werk
kribt"
„Maar, vader, is er niot wat an
ders?"
„Ik heb niets anders en al had ik 't,
zou ik 't niet geven. Wie niet werken wil,
zal ook niet eten."
„Ik wil werken," zei John forsch,
„*t kan mij niet echelon, wat 't is, als *t
maar eervol werk is."
Abel Fletcher was vermurwd. Hij keer
de mij den rug toe en zei tot John Hali
fax:
„Kunt ge paarden mennen?"
„Dat kan ik," en zijn oog.ui flikker don
van jongensvreugd-
„Ho, 't is enkel een kar dc kar
met de huiden. Weet je iets van oen loo
ierij?".
„Neen, maar ik kan *i leeren".
„Hei, niet zoo vlug maar beter vlug
dan langzaam. Ondertusschen kent go
met do kar rijden??"
„Jawel, mijnheer Abel Fletcher, meen
ik ik zal *t gced doen, zoo goed als
ik kan".
„En niet stil houden onderweg, hoor.
Niet drinken om je tenslotte to verkoo-
pen, net als die arme Bill en dat je mod
der zal komen schreien en lanienteeren. Je
hebt geen moeder, hé? Des te boter
alle vrouwen zijn gekken, vooral moe
ders.*'
„MijnheerI" 't Gezicht van den jongen
werd vuurrood en hij beefde; zijn stom
schokte, met moeite hield hij zijn tranen
in. Misschien was deze zelfbeheerschiug
roerender dan wanneer hij gehuild had
ten minste, dien indnik maakto het op
mijn vader.
Na enkele oogenblikken pinkte Abel
Fletcher een traan weg en sprak, niet on
vriendelijk:
„Welnu, ik zal je aannemen, hoewel ik
niet gemakkelijk een jongen aanneem zon
der het een of ander getuigschrift ik
denk dat je cr geen hebt".
„Neen", was het antwoord- maar zijn
open, eerlijk gezicht was hiermee in te
genspraak, want dat was *t beste getuig
schrift ten minste zoo dacht ik.
„Afgesproken dan", zeide mijn vader,
deze zaak sneller afdoende dan ik wist,
dat zijn bedachtzame aard ooit. zelfs een
schijnbaar zoo onbeduidende zaak, afdeed.
Ik zeg schijnbaar; want we tasten vaak
in den blinde als we van „kleinigheden"
meen en te spreken!
Hij schudde den jongen den hand en
gaf hem een geldstuk.
„Waar is dat voor?"
„Om te Loonen, dat ik je als mijn knecht
heb gehuurd"!
„Knecht", herbaalde John vlug en iet
wat trotsch. „O, juist, ik zal proboeren
u goed te dienen".
Mijn vader lotto niet op den manlijken,
ofc&fhankdijkea glimlach. Hij had *t
druk met uit te rekenen," hoeveel hij den
knaap zou laten verdienen. Eindelijk
noemde hij de som. He ben vergelen hoe
veel maar 't was zeivér niet veel, want
't geld wae schaarech in dien oorlogstijd
en bovendien geloofde men algemeen, zoo
dat zelfs mijn vader er door was aange
stoken, dat veol geld niet good was voor
den werkenden stand, welke laag gehou
den moest worden.
Toen de loonkweslie was uitgemaakt,
waarover John Halifax in 't gefceol niet
sprak, verliet mija vader ons, maar toen
'hij een eiud af was keerde hij ierug.
„Jo zei, dat je geen geld had, daar is
een weck vooruit, mijn zoon is getuige,
dat ile 't je betaald heb. en ik zal jc eiken
Zaterdag wat afhouden tot we gelijk
zijn."
..Zoor goed, mijnheer; goeden raiddag,
ik dank u wel." John nam ziin pet af, ter
wijl hij sprak, Abel Fletcher kwam
even aan zijn hoed en ging heen en wii
hadden den tuin voor ons alleen wii,
Jonaihan en zijn nieuwontdekten David.
Ik vielhem niet om den hals. gelijk de
koninklijke Hcbreër, bij wien ik mij zolf
heb vergelijken en op wien ik. helaas, in
niets geleek, behalve in mijn. liefde. Maar
ik gnccp zijn band, voor 't eerst en hein
aanziende, ierwijl hij in gedachten naast
mij stond, fluisterdo ik, dat ik zoo blij
was.
„Dank u, ik ben ook blij", zei hij
zacht; en daarop gooide hij z'n^pet boog
op in do lucht en riep „Hoerah!" nog
hoelemaal oen jongen.
En ik met mijn zwakke, trillende stem
riep ook: „Hoerah!"
HOOFDSTUK III.
Toen ik jong wac- en nog lang daarna,
had ik nu en dan do nuttclooze. oomlijda
schadelijke, maar immor dwazo gowoon
to van ccn dagboek te beuden. Voor mij
evenwel was deze gewoonte minder dwaas
en schadelijk d&ft voor de uieneioa; er; 'fc
is uit twee broraion, uit dit dagboek «n
uit mijn geheugen, door mijn ziek- ;n-
zich-zclf gekeerd loven sterk geworden,
dat ik dit veibaal heb samongwteld.
Er zijn uit den aard der .mak vcvl ga
pingen in. Dczo zal ik niet travaten aan te
vullen, maar ik zal den draad van 't ver
haal opnemen, waar mijn geheugen dinn
heeft vast-geboudeu.
Na dezen eerst on dag_kwamoa_«r. sin-
gen velo dagen voor ik. John liaüfar weer
zag voor ik zelfs weer aan hom dacht.
Want ik had woer een van dio ami va! Ion
van hevigo pijn, waarin 't mij moeilijk
viel aan iels te donken, behalve »n de
vier grijsbeachilderde wandou ymi
vertrek.
(Wordl vsrvo'gd).