mam Tweede Blad G> Woensdag 3 Januari 1923 Uit de Pers. ,,0v«ral een beginsel van maken*. De heer T. van der Kooy, van Vlaar- dingen, schrijft in „Geref. Schoolverb." het volgende: Wie eenigszins meeleefde, lais de laatste jaren meermalen de vermaning, om niet .overal een beginsel van te maken." Op zichzelf een vrij overbodige waar schuwing. Want wie maakt (in den zin, waarin het dan bedoeld word) overal een beginsel van? Bedoelde vermaning kreeg echter haar bijzondere beteekonis door het verband, waarin ze voorkwam. Welke positieve be wering lag er dan in? Deze dat te veel beschouwingen en practischo oplossingen van bestaande moeilijkheden, als beginsel worden voor gesteld. Nu is het een feit, dat vele zaken door de ontwikkeling dor omstandigheden an ders zijn geloopen, dan onzo raenschen liefst hadden gezien. Andens ook dan one steeds als ideaal voor oogen was ge stold. Do practijk heeft ons voor oplossingen geplaatst, die in meerdere of mindere mate strijdig waren met onze idealen. Dit heeft zich voorgedaan op verschil lend terrein -We behoeven slecht te herin neren aan het vrouwenkiesrecht, aan het algemeen (atomistisch) kiesrecht; aan verschillende stukken van z.g. „arbeids bescherming"; aan den strijd voor de schoolvrijhcid. In menige ziel bracht, do wijze, waar op vele dingen geregeld werden, een bit tere teleurstelling teweeg. Men voelde zich telkens voor een hang probleem. De vraag, hoe een en ander to rijmen wa6 met onze schoone beginselen, die we zoo lief hadden, liet de gemoederen maar niet met rust. Handige, pracfcioche naturen vonden oen oplossing. Nog wol een oplossing, die ze gemakkelijk over al die teleurstel lingen hoen hielp. „Ge moet ook niet overal een beginsel van maken." Deze beschouwing heeft ongotwijfold het nut, dat ze teleurstellingen doet ver dragen. Ze heeft oehter ook schaduwzijden. Ze kan ook werken als een slaapdrank je, dat gevoelloos maakt op het stuk der beginselen. Leerlingen kunnen er verder mee gaan dan de meesters, en zeggen: „och, wat doet het er eigenlijk toe! Praat niet zooveel over beginselen'*'. We willen volstrekt rdet beweren, dat de verschillende schrijvers het zoo hebben bedoeld. Maar de vermaning, om niet overal een beginsel van te maken, -sluit ziclï onzes inziens o zoo gemakkelijk aan bij een mentaliteit, die als volcrt doet re den eer en „zie eens, er zijn verschillende oplossingen mogelijk. De uwe, o zeker, maar cok die van uw tegenpartij. Dat is nu louter een zaak van practijk. Er zit geen beginsel abhtor. Tracht het te win nen,' maar als ge het mocht verliezen, 5, la bonne heure. Dan is er nog geen koe om hals. Zoogls de tegenstanders hot wil len. zoo kan het ook!" Waar bliift zoo hot principieele van ons optreden? Zal het ten slotte, in. de sfeer van de platte practijk. niet op een personen strijd uitloopen? Of er niet wat to veel „met beginselen geschermd" is, zooabs het dan heet? We durven het niet geheel ontkennen. Maar een vraag, die om beantwoor ding roept, zal de holheid van een leus ook hier weer niet haar duizenden ver slaan. is deze: ..wat is dan wèl een be ginsel, en wat niet?" Daarop komt het alleen aan. En dan staat ouder ons allen, nis com munis opinio, wel dit vast, dat de duide lijke uitspraken der Heilige Schrift, naar officieel Gereformeerde opvatting, voor ous beginselen zijn. Daar kwam echter van ouds nog een tweede bij. Niet alleen do uitsproken der Schrift zelve, want de Schrift sluit zich niet. alleen aan bij een voorbijgegaan milieu; zij is een voor kilo ti;deu. Dus bevat zij ook beginselen voor het leven in alle volgende stadia van ontwikkeling. En daarom hebben wij, naar oud-Ge reformeerde opvatting, niet alleen te doen met do duidelijke uitspraken, maar ook met datgene, wat bij wettige gevolgtrek king uil. de H. Schrift wordt afgeleid. Dat is ook vbor ons Óen beginsel! Denk aan den kinderdoop. Hier begint nu het gevaar. Dit coiicludeercn van afgeloido begin selen moet niet luchthartig, niet licht vaardig. niet ondoordacht gaan. In dezen zin willen wij de woorden opvallen: „maak niot overal een beginsel van". Maar het legt onzen voorgangers, in zonderheid op e'iogcfcicch en dogmatisch gebied, den plicht op tot orrsLigcn arbeid. Opdat, moe doo-r dien arbeid een commu nis opinio rijpe met het oog op do vraag stukken van onzen tijd. Dan zal de „Bc- gründung" in de H. Schrift weer worden gevoeld, en zal er niet weer gesproken worden van „een beginsel maken." VERKIEZING EERSTE KAMER. Zooals wij do vorige week reeds meld den heeft de Verecniging tot verbetering van hot Stelsel van Evenredige Vertegen woordiging aan den Minister van Binnen- lan&scho Zaken doen tyek-omen ccn voor stel tot verbetering van de a.s. verkiezing van leden dor Eerste Kamer. Het is hetzelfde voorstel, dat door don heer J. H. de Waal Malefijt, lid van de Eers-to Kamer, werd ontworpen en inder tijd door hem ook in ons blad toegelicht. Het Huisgezin (R. IC.) ihee*» tegen dit voorstel enkele bezwaren. Het blad schrijft 'O.m.: „De heer de Waal Malefijt heeft met uitzondering van Zuid- en Noord-Hol land, een samenvoeging van provincies tot kieskringen bedacht en komt tot een geheel van zes kieskringen. En daar de aftreding van do helft der Eerste Kamer om dc drie jaar behouden is, wil hij do zes kieskringen rangschik ken in twee groepen van drie kieskringen elk, die ieder 25 leden dor Eerste Kamer kiezen, welke 25 gezamenlijk aftreden. Wij krijgen dan: in do eerste groep deze drie kieskringen: E mesland en Groningen met 7, Gelderland en Utrecht met. 8 en Zuid-Holland met 10 leden der Eerste Kamer; in de tweede groc-p dezo drie kieskringen: Drente eir 0verij6cl met 5, Noord-Holland mot. 9 en Zeeland, Noord- Brabant en Limburg mot 11 loden dor Eerste Kamer. Zoodoende is wat men zou kunnen noe men het territoriaal verband tot op zeke re hoogte behouden, en is het aanlal to kiezen afgevaardigden niet. zoo klein, of van evenredige vertegenwoordiging kan althans eenigermate sprake zijn. We zeggen eenigermate, omdat we niet weten, of de voorsteller zijn kieskringen als een afgesloten terrein beschouwt, dan wel verbinding der lijsten in do kieskrin gen van althans dezelfde groep wil toela ten. Zijn de kieskringen afgesloten terrei nen, dan hebben de kleine partijen in geen .enkelen kieskring uitzicht -op vertegen woordiging. En dan zullen zélfs groote partijen _in kieskringen, waar ze een minderheid zijn, hun stemmen verloren moolen achten. Een voorbeeldt De katholieken hebben in de Staten van Friesland en Groningen t-o zaaien vijf lo den. In het geheel hebben die Staten 49 lo den, die 7 afgevaardigden voor de Eerste Kamer kiezen. De vijf katholieke stemmen kunnen het dus niet tot een afgevaardigde brengen, maar zouden, indien verbinding mogelijk was, kunnen meewerken om ia don kies kring GelderlandUtrecht oen katholiek meer gekozen te krijgen. Blijven de stemmen tot don kieskring beperkt, dan krijgt men in eiken ^kies kring noodgedwongen coalities of afspra ken en wordt, do evenredige vertegenwoor diging voor een stuk een wassen neus. Een andere, en afzonderlijke vraag is, of do territoriale indeeling zoo zwaar weegt, waar men practised reeds nu be leeft. dat de Statencolleges herhaaldelijk, en niet maar eens bii uitzondering, leden der Eerste Kamer kiezen, die in een ande re provincie thuis hooren. Tot besluit: het stelsel-De Waal Male fijt# zonder verbinding der kieskringen van dezelfde groep lijkt ons weinig aan lokkelijk. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te LinscbotenW. Zijlstra to Nederlangbroek. Aangenomen. Naar Kerkwcrve<T. Mortier, cand. te Wageningen; naar Wic- ringerwaard en Kolhorn: E. K. Groenevcld em.-pred. te Rotterdam. Bedank tVoor Zwammcrdnm (toez.) L. Boer te Nieuw-Weerdinge. GERÈF. KERKEN. Beroepen. Tc HcerenveenD. J. Cou- vco te Meppcl; te Wesierleo: G. A. Lnng- houfc te Gaaslmeer; te 2e Exloërniorid: G. Meijer te Marum. Bedankt. Voor SehcemdaH. Knoop te Schouwerzijl- voor Arum: K. Veen to Oude- en Nieuwe Bifdtdijk; voor Mcdem- b!ik: S. de Bruyn te 's-Gravenhage (laat stelijk to Oskaloosa Iowa U. S. A.): voor Baard c. a.: G. A. Langhoufc te Gaastmecr. CHR. GEREF. KERK. Bedankt. Voor Schiedam: J. A. Rie- ke! te Zaandam. Ds. R. Bartfoma. Het Hoofdbestuur van den Gerof. Zen- dingsbond heeft Ds. R. Bartlema te Hoogo- voen benoemd als missionairpredikant voor zijn arbeidsveld op Middon-Celebes. Ds. Bartlema is 33 jaar oud. Hij is ruim 8 jaar predikant geweest, en wel achter eenvolgens to Ernst (G.), Beesd en sinds 9 Jan. 1921 te Hoogeveen. Commissie van Beroep. Trof. Dr. A. Noordtzij, van Drieborgen, heeft, wegens het Bestuurslid-zijn van een. Lagero School, bedankt als iid der Com missie van Beroep van den Schoolraad. Dientengevolge moeten de Schoolbesturen opnieuw een lid kiezen. Bij eerste stemming zal oen groslijst van candidaten worden, opgemaakt. Het Mode- ramon vestigt de aandacht der Besturen op do volgende namen: Dr. J. C. de Moor, le Utrecht en Mr. J. A. de Wilde te 's-Gra- venhage. Uitbreiding der Nod. Hsrv. Synode. Men sclmjft aan de Rotterdammer. Ook dit jaar zal de Ned. Herv. Kerk zich weer hebben uit te spreken over al of niet uitbreiding der Synode. In de heden aan allo Kerkeraden toegezonden voorloopig aangenomen Reglementswijzigingen komt weer voor het voorstel om de Synode te doen samenstellen uit 30 predikanten en 15 ouderlingen. Zooals men weet is hiervoor al jaren door Gereformeerden en Confessio- ncclen geijverd; evenwel tevergeefs. Mocht liet dit jaar eens gelukken. Die kleine kleuters. Onder dit opschrift deelt de heer J. C. Y/irtz in het laatste nummer van „Han denarbeid" het volgende mede: In mijn vroeger ambtsgebied waren heel weinig Bewaarscholen; de kinderen kwa men meest met hun vijfde jaar op school, soms nog vroeger en slechts zelden waren ze ouder dan vijf en een half jaar. Als ik dan in de aanvangsklas eens kwam kij ken, gebeurde het nog al eens, dat ik heel watklachten van de juffrouw moest aan- liooren. Sommige kinderen konden niet good praten, geen van allen kon de kleu ren onderscheiden. Kortom, ze waren veel te jong om het onderwijs in lezen, schrij ven en rekenen te volgen. Dit laatste stem de ik dadelijk toe, maar dan vroeg ik aan do juffrouw: „Als die kinderen nu eens niet op school werden toegelaten, waar zouden ze dan nu zijn? En het antwoord luidde: „De meeste van die kinderen zou den 's morgens gebracht worden bij oude Bctjc, die niet meer naar het land kan om to werken en nu de kost zoo'n beetje verdient met op kleine kinderen te pas sen." „En beeft die oude Botje een groot, ruim huis?" „Wol neen, mijnheer! Ze woont in oen arbeiders-ïujsje." „Wat doen de kinderen dan bij oude Bctje?" „Zoo ongeveer niets; ze trekken elkaar eens aan het haar of aan het oor, maar als ze schreeuwen of to lastig zijn, krijgen ze een beetje opslag." „Welnu, juffrouw, zeg nu zelf, waar zijn die kinderen beter: in huis bij oude Botje of in school bij c, zelfs als ze niets hier leeren?" Ja, dat moest juffrouw toegeven; zoolang do maatschappelijke toestanden zijn, zoo als ze zijn, moesten de kinderen dan maar vroeg naar school jnaar ze zou zo zoo graag wat willen leeren en daar kwam niet veel van. „Dat ligt aan u zelf, of liever aan uw opleiding, juffrouw! Ze hebben u heel wat geleerdheid aangebracht over pepsine, op losbare peptonen, chijlvaten, enz. enz.; misschien kent u wel de derde machtswov- teltrekking; maar men heeft u niet ge leerd met kinderen van vijf jaar om t.e gaan. Dit kan de juffrouw van de bewaar school wel. Die laat de kindertjes met do handen werken en niet met de hersens. De kleuters vlechten, rijgen kralen, bouwen figuren van blokken, spelen met gekleurde ballen en leeren daardoor do kleuren on derscheiden; zo vertellen de juffrouw heel wat over hun werk en loeren daardoor praten; ze bakken buiten zandtaartjes, ma ken kanalen en meren; ze zijn voortdurend bezig met hun handen on hun fantasie. Vraag u maar eens aan het hoofd der school of hij een paar handleidingen voor u bestellen wil over handenarbeid voor kleine kinderen, want denk er wel aan. juf frouw, deze kinderen hebben, totdat zo op school kwamen, stced3 met de handen ge werkt en u hebt ze geleerd de handen net jes op te bergen kruiselings over de borst!" En als de juffrouw dan geneigd was naar me te luisteren, gaf ik den raSd de kleine houten kvbcn, die voor het rekenonderwijs bestemd waren, alvast te gebruiken om er mooie figuren van te leggen of torens to bouwen; of ook om dc kinderen te laten uitknippen, waarvoor de scha rep. van do handwerkles dienst konden doen, alsook om de locsplankjes van Hoogeveen alvast te gebruiken als speelgoed, enz enz. Die raad is vaak opgevolgd; kinderen on on derwijzeressen, mag ik uw modelijden' op wekken voor dc kleine kleuters, die zoo lteel graag de handjes gebruiken?. AYccst barmhartig en zorgt er voor, dat ze met handenarbeid worden bezig gehouden, dab ze mogen vlechten, bouwen, knippen, plak ken, net als thuis enonder de hand lioel veel loeren, veel meer dan door heb aanbrengen van do eerste „gelecrdigheid." Reisnotities. n. Aan koord. De „Rembrandt" verliet do hoven van Genua, medevoerend oen aantal passa giers voor het verre Oosten. Wij kenden elkaar nog niet, maar al spoedig zou blij ken van welk een verschillende gemoeds gesteldheid do reizigers waren. Naar mate do lichten van Genua in de verte verdwenen, maakte zich eenc zekere beklemming van ons moester: Europa lag nu achter ons. Op Afrika's kust zouden wij woer voet aan wal zetten. Aan boord bevonden zich een zevental jongo vrouwen, op weg oni hunne echtge- nooten of a.s. echtgenooten gelukkig te gaan maken. Eone andere jonge vrouw daarentegen verliet Europa om redenen van groot verdriet, om in den vreemde af leiding to zoeken. Een jonge man vertelde mij, dat hij naar Indic ging voor de za ken van zijn vader die in Holland bleef, waar oen broeder van dezen passagier ziek lag aan vliegende tering. Hij ver wachtte dus niet anders dan do doodstij ding. Een andere passagier vort.cldo mij, dat zijne vrouw in Indiö overleden was, en zijn zoontje dat met hem reisdeoen vondeling was. Zij hadden do hoop op oen eigen kind opgegeven en toon dit kind aangenomen. Daarna word er toch nog een kleine geboren ten gevolge waarvan do mooder overleed. Naar Holland .gegaan bleef de kleine daar achter bij familie, terwijl oen andere levensgezellin hem spoedig naar Indië volgen zal. Straks mo gelijk drie soorten van kinderen En zoo voerde de „Rembrandt" een gezelschap mee van zoer verschillende gemoedsstemming. Mij werd verteld van eone jonge vrouw, die haar hutgenooten mededeelde geen banden to kennen, alles to mogen doen-; ofschoon zo getrouwd was. Een zeer gevaarlijk standpunt aan boord van. een 6toomar ifl de groote vaart Langhaam daalt de nacht. Bij mil- lioenen zijn do sterren gestrooid aan 't firmament, als gidsen op de grooto wa teren. nu geen vuurtorens meer te zien zijn. En bleek glijdt het licht der maan over het kalme water. De boeg snijdt dc geriinpeldo golven, die haar lied zingen, do eeuwen door, nu zacht en vredig, dan donderend en dreigend. Zij, die in de schuilplaats des Allcr- hoogsten zijn gezeten, zullen vernachten in de schaduw des Almachtigen. Alleen do wachthebbende officier op do brug waakt, geassisteerd door den roer ganger. Maar voor hen, die des Heeren zijn, waakt bovenal het Vaderoog boven de wolken. Drio dagen na Genua word aan het di ner door den tafelpraescs (do le officier) bekend gemaakt, dat er op verzoek van een aantal passagiers des avonds in do salon eone vergadering zou worden ge houden ter bespreking van do vraag of er gedurende de reis festiviteiten georgani seerd zouden worden. Do salon was vol. En het bleek al dadelijk, dat liet plan met algpmeeno instemming werd begroet. Slaande de vergadering werd voor f 325 ingol eekend tor bestrijding van de onkos ten en voor het koopen van prijzen. Een comité werd benoemd en een 20-tal wed strijden goorgajLseeal. waarvon or 17 werden afgewerkt. Eene bijzonder inte ressante wedstrijd wiss do hoodenwod- sfcrijd voor dames- Voor bet. maken de? hoeden mochten de dames niebs ander» gebruiken dau papier, lijm en ijzerdraad, terwijl zij vrij waren wat de g&rnoering betrof. Jen vorm oc de grootte. Prachtexemplaren kwaineu voor <ien dag. in do hutten gemaakt, en 'de jury had geen gemakkelijke taak om dc 5 prij zen too te kennen. Eene goodc oplossing vond do Voorzitter der oommissie erm den damos, dio geen prijs hadden gokrecrcn ecu flinke flesch Eau de cologne to off ree ren als blijk van waardcering voor hun deel name aan dezon wedstrijd. Davcraik! ap plaus volgde. Hot 'schip mot een encnu aantal vlag gen omhangen had een feestelijk aanzien. Daarna, voor do eerste haren in In dië, hot afscheidsdiner. (Een bijzonder menu, met cb«wnoagiio). Dïi wordt door de stoomvaart Mij. aangeboden. Do tafelpraeees opende de rij <lcr spre kers. dankt voor do aangename verstand houding ook niet do officieren Ciuz. Ook (hui der d are ca toaslto tot dricuicul too. Ten sloft» d* afscheidsspeech van den Voorzitter der commissie, die na dank aan kapitein en officieren op career ^oa volgenden inhoud had: „Wij nadoren hot einde der rtk. Nog korten tijd en wij zullen ieder zijns weegs gaan in Insulinde, dat zich naar het woord van Multatuli, slingert om den evenaar als een gordel van smaragd. Zul len wij daar neerbuigen in aanbidding voor het gouden kalf, gelijk dc aanbid ders van hot stof? Of is or hooger rnak denkbaar? Vocrspeod wen-sch ik u allen toe, maar niet. uitsluitend en niet in do censlo plaats stoffelijk. Uw taak is te zijn een drager des lichts, ioder in het milieu waarin hij geplaalot wordt.. En wie er naar streeft een drager des lichts te zijn (geen dwaallicht) zal ondervinden, dat hij voorspoed geniet zij het dan niet mate rieel, dan zeker geestelijk- En dat is do hoogste voorspoed." De vergadering verhief zich van hare zetels en zong den spreker een lied toe. Nog enkolc dagen en do „Rembrandt" lag gemoord aan den steiger tc Tandioug Priok. Mijno roisgenoote had mij te Bela- waer verlaten en was haar echtgenoot gevolgd. Andere passagiers waren aan boord gekomen. Men is bezig elkaar vaarwel le zeggen. Banden zijn er blijkbaar gelogd, want tranen verroonen zich bij dezen en genen. Hoo zou het zijn met dien jongen Du't- schcr die gisteren 40 gr. koorts had. En hoo is het zijn jongo vrouw teraoëdo? God behoede hem. Wij gaan uiteenShips that pass in tho nighten die toch al'o in een der twoo groote havens zullen moeten aanko- men. Gelukkig bii. die 's Vaders Zora 1 boord heeft. Hij heeft het veilig e'- M voor het oog! v W. PER Soerabala lS'll/'?— Hit het Sociale teven. Uit dc Textielnijverheid. Aan de iapijti'abriek der firma H- J. Pel er s te Deventer is gisteren oen slaking uitgebroken, welke 71 man omvat. Als oorzaak wordt opgegeven een geschil, dat er heel aal tusschen den Algenmenen \"c- derlandscben Bor.J van Tertio arbeidc-« „De Eendracht" en de Vercenigmg van Katholieke werkgevers in de textielni'ver- hcid wegens hoi slech-'er worden der ar beidsvoorwaarden. waardoor ongehuvvdo arbeiders met Christelijke feestdagen, verzuim en vaeantiedagen uitbetaa'd krijgen, tormijl gehuwde arbeiders op die dagen slechts een minimumloon ontvan gen. Bovendien zijn de arbeider? ontevro- den over dc verlaging van tweede in de derde gemeenteklasse. Het. bedrijf is stop gezet, daar slechts drie arbeiders doorwer ken. De loonsverlagingen. Met ingang van 1 Jan. zijn dc maximuni- loonen van het personeel der Westlandsehe Stoonitramweg-Mij. met- f 1 per week ver laagd. Verder is bepaald, dat de periodio- kc verhoogingen niet meer zullen worden toegekend, terwijl voor het nieuw aan io stellen personeel een 10 loonsverlaging wordt ingevoerd. Malaise. Weder is aan 14 leden van het admini stratief personeel der Utrechlsche Ma chinefabriek o.d. Frans Skiildcrs lo Utrecht ontslag aangezegd; aan dc sc huwden op een termijn van drie maanden, aan do ongehuwd en op een te-m u van twee maanden. FEUILLETON. Van hooger Orde. Naar het Engelsch. „PhUcas, een van mijn mannen op do looierij is vandaag weggegaan, hij heeft get eekend, om een eerlijke broodwinning te verlaten en een betaald moordenaar te worden. Zou je denken, dat deze jongen geschikt is om zijn plaats in te nemen?" „Wiens plaats, vader?" „Van Bill Watkins." Ik was verstomd! Ik had zoo nu en dan dezen Bill Watkins gezieu, wion-s werk 't wae de huiden, welke mijn vader bij de boeren in den omtrek had gekocht, op fc halen. Ik zag Bill duidelijk voor me op zijn kar zitten, met, vuilo kleoren en vuile handen en een pijp in den mond. De ge dachte, dat JohnHalifax zijn plaats zou innemen was niet aangenaam voor me. „Maaf, vader Hij laa in mijn blikken, dat ik hem bad van n»efc ach, hij wist maar al to good hoe ik een afkeer had van de looierij on van alles, wei. er too behoorde. „Je bent V dwaas en die jongen ie or ook een; hij mag voor mijn part zien. dat hij werk kribt" „Maar, vader, is er niot wat an ders?" „Ik heb niets anders en al had ik 't, zou ik 't niet geven. Wie niet werken wil, zal ook niet eten." „Ik wil werken," zei John forsch, „*t kan mij niet echelon, wat 't is, als *t maar eervol werk is." Abel Fletcher was vermurwd. Hij keer de mij den rug toe en zei tot John Hali fax: „Kunt ge paarden mennen?" „Dat kan ik," en zijn oog.ui flikker don van jongensvreugd- „Ho, 't is enkel een kar dc kar met de huiden. Weet je iets van oen loo ierij?". „Neen, maar ik kan *i leeren". „Hei, niet zoo vlug maar beter vlug dan langzaam. Ondertusschen kent go met do kar rijden??" „Jawel, mijnheer Abel Fletcher, meen ik ik zal *t gced doen, zoo goed als ik kan". „En niet stil houden onderweg, hoor. Niet drinken om je tenslotte to verkoo- pen, net als die arme Bill en dat je mod der zal komen schreien en lanienteeren. Je hebt geen moeder, hé? Des te boter alle vrouwen zijn gekken, vooral moe ders.*' „MijnheerI" 't Gezicht van den jongen werd vuurrood en hij beefde; zijn stom schokte, met moeite hield hij zijn tranen in. Misschien was deze zelfbeheerschiug roerender dan wanneer hij gehuild had ten minste, dien indnik maakto het op mijn vader. Na enkele oogenblikken pinkte Abel Fletcher een traan weg en sprak, niet on vriendelijk: „Welnu, ik zal je aannemen, hoewel ik niet gemakkelijk een jongen aanneem zon der het een of ander getuigschrift ik denk dat je cr geen hebt". „Neen", was het antwoord- maar zijn open, eerlijk gezicht was hiermee in te genspraak, want dat was *t beste getuig schrift ten minste zoo dacht ik. „Afgesproken dan", zeide mijn vader, deze zaak sneller afdoende dan ik wist, dat zijn bedachtzame aard ooit. zelfs een schijnbaar zoo onbeduidende zaak, afdeed. Ik zeg schijnbaar; want we tasten vaak in den blinde als we van „kleinigheden" meen en te spreken! Hij schudde den jongen den hand en gaf hem een geldstuk. „Waar is dat voor?" „Om te Loonen, dat ik je als mijn knecht heb gehuurd"! „Knecht", herbaalde John vlug en iet wat trotsch. „O, juist, ik zal proboeren u goed te dienen". Mijn vader lotto niet op den manlijken, ofc&fhankdijkea glimlach. Hij had *t druk met uit te rekenen," hoeveel hij den knaap zou laten verdienen. Eindelijk noemde hij de som. He ben vergelen hoe veel maar 't was zeivér niet veel, want 't geld wae schaarech in dien oorlogstijd en bovendien geloofde men algemeen, zoo dat zelfs mijn vader er door was aange stoken, dat veol geld niet good was voor den werkenden stand, welke laag gehou den moest worden. Toen de loonkweslie was uitgemaakt, waarover John Halifax in 't gefceol niet sprak, verliet mija vader ons, maar toen 'hij een eiud af was keerde hij ierug. „Jo zei, dat je geen geld had, daar is een weck vooruit, mijn zoon is getuige, dat ile 't je betaald heb. en ik zal jc eiken Zaterdag wat afhouden tot we gelijk zijn." ..Zoor goed, mijnheer; goeden raiddag, ik dank u wel." John nam ziin pet af, ter wijl hij sprak, Abel Fletcher kwam even aan zijn hoed en ging heen en wii hadden den tuin voor ons alleen wii, Jonaihan en zijn nieuwontdekten David. Ik vielhem niet om den hals. gelijk de koninklijke Hcbreër, bij wien ik mij zolf heb vergelijken en op wien ik. helaas, in niets geleek, behalve in mijn. liefde. Maar ik gnccp zijn band, voor 't eerst en hein aanziende, ierwijl hij in gedachten naast mij stond, fluisterdo ik, dat ik zoo blij was. „Dank u, ik ben ook blij", zei hij zacht; en daarop gooide hij z'n^pet boog op in do lucht en riep „Hoerah!" nog hoelemaal oen jongen. En ik met mijn zwakke, trillende stem riep ook: „Hoerah!" HOOFDSTUK III. Toen ik jong wac- en nog lang daarna, had ik nu en dan do nuttclooze. oomlijda schadelijke, maar immor dwazo gowoon to van ccn dagboek te beuden. Voor mij evenwel was deze gewoonte minder dwaas en schadelijk d&ft voor de uieneioa; er; 'fc is uit twee broraion, uit dit dagboek «n uit mijn geheugen, door mijn ziek- ;n- zich-zclf gekeerd loven sterk geworden, dat ik dit veibaal heb samongwteld. Er zijn uit den aard der .mak vcvl ga pingen in. Dczo zal ik niet travaten aan te vullen, maar ik zal den draad van 't ver haal opnemen, waar mijn geheugen dinn heeft vast-geboudeu. Na dezen eerst on dag_kwamoa_«r. sin- gen velo dagen voor ik. John liaüfar weer zag voor ik zelfs weer aan hom dacht. Want ik had woer een van dio ami va! Ion van hevigo pijn, waarin 't mij moeilijk viel aan iels te donken, behalve »n de vier grijsbeachilderde wandou ymi vertrek. (Wordl vsrvo'gd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5