Zaterdag 23 December i922
Aan bet einde der week.
Van „vrede op aarde" wordt in de ka
mende dagen door heel'de christenheid
en door velen die met het Christendom
dom hébben afgerekend, gezongen.
Toch is van den uitwcndigen vrede nog
bitter weinig te bespeuren.
Do „vredomakers" die te Lausanne
sin-dg eenige weken vergaderen on die
vaak alles behalve vredelievend gestemd
zijn, gunnen zich zelfs niet den tijd era
gedurende het Kerstfeest vacantio te ne
men.
Do werkzaamheden worden alleen en
kele dagen et-opgezet, om dan dadelijk na
Kerstmis weer met nieuwen moed te kun
nen beginnen.
Men kan niet zeggen dat de werkzaam
heden snel vorderen.
De kwesties waarover beslist moet wor
den zijn tamelijk ingewikkeld en daarbij
komt nog, dat do Turken door hunne
laatste overwinningen niet handelbaarder
zijn geworden.
Het zal dan ook nog wol eenigen "tijd
duren eer het' v-redestractaat .definitief
wordt geteekend.
Ook tusschen Duitse h land en
F r a n k r ij k is de stemming ver van
vredelievend.
Do onderhandelingen over het horstel-
vraagstuk wordon schier, eindeloos ge
rekt.
Duitsohland zegt niet to kunnen beta
len en Frankrijk kan het niet stollen zon
der de Düitseho millioenen.
Veler 'hoop is nu gevestigd op het in
grijpen van Amerika, wat naar men
Ivo opt tengevolge zal hebben dat aan
Duitschland een groote leening wordt
'toegestaan.
Het was waarschijnlijk onder den in
druk van de daarop betrekking hebbende
berichten, dat de Marken-koers in de af-
'geloopen week niet onbelangrijk omhoog
ging wat voor de Duits che bevolking een
vermindering van den duur te-druk betee-
kendo.
In Ierland bleef het ook in de ad
ventsdagen onrustig. De opstandelingen
gaan voort met hot -bedrijven van wan
daden en daartegenover tracht, do regee-
ring door krachtig optreden en het uit
voeren van verschillende doodvonnissen
indruk to maken en haar gezag te ver
sterken.
P101 c n werd de laatste adventswcék
opgeschrikt door een maar al te goërl ge
lukten moordaanslag op den president der
republiek.
En zoo zien wp aan den vooravond'.van
het Kerstfeest overal onrust én onvrede,
wat in nauw verband staat met, het feit.
•dat maar al te weinig gevonden wordt
een buigen voor en oen aanbidden van
den Vredevorst.
Het Nederlandseho parlement doet-wan
hopige pogingen om onder leiding van
zijn energieken voorzitter door de begroe
iingen heen te worstelen.
Als liet gelukt, da-n zal bet mee daar
door zijn, dat verschillende begrootingen
er dioor gejaagd worden.
Hot is wel jammer dat de heeren Ka
merleden niet wat meer hun kracht zoe
ken in beperking. Als er in de Kamer wat
minder en wat korter werd gesproken
dan zouden we niet het treurige verschijn
sel zien dat zeer belangrijke onderworp on
in een leege Kamer worden behandeld en
zouden de belangen van het land beter
worden gediend.
De herziening van de Lager On
derwijswet is. wat de Tweede Kamer
betreft, gereed gekomen.
Met voldoening constateeren we, dat
dank zij -het parlementair overleg ver
schillende verbeteringen in hert ontwerp
zijn aangebracht.
Een zaak van groot sociaal belang is
do al of niet tot standkoming van de col
lectieve arbeidsovereenkomst in het
druk-kevsfcedrijf, waarover deze week moet
worden bes-liet.
Do patroons hebben het ontwerp reeds
goedgekeurd, maar terwijl wii dit" schrij
ven is nog niet bekend wat de gezellen
zullen doen.
Het, zou van groote beteekenis zijn in
dien in dit bedriif opnieuw een overeen
komst werd verkregen en een loonstrijd
met al de ellendige gevolgen daarvan
werd voorkomen.
ONS LICHAAM.
XIV.
De reuk en 't gevoel.
Ieder weet, dat wc ruiken met onzen
neus. Vooral 't bovenste deel van de ncu6
is voor den reuk ingericht en wel zoo,
dat de fijne reukzenuwtjes, de takjes van
do groote neuszenuw, zich daar over da
slijmhuid uitspreiden. Die zenuwuitoin-
den wordon geprikkeld door de stof dio
wo ruiken. Daarvoor is 't echter noodig
dat er hoele kleine doeltjes van de stof,
dio we ruiken willen, in de lucht opgelost
worden. Daaróm kunnen wo wel ruiken
een bloem omdat dio vluchtige stoffen af
geeft; maar steen, die dat niet doet, kun
nen we niet ruiken. Nu heeft, dat is ah
gemeen bekend, de een een veel schcrpe
ren reuk dan de ander. 'Wie altijd in een
omgeving verkeort, met dienzelfden reuk,
diens reukzenuw wordt tenslotte niet meer
geprikkeld. Zoo ruikt 'n dokter niet meer
den eigenaardigen reuk in z'n spreek
kamer die een ander direct opvalt. Wie
dikwijls in de frisschc buitenlucht is,
zal een scherper én reuk hebben, dan
iemand die in een bedompt kantoor ver
keert met tabaksrook doortrokken. Als
de reukzenuw wat afgestompt is, d.i- moe
is, kan deze moeheid weggenomen worden
door 't_ruiken aan ammoniak.
Niet altijd is de reuk even goed: bij
verkoudheid is tengevolge yaa groote
slijmafscheiding, de reukzin wat ver
zwakt. De reukzin is ook ©en in zekeren
zin wachter voor 't lichaam, want in 't
algemeen is lucht, die onaangenaam ruikt
niet goed voor de ademhaling. Daarom is
't in 't algemeen niet aan to bevelen, spij
zen en dranken te nuttigen, waarvan de
reuk ons tegenstaat.
Dé neus in dus in do eerste plaats voor
de reukzin orgaan, maar we hebben ook
al gezien, bij de ademhaling, hoe zeer 't
aan to bevelen is door den neus te ademen,
zooals ook in dat versje staat, dat ik
■eens las:
Gesloten mond,
Houdt gezond.
Open neus
Zij do lens'
Na een kort woord over neusbloeding
ga ik over tot 't gevoel. De- kleine, bloed
vaatjes kunnen door slag of stoot, of
•door hard snuiten, worden gescheurd.
Meestal doet. stolling 't bloeden ophouw
den. maar bij langdurige of veelvuldig
terugkeerende neusbloedingen dient do
geneesheer geraadpleegd.
Nu dus over 't gevoel.
Bij de huid spraken wo al oven over 't
gevoel, want wo leerden do huid, speciaal
do lodsrhuid kennen als gevoclszintuig.
(Laat ik hier nog eens even opmerkzaam
maken op een door elkaar balen van zin
cn zintuig. Hot zien is een zin; do oogen,
hét orgaan door middel waarvan we
zich is 3t z i n t u i'g.) Ook zagen wo wél
ke plaatsen, gerekend, móeten worden tot
do meest gevoelige van ons lichaam. Do
gewaarwordingen van voelen komen in
do horsenon aan,'daar gébracht door do
zenuwen, dio don prikkel opnamen. Do
prikkel zelf werkt niet rechtstreeks op do
huid, maar 't gaat zoo: do opperhuid
raakt 't vooi'worp aan, on deukt dan iets
ingedeukt. Dezo vormverandering wordt
op do slijmhuid overgebracht, die 't dan
weer op do zenuwpapillen overdraagt.
Door 't bevoelen van een lichaam, of 't
glad of ruw is, kunnen we er iets van te
weten komen. We spreken van tastgevoel.
Over de prikkels van. kou, warmte en
pijn sprak ik al bij do huid, dus kan 't
hier achterwege blijven.
Maar nu is or oefening voor noodig om
't zoover 'te brengen om er zich nauwkeu
rig rekenschap te geven van wat men
voelt: men kan zidhi vergassen. Laat men
als voorbeeld mogen nemen, iets heel ko
kends uit de physiologie. Mot sluit do
Oiügen, kruist de twee eerste vingers en
neemt er 'n erwt tusschen die men over de
tafel rolt. Men denkt dan tweo erwten te
hebban, omdat de buitenkant van twee
vingers do erwt aanraakt, iets wat zeer
zelden voorko-mt. En nu heb dk 't toch
over 't verband tusschen de werke-
1 ij k h o i d en wat wo moe ne n waar te
nomen. Zoo'n zinsbedrog is niet alleen
bij 't hooren, maax ook bij 't zien on an
dore zinnen op to merken. Laat ik er nog
eon paar mogen noemen- Ieder beeft wel
eens een schip door eon brug zien gaan.
Welnu als men goed naar 't schip kijkt, is
't of men zelf beweegt, en 't schip stil
ligt. Noig een duidelijker zinsbedrog is 't
volgende. Men neemt een vel wit papier
en een vel zwart papier. Op *1 witte par
piorp lakt men een zwart workantjo,- op 'fc
zwarte .papier een even groot wit vier
kantje. Hot witte vierkantje in de zwarte
omgeving lijkt verreweg 't grootste.
Wanneer men vorst naar een brandende
•lamp kijkt, on dan naar dén' 'mmtr, dan
lijkt 't alsof er op dc muur een zwarte
vlok zit.
Als wc een lucifer enel ronddraaien,
zien wc eon gloeiendn ring.
Kijkt men een poosje naor een roodo
vlek, dan ziet men oen groene plek ale
men vervolgens naar een ongekleurd vlak
kijkt.
We zien dus in al die gevallen iets an
ders dan er werkelijk was. We voelden
iets anders dan er "werkelijk was. Zoo
kunnen we ook iets andere ruiken dan er
werkelijk is, zij 't dan ook dat dit oen
beetje ander geval is: maar 't komt toch
hierop neer, dat we onze neus niet ver
trouwen kunnen. Ik bedoel 't volgende:
Een professor zon lijkschouwing houden
met enkele assitentën, maar 't lijk, in een
kist binnengebracht, was in verren staat
van ontbinding, heette 't. De hceron
rookon 't al; sommige' werden zelfs on
passelijk en vielen flauw. Bij opening
bleek de kist- niets te bevatten. Hier
hadden we te doen met suggestie en 't
blijkt due hier weer, dat de neus niet mg
te vertrouwen was, want we meenden iets
ie ruiken. Nog eens: dit laatste is een £m-
der geval, een ander soort, maar 't bewijst
toch ook dat we kunnen waarnemen, wat
er eigenlijk niot is, of dat iets wat andere
is, dan wij 't meenden te wezen.
Vandaar dat in sommige 'kringen wel
eens gevraagd wordt of onze zintuigen
wel te vertrouwen zijn, en zoo verder Te-
deneerend, of wo wel iets waarnemen kun
nen, of de buitenwereld wel bestaat. We
zullen dez-e vragen aan de philosopbie,
wier terrein 't is, overlaten, maar volle
digheidshal vo wilde ik dit probleem toch'
oven aanraken, een probleem, datzeer ve
le vergezichten opent.
KERK EU SCHOOL
Zending.
To Mr. Cornelia (Java) is op 12 Novem
ber 1.1., na een lang en smartvol ziekbed,
in den ouderdom van 78 jaren, overleden
de heer Fr. E. Braches, in leven oud-zen
deling van Borneo.
In 1870 als jong zondeling-lecraar te
Kwala kapoeas gekomen, hoeft hij later
vele jaren lang 't gansche werk van do
Bijnsche Zending op Borneo geleid van uit
Bandjermasin, waar hij woonde en ten ze
gen was voor Europeanen en Inlanders, die
met hom in aanraking kwamen.
Hoe hij daar geacht was, kwam eens ver
rassend aan den dag. Op een Gouverne-
menlssekool vroeg de onderwijzer aan zijn
leerlingen, wie of er zeggen kon wat „edel"
was. Terstond stak een Chinecsche jongen
zijn vinger op en zeide: „Meneer Braches
is cclel." Deze spontane uiting uit den
niond van een, eenvoudig kind is eèn juiste
beoordeeling van dén heer Braches.
Hij is ook nog huisvader in het Tehuis
voor Militairen te Buitenzorg én te Mr.
Cornelis geweest.
Voorschot-Rijksvergoeding Bijz. Scholen.
De Minister van Onderwijs brengt in de
„St.-Cfc." ter kennis van de Besturen der op
1 Jan. 1923 bestaande Bijzondere Lagere
Scholen, die aanspraak hebben gemaakt
op de Rijksvergoedingen, bedoeld in art.
97 der Lagor-Ondcrwijswet 1920:
1. dat overeenkomstig het bepaalde in
heb 2de lid van art. 8 van het K. B. van
31 Dec. 1920 op 1 Jan. 1923 ten behoeve
van bedoelde Schoolbesturen een voorloo-
pig voorschot zal worden betaalbaar ge
steld
2. dat dit „voorloopig voorschot" wordt
bepaald op het 1/4 gedeelte van het voor
schot over het jaar 1&22;
3. dat de betaalbaarstelling zal geschie
den voor zoover het verlangen daartoe te
kennen is gegeven, per post-giro of overi
gens ten kantore van den Rijksbetaalmees
ter, onder wiens ambtskring de gemeente
behoort, 'waar de School is gevestigd
4. dat tot ontvangst van dit voorloopig
voorschot voor zoover de betaalbaar
stelling niet per post-giro is geschied
het Bestuur van genoemden datum af zich
kan vervoegen ten kantore van bovenbe
doelden Rijksbetaalmeester of van den be
trokken Rijksontvanger, alwaar gedurende
één maand over de gelden kan worden be
schikt;
5. dat indien verzuimd wordt heb „voor
loopig voorschot" binnen genoemden ter
mijn (dus voor 1 Febr. 1923) in ontvangst
te nemen, herbetaalbaars telling niet zal
plaats hebben, doch de betrokken School
besturen alsdan eerst op 1 April 1923 in
het genot kunnen worden gesteld van het
definitieve voorschot over het eerste en
tweede kwartaal 1923;
G. dat op het „voorloopig voorschot" zoo
mogelijk wordt ingehouden hetgeen, bij
voorschot over 1921 te veel werd genoten,
dit ingevolge de beschikking, waarbij de
definitieve rijksvergoeding over dat jaar
werd vastgesteld.
Bezuiniging op onderwijs.
L. Bigot schrijft in Volksontwikkeling
(Decemberafl.) over bezuiniging bij het
L. O.:
„Bezuiniging bij lager onderwijs kan ge
vonden worden: a. door vereenvoudiging,
en afschaffing van overbodige examens.
Thans beleven we elk jaar driemaal een
uittocht van de vr. kweekschoolleerlingen:
ten eerste om examen te dooh voor hand
werken, ten tweede voor vrije- en ordeoefe-
ningen en ten derde voor de akte van on
derwijzeres. Examen met voorzitters, leden
en deskundigen, allen met vacanties, rcis-
en verblijfkosten'.
b. Door nauwkeurige controle op do
aanschaffing van leermiddelen; onlangs
nog deed een berichtje daarover de ronde
in de bladen. '*t Zou niet moeilijk zijn van
openbare en bijzondere scholen meer zulke
gogevéns to krijgen.
o. Op de inspectie en de inspectiebu-
reaux. Die 30 kantoren zijn overbodige
luxe; dezo regeling is alleen maar makke
lijk voor de post, die nu voor alle stukken
met rijksschooltoezieht één adres heeft,
maar verder heeft het noch voor de amb
tenaren van het toezicht zelf, noch voor
dc andere autoriteiten of voor de onder
wijzers eonig voordeel.
d. Door een minder© veranderlijkheid in
beleid in Den Haag.
Zoo is er wel meer te vinden.
Op onderwijs moet en kan worden be
zuinigd, maar zooals de minister terecht
zegt: de waarborgen voor do deugdelijk
heid van het onderwijs moeten onaange
tast blijven".
Bezuiniging op 'de Kweekscholen.
In „De School mot den Bijbel" schrijft
E(mous), dat het aantal bijzondere kweek
scholen thans veel te groot is. „Er zijn or",
zoo zegt hij, „die haar levensvatbaarheid
zoozeer bewozen hebben, dat zo verdienden
reeds nu in staat gesteld to worden, in do
richting der nieuwe opleiding zich te orga-
niseeren en zoo meteen do deugdelijkheid
óii doeltreffendheid van die nieuwe oplei
ding met de bereikbaarheid der voorge
stelde resultaten te bewijzen. We zouden
dit zeer toejuichen.
Maar er zijn er ook, welker productie
zoo gering is, dat het onbegrijpelijk is,
dat het rijk ze door hoogo subsidies in
stand helpt houden. Als er ten aanzien van
de kweekscholen ook aan bezuiniging ge
dacht wordt, dan moet er allereerst aan
ongelooflijke geldverspilling op dit terrein
een einde gemaakt worden. Dat zij het
eerste voorafgaande stadium, dat nog geen
bezuiniging mag heeten. Bij bezuiniging
denkt men veeleer aan beperking tot hot
strikt noodige, iets anders dan afsnijding
van het in elk opzicht overtollige.
Er zijn bijzondere kweekscholen, waar
aan het rijk in vérhouding tot haar pro
ductie meer ten koste legt dan aan de vol
strekt niet goedkoope rijkskweekscholen.
We hebben geen latere officioclo cijfers
dan die over 1919 tot onze beschikking.
Toen kwam een onderwijzer, aan een rijks
kweekschool opgeleid, het rijk gemiddeld
op f 5850 te staan. Het bedrag is sedert
hoogcr geworden. Zelfs hebben we uit in
verslagen gedrukte cijfers kunnen bereke
nen, dat aan een onzer miniatuur-kweek
scholen het gemiddeld bedrag meer dan
f 7000, mogelijk zelfs meer dan f 8000 was.
In een onderwijsblad is zelfs de onweer
sproken mededeeling opgenomen, dat de
rijksuitgaven voor elk der geslaagden aan
Ben aangeduide bijzondere kweekschool
boven de f 10.000 gekomen waren.
Die ergerlijke wanverhouding is niet in
eens ontstaan. Ongemerkt cn van liever
lede is do verhouding zoo geworden. Er is
nagenoeg geen risico meer voor do oprich
ters van kweekscholen. Voorheen was dat
veel meer het geval, toen do rijksbijdrage
gerekend word naar het aantal lesuren en
geslaagden. Met de gelij les telling is dat
zoo geleidelijk gewijzigd en in afwachting
van een definitieve regeling werd do saia-
xisrcgeling voor de rijkskweekscholen ook
voor de ander© van kracht verklaard.
De cijfers voor het heden hebben we niet
tot onze beschikking. In 1923 kunnen wo
pas gewaar worden, wat do opleiding in
1920 gekost heeft.
Omtrent 1919 weten wo slechts, dat do
Prot.-Ohr; rielijko kweeksehok u müj
f 415.000 door het rijk gesteund v. ërden cn
dat 238 barer kvrenkelingen do acte ver
kregen.
Voor de roomsch-katholieke kweekscho
len waren die cijfers f 1.118.0C0 en 443 ge
slaagden. Do bijzondere normaallessen kost
ten dat jaar het rijk f 321.000 voor 497 ge
slaagden. Maar maatstaf voor het heden
kunnen deze cijfeTs niet meer leveren.
Iedereen ziet echter wel in, dat het niefc
gaat, naast 19 profestantsehe 43 roomsch-
katholieke kweekscholen uit de pubieke
kassen te bekostigen, tenzij dan naar mat©
harer productie.
De moeilijkheid van de kwestie is maar
de" vaststelling van de wijze, waarop cl©
noodzakelijke beperking zal kunnen j^aats
vinden. Ons dnnkt., dat het beginsel der
geldelijke gelijkstelling, slechts dan tot
zijn recht komt, als bepaald wordt, dab
een kweekschool in elk geval 16oflSonder-
wijzers(cssen) ieder jaar meet afleveren om
op de volle bekostiging harer wettige uit-
gaven aanspraak te kunnen maken, en
voorts, dat indien zij beneden die produc
tie blijft, ze slechts reelit behoudt op een
zuiver evenredig geringer bedrag, zoodat
de tekorten door het bestuur moeten go-
dekt worden. Daar do tocstroomiug van ?-
ad spiranten voor de opleiding evenwel wis-
seïfc als ebbe en vloed, moeten de cijfers
van geslaagden over een aantal achtereen-
volgende jaren gelden, zoodafc eenig tekort
door een overschot van vroeger of later t
kan gedekt worden. Kan iemand eon an-
clcro regeling aan dc hand doen, hij do©
het.
Concentratie op dit gebied is «ringend,
noodig. Samenvoeging van kweekscholen
mag niet uitblijven. En stuit dio af op on
wil, dan. verschaffe de publieke kas do ge- i
maakte kosten naar rato van de presta-
ties."
BINNENLAND.
EEN KRACHTIGE VOORZITTER.
Dc Tweeds-Kamer-vergaderi ng aam
de orde was de Oorlogsbogrooting ein
digde Vrijdagmorgen om half
z e s, terwijl de volgend© zitting weer
om li uur begon. Om kwart over vijf
©telde de heer Dressolhuys voor de vol
gende, vergadering te beginnen om half
twaalf.
Vöor het voorstel stemden dc 8 leden;
Dresselhuys, Mi eb iels cn, Boon, Itiemstra,
K. ter Laan, Duymacr van Twist, Duys en'
Oud; tegen stemden de 4 loden: Beumcr,
Deckers, Tilaims en de voorzitter, mr.
Kooien.
Aangezien bleek, dat het vercischtc le
denaantal niet aanwezig was, schorste dö
-voorzitter te 5.30 des oelifends de verga
dering tot 11 uur.
Een aanbesteding van don Raad van
Arbeid to Groningen.
In een vergadering yan de afdcoling
Groningen van den Nederl. Aanncmcrs-
bond is misnoegen- geuit over dc wijze,
waarop de. Raad van Arbeid te Groningen
onlangs ondershand een werk heeft aan
besteed. De Raad van Arbeid had behalve"
drie aannemers,, ook een coöperatie van
werknemers laten inschrijven. Bij ope
ning van dc biljetten bleek deze coöpera
tie. ƒ2000 lager te hebben ingeschreven!
dan de laagste van de aannemers. Dc ar
chitect, onder wiens bc-heer het werk zou
worden uitgevóerd, achlto het echter on
mogelijk, dat het werk voor het inge.schre'
ven bedrag kon worden uitgevoerd; lii£
oordeelde, dat do coöperatie zich moesö
hebben vergist. Desgevraagd erkende de
coöperatie haar vergissing, zij vroeg ont
heffing, welke verleend werd, en heiwerk'
werd opgedragen aan den aannemer, die'
van de drie aannemers het laagst had in
geschreven.
In de vergadering van dc afdecling van
den Aannemersbond is nu o.m. gevraagd,
of het wel behoorlijk is van een princi
paal, de aannemers te laten concurreeren
met mcr.schen, die 'geen bonafide aanne
mers zijn en die, misschien goede werk
lieden, nimmer hebben getoond organisëc-
rend of uitvoerend talent to bezitten.
"Voorts, of het gewcnsclil is, dat het politie
ke standpunt van een in dienst van de
overheid staande persoon zich laat gelden,
bij de aanbesteding van werken voor de
overheid. (De voorzitter van den Raad van
Arbeid te Groningen, de heer L. J. Iï.
Eversen, is sociaal-democraat).
Men was van oordeel, dat de overheid
zooveel mogelijk moet streven naar open
bare aanbesteding van werken, opdat
geen onder-onsjes kunnen worden ge
vormd.
KERSTVREUGDE.
Jan Wouters was oen rechtschapen man
en in vel© opzichten een voorbeeldig
Christen.
Zijn vaderlijk erfdeel, de mooie boer
derij had hij uitstekend geëxploiteerd, op
zijn persoonlijk leven viel ïiiet het gering
ste aian te merken en hij <hald getoond zijn
eigen huis wel te kunnen regeeren.
Ginds jaren was hij lid van den Ge
meenteraad en ale straks de oude wet
houder het bijltje or bij neerlegde, dan
was hij do aangewezen man om diens
plaats in to nemen.
Voor do Kerk was hij een steunpilaar
cn als er niet die onaangename geschie
denis met zijn buurman was geweest, dan
zou hij nog in don kerkeraad een plaats
hebben gehad.
Als hij daaraan denkt, dan komt er een
harde trek om zijn mond en ballen zich
onwillekeurig zijn vuisten.
WantWouters had een stijven nek en
een TJhardo kop", zooals de menschen zei
don. Hij was een man van 'het recht, zoo
a's hij zelf beweerde.
En nu waren zijne rechten aangetast.
Meer dan een jaar was het nu al gele
den dat 'de landerijen, die hij als zijn
toekomstig eigendom besChouwide, waren
verkocht. Ze hadden vroeger aan zijn
grootvader behoord en hij 'had he"t pla de
Mftfunrlijkste zaak yan de wereld be
schouwd, dat hij ze bij de eerste gelegen
heid do beste terugkocht. Dat was zijn
r e ch t, zoo meendo hij.
Maar nu was een ander hem voor ge
weest.
Juist t.oen hij het beslissende „mijn"
wilde laten hooren, viel de hamer, omdat
'door een ander een bod was gedaan.
Bevend van woede was hij naar huis
gegaan en die wc ©de was niet verminderd
toen kort daarop timmerman en metselaar
aan het werk gingen om voor den nieuwen
eigenaar een „Veldzicht" te bouwen.
Dat vergalde zijn leven.
Dat huis was voor hem een monument
van onrecht.
Zorgvuldig haid hij er voor gewaakt
den nieuwen buurman te ontmoeten.
Hij negeerde 'hem.
Op den weg, op de markt, en ook in de
kerk
Broeders waren het, maar zulk een
bnoedersckap wensckte hij niet.
De oude predikant probeerde te ver
geefs bom tot andere gedachten te
brengen.
Hoor eens, dominee, had 'hij gezegd,
ik acht u hoog en ik heb eerbied
voor uw persoon en ambt, maar,
u moet het me niet kwalijk nemen, hierin
kan 'fc u niet volgen. Ik sta op mijn recht
en voor het recht moet alles buigen.
Het deed hem pijn, zoo te moeten spre
ken, maar todh, bij k o n niet anders, en
hij wilde niet anders.
O ok de p o gingen van zijne
vrouw om hem zachter te stemmen, had
den geen resultaat "gehad.
Zijn optreden dééd haar pijn, het wae
een donkere wolk die bijwijlen het "huise
lijk geluk verduisterde.
En nu was het Kerstfeest
Wouters hud in den huiselijken kring
gelezen van de gro'ote blijdschap door do
Engelen aan de 'herders verkondigd en met
zijn gezin had hij gezongen van de eero
Gods, het welbehagen dn menschen en den
vrede op aarde.
Doch in zijn hart was er geen vrede.
Daar voor hem uit 'ging zijn buurman
en hij voelde weer de oude wrok in 'zijn
hart.
De feestklokken luidden en hij ging
mede op tot het feest en toch was er geen
feest in zijn hart omdat er geen plaats
was voor den Zaligmaker en omdat hij
niet bereid wa6 zich in alles voor den ge
boren Koning te buigen.
Hii stond, op zijn recht.
En toch ztmg hij met de gemeente van
de Schuldvergiffenis die nooit
in schoone glans verschoon, dan, nu door
Gods barmhartigheên.
Laat one dan henengaan zoo noode
de 1 eeraar en laat ons zien het Woord
dat er geschied is, hetwelk d© Heer© on&
hoeft kond gedaan."
En Wouters ging mee.
Hij blikte in de kribbe.
En bij zag daar niet alleen een aan
minnig Kinideke, maar hij zag hot wonder
van Gods zondaarsliefde.
Hij zag daar den Heiland en Zaligma
ker, die in de wereld gekomen was, niot
om recht te doen en to vergelden, maar
om zondaren te roepen tot bokeering, om
in bun plaats te lijden en te sterven en le
staan voor Gods rechterstoel.
En toen hij zoo zag, dat kindeke, toen
werd do groote Wouters klein. Toen was
hij niet meer de stijfhoofdige boer, die
opkwam voor zijn vermeende rodht, maar
toen werd hij als een kindeke-
Vréde daalde er in zijn hart.
En met de gemeente zong hij het dank
lied ter eer van God, dio door zijn lief
derijk bestel, verlossing, heeft teweeg ge
bracht.
Verlossing ook voor hem, van do macht
van de zonde dor hoogmoed.
Daar begreep men nu niete van op
„Moshioeve".
Vader had do kiudoren naar huis ge
stuurd en was zelf hot zijpad ingogaan
naar „Veldzidht".
Wat beteokende dat? Nieuwe onaange
naamheden en dat op Kerstfeest?
Of zoumaar neen, dat kon vrouw
Wouters, hoezeer zij 't ook hoopte niet
gelooven.
En toch wae 't'waar.
Toen Wouters naar huis terugkeerde
scheen hij een nieuw menech.
Een zware last was van zijn schouders
genomen; blijdschap straalde uit zij®
oog.
Hij had zich vernederd en hij was in liet
oog van zijn vrouw groolor dan ooit.
Hii had ootmoedig het hoofd gebogen
en 't was -of zijn hcorsehersgestalt-e t©
meer uitkwam.
Wat er tus&chea do vroogero vijanden
besproken werd. bleef binnen do muren
van hot kleine opkamertje.
Do kreupele Hannes, het wandelend
nieuwsblad van het dorp wiet alleen to
vertollen dat do beide mannen n-ct. een
bartel ijken handdruk waren goechcidcn.
Als bij 's avonds in do buurt was ge
weest had hij er bij kunnen vertellen dat
de Voldziclit-béwonci>3 zich naar de Mes-
hoeve begaven en dat toon de veoto dio
beide families scheidde voor goed word be
graven.
Hier was het Kerstfeest een vredefeest.
Vrede kwam er in do harten en in de
huizen.
En omdat er do ware vrede gevonden
word, was er ook groot© blijdschap.
En daarom kon not niet anders of de
avond eindigde met do lofzegging:
I
Eere zij God r:
Vrede op adrdo 1
In de menséhen .welbehagen.