ONZE OPRUIMING KINDERMANTELS, DAMESMANTELS A. WAALS, Haarl.str. 114 Ingezonden. Aan het einde der week. Er ie ia de afgeloopen week op liet po litiek scbouwtooneel weer heel wat af ge-, epeeld. De vergelijking met. een schouw to oneel gaat wel niet geheel op, maar or is al thans deze overeenkomst dat er veel on wezenlijks is in de conferenties waarop wij dag aan dag worden vergast. •We worden getrokken van Lausanne naar Londen en van Londen naar Parijs en van Parijs naar Lausanne en ♦voral zien we hoc men om de belangrijk© zaken waarom het gaat, tracht heen te draaien. Toch hebben de laatste conferenties wel eenige beteekenis gehad. Die te Londen 't was maar een voor-conferentie die binnenkort te Brus sel zal worden voortgezet was inzen derheid gewijd aan het vraagstuk van de Duitsche schadevergoeding. Frankrijk roept, om geld en Duitsch- 'and beweert niet in staat te zijn te beta len. Maar daar is Frankrijk niet mee klaar. Konden de Ministers die dé onderhandelin gen meemaken zelfstandig oordeelen, dan zon misschien nog een oplossing zijn te vinden, maar achter- de ministers staat •het Fransche volk dat eisebt het Duit sche geld. Nu zijn op de gehouden conferentie Dudtsoho voorstellen inzake uitstel van betaling niet aangenomen. Dat is één. Maar een tweede punt is, dat aan Frankrijk te verstaan is gegeven, dat En geland van andere dwangmaatregelen te gen Duitschland, als de bezetting van het Roergebied niets wil weten. En nu moeten we verder afwachten wat straks te Brussel gebrouwen wordt. Te Lausanne was het in hoofdzaak een strijd niet tegen, maar o m den Turk. De Russen zagen de Turken gaarne aan hunne zijde, maar de Europeesche mogendheden willen niets liever dan dat Turkije met hen een accooTd sluit. Turkije ondervindt nn de weelde van de macht. Betrekkelijk kort geleden werd eenvou dig -over en zonder de Turken gehandeld. Wat de Europeesche mogendheden be liefden to wijzen, hadden de Turken te prijzen. Maar nu zijn de rollen omgekeerd. Turkije heeft laten zien dat het een vijand is waarmee niet te spotten valt. En dat heeft een groote omkeer ge bracht in de gevoelens. Tot nu toe heette het dat Turkije tot den Volkenbond misschien mocht toe treden, mits het zich die eer waardig toonde. Maar nu wordt met groote vTeugde be groet de verklaring dat Turkije bereid is na den vrede tot den Bond toe te treden. Of de hekken ook verhangen zijn. Sympathiek was deze week het optreden van den Engelschen minister, toen het ging over de rechten der minderheden do Armeensche christenen enz. in Tur kije. Laten we hopen dat althans op dit stuk recht wordt gedaan en dat ter wille van de hooge politiek deze Christenen niet op nieuw aan den haat van de Turken wor den overgeleverd. Het vorstlijk 'e Gravenhage genoot de ze week de eer een internationaal Con gres te mogen herbergen. Het wereldcongres voor den vrede, ge organiseerd door het I. V. V. kwam bij een. 't Was een doorloopende demonstratie van het feit, dat we toch nog zaa heel ver van den wereldvrede verwijderd zijn. De Socialisten en Communisten hebben elkaar niet gespaard. De Communistische gruwelen, met na me in Rusland bedreven, werden scherp in het licht gesteld. Dat kan geen kwaad. Maar we vergeten daarbij niet, dat ook hier de toeleg van Mr. Troelstra was,om een kleine minderheid oyer de meerderheid te laten heerechen. Dat ook hier de dictatuur van het pro letariaat die evenals elke dictatuur met geweld gepaard gaat werd aan geprezen. Niet ver van het wereld-vredescongres, vergaderden onze Volksvertegenwoordi gers. Ook daar was het niét alles pays en vreê. De schoolwet kwam aan de orde, en als ihiet over onderwijs gaat, dan is er altijd strijd. Minister de Visser heeft weer een har den dobber, maar hij staat zijn man en het zal hem dan ook wel gelukken zijn ontwerp althans wat de hoofdzaak be treft, ini behouden haven te brengen. Tusschen de bedrijven door worden <!c begroetingen behandeld. Als men tenminste van „behandelen" kan spreken. Do Kamervoorzitter weet. geregeld en kele leden tot 's nachts half twee vast te houden en zoo wordt in den laten avond de eone 6peech! na de andere in de leege Kamer afgedraaid. We vallen hierover den heer Kooien niet hard. Het is de eenige manier om dö al te praatzuchtige leden te „temmen" en de begrootingen tijdig gereed te krijgen. ONS LICHAAM. i xm. Het gehoororgaan- We stellen ons voor dat we een ge» luidsgolf volgen, die b.v- afkomstig ie yan *t luiden1 van eeni bel. De geluidsgolf plant zich met ©en snelheid van 330 M. ipOr seconde door do lucht voort en komt bij *t oor aan, gaat daar in en doet 't trommelvlies trillen. 't Trommelvlies is '<b vlies dat zich in ons oor bevindt, aan *t einde van het uitwendige 'gehoor orgaan. De groote van dat verlies komt overeen mot die van een halve cent. Ach ter dat trommelvlies, en in contact daar mee, zit een beentje, dat veel op een ha mer lijkt, en daarom ook „do hamer44 hoot. Dit beentje noemt do beweging van H trommelvhes over, brengt 't over op 1 biedt U in alle genres bijzondere aanbiedingen in: in SEAL PLUCHE, ENGELSCHE STOFFEN en VELOUR DE LAiNE hebben wij buitengewone koopjes. ]2192 oen ander beentje, T z-g. „aambeeld" en dit weer op den „stijgbeugel". (Ook deze twee beentjes heeten naar de voorwerpen waar ze in vorm op lijken.) Do stijgbeu gel is verbonden mot een iets verder ge legen vlies, 't z.g.n. „ovale venster". We zijn dus nu zoo ver dat de trillingen, die de bel uitzond, gekomen zijn op 't ovale venster en daarmee diep in 't gehooror gaan. Achter 't ovale venster bevindt zich een vloeistof, die weer de trilling overbrengt op een ander vlies en dan, na nog een kleinen weg afgelegd te héb* ben komt de geluidsgolf, na door ver schillende inrichtingen overgenomen, ver sterkt en ook wel verzwakt te zijn, bij de gehoorzenuw aan, waarna ook hier 't groote geheim plaats 'heeft: de overbren ging van 't stoffelijke op 't geestelijke; 't zelfde wat we ook bij 't zien al opmerk ten. 't Inwendige gehoororgaan ligt dus diep in de schedelbeenderen, n.l. in 't elaapbeen. Dat heeft nog 'n bijzonder ge volg. Wie b-v. een [horloge neemt, z'n o oren dicht houdt, maar 't. horloge op z'n voorhoofd legt. zal 't duidelijk hooren tikken. De geluidbrillingen kunnen dus niet door de lucht zich voortplanten en zoo den gewonen weg volgen, want de o oren zijn {licht. Ze planten zich dan voort door 't been en we hooren 't -hor loge tikken'. Een, een beetje gewijzigde proef, maar op 't zelfde principe berus.j tend: men neemt een stemvork tusschen de tanden, terwijl de oogen gesloten zijn, de blank van den stemvork wordt dan toch waargenomen. We hebben nog niet. gesproken over een aan den buitenkant van t oor zich be vindend orgaan, de geh oorschelp, die toch bij 't gehoororgaan hoort. Wel kan ■men ook 'hooren zonder oorschelp, maar tooh niét zoo goed: ze dient als Mankop- vanger te vergelijken met de hoorn van een telefoon waar men in spreekt terwijl ze bovendien nog behulpzaam is bij 't .bepalen van. welken kant 't geluid komt. Vele dieren kunnen de oorschelp bewegen bij 't luisteren: t is wat wo noemen 't spitsen der ooren. De mensch •heeft nog een paar kleine 'overblijfseltjes van die spieren, die bij sommige men- schon nog zoo goed ontwikkeld zijn, dat ze werkelijk dé oorschelp bewegen kun nen. Dit was dus iets over de normale wer king van 't oor. Laat ik nu nog iele over abnormale dingen vertellen mogen, in de eerste plaats dan over doofstomheid. Doof geboren kinderen, blijven in den regel stom ook, tenzij hun dan naluur- li ik in gestichten voor doofstommen les m 't spreken gegeven wordit. De patient ten moeten dan toezien, kijken hoe de leeinneesler z'n mond zet, als hij iets zeg gen wil, en dan probeeren 't na te doen. Ze spreken dus zonder dat ze iets hoo ren, en luisteren, niet omdat ze 't hoo ren, -maar omdat ze de beweging der lip pen zien. Kinderen, zullen die taal spre ken die ze in hun omgeving sproken hoo ren. En als ze geen taal hooren spreken, dan zwijgen ze zelf ook. Zoo wordt, van iemand uit de oudheid verliaald dat hij wilde "weten wat de oudste taal is, en daarom z'n zoen opsluiten liet, zonder oenig mensch er bij: als z'n zoon zoo oud was, dat hij zou gaan spreken, zou hij de oudste taal gaan spreken, naar 's man6 gedachten. Maar de zoon bleef etom en sprak in 't gehoel niet. 't Spreken lee- ren van kleine kinderen 'berust dus op de neiging tot nabootsing, die bij kinderen ook in ander opzicht zeer sterkuit komt. Maar laat mij oppassen, hoe interessant ik 't ook vind, niet af te dwalen naar de psychologie van 't kind. We kunnen soms ook gehoor gewaar wordingen voelen, zonder dat ons oor een geluidstrilling opvangt.; 't z.g.n. suizen van 't oor. Maar geven we nu eens een harde slag op 't oog waardoor de .gezichtszenuw wordt geprikkeld, dan zien we een vuurver- schijnsel. Bij erg sterke geluiden is 't aan te be velen. de uitwendige gehoorgang te slui ten, en de mond te openen or is een verbindingebuis tusschen oor en mond. Dit wordt dan ook vaak gedaan, als een kanon afgeschoten wordt. Verder zorge men er toch voor dat er geen voorwerpen in 't oor komen, die er dan moeilijk uit te verwijderen zijn, daar de gehoororganen bochten maken, die 't verwijderen natuurlijk bemoeilijken. Ook 't dragen van watjes tegen kiespijn kan. aanleiding zijn, dat er iels in de gehoor^ gang koimt en hardhoorigheid er 't ge volg van is- Vooral wanneer men niet zorgt 't watje van tijd tot tijd te verver- schen, en 't vergeet er uit te halen. Wan neer men iets in 't oor heeft dat er moei lijk uit gaat, roepe men den dokter, want bij zelf probeeren wordt, 't lichaam niet zelden dieper er in geschoven en is be schadiging van 't trommelvlies niet bui tengesloten. Ik zei, dat we met 't gehoororgaan te gelijk even iets zeggen zouden over 't evenwichtsorgaan. 't Evenwichtsorgaan is namelijk zeer nauw verbonden met het gehoororgaan, zoo nauw dat t' eigenlijk onderdeel van dat orgaan is en door sommigen zelfs wordt gehouden voor een orgaan, dat bepalingen toelaten zou fomtrenti do richting van 't geluid. Hoe 't zij, wordt bij een dier dit orgaan verstoord, dan ie het dier z'n evenwicht geheel kwijt. Een positieve uitspraak of 't nu gehoor- dan wel evenwichtsorgaan is, zullen we hier niet doen, daar de ge leerden 't. hier nog niet over eens zijn. Eén volgende maal zullen we iets hoo ren over de reuk en 't gevoel en dan onze besprekingen besluiten. De ridderlijke tijd der Middeleeuwen. Dr. J. H- Gunning J.Hz. schrijft in zijn jongsten „Zoemvsche Brief", opgenomen in „Pniö", p.m.: Uw verzuchting, waarde broeder, is be grijpelijk maar historisch zeer be twistbaar. Gij schrijft mij: „ach, waarom ben ik niet in den goeden ridderlijken tijd der Middeleeuwen geboren; daar zou ik mij zeker oneindig gelukkiger gevoeld hebben clan onder deze harkige Friesche boeren." Weet gij wat men met u gedaan zon hebben in dien „goeden" tijd? Men zou u als ketter hebben gearres teerd, gemarteld en ter dood veroordeeld, en waart gij aan uw gruwzaam lijden be zweken voor uw brandstapel gereed' was gemaakt, dan hadt gij het lot ge deeld van dien kettenschen Turlupin, die te Parijs in de gevangenis voor zijn vonnis gestorven was, en dien men veer tien dagen in een vat met kalk bebaar de, om hem dan te zamen met een levende ketterschè te kunnen verbranden. Gij zoudt, als wij toen ook een konin gin hadden gehad, wellicht een smid on der tiwe parochianen geteld hebben, die twee kettingen mocht maken, cén voor de waanzinnige dwergin, waarmede Hare Majesteit en haar hof zich vermaakte, en één voor den aap der vorstin. En zeker hadt gij toeschouwer kunnen zijn bij een der' tallooze terechtstellingen van dieven, moordenaren of heksen, wier ongeloiofe- lijke martelingen soms halve dagen duur den en die door een woedende menigte, die deze rampzaligen nog bespotte, even als door het hof en alle ridders met. wel lust werden gadegeslagen. Die ridders, welke gij zoo bewondert, waren afwisselend onmoozele kinderen en woeste barbaren, en, gelijk de beste ken ner dezer toestanden (J- Huizbiga) ge tuigt, uit wiens boek ik u doze bijzonder heden getrouwelijk mededeel, „overal steekt de leugen door de gaten van het ridderlijke staatsiekleed". Gij zoudt den „Roman de la Rose", destijds nog als een bijna heilig boek beschouwd, hebben kun nen lezen en het minneleven diep god vruchtige ridders van' nabij leeren ken nen, en dan zou u zelfs het ergste procés- v-orbaal van een Haagsch of Paiijsch ze- denschandaal onzer dagen nog stichtelijk zijn voorgekomen bij hetgeen men toen voor heel gewoon en onvermijdelijk hield; Gij dweept met de middeleeuwen. omdat gij ze niet kent. Omdat gij de echo one kathedralen van Frankrijk en Spanje bewondert en u een dichterlijk beeld a la Lamartin© van dien „siècle d'or", die „gouden eeuw" heeft gevormd, en de grénzenlooze ellende dier tijden voorbij zijn. Ik schrijf deze dingen volstrekt niet ter neer om uwe bezwaren weg te cijferen. Het leven van menigen dorps-pastor is erbarmelijk laag bij den grond, ook mede vanwege de onbenulligheid, onaandoen lijkheid en onchristel i ikb eid veler protes tantse!© „christenen". Doch verbeeldt n niet dat de roomecbe „christenen" der Middeleeuwen op booger peil stonden. Maar evenals er ook toen enkele hoog staande en waarlijk met God levende mannen en vrouwen verre boven de bree- de massa van diepgezonken Middel eeuwers uitstaken, (al vertoonden ook' zij natuurlijk in sommige" opzichten de dwaasheden en ziekelijkheden van hunnen tijd) is het ook thans mio-gelijk met. Gods hulp, ook „op Friesche kleigronden en te midden van Friesche betweterij" kinde ren Gods te rijn, levende uit de krachten van den Eeuwige en zingende de liederen der optochten." WEIKERSDORF. Mijn ingezonden stukje, ©vér het Wees huis te Weikersdorf in Opper-Oostenrijk heeft voel rijker vrucht godragen dan' ik mij had durven, voorstellen. Zeer velen waren blijkbaar begaan met-de arme kin deren, die-door de schuld van een paar onverlaten de kans op oen vnoolijk/ Keflst- feest verloren hadden. Ik heb veel meer ontvangen dan ik vroeg, en zeg alle ge vers en geefsters hartelijk dank voor hun gaven. Deze zijn reeds overgemaakt. Hieronder laat ik mijn verantwoording volgen; als c-r geen enkele aanduiding bij staat, is de gever mij volkomen onbe kend. Ik ontving dan Een gift van f25.— Twee van f 20. van. Mej. P. en Mevr. v- d. P-; Een van f 18.door Mej. B. van het personeel van het Ziekenhuis; Een van f 16.72, van do Loge „La Vertu"; Een-van f 12. van fam. v. K. te V-; Drie van f 10- waarvan een van. Mej. L. C. A. R. en een van het Leidsche Dames-Comité der Ned. Custaaf Adolf-Yereeniging door Mevr. S-; Twee van f 6.waarvan een van Mej. B. met. nog 3500 Kr. en een Pramienschein van 1000 G.. en een van de Dames van het Tehuis; Drie van f5.van H. M. S., fam. K. en M. Z.Een van f 2.70 van N.N,tien van f 2.50, waaronder van J. G. v. D., B. F. G., F. P., Wed. S. V., L- K-, T. M. te R. en 'n groentenboer; Vier van f 2.van N. N., Dames U., F. R. v. d. B.; Vijf van r 1.50 van fam. K., een werf man, V. T., N-N. in 30 stuivertjes en een zuster der gemeente (met bijschrift); Vijf tien van fl.van Mej. de N.s Mevr. H. W., J. P. H. te L., XYZ, geooll. O. K. van J. W„ M, K. van fam. E., P. K., Mej. J. D. A., Wed. K., Mej. S. en H., A. V-, Mevr. R.; Een van f 0.75 van N.N.; Zes van f0.50 van Cath., een juffrouw in de Hoogb K., fam. van B„ A. v. R. met nog M. 1133.60, en gecoll. OK. Alles samengeteld, geeft dit, behalve het Opstenrijksche en het .Duitsche geld een bedrag van f 230.67. Later ontving ik nog f2.— van de fam. S. Nogmaals hartelijk dank. H. M. VAN NES Leid3che Penkrassen. Amice. 't Kan verkeeren, zegt het spreekwoord, en dat is ook dezer dagen gebleken. Gedurende de begrootingsdebatten werd de hoer Pera, Wethouder van Pensoneel- aangelegenheden enz. van verschillende zijden aangevallen wegens zijn optreden als voorzitter van het georganiseerd, overleg. Hij liet, zoo werd betoo,gd, het overleg niet tot zijn recht komen, maar bepaalde zich er toe de daar geuite wen- 6chen aan het college van B. en W. over te brengen, waarom hij dan ook als de bo/cd'scbaplooper van B. en W. werd aan geduid. Deze week echter, werd dezelfde wet houder van een zijde, waarvan men dit allerminst verwacht zou hebben, nogal in de hoogte gestoken, omdat in ae laat ste vergadering van de Commiseie wer kelijk overlegd was, en ook inderdaad ■resultaat was bereikt. Mag men de berichten gelooven dan is .althans wat de pènsioenétortirig van het igiemeentépersoneol betreft, overeenstem ming verkregen en heeft de wethouder zich bereid verklaard de besluiten van de Commissie in het college van B. en W. en in den Raad te verdedigen. Daarom werd nu do wethouder gepre zen. Maar nu zou dk toch "Willen vragen: is dat omdat de wethouder een andere op vatting van zijn taak kreeg of komt het «omdat do vertegenwoordigers van het •personeel zich bewust zijn geworden dat imnne houding toch niet de juiste wa6? In den Raad werd onlangs door den heer v. Stralen betoogd, dat d© afge vaardigden der organisaties, zonder met de belangen van de gemeente rekening té houden, uitsluitend de belangen van het personeel verdedigden. Indien dat juist ie en ik twijfel niet of de heer v. Stralen zal wel goed ingelicht zijn geweest, dan is het geen wionder dat er van overleg geen sprake was en dat het nooit gelukte tot overeenstemming te komen. Maar dan moest men ook zoo verstandig zijn te er kennen dat het mislukken van de onder handelingen niet aan den wethouder kan en moét worden geweten, maar dat de vertogen woiordi g©rs van de organisaties •hier zelf schuldig slaan. Dat ze dit blijkens de laatste berichten zelf inzien en een andere houding gaan aannemen, kan niet anders dan toege juicht worden, daar naar de wethouder in den Raad meedeelde, het gevaar bestond dat het geheele instituut van het Overleg zou verdwijnen. En dat zou te betreuren zijn geweest. Wanneer er zijn die tegen de wijze waarop dit instituut hier en daar werkt, bezwaar maken, dan ban ik dat begrij pen. Maar dat neemt niet weg dat het •overleg toch te verkiezen is, boven den eirijd, zooals die ook op maatschappelijk •gebied nog maar al teveel gevonden wordt. Mét eenige verwondering heb ik gezien, ,dat omtrent den werktijd van hét personeel geen overeenstemming 'ion wor* den verkregen, omdat de org;;-u's alios be zwaar maken tegen den acht-i:rigen werk dag. Dat begrijp ik niet. Tegen den over ma tigen arbeidsduur heb ik altijd geijverd. Dat was meende ik, Christenplicht.' Ook oen arbeider behoort tijd te hebben om zich te wijden aan de belangen van zijn gezin en den arbeid voor Gods Konink rijk in den meest uitgebreiden zin. Er is op dat gebied gezondigd. Niet al tijd opzettelijk, maar (och wel in dien zin, dat men zich al tc gemakkelijk aan sloot aan de heerschonde gewoonten en dat hefc Christelijk beginsel'" ten opzichte van den arbeidsduur niet in toepassing werd gebracht. Ik herinner me, dat ik enkele jaren ge* leden een gesprek had met een groot-* werkgever. Hij kon zich met de Arbeids wet van Minister Aalberse niet vereeni gen. Die wet wa6 hem te algemeen en "hield te weinig rekening met de bijzonde re omstandigheden. Maar zoo verklaarde hij ik erken dat we een wet als deze toch eigenlijk verdiend hebben en dat we ons niet al t.a zeer moeten verwonderen dat de schaal nu naar de andere zijde overslaat. Nn zien we echter dat de werklieden zich aan dezelfde eenzijdigheid schuldig maken. Wie sociale handboeken van voor enkele-jaren raadpleegt, die ziet dat ©r geijverd werd voor den 10-urigen werk dag. Vorder durfde men niet gaan. De geschiedenis heeft, echter grooto sprongen gemaakt .en. we kwamen terecht niet bij den 10-urcndag maar bij de 45- urige werkweek. Nederland, zoo werd ge jubeld, staat aan de spits. Ah spoedig bleek echter, dat het daar aan de spits nu niet hé1-, meest gezellige punt is en dat het geraden moet worden geacht, een weinig naar de basis terug te trekken. Onder den indruk van de omstandighe den weid het wenschelijk geacht terug te gaan tot den 8-urigen werkdag en zoo wordt er nu over gedacht dezen werk tijd ook voor het gemeent.ep ere oneel in te voeren. En nu kan ik me alles begrijpen, ami-, ce, maar niet, dat daartegen bezwaar wordt gemaakt. Als ik dat zoo zie, dan denk ik onwil lekeurig aan wat de bovenaangehaalde patroon mij meedeelde en komt bij mij de vrees ep, dat er een tijd zal komen dat ook de werklieden zullen zeggen: de te- gciiwoordige regeling kan ons niet be vredigen, maar verdiend hebben we het toch wel. Iniusschen zijn, bij den Gemeenteraad reeds voorstellen aanhangig gemaakt om een klein gedeelte van de pensioen premies op het personeel te verhallen, wat voor de gemeentekas een bate heteekent van ongeveer f 90.000. Wordt deze rege ling straks -ook doorgevoerd voor de lee raren aan Gymnasium .H. B. S. en andere inrichtingen, dan wordt do toestand van onze gemeentelijke schatkist, die vooral ook in verband met de hóercehende werk loosheid ver van gunstig was. weer een weinig beter. Naar ik vernam zal bet Steuncomité voor de georganiseerde werkloozen op 1 Januari a.s. zijn arbeid aanvangen. Een der eerste gevolgen van de instelling van dit comité is, naar ikhoorde, dat sommi ge vakorganisaties een groot aantal le den hebben in te schrijven. Zooals ge weet ben ik een groot voor stander van vakorganisatie, maar als het eenige motief is, er beter van te worden' en iop een goedkoope manier een hoogere uitkeering te krijgon, dan kan ik de or ganisaties met zulk een uitbreiding van hét ledental toch niet gelukwenschen. En nu nog een enkele opmerking over een ander onderwerp. Ge hebt vermoede lijk wel gelezen een uit de Standaard overgenomen artikel in hel nummer van Woensdag over het etembnswerk De daar gegeven wenken waren in hoofdzaak bestemd voor de grocto 6teden maar ze zijn toch ook wel van beteekenis voor de kleinere steden en zelfs voor do dorpen. Een nieuw stelsel werd hierin n.er ont- wiMtold. Hier in Leiden wordt ongeveer dezelfde methode', gevolgd, en ik meen dat ook in sommige dorpen in don om- rek op de aan gegeven yi ize gewérkt w»o r<! i Toch kan het, geen kv/aad dat hierop nog eens. de aandacht is -gevestigd. Want al hebben we al een organisatie op pa pier, daarmee is de zaak niet in orde. Werken zónder organisatie heeft niet do minste beteekenis. Als er niet/ stelselma tig gearbeid wordt, kunnen we evengoed het work staken. Maar 'met, een organisa tie alleen zijn we ook niet klaar. Dat is bij de gehouden Kamerverkiezingen wel gebleken, toen de organisatie niet be hoorlijk functioneerde, omdat de noodigo werkers ontbraken. Ik vertrouw dat de in de Stand a o. r d gegeven wenk om spoedig een voorbera dende vergadering van de „bushoofden" te houden teneinde ze in de gelegenheid te stellen zich in de zaken in te werken, ook hier wel zal worden gevolgd, evenals in alle plaatsen van ons district waar dat nooddg is. Moge het daarbij dan aan vrcjwibigers niet ontbreken. Het work is, vooral in een plaats als Leiden ver van gemakke lijk, maar als ér genoeg werkers" zijn zoodat de arbeid behoorlijk kan worden verdeeld, dan is het toch ook weer niet. M te moeilijk. Laat ieder bij zichzelf eens afspreken dat het werk voor de Staten- en de Raadsverkiezing ditmaal eens niet op enkele schouders zal rusten, opdat wa> krijgen een breeds schare van mannen en vrouwen die straks met geestdrift aan werk gaat. 't Is noodig meer dan ooit. We 'hebben een groote kans, dat we straks een Statenzetel verspelen en dat ons aantal raadsleden daalt van 7 op 5- We staan er niet gunsti g voor. All eon als een ieder zijn plicht doet en een klein deel van bet werk voor zijne (hare) reke ning neemt, is er nog een kans dat onder den zegen G-ods de dreigende gevaren worden afgewend. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6