ONZE OPRUIMING
KINDERMANTELS, DAMESMANTELS
A. WAALS, Haarl.str. 114
Ingezonden.
Aan het einde der week.
Er ie ia de afgeloopen week op liet po
litiek scbouwtooneel weer heel wat af ge-,
epeeld.
De vergelijking met. een schouw to oneel
gaat wel niet geheel op, maar or is al
thans deze overeenkomst dat er veel on
wezenlijks is in de conferenties waarop
wij dag aan dag worden vergast.
•We worden getrokken van Lausanne
naar Londen en van Londen naar Parijs
en van Parijs naar Lausanne en ♦voral
zien we hoc men om de belangrijk© zaken
waarom het gaat, tracht heen te draaien.
Toch hebben de laatste conferenties
wel eenige beteekenis gehad.
Die te Londen 't was maar een
voor-conferentie die binnenkort te Brus
sel zal worden voortgezet was inzen
derheid gewijd aan het vraagstuk van de
Duitsche schadevergoeding.
Frankrijk roept, om geld en Duitsch-
'and beweert niet in staat te zijn te beta
len.
Maar daar is Frankrijk niet mee klaar.
Konden de Ministers die dé onderhandelin
gen meemaken zelfstandig oordeelen, dan
zon misschien nog een oplossing zijn te
vinden, maar achter- de ministers staat
•het Fransche volk dat eisebt het Duit
sche geld.
Nu zijn op de gehouden conferentie
Dudtsoho voorstellen inzake uitstel van
betaling niet aangenomen. Dat is één.
Maar een tweede punt is, dat aan
Frankrijk te verstaan is gegeven, dat En
geland van andere dwangmaatregelen te
gen Duitschland, als de bezetting van het
Roergebied niets wil weten.
En nu moeten we verder afwachten
wat straks te Brussel gebrouwen wordt.
Te Lausanne was het in hoofdzaak
een strijd niet tegen, maar o m den
Turk.
De Russen zagen de Turken gaarne
aan hunne zijde, maar de Europeesche
mogendheden willen niets liever dan dat
Turkije met hen een accooTd sluit.
Turkije ondervindt nn de weelde van
de macht.
Betrekkelijk kort geleden werd eenvou
dig -over en zonder de Turken gehandeld.
Wat de Europeesche mogendheden be
liefden to wijzen, hadden de Turken te
prijzen.
Maar nu zijn de rollen omgekeerd.
Turkije heeft laten zien dat het een
vijand is waarmee niet te spotten valt.
En dat heeft een groote omkeer ge
bracht in de gevoelens.
Tot nu toe heette het dat Turkije tot
den Volkenbond misschien mocht toe
treden, mits het zich die eer waardig
toonde.
Maar nu wordt met groote vTeugde be
groet de verklaring dat Turkije bereid is
na den vrede tot den Bond toe te treden.
Of de hekken ook verhangen zijn.
Sympathiek was deze week het optreden
van den Engelschen minister, toen het
ging over de rechten der minderheden
do Armeensche christenen enz. in Tur
kije.
Laten we hopen dat althans op dit stuk
recht wordt gedaan en dat ter wille van
de hooge politiek deze Christenen niet op
nieuw aan den haat van de Turken wor
den overgeleverd.
Het vorstlijk 'e Gravenhage genoot de
ze week de eer een internationaal Con
gres te mogen herbergen.
Het wereldcongres voor den vrede, ge
organiseerd door het I. V. V. kwam bij
een.
't Was een doorloopende demonstratie
van het feit, dat we toch nog zaa heel ver
van den wereldvrede verwijderd zijn.
De Socialisten en Communisten hebben
elkaar niet gespaard.
De Communistische gruwelen, met na
me in Rusland bedreven, werden scherp in
het licht gesteld.
Dat kan geen kwaad.
Maar we vergeten daarbij niet, dat
ook hier de toeleg van Mr. Troelstra
was,om een kleine minderheid oyer de
meerderheid te laten heerechen.
Dat ook hier de dictatuur van het pro
letariaat die evenals elke dictatuur
met geweld gepaard gaat werd aan
geprezen.
Niet ver van het wereld-vredescongres,
vergaderden onze Volksvertegenwoordi
gers.
Ook daar was het niét alles pays en
vreê.
De schoolwet kwam aan de orde, en als
ihiet over onderwijs gaat, dan is er altijd
strijd.
Minister de Visser heeft weer een har
den dobber, maar hij staat zijn man en
het zal hem dan ook wel gelukken zijn
ontwerp althans wat de hoofdzaak be
treft, ini behouden haven te brengen.
Tusschen de bedrijven door worden <!c
begroetingen behandeld.
Als men tenminste van „behandelen"
kan spreken.
Do Kamervoorzitter weet. geregeld en
kele leden tot 's nachts half twee vast te
houden en zoo wordt in den laten avond
de eone 6peech! na de andere in de leege
Kamer afgedraaid.
We vallen hierover den heer Kooien
niet hard.
Het is de eenige manier om dö al te
praatzuchtige leden te „temmen" en de
begrootingen tijdig gereed te krijgen.
ONS LICHAAM.
i xm.
Het gehoororgaan-
We stellen ons voor dat we een ge»
luidsgolf volgen, die b.v- afkomstig ie
yan *t luiden1 van eeni bel. De geluidsgolf
plant zich met ©en snelheid van 330 M.
ipOr seconde door do lucht voort en komt
bij *t oor aan, gaat daar in en doet 't
trommelvlies trillen. 't Trommelvlies
is '<b vlies dat zich in ons oor bevindt,
aan *t einde van het uitwendige 'gehoor
orgaan. De groote van dat verlies komt
overeen mot die van een halve cent. Ach
ter dat trommelvlies, en in contact daar
mee, zit een beentje, dat veel op een ha
mer lijkt, en daarom ook „do hamer44
hoot. Dit beentje noemt do beweging van
H trommelvhes over, brengt 't over op 1
biedt U in alle genres bijzondere aanbiedingen in:
in SEAL PLUCHE, ENGELSCHE STOFFEN en VELOUR DE LAiNE
hebben wij buitengewone koopjes. ]2192
oen ander beentje, T z-g. „aambeeld" en
dit weer op den „stijgbeugel". (Ook deze
twee beentjes heeten naar de voorwerpen
waar ze in vorm op lijken.) Do stijgbeu
gel is verbonden mot een iets verder ge
legen vlies, 't z.g.n. „ovale venster". We
zijn dus nu zoo ver dat de trillingen, die
de bel uitzond, gekomen zijn op 't ovale
venster en daarmee diep in 't gehooror
gaan. Achter 't ovale venster bevindt
zich een vloeistof, die weer de trilling
overbrengt op een ander vlies en dan,
na nog een kleinen weg afgelegd te héb*
ben komt de geluidsgolf, na door ver
schillende inrichtingen overgenomen, ver
sterkt en ook wel verzwakt te zijn, bij
de gehoorzenuw aan, waarna ook hier 't
groote geheim plaats 'heeft: de overbren
ging van 't stoffelijke op 't geestelijke; 't
zelfde wat we ook bij 't zien al opmerk
ten.
't Inwendige gehoororgaan ligt dus
diep in de schedelbeenderen, n.l. in 't
elaapbeen. Dat heeft nog 'n bijzonder ge
volg. Wie b-v. een [horloge neemt, z'n
o oren dicht houdt, maar 't. horloge op z'n
voorhoofd legt. zal 't duidelijk hooren
tikken. De geluidbrillingen kunnen dus
niet door de lucht zich voortplanten en
zoo den gewonen weg volgen, want de
o oren zijn {licht. Ze planten zich dan
voort door 't been en we hooren 't -hor
loge tikken'. Een, een beetje gewijzigde
proef, maar op 't zelfde principe berus.j
tend: men neemt een stemvork tusschen
de tanden, terwijl de oogen gesloten zijn,
de blank van den stemvork wordt dan
toch waargenomen.
We hebben nog niet. gesproken over
een aan den buitenkant van t oor zich be
vindend orgaan, de geh oorschelp, die
toch bij 't gehoororgaan hoort. Wel kan
■men ook 'hooren zonder oorschelp, maar
tooh niét zoo goed: ze dient als Mankop-
vanger te vergelijken met de hoorn
van een telefoon waar men in spreekt
terwijl ze bovendien nog behulpzaam is
bij 't .bepalen van. welken kant 't geluid
komt. Vele dieren kunnen de oorschelp
bewegen bij 't luisteren: t is wat wo
noemen 't spitsen der ooren. De mensch
•heeft nog een paar kleine 'overblijfseltjes
van die spieren, die bij sommige men-
schon nog zoo goed ontwikkeld zijn, dat
ze werkelijk dé oorschelp bewegen kun
nen.
Dit was dus iets over de normale wer
king van 't oor. Laat ik nu nog iele over
abnormale dingen vertellen mogen, in de
eerste plaats dan over doofstomheid.
Doof geboren kinderen, blijven in den
regel stom ook, tenzij hun dan naluur-
li ik in gestichten voor doofstommen les
m 't spreken gegeven wordit. De patient
ten moeten dan toezien, kijken hoe de
leeinneesler z'n mond zet, als hij iets zeg
gen wil, en dan probeeren 't na te doen.
Ze spreken dus zonder dat ze iets hoo
ren, en luisteren, niet omdat ze 't hoo
ren, -maar omdat ze de beweging der lip
pen zien. Kinderen, zullen die taal spre
ken die ze in hun omgeving sproken hoo
ren. En als ze geen taal hooren spreken,
dan zwijgen ze zelf ook. Zoo wordt, van
iemand uit de oudheid verliaald dat hij
wilde "weten wat de oudste taal is, en
daarom z'n zoen opsluiten liet, zonder
oenig mensch er bij: als z'n zoon zoo oud
was, dat hij zou gaan spreken, zou hij de
oudste taal gaan spreken, naar 's man6
gedachten. Maar de zoon bleef etom
en sprak in 't gehoel niet. 't Spreken lee-
ren van kleine kinderen 'berust dus op de
neiging tot nabootsing, die bij kinderen
ook in ander opzicht zeer sterkuit komt.
Maar laat mij oppassen, hoe interessant
ik 't ook vind, niet af te dwalen naar de
psychologie van 't kind.
We kunnen soms ook gehoor gewaar
wordingen voelen, zonder dat ons oor een
geluidstrilling opvangt.; 't z.g.n. suizen
van 't oor.
Maar geven we nu eens een harde slag
op 't oog waardoor de .gezichtszenuw wordt
geprikkeld, dan zien we een vuurver-
schijnsel.
Bij erg sterke geluiden is 't aan te be
velen. de uitwendige gehoorgang te slui
ten, en de mond te openen or is een
verbindingebuis tusschen oor en mond.
Dit wordt dan ook vaak gedaan, als een
kanon afgeschoten wordt.
Verder zorge men er toch voor dat er
geen voorwerpen in 't oor komen, die er
dan moeilijk uit te verwijderen zijn, daar
de gehoororganen bochten maken, die 't
verwijderen natuurlijk bemoeilijken. Ook
't dragen van watjes tegen kiespijn kan.
aanleiding zijn, dat er iels in de gehoor^
gang koimt en hardhoorigheid er 't ge
volg van is- Vooral wanneer men niet
zorgt 't watje van tijd tot tijd te verver-
schen, en 't vergeet er uit te halen. Wan
neer men iets in 't oor heeft dat er moei
lijk uit gaat, roepe men den dokter, want
bij zelf probeeren wordt, 't lichaam niet
zelden dieper er in geschoven en is be
schadiging van 't trommelvlies niet bui
tengesloten.
Ik zei, dat we met 't gehoororgaan te
gelijk even iets zeggen zouden over 't
evenwichtsorgaan. 't Evenwichtsorgaan
is namelijk zeer nauw verbonden met het
gehoororgaan, zoo nauw dat t' eigenlijk
onderdeel van dat orgaan is en door
sommigen zelfs wordt gehouden voor
een orgaan, dat bepalingen toelaten
zou fomtrenti do richting van 't geluid.
Hoe 't zij, wordt bij een dier dit orgaan
verstoord, dan ie het dier z'n evenwicht
geheel kwijt. Een positieve uitspraak of
't nu gehoor- dan wel evenwichtsorgaan
is, zullen we hier niet doen, daar de ge
leerden 't. hier nog niet over eens zijn.
Eén volgende maal zullen we iets hoo
ren over de reuk en 't gevoel en dan
onze besprekingen besluiten.
De ridderlijke tijd der Middeleeuwen.
Dr. J. H- Gunning J.Hz. schrijft in zijn
jongsten „Zoemvsche Brief", opgenomen
in „Pniö", p.m.:
Uw verzuchting, waarde broeder, is be
grijpelijk maar historisch zeer be
twistbaar. Gij schrijft mij: „ach, waarom
ben ik niet in den goeden ridderlijken
tijd der Middeleeuwen geboren; daar zou
ik mij zeker oneindig gelukkiger gevoeld
hebben clan onder deze harkige Friesche
boeren."
Weet gij wat men met u gedaan zon
hebben in dien „goeden" tijd?
Men zou u als ketter hebben gearres
teerd, gemarteld en ter dood veroordeeld,
en waart gij aan uw gruwzaam lijden be
zweken voor uw brandstapel gereed'
was gemaakt, dan hadt gij het lot ge
deeld van dien kettenschen Turlupin, die
te Parijs in de gevangenis voor zijn
vonnis gestorven was, en dien men veer
tien dagen in een vat met kalk bebaar
de, om hem dan te zamen met een levende
ketterschè te kunnen verbranden.
Gij zoudt, als wij toen ook een konin
gin hadden gehad, wellicht een smid on
der tiwe parochianen geteld hebben, die
twee kettingen mocht maken, cén voor de
waanzinnige dwergin, waarmede Hare
Majesteit en haar hof zich vermaakte,
en één voor den aap der vorstin. En zeker
hadt gij toeschouwer kunnen zijn bij een
der' tallooze terechtstellingen van dieven,
moordenaren of heksen, wier ongeloiofe-
lijke martelingen soms halve dagen duur
den en die door een woedende menigte,
die deze rampzaligen nog bespotte, even
als door het hof en alle ridders met. wel
lust werden gadegeslagen.
Die ridders, welke gij zoo bewondert,
waren afwisselend onmoozele kinderen en
woeste barbaren, en, gelijk de beste ken
ner dezer toestanden (J- Huizbiga) ge
tuigt, uit wiens boek ik u doze bijzonder
heden getrouwelijk mededeel, „overal
steekt de leugen door de gaten van het
ridderlijke staatsiekleed". Gij zoudt den
„Roman de la Rose", destijds nog als een
bijna heilig boek beschouwd, hebben kun
nen lezen en het minneleven diep god
vruchtige ridders van' nabij leeren ken
nen, en dan zou u zelfs het ergste procés-
v-orbaal van een Haagsch of Paiijsch ze-
denschandaal onzer dagen nog stichtelijk
zijn voorgekomen bij hetgeen men toen
voor heel gewoon en onvermijdelijk hield;
Gij dweept met de middeleeuwen.
omdat gij ze niet kent. Omdat gij de
echo one kathedralen van Frankrijk en
Spanje bewondert en u een dichterlijk
beeld a la Lamartin© van dien „siècle
d'or", die „gouden eeuw" heeft gevormd,
en de grénzenlooze ellende dier tijden
voorbij zijn.
Ik schrijf deze dingen volstrekt niet
ter neer om uwe bezwaren weg te cijferen.
Het leven van menigen dorps-pastor is
erbarmelijk laag bij den grond, ook mede
vanwege de onbenulligheid, onaandoen
lijkheid en onchristel i ikb eid veler protes
tantse!© „christenen". Doch verbeeldt n
niet dat de roomecbe „christenen" der
Middeleeuwen op booger peil stonden.
Maar evenals er ook toen enkele hoog
staande en waarlijk met God levende
mannen en vrouwen verre boven de bree-
de massa van diepgezonken Middel
eeuwers uitstaken, (al vertoonden ook' zij
natuurlijk in sommige" opzichten de
dwaasheden en ziekelijkheden van hunnen
tijd) is het ook thans mio-gelijk met. Gods
hulp, ook „op Friesche kleigronden en
te midden van Friesche betweterij" kinde
ren Gods te rijn, levende uit de krachten
van den Eeuwige en zingende de liederen
der optochten."
WEIKERSDORF.
Mijn ingezonden stukje, ©vér het Wees
huis te Weikersdorf in Opper-Oostenrijk
heeft voel rijker vrucht godragen dan' ik
mij had durven, voorstellen. Zeer velen
waren blijkbaar begaan met-de arme kin
deren, die-door de schuld van een paar
onverlaten de kans op oen vnoolijk/ Keflst-
feest verloren hadden. Ik heb veel meer
ontvangen dan ik vroeg, en zeg alle ge
vers en geefsters hartelijk dank voor hun
gaven. Deze zijn reeds overgemaakt.
Hieronder laat ik mijn verantwoording
volgen; als c-r geen enkele aanduiding bij
staat, is de gever mij volkomen onbe
kend.
Ik ontving dan
Een gift van f25.— Twee van f 20.
van. Mej. P. en Mevr. v- d. P-; Een van
f 18.door Mej. B. van het personeel
van het Ziekenhuis; Een van f 16.72,
van do Loge „La Vertu"; Een-van f 12.
van fam. v. K. te V-; Drie van f 10-
waarvan een van. Mej. L. C. A. R. en een
van het Leidsche Dames-Comité der Ned.
Custaaf Adolf-Yereeniging door Mevr. S-;
Twee van f 6.waarvan een van Mej.
B. met. nog 3500 Kr. en een Pramienschein
van 1000 G.. en een van de Dames van
het Tehuis; Drie van f5.van H. M. S.,
fam. K. en M. Z.Een van f 2.70 van
N.N,tien van f 2.50, waaronder van J.
G. v. D., B. F. G., F. P., Wed. S. V., L- K-,
T. M. te R. en 'n groentenboer; Vier van
f 2.van N. N., Dames U., F. R. v. d.
B.; Vijf van r 1.50 van fam. K., een werf
man, V. T., N-N. in 30 stuivertjes en een
zuster der gemeente (met bijschrift); Vijf
tien van fl.van Mej. de N.s Mevr. H.
W., J. P. H. te L., XYZ, geooll. O. K. van
J. W„ M, K. van fam. E., P. K., Mej.
J. D. A., Wed. K., Mej. S. en H., A. V-,
Mevr. R.; Een van f 0.75 van N.N.; Zes
van f0.50 van Cath., een juffrouw in
de Hoogb K., fam. van B„ A. v. R. met
nog M. 1133.60, en gecoll. OK.
Alles samengeteld, geeft dit, behalve het
Opstenrijksche en het .Duitsche geld een
bedrag van f 230.67.
Later ontving ik nog f2.— van de
fam. S.
Nogmaals hartelijk dank.
H. M. VAN NES
Leid3che Penkrassen.
Amice.
't Kan verkeeren, zegt het spreekwoord,
en dat is ook dezer dagen gebleken.
Gedurende de begrootingsdebatten werd
de hoer Pera, Wethouder van Pensoneel-
aangelegenheden enz. van verschillende
zijden aangevallen wegens zijn optreden
als voorzitter van het georganiseerd,
overleg. Hij liet, zoo werd betoo,gd, het
overleg niet tot zijn recht komen, maar
bepaalde zich er toe de daar geuite wen-
6chen aan het college van B. en W. over
te brengen, waarom hij dan ook als de
bo/cd'scbaplooper van B. en W. werd aan
geduid.
Deze week echter, werd dezelfde wet
houder van een zijde, waarvan men dit
allerminst verwacht zou hebben, nogal
in de hoogte gestoken, omdat in ae laat
ste vergadering van de Commiseie wer
kelijk overlegd was, en ook inderdaad
■resultaat was bereikt.
Mag men de berichten gelooven dan is
.althans wat de pènsioenétortirig van het
igiemeentépersoneol betreft, overeenstem
ming verkregen en heeft de wethouder
zich bereid verklaard de besluiten van de
Commissie in het college van B. en W.
en in den Raad te verdedigen.
Daarom werd nu do wethouder gepre
zen. Maar nu zou dk toch "Willen vragen:
is dat omdat de wethouder een andere op
vatting van zijn taak kreeg of komt het
«omdat do vertegenwoordigers van het
•personeel zich bewust zijn geworden dat
imnne houding toch niet de juiste wa6?
In den Raad werd onlangs door den
heer v. Stralen betoogd, dat d© afge
vaardigden der organisaties, zonder met
de belangen van de gemeente rekening té
houden, uitsluitend de belangen van het
personeel verdedigden. Indien dat juist ie
en ik twijfel niet of de heer v. Stralen
zal wel goed ingelicht zijn geweest, dan
is het geen wionder dat er van overleg
geen sprake was en dat het nooit gelukte
tot overeenstemming te komen. Maar dan
moest men ook zoo verstandig zijn te er
kennen dat het mislukken van de onder
handelingen niet aan den wethouder kan
en moét worden geweten, maar dat de
vertogen woiordi g©rs van de organisaties
•hier zelf schuldig slaan.
Dat ze dit blijkens de laatste berichten
zelf inzien en een andere houding gaan
aannemen, kan niet anders dan toege
juicht worden, daar naar de wethouder in
den Raad meedeelde, het gevaar bestond
dat het geheele instituut van het Overleg
zou verdwijnen. En dat zou te betreuren
zijn geweest.
Wanneer er zijn die tegen de wijze
waarop dit instituut hier en daar werkt,
bezwaar maken, dan ban ik dat begrij
pen. Maar dat neemt niet weg dat het
•overleg toch te verkiezen is, boven den
eirijd, zooals die ook op maatschappelijk
•gebied nog maar al teveel gevonden
wordt.
Mét eenige verwondering heb ik gezien,
,dat omtrent den werktijd van hét
personeel geen overeenstemming 'ion wor*
den verkregen, omdat de org;;-u's alios be
zwaar maken tegen den acht-i:rigen werk
dag.
Dat begrijp ik niet. Tegen den over ma
tigen arbeidsduur heb ik altijd geijverd.
Dat was meende ik, Christenplicht.' Ook
oen arbeider behoort tijd te hebben om
zich te wijden aan de belangen van zijn
gezin en den arbeid voor Gods Konink
rijk in den meest uitgebreiden zin.
Er is op dat gebied gezondigd. Niet al
tijd opzettelijk, maar (och wel in dien
zin, dat men zich al tc gemakkelijk aan
sloot aan de heerschonde gewoonten en
dat hefc Christelijk beginsel'" ten opzichte
van den arbeidsduur niet in toepassing
werd gebracht.
Ik herinner me, dat ik enkele jaren ge*
leden een gesprek had met een groot-*
werkgever. Hij kon zich met de Arbeids
wet van Minister Aalberse niet vereeni
gen. Die wet wa6 hem te algemeen en
"hield te weinig rekening met de bijzonde
re omstandigheden.
Maar zoo verklaarde hij ik erken
dat we een wet als deze toch eigenlijk
verdiend hebben en dat we ons niet al t.a
zeer moeten verwonderen dat de schaal
nu naar de andere zijde overslaat.
Nn zien we echter dat de werklieden
zich aan dezelfde eenzijdigheid schuldig
maken. Wie sociale handboeken van voor
enkele-jaren raadpleegt, die ziet dat ©r
geijverd werd voor den 10-urigen werk
dag. Vorder durfde men niet gaan.
De geschiedenis heeft, echter grooto
sprongen gemaakt .en. we kwamen terecht
niet bij den 10-urcndag maar bij de 45-
urige werkweek. Nederland, zoo werd ge
jubeld, staat aan de spits. Ah spoedig
bleek echter, dat het daar aan de spits
nu niet hé1-, meest gezellige punt is en
dat het geraden moet worden geacht, een
weinig naar de basis terug te trekken.
Onder den indruk van de omstandighe
den weid het wenschelijk geacht terug
te gaan tot den 8-urigen werkdag en zoo
wordt er nu over gedacht dezen werk
tijd ook voor het gemeent.ep ere oneel in te
voeren.
En nu kan ik me alles begrijpen, ami-,
ce, maar niet, dat daartegen bezwaar
wordt gemaakt.
Als ik dat zoo zie, dan denk ik onwil
lekeurig aan wat de bovenaangehaalde
patroon mij meedeelde en komt bij mij
de vrees ep, dat er een tijd zal komen dat
ook de werklieden zullen zeggen: de te-
gciiwoordige regeling kan ons niet be
vredigen, maar verdiend hebben we het
toch wel.
Iniusschen zijn, bij den Gemeenteraad
reeds voorstellen aanhangig gemaakt
om een klein gedeelte van de pensioen
premies op het personeel te verhallen, wat
voor de gemeentekas een bate heteekent
van ongeveer f 90.000. Wordt deze rege
ling straks -ook doorgevoerd voor de lee
raren aan Gymnasium .H. B. S. en andere
inrichtingen, dan wordt do toestand van
onze gemeentelijke schatkist, die vooral
ook in verband met de hóercehende werk
loosheid ver van gunstig was. weer een
weinig beter.
Naar ik vernam zal bet Steuncomité
voor de georganiseerde werkloozen op 1
Januari a.s. zijn arbeid aanvangen. Een
der eerste gevolgen van de instelling van
dit comité is, naar ikhoorde, dat sommi
ge vakorganisaties een groot aantal le
den hebben in te schrijven.
Zooals ge weet ben ik een groot voor
stander van vakorganisatie, maar als het
eenige motief is, er beter van te worden'
en iop een goedkoope manier een hoogere
uitkeering te krijgon, dan kan ik de or
ganisaties met zulk een uitbreiding van
hét ledental toch niet gelukwenschen.
En nu nog een enkele opmerking over
een ander onderwerp. Ge hebt vermoede
lijk wel gelezen een uit de Standaard
overgenomen artikel in hel nummer van
Woensdag over het etembnswerk
De daar gegeven wenken waren in
hoofdzaak bestemd voor de grocto 6teden
maar ze zijn toch ook wel van beteekenis
voor de kleinere steden en zelfs voor do
dorpen.
Een nieuw stelsel werd hierin n.er ont-
wiMtold. Hier in Leiden wordt ongeveer
dezelfde methode', gevolgd, en ik meen dat
ook in sommige dorpen in don om- rek op
de aan gegeven yi ize gewérkt w»o r<! i
Toch kan het, geen kv/aad dat hierop
nog eens. de aandacht is -gevestigd. Want
al hebben we al een organisatie op pa
pier, daarmee is de zaak niet in orde.
Werken zónder organisatie heeft niet do
minste beteekenis. Als er niet/ stelselma
tig gearbeid wordt, kunnen we evengoed
het work staken. Maar 'met, een organisa
tie alleen zijn we ook niet klaar. Dat is
bij de gehouden Kamerverkiezingen wel
gebleken, toen de organisatie niet be
hoorlijk functioneerde, omdat de noodigo
werkers ontbraken.
Ik vertrouw dat de in de Stand a o. r d
gegeven wenk om spoedig een voorbera
dende vergadering van de „bushoofden"
te houden teneinde ze in de gelegenheid
te stellen zich in de zaken in te werken,
ook hier wel zal worden gevolgd, evenals
in alle plaatsen van ons district waar dat
nooddg is.
Moge het daarbij dan aan vrcjwibigers
niet ontbreken. Het work is, vooral in
een plaats als Leiden ver van gemakke
lijk, maar als ér genoeg werkers" zijn
zoodat de arbeid behoorlijk kan worden
verdeeld, dan is het toch ook weer niet. M
te moeilijk.
Laat ieder bij zichzelf eens afspreken
dat het werk voor de Staten- en de
Raadsverkiezing ditmaal eens niet op
enkele schouders zal rusten, opdat wa>
krijgen een breeds schare van mannen en
vrouwen die straks met geestdrift aan
werk gaat.
't Is noodig meer dan ooit.
We 'hebben een groote kans, dat we
straks een Statenzetel verspelen en dat
ons aantal raadsleden daalt van 7 op 5-
We staan er niet gunsti g voor. All eon als
een ieder zijn plicht doet en een klein
deel van bet werk voor zijne (hare) reke
ning neemt, is er nog een kans dat onder
den zegen G-ods de dreigende gevaren
worden afgewend. VERITAS.