iffiLÉsÉCiiaiil Tweede Blad Dinsdag 5 December 1922 BINNENLAND. Een Landbouwarbcidswet, De Ho o go Raad van Arbeid heeft in zijn 2 Dec- i.l. gehouden vergadering zijn advies vastgesteld over het voorontwerp van eon Landbonwarbeidswet. Do commissie voor den Landbouw uit den Raad had eenigen barer leden opge dragen in enkele plaatsen van ons land eon 'onderzoek in te stellen, waaruit zou moeten blijken, of in den landbouw, met betrekking tot den arbeidsduur, do nacht rust en den Zondagsarbeid van volwas- een mannen, sporadisch dan.wel op uitge breide schaal misstanden bestaan. De door deze leden bijeengebrachte gegevens zijn als bijlagen bij het advies Yan den Raad geveegd. Op grond van die gegevens kwam de commissie voor den landbouw tot de vol gende conclusie: Misstanden ten aanzien van den arbeidsduur, de nachtrust en de Zondagsrust ookvoor volwassen mannelijke arbeiders, komen in enkele streken meer dan sporadisch voor, zij het ook, dat in het grootste gedeelte van het land do toestand bevredigend is. Dit laatste wijst op de mogelijkheid ook in do streken en ondernemingen met mis standen verbetering te verkrijgen. De waardeering der misstanden liep bij de verschillende loden uiteen; dientenge volge heerschte ook geen eenstemmigheid ever de vraag, of en over de wijze waar op de wetgever zal hébben in te grijpen. Verscheidene leden, waaronder er ook waren, die groote waarde aan de Zon dagsrust hechten, hadden uit bet onder zoek de overtuiging, dat het voor do melkknechten niet mogelijk is Zondagsrust, bij toerbeurt voor te schrij ven, zonder het noodzakelijk te maken, dat een deel van de melkknechten den gé- heelen Zondag werkt. Aan de hand van een door zijn commissie voor den land bouw uitgebracht prae-advios, heeft de Raad vervolgens de vraag besproken of, mede in verband met de gehouden enquê te, in de huidige omstandigheden een al gemeen wettelijke regeling en bescherming van den landbouwarbeid, als is nergelegd in bet aanhangige voorontwerp, wensohe- lijk moet worden geacht. Tegen wettelijke voorschriften betref fende de gezondheid en veilig heid van arbeidene, werkzaam in den landbouw had geen van de leden bezwaar. Eenige leden hebben echter betoogd, waarom zij, op grond van de door de en quête bijeengebrachte gegevens, ten aan zien van den arbeidsduur in den landbouw een algemeen© wettelijke rege ling voor volwassenen niet noodzakelijk achten en waarom zij die slechts wen- sch-en voor kinderen. Velschillende leden hébben uiteengezet, dat een dergelijke regeling van den ar beidsduur zich naar hun meening boven dien beboert uit te strékken tot vrou wen, maar niet tot volwassen mannen. Daartegenover hébben andere leden van den raad de motieven ontwikkeld, op grond waarvan zij ook in de huidige om standigheden een algemeene wettelijke regeling en bescherming van den land- bouwarbeid, in den geest van het voor ontwerp voer alle arbeiders, ook ten aanzien van den arbeidsduur wél nood zakelijk achten. Ten slotte word in den Raad een groo te meerderheid gevonden, bestaande voor een deel uit leden, die in beginsel tegen een zoo algemeene wettelijke regeling ge kant waren, voer ©en ander deel uit le den, die J met de voorgestelde regeling accoord gingen, die in overweging gaven het in het tweede lid van art. 22 van het veor-o<ntworp neergelegde beginsel, dat. in colectief overleg onder de noo dig© waarborgen getroffen regelingen de voorkeur verdienen boven algemeen© wet telijke voorschriften, in de wet voorop te plaatsen en daaraan de bepaling te ver* binden, dat in die wet te geven voor schriften met bel rekking tot den arbeids duur, de nachtrust en de Zondagsrust van volwassen mannen slechts in werking zullen treden ter plaatse waar gebleken is, dat op dit gebied misstainden bestaan on waar de organisaties van belangheb benden er binnen ©en bepaalden tijd niet in geslaagd zijn die misstanden in onder ling overleg uit den weg te ruimen. Het advies van den Raad zal binnen kort worden gepubliceerd, en bij de Landsdrukkerij verkrijgbaar worden gty stold- KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Aangenomen. Naar V eendamD. Bakker te Akersloot. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Zuid-BeijerlandDr. D. J. van Katwijk te Zwammerdam; te Ten Post: M. Stadig te Ezinge. Aangenomen. Naar ThesingeC. van Mourik to Kooten. Bedankt. Voor SckamegoutumJ. v. Ilerksen te T wij zei; voor Ten Boer: C. J. Bos te Zuidwolde; voor Lioessens: J. van Henten te Oldekerk. y-, CHR. GEREF. KERK. Tweetal. Te Hillegom: D. Drïessen te 's-Gravenzande en J. A. Riekel te Zaan dam; le Vlissingen: P. de Groot te Rotter dam en P. de Smit te Oud-Beijerland. Naar de Bazuin meldt, zal de Gerof. 'Kerk van Ylaardingen voor de 3de predi k'ftntsplaats (vacature-Da. W. Siedera) voor loopig geen beroep uitbrengen. Ds, J. Breukelaar. Op 17 December a.s. zal het '40 jaar ge leden zijn, dat Ds. J. Breukelaar, om.pred. der Géref. Kerk van Utrecht, de bediening des Woords aanvaardde. Er is te Utrecht een Comité gevormd, om den a.s. jubilaris een blijk van sympathie te geven. Ds. Breukelaar trad te Arum in hot ambt stond voorts te Leens, te Nijmegen, te Bo degraven en sinds 2 September 19Ö6 te Utrecht, waar hij op 1 Jan. 1921 eervol emeritaat verkreeg om gezondheidsredenon Dr. P. G. Datema. Het door ons uit het „Rott. Nbl." over genomen bericht, als zou Dr. P. G. Datema Ned. Herv. pred. te Delfshavon, zijn wensoh te kennen gegeven hebben om zijn emeritaat aan te vragen, is absoluut on waar. Dr. Datema denkt er nog niet aan, zijn arbeid neer te leggen, maar hoopt nog ijverig voort te arbeiden. Ds. G. F. Kerkhof. De „Zeeuwsche Kerkb." meldt, dat do toestand van Ds. G. F. Kerkhof, Geref. pred. to Souburg, zorgelijk blijft. Aanbieding portret en bibliotheek van wijlen prof. dr. Bavinck. Gistermiddag heeft in de Senaatszaal van de Vrije Universiteit te Amsterdam in tegenwoordigheid van verschillende cu ratoren, directeuren, hoogleeraren en stu denten van die universiteit de aanbieding plaats gehad van het portret en van een deel der bibliotheek van wijlen prof. dr. II. Bavinck, in leven hoogleeraar van die universiteit. Prof. F. W. Grosheide, voorzitter van het Bavinck-comité, dat zich kort na het overlijden van prof. Bavinck gevormd heeft met het doel, de nagedachtenis van den hoogleeraar te eeren door de stichting van een blijvend aandenken aan diens le ven en arbeid, hield bij de aanbieding een rede, waarin hij den directeur der Vor- eeniging voor Hooger Onderwijs dankte voor de gelegenheid, het comité geboden om deze daad van piëteit te verrichten. Het is wel geen aandenken „zoo duurzaam als metaal", dat het comité wil stichten, doch het heeft willen handelen in den geest van' den ontslapene, die zich in zijn leven zooveel mogelijk aan elke huldiging van zijn persoon en werk heeft onttrokken. Spr. bood allereerst aan het door den schilder L. Goudman in olieverf geschilder de^ portret van den ontslapen hoogleeraar, dat een plaats zal krijgen in de Senaats zaal der Vrije Universiteit, en droeg ver volgens aan de directeuren der Vereeni- ging voor Hooger Onderwijs op Gerefor meerden grondslag over de philosopliische en psychologische werken uit de biblio theek van wijlen prof Bavinck, onder voor waarde, dat deze verzameling, welke haar weerga in Nederland bijna niet vindt, zal vormen eeij gesloten deel der biblotheek van de Vrije Universiteit en niet over an dere gedeelten dier universiteit zal worden verspreid. Voorts vroeg spr. nog aan de directeuren, de gelegenheid te scheppen, dat ook personen, buiten den kring der universiteit van deze verzameling gebruik zullen kunnen maken. Do heer J. H. de Waal Malefijt, oud-mi nister van koloniën, lid van de Eerste Ka mer, voorzitter van het college van direc teuren der Vereeniging voor Hooger On derwijs op Gereformeerden grondslag, aan vaardde onder dankzegging aan het Ba vinck-comité het portret en de boekwer ken. Het portret zal opgehangen worden in de Senaatszaal der Universiteit, en het spijt het college van directeuren, dat het met de portretten der overleden hoogleera ren Kuyper en Rutgers niet in een waardi ger omgeving kan worden geplaatst. De boekwerken zullen in de bibliotheek der Universiteit geplaatst worden en di recteuren zullen, in overleg met den bibli othecaris, dr. Joh. C. Breen, aan het ver zoek van het Bavinck-comité, inzake de mogelijkheid van het gebruik der boekeu door personen buiten den kring der Uni versiteit, voldoen. De president van het college van cura toren derVrije Universiteit, dr. B. v. Schelven, dankte het Bavinck-comité voor deze daad van piëteit. Namens den aca- demischen senaat gaf prof. dr. R. H. Wol- tjer de verzekering, dat do Senaat gaarne voor het portret een plaats in de Senaats zaal zal inruimen. De bibliothecaris der Vrije Universiteit, dr. Joh. C. Breen, sprak tenslotte zijn blijdschap uit over de zoo belangrijke vermeerdering van de biblio theek der Vrije Universiteit. GEMEENTERAAD LEIDEN. (Vervolg). De heer Eordmans bespreekt het wenschelijko van een andere inrichting van de begrooting. Spreker meent dat de te genwoordige practijk niet goed is voor do bezuiniging en ook niet voor de gemeente. Wanneer men onder den oogenblikkelijken indruk tot bepaalde uitgaven besluit i3 er gevaar, dat het geheele beleid uit het oog wordt verloren. Daarom is er geen reden voor den heer v. Eek zich teleurgesteld te gevoelen, daar hier de gewoonte bestaat, allerlei dingen bij suppletoire begrooting aan te vragen, wat spreker in strijd acht met art. 205 der Gemeentewet. Men kan nu niet het geheel overzien. Spreker wijst er dan op, dat B. en W. verschillende plannen hebben, waarvan ech ter op de begrooting niets blijkt, bijv. nieuwe rioleeringsplannen. Men rekent blijkens de ingekomen stukken al op den eersten termijn van een crediet dat nog niet is toegestaan. Het gevolg is, dat allerlei dingen inci denteel aan de orde komen. Spreker hecht er aan dat van dit stelsel wordt afgeweken. Vervolgens komt spreker tot de belas- t i n g e n. B. en W. schijnen te meenen dat de Raad overtuigd is van hnn streven tot bezuiniging, welke overtuiging gegrond moet zijn op verschillende overwegingen "v an'' B. en W. Spreker begrijjpt dat I>. en W. beginnen zich tot de hoofden van dienst tc wenden, maar hij begrijpt ook dat deze ambtenaren weinig neiging gevoelen hierin mee te gaan. Het -is dan ook opvallend, clafc bij Rijk en gemeente de ambtenaren weinig meewerken. Zal er wat gedaan worden dan moet van bovenaf worden in gegrepen. Maar dan moeten de wethouders terdege met hunne afd, op de hoogte zijn. En nu is spreker er niet zeker van, dat die kennis bij de wethouders aanwezig is. Dat is nog de vorige week gebleken. B. en W. drijven op de meeningen van de hoofden van dienst, die in de papieren win kel langzamerhand geen weg meer weten. Spreker meent, dat L>. en W. niet onder den indruk zijn van den hoogen belasting druk. Alles gaat maar op het oude ai. Men komt zelfs bij deze begrooting tob vermeerdering. De Wethouder van Onder wijs heeft zelf een nieuwen hoofdcommies noodig. Het verbaast spreker dat dit bij heb opmaken van de ontwerp-begrooting niet bekend was, waarvan het gevolg is, dat er in de afd. niet over gesproken kon worden'. Spreker keurt dit af. Deze afd. Is pas een paar jaar geleden gesticht en nu gaat men natuurlijk al weer uitbreiden. En dat alles om de paperassen en rappor ten. Spreker betoogt vervolgens dat de voor lichting, die B. en W. geven, herinnert aan het optreden van Ministers. De wethouders zijn de mandatarissen van den Raad. De Voorz.t Maar dat staat niet in de Gemeentewet. De heer Eerdmans zegt dat de voor lichting soms te wenschen overlaat. Dat fcieek do vorige week. Op de vraag of de gezondheidstoestand van den te benoemen tijdelijken directeur van den markt- en havendienst goed was heeffc de heer Pera toestemmend geant woord. Bij onderzoek is spreker echter geble ken, dat deze man het vorig jaar maanden lang wegéns ziekte buiten dienst was. We moeten dus met de adviezen voorzichtig zijn'. De heer v. Stralen tot den heer Pera Nu zit je d'r in. De heer Eerdmans betoogt vervol gens dat de vakorganisaties de bestrijding der werkloosheid tegenhouden. Hij hoopt dat de Soc. Dem. hieromtrent hunne hou ding zullen wijzigen. Den heer Van Eek zegt spreker dat het productieproces een wereldproces is, waar in wij hier geen verandering kunnen bren gen. Spreker draagt den middenstand een goed hart toe. De heer Oostdam heeft ge sproken van een buffer, die een behoorlijke dikte moet hebben, maar hij kan ook te dik worden. (Gelach). Mevr. v. It a li re wil iets zeggen over do werkloosheid. Spreker meent dat deze alleen in verband met de werkverschaffing kan worden besproken. Aan de werkver schaffing wordt hier veel te weinig gedaan in verhouding tot wat gedaan wordt voor steun. De werkloosheid is noodlottig. zoowel voor het lichaam als voor de ziel. Daarom moet de gemeente, die ook zedelijk be stuurder is' niet volstaan met wat geld te géven. Aan werkverschaffing wordt hier zoo goed als niets gedaan. Alleen is een snik land opgehoogd, maar dit is zeer wei nig productief geweest en nu is het onge luk, dat men dit ook nog weer uitspeelt. Spr. meent, dat sloten gedempt kunnen werden, stoepjes kunnen worden weggebro ken en zoo de straten verbreed; we kun nen woningen bouwen en bijv. parken aan leggen wat ook productief is zij 't dan niet economisch. Het spreekt vanzelf dat dergelijke wer ken goed moeten worden uitgevoerd, wat bevorderd kan worden door een toeslag op het grondloon. Do heer Bots, weth.: Dat wordt hier ook gedaan. Mevr. v. It all ie erkent dat het geld kost maar de verzorging zonder meer is ook duur, terwijl dan het geld in een put verdwijnt, f 6000 per week is toch geen kindersprookje. Spreekster wil dan iets zeggen over het presentiegeld. De Voort wil dat bij do afzonderlijke posten doen. Mevr. v. I fc a 11 i e bespreekt dan de samenstelling van de commissies, waarin niet genoeg vrouwen z;jn benoemd. Spr. wil een paar voorbeelden noemen. De Voorz.t Ja, maar wij krijgen aan bevelingen van andere lichamen. Mevr. v. It all ie: Ik zal me wat meer moeten laten gelden. (Gelach). De Voor z.Neen, ik hoor u graag. Mevr. v. Italliet U schijnt te denken soo'n vrouw kan ik wel onderste boven pra ten. De Voort: Neen maar u wijkt vaak zcg van uw onderwerp af. Mevr. v. I tal lie betoogt dan. dat in de commissies te weinig met de vrouwen ge rekend wordt. De Voor z.Maar daar kunnen B. en W. niets aan doen. De heer Eiker bout heeft met, genoe gen de memorie van antwoord gelezen. Be zuiniging is nocdig. Do tookn—donker en daarom moet het streven zijn de belas tingen door zuinig beheer te verlagen. De vraag is eclitèr of dat mogelijk is. Van het stelsel van rantsoenoering verwacht spr. niet veel. Het optreden van B. en W. is hier van groote beteekenis. Aan de eene zijde dreigt verlaging der belastingopbrengst, terwijl de uitgaven voor werldoozen enz. hooger worden. Spr. bepleit nauwe samenwerking van de verschillende takken van dienst. Spreker had daarom gehoopt, dat de functie van directeur van markt- en havendienst had kunnen vervullen. B. en W. waren echter van een andere meening. Spr. meent echter dat opengevallen plaat sen alleen vervuld moeten worden als dit onvermij delijk is. Spr. had ook gaarne gezien vermindering van het aantal schoolartsen, wat echter niet mogelijk blijkt. Spreker had echter geen ander antwoord van de belangheb benden verwacht. Vervolgens bespreekt hij den geneeskun digen diénst die veel te langzaam werkt. •Dit blijkt ook uit het ingezonden stuk van Dr. van Es in de „N. L. Crt." De Voorz.: Dat er hoelemaal naast is. De heer Eikerbout vestigt dan de aandacht op don slechten toestand der straten, waarvan een betere reiniging noo dig is. Wat betreft de werkloosheid, bepleit spr. ook do verschaffing van werk. Bij aanbe stedingen zal hiermee gerekend kunnen worden. In dit verband wijst spreker op de klap- biuggen die evengoed door Leïdenaars ge» maakt hadden bunnen worden. De heer Wilbrink: Dat wilde do Raad niet. De heer E1 k e n b o u t wijst voor werk verschaffing op bruggenbouw, demping van het Levendaal enz. Wat betreft de woningbouw zegt spreker dat ons land geen slecht figuur maakt, wat blijkt uit de groote voorschotten, en bij dragen die door Rijk én Gemeenten wor den verleend. Er konden gemiddeld 20.000 woningen worden gebouwd de laatste jaren. Het is waar. dat we er niet zijn. Met name in Leiden valt nog veel te doen. Daarvoor zal het echter noodig zijn cenige versobering in het woningbouwtype te brengen, daar anders de huren te hoog worden. Overwogen moet worden hoe de woning nood te verminderen. De Raad zal de particuliere bouwnijverheid kunnen prikke len, door goedkoop grond beschikbaar te stellen en vereenigingen, die krotwoningen willen opruimen, krachtig to steunén. Spr. zou nog iets over de lichtfabrieken willen zeggen, maar hij acht liet beter daarmee te wachten tot de artikelen. De heer W i 1 m e r zegt, dat èen ander lid zijner fractie meer in details het be- zuinigingB-vraagstuk heeft besproken. De be zuïniging heeft een tweeledig doel: Ie om daardoor geld te krijgen voor de noodza kelijke overheidszorgen, speciaal van dezen tijd; 2e. om daardoor zoo mogelijk de. belasting te doen dalen. Met „noodzakelijke overheidszorgen", speciaal van dezen tijd bedoelt spr., dat de overheid heeft te zorgen, zoo noodig en zoo mogelijk, dat er geen gebrek wordt ge leden aan het allernoodigste, aan voeding en huisvesting. Spr. verklaart nader: zoo noodig. Volgens Kath. opvatting zijn in deze allereerst aangewezen het particulier initiatief en de kerk. Maar, voorzoover deze te kort schieten, moet de overheid optreden Spreker noemt dit een eersten eisch van Christelijke beschaving. Het heeft spreker gegriefd, dat de heer v. Eek van zoo weinig waardeering blijk gaf van wat op dit ge bied door de Christelijke overheid is ge daan. Er is op dit gebied een inzinking geweest maar toen hebben we dan ook gekregen de bekende encycliek van het Hoofd der R. K. Kerk. Spr. citeert de „Rerum Nova rum". De heer Knuttel Maar er was ook een en ander gebeurd. De heer Wil nier: Wat bedoelt u? De heer Knuttel: De arbeidersbewe- ging. De heer Wil me r: Maar die was toen toch van weinig beteekenis. Spreker betoogt dan dat de bardvoch tigheid waarvan de heer Van Eek sprak niet bestaat. Het ligt niet op den weg van den Raad besluiten te nemen, waarvan hij weet, dat ze door de regeering niet worden goedge keurd. De heer Knuttel Keurt u dan het op treden van de regeering niet af'! De heer W i 1 ni e r Daarover te praten, tg het hier niet de plaats. Spreker betoogt dan dat het doel van do bezuiniging moet zijn, daling van de be lasting, dit is ook, naar spreker betoogt tegenover de sociaal-democraten, in het belang van de arbeiders. Spreker zegt ver volgens, dat do ambtenaren, bet geheele gemeentopersoneel, allereerst in staat zijn om daadwerkelijk te bezuinigen. Opdat dit echter geschieden kan is noodig: overleg. Overleg tusschen hoofden van dienst en de wethouders, onder wie resp. do diensten ressorteeren. Overleg vervolgens tusschen onderge schikt personeel emerzijds en hoofden van dienst met den weth. voor sociale aangele genheden anderzijds; het z.g. georgani seerd overleg. Aan dat georganiseerd overleg, waarmee de heer Pera belast is, die groote ver diensten heeft, ontbreekt hier ter stede veel, zoo niet alles. Daarin en hierop wil spreker vooral de aandacht vestigen moet verandering komen, in het belang van hot personeel, van de bedrijven en van de gemeenschap. Spr. hoopt dat de wethouder hierin veran dering zal weten te brengen. Vervolgens maakt spreker eenige opmer kingen naar aanleiding van door den heer Van Eek geuite wenschen omtrent meer dere Overheidsbedrijven. Spreker zegt dat door den heer Van Eek niet is aangetoond wel beweerd dat de gemeenschap er bij gebaat is, als niet-monopolitische be drijven in handen van de overheid komen. Spreker raadt de voorstellers aan zich niet door jaloezie te laten leiden. Er zijn misschien enkele middenstanders die groo te winsten hebben gemaakt, maar daaruit volgt niet, dat de Overheid ook dergelijke winsten zal kunnen maken. Wat betreft de motie-Dubbeldeman inza ke woningbouw, spreker zal daaraan zijn stem niet geven, daar B. en W. reeds plan nen in voorbereiding hebben. De heer M e i j n e n zal na alles wat hier gezegd is niet spreken over versobering, bezuiniging en belasting-verlaging. Spreker acht het als raadslid moeilijk met bezuinigingsvoorstellen te komen, daar hij niet over liet noodige inzicht in de be drijven beschikt. Met groote voldoening heeft hij gelezen, dat B. en W. trachten tob bezuiniging te komen. Het resultaat is voorloopig gering maar dit.is toch dc_ beste weg om tol resul taten tc komen. 'Als B. en W. krachtig in deze richting werken, dan meent spreker dat er in deze begrooting perspectief zifc en dat or inder daad iets goeds gebeurt. Spreker vestigt de aandacht op eeD serie punten in de bogrooting, nl. de subsidies. Dat is oen bedrag van ruim f 400.000 waar van f 132.000 voor het B. A. Nu is het wel waar, dat de Raad hier niet vrij staat, dat hij gebonden is aan verordeningen en wet ten, maar toch vraagt spreker na te gaan, of hier niet wat afgevoerd kan worden. Dat zou direct voordeel geven, terwijl al dat geven van subsidies voor de volks kracht niet ongevaarlijk is. Hierbij komt nog, dat het zoo moeilijk is de juiste grenzen tusschen Staat en Maatschappij aan te geven. Een derde bezwaar is, dat een ieder ver plicht is bij te dragen ook voor dingen, waartegen men misschien bezwaar heeft. Een vierde bezwaar is, dat andere din gen, die men misschien gaarne zou steunen, in den druk komen. Mevr. Dubbeldeman meent, dat ds gemeente regelend móet optreden inzak© de prijzen van levensbehoeften. De broodprijs is hier billijk, al zou ds gemeente misschien nog kunnen helpen door meel in het groot in te koopen. De bezwaren tegen de distributie in den" oorlogstijd gelden niet tegen gemeentebe drijven, zooals men die ook in andere plaat sen kent. Dit blijkt ook uit het vischbe- drijf. Door een gem. groentenbedrijf zouden de producenten uit den omtrek gered worden' uit de klauwen van handelaren. Spreker betoogt verder dat er teveel venters zijn, waarvan het publiek echter niet geniet, daar de prijs afgesproken is. Hadden we een gem. bedrijf, dan zouden de producenten zich daarnaar kunnen re gelen. Spr. vraagt waarom B. en W. zoo lang wachten tot de S. D. A. P. haro machtspositie zoodanig heeft versterkt, dat er toch niet aan te ontkomen valt. De heer Wilbrink is getroffen door het feit dat B. en W. bezuiniging wonsche- lijb achten. Toch moet spr. een waarschu wing laten hooron. Er wordt veel gespro ken over sociale maatregelen, maar wa moeten de bezwaren niet uit het oog ver liezen. Spr. wijst dan op de schoolkïnderbaden, waarmee de gemeente komt op het terreirt der ouders. Iets anders ;s 't, indien de ge meente badhuizen beschikbaar stelt. Wat dit betreft kan dè S. D. A. P. tevre den zijn, daar we hiermee gaan in de socia listische richting. Als er bezuinigd moet worden, laten B. en W. dan dit instituut uit do wereld helpen. In dit verband wijst spr. op de school- verpleegsters. We staan hier waarschijnlijk" met den geneeskundigen dienst nog maar aan het begin. Maar ook hier geldt de nood zaak van bezuiniging en spr. hoopt daf geen voorstellen tot uitbreiding gedaan zullen worden. Ook het instituut schoolart sen kan, naar spr. meent sterk beperkt worden. Er zijn verschillende scholen waar het niet noodig is. De heer Knuttel: Met het'geld komt het verstand. De heer Wilbrink: Neen, want datf zouden verschillende communistische da mes cn heeren, die veel geld hebben, ook heel verstandig zijn. (Gelach). Spr. bestrijdt dan den heer Van Eek, die aanmerking maakt op het z. i. niet beleven vap de Chr. beginselen. De heer Van Eek propageert zijn begin selen. maar zouden wij dan niet onze be ginselen propageeren en opkomen vcor het behoud van deze maatschappij? Er zijn' nog andere belangen dan die waarvoor dö Soc. Dem. opkomen. Spr. bespreekt dan een ©ogenblik dei wvkloosheid. Mevr. Van. Itallie wil uit sluitend werkverschaffing, cn dat met eeni premie voor goed werk. Spreker wijst er ochter op, dat de kosten dan toek zekor een f 2-2.000 per week zouden bedragen. De heer Van Eek heeft heel mooi gespro ken over de noodzakelijkheid, maar hij heeft van zijne maatschappij geen groot© verwachtingen, daar hij de mcnschcn daar voor in deze wenschen wil voorbereiden. Verder betoogt spreker, dat do beste krachten ontwikkeld wordon in het vrij© bedrijf. Er i.s niet de minste reden om te verwachten dat in eigen beheer voordeeli- ger gewerkt zal worden. In elk gcvnl is hieraan een groot risico verbonden. Maar mag de gemeente daarvoor de belastinggel den gebruiken Spr. wil wel het personeel gelegenheid geven zich nit te spreken, maar het geor ganiseerd overleg is daarvoor niet de plaats. Zooverre is spreker het met den heer Wilmer eens. Spr. erkent dat hier aan liet georganiseerd overleg een en an der ontbreekt, maar is dat de selusld van den heer Pera? De lieer Pera Zeer juist. De heer Wilbrink: hier is onlangs in een openbare vergadering over dezen wet houder gesproken op een wijze die alle per ken te buiten gaat. Zijn dat nu de menschcn om met licn overleg te plegen? Vergeten moet niet, dat de monsclien alleen voor het peisoneel spreken. Maar in hot „overleg" mccten ook do bedrijfsbe langen ia hot oog worden gehouden. Van medezeggenschap in de bedrijven verwacht spreker niet veel. De leiding zal in elk geval de groote lijnen moeien aan* geven. Do vergadering 'V :dt nu geschort. lob 's avonds 8 uur. «Li A vond vergadering. (Tweede zitting.) Do heer Knuttel zegt dat is opge merkt, dat de begroeting een gebrek aan perspectief toonde. Dab behoeft niet t© verminderen, daar we toch eigenlijk heel weinig nicer to zeggen hebben. De rogeo- ring geeft allerlei voorschriften, waaraan men alleen naar den reactionairen kant mag afwijken. Tocih ia hot juist, dat dié begrooting weinig perspectief toont. In de ddaciweie© over dé begroeting tnof het- «eltdo verecfrjjiwel. Er is wei gepote* otoc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5