iffiLÉsÉCiiaiil
Tweede Blad
Dinsdag 5 December 1922
BINNENLAND.
Een Landbouwarbcidswet,
De Ho o go Raad van Arbeid heeft in
zijn 2 Dec- i.l. gehouden vergadering zijn
advies vastgesteld over het voorontwerp
van eon Landbonwarbeidswet.
Do commissie voor den Landbouw uit
den Raad had eenigen barer leden opge
dragen in enkele plaatsen van ons land
eon 'onderzoek in te stellen, waaruit zou
moeten blijken, of in den landbouw, met
betrekking tot den arbeidsduur, do nacht
rust en den Zondagsarbeid van volwas-
een mannen, sporadisch dan.wel op uitge
breide schaal misstanden bestaan. De
door deze leden bijeengebrachte gegevens
zijn als bijlagen bij het advies Yan den
Raad geveegd.
Op grond van die gegevens kwam de
commissie voor den landbouw tot de vol
gende conclusie: Misstanden ten aanzien
van den arbeidsduur, de nachtrust en de
Zondagsrust ookvoor volwassen
mannelijke arbeiders, komen in enkele
streken meer dan sporadisch voor, zij
het ook, dat in het grootste gedeelte van
het land do toestand bevredigend is. Dit
laatste wijst op de mogelijkheid ook in
do streken en ondernemingen met mis
standen verbetering te verkrijgen.
De waardeering der misstanden liep bij
de verschillende loden uiteen; dientenge
volge heerschte ook geen eenstemmigheid
ever de vraag, of en over de wijze waar
op de wetgever zal hébben in te grijpen.
Verscheidene leden, waaronder er ook
waren, die groote waarde aan de Zon
dagsrust hechten, hadden uit bet onder
zoek de overtuiging, dat het voor do
melkknechten niet mogelijk is
Zondagsrust, bij toerbeurt voor te schrij
ven, zonder het noodzakelijk te maken,
dat een deel van de melkknechten den gé-
heelen Zondag werkt. Aan de hand van
een door zijn commissie voor den land
bouw uitgebracht prae-advios, heeft de
Raad vervolgens de vraag besproken of,
mede in verband met de gehouden enquê
te, in de huidige omstandigheden een al
gemeen wettelijke regeling en bescherming
van den landbouwarbeid, als is nergelegd
in bet aanhangige voorontwerp, wensohe-
lijk moet worden geacht.
Tegen wettelijke voorschriften betref
fende de gezondheid en veilig
heid van arbeidene, werkzaam in den
landbouw had geen van de leden bezwaar.
Eenige leden hebben echter betoogd,
waarom zij, op grond van de door de en
quête bijeengebrachte gegevens, ten aan
zien van den arbeidsduur in den
landbouw een algemeen© wettelijke rege
ling voor volwassenen niet noodzakelijk
achten en waarom zij die slechts wen-
sch-en voor kinderen.
Velschillende leden hébben uiteengezet,
dat een dergelijke regeling van den ar
beidsduur zich naar hun meening boven
dien beboert uit te strékken tot vrou
wen, maar niet tot volwassen mannen.
Daartegenover hébben andere leden van
den raad de motieven ontwikkeld, op
grond waarvan zij ook in de huidige om
standigheden een algemeene wettelijke
regeling en bescherming van den land-
bouwarbeid, in den geest van het voor
ontwerp voer alle arbeiders, ook ten
aanzien van den arbeidsduur wél nood
zakelijk achten.
Ten slotte word in den Raad een groo
te meerderheid gevonden, bestaande voor
een deel uit leden, die in beginsel tegen
een zoo algemeene wettelijke regeling ge
kant waren, voer ©en ander deel uit le
den, die J met de voorgestelde regeling
accoord gingen, die in overweging gaven
het in het tweede lid van art. 22 van het
veor-o<ntworp neergelegde beginsel, dat. in
colectief overleg onder de noo
dig© waarborgen getroffen regelingen de
voorkeur verdienen boven algemeen© wet
telijke voorschriften, in de wet voorop te
plaatsen en daaraan de bepaling te ver*
binden, dat in die wet te geven voor
schriften met bel rekking tot den arbeids
duur, de nachtrust en de Zondagsrust
van volwassen mannen slechts in werking
zullen treden ter plaatse waar gebleken
is, dat op dit gebied misstainden bestaan
on waar de organisaties van belangheb
benden er binnen ©en bepaalden tijd niet
in geslaagd zijn die misstanden in onder
ling overleg uit den weg te ruimen.
Het advies van den Raad zal binnen
kort worden gepubliceerd, en bij de
Landsdrukkerij verkrijgbaar worden gty
stold-
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Aangenomen. Naar V eendamD.
Bakker te Akersloot.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Te Zuid-BeijerlandDr. D.
J. van Katwijk te Zwammerdam; te Ten
Post: M. Stadig te Ezinge.
Aangenomen. Naar ThesingeC.
van Mourik to Kooten.
Bedankt. Voor SckamegoutumJ. v.
Ilerksen te T wij zei; voor Ten Boer: C. J.
Bos te Zuidwolde; voor Lioessens: J. van
Henten te Oldekerk. y-,
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal. Te Hillegom: D. Drïessen
te 's-Gravenzande en J. A. Riekel te Zaan
dam; le Vlissingen: P. de Groot te Rotter
dam en P. de Smit te Oud-Beijerland.
Naar de Bazuin meldt, zal de Gerof.
'Kerk van Ylaardingen voor de 3de predi
k'ftntsplaats (vacature-Da. W. Siedera) voor
loopig geen beroep uitbrengen.
Ds, J. Breukelaar.
Op 17 December a.s. zal het '40 jaar ge
leden zijn, dat Ds. J. Breukelaar, om.pred.
der Géref. Kerk van Utrecht, de bediening
des Woords aanvaardde. Er is te Utrecht
een Comité gevormd, om den a.s. jubilaris
een blijk van sympathie te geven.
Ds. Breukelaar trad te Arum in hot ambt
stond voorts te Leens, te Nijmegen, te Bo
degraven en sinds 2 September 19Ö6 te
Utrecht, waar hij op 1 Jan. 1921 eervol
emeritaat verkreeg om gezondheidsredenon
Dr. P. G. Datema.
Het door ons uit het „Rott. Nbl." over
genomen bericht, als zou Dr. P. G. Datema
Ned. Herv. pred. te Delfshavon, zijn
wensoh te kennen gegeven hebben om zijn
emeritaat aan te vragen, is absoluut on
waar. Dr. Datema denkt er nog niet aan,
zijn arbeid neer te leggen, maar hoopt
nog ijverig voort te arbeiden.
Ds. G. F. Kerkhof.
De „Zeeuwsche Kerkb." meldt, dat do
toestand van Ds. G. F. Kerkhof, Geref.
pred. to Souburg, zorgelijk blijft.
Aanbieding portret en bibliotheek van
wijlen prof. dr. Bavinck.
Gistermiddag heeft in de Senaatszaal
van de Vrije Universiteit te Amsterdam
in tegenwoordigheid van verschillende cu
ratoren, directeuren, hoogleeraren en stu
denten van die universiteit de aanbieding
plaats gehad van het portret en van een
deel der bibliotheek van wijlen prof. dr.
II. Bavinck, in leven hoogleeraar van die
universiteit.
Prof. F. W. Grosheide, voorzitter van
het Bavinck-comité, dat zich kort na het
overlijden van prof. Bavinck gevormd
heeft met het doel, de nagedachtenis van
den hoogleeraar te eeren door de stichting
van een blijvend aandenken aan diens le
ven en arbeid, hield bij de aanbieding een
rede, waarin hij den directeur der Vor-
eeniging voor Hooger Onderwijs dankte
voor de gelegenheid, het comité geboden
om deze daad van piëteit te verrichten.
Het is wel geen aandenken „zoo duurzaam
als metaal", dat het comité wil stichten,
doch het heeft willen handelen in den
geest van' den ontslapene, die zich in zijn
leven zooveel mogelijk aan elke huldiging
van zijn persoon en werk heeft onttrokken.
Spr. bood allereerst aan het door den
schilder L. Goudman in olieverf geschilder
de^ portret van den ontslapen hoogleeraar,
dat een plaats zal krijgen in de Senaats
zaal der Vrije Universiteit, en droeg ver
volgens aan de directeuren der Vereeni-
ging voor Hooger Onderwijs op Gerefor
meerden grondslag over de philosopliische
en psychologische werken uit de biblio
theek van wijlen prof Bavinck, onder voor
waarde, dat deze verzameling, welke haar
weerga in Nederland bijna niet vindt, zal
vormen eeij gesloten deel der biblotheek
van de Vrije Universiteit en niet over an
dere gedeelten dier universiteit zal worden
verspreid. Voorts vroeg spr. nog aan de
directeuren, de gelegenheid te scheppen,
dat ook personen, buiten den kring der
universiteit van deze verzameling gebruik
zullen kunnen maken.
Do heer J. H. de Waal Malefijt, oud-mi
nister van koloniën, lid van de Eerste Ka
mer, voorzitter van het college van direc
teuren der Vereeniging voor Hooger On
derwijs op Gereformeerden grondslag, aan
vaardde onder dankzegging aan het Ba
vinck-comité het portret en de boekwer
ken. Het portret zal opgehangen worden
in de Senaatszaal der Universiteit, en het
spijt het college van directeuren, dat het
met de portretten der overleden hoogleera
ren Kuyper en Rutgers niet in een waardi
ger omgeving kan worden geplaatst.
De boekwerken zullen in de bibliotheek
der Universiteit geplaatst worden en di
recteuren zullen, in overleg met den bibli
othecaris, dr. Joh. C. Breen, aan het ver
zoek van het Bavinck-comité, inzake de
mogelijkheid van het gebruik der boekeu
door personen buiten den kring der Uni
versiteit, voldoen.
De president van het college van cura
toren derVrije Universiteit, dr. B. v.
Schelven, dankte het Bavinck-comité voor
deze daad van piëteit. Namens den aca-
demischen senaat gaf prof. dr. R. H. Wol-
tjer de verzekering, dat do Senaat gaarne
voor het portret een plaats in de Senaats
zaal zal inruimen. De bibliothecaris der
Vrije Universiteit, dr. Joh. C. Breen, sprak
tenslotte zijn blijdschap uit over de zoo
belangrijke vermeerdering van de biblio
theek der Vrije Universiteit.
GEMEENTERAAD LEIDEN.
(Vervolg).
De heer Eordmans bespreekt het
wenschelijko van een andere inrichting van
de begrooting. Spreker meent dat de te
genwoordige practijk niet goed is voor do
bezuiniging en ook niet voor de gemeente.
Wanneer men onder den oogenblikkelijken
indruk tot bepaalde uitgaven besluit i3 er
gevaar, dat het geheele beleid uit het oog
wordt verloren. Daarom is er geen reden
voor den heer v. Eek zich teleurgesteld te
gevoelen, daar hier de gewoonte bestaat,
allerlei dingen bij suppletoire begrooting
aan te vragen, wat spreker in strijd acht
met art. 205 der Gemeentewet. Men kan
nu niet het geheel overzien.
Spreker wijst er dan op, dat B. en W.
verschillende plannen hebben, waarvan ech
ter op de begrooting niets blijkt, bijv.
nieuwe rioleeringsplannen. Men rekent
blijkens de ingekomen stukken al op den
eersten termijn van een crediet dat nog
niet is toegestaan.
Het gevolg is, dat allerlei dingen inci
denteel aan de orde komen.
Spreker hecht er aan dat van dit stelsel
wordt afgeweken.
Vervolgens komt spreker tot de belas-
t i n g e n. B. en W. schijnen te meenen dat
de Raad overtuigd is van hnn streven tot
bezuiniging, welke overtuiging gegrond
moet zijn op verschillende overwegingen
"v an'' B. en W. Spreker begrijjpt dat I>. en
W. beginnen zich tot de hoofden van dienst
tc wenden, maar hij begrijpt ook dat deze
ambtenaren weinig neiging gevoelen hierin
mee te gaan. Het -is dan ook opvallend,
clafc bij Rijk en gemeente de ambtenaren
weinig meewerken. Zal er wat gedaan
worden dan moet van bovenaf worden in
gegrepen.
Maar dan moeten de wethouders terdege
met hunne afd, op de hoogte zijn.
En nu is spreker er niet zeker van, dat
die kennis bij de wethouders aanwezig is.
Dat is nog de vorige week gebleken. B.
en W. drijven op de meeningen van de
hoofden van dienst, die in de papieren win
kel langzamerhand geen weg meer weten.
Spreker meent, dat L>. en W. niet onder
den indruk zijn van den hoogen belasting
druk. Alles gaat maar op het oude ai.
Men komt zelfs bij deze begrooting tob
vermeerdering. De Wethouder van Onder
wijs heeft zelf een nieuwen hoofdcommies
noodig. Het verbaast spreker dat dit bij
heb opmaken van de ontwerp-begrooting
niet bekend was, waarvan het gevolg is,
dat er in de afd. niet over gesproken kon
worden'. Spreker keurt dit af. Deze afd.
Is pas een paar jaar geleden gesticht en nu
gaat men natuurlijk al weer uitbreiden.
En dat alles om de paperassen en rappor
ten.
Spreker betoogt vervolgens dat de voor
lichting, die B. en W. geven, herinnert aan
het optreden van Ministers.
De wethouders zijn de mandatarissen van
den Raad.
De Voorz.t Maar dat staat niet in de
Gemeentewet.
De heer Eerdmans zegt dat de voor
lichting soms te wenschen overlaat. Dat
fcieek do vorige week.
Op de vraag of de gezondheidstoestand
van den te benoemen tijdelijken directeur
van den markt- en havendienst goed was
heeffc de heer Pera toestemmend geant
woord.
Bij onderzoek is spreker echter geble
ken, dat deze man het vorig jaar maanden
lang wegéns ziekte buiten dienst was. We
moeten dus met de adviezen voorzichtig
zijn'.
De heer v. Stralen tot den heer Pera
Nu zit je d'r in.
De heer Eerdmans betoogt vervol
gens dat de vakorganisaties de bestrijding
der werkloosheid tegenhouden. Hij hoopt
dat de Soc. Dem. hieromtrent hunne hou
ding zullen wijzigen.
Den heer Van Eek zegt spreker dat het
productieproces een wereldproces is, waar
in wij hier geen verandering kunnen bren
gen. Spreker draagt den middenstand een
goed hart toe. De heer Oostdam heeft ge
sproken van een buffer, die een behoorlijke
dikte moet hebben, maar hij kan ook te
dik worden. (Gelach).
Mevr. v. It a li re wil iets zeggen over
do werkloosheid. Spreker meent dat deze
alleen in verband met de werkverschaffing
kan worden besproken. Aan de werkver
schaffing wordt hier veel te weinig gedaan
in verhouding tot wat gedaan wordt voor
steun.
De werkloosheid is noodlottig. zoowel
voor het lichaam als voor de ziel. Daarom
moet de gemeente, die ook zedelijk be
stuurder is' niet volstaan met wat geld te
géven. Aan werkverschaffing wordt hier
zoo goed als niets gedaan. Alleen is een
snik land opgehoogd, maar dit is zeer wei
nig productief geweest en nu is het onge
luk, dat men dit ook nog weer uitspeelt.
Spr. meent, dat sloten gedempt kunnen
werden, stoepjes kunnen worden weggebro
ken en zoo de straten verbreed; we kun
nen woningen bouwen en bijv. parken aan
leggen wat ook productief is zij 't dan niet
economisch.
Het spreekt vanzelf dat dergelijke wer
ken goed moeten worden uitgevoerd, wat
bevorderd kan worden door een toeslag op
het grondloon.
Do heer Bots, weth.: Dat wordt hier
ook gedaan.
Mevr. v. It all ie erkent dat het geld
kost maar de verzorging zonder meer is
ook duur, terwijl dan het geld in een put
verdwijnt, f 6000 per week is toch geen
kindersprookje.
Spreekster wil dan iets zeggen over het
presentiegeld.
De Voort wil dat bij do afzonderlijke
posten doen.
Mevr. v. I fc a 11 i e bespreekt dan de
samenstelling van de commissies, waarin
niet genoeg vrouwen z;jn benoemd. Spr.
wil een paar voorbeelden noemen.
De Voorz.t Ja, maar wij krijgen aan
bevelingen van andere lichamen.
Mevr. v. It all ie: Ik zal me wat meer
moeten laten gelden. (Gelach).
De Voor z.Neen, ik hoor u graag.
Mevr. v. Italliet U schijnt te denken
soo'n vrouw kan ik wel onderste boven pra
ten.
De Voort: Neen maar u wijkt vaak
zcg van uw onderwerp af.
Mevr. v. I tal lie betoogt dan. dat in de
commissies te weinig met de vrouwen ge
rekend wordt.
De Voor z.Maar daar kunnen B. en
W. niets aan doen.
De heer Eiker bout heeft met, genoe
gen de memorie van antwoord gelezen. Be
zuiniging is nocdig. Do tookn—donker
en daarom moet het streven zijn de belas
tingen door zuinig beheer te verlagen.
De vraag is eclitèr of dat mogelijk is. Van
het stelsel van rantsoenoering verwacht
spr. niet veel. Het optreden van B. en W.
is hier van groote beteekenis.
Aan de eene zijde dreigt verlaging der
belastingopbrengst, terwijl de uitgaven
voor werldoozen enz. hooger worden.
Spr. bepleit nauwe samenwerking van de
verschillende takken van dienst. Spreker
had daarom gehoopt, dat de functie van
directeur van markt- en havendienst had
kunnen vervullen. B. en W. waren echter
van een andere meening.
Spr. meent echter dat opengevallen plaat
sen alleen vervuld moeten worden als
dit onvermij delijk is.
Spr. had ook gaarne gezien vermindering
van het aantal schoolartsen, wat echter
niet mogelijk blijkt. Spreker had echter
geen ander antwoord van de belangheb
benden verwacht.
Vervolgens bespreekt hij den geneeskun
digen diénst die veel te langzaam werkt.
•Dit blijkt ook uit het ingezonden stuk
van Dr. van Es in de „N. L. Crt."
De Voorz.: Dat er hoelemaal naast is.
De heer Eikerbout vestigt dan de
aandacht op don slechten toestand der
straten, waarvan een betere reiniging noo
dig is.
Wat betreft de werkloosheid, bepleit spr.
ook do verschaffing van werk. Bij aanbe
stedingen zal hiermee gerekend kunnen
worden.
In dit verband wijst spreker op de klap-
biuggen die evengoed door Leïdenaars ge»
maakt hadden bunnen worden.
De heer Wilbrink: Dat wilde do
Raad niet.
De heer E1 k e n b o u t wijst voor werk
verschaffing op bruggenbouw, demping van
het Levendaal enz.
Wat betreft de woningbouw zegt spreker
dat ons land geen slecht figuur maakt, wat
blijkt uit de groote voorschotten, en bij
dragen die door Rijk én Gemeenten wor
den verleend. Er konden gemiddeld 20.000
woningen worden gebouwd de laatste
jaren.
Het is waar. dat we er niet zijn. Met
name in Leiden valt nog veel te doen.
Daarvoor zal het echter noodig zijn cenige
versobering in het woningbouwtype te
brengen, daar anders de huren te hoog
worden.
Overwogen moet worden hoe de woning
nood te verminderen. De Raad zal de
particuliere bouwnijverheid kunnen prikke
len, door goedkoop grond beschikbaar te
stellen en vereenigingen, die krotwoningen
willen opruimen, krachtig to steunén.
Spr. zou nog iets over de lichtfabrieken
willen zeggen, maar hij acht liet beter
daarmee te wachten tot de artikelen.
De heer W i 1 m e r zegt, dat èen ander
lid zijner fractie meer in details het be-
zuinigingB-vraagstuk heeft besproken. De be
zuïniging heeft een tweeledig doel: Ie om
daardoor geld te krijgen voor de noodza
kelijke overheidszorgen, speciaal van
dezen tijd; 2e. om daardoor zoo mogelijk
de. belasting te doen dalen.
Met „noodzakelijke overheidszorgen",
speciaal van dezen tijd bedoelt spr., dat
de overheid heeft te zorgen, zoo noodig en
zoo mogelijk, dat er geen gebrek wordt ge
leden aan het allernoodigste, aan voeding
en huisvesting. Spr. verklaart nader: zoo
noodig. Volgens Kath. opvatting zijn in
deze allereerst aangewezen het particulier
initiatief en de kerk. Maar, voorzoover deze
te kort schieten, moet de overheid optreden
Spreker noemt dit een eersten eisch van
Christelijke beschaving. Het heeft spreker
gegriefd, dat de heer v. Eek van zoo weinig
waardeering blijk gaf van wat op dit ge
bied door de Christelijke overheid is ge
daan.
Er is op dit gebied een inzinking geweest
maar toen hebben we dan ook gekregen
de bekende encycliek van het Hoofd der
R. K. Kerk. Spr. citeert de „Rerum Nova
rum".
De heer Knuttel Maar er was ook
een en ander gebeurd.
De heer Wil nier: Wat bedoelt u?
De heer Knuttel: De arbeidersbewe-
ging.
De heer Wil me r: Maar die was toen
toch van weinig beteekenis.
Spreker betoogt dan dat de bardvoch
tigheid waarvan de heer Van Eek sprak
niet bestaat.
Het ligt niet op den weg van den Raad
besluiten te nemen, waarvan hij weet, dat
ze door de regeering niet worden goedge
keurd.
De heer Knuttel Keurt u dan het op
treden van de regeering niet af'!
De heer W i 1 ni e r Daarover te praten,
tg het hier niet de plaats.
Spreker betoogt dan dat het doel van do
bezuiniging moet zijn, daling van de be
lasting, dit is ook, naar spreker betoogt
tegenover de sociaal-democraten, in het
belang van de arbeiders. Spreker zegt ver
volgens, dat do ambtenaren, bet geheele
gemeentopersoneel, allereerst in staat zijn
om daadwerkelijk te bezuinigen. Opdat dit
echter geschieden kan is noodig: overleg.
Overleg tusschen hoofden van dienst en de
wethouders, onder wie resp. do diensten
ressorteeren.
Overleg vervolgens tusschen onderge
schikt personeel emerzijds en hoofden van
dienst met den weth. voor sociale aangele
genheden anderzijds; het z.g. georgani
seerd overleg.
Aan dat georganiseerd overleg, waarmee
de heer Pera belast is, die groote ver
diensten heeft, ontbreekt hier ter stede
veel, zoo niet alles.
Daarin en hierop wil spreker vooral
de aandacht vestigen moet verandering
komen, in het belang van hot personeel,
van de bedrijven en van de gemeenschap.
Spr. hoopt dat de wethouder hierin veran
dering zal weten te brengen.
Vervolgens maakt spreker eenige opmer
kingen naar aanleiding van door den heer
Van Eek geuite wenschen omtrent meer
dere Overheidsbedrijven. Spreker zegt dat
door den heer Van Eek niet is aangetoond
wel beweerd dat de gemeenschap er
bij gebaat is, als niet-monopolitische be
drijven in handen van de overheid komen.
Spreker raadt de voorstellers aan zich
niet door jaloezie te laten leiden. Er zijn
misschien enkele middenstanders die groo
te winsten hebben gemaakt, maar daaruit
volgt niet, dat de Overheid ook dergelijke
winsten zal kunnen maken.
Wat betreft de motie-Dubbeldeman inza
ke woningbouw, spreker zal daaraan zijn
stem niet geven, daar B. en W. reeds plan
nen in voorbereiding hebben.
De heer M e i j n e n zal na alles wat hier
gezegd is niet spreken over versobering,
bezuiniging en belasting-verlaging.
Spreker acht het als raadslid moeilijk
met bezuinigingsvoorstellen te komen, daar
hij niet over liet noodige inzicht in de be
drijven beschikt.
Met groote voldoening heeft hij gelezen,
dat B. en W. trachten tob bezuiniging te
komen. Het resultaat is voorloopig gering
maar dit.is toch dc_ beste weg om tol resul
taten tc komen.
'Als B. en W. krachtig in deze richting
werken, dan meent spreker dat er in deze
begrooting perspectief zifc en dat or inder
daad iets goeds gebeurt.
Spreker vestigt de aandacht op eeD serie
punten in de bogrooting, nl. de subsidies.
Dat is oen bedrag van ruim f 400.000 waar
van f 132.000 voor het B. A. Nu is het wel
waar, dat de Raad hier niet vrij staat, dat
hij gebonden is aan verordeningen en wet
ten, maar toch vraagt spreker na te gaan,
of hier niet wat afgevoerd kan worden.
Dat zou direct voordeel geven, terwijl
al dat geven van subsidies voor de volks
kracht niet ongevaarlijk is.
Hierbij komt nog, dat het zoo moeilijk
is de juiste grenzen tusschen Staat en
Maatschappij aan te geven.
Een derde bezwaar is, dat een ieder ver
plicht is bij te dragen ook voor dingen,
waartegen men misschien bezwaar heeft.
Een vierde bezwaar is, dat andere din
gen, die men misschien gaarne zou steunen,
in den druk komen.
Mevr. Dubbeldeman meent, dat ds
gemeente regelend móet optreden inzak©
de prijzen van levensbehoeften.
De broodprijs is hier billijk, al zou ds
gemeente misschien nog kunnen helpen
door meel in het groot in te koopen.
De bezwaren tegen de distributie in den"
oorlogstijd gelden niet tegen gemeentebe
drijven, zooals men die ook in andere plaat
sen kent. Dit blijkt ook uit het vischbe-
drijf.
Door een gem. groentenbedrijf zouden de
producenten uit den omtrek gered worden'
uit de klauwen van handelaren. Spreker
betoogt verder dat er teveel venters zijn,
waarvan het publiek echter niet geniet,
daar de prijs afgesproken is.
Hadden we een gem. bedrijf, dan zouden
de producenten zich daarnaar kunnen re
gelen. Spr. vraagt waarom B. en W. zoo
lang wachten tot de S. D. A. P. haro
machtspositie zoodanig heeft versterkt, dat
er toch niet aan te ontkomen valt.
De heer Wilbrink is getroffen door
het feit dat B. en W. bezuiniging wonsche-
lijb achten. Toch moet spr. een waarschu
wing laten hooron. Er wordt veel gespro
ken over sociale maatregelen, maar wa
moeten de bezwaren niet uit het oog ver
liezen.
Spr. wijst dan op de schoolkïnderbaden,
waarmee de gemeente komt op het terreirt
der ouders. Iets anders ;s 't, indien de ge
meente badhuizen beschikbaar stelt.
Wat dit betreft kan dè S. D. A. P. tevre
den zijn, daar we hiermee gaan in de socia
listische richting. Als er bezuinigd moet
worden, laten B. en W. dan dit instituut uit
do wereld helpen.
In dit verband wijst spr. op de school-
verpleegsters. We staan hier waarschijnlijk"
met den geneeskundigen dienst nog maar
aan het begin. Maar ook hier geldt de nood
zaak van bezuiniging en spr. hoopt daf
geen voorstellen tot uitbreiding gedaan
zullen worden. Ook het instituut schoolart
sen kan, naar spr. meent sterk beperkt
worden. Er zijn verschillende scholen waar
het niet noodig is.
De heer Knuttel: Met het'geld komt
het verstand.
De heer Wilbrink: Neen, want datf
zouden verschillende communistische da
mes cn heeren, die veel geld hebben, ook
heel verstandig zijn. (Gelach).
Spr. bestrijdt dan den heer Van Eek, die
aanmerking maakt op het z. i. niet beleven
vap de Chr. beginselen.
De heer Van Eek propageert zijn begin
selen. maar zouden wij dan niet onze be
ginselen propageeren en opkomen vcor het
behoud van deze maatschappij? Er zijn'
nog andere belangen dan die waarvoor dö
Soc. Dem. opkomen.
Spr. bespreekt dan een ©ogenblik dei
wvkloosheid. Mevr. Van. Itallie wil uit
sluitend werkverschaffing, cn dat met eeni
premie voor goed werk. Spreker wijst er
ochter op, dat de kosten dan toek zekor
een f 2-2.000 per week zouden bedragen.
De heer Van Eek heeft heel mooi gespro
ken over de noodzakelijkheid, maar hij
heeft van zijne maatschappij geen groot©
verwachtingen, daar hij de mcnschcn daar
voor in deze wenschen wil voorbereiden.
Verder betoogt spreker, dat do beste
krachten ontwikkeld wordon in het vrij©
bedrijf. Er i.s niet de minste reden om te
verwachten dat in eigen beheer voordeeli-
ger gewerkt zal worden. In elk gcvnl is
hieraan een groot risico verbonden. Maar
mag de gemeente daarvoor de belastinggel
den gebruiken
Spr. wil wel het personeel gelegenheid
geven zich nit te spreken, maar het geor
ganiseerd overleg is daarvoor niet de
plaats. Zooverre is spreker het met den
heer Wilmer eens. Spr. erkent dat hier
aan liet georganiseerd overleg een en an
der ontbreekt, maar is dat de selusld van
den heer Pera?
De lieer Pera Zeer juist.
De heer Wilbrink: hier is onlangs in
een openbare vergadering over dezen wet
houder gesproken op een wijze die alle per
ken te buiten gaat.
Zijn dat nu de menschcn om met licn
overleg te plegen?
Vergeten moet niet, dat de monsclien
alleen voor het peisoneel spreken. Maar
in hot „overleg" mccten ook do bedrijfsbe
langen ia hot oog worden gehouden.
Van medezeggenschap in de bedrijven
verwacht spreker niet veel. De leiding zal
in elk geval de groote lijnen moeien aan*
geven.
Do vergadering 'V :dt nu geschort. lob
's avonds 8 uur. «Li
A vond vergadering.
(Tweede zitting.)
Do heer Knuttel zegt dat is opge
merkt, dat de begroeting een gebrek aan
perspectief toonde. Dab behoeft niet t©
verminderen, daar we toch eigenlijk heel
weinig nicer to zeggen hebben. De rogeo-
ring geeft allerlei voorschriften, waaraan
men alleen naar den reactionairen kant
mag afwijken. Tocih ia hot juist, dat dié
begrooting weinig perspectief toont. In de
ddaciweie© over dé begroeting tnof het-
«eltdo verecfrjjiwel. Er is wei gepote* otoc