Ingezonden. «aar wé Kunnen dit gevoegelijk aan. 'de 1 betrokken hoofden en onderwijzers over laten. De verordening wordt goedgekeurd. 19. Praeadvies op- het verzoek van J. Romanesko, om eervol ontslag als Direc teur van den Markt- en Havendienst. De heer Sijtsma zou het tegelijk met het volgende voorstel willen bespreken. De Y o o r 7.. zegt dat dit weinig zin heeft daar de heer Romanesko die wegens ge zondheidsredenen ontslag vroeg, er op s'.aat, het ook te krijgen'. Het voorstel wordt goedgekeurd. 20. Voorstel in zake do tjidelijke op dracht van de functie van Directeur van den Markt- en Havendienst aan den heer Kesteren te 's-Gravcnhage, oud-inspec teur van politie. v r~J'~ De heer Groeneveld gaat de geschie denis van deze zaak nog eens na, en zegt, dat de heer v. Kesteren gesolliciteerd heeft toen anderen daarvoor 'nog niet in de ge legenheid waren. Hij stelt op een hoog salaris geen prijs omdat het dan toch van zijn wachtgeld wordt afgetrokken. Spreker kan dit aanbod niet bewonde ren. Er sit ieto in van onderkruiperij. Spr. voelt daar niets voor. Dien weg moeten we niet opgaan. We moeten geen rekening houden met andere bronnen van inkomst. Waar gaan we dan heen? Op die manier kunnen we gaan aanbesteden. De Voorz.: TJ vergist u absoluut. Ik zou hier haast kunnen zeggen: zooals de waard is vertrouwt hij zijne gasten. De heer Groeneveld zegt dat hier dan toch een gedeelte van het salaris door het Rijk wordt betaald. Daarvoor wordt het wachtgeld niet gegeven. Spreker is voornemens de Rekenkamer op de hoogte to stellen. De heer HeemskcrkT Nu wetenJB. er. W. I et. De heer Groeneveld Waarom is de heer v. Kesteren voor deze zaak zoo ge schikt. Omdat hij inspecteur van politie is geweest? Hij z?d zich in deze zaak moeten inwer ken. Maar dat onderzoek zal wel een poosje duren. Daar heeft de heer v. Keste ren voor gezorgd. Als hij klaar is, zal hij natuurlijk adviseeren een directeur te be noemen, daar hij anders zijn eigen graf graaft. Moeten we benoemen, dan wordt hij natuurlijk directeur, maar dan heeft de gemeente een strop. De man is 53 jaar en door het Rijk versleten. Spreker acht dit voorstel niet noodig. Reorganisatie is misschien gewenscht, maar we behoeven geen adviezen van iemand die or ook niets van weet. Spreker zon in dazen tijd niet iemand van buiten willen benoemen, maar het werk voorloo- pig door het tegenwoordige personeel doen verrichten. Administratieve krachten zijn hier voldoende voorhanden, biiv. aan de gasfabriek. Na de reorganisatie^ kunnen we dan verder zien. Spreker dient een voorstel in dezen geest in. Do lieer Wilbrink stelt voor, dit punt aan te houden en B. en W. uit te noodigen na te gaan of onder het tegenwoordige personeel niet iemand is, die de functie van markt- en havenmeester kan waarnemen. De heer S ij t s m a is door dit voorstel ven B. en W. zeer verrast. Hoo wist die man in Den Haag voor anderen, dat hier een onderzoek noodig zou zijn? Is het de bedoeling daze man hier onder dak te brengen? Zijn advies dat is ook spr.'s mcening zal zijn, dat een directeur noo dig is. Spreker is overtuigd, dat reorgani satie gewenscht is. Blijkt het echter noodig een directeur te hebben, dan kan dat altijd nog. Spreker stelt dasrom voor dat B. en TV', zoo spoedig mogelijk met een reorga nisatie-voorstel komen. De heer Wilbrink zegt. dat dit voor stel ook komt van de meerderheid van de markteommissie. Spreker heeft echter slechts onder het allergrootste voorbehoud zi]*n stem aan dit voorstel gegeven, nl. als er absoluut onder het tegenwoordige perso neel niemand zou zijn. Hiernaar zou een ernstig onderzoek worden ingesteld en nu is spreker gebleken dat er hoogstwaar schijnlijk geschikte trachten zouden zijn. Tevens blijkt echter dat aan de bedrijven geen voorstellen in deze richting zijn ge daan. De heer Pera is overtuigd dat er geen geschikte krachten zijn, maar spreker is overtuigd van het tegendeel. Versobe ring en bezuiniging is noodig, maar dan moeten we hebben de medewerking van het personeel. En dat is alleen mogelijk al9 er een goede geest gekweekt wordt, maar dat gebeurt niet als vreemde perso nen worden binnengehaald, terwijl perso nen hier in dienst zelfs geen gelegenheid kregen te solliciteeren. Op die wijze zul len de ambtenaren nooit tot versobering meewerken. Spreker onderschrijft niet de argumentatie van' den heer Groeneveld, maar hij heeft toch' ook ernstige bezwaren. Spreker beveelt daarom zijn voorstel aan, De heer Eerdmans heeft met genoe gen gezien, dat er een streven is naar ver sobering bii dezen dienst. En dat is hoogst noodzakelijk. De inkomsten: van markt-' en havendienst beloopen f 109ÓÖÓ.maar 'dé uitgaven zijn f 9300Ó.Het leeuwen deel hiervan komt in aan marktgeld. De Kosten van haven- en bruggediensten wor den lang niet gedekt door de inkomsten. Beperking is dus noodig. Spreker heeft met genoegen gezien, dat de Commissie dit ook inziet. Maar nu is dé weg om dit te verkrijgen, een zeer bedenkelijke. Het be treft hier eeiï zeer eenvoudigen dienst, die gemakkelijk door een wethouder is te over zien. Dat. schijnt, echter hier niet mogelijk én als gold het hier een uiterst belangrij ke zaak moet er nu iemand van buiten komen om den wethouder in te lichten. De heer Van Kesteren schijnt overtuigd te zfjtf dat *f hier een betrekking van langen duur is. Nu wist men in Sept. dat deze va cature zou komen. Reeds voor de Direc teur ontslag gevraagd had was door den heer v. Kosteren gesolliciteerd. Bovendien zijn ook van andere zijden sollicitaties in gekomen, zelfs van de oevers van de Zwar te Zee (Constanza). Spreker heeft ernstig bezwaar tegen dit voorstel. Men verwacht van dezen man dat hij met voorstellen zou komen die zijn eigen positie ondermijnen. 8preker meent dat de wethouder oapabel deze zaak zelfstandig te bezien en zal daarom gaarne de voorstellen tot aanhou ding steunen. De heer Eikerhout vraagt of er geen aanleiding is deze functie op te hef fen en een adj.-directeur de loding op te dragen. Halen we iemand van buiten, dian zullen we hem steaks als Directeur moe ten benoemen. Spreker meent dat de aan gewezen weg is, den adjunct-directeur met de werkzaamheden te belasten. De heer Kooistra kan zeer kort zijn. Men moet hierbij in acht nemen, dat het Rijk steeds het recht heeft op dep ambte naar. Het Rijk kan elk oogenbUik op hem beslag leggen een dan zail dat een zeer sterke prikkel zijn om hem te benoemen. We zitten dan aan hem vast, en dat acht spreker niet gewenscht. Spreker steunt gaarne het voorste!- Wilbrink. De heer Oostdam steunt eveneens' dat voorstel. De heer Pera, Weth., zegt dat z$o dra bekend wend dat de heer Ramakers ontslag zou vragen allerlei sollicitanten zioh aanmeldden. Daaronder was ook de heer van Kesteren. Nu was 't idee van B. en W. dab hier bezuinigd kon wonden. Nu veronderstelt prof. Eerdmans, dat het hier een zeer eenvoudige zaak is, maar om een goede regeling te ontwerpen is nog niet zoo gemakkelijk. Nu is met verschillende personen gespro ken en ook met den heer v. Kesteren, die zich verplicht achtte de beflangen van hei •Rijk te behartigen. Een stem: Die is goed. De heer Pera zegt, dat de gewone regel is dat men zegt geven, geven, maar er zijn ook anderen, die 's Rijks schatkist willen bevoordeelen. Nu bleek dat de heer v. Kesteren met deze zaak niet onbekend was, waarbij kwam, dat hij zioh bereid verklaarde zol der eenige zekerheid op Vaste benoeming een tijdelijke functie te aanvaarden. Tel kens is daarop de nadruk gelegd. Al de zorg, dat men later ook maar ©enigszins gebonden zou zijn, kan spr. beslist tegen spreken. De heer v. Kesteren heeft zich doen kennen ais iemand met een goed oordeel en inzicht, waarom hij op den voorgrond werd geplaatst. Nu zegt men, dat hier geschikte krach ten zijn. Zoo b.v. de heer Wilbrink die zijn licht opstak bij een ambtenaar aan de lichtfabrieken, dien men dus meer ver trouwt dan B. en W. Nu zegt men dat B. en W. geen onderzoek hebben ingesteld. Dat is niet juist, al hebben ze het. niet ge 'daan met klokgelui. Maar ze hebben nie mand gevonden aan wie men deze zaak met vertrouwen kon opdragen. (Rumoer.) Iemand, kan een zeer uitnemend per soon zijn en toch niet geschikt voor deze taak. De heer v. Kesteren is geschikt met mensohen om te gaan, wat van veel bete© kenis is. De heer v. Stralen: Die man is eenig. De heer Pera zegt nog dat er geen sprake van is dat de heer v. K. hier is bin nengehaald. Dat de gemeente profiteert van het wachtgeld van het Rijk, acht spreker iets heel gewoons. Er is niets tegen als we op deze' wijze het Rijk kunnen bevoordee len. Het bezwaar van den lieer Kooistra acht spreker al zeer gering. Hierbij komt nog, dat de heer v. Kesteren gedurende Decem ber met den Directeur werkzaam wil zijn. De Voorzitter zegt dat hij van dezen geheel en storm niets begrijpt. Er schijnt -hier iets persoonlijks te zijn. De heer Eerdmans: neen, bszuini ging. Do Vo orzitter: Ja, wacht nu eens. Wij hebben overwogen of er bezuinigd kon worden. Maar er moet een technisch deskundig ambtenaar zijn. De zaak is niet zoo eenvoudig als men meent. Toch werd besloten geen sollici tanten op te roepen. Maar dc heer v. K. wil weg en de dienst moet doorgaan. Nu kwam de heer v. K. tegenover wien we volkomen vrij staan. Nu is er aanmerking gemaakt op het salaris. Er werd gesproken van immoreel. Dit is volstrekt onjuist. De lieele zaak was, dat we niet iemand moes ten oproepen op het volle salaris. Men spreekt van andere ambtenaren, maar moeten we iemand van een ander bedrijf halen? (Groot rumoer. Verschillende leden roepen dat er een overcompleet is aan ambtenaren, maar deze worden niet op straat geworpen.) De Voorzitter hamert. Spreker zegt nog dat bij dit voorstel geen andere over weging voorzat dan te bezuinigen. Deze sterke oppositie is alleen te verklaren uit wantrouwen. Spreker begrijpt van deze sclmampere behandeling niets. De heeren moeten nu weben wat ze doen. Alleen hebben ze er mee te rekenen dlat op 1 Januari de dienst moet doorgaan. De heer Sijtsma: Dan had u eerder met voorstellen moeten komen. De Voorzitter: neen, dat kon niet, daar de heer Romanesk© tot het laatste oogenblik heeft geweifeld of hij zou heen gaan. De hoer Kooistra betoogt dat als we iemand van een anderen tak van dienst' halen, voorkomen kan worden dat iemand aan den dijk wordt gezet. De heer Eerdmane gaat van het standpunt uit, dlat we dezen man niet noo dig hebben. Noor zajn gevoelen moeten B. en W. zelf over de reorganisatie kunnen oordeeden. Is een wethouder daartoe niet in staat, dan is het tijd, dat hij heengaat. Dan wordt hij voor ons te duur. De zaak is betrekkelijk eenvoudig. De heer Groeneveld is als lid van de Havencommissie wel ©enigszins in staat te oordeelen. De zaak is niet zoo eenvoudig als sommigen meenen, maar het is toch ook weer niet zoo moefflijfc, dat we daarvoor naar Den Haag moeten gaan. Waarom komt men nu juist met den heer v. Kesteren? Is hij administra tief onderlegd? De heer Pera heeft hoog opgegeven van zijne bekwaamheden. ;t Is jammer, dat het Rijk hem heeft ont slagen. De heer v. d. Lip: flauwe aardighe den. De heer Groeneveld: we hebben hier wel ambtenaren. De V o o r z.waar den De heer Groeneveld: aan de 1 Hohtfabrie'ken. Daar worden toch klerken op straat gezet. Do heer Pera: we kunnen hier toch geen klerk aanstellen? De heer Groeneveld: neen, maar die kan dan opschuiven. Er zijn daar wol ambtenaren over, en anders op de Secre tarie. 't Is inmiddels kwart over zes ge worden. De V o o r z. stelt' voor vanavond terug te komen. Verschillende leden: stem men stemmen De heer v. d. Lip acht do zaak van teveel belang om ze op deze wijze af te doen. Bij stemming wordt daarna besloten heb debat in een avondvergadering voort te zetten:. Avondvergadering. De heer Groeneveld zegt dat is op gemerkt dat het salari9 van den heer v. K. geen verband lioudt met het wachtgeld dat hij geniet. Dit verandert echter niets aan het feit, dat hij een, laag salarig krijgt Feit is ook, dat hij gesolliciteerd heeft voor Directeur, waaruit volgt, dat hij er belang bij heeft dat er een Directeur blijft. Hij is belanghebbende en dus be vooroordeeld. Nu blijft de tegenwoordige directeur nog een maand. Zijn advies kan worden ingenomen, al zal me»n met zijn advies voorzichtig moeten zijn, daar hij niet licht zal erkennen, dat hij over bodig jarenlang dezen post heeft be kleed. Maar hij is althans deskundig. Spr. zou den dienst 700 goed mogelijk willen gaande houden om intusschen de reorga nisatie voor te bereiden. De heer v. Hamel verdedigt het voor stel van B. en W. die naar hun beste we ten hebben gehandeld. Dat zij den heer v. K. liebben voorgedragen, vindt spr. heel verklaarbaar, daar hij getoond heeft te zijn een man. met groote energie en plichtsbetrachting. Spr. vestigt er de aan dacht op, dat vooral ook liet marktmees terschap van veel beteekan.i? is.Spr. heeft in dit opzicht van den heer v. K. de beste verwachtingen. Hij begrijpt niet de scher pe aanvallen. Spr. is een groot voorsfan- der van bezuiniging, maar ook hierbij moet het verstand spreken. Niet iedere ambtenaar, hoe verdienstelijk overigens, is voor dit wérk geschikt. Spr. onder steunt het vooxstel van B. en \V. De heer Wilbrink zeg dat hier vol gens den heer v. Hamel onrechtvaardige verwijten zijn gericht aan het adres van B. en W. Spr.'blijft echter bij zijne mee ning, dat hij het recht had een ander standpunt in te nemen dan in de Comm. Spr. heeft niet betoogd, dat ambtenaren meer betrouwbaar zijn dan B. en W., maar wel, dat riet ©en ernstig onderzoek is ingesteld, althans niet bij de hoofden van dienst. Spr. ontkent dat hij persoon lijk is geweest. 1-Iij heeft zelfs niet de eer den heer v. K. te kennen. B. en W. zijn in hun verdediging veeleer persoon lijk en bevooroordeeld, niet het gevolg dat anderen zelfs niet de gelegenheid hid den. zich voor te stellen. Als overigens raadsleden een ander inzicht hebben, dan B. en W., dan hebben zij niet alleen het recht maar zelfs den plicht dat uit te spreken. Er is gezegd dat aan de licht fabrieken niemand overcompleet is, maar als geïnformeerd was, of er iemand was .die^genoeg administratief onderlegd is en goed met het publiek kan omgaan, dan zou er zeker iemand gevonden zijn in staat dezen diensc tijdelijk waar te nemen Overigens acht spr. het beter dat de wet houder zelf de reorganisatie voorbereidt, dan iemand van buiten, die zelf veel be lang heeft bij hel voortbestaan van de be trekking. Spr. blijft bij zijn voorstel. Do heer Wiimor stelt volkomen ver trouwen in de waarheidi/van de aanbeve ling van B. en W. Voor spr. is echter nog niet duidelijk of inderdaad een ernstig onderzoek is ingesteld, of onder het ge- mcentepersoneel ook niet is een geschikt persoon, die eventueel zijn betrekking met deze zou kunnen verwisselen. Spr. zou gaarne een beslist antwoord- ontvangen. De heer Eikerbout meent dat de reorganisatieplannen wel degelijk door den adj. directeur kunnen worden voorbe reid. Spr. gevoelt de bezwaren tegen het voorstel van B. en W., omdat we ons daar mee binden. Hij zou ook gaarne vernemen of het inderdaad niet mogelijk is, onder het gem. personeel een candidaat te vin den. Als er in een of ander bedrijf iemand is, dan zou hij tijdelijk zoo noodig op non- activiteit gesteld kunnen worden. Spr. dient een voorstel in, waarin wordt uit gesproken dat de betrekking van direc- eur van markt- en havendienst wordt op geheven en B. en W. worden uilgenoo- digd daarmee bij de reorganisatie te re kenen. De heer Oostdam is do:r den Voorz. tot andere gedachten gebrach.t Nadrukke lijk is toch gezegd dat wij volkomen vrij blijven. We hebben dan dit voor, dat wij iemand van builen krijgen met een fris- schen kijk op de zaak. Spr. zou dan ech ter nu reeds willen uitspreken, dat bij eventueel© benoeming van een directeur sollicitanten worden opgeroepen, opdat dan ook het gemeentepersoneel een kans krijgt. De heer Sijtsma betreurt het, dat vanmiddag niet ii gestemd, daar dan een der afwijkende voorstellen zou zijn aan genomen. Bezuiniging wordt nu weer on mogelijk gemaakt. Het zal nu wel blijken, ondanks alle verzekeringen, dat we nu aan den heer v. Kesteren gebonden zijn. Spr. betreurt het optreden van den heer Pera, die maar zonder meer heeft gezegd, dat hier in Leiden niemand te vinden was. De heer Pera ontkent dit ten stel ligste. De heer S ij t s m a zegt verder den heer Romanesko te hebben opgebeld, dio zich volkomen bereid verklaarde van advies te dienen. Spr. betwijfelt of een oud-politie ambtenaar in slaat is de reorganisatie voor te bereiden. De zaak is dat B. en W. de plannen klaar hadden moeten hebben. De heer Eerdmans: Zeer juist. De heer Sijtsma betoogt, dat het '1 van B. eh W. niet is in T belang v g iuccnte. Als we alleen over bezuini ging praten, komen we" niet verder. De heer E e r d mans zegt dat de Raad als geheel wil bezuinigen. Er is echter verschil van gevoelen over de wijze. Daarom viaagt spr. hoever de denkbeel den over dc reorganisatie zijn gevorderd. Spr. heeft den ir.druk gekregen dat alles zal afhangen var. het advies van den heer v. Kesteren. Blijkt dit niet het geval en geven B. en W. de verzekering dat het niet de bedoeling is weer een directeur te benoemen, dan zal spr. met het voorstel meegaan. De heer Pera. weth., zegt dat bet ge- fcecle bezuinigingsplan van B. en W. is uitgegaan. Nu stelt men liet voor alsof het omgekeerde het geval is. Van B. en W is het plan uitgegaan den directeur af te schaffen en na te gaan welke rang de nieuwe titularis zal hébben. Spr. kan den heer Eerdmans dus volkomen gerust stel len. Verder zegt spr. dat, uit do sollicitatie schijnt,dat de bedoeling is, van den heer v. K., directeur te worden. Bij do bespreking is echter het tijdelijk karakter van de functie sterk "op den voorgrond gesteld. De raad blijft volkomen vrij. Men wil nu de zaak aanvankelijk voortzetten met het aanwezige personeel. Maar dat kan niet, daar do onder-directeur daartoe niet in staat is. Do heer Sijtsma: Hij treedt Donder dag al weer in functie. De heer Pera: Neen, hij heeft ver klaard deze functie niet- te kunnen waar nemen. Spr. betoogt verder dat hij zich gehouden heeft aan dé afspraak om een onderzoek in te stellen. De w ij z e waar op hij dit gedaan heeft, wil hij hier niet uiteenzetten. Het resultaat van liet on derzoek was, dat er onder lion, die niet een vaste positie hébben, niet iemand was, geschikt om in dezen tak van dienst ge plaatst to worden en die wij do leiding durfden toevertrouwen. Spr. vestigt er nog de aandacht op, dat hier heel wat meer noodig is. dan geschiktheid voor ad ministratie. Den heer Eikerbout ant woordt spr. nog dat do adj. dir. hiervoor niet kan worden aangewezen. Wat be treft de vraag van den heer Oostdam om sollicitanten op te roepen zegt spr. dat hij van oordeel is, dat daar niets tegen is. In elk geval staan we tegenover den heer v. K. gehel vrij. Met den heer Groeneveld is spr. het eens, dat de tegenwordige di recteur niet de meest geschikte persoon is als adviseur op te treden. De heer Groeneveld: Dat heb ik niet gezegd. De heer Pera: Ja, u hebt 't met na druk gezegd. Do heer Sijtsma zegt, dat de heer Romanesko nog bereid was te blij ven. Maar dan begrijpt spr. den heer R. na diens pertinente verklaringen niet. Do Voorz. doet mededceling van een voorstel van den heer Eerdmans, om met 1 Januari eeiv tijdelijk ambtenaar aan te stellen met c'en titel van markt- en havenmeester. De heer Groeneveld bespreekt nog de wijze waarop de heer v. K. met B. en W. in contact Is gekomen. Tal van ande ren hadden nu i iet de gelegenheid te sol liciteeren. De adj. dir. is volgens den heer Pera niet geschikt tijdelijk op te treden, maar dan hébben B. en W. zich bij diens aanstelling vergist. De heer Pera: Hij is ziek geworden. Dc heer Groeneveld merkt den heer Wilmer op, niet te kunnen geloo- ven dat onder ons groote ambtenarencorps niemand is om tijdeijk deze functie, waar te nemen. Dat i* een onverdiende smet. Spr. vindt het verkeerd aan de eene zijde ambtenaren te ontslaan en aan de andere zijde nieuwe ambtenaren aan te 9tellen. Spr. vindt het vreemd dat B. en W. er niets van gezegd 'hebben, dat de heer v. K. reeds 53 jaar is. De heer Pera, weth., zegt nog dat bij een oproeping allicht meer keus zou ge weest zijn, maar men vergete niet dat het hier een tijdeiljke benoeming geldt. Do leeftijd acht spr. geen bezwaar. De Voorz. heeft niet veel meer te zeggen. De bezuiniging is inderdaad uit gegaan van B. en W. In verband daarmep is geen oproeping gedaan. De bedoeling is blijkbaar een der hoogere ambenaren van de lichtfabrieken, die straks misschien overbodig wordt, te benoemen, teneinde daar plaats te maken voor jongeren. Als deze echter benoemd was, dan zat hij er mee. We zouden hem dan toch niet te rug kunnen brengen. Zoo'n plaats kan toch niet opengehouden worden. De heer Wilbrink wil blijkbaar iemand uit een andere betrekking nemén, maar dan heeft hij er weinig kijk op, wat voor dit baantje gevraagd wordt. We kunnen toch niet iemand tijdelijk uit een andere be trekking nemen. De heeren Wilbrink en Kooistra achten dit zee? goed mogelijk. De Voorz. betoogt nog, dat hun voor stel het veiligste is. Hun bedoeling is, de betrekking van adj. dir. op te heffen. Waarschijnlijk I.an ook een der haven- rechercheurs gemist worden. Spr. be grijpt niet, waarom eventueel niet een op roeping gedaan zou kunnen worden. De leeftijd van den beer v. K. kan hier bui ten bespreking blijven, daar zijn pen sioen verzekerd is. Wat betreft de adj. directeur, die is door den Raad benoemd. Niemand'kan helpen, dat dc man ziek is geworden. Spr. betoogt nog, dat het hier een persoonlijke zaak betreft. Men wil iemand, thans in een andere functie, deze betrekking bezorgen. Maar als hij dan la ter niet benoemd werd, dan zou hem een leelijko kool gesloofd zijn. Nu de amendementen. Het meeste be zwaar heeft spr. tegen hot voorstel-Elkcr- bout. We moeten hebben een chef van dienst die er wat van weef. Dat is een voordeel bij den heer v. K., die hier de straat kenl. Het is absoluut, onmogelijk den chef van dienst af 'e schaffen, afge zien van den titel die zulk ccn ambtenaar heeft. Dc heer Wilbrink wil het voorstel aan- i houden en de dienst tijdelijk aan een an dere ambtenaar opdragen. Dit kan echter niet. Dc lieer Sijtema wil den heer Romanes ko lijdelijk behouden of deze functie tij delijk aan ccn ambtenaar opdragen. Maar 'dat laatste ist juist wat B. cn W. voorstel-' len. Zij vragen niets anders. Wat dc heer Eerdmans wil komt ook vrijwel pp hetzelfde neer. B. en W. slaan er volstrekt niet op, dat dc titel onveran derd blijft. Thans wordt tot stemming overgegaan. Het voorstel-E!kerbout wordt verwor pen met 25 tegen 2 stemmen. Voor dc hee ren Schoneveld en Eikerbout. Het voorste!-Wübrink wordt verworpen met te tegen 13 stemmen. Voor de heeren Mcijnen, Splinter. Wilbrink. Sanders, Eerd mans, Sijtsma, Kuivenhoven cn de' Soc.- Democraten. Het voorstel-Giocncveld wordt verwor pen met 18 tegen 9 stemmen. Voor de heeren Wilbrink, Eerdmans, Sijtsma cn de Soc Dcm. Het voorstel-Sijtsma wordt verworpen met 18 tegen 9 stemmen. Voor de heeren Wilbrink, Sijtsma, Eerdmans cn de Soc.- Dcmocraten. Het voorstel-Et-.rdmans wordt verwor pen met 18 tegen 9 stemmen. Voor dc hoo ren Wilbrink, Pkrdmans, Sijtsma cn de Soc.-Democraten. Het voorstel van B. én W. in stemming gebracht wordt aangenomen met 13 tegen 12 stemmen. Tegen de heeren Mcijncn, Wilbrink. San ders, Eerdman® Sijtsma, Kuivcnhovcn en de Soc.-Dcm. (Buiten verantwoordelijkheid der fted.l Sassenheim, 27 Nov. 1922 Geachte Redactie. Do „Nieuwe Leidsche" van Zaterdag bracht ons den uitslag van twoo stemmin gen, gehouden voor do aanwijzing van candidaten voor de groslijst voor do a.s. Staten-Verkiezingcn., n.l. Li see en Leidon. In deze uitslagen; komt m.i. helaas sterk naar vo-ren dat deze beide Kiosverccni- gingen zich alleen hebben, laten leiden door de begeerte om eigen "msnechon op de groslijst zoo gunstig mogeliike positie te geven. Als we in aanmerking nemen dat Lei den uitbrengt meer dan twee. vijfden van de A.R. stemming in dit district, en Lisse geeft dan van de 10 plaatsen één plaatsje aan een Leidenaar. dan kan ik niet zien dat men zich hier heeft laten leiden door het algemeen belang. En alö we dan den andern kant beden ken dat het -platteland toch in alle géval het. grootste gedeelte der a.r. stemmen uitbrengt, en hierbij slechts' twee plajte- 1 anders neemt dan kan ik me niet voor stellen dat men ook ih J.e!don_ zich, ern stig heeft afgevraagd, „Vv olko lijst te voor ons district het meest gejyey!«cb.! Een dergelijke' "nianièr van habrMèn lijiet me, met het oog op de goede samen werking tuésehen stad én pateeland, 'zeer ongcwcnscht. Ik hoop dan ook dat de Kicsvcrooni- gingen die nog vergaderen mceten, zich niet, door de voorbeelden van L'Vee en Leiden laten leiden. A. V/A RN AAR Jr. Leiden, 27 Nov. 1922 Niet toekeren. Mijnheer te Redacteur. Met instemming lazen wij bij uw drie star ..Niet teekenen"-in uw blad van Za terdag j.l. - Dat de waarschuwing noodig is, bleek ons vandaag nog. - Met do gewono frontmakersvri.imcedig- heid durft men zelfs lijsten te presentee ren aan overtuigde voorstanders vnn Chr. Onderwijs, cn ook zelfs te zenden aan onze scholen. En 't ergst? :'s dat er or.'l r onze men- schon dan blijken te zijn, die er in vlie gen en wel teekenen. Men kent blikbaar ónze eiccn o reali saties niet. weet. ook niet van bof poli tieke standpunt van do hoeren Eerdmans, KI. de Vricö enz., leest, zoo 't schijnt, ook geen kranten. Mischicn is dus do waarschuwing wel vergêefsch maar wij zouden toch nog even uw waarschuwing willen herhalen: Doet niet mee aan de pbli- t i e k e agitatie tegen dit minis terie. Helpt, niet de vijanden onzer 6 c h o 1 e n. Uit uw bezwaren s 1 e ch te d o or oi een organisaties! Toekent niet! Met dank - TTw abonnes C II. v. IJLDEN S. J. BOORfiMA Hit het Sociale Leven. Uit het drukkersbedrijf. In een zeer druk bezochte buitengewo ne vergadering van de afdeel int: Rotter dam van don Algem. Nederl. Typogra fenbond, eergisteren gehouden, zijn do voorstellen voor een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor 1923 met al ge m o e n e stemmen verworpen. De Christelijke Vakorganisatie. „De Gid§", orgaan van het Chr. Nat. Vakverbond, deelt mede, dat de kwar- taaletaat per 1 Oct. weer een belangrijke daling van het ledental aangeeft. Die da ling beliep niet minder dan 2522 leden of 3.71 pCt. 't Is dus wel beter dan in het vorig kwartaal, toen wij 3815 leden of 5.32 pCt. achteruitgingen, maar toch. we. daalden, merkt liet blad cp, dat cr aan herinnert, dat het ledental twee jaar te rug, 1 Oct. 1920, zijn hoogste punt tot nog tee had bereikt, t.w. 76.756 leden. In die twee jaar liep dus het ledental met 11.364 terug. Een respectabel aantal, dat echter niet behoeft te ontmoedigen, maar moge aansporen tot ijverig werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6