A. WAALS
Vanaf heden worden alle voorradige MANTELS, JAPONNEN, BLOUSES, ROKKEN
en MANTELCOSTUMES tegen zeer verlaagde prijzen uitverkocht.
Aan het einde der week.
Rijk aan belangrijke gebeurtenissen
was de afgeloopen week.
In Engeland zijn de aigemeene ver
kiezingen gehouden waarbij ook de vrou
wen in de gelegenheid werden gesteld zich
uit te spieken.
Terwijl wij dit schrijven is de uitslag
nog niet volledig bekend, maar duidelijk
ie tochwel, dat de uiterste partijen, de
conservatieven en de Labourpartij goede
zaken hebben gemaakt.
Lloyd George is er slecht afge
komen. Als hij bij zijn aftreden de hoop
heeft gehad, dat het volk zijne zijde zou
kiezen, dan heeft hij zich terdege vergist.
Nu behoeft dit niet al te zeer verwon
deren. Als in felbewogen tijden als we
thans beleven, en die ingrijpen naar alle
zijden noodïg maken, oen Minister zes ja
ren aan het bewind is geweest en aan
schprpe critiek heeft blootgestaan, dan
kan moeilijk worden verwacht, dat de ge
makkelijk in beweging te brengen volks
massa hem nog zal steunen.
Bonar Law heeft nu een voldoende
ïseerderheid om te werken. De vraag is
echter óf hij er mee kan werken «n voor
too lang.
De crisis in het Oosten zal hem
duidelijk hebban gemaakt, dat citiek uit
oef»» gemakkelijker ie dan zelf hande
len.
Hot bet met de Oostersche kwestie zal
afloopau valt moeilijk te voorspellen. De
Turken slaan een hoogen toon aan, wat
gezien do weinige eensgezindheid van de
Europeesche mogendheden, voor hen on
getwijfeld de beste tactiek is.
Voor de Christenen in het Turksche
gebied zijn naar het scliijnt moeilijke da
gen aangebroken. Ze worden vervolgd en
verjaagd, zonder dat de Christelijke mo
gendheden tusschenbeido komen.
Deze mogendheden hebben het voorals
nog te druk met onderlinge ruzietjes en
vooral met Duitschland, dat betalen moet
en niet betalen kan.
Frankrijk, zoo hebben we deze week
kunnen lezen, is wachtensmoe, waaruit
kan worden afgeleid, dat militaiire maat
regelen, ingeval geen spoedige overeen
komst wordt bereikt, met uit zullen blij
ven.
De kabinetscrisis in Duitschland
etaat ongetwijfeld met die moeilijkheden
in verband.
Cun-o, de directeur-generaal van de
Holland-AmerikarKin, een economisch uit"
stekend geschoold man, zal nu het werk
van Dr. Wirth overnemen.
Een moeilijke taak wacht hem onge
twijfeld.
De nieuwe regeering in Italië treedt
resoluut op en heeft daardoor al veel ge
wonnen. Dat is het eigenaardige in dezen
democratiechm tijd, dat het voor dicta-
tons zoo gemakkelijk is hun wil door te
letten. .li
Dé mensch is nu eenmaal een volgzaam
wezen, dat zi-ch als regel vrij gemakke
lijk laat leiden, mits de democratische
schijn bewaard wordt.
Do aardbeving in Chili trilt nog na, in
letterlijken zoowel als in figuurlijken zin.
Telkens worden nog nieuwe trillingen
gevoeld en het is duidelijk dat ook ove
rigens zulk een gewéldige raimp sporen
achterlaat.
De mensch' is machtig, dank zij de
wonderen van de techniek.
Maar hoe machtig ook: ais de aarde
Qpn oogenblik herwogen wordt, dan staat
hij machteloos en roerpen we als 'vanzelf
weer uit: Wat is de mensch! Een bloem
dee veHs die heden ie en morgen afgesne
den wordt. - ts -K i
Onze Tweede Kamer werkt nu zoo on
geveer nacht en dag door.
Tot laat in den avond wordt verga
derd en de eene spreker na de andere laat
xijn licht «schijnen over do meest uiteen-
Joopeud© vraagstukken.
In de afgeloopen week was het vooral
liet vraagstuk der werkloosheid dat de
aandacht vroeg, maar dat met praten
toch niet is op te lossen.
Met genoegen zal menigeen hebben ge-
aicn dat de Régeering werkzaam is en
waakzaam al zal zij natuurlijk niet in
Alle behoeften kunnen voorzien.
Naast de aigemeene politiek ten op-
aichte waarvan de rechtsche leiders vrij
wel één lijn trokken, kwam ook 't defen
ce-vraagstuk telkens weer aan de orde,
vooral na de bekende rede van den heer
Colijn, die een nieuwe koers aankondigde
Naar het heette zou vandaag (Vrijdag)
z.n,ze leider zijn bedoeling nader verduide
lijken, zoodat het geen zin beeft op dit
pimt hier nader in te ga<au, temeer omdat
dit hoekj© daarvan ook niet de meest ge
schikte plaats is-
Het dreigende spoorwegoonflict heet nu
opgelost. Zij het voor langen tijd.
Gemeenteraad Rljnsburg.
Vergadering van 16 November j.l.
Voorzitter de burgemeester de heer J.
Ia Bosschieter.
De Voorzitter opent de vergadering met
gebed en leest daarna de notulen voor wel
ke onveranderd worden vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
Hieronder schrijven van J. B. den Hoet
omtrent zijn benoeming als lid yan de
oudercommissie.
De heer S. Schoneveld vraagt of de
vroegere voorzitter tevens bedankt heeft
als lid der commissie. De V o o r z. zegt
onderzoek toe.
Tevens ingekomen antwoord van de Com
missie van Toezicht op het L. O. van 15
Nov. omtrent het afzien van het verleenen
van belooningen en eerbewijzen.
Schrijven van Ged. Staten van Zuid-
Holland houdende mcdedeeling omtrent de
verordening behelzende verlaging van sa
laris der Gemeente-Ontvangers.
In verband hiermee wordt behandeld:
Punt 2. Regeling jaarwedde Ontvanger.
Het minimum salaris wordt voor Rijns-
burg f 1400. Met toeslagen voor kinderen,
buitengewone werkzaamheden etc. wordt
het totaal-salaris van den tegenwoordi-
gen functionaris f 1930.
B. en W. stellèn voor het salaris van den
Ontvanger te bepalen op het bedrag zoo
als dit door Ged. Staten is vastgesteld.
De heer S. Schoneveld heeft uit de
pers vernomen dat er ook in do gemeente
lijke huishouding en door Gedeputeerden
zuinigheid zal worden betracht. Spr. merkt
hier nog niet veel van. Er is bij Ged.
Staten eer een drang tot verhooging dan
tot verlaging. Dat blijkt ook weer uit deze
circulaire. Spr. betreurt het dat Gedepu
teerden zoo generaliseeren. Er wordt te
veel „in 't groot" gedaan en men rekent
niet met de kleinore gemeenten. Doordat
Bijnsburg 100 inwoners meer dan 4000
heeft moet hier een hoog minimum wor
den betaald .Het is den heer Schoneveld
onbegrijpelijk dat behalve het maximale
minimum van f 1400 nog ruim f 500
moet wórden betaald voor z.g* extra be
zigheden. Spr. vraagt zich af wat de ont
vanger buiten die extra bezigheden dan
wel uitvoert voor z'n f 1400.
Spr. stelt den raad voor niet op de re
geling van Gedeputeerden in te gaan.
De heer Jonker onderschrijft het be
toog van den heer Schoneveld en acht ook
de kindertoeslag overbodig.
Het voorstel van B. en \V. (f 1930) wordt
verworpen met 2 tegen 6 stemmen. Voor
de wethouders.
Punt 3. Wijziging Gemeente-
terekening 1920.
Ged. Staten leggen aan den Raad ver
schillende wijzigingen voor. De Raad kan
met aigemeene stemmen er mee accoord
gaan.
Punt 4. Vaststelling Gemeen
terekening 1921.
De commissie van rapporteurs brengt bij
monde van den heer S. Schoneveld
rapport uit. We ontleenen hieraan: Der
commissie is opgevallen dat er voor f 75.70
is gevertelefoneerd; dat de post „aankoop
van boeken" zeer hoog is; dat een reis van
B. en W. naar Schiedam zonder doelvor-
melding op de rekening staat.
De heer Schoneveld vraagtWaar
voor is dit geweest.
Een stem: „Voor ouwe klare zeker."
De V o o r z. antwoordtDat een bedrag
van pl.m. f 6 per maand bij de verhoogde
telefoontarieven niet hoog kan worden ge
acht en dat er zeer zuinig is getelefo
neerd; dat hij liever gezien had dat de
commissie gezegd had welke boeken zij
onnoodig vindt; dat de reis naar Schiedam
is geweesk om een model van een vuilnis
wagen voor den reinigingsdienst e bezich
tigen.
Door den Raad wordt de opmerking ge
maakt dat men toch in de gemeente die
wagen heeft laten maken. Waarom dan
naar Schiedam?
De heer v. d. Gugten: „Een beetje
hard van stapel geloopen."
De V o o r z.„De voorbereiding berust
bij B. en W."
De commissie gaat voort en zegt dat hot
haar is opgevallen, dat staat vermeld een
post van f 9.80 voor een reis van wethou
der Iterson naar Den Haag. Is dat voor
den wethouder alleen?"
De Commissie zegt dat liet haar niet
gaat óm het bedrag maar om de geste van
B. en W. die als de Raad besluit iets niet
te doen het toch doordrijven. Zij ver
zoekt B. en W. het terrein volgende keer
zuiver te houden.
Ter sprake komen verder: 1. Reizen vari
den ontvanger. Met welk doel? 2. Herstel
len van ruiten. Waarvoor door de^ gemeen
te te betalen? Kosten Volkstelling. Wie
genoten (f 338.50 f 132.50?)
Antwoord Voorz.: 1. Voor politiezaken
in opdracht van mij; 2. De raad kan zich
uitspreken om reparaties door huurders t©
laten bekostigen; 3. v. d. Pol, Veen ieder
f 100, Kromhout restant.
Een kwestie die de tongen losmaakt is
deze: Een extra toelage wegens behaald
dipkuna aan veldw. van Veen.
De heer S. Schoneveld beweert dat
de raad besloten heeft een veldwachter
met diploma in dienst te nemen.
B. en W. hebben dat besluit genegeerd
en komen nu met een bedrag voor een
later behaald diploma.
De Voorzitter en wethouder van
Iterson betoogen dat als do
raad toch besloten heeft een gediplomeer
de veldwachter te benoemen het bedrag
toch wel gemotiveerd is.
De heer S. Schoneveld merkt
op dat het daar niet om gaat maar
over het wéér niet uitvoeren van een raads
besluit. Hij verzoekt B. en W. deze zaak
te onderzoeken; de voorzitter zal er de
notulen op naslaan.
De heer v. d. Gugten: „Je hoort er
toch niets meer van hoor."
Een post van f 4 voor onderhoud van
straten werpt meer stof op dan het waard
is, terwijl de commissie een post van f 50
voor vetlaarzen voor B. en W. wat hoog
vindt.
Een stem: „Was dat op Sinterklaas?"
De vraag van de commissie wordt door
de beide wethouders afdoende beantwoord.
Een post von f 290 plus nog wat voor een
vuilniswagen kan slechts de goedkeuring
wegdragen als opgemerkt is dat door aan
besteding deze post is verkregen.
Als nogmaals reparaties en onderhoud
ter sprake komen merkt de heer Scho
neveld op dat reparaties zelf indien het
niet te hoog gaat kunnen worden toege
staan. Indien men echter bijbouw of uit
breiding in een perceel wenscht dient eerst
de raad te worden gehoord.
Bij een post: „ondersteuning behoefti-
gen" merkt de commissie op: le. Dat hek
nog niet vast staat of het gewenscht is
om indien iemand door rechterlijk vonnis
(gelijk hier het geval was) niet in staat is
vrouw en kinderen te verzorgen, de in ar
moe verkeerende overblijvendcn te onder
steunen, daar men indirect misdrijf hier
door in de hand werkt.
2e. Dat te royaal door B. en W. is te
werk gegaan.
De Voorz. vraagt of men dan in de
gegeven omstandigheden vrouw en kinde
ren maar moet laten verhongeren om een
misdrijf van den man.
Een breede discussie (Rijnsburg staat
hiervoor bekend) volgt evenals bij een vol
gend punt: het op gemeentekosten opne
men ter operatie van een patiënt in het
Diaconessenhuis te Leiden, zonder terug-
verhaal.
De Voorz. zegt dat hij op een gegeven
oogenblik voor het feit stond dat door zijn
schuld (bij niet opname) het kind-zou ko
men te sterven terwijl niet in een oogen
blik kan word en, nagegaan of de vader al
dan niet armlastig waren. Later is gepro
beerd het bedrag van de ouders terug te
krijgen maar dit is mislukt.
De Moles t.-verzekering (1918?) wordt
door de commissie verder onnoodig ge
acht; wat B. en W. beamen.
Bij een volgende post: „Declaratie Mr.
Briët over rechtskundig advies omtrent
onderhoud van een brug" vraagt de com
missie hoe dat eigenlijk zit met die brug.
De Voorz. zegt dat er een kwestie is
ontstaan met de N. Z. H. wie het onder
houd van de brug die bouwvallig werd,
moest betalen. De N. Z. H. had toen de
tram werd aangelegd een gedeelte van
den brug door stutbalken versterkt. Het
gedeelte dat niet versterkt was begon aan
ouderdomsgebreken te lijden. De vraag
was nu of de N. Z. H. ook daarin moest
bijdragen. B. en W. meenden gezien een
oud contract daarop recht tc hebben; do
N. Z. H. dacht hierin niet te moeten bij
dragen. Het resultaat van Mr. Briët's ad
vies is dat de helft door de N. Z. H. zal
worden gestort.
De heer S. Schoneveld dankt voor
de inlichtingen en vindt het alleen maar
jammer dat de zaken op een dergelijke
wijze aan 't licht moeten komen.
De commissie is ontevreden over het feit
dat er zooveel z.g. strafrente is gemaakt.
De heer Jonker beweert dat er posten
onder zijn boven f 100.
De V o o r z.„U beweert wat niet bewe
zen kan worden. Zoekt u maar."
Zeer naarstiglijk wordt als nu door de
heeren gezocht maar het eind is een wel
verdiende triomf voor den voorzitter.
Onder het hoofd „Inkomsten" heeft do
commissie gevonden een post „oninbare
schoolgelden." Zij vraagt hoe of een post
oninbaar kan worden verklaard zonder
dat de raad is gehoord. Hieruit ontstaat
weer een klein conflict, dat als zoovele
andere niet wordt opgelost.
Als de schoolgeldregeling bij dit punt
ter sprake komt zegt de Voorz. dat de
heeren van de hak op den tak springen.
De heer Schoneveld: B. en W. moes
ten die lastige dingen voorkomen door
meer openbaarheid. Spr. zegt: „Ik ben
wel een mannetje van de vrede.. (uit
bundige hilariteit.)
Een voorstel-J o n k c r om het vraagstuk
al of niet betalen door de huurders van
gemeentewoningen van reparatiën uit te
maken wordt aangehouden.
De heer v. Biezen vraagt of er niets
gedaan kan worden tegen het stoomenvan
motorvaartuigen in de Vliet.
De Voorz. zegt dat de Raad aan Rijn
land een verzoek kan doen geen vergun
ningen daartoe meer uit te reiken.
De heer v. d. Gugten komt terug op
de kwestie: Ziekenhuis. Hij heeft van dc
diaconie nog niets gehoord dat er o\er zou
zijn gesproken.
De Voorz.: „Ja heeren ik heb er wel
met de diaconie over gesproken maar dat
is nog van recenten datum."
De heer v. d. Gugten: „Kom maar
eens uit de hoek, hoe staat het er mee?"
De Vo o r z. zegt dat de zaak nog niet
rijp is voor den raad.
De Meer V. d. Gugten: „Je hebt er nog
niks aan gedaan, dan zal ik het je wel
zéggen."
De Voorz. zegt dat hij er gisteren met
Ds. Broekstra en Ds. Luteijn over heeft
gesproken.
Dc heer v. d. Gugten vraagt verder
verspreiding aan van groote quantums ge
klopt puin op de Oegstgcesterweg. De
Rijnsburger jeugd, die volgens spr., toch al
bekend is om haar gegooi behoeft geen
stof te over te hebben. Ook vraagt spr.
naar het van streek zijn van de klok.
Dc Voorz. zegt verbetering voor deze
zaken toe waarna hij de openbare verga
dering sluit en haar over laat gaan in ge
heime zitting ter behandeling Reclames
H. O.
BENARDE TIJDEN.
Onze tijd is een benarde tijd, voor de
volken van Europa, ook voor one land.
Maar, vraagt de Zeeuw, waren de
vorige tijden, die met. dezen tijd te verge
lijken zijn, dan beter?
Het schijnt van ouds en. altijd de kwaal
der mensóhheid te zijn geweest, om den
tijd, dien zij beleefde, den eleehtsten ach-,
ten, en de vorige tijden de betere-
In het Joodsche land, tijdens Salomo,
mopperde men ook al in dien géést, en
dat in een tijd toen goud en zilver zoo
(menigvuldig waren dat zij schier geen
waarde hadden.
Maar 't is waar de belastingen
waren toen vrij- hoog, Konings hofhou
ding vorderde heel wat van 's volks
draagkracht- Men werd „gekastijd", en
dat nog wél met gecselen.
Toch waarschuwde de Heere door den
wijzen Prediker, dat men de vorige tij
den niet verheffen zou boven den tegen-
woordigen; noch ook die vorige tijden
terug zou vragen: immers men zou, naar
zulks niet uit wijsheid vragen" (Prediker
7:1).
Nu lazen wij dezer dagen ©en waar
schuwing in denzelfden geest in de Neder
lander, toegelicht door den schrijver met
voorbeelden. Enkele er van wenschen wij
onder de aandacht te brengen.
Een benauwde tijd was d© Fransche
tijd, erger nog dan daarvoor.
In 1798 had Amsterdam 81 duizend be
deelden op 191 duizend inwoners.Dat
wil zeggen bijna de helft der bevolking
bedeeld.
Maar deFranedhe tijd
Reeds in 1808 en 1809 was ons land
niet bij machte geweest de rente te beta
len van de staatsschuld en sedert had het
zich niét kunnen heretellen. In 1800 had
den wij meer dan 100 millioen uitgaven
tegenover oen inkomen van nauwelijks
30 millioen en in 1810, het ee-rete jaar
van de inlijving, moesten wij van een in
komen van 45 millioen alleen 40 milli
oen voor de rente der staatsschuld be
stemmen. Geen wonder ook. Onze buiten-
landsche handel was vernietigd en de
binnenlandsche beteekende weinig meer.
Onze koloniën waren weg, Vele kostwin
ners moesten in het leger dienen. De be
lastingen waren zwaar en werden streng
ingevorderd. En dat alles kwam na de
ellende van de Bataafsche republiek.
En toen in 1815 de overwinnnig bij
Waterloo aan Napoleons dwangbestuur
oen einde maakte, was daarmee het kwaad
nog niet zoo spoedig hersteld nadat de
voornaamste oorzaak van het kwaad was
weggenomen.
Nog in 1822 edhreef Willem de Clerq,
da Costa's vriend en geestverwant, in
zijn dagboek:
Ik was dien dag reeds aangegrepen
door een zware melancholie, te voor
schijn geroepen door de omstandigheden
waarin do handel verkeert. Zij bieden
steeds minder horizont en schijnen ten
slotte alle hoop af te snijden.
Langzamerhand kwaim de verademing.
Doch do oorlog met België kwam en zoog
al onze welvaart, weer weg. In 1841 dreig
de het staatsbankroet. In 1844 was er een
achterstand van 21 millioen. In 1849 bleef
er, na aftrek van den dienst der schuld,
slechts f21.511.000 over voor alle an
dere diensten. Toen minister van Hall aan
de régeering kwam, bedroeg onze staats
schuld 220 millioen, daar het stelsel van
volharding tegenover België ons ontzag
lijk veel gekost had en tocfo zijn wij dat
alles te boven gekomen, zoo dat in 1900
en 1901 zelfs overschotten waren, hoe
wel de Rijkstollen toen waren afgeschaft.
Nu mag hierbij niet uit het oog ver
loren worden dat de „batige sloten" uit
Indië hiertoe veel hebben bijgedragen.
Ja ja, den Javaan zijn wij veel verolicht.
De vluchtelingen uit Klcin-Azië.
Voor zijn vertrek uit Athene heeft Dr.
Nansen den volgenden oproep gepubli
ceerd: Alvorens uit Athene tc vertrek
ken waar ik mij van mijn taak gekwo
ten heb, in verband met het. onderzoek,
dat mij door de Vergadering van den Vol
kenbond was opgedragen, acht ik het
mijn plicht, op de volken en regeeringen
van Europa en het overige deed der we
reld een bercep te doen ten behoeve van
de vluchtelingen uit Klein-Azië. en öost-
Thracie, die in de laatste twee maanden
welke zoo vol van tragische gebeurtenis-
een waren, veiligheid gezocht hebben
binnen de grenzen van Griekenland.
Hot aanlal van deze vluchtelingen be
draagt, volgens betrouwbare inlichtingen,
ongeveer 900.000. De groote meerderheid
bestaat uit Grieken dat wil zeggen,
krachtens hun afkomst, zij het dan niet
krachtens hun nationaliteit en ei* zijn
niet minder dan 50.000 Armeniërs, aan
wie de Grieksche regecring, niettegen
staande de enorme lasten, welke op de
schouders van het Grieksche volk rusten,
met groote edelmoedigheid, gastvrijheid
en steun verleend heeft.
Verroweg het grootste gedeelte van
deze vluchtelingen is van alle aardsche
goederen gespeendover het algemeen
vormen de zomerkleeren, die zij nog aan
hebben, hun ecnige bezir. Zij hebben
dringend behoefte aan alles voeding,
kleeding, onderdak. Het vraagstuk dat
de de Grieksche regeering en het Griek
sche volk op te lo-ssen Rebben is, Jioct
men woningen, alsmede een beslaan, moet
vinden voor deze oorlogsslachtoffers en
hoe men. hen in staat, kan stellen, zich
spoedig aan te passen aan liet economi
sche leven van den Griekschon 6taat. Dit
is een taak, die onvermijdelijk hooge
cischcn stelt aan financiën van en. door
lange jaren van oorlogsgeweld, ui'geput
land. Hef Grieksche volk is bereid jot
elke opoffering, maar zijn pogingen tot
redding der uitgewekenen kunnen slechts
met succes bekroond worden, als de ge-
heele wereld spoedig ecu helpende hand
reikt.
Er wordt bericht, dat de Armeniërs
en Grieken, die nog in Klein-Azic waren
achtergebleven, thans gevlucht zi;n naar
de kust, in de hoop naar Eurona te kun
nen uitwijken. Ecnige duizendtallen Ar
meniërs zijn reeds in Constantinopelaan
gekomen cn men is bezig met, da ontsche
ping van 18-000 Armenische weezen. Naar
beweerd wordt, zijn deze aantallen nog
maar de eerste contingenten van een leger
van niet minder dan 350.000 vluchtelin
gen, tot wier steun Europa in den komen
den winter zal zijn geroepen.
Wat staat er op het spel? Niet slechts
het bestaan van 'honderdduizenden uitge
wekenen, noch alleen, de doekomat. van het
Grieksche volk. De ongestoorde voorts-
gang van de maatschappelijke, economi
sche en politieke ontwikkeling jn het Na
bije Oosten is. bij deze kwestie betrokken.
Het vraagstuk is dus van vitaal belang
voor alle beschaafde volken. Het, is thans
het psychologisch moment- In dit ramp
zalig uur heefthet Grieksche volk meer
dan ooit den moreelen en financieclen
steun der wereld van no ode.
Het dure Mesopotamië.
Zooals bekend, voert een deel der per3
in Engeland reeds sind6 langen t.ijd een
actie, welkede ontruiming van Mesopo-
tamie door de Britsche strijdkrachten:
beoogt. Ten einde haar betoogen met be
wijzen te kunnen staven, heeft de „Daily
Mail" een bijzonderen correspondent. Sir
Percival Phillips naar Mesopotamia ge
zonden om na te gaan hoe 't met de En-
gelsche bezetting van deze landstreek ge-
Sir Percival Philips, die thans op dei
terugreis is, heeft zijn eerste artikelen
van uit. Marseille g&eind. In dit artikel
doet hij interessante onthullingen om
trent de hooge kosten van de Militaire
bezetting, die zoo hecht is opgebouwd
schrijft hii alsof zij als definitief be
doeld is. Verder brengt hij aan het licht,-
hoe de bureaucratie haar scepter voert en'
op welke wijze met het belastinggeld van
de Engelsche burgerij wordt omgespron
gen. Het hoogtepunt van zijn betoogl
wordt wel bereikt in de mededeelingy
dat voor sommige afgelegen streken van
Mesopotamië do militaire autoriteiten
haar toevlucht moesten nemen tot helt
zenden van' bombardementsvliegtuigen
om de belastingen te innen!
In een hoofdartikel wijst de „Dailn
Mail" er op, dat Engeland zijn troepen
uit Mosopotamië moet terugtrekken ont
de eenvoudige réden, dat het zijn geld be
ter kan besteden voor de ©ohefTmg van
eigen industrie, handel «n landbouw, da»
zich in eens anders zak*T> te mer»g«e.