A. WAALS Vanaf heden worden alle voorradige MANTELS, JAPONNEN, BLOUSES, ROKKEN en MANTELCOSTUMES tegen zeer verlaagde prijzen uitverkocht. Aan het einde der week. Rijk aan belangrijke gebeurtenissen was de afgeloopen week. In Engeland zijn de aigemeene ver kiezingen gehouden waarbij ook de vrou wen in de gelegenheid werden gesteld zich uit te spieken. Terwijl wij dit schrijven is de uitslag nog niet volledig bekend, maar duidelijk ie tochwel, dat de uiterste partijen, de conservatieven en de Labourpartij goede zaken hebben gemaakt. Lloyd George is er slecht afge komen. Als hij bij zijn aftreden de hoop heeft gehad, dat het volk zijne zijde zou kiezen, dan heeft hij zich terdege vergist. Nu behoeft dit niet al te zeer verwon deren. Als in felbewogen tijden als we thans beleven, en die ingrijpen naar alle zijden noodïg maken, oen Minister zes ja ren aan het bewind is geweest en aan schprpe critiek heeft blootgestaan, dan kan moeilijk worden verwacht, dat de ge makkelijk in beweging te brengen volks massa hem nog zal steunen. Bonar Law heeft nu een voldoende ïseerderheid om te werken. De vraag is echter óf hij er mee kan werken «n voor too lang. De crisis in het Oosten zal hem duidelijk hebban gemaakt, dat citiek uit oef»» gemakkelijker ie dan zelf hande len. Hot bet met de Oostersche kwestie zal afloopau valt moeilijk te voorspellen. De Turken slaan een hoogen toon aan, wat gezien do weinige eensgezindheid van de Europeesche mogendheden, voor hen on getwijfeld de beste tactiek is. Voor de Christenen in het Turksche gebied zijn naar het scliijnt moeilijke da gen aangebroken. Ze worden vervolgd en verjaagd, zonder dat de Christelijke mo gendheden tusschenbeido komen. Deze mogendheden hebben het voorals nog te druk met onderlinge ruzietjes en vooral met Duitschland, dat betalen moet en niet betalen kan. Frankrijk, zoo hebben we deze week kunnen lezen, is wachtensmoe, waaruit kan worden afgeleid, dat militaiire maat regelen, ingeval geen spoedige overeen komst wordt bereikt, met uit zullen blij ven. De kabinetscrisis in Duitschland etaat ongetwijfeld met die moeilijkheden in verband. Cun-o, de directeur-generaal van de Holland-AmerikarKin, een economisch uit" stekend geschoold man, zal nu het werk van Dr. Wirth overnemen. Een moeilijke taak wacht hem onge twijfeld. De nieuwe regeering in Italië treedt resoluut op en heeft daardoor al veel ge wonnen. Dat is het eigenaardige in dezen democratiechm tijd, dat het voor dicta- tons zoo gemakkelijk is hun wil door te letten. .li Dé mensch is nu eenmaal een volgzaam wezen, dat zi-ch als regel vrij gemakke lijk laat leiden, mits de democratische schijn bewaard wordt. Do aardbeving in Chili trilt nog na, in letterlijken zoowel als in figuurlijken zin. Telkens worden nog nieuwe trillingen gevoeld en het is duidelijk dat ook ove rigens zulk een gewéldige raimp sporen achterlaat. De mensch' is machtig, dank zij de wonderen van de techniek. Maar hoe machtig ook: ais de aarde Qpn oogenblik herwogen wordt, dan staat hij machteloos en roerpen we als 'vanzelf weer uit: Wat is de mensch! Een bloem dee veHs die heden ie en morgen afgesne den wordt. - ts -K i Onze Tweede Kamer werkt nu zoo on geveer nacht en dag door. Tot laat in den avond wordt verga derd en de eene spreker na de andere laat xijn licht «schijnen over do meest uiteen- Joopeud© vraagstukken. In de afgeloopen week was het vooral liet vraagstuk der werkloosheid dat de aandacht vroeg, maar dat met praten toch niet is op te lossen. Met genoegen zal menigeen hebben ge- aicn dat de Régeering werkzaam is en waakzaam al zal zij natuurlijk niet in Alle behoeften kunnen voorzien. Naast de aigemeene politiek ten op- aichte waarvan de rechtsche leiders vrij wel één lijn trokken, kwam ook 't defen ce-vraagstuk telkens weer aan de orde, vooral na de bekende rede van den heer Colijn, die een nieuwe koers aankondigde Naar het heette zou vandaag (Vrijdag) z.n,ze leider zijn bedoeling nader verduide lijken, zoodat het geen zin beeft op dit pimt hier nader in te ga<au, temeer omdat dit hoekj© daarvan ook niet de meest ge schikte plaats is- Het dreigende spoorwegoonflict heet nu opgelost. Zij het voor langen tijd. Gemeenteraad Rljnsburg. Vergadering van 16 November j.l. Voorzitter de burgemeester de heer J. Ia Bosschieter. De Voorzitter opent de vergadering met gebed en leest daarna de notulen voor wel ke onveranderd worden vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. Hieronder schrijven van J. B. den Hoet omtrent zijn benoeming als lid yan de oudercommissie. De heer S. Schoneveld vraagt of de vroegere voorzitter tevens bedankt heeft als lid der commissie. De V o o r z. zegt onderzoek toe. Tevens ingekomen antwoord van de Com missie van Toezicht op het L. O. van 15 Nov. omtrent het afzien van het verleenen van belooningen en eerbewijzen. Schrijven van Ged. Staten van Zuid- Holland houdende mcdedeeling omtrent de verordening behelzende verlaging van sa laris der Gemeente-Ontvangers. In verband hiermee wordt behandeld: Punt 2. Regeling jaarwedde Ontvanger. Het minimum salaris wordt voor Rijns- burg f 1400. Met toeslagen voor kinderen, buitengewone werkzaamheden etc. wordt het totaal-salaris van den tegenwoordi- gen functionaris f 1930. B. en W. stellèn voor het salaris van den Ontvanger te bepalen op het bedrag zoo als dit door Ged. Staten is vastgesteld. De heer S. Schoneveld heeft uit de pers vernomen dat er ook in do gemeente lijke huishouding en door Gedeputeerden zuinigheid zal worden betracht. Spr. merkt hier nog niet veel van. Er is bij Ged. Staten eer een drang tot verhooging dan tot verlaging. Dat blijkt ook weer uit deze circulaire. Spr. betreurt het dat Gedepu teerden zoo generaliseeren. Er wordt te veel „in 't groot" gedaan en men rekent niet met de kleinore gemeenten. Doordat Bijnsburg 100 inwoners meer dan 4000 heeft moet hier een hoog minimum wor den betaald .Het is den heer Schoneveld onbegrijpelijk dat behalve het maximale minimum van f 1400 nog ruim f 500 moet wórden betaald voor z.g* extra be zigheden. Spr. vraagt zich af wat de ont vanger buiten die extra bezigheden dan wel uitvoert voor z'n f 1400. Spr. stelt den raad voor niet op de re geling van Gedeputeerden in te gaan. De heer Jonker onderschrijft het be toog van den heer Schoneveld en acht ook de kindertoeslag overbodig. Het voorstel van B. en \V. (f 1930) wordt verworpen met 2 tegen 6 stemmen. Voor de wethouders. Punt 3. Wijziging Gemeente- terekening 1920. Ged. Staten leggen aan den Raad ver schillende wijzigingen voor. De Raad kan met aigemeene stemmen er mee accoord gaan. Punt 4. Vaststelling Gemeen terekening 1921. De commissie van rapporteurs brengt bij monde van den heer S. Schoneveld rapport uit. We ontleenen hieraan: Der commissie is opgevallen dat er voor f 75.70 is gevertelefoneerd; dat de post „aankoop van boeken" zeer hoog is; dat een reis van B. en W. naar Schiedam zonder doelvor- melding op de rekening staat. De heer Schoneveld vraagtWaar voor is dit geweest. Een stem: „Voor ouwe klare zeker." De V o o r z. antwoordtDat een bedrag van pl.m. f 6 per maand bij de verhoogde telefoontarieven niet hoog kan worden ge acht en dat er zeer zuinig is getelefo neerd; dat hij liever gezien had dat de commissie gezegd had welke boeken zij onnoodig vindt; dat de reis naar Schiedam is geweesk om een model van een vuilnis wagen voor den reinigingsdienst e bezich tigen. Door den Raad wordt de opmerking ge maakt dat men toch in de gemeente die wagen heeft laten maken. Waarom dan naar Schiedam? De heer v. d. Gugten: „Een beetje hard van stapel geloopen." De V o o r z.„De voorbereiding berust bij B. en W." De commissie gaat voort en zegt dat hot haar is opgevallen, dat staat vermeld een post van f 9.80 voor een reis van wethou der Iterson naar Den Haag. Is dat voor den wethouder alleen?" De Commissie zegt dat liet haar niet gaat óm het bedrag maar om de geste van B. en W. die als de Raad besluit iets niet te doen het toch doordrijven. Zij ver zoekt B. en W. het terrein volgende keer zuiver te houden. Ter sprake komen verder: 1. Reizen vari den ontvanger. Met welk doel? 2. Herstel len van ruiten. Waarvoor door de^ gemeen te te betalen? Kosten Volkstelling. Wie genoten (f 338.50 f 132.50?) Antwoord Voorz.: 1. Voor politiezaken in opdracht van mij; 2. De raad kan zich uitspreken om reparaties door huurders t© laten bekostigen; 3. v. d. Pol, Veen ieder f 100, Kromhout restant. Een kwestie die de tongen losmaakt is deze: Een extra toelage wegens behaald dipkuna aan veldw. van Veen. De heer S. Schoneveld beweert dat de raad besloten heeft een veldwachter met diploma in dienst te nemen. B. en W. hebben dat besluit genegeerd en komen nu met een bedrag voor een later behaald diploma. De Voorzitter en wethouder van Iterson betoogen dat als do raad toch besloten heeft een gediplomeer de veldwachter te benoemen het bedrag toch wel gemotiveerd is. De heer S. Schoneveld merkt op dat het daar niet om gaat maar over het wéér niet uitvoeren van een raads besluit. Hij verzoekt B. en W. deze zaak te onderzoeken; de voorzitter zal er de notulen op naslaan. De heer v. d. Gugten: „Je hoort er toch niets meer van hoor." Een post van f 4 voor onderhoud van straten werpt meer stof op dan het waard is, terwijl de commissie een post van f 50 voor vetlaarzen voor B. en W. wat hoog vindt. Een stem: „Was dat op Sinterklaas?" De vraag van de commissie wordt door de beide wethouders afdoende beantwoord. Een post von f 290 plus nog wat voor een vuilniswagen kan slechts de goedkeuring wegdragen als opgemerkt is dat door aan besteding deze post is verkregen. Als nogmaals reparaties en onderhoud ter sprake komen merkt de heer Scho neveld op dat reparaties zelf indien het niet te hoog gaat kunnen worden toege staan. Indien men echter bijbouw of uit breiding in een perceel wenscht dient eerst de raad te worden gehoord. Bij een post: „ondersteuning behoefti- gen" merkt de commissie op: le. Dat hek nog niet vast staat of het gewenscht is om indien iemand door rechterlijk vonnis (gelijk hier het geval was) niet in staat is vrouw en kinderen te verzorgen, de in ar moe verkeerende overblijvendcn te onder steunen, daar men indirect misdrijf hier door in de hand werkt. 2e. Dat te royaal door B. en W. is te werk gegaan. De Voorz. vraagt of men dan in de gegeven omstandigheden vrouw en kinde ren maar moet laten verhongeren om een misdrijf van den man. Een breede discussie (Rijnsburg staat hiervoor bekend) volgt evenals bij een vol gend punt: het op gemeentekosten opne men ter operatie van een patiënt in het Diaconessenhuis te Leiden, zonder terug- verhaal. De Voorz. zegt dat hij op een gegeven oogenblik voor het feit stond dat door zijn schuld (bij niet opname) het kind-zou ko men te sterven terwijl niet in een oogen blik kan word en, nagegaan of de vader al dan niet armlastig waren. Later is gepro beerd het bedrag van de ouders terug te krijgen maar dit is mislukt. De Moles t.-verzekering (1918?) wordt door de commissie verder onnoodig ge acht; wat B. en W. beamen. Bij een volgende post: „Declaratie Mr. Briët over rechtskundig advies omtrent onderhoud van een brug" vraagt de com missie hoe dat eigenlijk zit met die brug. De Voorz. zegt dat er een kwestie is ontstaan met de N. Z. H. wie het onder houd van de brug die bouwvallig werd, moest betalen. De N. Z. H. had toen de tram werd aangelegd een gedeelte van den brug door stutbalken versterkt. Het gedeelte dat niet versterkt was begon aan ouderdomsgebreken te lijden. De vraag was nu of de N. Z. H. ook daarin moest bijdragen. B. en W. meenden gezien een oud contract daarop recht tc hebben; do N. Z. H. dacht hierin niet te moeten bij dragen. Het resultaat van Mr. Briët's ad vies is dat de helft door de N. Z. H. zal worden gestort. De heer S. Schoneveld dankt voor de inlichtingen en vindt het alleen maar jammer dat de zaken op een dergelijke wijze aan 't licht moeten komen. De commissie is ontevreden over het feit dat er zooveel z.g. strafrente is gemaakt. De heer Jonker beweert dat er posten onder zijn boven f 100. De V o o r z.„U beweert wat niet bewe zen kan worden. Zoekt u maar." Zeer naarstiglijk wordt als nu door de heeren gezocht maar het eind is een wel verdiende triomf voor den voorzitter. Onder het hoofd „Inkomsten" heeft do commissie gevonden een post „oninbare schoolgelden." Zij vraagt hoe of een post oninbaar kan worden verklaard zonder dat de raad is gehoord. Hieruit ontstaat weer een klein conflict, dat als zoovele andere niet wordt opgelost. Als de schoolgeldregeling bij dit punt ter sprake komt zegt de Voorz. dat de heeren van de hak op den tak springen. De heer Schoneveld: B. en W. moes ten die lastige dingen voorkomen door meer openbaarheid. Spr. zegt: „Ik ben wel een mannetje van de vrede.. (uit bundige hilariteit.) Een voorstel-J o n k c r om het vraagstuk al of niet betalen door de huurders van gemeentewoningen van reparatiën uit te maken wordt aangehouden. De heer v. Biezen vraagt of er niets gedaan kan worden tegen het stoomenvan motorvaartuigen in de Vliet. De Voorz. zegt dat de Raad aan Rijn land een verzoek kan doen geen vergun ningen daartoe meer uit te reiken. De heer v. d. Gugten komt terug op de kwestie: Ziekenhuis. Hij heeft van dc diaconie nog niets gehoord dat er o\er zou zijn gesproken. De Voorz.: „Ja heeren ik heb er wel met de diaconie over gesproken maar dat is nog van recenten datum." De heer v. d. Gugten: „Kom maar eens uit de hoek, hoe staat het er mee?" De Vo o r z. zegt dat de zaak nog niet rijp is voor den raad. De Meer V. d. Gugten: „Je hebt er nog niks aan gedaan, dan zal ik het je wel zéggen." De Voorz. zegt dat hij er gisteren met Ds. Broekstra en Ds. Luteijn over heeft gesproken. Dc heer v. d. Gugten vraagt verder verspreiding aan van groote quantums ge klopt puin op de Oegstgcesterweg. De Rijnsburger jeugd, die volgens spr., toch al bekend is om haar gegooi behoeft geen stof te over te hebben. Ook vraagt spr. naar het van streek zijn van de klok. Dc Voorz. zegt verbetering voor deze zaken toe waarna hij de openbare verga dering sluit en haar over laat gaan in ge heime zitting ter behandeling Reclames H. O. BENARDE TIJDEN. Onze tijd is een benarde tijd, voor de volken van Europa, ook voor one land. Maar, vraagt de Zeeuw, waren de vorige tijden, die met. dezen tijd te verge lijken zijn, dan beter? Het schijnt van ouds en. altijd de kwaal der mensóhheid te zijn geweest, om den tijd, dien zij beleefde, den eleehtsten ach-, ten, en de vorige tijden de betere- In het Joodsche land, tijdens Salomo, mopperde men ook al in dien géést, en dat in een tijd toen goud en zilver zoo (menigvuldig waren dat zij schier geen waarde hadden. Maar 't is waar de belastingen waren toen vrij- hoog, Konings hofhou ding vorderde heel wat van 's volks draagkracht- Men werd „gekastijd", en dat nog wél met gecselen. Toch waarschuwde de Heere door den wijzen Prediker, dat men de vorige tij den niet verheffen zou boven den tegen- woordigen; noch ook die vorige tijden terug zou vragen: immers men zou, naar zulks niet uit wijsheid vragen" (Prediker 7:1). Nu lazen wij dezer dagen ©en waar schuwing in denzelfden geest in de Neder lander, toegelicht door den schrijver met voorbeelden. Enkele er van wenschen wij onder de aandacht te brengen. Een benauwde tijd was d© Fransche tijd, erger nog dan daarvoor. In 1798 had Amsterdam 81 duizend be deelden op 191 duizend inwoners.Dat wil zeggen bijna de helft der bevolking bedeeld. Maar deFranedhe tijd Reeds in 1808 en 1809 was ons land niet bij machte geweest de rente te beta len van de staatsschuld en sedert had het zich niét kunnen heretellen. In 1800 had den wij meer dan 100 millioen uitgaven tegenover oen inkomen van nauwelijks 30 millioen en in 1810, het ee-rete jaar van de inlijving, moesten wij van een in komen van 45 millioen alleen 40 milli oen voor de rente der staatsschuld be stemmen. Geen wonder ook. Onze buiten- landsche handel was vernietigd en de binnenlandsche beteekende weinig meer. Onze koloniën waren weg, Vele kostwin ners moesten in het leger dienen. De be lastingen waren zwaar en werden streng ingevorderd. En dat alles kwam na de ellende van de Bataafsche republiek. En toen in 1815 de overwinnnig bij Waterloo aan Napoleons dwangbestuur oen einde maakte, was daarmee het kwaad nog niet zoo spoedig hersteld nadat de voornaamste oorzaak van het kwaad was weggenomen. Nog in 1822 edhreef Willem de Clerq, da Costa's vriend en geestverwant, in zijn dagboek: Ik was dien dag reeds aangegrepen door een zware melancholie, te voor schijn geroepen door de omstandigheden waarin do handel verkeert. Zij bieden steeds minder horizont en schijnen ten slotte alle hoop af te snijden. Langzamerhand kwaim de verademing. Doch do oorlog met België kwam en zoog al onze welvaart, weer weg. In 1841 dreig de het staatsbankroet. In 1844 was er een achterstand van 21 millioen. In 1849 bleef er, na aftrek van den dienst der schuld, slechts f21.511.000 over voor alle an dere diensten. Toen minister van Hall aan de régeering kwam, bedroeg onze staats schuld 220 millioen, daar het stelsel van volharding tegenover België ons ontzag lijk veel gekost had en tocfo zijn wij dat alles te boven gekomen, zoo dat in 1900 en 1901 zelfs overschotten waren, hoe wel de Rijkstollen toen waren afgeschaft. Nu mag hierbij niet uit het oog ver loren worden dat de „batige sloten" uit Indië hiertoe veel hebben bijgedragen. Ja ja, den Javaan zijn wij veel verolicht. De vluchtelingen uit Klcin-Azië. Voor zijn vertrek uit Athene heeft Dr. Nansen den volgenden oproep gepubli ceerd: Alvorens uit Athene tc vertrek ken waar ik mij van mijn taak gekwo ten heb, in verband met het. onderzoek, dat mij door de Vergadering van den Vol kenbond was opgedragen, acht ik het mijn plicht, op de volken en regeeringen van Europa en het overige deed der we reld een bercep te doen ten behoeve van de vluchtelingen uit Klein-Azië. en öost- Thracie, die in de laatste twee maanden welke zoo vol van tragische gebeurtenis- een waren, veiligheid gezocht hebben binnen de grenzen van Griekenland. Hot aanlal van deze vluchtelingen be draagt, volgens betrouwbare inlichtingen, ongeveer 900.000. De groote meerderheid bestaat uit Grieken dat wil zeggen, krachtens hun afkomst, zij het dan niet krachtens hun nationaliteit en ei* zijn niet minder dan 50.000 Armeniërs, aan wie de Grieksche regecring, niettegen staande de enorme lasten, welke op de schouders van het Grieksche volk rusten, met groote edelmoedigheid, gastvrijheid en steun verleend heeft. Verroweg het grootste gedeelte van deze vluchtelingen is van alle aardsche goederen gespeendover het algemeen vormen de zomerkleeren, die zij nog aan hebben, hun ecnige bezir. Zij hebben dringend behoefte aan alles voeding, kleeding, onderdak. Het vraagstuk dat de de Grieksche regeering en het Griek sche volk op te lo-ssen Rebben is, Jioct men woningen, alsmede een beslaan, moet vinden voor deze oorlogsslachtoffers en hoe men. hen in staat, kan stellen, zich spoedig aan te passen aan liet economi sche leven van den Griekschon 6taat. Dit is een taak, die onvermijdelijk hooge cischcn stelt aan financiën van en. door lange jaren van oorlogsgeweld, ui'geput land. Hef Grieksche volk is bereid jot elke opoffering, maar zijn pogingen tot redding der uitgewekenen kunnen slechts met succes bekroond worden, als de ge- heele wereld spoedig ecu helpende hand reikt. Er wordt bericht, dat de Armeniërs en Grieken, die nog in Klein-Azic waren achtergebleven, thans gevlucht zi;n naar de kust, in de hoop naar Eurona te kun nen uitwijken. Ecnige duizendtallen Ar meniërs zijn reeds in Constantinopelaan gekomen cn men is bezig met, da ontsche ping van 18-000 Armenische weezen. Naar beweerd wordt, zijn deze aantallen nog maar de eerste contingenten van een leger van niet minder dan 350.000 vluchtelin gen, tot wier steun Europa in den komen den winter zal zijn geroepen. Wat staat er op het spel? Niet slechts het bestaan van 'honderdduizenden uitge wekenen, noch alleen, de doekomat. van het Grieksche volk. De ongestoorde voorts- gang van de maatschappelijke, economi sche en politieke ontwikkeling jn het Na bije Oosten is. bij deze kwestie betrokken. Het vraagstuk is dus van vitaal belang voor alle beschaafde volken. Het, is thans het psychologisch moment- In dit ramp zalig uur heefthet Grieksche volk meer dan ooit den moreelen en financieclen steun der wereld van no ode. Het dure Mesopotamië. Zooals bekend, voert een deel der per3 in Engeland reeds sind6 langen t.ijd een actie, welkede ontruiming van Mesopo- tamie door de Britsche strijdkrachten: beoogt. Ten einde haar betoogen met be wijzen te kunnen staven, heeft de „Daily Mail" een bijzonderen correspondent. Sir Percival Phillips naar Mesopotamia ge zonden om na te gaan hoe 't met de En- gelsche bezetting van deze landstreek ge- Sir Percival Philips, die thans op dei terugreis is, heeft zijn eerste artikelen van uit. Marseille g&eind. In dit artikel doet hij interessante onthullingen om trent de hooge kosten van de Militaire bezetting, die zoo hecht is opgebouwd schrijft hii alsof zij als definitief be doeld is. Verder brengt hij aan het licht,- hoe de bureaucratie haar scepter voert en' op welke wijze met het belastinggeld van de Engelsche burgerij wordt omgespron gen. Het hoogtepunt van zijn betoogl wordt wel bereikt in de mededeelingy dat voor sommige afgelegen streken van Mesopotamië do militaire autoriteiten haar toevlucht moesten nemen tot helt zenden van' bombardementsvliegtuigen om de belastingen te innen! In een hoofdartikel wijst de „Dailn Mail" er op, dat Engeland zijn troepen uit Mosopotamië moet terugtrekken ont de eenvoudige réden, dat het zijn geld be ter kan besteden voor de ©ohefTmg van eigen industrie, handel «n landbouw, da» zich in eens anders zak*T> te mer»g«e.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6