Dagblad voor Leiden en Omstreken
3de JAARGANG. - ZATERDAG 28 OCTOBER 1922 - No. 780
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPR S
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Hier sta ik
Wij herdenken in deze dagen weer' het
feit der Kerkhervorming in de 16o eeuw,
die ook in one land do geestelijke vrijheid
bracht.
Wij brengen in herinnering de stoute
daad van den eenvoudigen monnik Dr.
Maarten Luther, toen hij op 31 October
1517 zijn 95 stellingen aan de slotkerk te
Wittenberg aansloeg.
En tegelijkertijd herinneren we ons,
Ihioe Lui her nadat hij in 1520 door den
Paus in den ban was gedaan, in 1521 ter
verantwoording geroepen werd voor den
Rijkedag te Worms.
Zijn Dositie scheen hachelijk.
Hij was een vogelvrij verklaarde.
Zijne vrienden hielden zich schuil, of
waarschuwden hem toch voorzichtig te
zijn.
En toch torn hij daar .stond voor den
machtigen Keizer die omringd was van dé
grooten en machthebbers der aarde en
hem gevraagd werd, wat hij geschreven
•had te herroepen, klonk het fiere en
machtige woord: Hier sta ik. Ik kan niet
anders. G-od helpo mii! Amen.
Zoo kon alleen een man spreken. Een
man, die geloof had.in zijn zaak en ge
loof in zijn God.
En 't zijn zulke mannon, die we ook
thans noodig hebben.
Hier sta ik!
Zeker, dat hooren we ook in onze da-
gen.
Hier sta ik. Ik, de groot kapitalist, die
het kap'taal bezit en do macht. Ik zal
mijn wil laten gelden. Mijn woord zal
wet zijn.
Hier sta ik. Ik, de leider van eèn mach
tige vakorganisatie. Neen, de macht ie
niet bij den eenling, maar bij de massa;
niet bi? het kapitaal, maar bij den ar
beid; niet het verstand regeert, maar de
kracht en de macht waarvan ik de ver
persoonlijking ben. Hier sta ik, en wie
zich op mijn weg vertoont, die vertreed
ik.
Hier sta ik. Ik, de man die in het poli
tieke leven een vooraanstaande plaats in
neem en die daardoor.in staat ben groo
ten invloed uit te oefenen. Voor niets en
voor niemand ga ik óp zij. Ik zal spreken
en anderen zullen luisteren; ik zal pijpen
en anderen zullen dansen.
Hier sta ik. Ik de man van do weten
schap. Hemel en aarde heb ik doorzocht.
Er is niets wat ik niet heb nagespeurd.
Ik heb de kennis en kennis is macht.
Hier sta ik. Ik do man van de tech
niek, die geheime nooit gekende krachten
tot ontwikkeling weet te brengen en die
krachten weet. te dwingen hot mensch-
dom te dienen. Het op te voeren naar om
toog, maar het ook, al6 het moet te ver
pletteren.
Hier sta ik. Ik de man van het wapen
geweld. die over oen machtig leger be
schik en die zelfs het recht voor mijne
macht doe wr'ken.
Hier sta ik. We hooren. het van alle
kanten. De een roept het al luider en
krachtiger dan de ander.
Zullen we daaróm ons geslacht geluk
kig prijzen?
Och, laten we voorzichtig zijn.
Ook hier bedriegt zoo vaak de schijn.
Zeker, we zijn mannen en vrouwen
van stavast.
Want. al behooren we niet tot de led-
dors van ons volk, het „hier sta ik!"
durven we toch wel op onze lippen te ne
men.
Alleen, en daarop moeten we letten,
we laten er zoo gemakkelijk iets anders
op volgen.
Hier sta ik. Ikwil niet anders.
Zoo is het toch vaak in het leven?
Hoeren we het niet eiken dag en elk
uur?
Maar als dat zoo is, dan is dat niet an
ders dan een uiting van trotscho verwa
tenheid.
Hier sta ik. Hier staan z e, de mannen
van macht en invloed in het maatschap
pelijke en het staatkundige en ook wel in
het kerkelijke leven, omdat ze niet an
ders willen.
Omdat het hun om de macht te doen
^Omdat ze zichzelf zoeken. Eigen eer en
macht, en invloed.
Omdat ze weigeren te buigen, te bui
gen zelfs voor God en Zijn Woord.
Luther deed hot anders.
Bij hem werd het: „hier sta ik" ge
volgd door: „Ik-kan niet anders!"
Dat is ware grootheid.
Ik kan ^niet anders. Niet omdat de
ommandigheaep mij tegen zijn, niet om
dat ik op die wijze allerlei onaange
naamheden kan voorkomen, on omdat ik
andere maar in moeilijkheden zou ko
men.
-Veen, ik kan niet anders, omdat ik
met mijzelven leef.
^mdat ik niet mijn eigen wog kaa
gaan.
Omdat ik heb te gehoorzamen en te
dienen.
Omdat ik gegrepen ben door eein mach
tig beginsel, dat heel mijn leven be-
heerscht.
Zoo stond Luther voor de machtheb
bers der wereld.
En omdat hij daar zoo stond, daarom
heeft hij zoo machtigen invloed' uitge
oefend.
Daarom trilt thans, na meer dan vier
eeuwen nog na het woord door hem ge
sproken.
Als hijniet anders gewild had,
omdat hij nu eenmaal een koppige mon
nik was. die niet wenschto zijn hoofd te
buigen, zijn wijsheid zou mcit hem zijn
yergaan.
Maar hij kon niet anders.
En daarom klonk zoo madhtig zijn:
„Hier sta ik".
En daarom kon hij ook laten volgen:
„God helpo mij".
God helpo mij! Dat was bij Luther
niet eon uitroep van doffe berusting.
Hij redeneerde niet:_ „Ik heb mijn plicht
gedaan, maar nu zie ik geen uitkomst
meer ea daarom moge God mij helpen.
Zoo wordt dit woord vaak verstaan.
Ook wij kennen ze allen wel in onze
omgeving- de mannen en vrouwen die
niets voelen voor kerkelijke en staatkun
dige en maatschappelijke actie.
Dat ie. zoo heet het dan, toch alles
maar mSischcuiwerk, dat zoo bedroefd
weinig beteekent.
Het is menschenwerk en daarom ge
brekkig on zondig ©n onvolkomen.
Men maakt er maar ©en staf van ora
te leunen, maar die in de practijk de
hand die ze omvat houdt doorboort.
Noen. God moet het doen.
En met een eerlijk en oprecht ge
meend „God helpe mij", trekken ze zich
terug en zien niet zonder medelijden neer
op die ploeteraars die zelf ook iets willen
doen, en die naast het bidden ook het
werken niet willen vergeten.
Maar zoo heeft Luther het niet ver
staan.
Hij had zich in gehoorzaamheid gebo
gen voor het Woord van GocL
Daarom kon en mocht hij niet an
ders.
Daarom kon hij toen allo menschelijlce
machten hem bedreigden en de vijand
met opgestoken vaan op hem aanrukte,
dat machtige woord spreken: Hier sta
ik!
Hier sta ik!
Als hij gestaan had in eigen kracht,
dan zou dat fiere woord spoedig verstor
ven zijn.
Maar zoo was het niet.
Hij kon er op laten volgen: Ik kan
niet anders.
Omdat God het wil.
Omdat ik voor Zijn Woord wensch te
buigen.
En omdat zoo de zaak stond kon hij
er op laten volgen: God. help© mij. God
zal mij helpen!
En omgekeerd: omdat God mij zal hel
pen, daarom sta ik hier en deins ik voor
geen gevaren,, hoe groot ook terug.
Wij noemen ons kinderen der Hervor
ming.
Het Luthoflied wordt door ons gaarne
gezongen, en machtig klinkt het vaak
door de gewelven:
Een vaste burcht is onze God
Een toevlucht voor de Zijnen.
Dat kan hartverheffend zijn en het kan
ons ontroeren en in vervoering brengen.
Maar laten wij nu voorzichtig zijn en
in die vervoering de werkelijkheid niet
uit het oog verliezen.
Ie hot bij ons geworden: Ik m a g niet
anders. Is er bij ons een buigen voor
Gods Woord? Wenschen wij Zijne eere
te zoeken, in hooi hét leven?
Indien ja, dan zal God ook ons helpen.
Dan zal onze strijd en arbeid niet
ijdel zijn.
En dan mogen wij ook overnemen het
machtige Lutherwoord: „Hier sta ik!"
V Vrede door recht.
Een mooie leuze 'is dat.
Alleen maar jammer dat velen daar
van wel willen weten als het gaat over
de internationale verhoudingen, maar
niet op het in onze ommiddelijk© nabij
heid liggende terrein van den arbeid.
Dan verkiest men vaak den s t r ij d.
En zoo wordt er dan gestreden op
groot© schaal.
Nu breekt hier een staking uit en
morgen wordt daar een uitsluiting
geproclameerd.
De Minister van Arbeid heeft nu 'n po
ging gedaan om den strijd to doen plaats
maken voor het recht.
En de Tweede Kamer hoeft hem in dat
Christolijk-Sociaal pogen gesteund.
Dé bedoeling is, dat zullen worden
aangesteld Rijksbemiddelaars.
Zoodra dezen van den burgemoester
toenor gemeente kennis hebben gekregen
dat oen geschil is ontstaan, dat tot sta
king of uitsluiting laanleiding Idreigt te
geven en waarbij ten ministe vijftig
arbeiders Zijn betrokken, trachten zij dit
geschil in der minne te beëindigen.
Ook kunnen partijen of de vakorgani
satie de tusschenkomstr inroepen van den
Rijkebemiddelaar, die bij het geschil be
trokken werkgevers of arbeiders of be
stuurders van ihunno vakvereenigingen
voor zich kan doen verschijnen-tot het
geven van inlichtingen.
Zoo noodig kan de tusschenkomst van
teen bemiddelingsraad of een
6 ch ei d s g e r e ch t worden ingeroepen
en indien dan nog geen overeenstemming
wordt verkregen kan zelfs een Commissie
van enquête werden ingesteld.
De practijk zal leeren, of in do practijk
resultaten worden bereikt.
Maar het pogen verdient althans
warme instemming.
V Een gevaarlijke kant.
Aan het thans door do Tweede Kamer
aangenomen ontwerp inzake de bemidde
ling bij arbeidsgeschillen, zit een gevaar
lijke kant.
Oorspronkelijk was voorgesteld, dat,
indien een Commissie van enquête voor
oen bepaald conflict werd benoemd, wel
ker uitspraken wettelijk gesanctioneerd
zouden worden, de overlegging van do
boeken kon worden gevorderd.
Daartegen ree? verzet.
Een zakenman heeft niet gaarne dat er
in zijn boekon wordt geneusd.
En dat is verklaarbaar.
Het kan zooals de oorlogstijd heeft
geleerd zeer nadeelinge gevolgen héb
ben.
Do Kamer bleek dit in te zien, en be
paalde, dat zulk een Commissie alleen
kan worden -benoemd ak bij een geschil
het algemeen belang in ern
stige mate is betrokken, terwijl met
gevangenisstraf wordt bedreigd een ieder
die de geheimhouding schendt.
Dat beteekent een verbetering.
Maar een gevaar blijft hier ongetwij
feld bestaan.
Uit eigen ervaring uit de crisisjaren
'wist b.v. de heer Gerrotson mee te doe
len dat er bij .hot „boekenonderzoek on
der ©ode" telkens „lekken" bleken te zijn.
Dit blijft een. gevaarlijke kant.
Die misschien zonder bezwaar wegge
nomen had kunnen worden, otodat een
oplossing onder zoo sterke nressie toch
al zeer weinig bet-eekenis heeft.
Bovendien bestaat de kans, dat op de
ze wijze het goedbedoelde pogen reeds bij
voorbaat impopulair wordt gemaakt.
STADSNIEUWS.
Oud-ledenvereeniging „Prediker".
Voor een klein gehoor hield Da. Voor-
steegh van Katwijk aan Zee een rede
over „De Ghr. Jongelingsvereenlging in
dezen ernstigen tijd".
De voorzitter van bovengenoemde ver-
eeniging, de heer P. Mazurel opei.de de
vergadering met het laten zingen van
Psalm 119:5, waarna hij voorging in ge
bed. Nadat vervolgens gelezen was. Psalm
19, heette de voorzitter allen hartelijk
welkom op-deze eerste van de 4 vergade
ringen, welke de v-ereeniging voornemens,
is te houden, en sprak den wensch uit
dat ook deze vergadering ten zegen mag
zijn van hen die aan do jongelingschap
leiding hebben te geven.
Daarna was het woord aan Ds. Voor-
steegh tot het houden van zijn rede.
Wanneer ik u spreek van een ernstigen
tijd, aldus spr., dan weet ik uw aller in
stemming te hebben. Wellicht zal men
vreezen dat ik te diep in die donkerheid
en die ernst zal afdalen, en hoopt men
nu eens iets anders te hooren dan van die
ernstige tijden.
En toch moeten we ten volle in den
ernst en den nood der tijden afdalen, om
te.vluchten tot Hem, bij wien alleen uit
komst te geven staat. Daarom zal ik het
hebben over die ernstige tijden, of liever
ever de Chr. J. V. in dezen tijd,
want zij staat er midden in. Want de tijd
is ernstig. De mentaliteit van het
volk biedt zulk een uitnemenden bodem
vcor de revolutie-theoriën, terwijl alles
er op wijst dat het niet lang meer bij
theorieën -zal blijven, maar dat men zal
overgaan tot den daad.
Het omeerendeel van het volk heeft geen
basis, geen grondslag meer waarop het
steunt. Men denkt er ever zooals van Ra-
vesteyn in den Rotterdamschen raad zei-
do, dat het nu geen tijd meer is om er
principes op na te houden. Het is zooals
de Min. v. Onderw. het vorige week Don
derdagmorgen bij de opening van liet
congres tot bestrijding der tuchteloo beid
uitsprak, dat vele mensclien, en speciaal
jenge mensehen, uit het evenwicht gesla
gen zijn, en niet tot rust kunnen komen,
en geen vasten gang meer kunnen aanne
men, geen bepaalde richting kunnen in
slaan. Wat de wereld noodig heeft, dat
zijn menschen met wilskracht, m?t draag
kracht, met werkkracht. Oppervlakkig be
schouwd zou men denken dat deze dingen
buiten het terrein der religie liggen, maar
ais men kennis neemt van het woelen cn
zoekeu der menschen, komt men wel tot
een andere conclusie, ai wil de overzijde
die meening vasthouden.
In tegenstelling met de algemeene ver
wachting blijkt het, dat het materia7isme
alleen nog maar is overwonnen op de
studeerkamer van denkers, dichters en
fiiosoplien. En bij de algemeene verwar
ring die er heerscht, dreigt thans een
nieuw gevaar, .n.l. d-at de menschen ook
voor het grofste radicalisme niet terug-
c'eizen. Ook dreigt gevaar van den:
„laat maar waaien" geest. Vele men
schen worden het moede om zich bezig te
houden met de vraagstukken van den dag.
en bekommeren er zich niet om hoe het
loopt. Zoo mag een Christen er nooit
ever denken, want te midden van allo
woeling en twijfel, staat het woord van
onzen God. Er kan bij onze Christenen te
genwoordig te veel „door". Wc moeten te
rug naar het Woord.
Ten opzichte van de Chr. J. V. wil spr.
uitgaan van drie gedachten: n.l. Denk wel.
Spreek wel. Doe wel.
Er zijn veel menschen die er lieelemaal
niet over denken. Anderen dénken er ver
keerd over. Het laatste vindt vooral dik
wijl zijn oorzaak hierin, dat vele men
schen in het diepst van hun hart een ver
borgen vijandschap koesteren tegen het
„fijne" leven. Laat men die verkeerde
gedachte toch niet vpeden. Alleen door
„fijn" de dingen te onderzoeken, zal men
tof de ware kennis van zonde en genade
geraken, on leeren opzien naar het
licht van Golgotha's Kruis.
Bovendien gaat het er op de J.V. niet
zoo diepzinnig naar toe, als vele men
schen wel denken. Ach, men wil wel eens
een vriendelijke knik geven in de lichting
van dc J.V., maar men beseft over 't alge
meen niet de beleêkenis van de J. V. Men
denkt te veel aan een oude-mannen-ver-
gadering, en dit is toch geheel onjuist-.
Zij, die do J.V. bezocht hebben, weten
wel beter en zij danken God voor Zijn lei
ding die hen op de J. V. bracht.
De jongeling heeft zooveel goede raad
en vertrouwelijke leiding noodig. Hij
tornt in aanraking met allerlei proble
men van welker bestaan hij nooit had
gedroomd. Onze jongelingen denken veel
meer dan vel© menschen mennen. We
■sturen hén niet: meer zoo gemakkelijk
met een kluitje in 't riet Zij willenpo
sitieve zekerheid hebben omtrent de din
gen die hen van vader en moeder werden
geleerd.
En daar hebben zij recht op.
Het is het zaad der gemeente.
Daar zijn wel van die z.g. vriendelijke
oud© menschen, die zeggen: die jongen
moet toch ook wat hebben", of: „men is
maar eenmaal jong".
Niet alzoo.
Onze jongens, ook de jongens „van de
vlakte", denken dieper dan velen meenen.
En als het openlijk in de bladen wordt
gezegd: „Wie aan godsdienst doet, is, of
niet goed wijs of een huichelaar; dan
heeft de jongeling recht op voldoende
tegenwicht vooral van do zijd© der ge
meente.
Denk wel ten opzichte van de Ghr. J.V.
Nadat gezongen was Psalm 145:1. zette
spr. zijn rede voort, uitgaande van de geT
daclifce: Spréék wek ten opzichte van de
J. V. j
Ook hier treffen we weer menschen aan
die er nooit óver spreken. Ze spreken 'er
ook wel eens verkeerd over. Dat mag
niet.
Men heeft hét soms over: „eigenwijze do-
mineetjes", of over een: „fijne boel Het
is maar do vraag wat met dat fijn wordt
bedoeld.
Dat bespotte „fijn" zal niemand kun
nen missen om zalig te worden. Het is
waar, dat niet allo menschen die de J. V.
hebben bezocht, zich in de practijk be
keerde menschen toonen.
Maar daarmede is de Chr. J.V. niet ver
oordeeld.
Daar heerscht geen reactionaire geest,
ir.aar een sfeer die heilzaam op het gewe
ten van den jongeling werkt.
Daar worden menschen gevormd die een
ruggegraat hebben.
Daar wordt de persoonlijkheid gestevigd
We moeten leeren op elkander aan te
kunnen.
Na er o,p gewezen te hebben dat het
„doé wel" de ontplooide gedachte is van
het i.denk wel", en de J. V. hartelijk te
hebben aanbevolen, besloot spreker zijn
met geestdift uitgesproken, en met aan
dacht gevolgde rode.
De heer Mazurel richtte nog eenige
woorden van dank tot spreker en de aan
wezigen, waarna Ds. Voorsteegh de ver
gadering sloot met het. laten zingen van
Gezang 96 en met Dankgebed.
Hot Duitsche kind.
In de slechts matig bezette Oosterkcrk
trad gisteravond op Pfarrer B a c h-
m a n n uit Münchon om mededeel in gen
te doeai omtrent de groot© ellende die in
Zuid-Duitschland ten gevolgevan den
oorlog heerscht.
D s. Thomas die nadat Pe. 76:5
gozongen was in gebed voorging, leidde
den spreker in. Spr. had vandaag gedacht
aan de Week der gebeden. We hebben
thans oen soortgelijk© samenkomst, maar
het doel is thans te handelen, eed
ADVERTENTIE-PRIJS.
DES ZATERDAGS [0.30
PER GEWONE REGEL [0.221
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
INGEZONDEN RECLAMES Br~ ïIBH
80 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
N; bij vooruitbetaling.
Christelijke daad te doen, om deuren
on harten open te zetten voor het Duit
sche kind.
Na het zingen van Ps. 133:3 was het
woord aan Pfarrer Bachmann,
die door D s. Goedhard, vertaald
werd.
In levendige trekken schotste Spr. den
nood van de Duitsche jeugd, inzonder
heid in de steden. Er is in vele gez:nnen
gebrek aan het allernoodigste. Met de
kleeding ook van de kinderen is het al-
tertreurigst gesteld, zoo ook met het
voedsel. Daarbij komt nog vaak de on
mogelijkheid om brandstoffen te beko
men.
Het gevolg is dat de kinderen zich niet
kunnen ontwikkelen en dat de tuberculo
se op ontzettende wijze om zich heen
grijpt.
De nood is groot. En daarbij komt nog
dat door "het groot aantal weduwen, én
het gemis van een voldoend aantal wess
on kinderhuizen oen groote zedelijke ver
wildering ontstaat.
Er zijn in al deze donkerheid ook nog
lichtpunten. Er komt. weer een vragen,
ook van de jeugd naar de kerk en naar
Gods Woord.
De Duitsche jeugd, aldus eindigde Spr.
ligt als 't war© aan den weg. Zu 11 g ij
de barmhartige Samaritaan
z ij li?
In zijn slotwoord wekte Ds. Goed
hard de aanwezigen op te helpen door
hunne huizen open te zef-on voor het
Duitsche kind.
Gezongen werd nog Goz. 83:6, waarna
Ds. Goedhard in dankzegging voorging.
Duitsche godsdienstoefeningen
In het Predikbeurtonblad deelt
Ds. Locher het volgende, mede:
Het steeds wasend aantal Duitsehers,
ciie hier in onze stad in betrekking zijn,
doet het ons wenschelijk voorkomen, om
ook in de geestelijke behoeften dier vreem
delingen te voorzien. Daarom is er beslo
ten, godsdienstocfeni'gen
te 'houden in -dei D u i l s c h taai. voor-
lo pig c.ens in d© maand. Als plaais komt
ons gosehikt voor de bovenzaal van Pa
trimonium, Hooglandse h e
Korkgraclit 4 8. Verschillend© predi
kanten hebben zich daartoe herefd ver
klaard.
Ds. Lochcr, die jaren lan^ in
Duitschland vertoefd heeft cn veel in
geestelijk opzicht aan dat land heeft te
danken, wenscht daarmede een aanvang
io maken op 5 November, 's voorm'ddaes
10 uur.
Do A.-R. Propagandaelub r. A.
Kuyper" hield gisterenavond in het Nnts-
gebouw hare matig bezochte eerste jaar
vergadering. In de verslagen van secreta
ris en penningmeester klonk geen onver
deeld optimistisch© toon. De opkomst liet
in het afgeloopen jaar te wensch.m ov
„Maar", merkte do secretaris op
sterftekans i3 in het eerste levensjaar het
grootst en... de club leeft nog! Smand©
de vergadering traden nog enkele nieuwe
leden toé. Zij .dit eene profetie van meer
meêleven in de komende campagne
De onderwerper), die voor dezen winter
op het program staan, zijn dit overwaard!
De: heer Kuyper opent de rij in Decern
ber -j- in November wordt wegens ring-
'vergaüerjng geep c-lubavond gehouden
met het onderwerp: „Het wezen v»n het
socialisme".
Door verplichte aftreding van \oorzit-
ter en penningmeester moesten de hee-
ren Karstens en Rietkerk van achter de
groene tafel verdwijnen eerstgenoem
de, anders steeds onvermoeibaar., was dit
lceer verhinderd aanwezig te zijn.
In hun plaats worden resp. de heeren
Noorlandt en Kraay gekozen. Laatstge
noemde, ter vergadering aanwezig, nnm
zijn benoeming aan. Moge de nieuwgeko-
zen voorzitter dit voorbeeld volgen en de
club onder zijne leiding een ongeleenden
bloeitijd tegemoet gaan!
Op Zondag 5 November a.s. za! de
Hooglandsche Kerk weer voor morgen
diensten in gebruik kunnen worden geno
men. Het eleclriscbo licht zal echter voor-
loopig nog geen dienst kunnen doen.
Dostojervski.
Men schrijft ons
Volgens belofte zouden wij met toe-
stommine van de redactie in 't nummer
van ons blad van hedenavond een kleine
toelichting schriiven op den titel van het
onderwerp, dat doer dr. Oberman a.s.
Maandagavond zal worden besproken.
Uiteraard ia dezo Lclirbung goh- kk:c
en onvolledig. Niet alleen, omdai we niet
willen vooruitloopen op de redo van den
geachton Spreker, maar ook, omdat het
ondoenlijk w in kort bestek c«n figuur
als Doeiojeweki te belichten.
Dit staat vast, wie rijn blik verrui
men wil op 't goc® than® in R nol and ge
schiedt en zijn inricht in bet wears, va»
het Russisch© bokjewimw verdiep®*
moet kennis nemen vaö de gnschrifteo
van dezen man, die dooT in rij» verken
do typen uit het Russische velk te schet
sen on door toost-anden en lovow te be
schrijven, hel lieven on lijden tan da#
Russische volk ton voatoi utt beef»
6childcrd.