Dagblad voor Leiden en Omstreken VULKACHELS. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PEK KWARTAAL 12.50 PER WEEK10.1# FRANCO PER POST PER KWARTAAL 13.90 3de JAARGANG. - DONDERDAG 12 OCTOBER Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - 1922 - No. 766 Postrekening 58936 ADyi lNI DES ZATERDAGS f 0.30 PER GEWONE REGEL 10.221 KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens INGEZONDEN RECLAMES DT"r 'IEP 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent s:bij vooruitbetaling. STADSNIEUWS. Partijdag te Leiden. Do Partijdag, georganiseerd door de Centrale A. R. Kiosvereenigimg in den Staten lering Leiden, behoort weer tiot het verleden. Met groot© voldoening kan_ onze partij, en in het hijzonder het Comité dat voor de voorbereiding zorgde, op dezen dag terugzien. De opkomst was minder groot dan het vorige jaar, maar er was ook niemand die -het anders had verwacht. We staan nu niet, als toen, voor de algemeen© verkiezingen. De tijd was -voorts minder gunstig en dan is een feit, dat het partijleven door den maatsch aipp elijfcon toestand minder gunstig wordt beïnvloed. Wanneer wij dit alles in aanmerking nemen, dan kan zonder overdrijving wor den gezegd, dat de partijdag schitterend is geslaagd. De opkomst was vooral 's middags zeer bevredigend. En de redevoernigen, die gehouden werden hebben, doordat de onderwerpen, zonder uitzondering actueel waren, niet nagelaten indruk te maken. Van de morgenvergadering en het eer ste gedeelte van de middagbijeenkomst gaven wij reeds gisteren een uitvoerig verslag. Het laatste gedeelte laten wij thans hier vólgm. Rede van den lieer Schouten. De heer Schouten had in verband met den financieelen toesta ad willen spre ken over die financieele veraaibwo ordelijk heid. Thans heeft echter Mr. die Vries reed3 over dit punt gesproken en daarom zal hij deze zijde van de zaak laten rusten. Als wij ©preken van verantwoordelijk heid en de noodzakelijkheid daarvan, dan gaan we er van uit dat in het menschen- leven bestaat een zedelijke verplichting, die in al onze gedragingen moet uitko men. Om die verplichting aan te geven, bezi gen wij het woord verantwoordelijkheid. Wij zijn aansprakelijk voor wat we doen, verplicht rekenschap te geven van wat we zeggen en doen. Onze verantwoordelijkheid brengt met zich mee, dat wij ons te verantwoorden hebben. Bezien, we het leven van dezen tijd, dan zien we dat een van de grootste kwa len is het zich onttrekken aan de verant woordelijkheid. Overal vinden we teleurgestelde ver wachtingen inzake de uitkomst van den oorlog, in betrekking tot den Volken bond, in verband met beperking van be wapening, ten opzichte van het resultaat van congressen en conferenties. Op het terrein van de maatschappij openbaart zich de onmacht tot genezing; om het bestaande onrecht en het bestaan de onredelijke weg te nemen en een be tere maatschappij te brengen. Communicatie en Socialisatie zijn niets minder dan een mislukking en van de economische bedrijfsorganisatie kan al evenmin veel goeds worden gezegd. Ook in ons staats- en maatschappijleven zien we veel teleurgestelde verwachtin gen. We worstelen met de werkloosheid; de woningnood is in vele plaatsen nog niet getemperd. Er is een verkeerd zien en ver keerd begrijpen, wat allerlei teleurstellin gen geeft. Op het gebied van de finantiën van Rijk en Gemeenten zien we hetzelfde. Men kan de eindjes niet meer aan el kaar knoopen. Het woord terug moet telkens wor den gehoord, en dat brengt met zich, moei lijkheden van allerlei aard. loonsverla ging, is een zeer moeilijke zaak. De on- diornemer heeft de grootste moeite het be drijf in gang te houden; arbeiders zoeken tevergeefs werk en middenstanders wor stelen dag en nacht om aan het dreigend faillissement te ontkomen. Voegen we daarbij dat de Openings rode teleurstelde, dan is nog. niet com pleet de zwarte lijst van teleurstellingen als vrucht van de menschelijke zonde. Dit alles is niet bevorderlijk aan het ver antw o o rdel i jkheidsbesef Er is politieke onverschilligheid, koud heid, lusteloosheid, die den mensch tot nonactiviteit brengt. Ook in onze kringen worden verkeerde toonen beluisterd. Men gcvoolt zich teleurgesteld en trekt zich terug. Maar dat is een verschijnsel dat we moeten tegenstaan. Met ons ft ontrekken, dekken we onze verantwoordelijkheid niet, We zijn persoonlijk verantwoor delijk en die verantwoordelijkheid iö al- ®0ón dan te dragen als we, iedeir voor zich, doen wat we kunnen. Wo moeten s t u d e e r e n. Demagogen hebben door gebrek aan.kennis vaak grooten invloed. Naarmate iemand minder van de din gen. weet is hij in den regel brutaler in 'het ©telleu van edschen en vruchtbaarder in het aan de hand deen van oen oplos- ainig. Studeert, onderzoekt. Kent uw politieke leven, Beheerscht de stof in het plaatselijk gemeenschapsleven en ge kunt meewerken om dat leven ge zond te maken. Wie dit niet doet heeft een tekort aan verantwoordelijkheidsgevoel en zal zich niet kunnen rechtvaardigen noch voor God, ftooh voor menschen. De geweldige beweeglijkheid in de cij- fersonzer lijsten ie vaak vrucht van orga nisatorische zwakte. Laat toch ieder zijn verantwoordelijk heid beseffen. Er moet gewerkt worden, niet op ééne plaats, maar overal. Wat geeft het als we op de eene plaats vooruitgaan en we gaan ergens elders weer achteruit. Als we ons dit eiken da'g waarmaakten, zouden we krachtiger optreden. We hebben onze pers. Menig anti-revolutionair man, wordt in zijn denken no'g vaak beheerscht door de liberale pers. Toch Ï6 onze pers zulk een machtig middel. Niet te schatten is de invloed van een dagelijks in het gezin komend persorgaan Er is overal op dit gebied een groot tekort. Dat tekort moet worden ingehaald. En dan ons p r a c t i s ch werk. Ons persoonlijk leven. De wijze waarop wij ons gedragen in fabriek en werkplaats en kantoor, als patroon en arbeider. Het is vaak tot een spot en aanfluiting. Hiernaast staat onze gemeenschappen ljjke taaie. Die taak is moeilijk. We staan voor allerlei problemen van den meest uiteenloop enden aard, met het gevolg dat er is een groot verschil van gevoelen. Daaruit wordt vaak afgeleid, dat onze beginselen niet deugen. Laat ons voorzichtig zijn. Er is onder ons eenerzijds te weinig werkelijkheidszin en aan de andere zijde zooveel werkelijkheidszin, dat we te wei nig kracht hebben om hervormend op te treden. Leven en wetenschap hebben een wis selwerking uit te oefenen. 'We moeten ons stellen onder de tucht van Gods Woord, maar altijd moeten we tevens bedenken, dat de mensch niet bij machte is- het "verlossende woord te spre ken. Wij staan voor allerhande moeilijkhe den. Neem do bezuiniging. Hier worstelen verschillende opvattingen. Er zijn onder ons menschen, die het in dividualisme aanvaarden en die zich daarom togen elke bezuiniging verzet ten. Wanneer die geest zich van ons volk meester maakt zullen de moeilijkheden niet zijn op te lossen, maar gaan we het buitenland achterna. Zien we dit zoo, dan is ons aller ver antwoordelijkheid groot. Zullen we ooit weer komen tot een sluitend budget, dan zullen de opvattin gen van ons volk dit mogelijk moeten maken. Nu botst alles tegen elkaar. Men vraagt groote subsidies en uitga ven, en tegelijkertijd verlaging van las ten en een intact laten van alle salaris sen. Zoo komen we tot de anarchie. Tot een demonstratie van menschelijke onmacht. Er moet zijn een bereidheid om offers te brengen. Dit eischt een verantwoordelijkheid in Christelijken zin. Een bereidheid om persoonlijke offers te brengen en persoonlijke versobering. Hieraan kunnen de vrouwen, evengoed meewerken als de mannen. Het. leven is vaak een permanente ten toonstelling van weelde. Maar zoolang er is bereidheid om altijd aan de mede te offeren, zoolang zal niec groeien de bereidheid om te bezuinigen en te versoberen. Het moet ons ernst zijn. Waarachtige liefde voer den naaste en het gemeenschapsleven vordert dit. Bb'ikt hiervan nu iets in de practijk? Het tegendeel is waar. Waar is de bereidheid om het den ar beiders te laten zien, dat het terug op elk gebied gebeden wordt? Er is veelszins een zeggen: het moet gebeuren en wij zijn niet bereid aannemelijk te maken dat het redelijk is. En aan de andere zijde is er in breede arbeiderskringen allc-en de begeerte om tegen te houden dat het terug gaat. Er is een strijd om de macht. En zoo wordt onze maatschappij ver scheurd, en blijft er geen vertrouwen meer over. Door samenwerking moeten we ons volk duidelijk maken, dat het moe!. Die 'bereidheid om de lasten niet af !e wentelen op anderen is geschikt ons le ven te helpen en heeft tengevolge dat wij de verantwoordelijkheid op elk ge bied zullen kunnen dragen. De taak van Regeering en volksverte genwoordigers is moeilijk. Het teruggaan is moeilijk. Pin het kan alleen als ons volk, het anti-revolutionaire volk in do eerste plaats, bereid is de last te helpen dragen N.V.Leidsche Ijzerhandel II22-26 De beste Fabrikaten. 958S (ZIE KACHEL-ETALAGE) en den eisch van hot beginsel te aanvaar den, maar dan zullen we ook een kracht uitoefenon waarvan we verbaasd staan. Alleen onze beginseltrouw kan hier hel pen. We moeten doen, wat. onze hand vindt om te doen. In de plaatselijke K. V. waar men vaak onverkwikkelijke discussies heeft, omdat men de werkelijkheid niet kent en heb ver trouwen gemist wordt. Op die wijze wordt onze samenleving gesloopt en kunnen we onze verantwoor delijkheid voor God en menschen niet dragen. Daartegen moet ons protest gaan, in dien wezenlijk en waarachtig Christelij ken zin, dat we in gehoorzaamheid trach ten te doen wat God van ons eischt. Zijn we daartoe bereid? Allerlei verschijnselen wijzen er op, dat er weer is een streven om eigen weg te gaan. We hebben op allerlei dingen critiek, waaraan vaak deze gedachte ten grond slag ligt, dat ieder zijn meening wil door drijven. Daarom zegt Spr.studeert. Vraagt u af of ge de verantwoordelijk heid van wat ge doet en zegt kunt aan vaarden. Behoudt uw principieels zelfstandig heid, spreekt uw sober woord, waaruit blijkt dat ge niet tevreden zijt, mhar doet het op zulk een wijze," dat we waarlijk komen tot verbetering. Dat is niet gemakkelijk. We spelen dan niet die mooie rol. Tenslotte laat onze verantwoordelijk heid oms uitdrijven tot onzen God, Die in onze kracht zijn zwakheid wil volbrengen en doem zien, dat het Isrels God is die krachten geeft, dat de kracht van hot. le ven niet ligt in schoons woorden en stout geschreeuw, maar in het gehoorzamen aan Zijn wil en het brengen van de offers die noodzakelijk zijn. Gezongen wordt nu het lied van Da Cost a Met ai hun schoons woerden, Met al hun stout geschreeuw, Zij zullen ons niet hebben, Do Goden dezer eeuw. De Voorzitter dankt den 'heer Schouten voor wat hij heeft gesproken en spreekt den W'Onsch uit dat het gesproke ne zal dienstbaar worden gemaakt aan de vermeerdering^ van ons verantwoordelijk heidsbesef. 5 Nationale Gynmastiekrei. Ter afwisseling kwam nu de 'heer d e Bruin met een afdeeling meisjes-gym nasten op het podium om een nationale g.ymnastiekrei uit te voeren. De meisjes, gekleed in Jahn-costuum en getooid met Oranje-linten, waarop ge drukt stond „Nederland en Oranje" voor den, op de maat van de muziek verschil lende keurige oefeningen uit. Tenslotte lostte de rei zich op in een W., terwijl door de gymnasten het Wil helmus werd gezongen. Door een lang aanhoudend applaus werd dit nummer, dat zeer in den smaak viel, gevolgd. Rede Ds. van Lummel. Vervolgens was. het woord aan Ds. van Lummel, die als onderwerp had gekozen „Als een goet instrument". Wanneer we, aldus Spr., leven in een tijd van nood en druk, dan denken we on willekeurig aan den tijd toen het Wilhel mus geboren werd, en dan komen ons voor den geest tal van Oranjevorsten, die in dagen van smart en donkerheid met ons volk meeleefden. Als in de harten de Oranjekleur ging verbleeken, dan kwijnde ons volksbestaan en wordt het rijp voor bezoeking en oor- deelen. En als God dan weer uit den nood verloste, dan denken we aan een Prins Willem van Oranje die begeerde een good instrument te zijn. Daarom heeft Spr. zijn onderwerp aan het Wilhelmus ontleend. Er ie nu ook nog een volk dat een beetje wee is geworden van het Wien Neerlands bloed van vreemde smetten vrij on dat weer bezield wordt door de mach tige toonen van het Wilhelmus. Prins Willem was een berooid man, en toch sprak hij de verwachting uit dat God hem zou doen woderkeeren en hem gebrui ken als een goed instrument. Ook nu drukt ons een schrikkel ijken nood en ook nu rust op ons een zwaic taaie. Wo moeten onze schouders er onder zetten en wo zullen slagen als bij om- leeft de gedachte dat God ons wil gebrui ken als Zijne instrumenten. De groote geesten hebben in onze da gen tevergeefs gepeinsd om uitredding te brengen. De weg uit de ellende is nog niet ge vonden. Er is overal ellende en armoede, die de beele wereld bedreigt. In zoo grooten nood is alleen de Al machtige in staat uitredding te geven. Maar dan moeten we ook niet vergeten dat God o n 6 als Zijne instrumenten wil gebruiken. Er zijn menschen, dio dat niet. erg vroom vinden. En zeker, wij moeien oolc willen stilzitten, maar tevens moeten we niet vergeten, dat in stilheid en ver trouwen onze sterkte zal zijn. Wij moeten stil zijn onder het oordeel, maar dan ook, als een goed instrument aan het werk!" Zeker God heeft den .mensch niet moe dig. Hij toont vaak Zijne wonderen door tegenstrijdige middelen. Immers, de vloek der zonde is teniet gedaan door de schrikkelijkste aller zonden. God kan met een krommen stok wel een rechten slag doen. Maar voor ons is 't geen eer een kromme stok te zijn. Laten we. dat miet vergeten. God wil een gewillig volk. Willen we in der tijden nood staande blijven, dan móet. in ons hart de bede zijn gebruikt te worden als een goed instru ment. Hoe zullen we dat zijn? Do zaak is heel eenvoudig. Dnze strijd gaat tegen ongeloof en revolutie. Welnu, dau is ffet wapen: het ge loof. Dan is onze eerste gedachte: Al1 een do'or 't geloof kan de ooTzaak onzer ellen de werden weggenomen. We hebben T voor onze oogem gezien. De liberalen waren o, zoo bang voer Socialisme en Communisme, maar ze misten de kracht om weerstand te bieden. Er was wel verzet, maar telkens weer bleek dat tegen het ongeloof machteloos is, elke vorm van ongeloof. De eenige weg om eon goed instrument te zijn is, dat we vast blijven in 't ge loof. Er is wel eens een streven om met li beralen enz. samen te werken tegen de revolutie maar dat is vleesch tot zijn arm stellen wat door God niet gezegend wordt. Ook wordt er wel op aangedrongen, dat alle Christenen zullen samenwerken in een algemeene christelijke staatspartij. Maar dan moeten do Roomschen er ook bij. En dat wil men niet, want, het is een merkwaardig verschijnsel, hoe slapper men is in het geloof, hoe feller antipapist men is. Ook een algemeene protestantscb Chris telijke partij is door de practijk geoor deeld. Dat behoeft ook niet te verwonderen. Over de punten die ons scheidon moeten we dan zwijgen en dat zijn dan juist die punten, die ons 't naast aan het hart lig gen. Zoo wordt de gloed der overtuiging ge doofd en missen we kracht en bezieling. Is bij ons niet de echte bezieling geko men toen de Christel. Historischen van 'ons gingen. We betreuren de scheiding, maar toch gloeide na dien tijd hot vuur beter op, ook bij hen. Belde partijen kunnen nu steunen op eigen beginsel, en dam tevens, waar noo- dig samenwerken. Do kracht van ons optreden, hangt af van do kracht van ons geloof. Van origine is onzo partij Calvinis tisch. Als partij zullen we onze eer verliezen als we niet blijven bij hot groote Calvi nistisch beginsel: Do souvereindteit van het Woord Gods. De e-cfrte Calvinist gaat in het Woord graven en leidt daaruit zijn afgeleid be ginsel af. Die eere moeten we ons niet laten ont- rooven, willen we zijn goede instrumen ten in do hand des Hoeren. Maar, zoo vraagt men, wordt onze groep niet schrikkelijk klein, en maken wo ons door zoo sterk op ons stuk te staan niet schuldig affn ideal is terij? De Calvinistische groep, zegt Spr., is altijd een minderheid geweest en zal 't ook wel blijven, maar we hebben Gods beloften, dat alle dingen mogelijk zijn dengeno dio gelooft. Een goed instrument kunnen wo alleen zijn als we ons stellen op hot standpunt van hot geloof, en daarom moet dat go- loof voortdurend gesterkt worden. Eon der middelen daartoe is, dat we bij elkaar zijn en door samenwerking elkaar sterken. Daarom hebben we noodig onze orga nisatie en onze pers, waarvan Spr. de groote betcekenis uiteen zet. Het ledental van onze Kiesvereenigin gen moet worden versterkt. Bestuur en lqjjen moeten samenwer ken, opdat we krijgen goede instrumen ten, die God gebruiken kan om land en volk to zegenen. De strijd die on6 wacht is van groote beteekemis. Zij 't daarom onze ernstige begeerte, dien strijd in te gaan met do bode: Iteere, ■gebruik mij als om good instrument in two baad. (Applaus). a adat vervolgens gezongen was Ps. 89: 7: „Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort", .sprak do Voorzitter, de hoer Warnaar, een kort slotwoord. Dank braöht Spr. aan de Comm. van voorbereiding, dank aan Ds. van Lum mel, voor wat hij beeft geleerd en gezegd, voor de muziek die we hoorden en de schoon© oefeningen die we zagen. Spr. w^kt de aanwezigen op over het hier gehoorde na to denken, het in de Kiesvereenigingen te verwerken en te bidden dat God ons wil maken tot goede instrumenten. Do partijdag werd daarna door D s. B o e ij i n g a van Sassenheim met dank zegging gesloten. Rest ons nog te melden dat het podium op keurige wijze mot groen en palmen was versierd door de firma J. Buurman, bloemist alhier. Evenals het vcrig jaar werd de Partij dag besloten met een gemeocschappeh'i- ken maaltijd, waarbij een zeer opgewekte toon heerschte. Gereformeerde Bond. In gebouw „Prediker" trad gisteravond voor do afd. Leiden van bovengenoomden bond op, De. W. Bieshaar, Ned. Herv. Pred. to 's-Gravenhago. Do hoor J. M. Montenberg dio de ï'iug had, opende do vergadering met bet laten zins gen van Psalm 118: 5, waarna hij voorles: Efeze G: 1020. Daarna betrad Ds. Bieshaar do spreekplaats, die begon met te wijzen op het voorgelezen hoofdstuk, waarin op zoo uitne mende wijzo de idcaal-uitrusting van den Chris ten-krijgsman wordt beschreven. Wij denken wel eens, wat is het toch jammer dat de apostel Paulus gevangenheeft gieten. Wat zon hij aan d© verbreiding van Lel Evangelie ©en krac.h- ligen stoot hebben kunnen geven, als bij vrij geweest was. Maar het is kortzichtig, zoo te sproken, want juist door dio gevangenschap zijn wij in het bezit gekomen van dit kostelijke hoofdstuk. Paulus heeft do uitrust van don soldaat die hom bewaakte aandacl.i.g beschouwd en hoeft or ons door geleerd wat het bcsle wapen is, n.l. hot zwaard. Zonder een zwaard is do uitrusting an een krijgsman vrijwel nutteloos. Daarom doen wij goed, om met het eene goede zwaard te strij den, dat is Gods Woord. Do aard van den strijd die wij te voeren hebben voroischt een geestelijk wapen, want wij staan in den geestelijken strijd. De Koning der Kerk heeft zolf hot -oor beeld gegeven, toen hij den verzoeker in do woestijn, on ook aan het kruis, afdoende bot stroden hoeft met het eeuwige Woord. Het is ook naar dat Woord dat spr. hedenavond wil handelen, waarom hij als tekst kiest: Genesis 26:lSa: „Als nu Isaak wedergekeerd was, groef hij de waterputten op die zij ten tijd© Abrahams zijns vaders gegraven, en dio de Filis tijnen na Abrahams dood toegestopt hadden." Nadat spr. vervolgens in gobed was voorge gaan en gezongen was Ps. 45: 2 en 3 horvatfe spr. zijn rede. In het bijzonder word stilge staan bij do grooto boteokenis, dio een water-? put in het Oosten heeft. Van Vader Abraham was ©en grooten invloed uitgegaan veor zijn ganscho omgeving, daar do Heer© hem had groot gemaakt en hem kennelijk zogende. Dat was don Filistijnen natuurlijk oen doorn in het oog. Zoo* dra Abraham gestorven was, hebben zij dan ook de kostelijk© puutten bedorven, dio Abra ham had gegraven. Dit fedt krijgt eerst zijn vollo betoekenis voor ons, wannéér we bedenken, dat aan het bezit van zoo'n waterput, de zeggenschap over do geheel© omliggend© landstreek was verbonden. Nu zou men zoo zeggen: „dat is toch echt Filifitijnsch, om die waterputten, die de eerste levensbehoeften voor den Oosterling in zich be vatten, too to stoppen." Doch men vergeet dat het ook nog in ons Nederland plaats heeft, ja zelfs in onze Vaderlandscho Kerk, waar de rao* dome Filistijnen, de hoognoodige waterputten, door onze vaderen ten koste van goed en bloed gegraven, hebben toegestopt. Spr. wenscht thans vooral te spreken over het opend moesten blijven. Vroeger word in ieder ran zijn do gevolgen van het gebrek aan lovend water, waar te nomen. In de huizen, in do sche len en in do Kerk. Onzo vaderen hebben good begrepen, dat do putten dio het levend water voortbrachten go- opend moesten blijvon. Vrogcr werd in ieder huis Gods Woord gelezen. Dat heet nu te ouderwetsch. Do Filistijnen zijn in onze huizon gekomen en hebben do putten toegestopt. Spr. herinnert zich nog do oude huiscatechisatie. Dan moest men de tweo boekjes van Franken door en door ken* nen andors deugde het niet. Toen had elk huis zijn waterput, en een good© ook. O zeker, school cn catechisatie doen dat ook wel, maar het ligt aLLereoret op den weg van de ouders om voor do geestelijko opvoeding van hot kind to waken. Gehoole levenskringen zijn ontwijd, omdat geen plaats word gegund aan Gods Woord. Laten wij zorgen, dat wannoor ons nageslacht onze namen op do grafzerken niet meer kan on* dorschoiden, dat zij zich ons voorstellen als ge* bogen zittende over liet Woord, de oenigo 1©* vonsbron. In vblo huizen zijn do waterputten toegestopt. Daar daveren do kill© muren van hot vloekon, daar worden do bladeren van het liederenboek beslagen door genteen© deunen. Menig ouder maakt er zich af door te /.e^genti „ik 6tuur mijn kindoren toch naar de Chr, Sohool", maar dan vorgoet men, dat het echter liefdevuur dat iu het gezin moet worden ge*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1