Dagblad voor Leiden en
Omstreken
VULKACHELS.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PEK KWARTAAL 12.50
PER WEEK10.1#
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 13.90
3de JAARGANG. - DONDERDAG 12 OCTOBER
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 -
1922 - No. 766
Postrekening 58936
ADyi lNI
DES ZATERDAGS f 0.30
PER GEWONE REGEL 10.221
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
INGEZONDEN RECLAMES DT"r 'IEP
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent
s:bij vooruitbetaling.
STADSNIEUWS.
Partijdag te Leiden.
Do Partijdag, georganiseerd door de
Centrale A. R. Kiosvereenigimg in den
Staten lering Leiden, behoort weer tiot het
verleden.
Met groot© voldoening kan_ onze partij,
en in het hijzonder het Comité dat voor
de voorbereiding zorgde, op dezen dag
terugzien.
De opkomst was minder groot dan het
vorige jaar, maar er was ook niemand die
-het anders had verwacht.
We staan nu niet, als toen, voor de
algemeen© verkiezingen.
De tijd was -voorts minder gunstig en
dan is een feit, dat het partijleven door
den maatsch aipp elijfcon toestand minder
gunstig wordt beïnvloed.
Wanneer wij dit alles in aanmerking
nemen, dan kan zonder overdrijving wor
den gezegd, dat de partijdag schitterend
is geslaagd.
De opkomst was vooral 's middags zeer
bevredigend.
En de redevoernigen, die gehouden
werden hebben, doordat de onderwerpen,
zonder uitzondering actueel waren, niet
nagelaten indruk te maken.
Van de morgenvergadering en het eer
ste gedeelte van de middagbijeenkomst
gaven wij reeds gisteren een uitvoerig
verslag.
Het laatste gedeelte laten wij thans
hier vólgm.
Rede van den lieer Schouten.
De heer Schouten had in verband
met den financieelen toesta ad willen spre
ken over die financieele veraaibwo ordelijk
heid.
Thans heeft echter Mr. die Vries reed3
over dit punt gesproken en daarom zal
hij deze zijde van de zaak laten rusten.
Als wij ©preken van verantwoordelijk
heid en de noodzakelijkheid daarvan, dan
gaan we er van uit dat in het menschen-
leven bestaat een zedelijke verplichting,
die in al onze gedragingen moet uitko
men.
Om die verplichting aan te geven, bezi
gen wij het woord verantwoordelijkheid.
Wij zijn aansprakelijk voor wat we
doen, verplicht rekenschap te geven van
wat we zeggen en doen.
Onze verantwoordelijkheid brengt met
zich mee, dat wij ons te verantwoorden
hebben.
Bezien, we het leven van dezen tijd,
dan zien we dat een van de grootste kwa
len is het zich onttrekken aan de verant
woordelijkheid.
Overal vinden we teleurgestelde ver
wachtingen inzake de uitkomst van den
oorlog, in betrekking tot den Volken
bond, in verband met beperking van be
wapening, ten opzichte van het resultaat
van congressen en conferenties.
Op het terrein van de maatschappij
openbaart zich de onmacht tot genezing;
om het bestaande onrecht en het bestaan
de onredelijke weg te nemen en een be
tere maatschappij te brengen.
Communicatie en Socialisatie zijn niets
minder dan een mislukking en van de
economische bedrijfsorganisatie kan al
evenmin veel goeds worden gezegd.
Ook in ons staats- en maatschappijleven
zien we veel teleurgestelde verwachtin
gen.
We worstelen met de werkloosheid; de
woningnood is in vele plaatsen nog niet
getemperd. Er is een verkeerd zien en ver
keerd begrijpen, wat allerlei teleurstellin
gen geeft.
Op het gebied van de finantiën van
Rijk en Gemeenten zien we hetzelfde.
Men kan de eindjes niet meer aan el
kaar knoopen.
Het woord terug moet telkens wor
den gehoord, en dat brengt met zich, moei
lijkheden van allerlei aard. loonsverla
ging, is een zeer moeilijke zaak. De on-
diornemer heeft de grootste moeite het be
drijf in gang te houden; arbeiders zoeken
tevergeefs werk en middenstanders wor
stelen dag en nacht om aan het dreigend
faillissement te ontkomen.
Voegen we daarbij dat de Openings
rode teleurstelde, dan is nog. niet com
pleet de zwarte lijst van teleurstellingen
als vrucht van de menschelijke zonde.
Dit alles is niet bevorderlijk aan het
ver antw o o rdel i jkheidsbesef
Er is politieke onverschilligheid, koud
heid, lusteloosheid, die den mensch tot
nonactiviteit brengt.
Ook in onze kringen worden verkeerde
toonen beluisterd. Men gcvoolt zich
teleurgesteld en trekt zich terug.
Maar dat is een verschijnsel dat we
moeten tegenstaan.
Met ons ft ontrekken, dekken we onze
verantwoordelijkheid niet,
We zijn persoonlijk verantwoor
delijk en die verantwoordelijkheid iö al-
®0ón dan te dragen als we, iedeir voor
zich, doen wat we kunnen.
Wo moeten s t u d e e r e n. Demagogen
hebben door gebrek aan.kennis vaak
grooten invloed.
Naarmate iemand minder van de din
gen. weet is hij in den regel brutaler in
'het ©telleu van edschen en vruchtbaarder
in het aan de hand deen van oen oplos-
ainig.
Studeert, onderzoekt.
Kent uw politieke leven, Beheerscht de
stof in het plaatselijk gemeenschapsleven
en ge kunt meewerken om dat leven ge
zond te maken.
Wie dit niet doet heeft een tekort aan
verantwoordelijkheidsgevoel en zal zich
niet kunnen rechtvaardigen noch voor
God, ftooh voor menschen.
De geweldige beweeglijkheid in de cij-
fersonzer lijsten ie vaak vrucht van orga
nisatorische zwakte.
Laat toch ieder zijn verantwoordelijk
heid beseffen.
Er moet gewerkt worden, niet op ééne
plaats, maar overal.
Wat geeft het als we op de eene plaats
vooruitgaan en we gaan ergens elders
weer achteruit.
Als we ons dit eiken da'g waarmaakten,
zouden we krachtiger optreden.
We hebben onze pers.
Menig anti-revolutionair man, wordt in
zijn denken no'g vaak beheerscht door de
liberale pers.
Toch Ï6 onze pers zulk een machtig
middel.
Niet te schatten is de invloed van een
dagelijks in het gezin komend persorgaan
Er is overal op dit gebied een groot
tekort.
Dat tekort moet worden ingehaald.
En dan ons p r a c t i s ch werk. Ons
persoonlijk leven. De wijze waarop wij
ons gedragen in fabriek en werkplaats en
kantoor, als patroon en arbeider.
Het is vaak tot een spot en aanfluiting.
Hiernaast staat onze gemeenschappen
ljjke taaie.
Die taak is moeilijk.
We staan voor allerlei problemen van
den meest uiteenloop enden aard, met het
gevolg dat er is een groot verschil van
gevoelen.
Daaruit wordt vaak afgeleid, dat onze
beginselen niet deugen.
Laat ons voorzichtig zijn.
Er is onder ons eenerzijds te weinig
werkelijkheidszin en aan de andere zijde
zooveel werkelijkheidszin, dat we te wei
nig kracht hebben om hervormend op te
treden.
Leven en wetenschap hebben een wis
selwerking uit te oefenen.
'We moeten ons stellen onder de tucht
van Gods Woord, maar altijd moeten we
tevens bedenken, dat de mensch niet bij
machte is- het "verlossende woord te spre
ken.
Wij staan voor allerhande moeilijkhe
den.
Neem do bezuiniging. Hier worstelen
verschillende opvattingen.
Er zijn onder ons menschen, die het in
dividualisme aanvaarden en die zich
daarom togen elke bezuiniging verzet
ten.
Wanneer die geest zich van ons volk
meester maakt zullen de moeilijkheden
niet zijn op te lossen, maar gaan we het
buitenland achterna.
Zien we dit zoo, dan is ons aller ver
antwoordelijkheid groot.
Zullen we ooit weer komen tot een
sluitend budget, dan zullen de opvattin
gen van ons volk dit mogelijk moeten
maken.
Nu botst alles tegen elkaar.
Men vraagt groote subsidies en uitga
ven, en tegelijkertijd verlaging van las
ten en een intact laten van alle salaris
sen.
Zoo komen we tot de anarchie.
Tot een demonstratie van menschelijke
onmacht.
Er moet zijn een bereidheid om offers
te brengen.
Dit eischt een verantwoordelijkheid in
Christelijken zin.
Een bereidheid om persoonlijke offers
te brengen en persoonlijke versobering.
Hieraan kunnen de vrouwen, evengoed
meewerken als de mannen.
Het. leven is vaak een permanente ten
toonstelling van weelde.
Maar zoolang er is bereidheid om altijd
aan de mede te offeren, zoolang zal niec
groeien de bereidheid om te bezuinigen en
te versoberen.
Het moet ons ernst zijn.
Waarachtige liefde voer den naaste en
het gemeenschapsleven vordert dit.
Bb'ikt hiervan nu iets in de practijk?
Het tegendeel is waar.
Waar is de bereidheid om het den ar
beiders te laten zien, dat het terug op
elk gebied gebeden wordt? Er is veelszins
een zeggen: het moet gebeuren en wij
zijn niet bereid aannemelijk te maken dat
het redelijk is.
En aan de andere zijde is er in breede
arbeiderskringen allc-en de begeerte om
tegen te houden dat het terug gaat.
Er is een strijd om de macht.
En zoo wordt onze maatschappij ver
scheurd, en blijft er geen vertrouwen
meer over.
Door samenwerking moeten we
ons volk duidelijk maken, dat het moe!.
Die 'bereidheid om de lasten niet af !e
wentelen op anderen is geschikt ons le
ven te helpen en heeft tengevolge dat
wij de verantwoordelijkheid op elk ge
bied zullen kunnen dragen.
De taak van Regeering en volksverte
genwoordigers is moeilijk.
Het teruggaan is moeilijk.
Pin het kan alleen als ons volk, het
anti-revolutionaire volk in do eerste
plaats, bereid is de last te helpen dragen
N.V.Leidsche Ijzerhandel
II22-26
De beste Fabrikaten.
958S (ZIE KACHEL-ETALAGE)
en den eisch van hot beginsel te aanvaar
den, maar dan zullen we ook een kracht
uitoefenon waarvan we verbaasd staan.
Alleen onze beginseltrouw kan hier hel
pen.
We moeten doen, wat. onze hand vindt
om te doen.
In de plaatselijke K. V. waar men vaak
onverkwikkelijke discussies heeft, omdat
men de werkelijkheid niet kent en heb ver
trouwen gemist wordt.
Op die wijze wordt onze samenleving
gesloopt en kunnen we onze verantwoor
delijkheid voor God en menschen niet
dragen.
Daartegen moet ons protest gaan, in
dien wezenlijk en waarachtig Christelij
ken zin, dat we in gehoorzaamheid trach
ten te doen wat God van ons eischt.
Zijn we daartoe bereid?
Allerlei verschijnselen wijzen er op,
dat er weer is een streven om eigen weg
te gaan.
We hebben op allerlei dingen critiek,
waaraan vaak deze gedachte ten grond
slag ligt, dat ieder zijn meening wil door
drijven.
Daarom zegt Spr.studeert.
Vraagt u af of ge de verantwoordelijk
heid van wat ge doet en zegt kunt aan
vaarden.
Behoudt uw principieels zelfstandig
heid, spreekt uw sober woord, waaruit
blijkt dat ge niet tevreden zijt, mhar doet
het op zulk een wijze," dat we waarlijk
komen tot verbetering.
Dat is niet gemakkelijk.
We spelen dan niet die mooie rol.
Tenslotte laat onze verantwoordelijk
heid oms uitdrijven tot onzen God, Die in
onze kracht zijn zwakheid wil volbrengen
en doem zien, dat het Isrels God is die
krachten geeft, dat de kracht van hot. le
ven niet ligt in schoons woorden en stout
geschreeuw, maar in het gehoorzamen aan
Zijn wil en het brengen van de offers die
noodzakelijk zijn.
Gezongen wordt nu het lied van Da
Cost a
Met ai hun schoons woerden,
Met al hun stout geschreeuw,
Zij zullen ons niet hebben,
Do Goden dezer eeuw.
De Voorzitter dankt den 'heer
Schouten voor wat hij heeft gesproken en
spreekt den W'Onsch uit dat het gesproke
ne zal dienstbaar worden gemaakt aan de
vermeerdering^ van ons verantwoordelijk
heidsbesef. 5
Nationale Gynmastiekrei.
Ter afwisseling kwam nu de 'heer d e
Bruin met een afdeeling meisjes-gym
nasten op het podium om een nationale
g.ymnastiekrei uit te voeren.
De meisjes, gekleed in Jahn-costuum en
getooid met Oranje-linten, waarop ge
drukt stond „Nederland en Oranje" voor
den, op de maat van de muziek verschil
lende keurige oefeningen uit.
Tenslotte lostte de rei zich op in een
W., terwijl door de gymnasten het Wil
helmus werd gezongen.
Door een lang aanhoudend applaus
werd dit nummer, dat zeer in den smaak
viel, gevolgd.
Rede Ds. van Lummel.
Vervolgens was. het woord aan Ds.
van Lummel, die als onderwerp had
gekozen „Als een goet instrument".
Wanneer we, aldus Spr., leven in een
tijd van nood en druk, dan denken we on
willekeurig aan den tijd toen het Wilhel
mus geboren werd, en dan komen ons voor
den geest tal van Oranjevorsten, die in
dagen van smart en donkerheid met ons
volk meeleefden.
Als in de harten de Oranjekleur ging
verbleeken, dan kwijnde ons volksbestaan
en wordt het rijp voor bezoeking en oor-
deelen. En als God dan weer uit den nood
verloste, dan denken we aan een Prins
Willem van Oranje die begeerde een good
instrument te zijn.
Daarom heeft Spr. zijn onderwerp aan
het Wilhelmus ontleend.
Er ie nu ook nog een volk dat een
beetje wee is geworden van het Wien
Neerlands bloed van vreemde smetten vrij
on dat weer bezield wordt door de mach
tige toonen van het Wilhelmus.
Prins Willem was een berooid man, en
toch sprak hij de verwachting uit dat God
hem zou doen woderkeeren en hem gebrui
ken als een goed instrument.
Ook nu drukt ons een schrikkel ijken
nood en ook nu rust op ons een zwaic
taaie. Wo moeten onze schouders er onder
zetten en wo zullen slagen als bij om-
leeft de gedachte dat God ons wil gebrui
ken als Zijne instrumenten.
De groote geesten hebben in onze da
gen tevergeefs gepeinsd om uitredding te
brengen.
De weg uit de ellende is nog niet ge
vonden.
Er is overal ellende en armoede, die de
beele wereld bedreigt.
In zoo grooten nood is alleen de Al
machtige in staat uitredding te geven.
Maar dan moeten we ook niet vergeten
dat God o n 6 als Zijne instrumenten wil
gebruiken.
Er zijn menschen, dio dat niet. erg
vroom vinden. En zeker, wij moeien oolc
willen stilzitten, maar tevens moeten we
niet vergeten, dat in stilheid en ver
trouwen onze sterkte zal zijn.
Wij moeten stil zijn onder het oordeel,
maar dan ook, als een goed instrument
aan het werk!"
Zeker God heeft den .mensch niet moe
dig. Hij toont vaak Zijne wonderen door
tegenstrijdige middelen. Immers, de vloek
der zonde is teniet gedaan door de
schrikkelijkste aller zonden.
God kan met een krommen stok wel een
rechten slag doen. Maar voor ons is 't geen
eer een kromme stok te zijn. Laten we. dat
miet vergeten.
God wil een gewillig volk.
Willen we in der tijden nood staande
blijven, dan móet. in ons hart de bede zijn
gebruikt te worden als een goed instru
ment.
Hoe zullen we dat zijn?
Do zaak is heel eenvoudig. Dnze strijd
gaat tegen ongeloof en revolutie.
Welnu, dau is ffet wapen: het ge
loof.
Dan is onze eerste gedachte: Al1 een
do'or 't geloof kan de ooTzaak onzer ellen
de werden weggenomen.
We hebben T voor onze oogem gezien.
De liberalen waren o, zoo bang voer
Socialisme en Communisme, maar ze
misten de kracht om weerstand te bieden.
Er was wel verzet, maar telkens weer
bleek dat tegen het ongeloof machteloos
is, elke vorm van ongeloof.
De eenige weg om eon goed instrument
te zijn is, dat we vast blijven in 't ge
loof.
Er is wel eens een streven om met li
beralen enz. samen te werken tegen de
revolutie maar dat is vleesch tot zijn arm
stellen wat door God niet gezegend wordt.
Ook wordt er wel op aangedrongen,
dat alle Christenen zullen samenwerken
in een algemeene christelijke staatspartij.
Maar dan moeten do Roomschen er ook
bij. En dat wil men niet, want, het is een
merkwaardig verschijnsel, hoe slapper
men is in het geloof, hoe feller antipapist
men is.
Ook een algemeene protestantscb Chris
telijke partij is door de practijk geoor
deeld.
Dat behoeft ook niet te verwonderen.
Over de punten die ons scheidon moeten
we dan zwijgen en dat zijn dan juist die
punten, die ons 't naast aan het hart lig
gen.
Zoo wordt de gloed der overtuiging ge
doofd en missen we kracht en bezieling.
Is bij ons niet de echte bezieling geko
men toen de Christel. Historischen van
'ons gingen. We betreuren de scheiding,
maar toch gloeide na dien tijd hot vuur
beter op, ook bij hen.
Belde partijen kunnen nu steunen op
eigen beginsel, en dam tevens, waar noo-
dig samenwerken.
Do kracht van ons optreden, hangt af
van do kracht van ons geloof.
Van origine is onzo partij Calvinis
tisch.
Als partij zullen we onze eer verliezen
als we niet blijven bij hot groote Calvi
nistisch beginsel: Do souvereindteit van
het Woord Gods.
De e-cfrte Calvinist gaat in het Woord
graven en leidt daaruit zijn afgeleid be
ginsel af.
Die eere moeten we ons niet laten ont-
rooven, willen we zijn goede instrumen
ten in do hand des Hoeren.
Maar, zoo vraagt men, wordt onze
groep niet schrikkelijk klein, en maken
wo ons door zoo sterk op ons stuk te staan
niet schuldig affn ideal is terij?
De Calvinistische groep, zegt Spr., is
altijd een minderheid geweest en zal 't
ook wel blijven, maar we hebben Gods
beloften, dat alle dingen mogelijk zijn
dengeno dio gelooft.
Een goed instrument kunnen wo alleen
zijn als we ons stellen op hot standpunt
van hot geloof, en daarom moet dat go-
loof voortdurend gesterkt worden.
Eon der middelen daartoe is, dat we bij
elkaar zijn en door samenwerking
elkaar sterken.
Daarom hebben we noodig onze orga
nisatie en onze pers, waarvan Spr.
de groote betcekenis uiteen zet.
Het ledental van onze Kiesvereenigin
gen moet worden versterkt.
Bestuur en lqjjen moeten samenwer
ken, opdat we krijgen goede instrumen
ten, die God gebruiken kan om land en
volk to zegenen.
De strijd die on6 wacht is van groote
beteekemis.
Zij 't daarom onze ernstige begeerte,
dien strijd in te gaan met do bode: Iteere,
■gebruik mij als om good instrument in
two baad. (Applaus).
a adat vervolgens gezongen was Ps. 89:
7: „Hoe zalig is het volk, dat naar Uw
klanken hoort", .sprak do Voorzitter, de
hoer Warnaar, een kort slotwoord.
Dank braöht Spr. aan de Comm. van
voorbereiding, dank aan Ds. van Lum
mel, voor wat hij beeft geleerd en gezegd,
voor de muziek die we hoorden en de
schoon© oefeningen die we zagen.
Spr. w^kt de aanwezigen op over het
hier gehoorde na to denken, het in de
Kiesvereenigingen te verwerken en te
bidden dat God ons wil maken tot goede
instrumenten.
Do partijdag werd daarna door D s.
B o e ij i n g a van Sassenheim met dank
zegging gesloten.
Rest ons nog te melden dat het podium
op keurige wijze mot groen en palmen
was versierd door de firma J. Buurman,
bloemist alhier.
Evenals het vcrig jaar werd de Partij
dag besloten met een gemeocschappeh'i-
ken maaltijd, waarbij een zeer opgewekte
toon heerschte.
Gereformeerde Bond.
In gebouw „Prediker" trad gisteravond voor
do afd. Leiden van bovengenoomden bond op,
De. W. Bieshaar, Ned. Herv. Pred. to
's-Gravenhago.
Do hoor J. M. Montenberg dio de ï'iug
had, opende do vergadering met bet laten zins
gen van Psalm 118: 5, waarna hij voorles:
Efeze G: 1020. Daarna betrad Ds. Bieshaar
do spreekplaats, die begon met te wijzen op
het voorgelezen hoofdstuk, waarin op zoo uitne
mende wijzo de idcaal-uitrusting van den Chris
ten-krijgsman wordt beschreven. Wij denken
wel eens, wat is het toch jammer dat de apostel
Paulus gevangenheeft gieten. Wat zon hij
aan d© verbreiding van Lel Evangelie ©en krac.h-
ligen stoot hebben kunnen geven, als bij vrij
geweest was. Maar het is kortzichtig, zoo te
sproken, want juist door dio gevangenschap zijn
wij in het bezit gekomen van dit kostelijke
hoofdstuk.
Paulus heeft do uitrust van don soldaat
die hom bewaakte aandacl.i.g beschouwd en
hoeft or ons door geleerd wat het bcsle wapen
is, n.l. hot zwaard.
Zonder een zwaard is do uitrusting an een
krijgsman vrijwel nutteloos. Daarom doen wij
goed, om met het eene goede zwaard te strij
den, dat is Gods Woord. Do aard van den strijd
die wij te voeren hebben voroischt een geestelijk
wapen, want wij staan in den geestelijken
strijd. De Koning der Kerk heeft zolf hot -oor
beeld gegeven, toen hij den verzoeker in do
woestijn, on ook aan het kruis, afdoende bot
stroden hoeft met het eeuwige Woord. Het is
ook naar dat Woord dat spr. hedenavond wil
handelen, waarom hij als tekst kiest: Genesis
26:lSa: „Als nu Isaak wedergekeerd was,
groef hij de waterputten op die zij ten tijd©
Abrahams zijns vaders gegraven, en dio de Filis
tijnen na Abrahams dood toegestopt hadden."
Nadat spr. vervolgens in gobed was voorge
gaan en gezongen was Ps. 45: 2 en 3 horvatfe
spr. zijn rede. In het bijzonder word stilge
staan bij do grooto boteokenis, dio een water-?
put in het Oosten heeft. Van Vader Abraham
was ©en grooten invloed uitgegaan veor zijn
ganscho omgeving, daar do Heer© hem had groot
gemaakt en hem kennelijk zogende. Dat was don
Filistijnen natuurlijk oen doorn in het oog. Zoo*
dra Abraham gestorven was, hebben zij dan
ook de kostelijk© puutten bedorven, dio Abra
ham had gegraven.
Dit fedt krijgt eerst zijn vollo betoekenis voor
ons, wannéér we bedenken, dat aan het bezit van
zoo'n waterput, de zeggenschap over do geheel©
omliggend© landstreek was verbonden.
Nu zou men zoo zeggen: „dat is toch echt
Filifitijnsch, om die waterputten, die de eerste
levensbehoeften voor den Oosterling in zich be
vatten, too to stoppen." Doch men vergeet dat
het ook nog in ons Nederland plaats heeft, ja
zelfs in onze Vaderlandscho Kerk, waar de rao*
dome Filistijnen, de hoognoodige waterputten,
door onze vaderen ten koste van goed en bloed
gegraven, hebben toegestopt.
Spr. wenscht thans vooral te spreken over het
opend moesten blijven. Vroeger word in ieder
ran zijn do gevolgen van het gebrek aan lovend
water, waar te nomen. In de huizen, in do sche
len en in do Kerk.
Onzo vaderen hebben good begrepen, dat do
putten dio het levend water voortbrachten go-
opend moesten blijvon. Vrogcr werd in ieder
huis Gods Woord gelezen. Dat heet nu te
ouderwetsch.
Do Filistijnen zijn in onze huizon gekomen en
hebben do putten toegestopt. Spr. herinnert zich
nog do oude huiscatechisatie. Dan moest men
de tweo boekjes van Franken door en door ken*
nen andors deugde het niet. Toen had elk huis
zijn waterput, en een good© ook.
O zeker, school cn catechisatie doen dat ook
wel, maar het ligt aLLereoret op den weg van
de ouders om voor do geestelijko opvoeding van
hot kind to waken.
Gehoole levenskringen zijn ontwijd, omdat geen
plaats word gegund aan Gods Woord.
Laten wij zorgen, dat wannoor ons nageslacht
onze namen op do grafzerken niet meer kan on*
dorschoiden, dat zij zich ons voorstellen als ge*
bogen zittende over liet Woord, de oenigo 1©*
vonsbron.
In vblo huizen zijn do waterputten toegestopt.
Daar daveren do kill© muren van hot vloekon,
daar worden do bladeren van het liederenboek
beslagen door genteen© deunen.
Menig ouder maakt er zich af door te /.e^genti
„ik 6tuur mijn kindoren toch naar de Chr,
Sohool", maar dan vorgoet men, dat het echter
liefdevuur dat iu het gezin moet worden ge*