Dagblad voor Leiden en Omstreken.
N.Y.vhJ. C.BERNARD
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL t 12.50
TER WEEK 10.10
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - DINSDAG 19 SEPTEMBER 1922 - No. 747
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekening 58936
A OVER i ENTiE-PrtiJ^.
PER GEWONE REGEL 10.221
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES Dl»- MEP
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
bij vooruitbetaling.
DE OPENINGSREDE
Do Minister van Binnanlandsche Zaken
heeft heden de zitting der Staten-Gene-
raal geopend met de volgende rede:
Sedert Hare Majesteit persoonlijk de
laatste maal in Uw midden verscheen, zijn
de wetsontwerpen ingediend, welke ver-
eischt worden om aan het aangevangen
werk der Grondwetsherziening de laatste
hand te leggen. Allereerst zal daarvoor
Uwe aandacht gevraagd worden.
De crisis, welke een groot deel der we
reld teistert, doet haar droeve gevolgen
ook hier te lande in breeden kring gevoe
len. Het evenwicht tiïsschen 's Lands in
komsten en uitgaven is, zoowel in het
Moederland als in de onderzeesche doelen
van den Staat, verstoord. Ingrijpende be
perking van publieke uitgaven, mede te
bereiken door wettelijke voorzieningen, is
onvermijdelijk.
Vermindering van het aantal Departe
menten van Algemeen Bestuur wordt noo
dig geacht. Het Departement van Land
bouw, Nijverheid en Handel zal met dat
van Arbeid worden samengesmolten, ter
wijl de behartiging van de landbouw-aan-
gelegenheden voorshands zal worden toe
vertrouwd aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken. Enkele verschikkingen
zullen bovendien plaats vinden.
De bedrijven van den Staat, en de zoo
danige welke daarmee op één lijn zijn te
stellen, zullen aldus zijn te beheeren, dat
nadeeligo sloten worden vermeden.
Een wetsontwerp tot regeling van de
rechtspositie van de Kerkgenootschappen
en een Nieuw Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering aan de hand van de voor
stellen der daartoe benoemde Staatscom-
missiën, zijn in voorbereiding.
Overwogen wordt eene regeling van de
Arbeids-overeenkomst welke zoowel het
burgerrechtelijke als het publiekrechtelij
ke element in zich bevat.
Eene wijziging van de Kieswet ten ein
de ook de "leden van de Eerste Kamer
langs den weg van het evenredig kies
recht aan te wijzen, zal U, zoo spoedig
mogelijk, bereiken.
Ingediend zal worden eene herziening
va.n de Gemeentewet, waarbij tot leid
draad dienen de door de Staatscommissie
■aangeboden voorstellen.
Onderscheidene voorstellen ter vereen
voudiging van de onderwijs- en de verze
keringswetgeving zullen U bereiken.
Geleidelijke afschaffing van de huur
wetten is, evenals eene herziening van de
Drankwet, in voorbereiding; eene wijzi
ging van de wet op de besmettelijke ziek
ten wordt overwogen, waarbij tevens zal
getracht worden om, zonderde algemeene
volksgezondheid te schaden, tegemoet te
komen aan de gewetensbezwaren tegen de
vaccinatie.
Zoodra de grondwettelijke voorschrif
ten het zullen gedoogen, zal het noodige
worden verricht om bestuur en wetge
ving van de overzeesche doelen van den
Staat te regelen in den geest welke de
herziening van de desbetreffende bepalin
gen der Grondwet beheerschte. Tevens zal
het belastingwezen aan eene ingrijpende
verandering zijn te onderwerpen, ten einde
rekening te houden met de economische
eischen, welke de tijdsomstandigheden
stellen.
Aan de geestelijke en stoffelijke belan
gen van de bevolking ook der overzeesche
gebiedsdeelen zal de onverdeelde aandacht
der Overheid worden gewijd.
Moge God in deze moeitevolle tijden Zijn
zegen schenken aan de vervulling van de
zware taak welke U wacht.
In naam der Koningin en daartoe door
Haar gemachtigd, verklaren wij de gewo
ne zitting der Staten-Generaal te zijn ge
opend.
V Het Regeeringsprogram.
Zoo ligt dan het regeeringsprogram
voor ons.
Het ia opgesteld en beïnvloed door de
crisis, welke haar droeve gevolgen ook
hier to lande in breeden kring doet gevoe
len en waarvan mede het gevolg was dat
zoowel in het Moederland alö in de over
zeesche doelen van den Staat het even
wicht tusschen de inkomsten en uitgaven
werd verstoord.
De Regeoring erkent, dat ingrijpende
beperking van de publieke uitgaven on
vermijdelijk is.
Op do gewone begroo tin gspc sten zal
moeten worden bezuinigd, maar ook zul
len wettelijke maatregelen neodig zijn
om tot beperking te komen.
Een der eerste maatregelen door de
Regeering noodig geacht, i6 de verminde
ring vaai het aantal departementen.
Dit kan worden toegegeven, maar toch
rijst de vraag of 'bet verstandig moet
worden geacht, in dezen tijd van inzin
king bij land- en tuinbouw, nu alles moet
worden gedaan om met name ook de ex
port te bevorderen, met Landbouw te be
ginnen.
Ongetwijfeld, ook zonder een afzon
derlijk departement kunnen de landbouw
belangen worden behartigd, maar ook uit
psychologisch oogpunt zou het ons beter
zijn voorgekomen indien de opheffing van
dit departement tot een later tijdstip
was verschoven.
De bedrijven van den Staat en de be
drijven die daarmee op een lijn zijn te
stellen, zullen zoodanig worden beheerd,
dafc nadeelige sloten worden vermeden.
Prijzenswaardige maatregel.
Laten we hopen, dat het de Regeering
inderdaad gelukken zal, dit doel te berei
ken.
Overigens hangt hier alles af van de
w ij z e waairop en de middelen waarmee
dit doel zal worden, nagestreefd.
Verder worden voorstellen tot vereen
voudiging van de onderwijs- en de ver-
zekciringswetgeving in uitzicht gesteld.
Van de noodzakelijkheid daarvan is
ieder overtuigd.
Ook hier echter hangt alles van de uit
voering af.
Temidden van den stoffelijken nood zijn
de geestelijke belangen niet verge
ten.
De rechtspositie der Kerken zal worden
geregeld, de Drankwet zal worden 'her
zien, aan gewetensbezwaren tegen de vac
cinatie tegemoet gekomen.
Meer veraf ligt „overwogen wordt"
een regeling van de Arbeidsovereen
komst.
Een uiterst moeilijke kwestie trouwens.
Dat behalve een wijziging van de Kies
wet, ook een herziening van de Gemeente
wet wordt aangekondigd, zal zeker in
breeds leringen bevrediging wekken.
Ditzelfde geldt ook van wat gezegd
wordt, van de geestelijke en stoffelijke
belangen van de bevolking der overzee
sche gebieden.
Het trok onze aandacht-, dat met geen
woord gerept wordt, van den nood van
land- en tuinbouw, dat van de behoef ten
van onze industrie niet wordt gesproken
en dat de dreigende werkloosheid in deze
rede niet wordt aangeroerd.
Over 't geheel is de Openingsrede tame
lijk mat.
Wij missen iets.
Het woord waarop gewacht werd, is
hier niet gesproken.
Maar we willen voorzichtig zijn.
De toestand is uiterst ingewikkeld.
En we stemmen dan ook van heeler
harte in, met den wensoh aan het slot
gesproken, dat God in deze moeitevolle
tijden aan den arbeid van het Parlement
zijn zegen moge schenken.
VISCHMARKT - K00RNSRUGSTEEG
VULEMMERS s
prima gelakt.
STADSNIEUWS.
Zangspel „Je Maintiendrai".
De uitvoering van het nationaal zang
spel „.Je Maintiendrai", georganiseerd
door de Christelijke Oranjevereniging is
schitterend geslaagd.
Er was, zooals na de verschillende pu
blicaties te verwachten viel, veel belang
stelling. Geen plaats bleef onbezet.
Onder de aanwezigen werden o.m. opge
merkt burgemeester de Geselaar met zijne
Echtgenoote, de Wethouders Pera, Mul
der en v. d. Lip, de Gemeente-secretarie,
luit.-g:m. Weber, de Garnizoenscomman
dant, de Commandant van de Kweek
school voor Zeevaart, de Yoorz. van den
Bond van Chr. Oranjevereenigingen enz.
Do vergadering werd geopend door den
hoer S p a a, met het laten zingen van Ps.
103:1. Onder het zingen, werd de Voor
zitter D s. Thomas die de vorige week
jubileerde, binnengeleid.
Nadat de w.n. voorzitter in gebod was
voorgogaan, gaf hij enkele mededeelingen
omtrent het Zangspel, om daarna allen
hartelijk welkom te heeten.
Het bestuur en de Prop. Commissie zijn
zeer tevreden over de opkomst. Ér
moesten veel bezwaren worden overwon
nen, maar dank zij den ijver van do Prop.
Comm.. die Spr. daarvoor een woord van
hulde brengt, is do voorbereiding uitste
kend geslaagd.
Spr. achtte het een groote eer don Bur
gemeester- welkom te heeten (applaus).
De Burgemeester heeft een groote plaats
in ons 'hart. Nooit komt hij teveel in ons
midden.
Ook Mevr. de Gi.fselaa-r heette Spr. har
telijk welkom, evenals de hier bovenge
noemde autoriteiten, het bestuur van „Bij
bel en Oranje" te 's Gravenhage, -den or
ganist de heer Plu, de afgevaardigden
van van de 3 Oct. vereen., „Pro Rego"
den Vrijw. Landstorm, „Prediker" en de
Pers.
Vervolgens richtte Spr. zich tot Ds.
Thomas, wien hij zeer hartelijk geluk
wenschte met zijn gevierd jubileum. De
leden van de Oranjevereen., aldus Spr.,
hebben vele punten van verschil, maar ze
zijn één in liefde en waardeering voor
uw persoon en ze zijn oprecht dankbaar
voor wat gij gedaan hebt.
De 'golven ran de levenszee zijn ook
voor u weieens Loog gegaan, maar God
was aan uw zij. Gij weet, zegt Spr.,
dat we u liefhebben. Maar we hadden be
hoefte die liefde ook te toonen, en daar
om bood Spr. namens de Oranjevereen. een
fauteuil aan.
Hij eindigde met den wensch, dat God
mocht blijven voor Ds. Thomas, zijn
schild en betrouwen.
Do Burgemeester mot donde
rend applaus begroet, wilde ook een enkel
woord spreken. Hij gevoelde behoefte om
als burgemeester hulde te brengen aan Ds.
Thomas, als voorzitter van oen Vereen,
die een hoog maatschappelijke taak vor-
vuldt. Het heeft Spr. steeds getroffen, dat
Ds. Th. altijd de juiste snaar wist to tref
fen, altijd weer de historie wist te doen
leven on zoo de band tusschen Oranje e®
Nederland te versterken.
Wij hebben veel aan Oranje te danken.
En dat dit hier 6terk gevoeld wordt, ie
voor een groot deel het werk van Ds.
Thomas. Spr. eindigt- met den wensch
dat De. Th. nog vele jaren als Voorzit
ter van deze Vereen, mag fungeeren en
drukt hem dan onder daverend applaus
de hand.
Namens den Bond van Chr. Oranjever
eenigingen werd nog even het woord ge
voerd door D s. Sap van Gouda, die Ds.
Thomas huldigde voor wat hij voor den
Bond en voor de Leidsche Veroen. deed.
Ds. Thomas die daarna het wcord
verkreeg, bracht hartelijk dank aan de
sprekers die het woord voerden. Hij is
daarvoor zeer gevoelig. Lof van men-
schen, aldus Spr., maakt licht dronken.
Daarom heft hij het oog omboog en zegt:
God alleen is groot!
Een groet gedeelte van den lof hem ge
bracht wentelde Spr. overigens af op hen
die hem zoo trouw ter zijde stonden.
Hij heeft zich voorgenomen, geslerkt
door de belangstelling van allen die
Oranje en Nederland samen wcnschen te
houden, met Gods hulp, alles te doen wat
kan strekken tot Gods eer, en tot bevor
dering en versterking van den band tus
schen God, Nederland en Oranje. (Lang
durig applaus).
Hierna werd een begin gemaakt met de
uitvoering van
het zangspel.
Ter inleiding werden eerst een 9-tal
schitterende beeldengroepen vertoond en
speelde vervolgens het symphenio-orkeet
van het 3e Reg. Huzaren, waarbij o.a. ten
ge&ooro werd gebracht, „Vivat. Oranje",
vaandelmarsdh van de L. C. 0. V. door
A. J. Plu.
Na deze voorbereiding nam hef zang
spel een aanvang. Het tooneel stelt voer
een stadsgedeelte, waar de mcnschen zich
verdringen om de publicaties omtrent het
uitbreken van den oorlog tusschen Servië
en Oostenrijk-Hongarije en het ultimatum
van Duitschland aan Rusland.
Het saamgeloopen volk, dat zich zeer
ontsteld toont, zingt zeer verdienstelijk
van den indruk die deze berichten maak
ten. Angst en zorg sproken uit woorden
en gebaren.
Maar dan komt de Nedorlaiidsche
Maagd (Mej. Sophie Blijen, Utrecht) die
het volk zingend toeroept: ..Houdt ver
trouwen in Gods leiding; Is Oranje aan
uw zij, staat o volk, ook God u bij.
Het volk krijgt weer moed en bezieling
en als dan opnieuw de Ned. Maagd ver
schijnt-, maar nu met een Oranjevlag,
6preekt het. „Neerlands volk hoe klein,
wil een volk toch zijn."
Do Nod. Maagd wijst echter nogmaals
op den ernst van den toestand, waarop het
volk zich bereid verklaart alles te doen
wat noodig is.
Op zeer levendige wijze wordt dan do
mobilisatie weergegeven..
De Ned. Maagd roept. Neerlands zonen
op, om nu het gevaar dreigt, de wapenen
te grijpen.
In de verte klinkt, klokgelui, terwijl het
volk het. aloude Wilhelmus aanheft.
Dan komen de gemobiliseerde soldaten
van land en zeemacht. Niemand blijft
achter ook al moeten, zooab het too
neel aangeeft zeer zware offers worden
gebracht.
Maar de nood dringt, en daarom komen
ze van alle kanten bijeen, een oogenblik
mede zeetr duidelijk in beeld gebracht.
De Nederlandsche Maagd zing^ haar
dankbaarheid uit, omdat nu overal de
wachten zijn betrokken.
Het is geen oogenblik te vroeg.
„Oorlog" wordt er geroepen en kranten
jongens brengen de bulletins van de
Nieuwe Leidsche Courant, die
de tijding bevatten dat de wereldoorlog
is uitgebroken.
Ontroerend oogenblik.
Maar het Ned. volk zingl- fier en krach
tig: 9
Wij zullen Neerland houen,
Wij geven Neerland nooit.
Nieuwe off era worden nu gevraagd.
Elf bruidjes, ieder oen provincie voor
stellende, schrijden door de zaal en zingen
•*Tan het dreigend gevaar.
D.ep geroerd ziet- de Ned Maagd toe
tendraih.'ig en machtig .n vast net volk
besloten is, zijne positie te handhaven, te
midden van de dreigende gevaren.
Van die gevaren zingt hc-r. volk, dat ein
digt met de bede: „Bescherm e God, be
waak den grond".
Eindelijk, eindelijk komt dan de wapen
stilstand.
Daarmee is het gevaar nog niet gewe
ken,
Ër gaan stemmen op om Limbuig en
Zeouwsch-Vlaanderen van ons af te scheu
ren.
Weer staat het zwaar beproefde volk
d ich t aaneen geslo ten
Eerst wordt de positie van de wachten
de weermacht geteckend. Land- en Zee
macht waken en wachfon en zien uit naar
het einde.
Vermoeid en bekommerd, kom; de Ned.
Maagd met de provinciën op. Vol wils
kracht klinkt haar „Je Maintiendrai".
Hef Ncd. Volk. hoe zwaar bef ook lijdt,
b 1 ij f t handhaven.
Dat lijden wordt op aangrijpende wijze
geteekend door een verkommerde vouw
en haar ziekelijk kindje. De Ned. Maagd,
vol van mdegevoel, bidt dat de beproe
ving mag eindigen.
Daar klinkt in de verte het „Eer? zij
God" dat den Vredesengel (Mej. Hcrm.
de Brey, UHecht) laat hooren.
Ze gaat naar Nederland en zingt van
het „landje van Oranje", dat zo tevens
waarschuwt voor do gevaren dio Limburg
en Vlaand'reuland bedreigen.
Zij wordt door de Ned. Maagd hrant-
wo'ord, met een krachtig „Je Maintien
drai", waarop Limburg en Zeeuwsch-
Vlaandcren op ontroerende wijze trouw
betuigen aan het Oranjehuis. Als de
Ned. Maagd voor zooveel -liefde on
trouw gedankt hooft, komt de Vredes
engel terug om al zingend een krans
te 'hechten aan de Oranjevlag, waar
op de Ned. Maagd de vlag kust en haar
dankbaar hart uitstort, in het:
Mijn schilt ende betrouwen
Sijt Ghij. o God mijn Heer.
Met groote aandacht, met hartelijke in
stemming en vaak niet zonder ontroering
werd dit Zangspel door de nar.wv/gen
gevolgd.
Daverende toejuiching;n ba: si ten loe,
toen het laatste vers gezongen was.
Tenslotte sprak ds. Thomas nog een
kort slotwoord. Hulde en dank bracht hij
aan alle medewerkers, in 't bijzonder aan
de solisten, oïe elk een pracht ie bloem
stuk in ontvangst hadden te nemen, en
den Directur van het Orchest.
Don heer Sfcbcsman, Voorz. van ..Bit-
bel en Oranje", te 's-Gravcnhage, welks
leden het zangspel opvoerden, werd oen
groote lauwerkrans aangeboden.
Daarna werd de vergadering door Ds.
Thomas met dankzegging gesloten.
Na de pauze was door Generaal Weber
nog een geestdriftig opwekkend woord
gesproken.
't. Was vol gisteravond.
Maar wij hebben goede verwachting, dat
ook heden en morgenavond over gebrek
aan belangstelling niet zal zijn te klagen.
Prof. Bolland.
Door de familie van wijlen prof. Bol
land, in leven hoogleeraar in de faculteit
der letteren en wijsbegeerte aan de univer
siteit alhier, is aan den senaat dezer uni
versiteit aangeboden een door Willy Sluy-
ter geschilderd portret van den hoog
leeraar.
Kerkorgel.
De Chr. Geref. Kerk alhier, zal bin
nenkort een kerkorgel rijk worden dat
met de beste in andere kerkgebouwen
hier ter stede zal kunnen wedijveren zoo
het deze niet overt raft.
Dit pneumatische orgel, dat overgeno
men is van een kerk te Bochheld (Duitsch-
laiid) kan een rijkdom van geluidschakee-
ring ontwikkelen waartoe naast dé veel
heid van registers (pl.m. 30) vooral cok
FEUILLET ©N.
Vervolgd en bevrijd.
Historisch verhaal
uit den Napoleontischen lijd.
Hier werd halt gemaakt-, en de meege
brachte voorraad duchtig aangesproken.
„Hoe zou de kommand-aait er toe geko
men zijn om dien Cuilenburg te laten op
zoeken door zijn beste vriend? Wat denk
jij er van Passer?" zei Evert Buyning,
een Amsterdammer, terwijl bij zijn brood
belegde met schijfjes knol, natuurlijk een
geschenk van Leenderts.
„Ja man", antwoordde de aangespro
kene met waardigheid, dat zal wel in ver
band staan met den oorl-og in Rusland,
die, zooals ze zeggen, op handen is. Maar
waar praat ik van; jullie weet toch niets
af van strategie en taktiek en al die din
gen meer. Maar wil ik je eens wat zeg
gen?" vervolgde hij, met een diepe rim
pel in 't voorhoofd en een geheimzinnig
gezicht zettend, en hij liet zijn 6tem da
len: „jo weet, dat ik nog al goed bekend
ben met den kommandant?"
Deze medcdeeling werd onder oenige
hilariteit ontvangen, want de Passer had
juist een week in 't cachot gezeten we
gens insubordinatie tegen zijn superieur.
„Ik wist wel, dat je erg bevriend was
met de keukenmeid van den majoor, en
d-at die nog al eens wat voor je smokkelt,
maar" zei. Eevert en trok de schou
ders op.
„Gisteren neg een stuk taart, dat had
ze voor hem gespaard!" rijmde Jan de
Weerd.
Do Passer werd rood van ergernis.
„Hou je stil, aardappel", zei hij en
trachtte Jan een ,.aanwaaier" te geven,
„als je niet oppast vouw ik jo dubbel en
stop je in mij-n patroontasch. Nu, zooals
ik zed, ik kon den Majoor heel good"
„Ben je niet eens over hem Vallen?"
vroeg Tau argeloos.
En van dien heb ik gehoord, dat
van Hoornebeke, die, zooale jullie weet,
een eerste Oranjeklant, is
„Prenez garde!" zei de korporaal
barsch; hij had de laatste woorden opge
vangen.
„Ga zelf naar je garde, cn naar je
land!" mokte de gestoorde verteller.
Te midden van de door deze woorden
ontstane ruzie kwam echter de verklik
ker, Kees Velders, aanwaggelen in een
toestand die ten duidelijkste aangaf waar
hij op de soldaten had gewacht en die de
aandacht van de twistenden dermate
vroeg dat zij al het andere vergaten.
„Genavend, heeren!" zei de beschon
ken© en viel bij oen mislukte poging om
oen buiging te maken. Van Hoornebeke
zag hem met onverholen verachting aam.
De gedadhte, dat zijn vriend -door dien
dronkelap verraden werd was hem on
dragelijk.
„Sta op, kerel, en wijs ons den weg!"
zei hij barsch.
Toen de verklikker zag dat hier niet te
gekscheren viel, stond hij eenigzms ont
nuchterd op.
„Pardonneer mij sorgeant", zei hij krui
pend, „het was mij zoo'n groot genoegen
een verrader van den grooten Keizer aan
den straffenden arm der wet over te 1 ove
rall, dat ik mij zei ven
„Een groot genoegen, dat is wel te den
ken als je vijftig gulden belooning krijgt"
zeide van Hoornebeke koeltjes, „zwijg
daar maar over en zeg ons waar jo ons
heen wilt brengen.
„Naar bcschwachter Pancras, die houdt
don vluchteling verborgen." Terwijl hij
dit zei gloed een zekere glans van boos
aardigheid over zijn gelaat.
Johan van Hoornebeke zag dit wel,
maar lette er niet op. daar de naam
van den boschwadhter allerlei herinnerin
gen bij hem opwekte. Tot voor een
achttal jaren was op bet kasteel Hoorive-
boke, aan den Veluwezoom gelegen een
boschwachter en jager geweest, die zoo
heette.
Aan hem hadden Jan en Leo Cuilen
burg, zijn vrienden, die daar dicht in don
buurt op den hofstede woonden, groote
verplichtingen.
In 1796, toen de Patriotten op het top
punt van hun macht stonden hadden de
roekel'oozo knapen het gewaagd met oran-
jcistrikken op de borst op hun ponnies
door de straten van bet Keesgezindo De
venter te rijden. Dat veroorzaakte een
oploop, de jongens werden achterna ge
zeten en ingerekend en ze zouden hun
overmoed zoer waarschijnlijk met gevan
genisstraf geboet hebben, als Pancras niet
tusschenbeide was gekomen.
Do boschwachter zei dat hot kwajon
gens waren, die zonder verlof van hun
vader waren weggeloopcn cn gaf ze een
naar het scheen duchtig pak ram
meling en zond ze do lange brug over
naar huis. Vervolgens bedankte hij do
dienaren der gerechtigheid voor hun
dienstwilligheid, stopte hun mond met een
paar schellingen en vertrok met de ..kwa
jongens in de richting ..Hoornebeke".
Sinds dien tijd waren de jongelui groo
te vrienden van Pancras cn vergezelden
hem vaak op zijn jacht tocht en.
Levendig herinnerde Johan zich het
voorval op een jacht in 't Soeronscho
Bosch, waar hij cn zijn vriend bij waren.
Reeds geruimen tijd huisde daar een wild
zwi.in met zijn gansche huisgezin, met het
gevolg dat er tal van klachten kwanion
van de omwonende boeren. Er was eer
groote drijfjacht op touw gezet om det
las li gen bewoner onschadelijk te maker»
Den dag te voren ging Pancras Cr op ui»
om de sporen van hel dier te zoeken oc
na te gaan. De knapen bedelden et.
smeekten zoolang, tot hij ze toost nd here
to vergezellen.
Do ever liet niet lang naar zich zoeken.
Ternauwernood was men in het. boscts
toen de honden hem opjoegen. Het wae
con reusachtig dier, van een paar duchti
ge houwers voorzien, waarmeë hot ver
woed onder de honden rondsloeg. Hoe
gaarne Pancras het zwijn ook voor do
jaagluötige herren wilde sparen, moest
hij het toch trachten te verjagen, wilde
hij zijn beste honden niet verscheurd zien.
Hierom loste hij zijn geweer op het'
dier, in de hoop dat het de plaat zou
poetsen, maar dat was m!s. Wel leidde
het do aandacht van het__woeste dier van
de bonden af, maar nu rende het op de
jongens toe, die op een afstand waran
blijven staan. Zij waren ongewapend, en
zouden dus een weerlooze prooi geweest
zijn. had Pancras zich niet tusedhen hen
en het monster geworpen.
(Wordt vervolg!), j