Dagblad voor Leiden en Omstreken. N.Y.vhJ. C.BERNARD ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL t 12.50 TER WEEK 10.10 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 3de JAARGANG. - DINSDAG 19 SEPTEMBER 1922 - No. 747 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekening 58936 A OVER i ENTiE-PrtiJ^. PER GEWONE REGEL 10.221 DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES Dl»- MEP KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent bij vooruitbetaling. DE OPENINGSREDE Do Minister van Binnanlandsche Zaken heeft heden de zitting der Staten-Gene- raal geopend met de volgende rede: Sedert Hare Majesteit persoonlijk de laatste maal in Uw midden verscheen, zijn de wetsontwerpen ingediend, welke ver- eischt worden om aan het aangevangen werk der Grondwetsherziening de laatste hand te leggen. Allereerst zal daarvoor Uwe aandacht gevraagd worden. De crisis, welke een groot deel der we reld teistert, doet haar droeve gevolgen ook hier te lande in breeden kring gevoe len. Het evenwicht tiïsschen 's Lands in komsten en uitgaven is, zoowel in het Moederland als in de onderzeesche doelen van den Staat, verstoord. Ingrijpende be perking van publieke uitgaven, mede te bereiken door wettelijke voorzieningen, is onvermijdelijk. Vermindering van het aantal Departe menten van Algemeen Bestuur wordt noo dig geacht. Het Departement van Land bouw, Nijverheid en Handel zal met dat van Arbeid worden samengesmolten, ter wijl de behartiging van de landbouw-aan- gelegenheden voorshands zal worden toe vertrouwd aan den Minister van Binnen- landsche Zaken. Enkele verschikkingen zullen bovendien plaats vinden. De bedrijven van den Staat, en de zoo danige welke daarmee op één lijn zijn te stellen, zullen aldus zijn te beheeren, dat nadeeligo sloten worden vermeden. Een wetsontwerp tot regeling van de rechtspositie van de Kerkgenootschappen en een Nieuw Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de hand van de voor stellen der daartoe benoemde Staatscom- missiën, zijn in voorbereiding. Overwogen wordt eene regeling van de Arbeids-overeenkomst welke zoowel het burgerrechtelijke als het publiekrechtelij ke element in zich bevat. Eene wijziging van de Kieswet ten ein de ook de "leden van de Eerste Kamer langs den weg van het evenredig kies recht aan te wijzen, zal U, zoo spoedig mogelijk, bereiken. Ingediend zal worden eene herziening va.n de Gemeentewet, waarbij tot leid draad dienen de door de Staatscommissie ■aangeboden voorstellen. Onderscheidene voorstellen ter vereen voudiging van de onderwijs- en de verze keringswetgeving zullen U bereiken. Geleidelijke afschaffing van de huur wetten is, evenals eene herziening van de Drankwet, in voorbereiding; eene wijzi ging van de wet op de besmettelijke ziek ten wordt overwogen, waarbij tevens zal getracht worden om, zonderde algemeene volksgezondheid te schaden, tegemoet te komen aan de gewetensbezwaren tegen de vaccinatie. Zoodra de grondwettelijke voorschrif ten het zullen gedoogen, zal het noodige worden verricht om bestuur en wetge ving van de overzeesche doelen van den Staat te regelen in den geest welke de herziening van de desbetreffende bepalin gen der Grondwet beheerschte. Tevens zal het belastingwezen aan eene ingrijpende verandering zijn te onderwerpen, ten einde rekening te houden met de economische eischen, welke de tijdsomstandigheden stellen. Aan de geestelijke en stoffelijke belan gen van de bevolking ook der overzeesche gebiedsdeelen zal de onverdeelde aandacht der Overheid worden gewijd. Moge God in deze moeitevolle tijden Zijn zegen schenken aan de vervulling van de zware taak welke U wacht. In naam der Koningin en daartoe door Haar gemachtigd, verklaren wij de gewo ne zitting der Staten-Generaal te zijn ge opend. V Het Regeeringsprogram. Zoo ligt dan het regeeringsprogram voor ons. Het ia opgesteld en beïnvloed door de crisis, welke haar droeve gevolgen ook hier to lande in breeden kring doet gevoe len en waarvan mede het gevolg was dat zoowel in het Moederland alö in de over zeesche doelen van den Staat het even wicht tusschen de inkomsten en uitgaven werd verstoord. De Regeoring erkent, dat ingrijpende beperking van de publieke uitgaven on vermijdelijk is. Op do gewone begroo tin gspc sten zal moeten worden bezuinigd, maar ook zul len wettelijke maatregelen neodig zijn om tot beperking te komen. Een der eerste maatregelen door de Regeering noodig geacht, i6 de verminde ring vaai het aantal departementen. Dit kan worden toegegeven, maar toch rijst de vraag of 'bet verstandig moet worden geacht, in dezen tijd van inzin king bij land- en tuinbouw, nu alles moet worden gedaan om met name ook de ex port te bevorderen, met Landbouw te be ginnen. Ongetwijfeld, ook zonder een afzon derlijk departement kunnen de landbouw belangen worden behartigd, maar ook uit psychologisch oogpunt zou het ons beter zijn voorgekomen indien de opheffing van dit departement tot een later tijdstip was verschoven. De bedrijven van den Staat en de be drijven die daarmee op een lijn zijn te stellen, zullen zoodanig worden beheerd, dafc nadeelige sloten worden vermeden. Prijzenswaardige maatregel. Laten we hopen, dat het de Regeering inderdaad gelukken zal, dit doel te berei ken. Overigens hangt hier alles af van de w ij z e waairop en de middelen waarmee dit doel zal worden, nagestreefd. Verder worden voorstellen tot vereen voudiging van de onderwijs- en de ver- zekciringswetgeving in uitzicht gesteld. Van de noodzakelijkheid daarvan is ieder overtuigd. Ook hier echter hangt alles van de uit voering af. Temidden van den stoffelijken nood zijn de geestelijke belangen niet verge ten. De rechtspositie der Kerken zal worden geregeld, de Drankwet zal worden 'her zien, aan gewetensbezwaren tegen de vac cinatie tegemoet gekomen. Meer veraf ligt „overwogen wordt" een regeling van de Arbeidsovereen komst. Een uiterst moeilijke kwestie trouwens. Dat behalve een wijziging van de Kies wet, ook een herziening van de Gemeente wet wordt aangekondigd, zal zeker in breeds leringen bevrediging wekken. Ditzelfde geldt ook van wat gezegd wordt, van de geestelijke en stoffelijke belangen van de bevolking der overzee sche gebieden. Het trok onze aandacht-, dat met geen woord gerept wordt, van den nood van land- en tuinbouw, dat van de behoef ten van onze industrie niet wordt gesproken en dat de dreigende werkloosheid in deze rede niet wordt aangeroerd. Over 't geheel is de Openingsrede tame lijk mat. Wij missen iets. Het woord waarop gewacht werd, is hier niet gesproken. Maar we willen voorzichtig zijn. De toestand is uiterst ingewikkeld. En we stemmen dan ook van heeler harte in, met den wensoh aan het slot gesproken, dat God in deze moeitevolle tijden aan den arbeid van het Parlement zijn zegen moge schenken. VISCHMARKT - K00RNSRUGSTEEG VULEMMERS s prima gelakt. STADSNIEUWS. Zangspel „Je Maintiendrai". De uitvoering van het nationaal zang spel „.Je Maintiendrai", georganiseerd door de Christelijke Oranjevereniging is schitterend geslaagd. Er was, zooals na de verschillende pu blicaties te verwachten viel, veel belang stelling. Geen plaats bleef onbezet. Onder de aanwezigen werden o.m. opge merkt burgemeester de Geselaar met zijne Echtgenoote, de Wethouders Pera, Mul der en v. d. Lip, de Gemeente-secretarie, luit.-g:m. Weber, de Garnizoenscomman dant, de Commandant van de Kweek school voor Zeevaart, de Yoorz. van den Bond van Chr. Oranjevereenigingen enz. Do vergadering werd geopend door den hoer S p a a, met het laten zingen van Ps. 103:1. Onder het zingen, werd de Voor zitter D s. Thomas die de vorige week jubileerde, binnengeleid. Nadat de w.n. voorzitter in gebod was voorgogaan, gaf hij enkele mededeelingen omtrent het Zangspel, om daarna allen hartelijk welkom te heeten. Het bestuur en de Prop. Commissie zijn zeer tevreden over de opkomst. Ér moesten veel bezwaren worden overwon nen, maar dank zij den ijver van do Prop. Comm.. die Spr. daarvoor een woord van hulde brengt, is do voorbereiding uitste kend geslaagd. Spr. achtte het een groote eer don Bur gemeester- welkom te heeten (applaus). De Burgemeester heeft een groote plaats in ons 'hart. Nooit komt hij teveel in ons midden. Ook Mevr. de Gi.fselaa-r heette Spr. har telijk welkom, evenals de hier bovenge noemde autoriteiten, het bestuur van „Bij bel en Oranje" te 's Gravenhage, -den or ganist de heer Plu, de afgevaardigden van van de 3 Oct. vereen., „Pro Rego" den Vrijw. Landstorm, „Prediker" en de Pers. Vervolgens richtte Spr. zich tot Ds. Thomas, wien hij zeer hartelijk geluk wenschte met zijn gevierd jubileum. De leden van de Oranjevereen., aldus Spr., hebben vele punten van verschil, maar ze zijn één in liefde en waardeering voor uw persoon en ze zijn oprecht dankbaar voor wat gij gedaan hebt. De 'golven ran de levenszee zijn ook voor u weieens Loog gegaan, maar God was aan uw zij. Gij weet, zegt Spr., dat we u liefhebben. Maar we hadden be hoefte die liefde ook te toonen, en daar om bood Spr. namens de Oranjevereen. een fauteuil aan. Hij eindigde met den wensch, dat God mocht blijven voor Ds. Thomas, zijn schild en betrouwen. Do Burgemeester mot donde rend applaus begroet, wilde ook een enkel woord spreken. Hij gevoelde behoefte om als burgemeester hulde te brengen aan Ds. Thomas, als voorzitter van oen Vereen, die een hoog maatschappelijke taak vor- vuldt. Het heeft Spr. steeds getroffen, dat Ds. Th. altijd de juiste snaar wist to tref fen, altijd weer de historie wist te doen leven on zoo de band tusschen Oranje e® Nederland te versterken. Wij hebben veel aan Oranje te danken. En dat dit hier 6terk gevoeld wordt, ie voor een groot deel het werk van Ds. Thomas. Spr. eindigt- met den wensch dat De. Th. nog vele jaren als Voorzit ter van deze Vereen, mag fungeeren en drukt hem dan onder daverend applaus de hand. Namens den Bond van Chr. Oranjever eenigingen werd nog even het woord ge voerd door D s. Sap van Gouda, die Ds. Thomas huldigde voor wat hij voor den Bond en voor de Leidsche Veroen. deed. Ds. Thomas die daarna het wcord verkreeg, bracht hartelijk dank aan de sprekers die het woord voerden. Hij is daarvoor zeer gevoelig. Lof van men- schen, aldus Spr., maakt licht dronken. Daarom heft hij het oog omboog en zegt: God alleen is groot! Een groet gedeelte van den lof hem ge bracht wentelde Spr. overigens af op hen die hem zoo trouw ter zijde stonden. Hij heeft zich voorgenomen, geslerkt door de belangstelling van allen die Oranje en Nederland samen wcnschen te houden, met Gods hulp, alles te doen wat kan strekken tot Gods eer, en tot bevor dering en versterking van den band tus schen God, Nederland en Oranje. (Lang durig applaus). Hierna werd een begin gemaakt met de uitvoering van het zangspel. Ter inleiding werden eerst een 9-tal schitterende beeldengroepen vertoond en speelde vervolgens het symphenio-orkeet van het 3e Reg. Huzaren, waarbij o.a. ten ge&ooro werd gebracht, „Vivat. Oranje", vaandelmarsdh van de L. C. 0. V. door A. J. Plu. Na deze voorbereiding nam hef zang spel een aanvang. Het tooneel stelt voer een stadsgedeelte, waar de mcnschen zich verdringen om de publicaties omtrent het uitbreken van den oorlog tusschen Servië en Oostenrijk-Hongarije en het ultimatum van Duitschland aan Rusland. Het saamgeloopen volk, dat zich zeer ontsteld toont, zingt zeer verdienstelijk van den indruk die deze berichten maak ten. Angst en zorg sproken uit woorden en gebaren. Maar dan komt de Nedorlaiidsche Maagd (Mej. Sophie Blijen, Utrecht) die het volk zingend toeroept: ..Houdt ver trouwen in Gods leiding; Is Oranje aan uw zij, staat o volk, ook God u bij. Het volk krijgt weer moed en bezieling en als dan opnieuw de Ned. Maagd ver schijnt-, maar nu met een Oranjevlag, 6preekt het. „Neerlands volk hoe klein, wil een volk toch zijn." Do Nod. Maagd wijst echter nogmaals op den ernst van den toestand, waarop het volk zich bereid verklaart alles te doen wat noodig is. Op zeer levendige wijze wordt dan do mobilisatie weergegeven.. De Ned. Maagd roept. Neerlands zonen op, om nu het gevaar dreigt, de wapenen te grijpen. In de verte klinkt, klokgelui, terwijl het volk het. aloude Wilhelmus aanheft. Dan komen de gemobiliseerde soldaten van land en zeemacht. Niemand blijft achter ook al moeten, zooab het too neel aangeeft zeer zware offers worden gebracht. Maar de nood dringt, en daarom komen ze van alle kanten bijeen, een oogenblik mede zeetr duidelijk in beeld gebracht. De Nederlandsche Maagd zing^ haar dankbaarheid uit, omdat nu overal de wachten zijn betrokken. Het is geen oogenblik te vroeg. „Oorlog" wordt er geroepen en kranten jongens brengen de bulletins van de Nieuwe Leidsche Courant, die de tijding bevatten dat de wereldoorlog is uitgebroken. Ontroerend oogenblik. Maar het Ned. volk zingl- fier en krach tig: 9 Wij zullen Neerland houen, Wij geven Neerland nooit. Nieuwe off era worden nu gevraagd. Elf bruidjes, ieder oen provincie voor stellende, schrijden door de zaal en zingen •*Tan het dreigend gevaar. D.ep geroerd ziet- de Ned Maagd toe tendraih.'ig en machtig .n vast net volk besloten is, zijne positie te handhaven, te midden van de dreigende gevaren. Van die gevaren zingt hc-r. volk, dat ein digt met de bede: „Bescherm e God, be waak den grond". Eindelijk, eindelijk komt dan de wapen stilstand. Daarmee is het gevaar nog niet gewe ken, Ër gaan stemmen op om Limbuig en Zeouwsch-Vlaanderen van ons af te scheu ren. Weer staat het zwaar beproefde volk d ich t aaneen geslo ten Eerst wordt de positie van de wachten de weermacht geteckend. Land- en Zee macht waken en wachfon en zien uit naar het einde. Vermoeid en bekommerd, kom; de Ned. Maagd met de provinciën op. Vol wils kracht klinkt haar „Je Maintiendrai". Hef Ncd. Volk. hoe zwaar bef ook lijdt, b 1 ij f t handhaven. Dat lijden wordt op aangrijpende wijze geteekend door een verkommerde vouw en haar ziekelijk kindje. De Ned. Maagd, vol van mdegevoel, bidt dat de beproe ving mag eindigen. Daar klinkt in de verte het „Eer? zij God" dat den Vredesengel (Mej. Hcrm. de Brey, UHecht) laat hooren. Ze gaat naar Nederland en zingt van het „landje van Oranje", dat zo tevens waarschuwt voor do gevaren dio Limburg en Vlaand'reuland bedreigen. Zij wordt door de Ned. Maagd hrant- wo'ord, met een krachtig „Je Maintien drai", waarop Limburg en Zeeuwsch- Vlaandcren op ontroerende wijze trouw betuigen aan het Oranjehuis. Als de Ned. Maagd voor zooveel -liefde on trouw gedankt hooft, komt de Vredes engel terug om al zingend een krans te 'hechten aan de Oranjevlag, waar op de Ned. Maagd de vlag kust en haar dankbaar hart uitstort, in het: Mijn schilt ende betrouwen Sijt Ghij. o God mijn Heer. Met groote aandacht, met hartelijke in stemming en vaak niet zonder ontroering werd dit Zangspel door de nar.wv/gen gevolgd. Daverende toejuiching;n ba: si ten loe, toen het laatste vers gezongen was. Tenslotte sprak ds. Thomas nog een kort slotwoord. Hulde en dank bracht hij aan alle medewerkers, in 't bijzonder aan de solisten, oïe elk een pracht ie bloem stuk in ontvangst hadden te nemen, en den Directur van het Orchest. Don heer Sfcbcsman, Voorz. van ..Bit- bel en Oranje", te 's-Gravcnhage, welks leden het zangspel opvoerden, werd oen groote lauwerkrans aangeboden. Daarna werd de vergadering door Ds. Thomas met dankzegging gesloten. Na de pauze was door Generaal Weber nog een geestdriftig opwekkend woord gesproken. 't. Was vol gisteravond. Maar wij hebben goede verwachting, dat ook heden en morgenavond over gebrek aan belangstelling niet zal zijn te klagen. Prof. Bolland. Door de familie van wijlen prof. Bol land, in leven hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de univer siteit alhier, is aan den senaat dezer uni versiteit aangeboden een door Willy Sluy- ter geschilderd portret van den hoog leeraar. Kerkorgel. De Chr. Geref. Kerk alhier, zal bin nenkort een kerkorgel rijk worden dat met de beste in andere kerkgebouwen hier ter stede zal kunnen wedijveren zoo het deze niet overt raft. Dit pneumatische orgel, dat overgeno men is van een kerk te Bochheld (Duitsch- laiid) kan een rijkdom van geluidschakee- ring ontwikkelen waartoe naast dé veel heid van registers (pl.m. 30) vooral cok FEUILLET ©N. Vervolgd en bevrijd. Historisch verhaal uit den Napoleontischen lijd. Hier werd halt gemaakt-, en de meege brachte voorraad duchtig aangesproken. „Hoe zou de kommand-aait er toe geko men zijn om dien Cuilenburg te laten op zoeken door zijn beste vriend? Wat denk jij er van Passer?" zei Evert Buyning, een Amsterdammer, terwijl bij zijn brood belegde met schijfjes knol, natuurlijk een geschenk van Leenderts. „Ja man", antwoordde de aangespro kene met waardigheid, dat zal wel in ver band staan met den oorl-og in Rusland, die, zooals ze zeggen, op handen is. Maar waar praat ik van; jullie weet toch niets af van strategie en taktiek en al die din gen meer. Maar wil ik je eens wat zeg gen?" vervolgde hij, met een diepe rim pel in 't voorhoofd en een geheimzinnig gezicht zettend, en hij liet zijn 6tem da len: „jo weet, dat ik nog al goed bekend ben met den kommandant?" Deze medcdeeling werd onder oenige hilariteit ontvangen, want de Passer had juist een week in 't cachot gezeten we gens insubordinatie tegen zijn superieur. „Ik wist wel, dat je erg bevriend was met de keukenmeid van den majoor, en d-at die nog al eens wat voor je smokkelt, maar" zei. Eevert en trok de schou ders op. „Gisteren neg een stuk taart, dat had ze voor hem gespaard!" rijmde Jan de Weerd. Do Passer werd rood van ergernis. „Hou je stil, aardappel", zei hij en trachtte Jan een ,.aanwaaier" te geven, „als je niet oppast vouw ik jo dubbel en stop je in mij-n patroontasch. Nu, zooals ik zed, ik kon den Majoor heel good" „Ben je niet eens over hem Vallen?" vroeg Tau argeloos. En van dien heb ik gehoord, dat van Hoornebeke, die, zooale jullie weet, een eerste Oranjeklant, is „Prenez garde!" zei de korporaal barsch; hij had de laatste woorden opge vangen. „Ga zelf naar je garde, cn naar je land!" mokte de gestoorde verteller. Te midden van de door deze woorden ontstane ruzie kwam echter de verklik ker, Kees Velders, aanwaggelen in een toestand die ten duidelijkste aangaf waar hij op de soldaten had gewacht en die de aandacht van de twistenden dermate vroeg dat zij al het andere vergaten. „Genavend, heeren!" zei de beschon ken© en viel bij oen mislukte poging om oen buiging te maken. Van Hoornebeke zag hem met onverholen verachting aam. De gedadhte, dat zijn vriend -door dien dronkelap verraden werd was hem on dragelijk. „Sta op, kerel, en wijs ons den weg!" zei hij barsch. Toen de verklikker zag dat hier niet te gekscheren viel, stond hij eenigzms ont nuchterd op. „Pardonneer mij sorgeant", zei hij krui pend, „het was mij zoo'n groot genoegen een verrader van den grooten Keizer aan den straffenden arm der wet over te 1 ove rall, dat ik mij zei ven „Een groot genoegen, dat is wel te den ken als je vijftig gulden belooning krijgt" zeide van Hoornebeke koeltjes, „zwijg daar maar over en zeg ons waar jo ons heen wilt brengen. „Naar bcschwachter Pancras, die houdt don vluchteling verborgen." Terwijl hij dit zei gloed een zekere glans van boos aardigheid over zijn gelaat. Johan van Hoornebeke zag dit wel, maar lette er niet op. daar de naam van den boschwadhter allerlei herinnerin gen bij hem opwekte. Tot voor een achttal jaren was op bet kasteel Hoorive- boke, aan den Veluwezoom gelegen een boschwachter en jager geweest, die zoo heette. Aan hem hadden Jan en Leo Cuilen burg, zijn vrienden, die daar dicht in don buurt op den hofstede woonden, groote verplichtingen. In 1796, toen de Patriotten op het top punt van hun macht stonden hadden de roekel'oozo knapen het gewaagd met oran- jcistrikken op de borst op hun ponnies door de straten van bet Keesgezindo De venter te rijden. Dat veroorzaakte een oploop, de jongens werden achterna ge zeten en ingerekend en ze zouden hun overmoed zoer waarschijnlijk met gevan genisstraf geboet hebben, als Pancras niet tusschenbeide was gekomen. Do boschwachter zei dat hot kwajon gens waren, die zonder verlof van hun vader waren weggeloopcn cn gaf ze een naar het scheen duchtig pak ram meling en zond ze do lange brug over naar huis. Vervolgens bedankte hij do dienaren der gerechtigheid voor hun dienstwilligheid, stopte hun mond met een paar schellingen en vertrok met de ..kwa jongens in de richting ..Hoornebeke". Sinds dien tijd waren de jongelui groo te vrienden van Pancras cn vergezelden hem vaak op zijn jacht tocht en. Levendig herinnerde Johan zich het voorval op een jacht in 't Soeronscho Bosch, waar hij cn zijn vriend bij waren. Reeds geruimen tijd huisde daar een wild zwi.in met zijn gansche huisgezin, met het gevolg dat er tal van klachten kwanion van de omwonende boeren. Er was eer groote drijfjacht op touw gezet om det las li gen bewoner onschadelijk te maker» Den dag te voren ging Pancras Cr op ui» om de sporen van hel dier te zoeken oc na te gaan. De knapen bedelden et. smeekten zoolang, tot hij ze toost nd here to vergezellen. Do ever liet niet lang naar zich zoeken. Ternauwernood was men in het. boscts toen de honden hem opjoegen. Het wae con reusachtig dier, van een paar duchti ge houwers voorzien, waarmeë hot ver woed onder de honden rondsloeg. Hoe gaarne Pancras het zwijn ook voor do jaagluötige herren wilde sparen, moest hij het toch trachten te verjagen, wilde hij zijn beste honden niet verscheurd zien. Hierom loste hij zijn geweer op het' dier, in de hoop dat het de plaat zou poetsen, maar dat was m!s. Wel leidde het do aandacht van het__woeste dier van de bonden af, maar nu rende het op de jongens toe, die op een afstand waran blijven staan. Zij waren ongewapend, en zouden dus een weerlooze prooi geweest zijn. had Pancras zich niet tusedhen hen en het monster geworpen. (Wordt vervolg!), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1