T weede Blad.
Woensdag 13 Sept. 1922
Uit de Pers.
Yan dubbele moraal gesproken.
De oproerige grappenmaker A. B. K.
jegt de Maasbode, schrijft Reiskrab-
fceltjes in „Het Volk", dat deze weken we
melt van reisbeschrijvingen, van eerzame
partijgenooten, die een vacant ietoert je
fcebcn gedaan door het gosjochte Dnitsch-
land.
Wij hebben gelezen van A. B. K., van
guze Groeneweg, van den hoer Ralph
Springer, rich noemend „trekkend mede
werker".
A. B. K. 'heeft 't niet zuinig genomen,
in een elders gepubliceerd versje van de
zen productieven geest lezen wij, dat hij
niet minder dan van Juli tot September
van de yaluta-geneugteti genoten heeft.
Maar 't grappigst van al is dat de
hoogmogend© heer A. B. K. zich op reis
naast zijn vele genoegens ook diep ge-
crgerd heeft.
Wat toch heeft de heer A. B. K. teza
men met zijn jonge bruid ondervonden?
De lezers van „De Voorwaarts" die thuis
moesten blijven, mogen het hoeren.
Hij heeft n.l. een hoogst merkwaardige
ontdekking gedaan. Hij was, naar hij ver
telt, op de grens van twee landen.
Duitschland was het eene land. Steeds
dieper zonk de Mark weg. En de uitwer
king was: stijgende duurte der levens
middelen, stijgende wanhoop bij de ver
bruikers.
Tsjecho-Slowakië was het andere land.
Steed6 hooger klom daar de koers van de
Kroon. De uitwerking was: stijgende
werkloosheid in de bedrijven, stijgende
wanhoop bij de tienduizenden zonder
koopkracht.
Wat deden nu de Tsjech© -6I0 waken
Zij deden precies, wat de heer A. B. K.
in Holland deed, zij gingen gemoedelijk
de Duitsche gren6 over. En terwijl in de
groote Tsjechische hotels in het grensge
bied (waar men geheel van het vreemde
lingenverkeer bestaan moet) het perso
neel ontslagen werd, omdat geen sterve
ling meer kwam opdagen, zaten al de
Tsjechen in de Duitsche hotels te schran
sen, omdat het hun bijna niets kostte, an
maakten de ellende en werkloosheid van
Iran eigen volksgenooten nog groot©, dan
ze reeds waren.
En diep verontwaardigd roept A. B. K.,
na dit alles verteld te hebben, voor de
naïeve Voorwaarts-lezers uit: „Dit is nu
vaderlandsliefde!"
In hetzelfde nummer, waarin de lezers
van de „Voorwaarts" doze ontboezeming
van hun ernstige® moralist kunnen lezen,
dicht dezelfde A. B. K. in oen versje, dat
hij van Juli tot September net als die
vermaledijde Tsjedhon in Duitschland
heeft gezeten en van de valuta-geneugten
rijn portie heeft gehad.
Daags tevoren hadden rij in hun lijf-
Had kunnen lezen, wat „dubbele moraal"
beteekent.
Maar A. B. K. mag brutaal een potje
breken.
Van „dubbele moraal" gesproken.
Minister van IJsselsteijn.
De N e d e r 1. wijdt een waardeeronde
beschouwing aan Min. van IJsselsteijn en
zegt.:
De heer Van IJsselsbeyn aanvaardde op
9 September 1918 het Ministerschap on
der zeer moeilijke omstandigheden. Zijn
optreden was voor velen een reden tot
verwondering.
Bogend op een eervolle loopbaan, als
ingenieur, directeur der gemeentewerken
te Rotterdam en Directeur-Generaal van
den Arbeid- zou oen© benoeming tot
Minister van Waterstaat of Minieter van
Arbeid niemand hebben verwonderd. Maar
aan het hoofd van het Departement van
Landbouw en Handel verwachtte men den
benoemde niet.
Na vier jaren beklaagt echter noch de
landbouw, nodh de handel zich over het
Ministerschap van den boor Van IJs>?el-
rieyn. Integendeel, rij zijn hem dankbaar
en zien hem noode heengaan.
De hoer Van IJeselsteyn is een prak
tisch man, met veel zaakkennis en een
dubbele dosis gezond verstand. Hei steu
nen, waar mogelijk, van het bedrijfsleven,
zonder gevaar.te loopen andere brangen
FEUILLEt ©N.
Vervolgd en bevrijd.
Historisch verbaal
uit den Napoleoniischen tijd.
1)
HOOFDSTUK I.
Het was een schoon© Juli-avond van
het jaar 1811. Langzaam zonk de gouden
zonbol weg achter Holland's duinonlijn
met haar laatste stralen do hooge eiken
van den .3roesaap" bronzende.
Met aangeboren deftigheid stonden
talloze reigers aan het strand met elkaar
sprekende over de dagelijksehe vogel-
nieuw fjos en de onverzadolijke vraatzucht
dor meeuwen die zoo goed als niets voor
hun mede-strandjutters overlieten.
Gansche scharen meeuwen hadden zich
.neergezet op een groot© zandplaat voor
de kust en vervulden do lucht met hun
klissende veromtwaardigingski-eten, wan
neer een groot© schuimgolf hen van hun
schuilplaats dreigde te verdrijven.
Alles ademde rust en de gansi.-he na
tuur was in zomeravondstemming.
Plotseling knalde eon geweerschot los
t«n weerkaatste duizendvoudig tegen don
d ïii n rug.
Al wat vleugels had zakte, al» ware het
heden, waarvoor een Regeering rich" ge
plaatst ziet.
to schaden, is een der grootst© moeilijk-
De heer Van IJsslsteyn heeft in dit op
zicht, eerst als Algemeen Secretaris van
het Kon. Nationaal Steuncomité en (in
die qualiteit) als raadsman van de toen
malige Ministers daarna gedurende zijn
vierjarig Ministerschap meer goeds voor
ons volk gedaan, dan velen weten.
Hij kon het uiteraard niet allen naar
den zin maken, hij oogstte niet altijd dank
niet zelden was miskenning zijn deel, aan
menigen vinnigen aanval stond hij bloot
maar die rijn arbeid van nabij gade
sloegen weten hoe hij altijd vervuld was
van het zooken van den besten weg en
hoe hij in het vinden van dien weg niet
zelden slaagde.
Opgetreden in oen tijd, dat het econo
misch leven veelszins was verwrongen
door allerlei buitengewone maatregelen
(er waren niet minder dan 212 crisis-com
mission) slaagde Minieter Van IJeselsteyn
er in al deze belemmeringen geleidelijk
op t© ruimen. Dat de toenemende interna
tionale malaise, het hem onmogelijk maak
te meer te doen voor de werkelijke opbeu
ring van het bedrijfsleven, was in den
laiatston tijd den Minister een oorzaak van
zorg en teleurstelling.
Bij zijn aftreden als Minister brengen
wij den heer Van IJsselsteyn dank voor
het vele goede door hem voor de ontwik
keling van het bedrijfsleven bij ons volk
gedaan. Keere hij, na en voorspoedige
reis. in goede gezondheid weder in ons
midden terug!
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal. To RotterdamP. G. de Voij
Mestdagh te Wassenaar; H. W. J. C. Hanse
laar te Heerjansdam en P. H. van Oosten te
Capelle a. d. IJsseL
Beroepen. Te Feijenoord: F. H. van
Oosten te Capelle d. IJssel; te Maassluis
(toez.): P. G. de Vey Mestdagh te Wassenaar;
te MiddelharnisJ. H. Koster te Wouterewou-
de; Te Nieuw-Boijerland: E. H. Jonkers te
Waspik; te Abcoude: G. J. J. Bleeker te Uitn
hiHzermeoden.
Aangonotnen. Naar Lekmtitfen: G. J.
r. d. F lier te Ootmarsum.
GEREF. KERKEN.
Drietal. Te Laren (N.-H.): H. C. van
den Brink te Zandvoort; J. van Horteen te
Twijzei en J. Visscher te HijlaartL
Tweetal. Te SchiedamG. Kruijswijk te
Oudega (Small) en P. C. do Bruijn te Oude
water.
Beroepen. Te Wijhe en HoinkenswmdJ.
H. Kroeze, cand. te Middelburg; te Grijpskcrke
(Z.)T. L. Kroes te Workum; te Oostburg:
E. H. Woldringh. cand. te Groningen; te Oost*
kapelle: S. v. Dijken te Zweeloo.
Aangenomen. Naar BergenthcimG.
H. Dijkstra te Lioessenp.
Bedankt. Voor Ter Aar: J. Dekkor te
Ambt-Vollcnhove (A-.); voor Arum: R. Mid-
delveld te Hoogkerk.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal. Te Noordoloos: J. D. Barth te
Werkendam en P. Zwier, cand. te Zaandam;
te Hillegom: J. A. RLekel te Zaandam en P.
Zwior, cand. te Zaandam.
BAPTISTEN GEMEENTE.
Bedankt. Voer Workum-StavorenJ. v. d.
Schors te Emmererfscheidenveen.
Niet beroepbaar.
De heer A. van Willigen, theologisch docto
randus te Feijenoord (Rotterdam), stelt rich
voorloopig met het oog op verdere studio nog
niet beroepbaar in de Nod. Herv. Kerk.
Beroepingswcrk.
De algomeene Kerkel. Kiesvoreeniging „Ge
meentebelang" heelt in de Ned. Herv gemeente
t# Rotterdam het volgende drietal opgemaakt in
de vacature da. J. Ravealoot 1. da. B. C. Kool
haas te Utrecht; 2. da. F. C, Willekoe te Hcndr.
Ido-Ambacht; 3. da. J. Puneelie te Leiden.
2e Predikantsplaats.
Korkvoogden en notabelen dor Ned. Herv.
Gem. te Baara hebben gunstig beschikt op hot
verzoek van een groot aantal gemeenteleden ora
een tweede prodikantsplaata te stichten.
Afscheid, Bevestiging, Intrede.
s-» Cand. B.. Allee ma van Apeldoorn werd
Zondag bij de Geref. Kerk van Maaraaen be
vestigd door De. A. Doorn, van Apeldoorn,
's Avonds deed Ds. AJkenia zijn intrede.
Da. Alkoma, jongste predikant bij de Geref.
Kerken, heeft .reeds een lange loopbaan ach
ter zich. Eerst was hij Chr. onderwijzer. In
1893 ging hij als zendoling naar West-Java.
zelf getroffen, in elkaar en drukte verplet
van schrik over het ongehoord gebeuren
den snavel in het zand om zoodra de laat
ste echo was weggestorven onder woede-
en angstkreten zich in de lucht te verhef
fen.
De reigers verzaakten door de verwar
ring het stuk visch door te slikken wat
ze in den bek hadden, strekten hun lange
hals en pooten en vertrokken, zonder om
zien van de plaats d©6 onheils. De bonder
den meeuwen zwierden in onregelmatige'
kringen door elkaar been-fladderend om
liet lijk van den gevallene een volte
kokmeeuw heen, doch maakten zich
eveneens uit de voeten teen do veroorza
ker van al de onrust naderde, om zijn
prooi te halen.
Met snelle schreden, terwijl hij herhaal
de malen om zich heen speurde, spoedde
deze zich voort. Angst en verwildering
spraken uit heel zijn optreden.
De jonge man hij mocht ongeveer
negentien zomers tellen was geklood
in een vuil, versleten, en met gaten over
dekt s^latenpak.
De besmeurde witte kruisbanden verrie
den in hem den Keizerlijken soldaat.
Na den meeuw gegrepen te hebben
worstelde hij zich naar hij meende on
bemerkt door het mulle zand tegen de
duinen.
Juist had hij den top bereikt en wild©
Gerepatrieerd wogen» riekte van zijn scfctgsuoo"
te, werd hij hier te lande in 1912 leeraar aan
do Kol. Landbouwschool te Deventer. Nu predi
kant va^ Maarseen,, zal hij nog enk oio lessen to
Deventer blijven geven.
^Ds. D. J. van Brammen te Alphen
aan den Rijn nam Zondag jj. afscheid van de
Chr, Geref. Gemeente aldaar, sprekende over
Handelingen 20: 32.
D». N. Buff in ga, die het boroep naar
de Geref. Kerk van Rotterdam aannam, preekte
Zondag te IJmuiden zijn afscheid.
j—Ds. C. Hengeveld, overgekomen van
Eeek (L.), word Zondag bij do Nod. Henr. Ge-
moento van Oud-Gas tri bevestigd door Ds. F.
G. Meester, van Helenaveen, en dood avonds
zijn intrede.
Ds. C. 3. Leenman» nam Zondag il
afscheid van de Ned. Herv. Gemeente van Waar*
dor (bij Woerden.)
Ds. Sj. Rijper, overgekomen van Reeu-
wijk, deed Zondag j.l. na des voormiddags be
vestigd to zijn door Ds. W. Oo6terhoert, van
Ter A pel, rijn intrede bij do Geref. Kerk van
Niouw-Weerdinge.
j—Na des morgens bevestigd te rijn door ds.
J. G. R. Langboot van Mijdrecht, deed ds. H.
van Eist, o\srg;lom?n van Genera,rijn
intrede in do Hervormde kerk te Vinkeveeo.
Na des morgens bevestigd te rijn door da.
Oosterhaort yan Ter Apri, deed Zondag da. Sj.
Rijper, gekomen van Roeuwijk-Sluipwijk rijn in
trede bij de Gereformeerde kerk te Nieuw-Weor-
dinge.
- Zondagmorgen is ds. Herbschleb in
de Luth. kerk te Doetinchem in zijn ambt be
vestigd door ds. d'Auron uit Zutphen.
„Alle Gereformeerden bij elkaar.**
Ds. C. A. Lingbeek schrijft in, ,.De Geref.
Kerk", het orgaan der Confessioneelen:
„Zooals bekend is, is dat de leus, die vau
de rijde van de brooders van den Bond meer-'
malen wordt aangeheven.
Wat zou daartegen zijn?
Begeoren wij dan ook niot, dat de scheur
worde geheeld en wat nu gscheiden leeft worde
veroenigd?
Ja, gewis, maar als wij dfe leuze hoorden
aarihriSen van gereformeordden fc»j el
kaar", kregen wij telkens den indrak, dat het
or om gaat oen zeker min of moer ge reformoord
deel van onze Kerk langzamerhand en onge
merkt van die Kerk te vervreemden. Totdat dan
straks de als een draad zoo dun geworden band,
die nog aan onze Kerk verbindt, op het gegeven
oogenblik gemakkelijk kan worden doorgesneden.
Dat iunerlijk los worden van onze Kerk zien
wij dan ook bij menschen uit de kringen van
den Bond ziendoroogen.
Dozer dagen hoorden wij van een dorp, al
waar een Confessioneel predikant etond.
Er kwamen daar hoorders logeeren, mannen
van den Bond, die in een nabijgelegen dorp een
Bondsdominé zouden hooren.
De tocht naar dat nabijgelegen dorp werd
volbracht en do Bondsdominé gehoord. Toen
koorden de hoorders naar het Confessioneels
dorp terug, om daar in do herberg nog den
nacht door te brengen.
Dien Zondagavond was in dat Confessioneel»
dorp Kerkedien6t. Zoowel in de Kerk dor Her
vormden als in die der Gereformeerde Kerken.
Maar die hoorders dachten er niet aan e9ü
Confessioneel predikant te gaan hooren.
En hoewel in onze kerk dus dienst wa» en
hoewel de mannen broeders in onze kerk hun
beloften als ouderling en diaken hadden atge<
legd, stapten rij nochtans met geringschatting
het kerkgebouw van hun eigen kerk voorbij en
gingen dien avond kerken bij ,4» gerefor*
meerden."1
Het beele dorp was er vol van.
Ziet, daarop loopt nu uit wat men bedoelt
met dio leuze „de vereeniging van alle gerelor-»
meerden.'*
Nog een ander staaltje daarvan!
Zooals men woot hebben de gereformeerde
'kierkcn hun JongriiingBYereeniging^ waar de
jongelingen in de beginselen hunner richting
duchtig worden onderlegd.
Waar zo gelijk in hebben.
En zooals do lezer ook weet, i» er sinds eenige
jaren in onze kerk een Bond van JongriingSYer-
oenigingen opgericht „op gereformeerden grond
slag."
Maar wat trof ons nu dezer dagen in de bla
den?
Een voorslag van 't Gereformeerde Jongelings
blad.
In het nummer van 4 Aug. j.l. werd voorga
stcld om maar vast eens te pogen do Gerefor*
meerde Jongelingschap in één Bond te vereend
gen.
Dus: nu onze Go reformeerde Hervormd jon
gelingen met de Gescheiden jongelingen in één
Bond.
Wat zullen onze jongelingen daar in liefde
voor onzo Kerk worden opgeleid!
Hot Noord-Holl. Kerkblad, onder redactie
van den hoogleeraar aan de Vrije Universiteit,
zich rechtstreeks naar hot bosch begeven
toen hij struikelde en met een kroot van
schrik languit ter aarde viel, want op
oon twintig passen afstand kwam, mot eon
grijnslach op het gezicht, en haveloos ge
kleed man, de sluike haren over de oogpn
hangend, op hem af.
„Goeden avond burger!" riep de man
mét heesche stem en maakte een beweging
naar zijn hoofddeksel, wat een groet
moest voorstellen. „Op jacht geweest en
een goeie vangst gehad wel!"
Aldus sprekende trad het. ougunelig uit
ziend individu op den jongen man toe
op een wijze die ten duidelijkste aangaf
dat Jiij geen slechte klant van den her
bergier was.
Do blauwe adereu die door zijn aange
zicht liepen, en de gezwollen nous bewe
zen ton duidelijkste dat de drank de harts
tocht tan zijn leven was.
Blijkbaar oefende de nieuw aan geko-
mene naast het beroep van drinker ook
nog het eerzame stroopen, uit want hij
had een oud-gekorven zakmes in do han
den, en uit de uit gpscljeurde broekzak hin
gen oen paar eidjes strooperskoond.
Was de jonge jager bij het zien van den
strooper van schrik op den grond geval
len, de ander merkte dit. blijkbaar inet
©enig genoegen op.
„Ah zoo m'n brave Jan Cuilonburg",
teide hij met eon grijnslach elk woora
prof. Grosheide, is dan ook wonder mot hot plan
ingenomen.
„Een goed plan!" zoo schrijft hij.
En: „Meer dan één weg leidt naar Roino.q
Inderdaad, dat beamen wij. Dit ia weer oca
weg naar Rome.
Tenminste: *t ia weer een weg v»n onze
Kerk af."
Catcchiseerende ouderlingen.
Mogen ouderlingen catechisatie geven? In liet
Oudorlingenblad beantwoordt prof. dr. G. Cb.
Aaldors deze vraag bevestigend.
„Waar het", aldus schrijft hij, „altijd bij
wijze van uitzondering en in bepaalde gevallen
nooit aan bedenking onderhevig is geweest dat
een ouderling sommige onderdeelen van het work
do» Dienaars in diens plaats waarnam, zoo
schijnt het van te voren ook niet ongeoorloofd
dat een ouderling eveneens bij wijze van uit
zondering catechisatie houdt. Want het cat<M
chisooren moge wel uit de roeping van don
Denaar om het Woord te bedienen voortvloeien,
maar is geen bediening des Weords, Evenals
de private vermaning aan huis wel voortvloeit
uit dos' Dienaars ambt om het Woord te bedie
nen, maar niet in den eigenlijken zin bediening
dos Woords is. En evenals deze private verman
ring en onderrichting uit het Woord ook door
eon ouderling geschieden kan, evenzoo kan ook
de catechese plaats hebben door een ouderling."
Ned. Zondagschoolvereeniging.
Do zes en vijftigste Algomeene Vergadering
der Ned. Zondagsschool-Vereen., zal op Woens
dag 13 Sopt. te Zwolle in de Buiten-societeit
gehouden worden onder leiding van Dr. G. P.
Marang
De agenda bevat een voorstel om in 1923 in
den voorzomer een Conferentie te boaden in hot
Westen des lands.
In de Middagvergadering zal een referaat
over: „De zang op de Zondagsschool" gehouden
worden door den heer H. A. de Boor Azn.. cn
over: „De Ouderavond" door den heer R. Steen
stra, van Zwolle.
Te 7 uur is or een Avondsamcnkmst in do
Croote Kerk. Sprekers Dr. G. P. Marang on Ds.
A, J. A. Vermeer, van 'o-Gravenhage.
Dominee moet *n graad hê.
In die Christian Journal uit Grand
Rapids (Noord-Amerika) leest „De Hervorm
mer" (Z. A.):
*n Kleurlingkork van die naam van „Silo",
het 'n predikant gehad, wat agter sy naam D.D.
kon set en dit ook gedoen het—D.D. beteken
„Doctor of Divinity" (Dokter in die Godge»
leerdheid)—Nou was daar 'n ander kleurling-
kerk op dieselfde plok, wat 'n predikant gehad
het, wat dié letters nie agter sy naam het kan
set nie. Dit het die lede van die kerk baie seer
gomaak. En daarom bet oen van die lede aan
'n seminarie geskryf, om te vra, wat *n D.D.-
graad vir hul herder kou kos. Die antwoord
was 50 dollars.
Op dio eersvolgende gemeen tere rg axlering is
daar toe baie oor gepraat en omdat hulle kas
meer as loog was, het hul nie geweet wat om
te doen nie. Eindelik het die gemeente besluit
om aan dei seminarie voor te stol om dadelijk
25 dollars te betaal vir een „D" agter die
lorar se naam, om dan die volgendee jaar «vir
dio andere „D" die nodige geld to stuur-*
Hoe daardie aaak afgeloep het, wordt nie
verteld nie.
Do trouwe loods.
Dr. Gunning verhaalt onder bovenstaand op*
schrift de volgende geschiedenis
Als een loods de schepen door al de omrin
gende rotsen en banken in en uit de haven van
Boston geleidt, moet hij op drie lichten lettea,
die hem achtereenvolgens den weg wijzen: de
lichten van Minot, Highland on Boston.
Eon oude Bostonner loods lag op rijn sterf
bed. Vijf en zestig jaren lang had hij de ach©*
pen geleid en veilig door de branding heenge
bracht nu 6choot rijn stuurmanskunst te kort
en had hij een anderen Loods noodig.
Golukkig, hij kende dien Andere ook!
Een paar kameraden zaten aan zijn bod om bij
hem te waken en hem to verzorgen.
Daar zagen ze, dat hij probeerde overeind ts
komen. Zij hielpen hem.
„Ik «ie een licht," zei hij.
„Is het 't licht van Minot?" vroegeu ze.
„Noen, dat is eerst wit en dan rood, maar
dit is aldoor wit." Toen viel hij weer op rijn
kussens terug.
Na enkele minuten beproefde hij weer over
eind te komen.
„Ik rie een licht", zeide hij.
„Ie liot 't licht van Highland?" vroegen
„Neen, dat is eerst rood en dan zwart: maar
dit in aldoor wit." Toen zonk hij weer terug
en ze dachten dat het met hem gedaan was, maar
hij kwam weer bij, als uit oen andere wereld
ontwakend. Zij zagen hoe zijn lippen bewogen:
,lk zie een licht.14
„Is het 't licht van Boston, hot laatste van
de drie?" vroegen ze.
„Neon, dat is onkel nood, maar dit is aldoor
wiU"
Zijn handen beefden an hij strekte rijn zwak*
ko armen uit. Plotseling word rijn gericht m«4
oen glans van heerlijkheid over logen.
„Ik lie oen licht," fluisterde hji in zij»
doodsstrijd, „en het is het licht dor heerlijk»
beid. Laat het anker vallen!"
En zijn riel wierp haar anker in de haven dar
rust»
Het zwerven op zee is voorbij.
Goen storm jaagt mij weg yan de veilige ku»k.
Verlossing brengt Jezus ook mij!
Ja vrienden, daar moeten wo rijn! Daar ie ds
haven der rest! Gaat gij mode?
Een nieuw ijstijdperk?
Volgens de „Daily Chronicle" heeft
Prof. Sir C. S. Sherrington. op het dezer
dagen te Huil gehouden 90ste congres vaa
de „British Association" een rede gehou
den waarin hij de meaning uitsprak dat
de individuen, gedwongen door hun eigen
biologie, zich langzamerhand zullen ven
©enigen tot een sociaal organisme, dat
nieuw zal zijn in de geschiedenis vein de-z6
planeet
Op een vraag van den correspondent
van de „Daily Chronicle" of hij bedoelde
dat in de eeuwen die zouden komen een
volkomen fuete van aAIe nationaliteiten zou
ontstaan, antwoordde prof. Sherrington:
„Ongetwijfeld, in een zeer ver verwijderde
toekomst". Wij gaan deze richting uit.
Eens zal de openbaring in het Nieuwe
Testament worden verwezenlijkt en zul
len de menachenmasea's zich vereen i gen
tot een harmonieus geheel. Het zal eeuwen
en eeuwen duren, maar waaneer men do
geschiedenis der biologie nagaat, kan men
zien dat ?1 de ^recessen or» dit einde aan
sturen.
De wetenschap, zegt Prof Sherrington,
bevestigt slechts de voorspelling va© een
Koninkrijk Gods op aarde
D© correspondent mn de „Daily Chro
nicle" vroeg Prof. S. eveneens of er geen
groote wereMmamp in de toekomst té
wachten was waardoor deze harmonie van
rassen zou worden veroorzaakt Het ant
woord luidde dat hot zeer mogelijk wa»
dat e>r een nieuw ijwtijdperk zou ontstaan,
wat inderdaad, een waarschuwend tee ken
voor d© wereld zou beteekenen. Deze romp
zal ongetwijfeld komen onder geliïke om
standigheden als de üetiiden van het ver
leden.
Door hot versohurven van de tarda»
zullen de atreken waarin wij leven kouder
worden dan zij nu zijn en de Lropieeh©
©breken zullen een gem*'"cd nan
nemen.
Onze hoofdbronnen van enor.-ie raken
op, hoewel na de steenkolen gebruik xaE
worden gemaakt van die waterkracht. Ia
dien door de vindingrijkheid van dec
mensoh een andere energiebron zon kun
nen worden gevonden, zal het komende
ijstijdperk van niet veel bet eekenis zijn.
Zulk een periode zou volgens Prof. Sher
rington 10 000 jaar duren.
Dat deze geleerde groote toekomst ver
wachtingen heeft, laten wij daar, wa«r
niet duidelijk is, hoe in dit verband het
N. F. kan wonden aangelvaaJd.
NACHTLIED.
(Vrij vertaald.)
Rwda vangt de scbeem'ring aan
Ala herder komt de maan,
Eu ringt rijn wolkenschapen
Een nachtlied toe, tot slapen.
En daarbij hoor ik. teoder
ook t lied dor starren weder.
Zij zingen samen zacht:
„Gij, moede pelgrim, slaap nu.
De liefde Gods bedekt u
Slaap zacht in dozen nacht."
Toen zonno is gaan neigen
Kw;un ook do smart tot zwijgen,
dio deze dag ons bracht. -
't Geweten tikt nu zacht
Rust wol nu, goeden nacht.
God zelf houdt hier és wacht.
Rust, pelgrim, slaap nu zacht,
De aard' rij bard en ruw.
Do liefde Gods bedekt u
Slaap zacht in dezen nacht.
Een goeden nacht, gij moedon.
Eena rust "gij "in Gods hoode
Tot 't licht der morgenster
U tegenlacht van ver.
De nachtogtal alleene.
Zendt nog zijn zangen honen
voor 't rustig slapond woud:
„Gij, moede pelgrim, slaap nu.
„De liefde Gods bedekt u
„Opdat gij rusten zoudL"
Adelboden. P.
mot nadruk uit sprekend. „Eindelijk zijn
we dan gelijk: jij deserteur en ik strooper."
Do tijden yerandoren ©n wij met hom.
Eertijds joeg je vader mij als schurk en
dief van zijn erf en dreigde mij door de
koddebeiers te doen gripen en nu meneer
tje "hoof ik slechts en wandelingetje naar
dn commissaris te Haarlem te maken om
jou naar cem plaals t© laten brengen waar
ie nooit van torug keint.. Dat is nu eens
hot rechtvaardig© noodlot, voyoz-vous!"
De jongeman sidderde toen hij zich bij
don naam hoorde noemen. Zweetdroppels
parelden op zijn voorhoofd en nauwolijk6
had de ander geëindigd of hij viel voor
do voetep van den snoodaard neer'en sta
melde snwekeod:
„Ora al wat ie lief is. Koes, heb meelij
e© verraad me niet! Hier bob je mijn over
gebleven rest-halven, die krijg te van ine
maar beloof me dan op je (erewoord mijn
schuilplaats nie! to verraden!"
Smalend grinnik fa de ander hom loe
zei met minachting:
„Wat, zest hal ven! Als ik naar Haar
lem ga krijg ik op slag vijftig gulden
voor mijn nieuwtje. Loop door, ak je niet
andere weet.
„Kees. help me toch", huilde de deser
teur; „hier heb jo het goud horlogo van
m'n vader, maar verraad me toch niet,"
„Hm, 't is wel niet bar veel waard,
maar op, ik zal maar weer de minste
zijn al zal het me wel woer opbrekeu. Ja
wel, die rijke lui mogen doen wat ze wil
len on worden toch voor deugdzaam ver
sietan, maar als een arme schobbert al»
ik oen Iconijntjo meeneem, dat per onge
luk in een strik ie geloepen wordt hij met
den nok aangezien en verjaagd en moot
dan maar weer zien dat hij aan de kost
komt. Maar zoodra is de jongeheer uit
het leger weg geloop en om ik weet niet
wat. voor moord of plundert» ff aire dan i»
het: „Och, lieve Keo%je, maal. verraad
me toch niet. Dan
„Zwijg"! bulderde Jon Cuilenburg, wioa
het bloed naar de wangen gestegen was,
hem toe. „Wat weet ji.i or van, waarom
ik gedeserteerd ben! Nog één woord. e«
ie lastertaal i6 voorgoed gesmoord." Dit
zeggende omklemde bij met vasten hand
dun loop van zijn geweer <m lijn drei
genden blik waartchliwdon den wilddief
niot. verder te gaan.
Deze, bemerkende dat de rollen omge
keerd waren en bemesd, dat do belooning
hen» ontgaan zou, ging nu uit «en anik*
vaatje tappen en sprak: „Bedaar, bedaar
maar wat. zoo erg meende ik liet niri.
Geef dan maar op. m'n ewijgewloou, d«»
zal ik niet klappen".
„Op je woord van eor?"
„Zoo waar ik Koes Veklere beet".
(Wordt Vervólgd)",