Dagblad voor Leiden en Omstreken. 3de JAARGANG. - WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1922 - Ne. 742 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. I278 - Postrekening 53936 ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 PER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 Dit nummer bestaat uit twee bladen V Het nieuwe Kabinet. Het nieuwe Kabinet is dan eindelijk geformeerd. Of liever,- het Kabmet-Ruye is thans gereconstrueerd. Het heeft toch geen zin, om, waair de politieke departementen door dezelfde Ministers blijven beheerd, terwijl de ver wisseling zich tot de meer practische de partementen bepaalde, van een nieuw Kabinet te gaan 6preken. Maar al is het dan geen nieuw Kabinet, het zal dan toch, in verband met de ge- I wijzigde omstandigheden, in een nieuwe richting moeten sturen. Do tijd dat allerlei w en s ch el ij ke I zaken ook m o g e 1 ij k bleken, is voorbij. Het roer moet finaal worden omgegooid Bezuiniging op groote schaal is thans noodzakelijk. Het eert de bewindslieden, die van het oude in het nieuwe Kabinet overgaan, dat zij den moed hebben die frontverandering mee te maken. Hot zou voor hen veel gemakkelijker zijn, om, nu het scfhip tegen den wal stoot, van boord te springen en aan ande ion over te laten pogingen te doen om 'het sdhip weer vlot te krijgen. Een gemakkelijke taak hebben zij daar mee niet op hunne schouders genomen-. Wanneer het werkelijk ernst wordt met de bezuiniging, dan zal het, zooals on langs reeds de Standaard voorspel de. steenen regenen. Er zal onrust worden gewekt, veel ver klaarbare onrust ook. Aan pogingen tot verdachtmaking zal het niet ontbreken. De oppositie zal niet steeds een loyaal karakter dragen. Daarbij komt nog, dat de bezuiniging op zichzelf ook een ver van gemakkelijke taak is. Men is er niet. mee klaar een bepaald r percentage van de begrootingen te schrap pen. We moeten versoberen, maar tevens is hot noodig maatregelen te nemen, opdat I wo weer vooruit komen. I In verband daarmede is het de vraaer of (toet verstandig is, thau6 het departement j van Landbouw op te heffen. De opmerking is gemaakt, dat er toch voor belangrijke uitgaven goen middelen I boschikbaar zijn. Maar is het dan niet temeer noodig, dat or is krachtige leiding en kan daarom op dit o-ogenblik wel een leidende kracht, die do behoeften van den Landbouw kent, ge- i mist worden? Wij vragen slechts en denken daarbij tevens aan het gebeurde bij Marine. Niet lang geleden is bij de Kamer een ontwerp ingediend om te komen tot op heffing van het Departement van Marine. Do Regeering was toon van oordeel, dat door samenvoeging van de Departe menten van Marine en Oorlog aan het 6treven dor Kamer om te bezuinigen te gemoet kon worden gekomen. Zij achtte de samenvoeging zoo vanzelf spre kend, dat zij meende met een korte toe lichting te kunnen volstaan. „Het geldt hier toch het samenvoegen van de behar tiging van twee belangen, die in meenig j opziciht samenloopen en menig ^unt van 1 overeenkomst hebben. Het gevolg hiervan - zal zijn, dat de belangen beter worden I behartigd en dat vereenvoudiging kan worden ingevoerd, die noodzakelijk j bezuiniging zal medebrengen", al dus de toelichting. Sinds is men blijkbaar tot ander inzicht gekomen en heeft men ingezien dat ook in het belang van de bezuiniging, het zelfstandig bestaan van het Marine-Kabi net noodzakelijk is. De nieuwe minister van Marine is, naar gemeld wordt, niet. een man van rechts, wat een der liberale organen aanleiding gaf de opmerking te maken, dat dit wijst op een koersverandering ook in principi eel opzicht. Dit is natuurlijk niet jutet. Do langdurige onderhandelingen tus- echen dep, Kabinets-formateur en de recht- sche Kamerfracties zullen ook verband hebben gehouden met de beginselen, en het ie ondenkbaar, dat er op dat punt van marchandeeren. 6prako zou zijn ge weest. Intusschen, 'hoofdzaak is thans niet wclko -pe r e o ne n in het nieuwe Kabinet zitting hebben, maar wel, met welk pro gram dit. Kabinet optreedt. De komende troonrede zal daaromtrent het. gewonschte licht verschaffen. De Pers over het nieuwe Kabinet De Persbeschouwingen over het nieuwe Kabinet zijn uiteraard weinig belangrijk. Terecht merkt het Handeleb 1. op, I dat hetl thans gepubliceerde waairechijn- I lijk slechts de schil is van de oplossing der crisis. „Wat daar binnen zit, aldus dit or gaan, de k e r n van do zaak, zullen wé eerstdaags uit de Troonrede moeten lezen. Immers dan eerst, uit het regeerings- program, zullen wo kunnen afleiden of we met een nieuw of slechts met een wat opgelapt kabinot-Ruvs te doen hebben. De vorm waarin de crisis-oplossing nu ♦ot ons komt, is, gelijk men weet, niet die welke wij de meest aangewezene achtten. Op den uitslag van de stembus paste onzs inziens, een rechtsch kabinet onder pro test an'tsche leading en met een veer krachtige figuur aan Financiën als pre mier. Maar quand on n'a pas ce qu'on aime, il faut aimer oe que l'on a en wij zullen waarlijk niet onwelwillend tegen over dit ministerie gaan staan, omdat een zoo welwillend man als de heerr Ruys premier ie gebleven. Hij heeft trouwens geloond, een groot aanpassingsvermogen te bezitten aan al lerlei, soms zeer moeilijke, omstandighe den. Wij wachten dus met zeer bijzondere belangstelling de Troonrede af, vertrou wend dat die ons de kern der crisis-oplos sing zal doen kennen. Waarvan ons thans nog slechts de schil werd getoond." De N. R o 11. Cr t. is verheugd over het heengaan van de Ministère van Land bouw en König. Dit liberale orgaan zou ook gaarne hebben gezien, dat Minister Aalberse zou zijn heengegaan. Overigens ie het blad van oordeel, dat minder de personen dan de drang der omstandigheden de lijn van den regeeringsarbeid aangeven. Zelfs de minst practisch aangelegde zal gedwongen worden om met de praktijk rekening te houden. Die dwang zal kracht kunnen geven aan degenen onder de le den van het Kabinet, die een scherpe lijn voor zich zien. Op deze manier zal het mogelijk zijn, dat. het nieuwe gerecon strueerde ministerie-Ruys, uiterlijk niet veel verschillend van het vorige, toch een zeer gewijzigde politiek zal volgen wat wij van harte zouden wenschen. Het Vaderland zegt o.m. „Men heeft de vraag gesteld, of het mi nisterie van 1918, dat in den tijd van hooge conjunctuur zoo royaal met 's lauds gelden omsprong, zij het dan ook door de Staten-Generaal daarin gesteund, wel aangewezen is om thans als ministerie van bezuiniging op te treden. En de con- ensvatieve bladen, die in 1918 de eerste waren om het ministerie een: Steeds har der, toe te roepen, hebben gemeend die vraag in ontkennenden zin te moeten be antwoorden. Wij zijn van gansch ander gevoelen. Wie zou beter weten dan de huidige regee ring, waar ingebonden kan worden, zij, die met on6 allen in den waan heeft ver keerd. dat geld geen bezwaar was, en dus de plekkeu zoo goed kent waar de be snoeiing kan worden aangebracht? Naturlifk hadden wij liever gewild, dat de uitslag van de stembus eene zoodanige geweest was, dat ook leden uit de Linker zijde deel hadden uitgemaakt van het mi nisterie, dat de zoo uiterst moeilijke en ondankbare taak op zich moest nemen, weer tot sluitende begrootingen te komen. Dan had de bezuiniging sterker gestaan. Nu loopt de Linkerzijde groot gevaar voor de verleiding te bezwijken den mooien man te spelen tegenover maatre gelen. die zij zelve als onafwijsbaar zou verdedigen, als zij achter de groene tafel zat. Wij h.open nog altijd, dat zij zal be grijpen, dat die zoogenaamd mooie rol in derdaad op het tegendeel van die qualifi- catio aanspraak zal maken, al is die hoop dan ook door het geluid, dat tot nog t.c« de sociaal-democratische en vrijzinnig-de mocratische pers liét hooren, niet ver sterkt." Dit liberale orgaan is blijkbaar niet ge nist op de houding door de vrijzinnigen in te .nemen. Het besluit, met de opmerking, dat de hoofdzaak is het program van het nieu we Ministerie, dat bij de indiening der Staatsbegroeting zal blijken. Het blad noemt het tenslotte ieders plicht in de tegenwoordige omstandighe den dit ministerie te steunen. De opposi tie zij Her Majesty's loyal opposition. De Tijd (R.-K.) is van oordeel, dat het nieuwe Ministerie ter rechterzijde een rechtmatige bevrediging zal wekken. „Wij welen wat wij hebben en wij weten wat wij k r ij gen. Al wat loyaal denkt in ons land en zich niet door par tijdriften het politieke oordeel laat ver bijsteren, erkent het gezonde verstand en de voorzichtige wijsheid der staatsmans kunst, welke ons uit de gevaren van den na-oorlogstijd heeft geleid naar een pe riode, waarin het thans, door ervaring gerijpt, do wegen zal vinden, om ook de moeilijkheden eener algemeene malaise, die niet zij heeft geroepen, te boven te komen. Dat de premier zelf liet op te heffen de parlement van Landbouw, Handel en Nij verheid ad interim zal waarnemen, kan van bijzondere beteekenis worden in het bezuinigingstijdperk, dat wij thans voor goed zijn ingegaan. Evenals het een tee- ken voor een gelukkige oplossing van de vlo twetkwestie schijnt, dat het departe ment van Marine weer afzonderlijk zal komen te staan en beheerd zal worden door een Minister, die na zijn zeeofficier- schap als directeur-generaal der Poste rijen getoond heeft, dat hij kan organisee- ren naar den eisch eener goede staathuis houdkunde. Mot bijzondere sympathieën begroeten wij den nieuwen Minister van Waterstaat vele jaren hoogleeraar in de electrotech- niek aan de Technische Hoogeschool te Delft, waar de studenten nog uitmuntende herinneringen aan zijn wetenschap en zijn christeliijk karakter bewaren, gelijk de Eerste Kamer aan zijn parlementaire geven en hooggewaardeerde technische adviezen".. STADSNIEUWS. Jubileum Ds. Thomas. Had Ds. Thomas reeds in den loop van den dag een overstelpend aantal blijken van liefde en waardeering in ontvangst te nemen, ook gisterenavond toen hij met de gemeente zijne 25-jarige ambtsbedie ning herdacht, werd het duidelijk welk een groote plaats de jubilaris heeft in de harten der gemeenteleden. De Hooigrachtkerk, was overvol, teen De. Kouwenhoven de vergadering opende, door te laten zingen Ps. 68:13 en 17. Onder het zingen van het tweede vers werd Ds. Thomas met zijne familie bin nengeleid. Machtig klonk het gewijde lied: 't Is Isrels God, die krachten geeft Van Wien het. volk zijn sterkte heeft, Looft God, elk moet Hem vreezen. In 'het midden van de kerk, voor den preekstoel was een door palmen omge ven ruimte gereserveerd, waar met de ju bileum-commissie, Ds. Thomas met zijne familie plaats nam. Nadat De. Kouwenhoven in ge bed was voorgegaan, nam deze het woord om namens de Commissie die dit samen zijn organiseerde Ds. Thomas toe te spreken. Niet alleen namens de Commissie, al dus Spr., maar namens de gansche ge meente, wensch ik U van harte geluk, nu gij met uwe familie moogt herdenken dat het 25 jaar geleden is, dat gij te Puime rend in het ambt van Dienaar des Woords bevestigd werd. Het doel van deze vergadering is niet u w roem te verkondigen. Dat zoudt gij niet willen. Wii wenschen niet den meneeh te verheerlijken, maar den naam van God, die U in deze bediening stelde en 25 jaren sterkte, groot te maken. Wij wcmschen nadruk te leggen op het groote voorrecht -xlat daarin gelegen is. Voorheen toen nog Latijn gesproken werd, werden de predikantten aangeduid met Verbi divini minister, be dienaar des Goddelijken Woords. Wanneer iemand i6 Minister der Kroon, dan staat hij met den matschappelijke® en staatkundigen maatstaf gemeten, ver boven den predikant. En Spr. wil van die achting niets afdoen. Maar al6 we dat woord nu nemen niet in maatschappelijken of staatkundigen, maar in geestelijken zin, als we zie® hoe een Minister staat in dienst van den al- lerhoogsten Koning, Wiens Woord hij heeft te brengen, dan mogen we dat mi nisterschap zeer hoog sbollen. Is het een groote eer, minister te zijn van een koning, welk een onuitsprekelijk voorrecht is het dan, geroepen te worden tot het ministerschap van den allerhoog- sben Koning, Zijn Woord uit te dragen, te vertroosten, te vermanen, te bouwen en af te breken en in alles de eere van dien Koning te zoeken. Het is nu, aldus Spr., 25 jaar geleden dat gij geroepen werd als Minister in een der Kerken op te treden. Gij hebt ver schillende Kerke® mogen dienen, en nu ruim 9 jaar de Kerk van Leiden. Wanneer we daaraan denken, dan is er voor on6 allen reden om met dankbaar heid vervuld te zijn. Toen gij kwaamt stond Ds. Roorda nog in zijn volle kracht. Deze Minister werd afgelost van zijn plaats. En als gij dan nog steeds den arbeid moogt voortzetten, dan past een toon van lof en dank jegens God Die kracht verleende en u toerustte met de talenten die Hij noodig oordeelde. Gij hebt Uwen Koning mogen dienen, en in dien arbeid hebt- ge tevens verwor ven de liefde en de sympathie van de ge meente, wat niet alleen op dezen avond blijkt. Zien we terug, dan mag het Soli Deo Gloria den boventoon hebben. Spr. wenscht Ds. Thomas en de zijnen van harte geluk met dezen blijde® dag. Er zijn, zegt hij, ook schaduwen ge gaan over uw levenspad, maar ook temid den van die schaduwen hoeft do Heere u niet begeven en verlaten, zcw>dat er oor zaak is, om Zijn Naam groot te maken. Wij doen het met blijdschap en met een dankbaar hart. Wij verblijden on6 in uw feest. Als bewijs daarvan, biedt. Spr. namens de gemeente een eikenhouten boekenkast voor de studeerkamer en een enveloppe met inhoud aan. Laat dit geschenk u sterken in do over tuiging dat cle Gemeente u liefheeft. Moge God u nog lang als Minister van Zijn Woord gebruiken en schenko Hij u daartoe de vermogens van lichaam en ziel. Hij verheerlijke Zijn kracht in uwe zwakheid. Worde in u openbaar wal we zongen: 't Is Isrels God die krachten geeft, en moge de Gemeente van Leiden daarvan nog vele jaren profijt trekken. Op verzoek van De. Kouwenhoven, werd nu den jubilaris toegezongen Ps. 1134:3. Had Ds. Kouwenhoven namens meer dan 4000 personen gesproken, D s. Bouwman, die nu het woord kreeg had slechts namens twee personen, de beide collega's het woord te voeren. Deze ure, aldus Spr. ie niet alleen voor li, maar ook voor uwe collega's een vreugdevol uur, omdat ze zich zoo van harte verheugen in het voorrecht dat u en de gemeente ten deel valt. Met vrijmoedigheid kan Spr. verklaren dat er zelden een zoo broederlijke samen werking is, als hier gezien wordt. Dat voorrecht is te kostelijker, omdat er toch ook zelden in een Kerk drie predikante® zullen zijn met zoo onderscheidon aanleg en gaven. Maar ondanks dat groote verschil is er doorgaans volle harmonie. Ook bij ver schil van inzicht blijft steeds de broeder- liike samenwerking. Spr. is een Groninger en Ds. Thomas oen Drentenaar. Deze volksgroepen heb ben dit gemeen, dat ze niet houden van vleien, maar dat ze elkaar als 't moet, recht in 't gezicht de waarheid zeggen. Juist die oprechtheid, eerlijkheid on rondborstigheid, waardeert Spr. in Ds. Thomas. Deze „Noorecho trek" mag ons ochter niet al te zeer parten spelc®. Wo moeten ook eens zeggen wat we goeds en schoons in elkaar vinden en wat wo in elkaar waardeeren. En dan respecteert Spr. allereerst de eerlijkheid en rondborstigheid die Ds. Thomas steeds kenmerkt. Ds. Thomas is niet een man van afge pakte vormen en van strakke lijnen. Heeft men Spr. wel eens een „wandelend wetboek" genccmd, de jubilaris durft het weieens uitspreken, dat hij maling heeft aan reglementen. Er is dus een groot verschil. En als ze het dan toch zoo goed met elkaar vinden kunnen, dan is dat, omdat Ds. Thomas altijd bgeert, de zaak des Hoeren te die nen. Wat ons, zegt Spr. in u bekoort, dat is uw trouw, uw broederlijke trouw, do har telijkheid waarmee gij de collega's tege moet treedt, de broederliefde die straalt uit uw oog en trilt in- uw 6tem. Verder wijst Spr. op den humor, die Ds. Thomas kenmerkt, zoowel in het da- gelijksch leven alö in het kerkelijk samen zijn. Als wij wat al te strak en scherp zijn cn gevaar loopen de broederliefde in gevaar te brengen, dan weet Ds. Thomas met zijn onbetaalbare® humor de strakke lijnen te breken. Ook in de prediking komt die humor uit. Niemand kan hem dat nadoen en ook niemand neemt het hem kwalijk, omdat gevoeld wordt, dat achter die humor -schuilt degelijke, diepe ernst. Soms is 't misschien juist die ernst, die de® humor wekt. In 't bijzonder waardeert Spr. hot. dat Ds. Thomas heeft een1 warm gemoed. Gij hebt, aldus Spr. iets eigens. Gij zijt geen copie en ook geen model. Gij zijt u zelf. In dat eigendommelijke ligt het bekoor lijke en het aantrekkelijke van uw spre ken. Gij zijt in ons trio een element, dat we niet gaarne missen. Daarom stemt deze ure ons tot harte- liikc blijdschap. Spr. eindigt met den wensch en de be- -de, dat God Ds. Thomas nog vole jaren mag spare® en, dat hij nog vele jaren als brooder met de collega's mag samenwer ken tot ophouw van Gods Koninkrijk, tot verheerlijking van Gods Naam en tot ze gen van de Kerk van Leiden. Het zou ons te ver voerc® van alles wat. verder gesproken werd, melding te maken. We moeten daarom volstaan met korte aanduidingen. De heer Blommendaal voerde het woord namens de ouderlingen, en bood namens deze broeders zijne hartelijke gelukwenschen aan. Namens de diakenen werd gesproken door den heer Hogervor6t die even eens Ds. Thomas feliciteerde en voor de toekomst de beste wenschen aanbood. De heer J.d e R o o v wenschte namens do catechisanten De. Thomas van harte geluk en bood hem 'n gangklok aan, bene vens een geschenk dat „met voeten wordt getreden", (zeil met kleed op de studeer kamer). Nadat gezongen was Ps. 136:1, werd het woord gegeven aan t) s. Broek stra van Rijnsburg, die namens de Clas sis den jubilaris in zeer hartelijke en waardeorendo bewoordingen toesprak. Hij sprak den wensch uit, dat in deze tiiden van twijfel, Ds. Thomas nog vele Thomasse®, ook in Leiden, dc-n weg mag wijzen naar het Kruis. Dat. Ds. Thomas ook in zijn vroegere gemeenten neg niet vergeten is, bleek mede (lezen avond. De lieer W e 6 t e r v e 1 d van P n r m e- rend, de eerste standplaats van <Ln ju bilaris, bracht de gelukwcr- hen over van deze gemeente, waar Ds. Thomas de hoogachting genoot ook van velen dio niet tot den kring dor K rk behoorden. ADVERTENTIE-Pfttu-. PER GEWONE REGEL 8 l'J.22J DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DLB^ .KIER KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 rent bij vooruitbetaling. Namen6 die Kerk, werd een sigarenkist van gedreven zilver met inscriptie aange boden. De heer van Tuinen vertolkte de ge voelens van de Kerk van Berlikum, die 9 jaar geleden Ds. Thomas aan Leiden moest afstaan, die in droeve dagen met haren vrcegeren leer aar meeleefde en die hem op dezen dag van blijdschap mede niet vergeet. Namens de Kerk van Berlikum bood Spr. een enveloppe met inhoud aan en liet daarna zingen Ps. 85:1, welk vers den arbeid van De. Thomas te Berlikum ty peerde. Na het zingen van dit vers, sprak D s. T h o m as nog een kort w-oord. Hij begon met terug te wijzen naar wat gezongen was: Gij vindt in gunst en niet in wraak uw* lust, De hitte van uw gramschap is gebluseht. Die herinnering van den afgevaardig de van Berlikum, aldus Spr. heeft mij getroffen. Deze feestelijke ure, zoo dui zendmaal door mij verzondigd, 6taat in het. teeken van deze heerlijke woorden. Spr. kan niet uitspreken, wat zich in zijn hart verdringt. Hij zal tot zichzelf moeten inkeeren, in de binnenkamer, om daar de zegeningen- te tellen, één voor één. Wij zijn thans hier bijeen en morgen hopen we weer hier te zijn. Er is geen contrast tusschen die beide samenkomsten. Het is niet zoo, dat we eerst bijeenko men om den mensch groot te maken en morgen God. God alléén is groot! Hij is groot ook daarin, dat hij onder de mensch cn liefde geeft. 't Is Spr. een heerlijk voorrecht, dat de liefde van de gemeente op zoo heerlijk» wijze tot uiting komt. Hartelijk dankt hij voor alle hew ij- zen van liefde die hij mocht ontvangen. Hij brengt dank aan de collega's voor (hunne woorden, die hij op hoogen prijs stelt, dank aan de ouderlingen cn diake nen, aan de catechisanten en aan de Clas sis cn de Kerken van Purmerend c® Ber likum. Dank voor alle liefde, waarmee men hém 'dezen avond omringt. Iemand heeft gezegd, dat hij liever had een ijzeren ring van zijn geliefde, dan een gouden ring van iemand anders. Spr. ech ter geeft aan een gouden ring van liefde de voorkeur. Als Spreker alles overziet dezen dag, dan denkt hij aan het vereje: Tel uw zegeningen. Tel ze, één voor één. En gij ziet Gods liefde, Over alles heen. Zijn hart is vol van dank aan God. Er valt een schaduw over deze feestda gen. Maar er zijn schaduwen, die beter zijn dan 't licht. Het komt er maar op aan of 't ook van on6 geldt: in Uwe scha duw zal ik vroolijk zingen. Er zijn schaduwen. Maar nu te 't licht! Hartelijk dank. Nadat nog een tweetal verzen van den Morgenzang waren gezongen, ging Ds. Kouwenhoven in dankzegging voor. Van 'de gelegenheid die geboden werd om Ds. Thomas persoonlijk geluk te, wenschen, werd door velen gebruik ge maakt. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op: Ds. Sap van Gouda, Dr. Ruys van Lisse en Ds. Kruijswijk van Voorschor ten. Zooals wij gisteren reeds nuldd -n had Ds. Thomas in den loop van den dag van alle zijden blijken van belangstelling in ontvangst te nemen. De hu r gem eest ei kwam don jobi'a-ris persoonlijk geluk wenschen. Ons bericht van gisteren behoeft in zooverre rectificatie dat de zilveren vork en lepel, met servetring word aangeboden door de zustere van het. Academisch Zie kenhuis, waar Ds. Thomas een cursus geeft. Gelijk bekend, hoopt Ds. Thomas he denavond in de Hooigrachtskerk een ge dachtenisrede uit te spreken. Genootschap Mathesis Seientiamm Genitrix. Wij vestigen nogmaals do aandacht op do opening van den óénjarigen dagcursusvan Lot Genootschap M. S. G. to Leiden, waarvan de inschrijving van leerlingen is opengesteld tot 20 Sept. a.s. Over het algemeen 6cliijnt men nog niet door* drongen to zijn van de belangrijkheid van dezen cursus, vooral belangrijk voor hen, die d® avondschool van Mathesis geheel ol vrijwel ge heel doorloopen hebben, of de lossen van een soortgelijke school gevolgd hebben. De dagcursus is bestemd voor hen, dio zichi willen bekwamen in do burgerl. bouwkunde, waterbouwk. en werktuigkunde verder dan wanrv toe de avondschool gelegenheid goeft. Om da lossen van den dagcursus te kunnen volgen, wordt in het algemeen vereischt een kennis, dj® overeenkomt met het cind?xamen 5e klasae M. S. G.. aangevuld voor de beide bouwkundig® vakken met de kennis vereischt voor bot eind examen bouwkunde M. S. G. Dit diploma en het diploma 5o kl. geven vrijstelling van bot tor-lat i ngsexamen. Zij, die den bouw- en waterbouwkundigen cursus willen volgen, ontvangen een zooJani# onderricht, dat zij mot goed gevolg deel zouden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1