Dagblad voor Leiden en Omstreken. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BÜITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL '2.50 rER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 3de JAARGANG. - WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1922 - No. 736 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. I278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-^, viw- PER GEWONE REGEL 4 f 0.221 DES ZATERDAGS k 4 10.30 INGEZONDEN RECLAMES BIII5*' VRIER KLEINE ADVERTENTIES van hooSstcns 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent bij vooruitbetaling. Dit nummer bestaat uit twee bladen Verontrustende cijfers. De Nederlander gaf onlangs de uit komsten van de volkstelling, met betrek king tot het aantal leden der verechillen- kerken, kerkgenootschappen en groe pen. Behalve een duizendtal, wier kerkge nootschap onbekend bleef, vertoont de lijst het volgend beeld: Hervormde kerk 2.835.597 Roemsche kerk 2.444.582 Geref. kerken 571.835 Israëlieten - 115.222 Lutherschen 102.517 Kleinere Prot. kerken 260.838 Zonder kerk 533.714 Op een totaal van 6.865.314 en gerang schikt onder vier hoofden levert dit in per centen het navolgende beeld: /Protestanten 54.96 pet. Roomschen 35.60 Israëlieten 1.67 Kerkloozen 7.77 I Deze cijfers krijgen meer be teekenis, I wanneer wij ze vergelijken met die van j vorige tellingen. Tien jaar geleden was j de verhouding aldus: Protestanten 58.18 pet. Roomschen 35.04 Israëlieten 1.81 Kerkloozen 4.96 Nu moet met Het gebruiken van deze cijfers de noodige voorzichtigheid worden betracht. De opgaven zijn zeer algemeen en bo vendien is het bekend, dat de invul ling der tellingskaarten veelal niet met groote accuratesse plaats vond. Dit neemt echter niet weg, dat deze cijfers ons wel het een en ander hebben te zeggen. Al dadelijk trekt hierbij de aandacht, de vermeerdering van het getal dei-genen die bij geen enkele groep zijn aangeslo- I ten. Kerk-loosheid moge niet a 11 ij d Gode- dienstloosheid beteekenen, als regel zal dit wel het geval zijn. j Hieruit volgt echter nog niet dat het getal der godedienstloozen zooveel groo- ter is geworden. De mogelijkheid bestaat, dat men met meer driestheid er rond voor uitkomt dat I men van Kerk en Godsdienst niets moet 'hebben, dan enkele jaren geleden. I Niet weinigen die uit sleur, bij de vo rige telling nog opgaven tot een of ande- i re Kerk te behooren, terwijl er tocb in derdaad geen enkele band moer was, heb- I ben nu misschien meer beslist positie ge- 1 kozen. Maar al blijkt uit deze cijfers dan niet precies hoe groot, de afval en achter- u i t g a n g was de laatste jaren, het feit dat bijna 8 pet. van ons volk tot geen enkele Kerk behoort is toch wel teeke nend en leert ens, dat we er toch zeker niet. op vooruitgaan. Deze cijfers krijgen te meer ibefceeke- nis omdat bekend is. dat er duizenden zijn, die nog wel officieel tot een der Kerken behooren, maar die de Kerk toeft niet anders dan aan den buitenkant ken- j nen en wier protestantisme alleen daarin I bestaat, dat zij niet tot de Roomsche Kerk behooren. Hoe bedroevend klein is b.v. in de groen te steden het percentage kerkgangers. Zijn er in sommige procinciën niet tal van gemeenten, waar de vrijzinnige predi king oorzaak is, dat de leden steeds meer van de Kerk en nog meer van den Godsdienst vervreemden? De officieel© cijfers geven ongetwij feld een veel te gunstig beeld. En toch zeggen ons die cijfers dat het set al protestanten verminderde van 58.18 pet. tot 54.96 pet. Een bedenkelijk verschijnsel. Het feit dat- van de 69 niet-Roomsche Kamerleden de rechtsche pairtijen slechts 27 leden afvaardigen, zegt hier ook wel iets. Yan de niet-Roomsche kiezers heeft no et "geen 40 pet. gekozen voor een Chris telijke politiek. Wel een bewijs, vooral gezien de ver houdingen in ons land, dat de toestand veel ernstiger is, dan de officieels cijfers doen vermoeden. De Roomschen hadden eenige vooruit gang te boeken. Van 35.04 pet. in 1910, klommen zij thans tot 35.60 pot. De laatste tellingen gaven telkens oen achteruitgang te zien. In 1840 bedroeg het getal Roomschen 38.50 pet. in 1910 was het gedaald tot 35.07 pet. en in 1910 zelfs tot 35.04 pet. De teruggang is dus tot staan gekomen, waarschijnlijk tengevolge van de meer dere geboorten, het dalen der sterftecijfers in sommige provinciën en de sterke be perking der geboorten in sommige protes- tantsche streken. Merkwaardig is wel, dat bet percenta ge der kiezers, die de R. K. candidaten steunden, niet klopt, met dat der R. K. bevolking. Het pencentage der Roomsche inwoners nadert zeer dicht de 36, terwijl dat der Roomsche kiezers slechts iets meer dan 31 ie. Nu is het ongetwijfeld waar, dat het percent vam. de kiezers met dat van de- inwoners niet samenvalt, maar toch is er ook hier afval. En een afval die aan het Protestan tisme in den goeden zin. zeker niet ten goede komt. Zoo is er dus over heel de linie achter uitgang. Volkomen juist schijnt ons toch de op merking dat de verschuivingder R.- K. percenten niet als 'een verschijnsel van religieuzen aard kan worden aangemerkt. De sprake der cijfers i6 verontrustend. De afval neemt toe. Het getal van hen, die het met beslist heid de touwen verbreken en de banden verscheuren wordt grooter. En wel mag ernstig overwogen de vraag wat temidden van dezen afval en achteruitgang o n z e r o e p i n g is. STADSNIEUWS. Quderl ingen-C onf erentio. Hedenmiddag werd in de bovenzaal van het gebouw Patrimonium de tweede conferentie gehouden van ouderlingen der Geref. Kerken in de classis Leiden. De vergadering, die gepresideerd werd door den héér J. W. van Wijnen te Leiden, was flink bezocht. De Voorzitter opende de vergade ring met gebed nadat.gezongen was de Morgenzang vers 3 en 4. Vervolgens werd gelezen 2 Timotheus 2 Daarna sprak de Voorzitter een ope ningswoord, waarin hij allen hartelijk welkom heette. Door verschillende omstandigheden, aldus spr. moest het houden van een tweede conferentie telkens worden uit gesteld, zoodat de afstand tusschen deze, en de voorgaande vergadering wel wat lang is, maar nu wij weer elkander door Gods goedheid mogen ontmoeten, zullen wij dankbaar zijn dat dit voorrecht, zoo als wij hier zijn, ons te beurt valt. Moge onze onderlinge samenwerking mede dienstbaar zijn aan den opbouw en bloei der gemeenten, waarin de Koning der Kerk Jezus Christus, ons als ambts dragers vewaardigd heeft een plaats in te nemes. Het is een heerlijke gedachte onder zulk een Vorst te mogen dienen, en daartoe an deren op te wekken. Dat toch i6 ons aller bedoelen en streven, om de eere van dien Koning te verh ooigen, met de talen ten en krachten die God ons geeft. Telkens hebben we daartoe gelegenheid 'inzonderheid als door ons de huisgezinnen der*- gemeenteleden worden bezocht, noe kunnen we dan onzen arbeid als met jeugdig vuur aanvangen. Maarhoe menigmaal wordt dat vuur dan getem perd en verflauwd, als een koude, als van een December nachtvorst, ons tegenkomt, in zulk een woning, waar de harten zoo koud schijnen te zijn als ijs; dan rijst de verzudhting uit het hart hemelwaarts: „Heere laat de Zonne der gerechtigheid haar heerlijke ^en verwarmende stralen in de harten van deze menschen inwerken", verbrijzelend de ijskorst,' verzachtend en verteederend het gemoed, opdat zij het zaad van Uw woord kunnen en willen ontvangen. Hoe dikwerf gevoelen we het dat hoofd en hart vervuld zijn met de verderfelijke ideeën van den geest dezer eeuw, wat is er dau voor ons wijsheid en goed ver stand af te bidden om dezulken van hun heilloos pad terug te voeren op de paden van Gods Woord. De ouderlingen hebben hij het huisbe zoek een moeilijke taak, en daarom acht spr. het een voorrecht, dat de heer H. J. Blommendaal, een grijs geworden Tmoeder in den dienst des Heeren, die gisteren zijn 70sten verjaardag mocht vieren, waarmee spr. hom van harte geluk wenscht, straks zal spreken over het zoo belangrijke on derwerp „Het Huisbezoek". Nadat vervolgens een Voorzitter, Se cretaris en een Penningmeester waren aangewezen, werd het woord gegeven aan den heer H. J. Blommendaal om oen inleiding te geven over het Huisbezoek. Spr. herinnerde hoe in de op 16 Maart 1921 gehouden conferentie tot hem het verzoek werd gericht dit onderwerp in te leiden. De broeder die dit punt ter sprake bracht is helaas ongesteld, maar Spr. •hoopt dat God hem spoedig weer terug zal brengen tot zijn huis en "arbeid. Komende tot zijn onderwerp wees Spr. er op, dat daarover den laatsten tijd veel gesproken en geschreven is, o.a. in het goed verzorgde Oiiderlingenblad en door Dr. Dijk en wijlen Prof. Biesterveld. Toch is het 'alleszins gewenscht, dit onderwerp in een vergadering als deze aan de orde te stellen. Het huisbezoek in zijn ambtelijken vorm is van groote beteekenis voor den welstand der geloovigen. Het is al- eerst gericht op den geestelijken wel stand van den enkelen geloovige wat weer een vereischte is voor den bloei en den wasdom der gemeente als geheel. Deze opvatting is overeenkomstig de H. Schrift. Reeds onder het O. T. ontbrak niet de bijzondere zorg der zielen wat o. tm. blijkt, uit de wetgeving, den dienst van het priesterschap en vele uitspraken der profeten. In het N. T. wordt van deze verzorging meer en broeder gehandeld. De prediking van Christus getuigt daar van. Aan de apostelen werd den last gege ven de schapen te hoeden ön de lammeren te weiden en dat zij dien last hebben ver staan blijkt- overvloedig uit dë brieven van Paulus, wat met verschillende voor beelden weid verduidelijkt. Met enkele aanhalingen uit de Consti- tutiones Apostolicae werd aangetoond hoe ook bij de eerste Christengemeenten de persoonlijke zorg in eere was. - In de Roomsche Kerk ontaarde de ver zorging der hielen, die dienstbaar ge maakt werd aam de bevestiging van de geïnstitueerde Moederkerk, in een heer- 6chen over de consciëntie in den biecht stoel. De Geref. Kerken in vroeger tijd heb ben haar machtigen invloed grootendeel6 aan de getrouwe Uitoefening van de bij zondere zielszorg te danken terwijl de Lutherschen door het verwaarloozen vam •het huisbezoek, allengs hun invloed ver loren. Het ambtelijk huisbezoek behoort blij kens de geschiedenis in de Geref. Kerken thuis. Vanuit Genève breidde zich het huisbezoek over de verschillende landen uit. In ons land, was voor de Dordtsche Synode het huisbezoek voo^ het Avond maal voorgeschreven, en van het getrouw vervulleu van dien plicht werd veel gees telijken zegen voor de Gemeente ver wacht. Het huisbezoek, maakte bij ons Gerefor meerden steeds een deel uit van den amb- t e 1 ij k e n arbeid'. In het huisbezoek tre den de predikanten of ouderlingen niet op als broeders onder do broederen en spre ken zij niet slechts een gemoedelijk woord, maar deze arbeid staat veel hoo- ger, vraagt daarom meer toewijding en bekwaamheid en legt ook een veel groo- tere verantwoordelijkheid op. Het is een a m b t e 1 ij k werk, maar dan van vertrouwelijken aard. Het p e r s o o n 1 ij k e treedt, op den voor grond. Wij kennen geen biecht, maar de goe de gedachte daarin moet in het huisbe zoek - worden overgenomen, dat n.l. de ontlasting der consciëntie, het" voorstellen van den nood en het ontvangen van ver maning en vertroosting mogelijk zij. Hot vertrouwen mag niet worden afge dwongen, maar indien gegeven, mag het ook niet worden geschonden. Wanneer het huisbezoek gedaan wordt, doer een predikant- met 'n ouderling, dan mag de ouderling niet slechts al6 meeloo- per fungeeren, zooals nogal eens ge schiedt. In groote gemeenten kan de Kerkeraad aan de - predikanten ©eniger mate entheffing geven van dezen arbeid, maar het kennen der schapen door den herder, blijft toch van groote beteekenis. Voetius zegt dan ook, zoowel in het be lang van leeraar als in dat der gemeen te: „onthef nooit geheel". Altijd blijve het uitzondering. Komende tot de vraag hoe het huisbe zoek moet. worden ingericht, zegt Spr. dat het moet leiden tot- ernstig zelfonderzoek of men waarlijk een levend lidmaat is. Het moet opleiden tot een leven van waarachtige toewijding aan den Heere en moet dus handelen over de onderlinge verhoudingen, de verhouding tot God, het samenkomen met de Gemeente en het ge bruik van de sacramenten. Vervolgens handelt Spr. nog over het gebed bij het huisbezoek, dat altijd het karakter van voorbede moet dragen en dat niet misbruikt mag worden, om langs een omweg te bestraffen. De saamspreking moet zooveel mogelijk geschieden met alle leden des gezins, ook met de dienstboden, hoewel in bepaalde gevallen afzonderlijke bespre king gewenscht kan zijn. Onderzocht moet worden naar het. huiselijk gebed, het lezen der Schrift, het bezoeken der eatechisatiën en de lectuur die gelezen wordt. Ook met de belangen van de bijzonde re personen meet worden gerekend, waar bij speciaal op het geregeld gebruik van het H. Avondmaal de aandacht dient ge vestigd. Ten slotte werd er doer Spr. op gewe zen, dat hoog is de roeping en groot de verantwoordelijkheid die in dezen op de ambtsdragers is gelegd. In ons is geen kracht, maar, 't is Is raels God, die krachten geeft.. Met een opwekking tot ernstig gebed om door den Koning der Kerk bekwaam gemaakt te worden tot uitdeelers der me nigerlei genade Gods, tot opbouwing van den tempel Gods welke is de Gemeente van den Heere Jezus Christus, eindigde Spr. zijn met groote aandacht gevolgde inleiding. (De vergadering duurt voort). Do Unie-Collecte. Met leedwezen zal zeker menigeen ver nemen, dat het Locaal Comité van de Unie besloot ditmaal de jajarlijksche Unie-collecte niet te houden. Daar er nog zooveel noodig is voor den welstand en den bloei van het Christelijk 6choolwezen, moet dit besluit worden be treurd. Toch zal er voor de vrienden van het Christelijk onderwijs gelegenheid zijn om te offeren. Op Donderdag 28 Sept. a.6. zal n.l. iu de Pieterskerk een bidstond werden ge houden, waarbij Ds. R. E. van Arkel van Soest hoopt voor te gaan. Prof. Van Wijk te Warschau. Een B.T.A.-telegram uit Warschau d.d. 5 September meldt, dat prof. dr. N. van Wijk, hoogleeraar in de Balto-Slavisclie talen aan de Rijksuniversiteit alhier, offi cier in de Orde Polonia Restituta, als gast van de regeer-mg der Roolsche repu bliek op 1 September te Warschau is aan gekomen. Hij werd ontvangen^ door ver tegenwoordigers van den minister van Buitenlandsche Zaken en door den heer J. W. Kowalski, gezant van Polen te 's-Gravenhage, die thans te Warschau vertoeft. Gisteren heeft iemand kans gezien, om uit de gang van een openbaar gebouw aan de Steenschuur een rijwiel mede te nemen, dat hem niet toebehoorde. De da der is niet bekend. Door het uitvallen van den kabel, die de verbinding onderhoudt tussc.hen de centrale en het stadsnet, had gisteren avond te 5.20 een kleine storing in de electriciteitsvoorziening plaats, waardoor op verschillende punten in de stad, de trams et.il bleven staan. Gelukkig gebeur de het overdag, zoodat- men er niet veel last van had. Na eenige minuten was de verbinding weer hersteld, en konden wo onze lamp weer aandraaien. Dc officieele opening van de 6chool der Eerste Leidsch© Schoolvereeniging, ■No orde inde 1. alhier, zal a.s. "Zaterdag middag te half drie plea's hebben. Wij vernemen sedert jaron plaats gehad hebbc. vitdeeling vam haring en b r o o a dóór de diaconie der Geref. Kerk alhier, op den gedenk dag van Leidén's Obtzet 3 October als zijnde uit den tijd, door don Ker keraad is afgeschaft. Koninklijk bezoek aan do elf hoofdsteden. Naar het „Huisgezin" verneemt, moet het in het voornemen liggen van H. M. de Koningin om het volgend jaar na de officieele herdenking van haar zilveren. Tegeeringsjubileum een officieel bezoek te brengen in alle hoofdsteden der elf pro vinciën van ons land. Koningin Wilhclmina to Kopenhagen. Men meldt uit Kopenhagen aan de „N. R. Crt." d.d. gisteren: Vanmiddag is Koningin Wilhelmina hier aangekomen. Op het perron wai en ter ontvangst aanwezig .de Koning van Do nemarlcen, in uniform der gardehuzaren; Prins Gustaaf, de Prinsen Viggo en Axel, zonen van Prins Valdemar; Prins Harald met Prinses Helene, en de Prinsessen Tura-cn- Dagmar. Verder waren er Ridder van Rappard en andere heeren van de Nedcrlandsche legatie, tal van officieren en autoriteiten. Toen de (rein binnenkwam, speelde een muziekcorps liet Wilhelmus. Koningin Wilhelmina was geheel in het wit gekleed en droeg het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Toen zij uit de coupé was gestapt, bood koning Chris- tiaan haar een ruiker van wille en roodo anjers aan. Prins Hendrik droeg de admiraal-uni form. Nadat koning Christiaan en koningin Wilhelmina de eerewacht hadden geïn specteerd, begaf het gezelschap zich. naar het Raadhuis, waar een ontvangst gehou den werd. Do opperpresident De Jonquiè- res heette H.M. wrelkom, waarna de Ko ningin dankt voor _dó~ hartelijke ontvangst en gewaagde van de hartelijke vriend schap, die de vorstenhuizen en de voiken van Denemarken en Nederland verbindt. De Koningin-Moeder naar Tyrol. De Koningin-Moeder, vergezeld van do •hofdame Baronesse van Ittersum en den •hofmaarschalk Jhr. Roöll zal vandaag van Het Loo naar Hinterness in Tyrol vertrekken ter bijwoning van de bijzet! ing van het stoffelijk overschot van haar zus ter de hertogin van Albany, welke op Vrijdag a.s. zal plaats vinden. Zij koert Zaterdag a.s. weer naar het paleis te Het Loo terug. Trouwplannen van den ©x-keizer? Van het bericht, dat de vorige week reeds verscheen over de a.s. verloving van den vcormaligen Duilschen keizer, wordt thans ook in de Duitsche pers mel ding gemaakt. De dame waarmede de ex-keizer zich zou hebben verloofd, zou zijn prinses Hermine zu Carolath-Beuthen, een gebo ren prinses Renss oudere linie. Het. be-' richt komt thans voor in de „Lokal An- zeiger", die het aan de „International News Service", een Amerikannsch nieuws agentschap, ontleend. De „Lokal Anzeiger' merkt hierbij op, dat het blad in goed ingelichte kringen te Berlijn heeft vera omen, dat de waar schijnlijkheid van dit. bericht niet onmo gelijk wordt geacht, daar men ten huizo Doorn slechts zeer zwakke dementis daar over heeft ontvangen. Prinses Hermine ia de weduwe van prins Johann Gcorg zu Carolath-Beuthen, die tijdens den oorlog is gestorven. Zij is 36 jaar oud on heeft vijf kinderen van 8 tot 14 jaar. FEUILLET0N. De Germaansche gevangene Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. Al luisterend begon hij het geheim van ri menschelijk leven te verstaan; de klo ven van zijn hart, door de zorgen van ze ventig jaren daarin gegroeid, werden met levend water gevuldem het gemurmel van de oneindige zee, aan welker kust wij allen staan, zonder te weten wat ze is en wat ze zingt, werd voor hem. muziek, echoënd van de harpen aan 't overzijd- eche strand. Siward gewende gaandeweg aan zijn bekrompen en engo leven. Dikwijle dacht hij aan Cloelia Diodora «n hoe zijn hart van medelijdon geklopt fcad yxw>r haar op andere lijders; en hoe weinig hij- van haar leed begrepen had. Nu moest hij zelf den bitteren beker ledi gen, niet slechtsanderen verz-oeten, maar zelf drinken. Het kruis kreeg voor hem dieper betee kenis. Zijn Heer had geleden niet alleen om anderen te redden, maar om hun kracht te geven tot lijden, en tot heiliging en op was in geloof en liefde door lijden, niet van de heilige hoogte, van den troon des heelals had hij medelij den met de wereld getoond; maar uit de diepte van zijn eigen, voor en door menschen gebroken hart welde de fontein van goddelijke liefde. Zoo langzaam, leerde hij buigen onder dés Meesters juk, en buigend vond hij het goed en zacht.; geen keten die den dienst belemmerde, geen last die neerdrukte, maar een juk dat den dienst bepaalde; den dienst die voor hem de hoogste en de beste was. En toen hij vrijwillig boog, 'had hij zijn les geleerd, zijn werk voleindigd, en werd het juk 'hem afgenomen. Zijn schijnbaar herstel bleef niet. De hitte van den Italiaanschen zomer en de bedompte stadslucht voltooiden in de krachtige noordsche gestalte wat de wilde beesten begonnen hadden. Er werd weinig gesproken over 't geen hij hoopte en de zijnen met vrees ver beidden. Er was geen romantisch, melo dieus einde aan zijn leven. Het scheen on- lafgewerkt, brokstuksgewijse, niet onver klaarde woorden, onvervulde hoop, onuit gesproken verwachting gevuld. 't Eindigde als een verhaal dat afge broken en niet voortgezet wordt; afge broken zonder climax, midden in een vol zin! Onvolledig, want het was onslerflijk. Onvoltooid, want het was nauwelijks .be gonnen. Ongemerkt voorbijgegaan, waait de m'annelijke leeftijd was nauwelijks be reikt. Voor hem echter niet afgebroken, want de verloste geest bevaf zich met kinder lijk vertrouwen in de handen des Vaders. Voor hen, die hij achterliet, die nog •niet in hot volgend leven overgegaan wa ren, die hem daarom met droerfheid na staarden, was nog velerlei werk te doen, menige les te leeren. allerlei offers te brengen. De beteekenis en rustige schoonheid van 't. leven dat pas geëindigd was, begon zich voor bun oog te ontvouwen. Hij had weinig gesproken; hij was voor 'hen allen zooveel geweest;. „Wij praters, gaan voorbij." zei oude Laon; ,.en laten geen ledige plaals ach ter. Andere woordenvloeden overstelpen wat wij gezegd hebben; maar deze stille levens laten een echo na. Woorden zijn voor 't oogenblik; daden blijven. Zij ster ven niet-, maar leven in ds hartan. der menschen, in do harten waar de uil gangen des leyens zijn. „Ik dacht dat ik hem onderwees toen ik hem al mijn wijsheid vertelde als we samen in de oude werkplaats arbeidden, on hij mij nu en dan een kinderlijke vraag deed, of beproefde me de oude legenden van zijn volk te verhalen. Maar al dien tijd onderwees hij mij." „Hoe kwam het," zeide Laon eens, „dat hij nooit iets bijzonders scheen te doen, en dat nu ook, nu hij als oen dor helden uit de oudheid zijn leven opgeofferd heeft, dat voor hem niets bijzondere vindeD? Wé hadden een held in ons' midden, en wel wisten het niet! O haddon we 't maar ge weten „Ik wist het." zeide zijn moeder oen si ral enden blik; „ik bob hot altijd ga weien." 1 (öutf vo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1