kabinetscrisis.
itak c-ns \y€-t bevatten de bladen min
of meer faStstische beschouwingen over
<lo oplossing van de Kabinetscrisis.
Mi'-sehien, om op deze wijze tegen
spraak uit te lokken en zoo langs een om
weg, achter de. waarheid te komen.
Men begint blijkbaar ©enigszins onge
duldig te worden.
Nu is dit verklaarbaar.
Wie werkelijk belang stelt in de pu
blieke zaak kan het niet onverschillig zijn
op welk© wijze de Kabinetecrisis wordt
opgelost.
Toch is hier voor .ongeduld geen reden.
De toestand ie buitengewoon ingewik
keld.
Het komende Kabinot, dat over heel de
linie de wijzers zal hebben terug te
draaien, krijgt, ©en uiterst moeilijke taak.
Een taak, die alleen vervuld kan wor
den, indien op een welomschreven pro
gram een meerderheid kan worden ver
kregen.
Blijkt dat niet mogelijk, dan is het be
ter aiiet te beginnen.
Meer dan oppervlakkige onderhandelin
gen zijn dus noodig.
Er moet éénstemmigheid zijn, niet al
leen over de economische zijde van het
werkprogram, maar ook ten opzicht© van
de principieelo vraagstukken.
Do jaren die achter ons liggen hebben
ons geleerd, hoe noodzakelijk dat was.
Men kreeg zoo nu en dan den indruk
dat er over ons en bij ons, maar zonder
ons werd gehandeld.
Dien weg moeten we niet meer op.
Maar het spreekt, vanzelf dat ook de
andere partijen hare eischen hebben.
Daarom kan het. niét anders of de on
derhandelingen vorderen t.ijd.
In den langen duur'der crisis ligt niets
verontrustends.
Eer kan het tegendeel worden gezegd.
Een snelle beslissing zou grond geven
voor de vrees, dat een licht getimmerte
was samengesteld, dat de parlementaire
stormen, die zeker niet zullen uitblijven,
niet zou kunnen doorstaan.
Uit het Sociale Leven.
De loonsverlagingen.
Naar aanleiding van een bericht in „De
Tijd" dat de plannen tot verlaging van
bet loon van het' spoorwegpersoneel voor
loop ig opgeschort zijn ten einde de beslis
sing af te wachten of een algenieenc ver
laging van het loon van het Rijksperso
neel door de omstandigheden noodzake
lijk zal moeten worden, verneemt de Te
le g r., te beyoegdér plaatse, dat van der
gelijke voornemens niets bekend is.
Dc aangekondigde loonsverlaging voor
net spoorwegwerkplaat spersoneel blijft
■er-halve van kracht.
KERK EN SCHOOL
Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk.
xxl
In deze zitting komt do beelissing over de
vraag, of art. 3x Alg. Regl. zoo moet worden
gewijzigd, ale te vorigen jare voorloopig is aan
genomen, d.w.z. of aan de vrouwelijjke
lidmaten het z.g. actief stemrecht
zal worden gegeven. Ip de Provinciale Kerkbestu
ren waren ditmaal 52 leden ten guusto van de
bepaling. Do Synode heeft mot 15 tegen 3 stem
men besloten, de wijziging aan de hoofdelijke
stemming van de leden der provinciale kerkbe-
sturen te onderwerpen. Als dus straks, in No
vember, 2/3 hunner ier voor blijkt te zijn, zal
do Ned. Hervormde Kerk aan hare vrouwelijke
lidmaten de stembevoegdheid hebben verleend.
Tegen de wijziging hebben gestemd de heeren
Bongers, Flieringa en Barbas.
Daarna heeft de Synode zich bezig te houden
met een moeilijke kwestie t.w.: de zaak van de
regeling van den ligger van het precikantetrac-
toment. Hierover waren niet minder dan 7 voor
etellen ingediend. Ook was ingekomen een brief
van de heeren De Vrijer, Boer en Klein Wassink
op doze zaak betrekking bobbende. De Alg. Syn.
Commissie schonk hare instemming aan het rap
port van twee harèr leden (de Kb. Eilerts de
Haan en Van Paassen) en a'dVisöeido in art.
van hot Reglement op de Vacaturen te schrappen
de tweede alinea en na al. 1 in te voegen:
„De officieele opgave (ligger) wordt opgemaakt
door den Kerkeraad in overleg met de kerkvoo;
dij en door heiden gewaarmerkt Zij behoeft de
goedkeuring van het Provinciaal Kerkbestuur cp
voordracht van het Classicaal Bestuur. Veran
deringen daarin komen - op dezelfde- wijze tot
stand.
Op den ligger wordt vermeld:
a. vrije woning met nauwkeurige opgave van
kadastraal nummer en grootte, of bij gemis
daarvan vergoeding
b. het traktement gegeven door het Rijk, de
burgerlijke Gemeente of cenige andere corpo
ratie; i
c. de toelage van do Gemeente; 1 y.
d. emolumenten.
De -inkomsten, op den ligger vermeld, bedra-
gen te zamen ten minste het min im ui n - a an v angs- -
traktement genoemd in hot Reglement op de pre-
dikantst rak temen ten in art. 1 a en b.
Bestaan do inkomsten, aan de predikantsplaats
verbonden, geheel of gedeeltelijk uit. de opbrengst
van pastoralia, andere goederen of rechten,
waarvan het bedrag aan wisseling onderhevig
is en dus niet op den ligger kan worden vermeld,
dan wordt er een verklaring bijgevoegd, dat den
predikant tenminste het traktement, genoemd
in art. 1 a en b van het Reglement op de pre
dikantstraktementen, wordt gewaarborgd.
Van do bepalingen in de beide vorige alinea's
kan worden afgeweken, indien de Raad van be-
voor de predikantetraktementen dispensatie
verleent van de bepalingen in art. la van het
Reglement, op de predikantstraktemenlen en voor
den tijd en tot dat bedrag waarvoor do dispen
satie is gegeven.
Evenzoo kan daarvan worden afgeweken, indien
oen gedeelte van het traktement door derden
op voldoend© wijze, naar het oordeel van hot
Provinciaal Kerkbestuur, wordt gewaarborgd en
de kerkvoogdij bezwaar maakt dit op den ligger
to brengen."
Indien deze invoeging wordt vastgesteld en dus
het minimum-traktement op den ligger wordt g<*
plaatst, waardoor ook de uitkeering aan den
Ring in velo Gemeenten wordt verhoogd, acht
de Commissie het gewenscht, dat van de hoogere
traktementen oen grooter deel komt aan de kor-
kokas der Gemeenten dan tot heden.
Zij stelt daarom voor aan art. 27 al. 2 van
het Reglement op do Vacaturen toe te voegen
een tweeden zin van dezen inhoud:
Bod ragen deze inkomsten meer dan f 2500, dan
komt wat boven dit bedrag gaat voor een vierde
deel ten vóordeele van de ringpredikanten en
voor drie vierde ten voordeolo van de kerkekas
der Gemeente.
In bespreking komt vooreeret het voorstel tot
iiziging van art- 60 Regl. vacaturen.
Dr. Slotmaker de Bruine kan zich in het rap
port der Syn. Commissie niet vinden, omdat hier
,'ard wordt de eigenlijke opgave van do in
komsten aan de standplaats verbonden, met de
opgave, welke volgens het Reglement op de pre
dikantstraktementen aan den predikant wordt ver
strekt. Dit wordt door den president betwist,
volgens wien de officieele opgave in art. 60 Regl.
vacaturen juist dient om, in overeenstemming met
het Reglement op de predikantstraktementen voor
den predikant een waarborg te bioden.
Do hoer Tammens is van oordeel, dat de ligger
evenals vroeger moet ingericht blijven. Omtrent
het eventueel meerdere dat den predikant
moet worden aangeboden, kan hem in een afzon
derlijke opgavo zekerheid worden gegeven.
Deze opvatting van den hoer Tammens wordt
bestreden door den heer van Paassen, die, in aan
sluiting aan het betoog van de president, herin
nert" aan hetgeen de Synode van 1921 omtrent
den ligger heeft uitgesproken. Toen is uitdrukke
lijk gezegd, dat op eiken ligger alhans bet mini
mum-traktement moet worden vermeld.
Het blijkt, dat dit het gevoelen is van
meerderheid. Want do wijziging van art. 60 Regl.
vac,, zooals die door de Alg. Syn.
voorgesteld, wordt aangenomen.
Verworpen werd echter het tweede voor-
etel der Syn. commissie betreffende art. 27 al. 2
Regl. vacaturen, een aangenomen een voorstel
door den heer van der Grient ingediend en aldus
luidende: in alinea 2 van dat artikel aan hot
toe te-voegen de woorden: „echter met dien ver
stande, dat het totaal bedrag, dat bij vacature
aan den ring wordt uitbetaald bij een minimum-
tractement van f 2500 nfet meer dan 1 1500;
van f 2000 niet meer dan f 1700; van f 5000
niet meer dan f 2000.
Deze bepaling wordt noodig geacht, ten einde
de gemeenten in tijden van vacatures niet al ie
zeer te bezwaren.
De heer Flieringa heeft "onlangs behandeld een
voorstel van de Claseicale vergadering van Zut-
phen tot afschaffing van do schriftelijke kerkvisi
tatie. In de plaats daarvan zoude moeten komen
eene bepaling in art. 16 Regl. Kerkeraden, welke
aan de icerkeraden oplegt jaarlijks zekere etatis-
tische gegevens aan de cl. besturen to verstrekken
ter verdere opzending aan de Synode. Dit voor
stel wordt in strijd met de conclus
commiesio van rapport verworpen.
De herziening der L.O.-Wct.
Het hoofdbestuur van Volksonderwijs heeft het
bestuur van den Ceniralen Ouderraad te Amster
dam en do hoofdbesturen van liet Nut, den Bond
van Ned'orlandsche Onderwijzers, het N. O. G. en
de Véreeniging van Hoofden van Scholen, uitgK
noocKgd tot een samenkomst om in eerste instan
tie te overleggen, op welke wijze een zoo alge-;
meen mogelijke actio door heel het land te ver
krijgen zal zijn om de verslechteringen van het
onderwijs, indien do voorgestelde wijziging van
de lager onderwijswet 1920 tot wét zoude a orden
1 verklaard, tegen te gaan.
O.a. zal worden overlegd, of in deze ook sa
menwerking met alle oudercommissies, politieke
partijen en vakvereenigingen, dan wel ook met
voorstanders van het bijzonder onderwijs, dient
to worden verkregen. Ook een groote landelijke
protestvergadering in Den Haag zou op het pro
gramma staan.
DANKLIED.
Verpletterd door Uw goedheid, Heer,
Komt onze ziel U danken.
Gij "zijt de wijnstok en, o eer!
Ons maakt Gij tot Uw ranken.
In Jezus zijn wij ingeplant,
Niets kan van Hem ons scheiden;
Wij zijn de schapen, die Zijn hand
.Op vetten grond wil weiden.
Wij zijn de penning, dien Hij zocht,
Het zaad, uit Hem geboren,
De kinderen met Zijn bloed gekocht
En door Hem uitverkoren.
Barmhartig Vader, ik verstom
Bij zulke gunstbewijzen,
In Jezus, mijn Verlosser, kom
Ik Uw ontferming prijzen.
Ik kind van U! Is 't moogïijk, God!
Ik, zoo bedekt met zonden,
Die elke wet en elk gebod
Zoo roekloos had geschonden?
Mijn gansche hart zij U gewijd!
Mocht steeds mijn ziel U loven!
Nu hier nog in den zondenstrijd
En eenmaal rein daarboven!
P. HUET-
Uit dc wereld der vlinders.
Het i6 bekend, dat van de ruim 1700 vlinder
soorten die in ons land voorkomen, de overgroot©
meerderheid schemer- of nachtdieren zijn en
elc-ehts een klein gedeelte overdag vliegt. Zet u
maar eens neer om op to schrijven hoeveel soor
ten vlinders u overdag hebt zien vliegen; u zult
merken, hoe klein dit getal ie.
Hoe vinden ze elkaar nu aroor de instandhou
ding van do soort? Door: le het gezicht; 2e het
gehoor; 3e het reukorgaan.
Het gezicht komt overdag het meeste te pas;
ieder kent zijn sooTtgenoQten. Toch bedriegt t
gezicht wel eens; soms zitten hommels har.'ge
vliegen na, die zij voor hommels aanzien,
's Avonds prof i tee ren dó glimwormen van 't
licht, dat. of dè wijfjes of ö'e beide 6exen afge
ven. Intusschen is 't merkwaardig, dat ook do
larven al lichten, wat niet in verband met de
voortplanting kan. staan. De wijfjes van de glim
wormen zijn ongevleugeld. Op wanne, donkere
avonden, b.v. in Juli, kan men het lichten op de
zwarte aarde heel goed' waarnemen.
Het gehoor doet o.a. dienst bij houtkevers,
sprinkhanen en krekels. De zoo beruchte hout
wormen (kevere) maken des nachts een tikkend
geluid't schijnt, dat de oen de ander 'beant
woordt. Bijgoloovigo, menschen, die niot weten,
waar dit tikken in huis vandaan komt, zien de
doodstijding van den. een of anderen bekende:
vandaar-dat de kever ook wel eens „doodsklcp-
pert.je" heet. Hoe sprinkhanen en krekels mus ice e-
ren weet iedere buitenman. Zoo vinden ze elkaar.
Het reukorgaan is, 't sterkst, en werktvooral
op groote afstanden. Dit slaat vooral in verband
met: le de leefwijze (nachtr of avonddier) m
2e do ongevleugcldheid en 't geringe verplaat-
ei n ge vermogen der wijfjes.
Een aardig voorbeeld hiervan is de witvlak
vlinder. Het wijfje heeft slechts vleugelstompjes
en kan dus niot vliegen. Als 't uit de cocon
kruipt, blijft 't daarop ritten. De mannetjes met
roestbruine vleugels waarop een witte vlek, vlie
gen overdag woest rond. Al kunnen ze de wijf
jes niet zien, die zitten in 6truiken en boomtm,
ze vinden ze wel, want deze verspreiden een ster
ke lucht. Vangt men enkele wijfjes en bergt men
die op in een sigarenkistje, dat men sluit, dan
komen al spoedig Vélo mannetjes er op af. Zel;s
al plaatst men 't sigarenkistje voor een gesloten
raam. Het reukorgaan van de mannetjes moet
dus wel sterk ontwikkeld zijn.
Deze proef kan men in Augustus, wanneer 't
bruine vlindertjes lustig rondvliegt gemakkelijk
nomen.
Een andere proef is de volgende. In een labo
ratorium werd tusschen 10 uur 's avonds en 6
uur 's morgens een vrouwelijke nachtpauwoug
geplaatst. In dien tijd kwamen er 126 man
netjes op af, die allen werden ingerekend. Dit
is een goede methode om nachtvlinders te van
gen.
Merkwaardig is 't, hoe verschillende avond
en nachtvlinders op verschillende uren vliegen;
vermoedelijk worden ze dan gedirigeerd door de
lichtsterkte of -zwakte wat hier 't zelfde is. Zoo
vliegt b.v. de lindepijlstaart vlinder tusschen 9 en
91 uur (zonnetijd); de populierenpijlstraat
komt een uurtje later op do vlakte of in de
ruimte, net zooals men het noemen wil.
Zoo loopt alles netjes in 't gareel.
(,.Alg. Ned. Lahtib.blad.")
EEN MACHTIG VORST.
In ons goede vaderland regeert een machtig
.Vorst. Hij zwaait zijn schepter in groote stéden
en kleine dorpen. Hij regeert over aanzienlijken
en geringen. Hij voert heerschabpij in de hutten
der armen en in de huizingen der grooten.
Doch zijn heerschappij brengt welvaart noch
zegen. Hij is een trawant van Satan, den vc\»t
van 't doodenxijk. Als een slaande engel waart
hij rond, lichamelijk en geestelijk verderf brem
gende aan de duizenden, die hem als hun heer
huldigen.
Hij plundert de beurzen zijner aanbidders.
Hij ontneemt hun de lichaamskracht.
Hij ondermijnt hun gezondheid. I-iri'
Hij verlamt hun wil. ;->r
Hij verstomt hun hersens.
Hij steelt het brood uit den mond hunner
vrouwen en kinderen.
Hij ontketent de booze hartstochten.
Hij ontvolkt de kerk, en bevolkt den kerker.
Hij levert zijn tallooze slachtoffers aan zie
kenhuizen, krankzinnigengestichten en aan s—
't eeuwig verderf.
Wie tfezen koning dient, zal naar luid van
Gods Woord, het koninkrijk der hemelen niet
ingaan.
Gij, die dit leest, vlied dezen Vorst der ver
schrikking, wiens naam is Alcohol.
8 Ons Babbelhoekie. 8
I
Beste Jongens en Meisjes.
'It Hob eigenlijk een beetje met jullie te doen.
Zoo ongeveer allo raadsel vriendjes en vrien
dinnetjes hebben vacantie, en ze hebben nat .uur-
lijk allemaal gehoopt op mooi weer om udt te
kunnen gaan, maar nu hebben we den eenen dag
na den anderen regen.
Voor velen is dat een groüte teleurstelling, en
vooral voor hen die niet gewoon zijn uit te gaan.
'Gelukkig dat het weer langzamerhand wat
beter schijnt te worden, zoodat er toch nog wel
kans is op een paar mooi^ weken.
In zulke dagen is het maar good eens naar an
doren to zien. Naar Rusland b.v. waar duizende
kinderen van honger en ellende sterven of naar
Hongarije en Oostenrijk, waar zooveel kinderen
door honger en ontbering zoo verzwakt zijn, dat
ze heelemaal naar Holland gestuurd moeten
worden om weer een beotjo op krachten te ko
men.
Als we daaraan denken dan voelen we ons
hier rijk en gelukkig en dan 'decit een beetje
regen ons niet al wordt daardoor welccns oen
plannetje in de war gestuurd.
Trouwens we moeten ook altijd voorzichtig
zijn als we van slecht weer spreken. De heer
lijke zonneschijn is een gave van God, maar
do regen niet minder.
In de groote plaatsen merkt men dat zoo
niet, omdat het al heel erg droog moet worden
als de waterleiding bet opgeeft.
Maar dan moet je een6 op do Veluwe komen,
waar na een langen tijd van droogte de pompen
in plaats yan heerlijk drinkwater, vochtig zand
omhoog brengen.
Als liet dan heet is en stoffig en je komt thuis
en er is geen wafer om jo eens lekker te ver-
frisschen, dan valt het niet mee.
Voor dc bccren ie het nog veel erger natuur
lijk. Het land heeft daar behoefte aan veel re^
gen en als de zon dan dag in dag uit brandt en
de vruchten gaan verdrogen en het land wordt
zoo bruin en de koeien loeien van honger omdat
ef geen voedsel is, dan ie er zorg en angst in
de harten en dan kent men geen li eerlijker geluid
dan het getik van d© regendroppels.
Ik heb het wcleeos meegemaakt dat de pen
siongasten mopperden en zelfs wel vloekten om
dat het weer zoo slecht" was, maar dat de
boeren God dankten omdat hot zoo heerlijk re
gent!©.
Als we alleen aan onszelf denken, ja, dan
hebben wo al gauw reden om te mopneren en on
tevreden te worden, maar als we er aan deuken
dat we niet alleen op de wereld zijn en dat er
heel veel dingen noodig zijn waar \yij zelf6 geen
begrip van hebben, dan worden we wel
beetje voorzichtig-cr.
En we worden het zeker, als we er aan
denken, dat alle dingen zonneschijn cn licht en
voorspoed maar ook regen en donkerheid en togen
spoed ons uit. Gods. Vadcihand toekomen.
Jullie hebt misschien woleens gelezen het ver
haaltje van den man die in een tent overnachtte
en die allerUi ongelukken had, maar die altijd
maar volhield: „Wat God doet is welgedaan."
Hij kon dat niet altijd dadelijk zien, cn
soins schoen het wel akof het niet wel gedaan
was, maar 't eind was toch, dat hij begreep
dat de dingen die tot zijn schade schenen te zijn,
toch in zijn belang en tot rijn a-oordeel waren.
Dit alles neemt echter niet weg, dat het niet
altijd prettig is, ak het. in den vacantietijd re
gent. Want dan moeten we ons iu huis verma
ken en worden we. soms zelf lastig en maken we
het anderen lastig. Vooral de moeders hebben het
niet altijd gemakkelijk in den vacantietijd.
Ik-Are;trouw echter, dat mifn neven cn nichtjes
wel een gunstige uitzondering op den regel zullen
vormen en alles zullen doen wat mogelijk is om
het voor moeder en de andere huisgenooten pret*
tig en gezellig te maken. Het gevolg is dan, dat
e 't zelf ook gezellig hebben en dat ordanko
de regen, de vacantiedagen om vliegen.
Weet je wat jullie doen moest.
Ak er nu eens weer een regenachtige dag is.
dan moest julie eens probeeren een opstelletje
te maken over de vacantie. Ik kan dan meteen
eens zien of jullie je nog weet te vermaken en
bovendien heb je een aardige tijdpa&seering.
Jullie moet natuurlijk niet alles opschrijven
wat je beleefd hebt en wat je gemist hebt, maar
je moet trachten een algemeene indruk te geym.
Dus niet: toen stonden we op, en toen kleed)'on
ons aan, en toen gingen we ontbijten en fc.'n
zouden we uitgaan, maar toen regende he» en
toen bleven we in huis en toen maakten wo het
moedor lastig en toen kregen we straf cu toen
gingen we onvoldaan naar bed, maar tracht eens
een indruk te geven. Of als je iets heel bij
zonders beleefd hebt, dan mag je daar ook wel
over schrijven.
Dit a'oor 't geval het rogent en de verveling
't huis inkomt. Maar als 't nu mooi weer is, zoo
dat j© uit kunt gaan, of, als het regent en je
weet je op een andere manier te vermaken, dan
neem ik het niet kwalijk als je alleen maar het
raadsel dat ik straks opgeef oplost.
De jongens en meisjes die in Leiden» zijn of
dicht bij Leiden wonen gaan zeker weieens een
keer naar de Evangelisatietent op de Lammeren-
markt. Gewoonlijk is het 's avonds meer voor
oudoren bedoeld, maar wat dan gezegd wordt en
gezongen, kunnen kinderen toch ook heel goed
begrijpen.
Verschillende sprekers voeren daar het woord.
Maar 't gaat altijd eigenlijk maar over één en- f
derAA'erp. Het doel van 3e tentzending is name»
lijk om de menschen op den Heere Jezus te wij-»
zen-en hen te vertellen dat ze, alleen gelukkig s
kunnen worden als ze den Heere Jezus liefhebben^
Dat is een boodschap ook voor de kinderen.
Des Zaterdagsmiddags is er een samenkomst
die uitsluitend voor kinderen is bestemd en ik i
vertrouw, dat jullie, voorzoover daar gelegenheid
voor is, er dan zult rijn.
Als jullie mij de volgcndo keer schrijft, don
hoor ik wel nader daarvan.
Briefjes kreeg ik niet voel, dit keer, wat me t
niet verwonderde, omdat ik dip arorige week Heen
maar ©en verhaaltje gaf.
Daar is nog een eigenaardige geschiedenis aaa 1
verbonden. Een tijd geleden kreeg ik een oud»
krant in handen en daar las ik dat verhaaltje in.
Wacht dacht ik, dat kon ik weieens aan de nicht-
jee en neefjes over vertellen, wat ik do vorige'
weck dan ook deed.
Maar nu kreeg ik vanmorgen een brief van ©on
mijnheer uit Amsterdam, do redacteur van het
Protcstantsch Christelijk Schippersblad, en dio
schroef me, dat ik dat niet had mogen oA'crnc-»
men., omdat het eigenlijk een verhaaltje van dat
blad was. En nu ik het toch gedaan had, zoo
eeln<eef hij mij, moest ik er voor betalen.
Zoo zie jo jongelui, hoe gemakkelijk men in-
moeDiikheden kan komen. Ik wist niet een6 dati
er een Schippersblad beslond en nog* minder dat'
dit verhaaltje daarin gestaan had en toch zegt
die mijnheer: Jo bent er bij!
Majyr er is ook een mooie kant aan dit zaakje.
Uit dit briefj© blijkt me toch, dat dio redactie
daar in Amsterdam do Nieuwe Lsidscho Cou-
rant leest, en dat zo het zelfs do moeite waard1'!
acht, in ons Babbelhockjo te neuzen. Dat is een
heel© eer voor ons. vindt jo niot jongelui?
Ik ben or tenminsto wat trots op.
Maar van die briefjes gesproken ik zal zo de
volgende week tegelijk met do anderen maar t
even beantwoorden. Alleen wil ik nu al enkl-1®
vriendjes, en vriendinnetjes die me een ansicht
stuurden, daarvoor bedanken.
Hier volgen nu weer een paar raadsels. -
Voor do grooteren:
7 4 26 20 36 32 30 is een stadjp in Noord-»'/;
Holland.
Een 3 12 23 is een zuid-vrucht. j 'c
14 20 29 15 11 is een aorpje in de duinen. j
Bij elke legerplaats vindt men een -5 26 27 8
9 33 21.
Op 31 Augustus Avaait overal d©. oranie 19 S i
25 33.
In vele dorpen wordt nog met den 34 22 24 r
10 27 18 12 36 gerekend.
De 2S 16 35 31 1 vermaakt zich 't liefst v* -
't strand of op do duinen.
Een 13 29 1t 17 2» 20 is een vogel.
Voor de jongeren:
Het geheel bestaat uit 14 letters/
1 6 6 2 is een vrucht.
10 3 67 is een meisjesnaam. 1
9 11 10 iseen dier.
8 12 4 is eén jongensnaam.
1 14 13 gebruikt moeder in de keuken.
Op school krijgen wij 10 6 5.
Ik zal het bierbij nu laten. Op een a dere
plaats in dit blad vinden jullie oen klein ver*
haaltje en daarom mag ik hot niet te lang ma*
ken.
Hartelijke groeten,
Oom FELIX.
Voor de Jeugd.
KAPITEIN OUDROEST.
(Vrij naar liet Franseh).
I.
Bij do geheimzinnige verdwijning van
twee kippen hoorde ik voor 't eerst van
(bovengenoemd persoon spreken.
Op zekeren morgen ging ik door een
mauw straatje, dat op de Theems uitloopt,
•toen mijn aandacht getrokken werd door
•een samenscholing van menschen, die re
deneerden met een levendigheid en druk
te, zooals de bewoners van deze achter
buurten gewend zijn.
Wat is er toch gaande? vroeg ik.
Niet veel bijzonders, mijnheer 1 ant
woordde me één uit do menigte. Jim Bur-
ges maakt zoo'n drukte, omdat hij be
weert, dat men twee kippen van hem ge-
(sLolen heefL.
Wat? Zou iemand den moed hebben
den braven Jim kwaad te doen?
Ziet u, mijnheer! ik voor mij geloof
aiicl, dat het iemand uit onze wijk is. Maar
al was het zoo, dan zou Jim het recht toch
•wel hebben boos te worden, want hij zelf
•zou zijn naaste geen speld ontnemen.
T-q^a ik bij 't huis van Jim kwam,
•hoorde ik hern heftig uitroepen: Als
•ik wist, wie aiijn" kippen gestolen heeft,
ik zou hem, zoo zeker als mijn naam Jim
is, den hals omdraaien, gelijk hij het dien
armen beesten gedaan heeft. En als het
nu nog maar gewone kippen waren; maar
'k heb zo met eigen hand gevoederd, en
nu gaat die sc-hurk er van smullenDat
doet mijn bloed koken. Als ik dien schelm
•kan krijgenIk zal 't hem dubbel betaald
•zetten I
Jim hi^ld even op, om adem te halen,
«loog niet zijn vuist tegen de deur en ging
•voort op zaehteren toon: Ik ben niet
Tijk, ziet u; door het stelen mijner kippen
Iben ik 5 shillings armer geworden, maar
•ik zou er graag 5 bij geven, om te weten
wie 't ge daan heeft. Niet om hem te
•doen straffen door den rechter, neen ze
ker niet, maar alleen" om 't genoegen te
'hebben, mijn arme kippen uit do handen
<van den dief te halen!
Op dat oogenblik kwam er een vrouw
•van d© markt langs met een mand aan
'den arm.
Wat is dat voor. een drukte? vroeg
•zij op haar beurt. Men heeft do twee
'mooiste kippen van Jini gestolen, ant
woordden en dozijn stemmen tegelijk.
'Dc vrouw trok de schouders op.
Dat verwondert mij niet, zeide ze,
ik" heb van morgen - kapitein Oudroest
hier zien rondzwerven. Ik zei tegen me
«zelfeer 't avond is zat zich weer iemand
te beklagen hebben.
Met verslagen gezicht stak Jim de han-
«den in zijn zakken en ging naar binnen,
terwijl hij de deur achter zic-li dicht
sloeg. De menigte ging uiteen. Zij hield
•nu het geval voor afgeloopen.
i Maar zoo was 't niet voor mij. Ik sprak
■een ketellapper aan niet een opgeruimd
gelaat, die een van mijn oude kennissen
uit die buurt was.
Wie is die kapitein Oudroest? vroeg
•ik.
Wat! riep hij verwonderd uit, kent
ge kapitein Oudroest niet? En gij komt
hier zoo dikwijls!
Ja, 'k weet het toch niet.
Wie hij is, zal ik u niet zeggen,- om-
'dat ik er niets van weet, antwoordde dï
'ketellapper.
Wat hij is? Niet veel bijzonders. In
•alle gevallen van dat slag menschen, waar
=op dc kippen 't niet zeer begrepen heb
ben.
Als hij nog geen volleerde gauwdief is,
•zal hij het .eker worden. Ge zult zien, dat
hij vroee of laa'. aar. 't gerecht \>crk zal
geven, en mis l i' n pser maal in de ge
vangenis gmc'.'i .v| ij 't ons nog
•lastiger maken.
Maar goed, wat is hij dan van be
roep?
Wel mijnheer, hij verzamelt oud
'ijzer langs den kant der rivier.
Oud ijzer! Ik wist niet, zei ik glim
lachende, dat de rivier op hare oevers
•oud ijzer achterliet.
O kijk, hernam de ketellapper op
«zijn beurt lachende, als ik zeg oud ijzer,
'dan versla ik daaronder alles wal men
kan vinden langs de Theems, bij d% fa
brieken en scheepstimxncrAverven: ver-
roes/- spijkers, stukken touw, vodden,
•zonder te spreken van kippen, konijnen
•en duiven, dio hij meepakt, als hij ze bij
■toeval op zijn weg ontmoet.
En dat verkoopt hij allemaal?
Helaas! ja mijnheer, iederen avond
verkoopt hij zijn buit en daar leeft hij
Van.
Mijn nieuwsgierigheid was voldaah; wij
waren op een plek gekomen, waar onze
wegen uit elkander liepen, en ik nam
afscheid van den ketellapper.
Gedurende verscheidene maanden hoor
•de ik niet meer van den kapitein spreken;
'ik had hem bijna al vergeten, toen zijn
naam werd uitgesproken bij een zaak, die
«mij persoonlik b-'eng inboezemde.
Wij hadden *:- buurt pas een
«ehool gesticht voor havelooze kinderen.
Teen zij geopend werd, kwamen ons df 1
■ontstelde buren waarschuwen, dat. er ru-
nvGfr zou komen, want kapd'ein Q-: iroest
■keek de school met een boos oog aan ei>
Kei ronduit, dat hij van plan was. iedei
die op onze banken kwam zitten, geducht
•te plagen.
Yan den eersten avond af hadden er a<l-«
'lerlei wanordelijkheden plaal6. De ruiten
werden ingesmeten, de deur half inge-
trapt. t Was in één woord verschrikke
lijk. Of «lit* nu op aanstoken van kapitein
Oudroest kwam, weet ik niet. Maar onze
jor.gslo leerlingen werden niet sleencn ge
gooiU en durfden niot buiten of binnen
gaan. Wo haalden een agent van politie,,
en nu was 't uiL Maar er kon iederert-
■avond geen politieagent konicn.
Eens op een avond, dat ik op mijn
beurt do school bestuurde, was de aanval
•geweldiger geweest dan ooit: toen ik,
•slecht in mijn humeur, wegging, kwam
één onzer scholieren huiten adem terug-*
•loopen, en riep: Ze hebben hem gevan
gen, mijnheer! de^ oude Ben Tylor heeft
•hem gepakt. Hij geeft hem wat hij ver-*
•diend heeft.
(Wordt vervolgd).