kabinetscrisis. itak c-ns \y€-t bevatten de bladen min of meer faStstische beschouwingen over <lo oplossing van de Kabinetscrisis. Mi'-sehien, om op deze wijze tegen spraak uit te lokken en zoo langs een om weg, achter de. waarheid te komen. Men begint blijkbaar ©enigszins onge duldig te worden. Nu is dit verklaarbaar. Wie werkelijk belang stelt in de pu blieke zaak kan het niet onverschillig zijn op welk© wijze de Kabinetecrisis wordt opgelost. Toch is hier voor .ongeduld geen reden. De toestand ie buitengewoon ingewik keld. Het komende Kabinot, dat over heel de linie de wijzers zal hebben terug te draaien, krijgt, ©en uiterst moeilijke taak. Een taak, die alleen vervuld kan wor den, indien op een welomschreven pro gram een meerderheid kan worden ver kregen. Blijkt dat niet mogelijk, dan is het be ter aiiet te beginnen. Meer dan oppervlakkige onderhandelin gen zijn dus noodig. Er moet éénstemmigheid zijn, niet al leen over de economische zijde van het werkprogram, maar ook ten opzicht© van de principieelo vraagstukken. Do jaren die achter ons liggen hebben ons geleerd, hoe noodzakelijk dat was. Men kreeg zoo nu en dan den indruk dat er over ons en bij ons, maar zonder ons werd gehandeld. Dien weg moeten we niet meer op. Maar het spreekt, vanzelf dat ook de andere partijen hare eischen hebben. Daarom kan het. niét anders of de on derhandelingen vorderen t.ijd. In den langen duur'der crisis ligt niets verontrustends. Eer kan het tegendeel worden gezegd. Een snelle beslissing zou grond geven voor de vrees, dat een licht getimmerte was samengesteld, dat de parlementaire stormen, die zeker niet zullen uitblijven, niet zou kunnen doorstaan. Uit het Sociale Leven. De loonsverlagingen. Naar aanleiding van een bericht in „De Tijd" dat de plannen tot verlaging van bet loon van het' spoorwegpersoneel voor loop ig opgeschort zijn ten einde de beslis sing af te wachten of een algenieenc ver laging van het loon van het Rijksperso neel door de omstandigheden noodzake lijk zal moeten worden, verneemt de Te le g r., te beyoegdér plaatse, dat van der gelijke voornemens niets bekend is. Dc aangekondigde loonsverlaging voor net spoorwegwerkplaat spersoneel blijft ■er-halve van kracht. KERK EN SCHOOL Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk. xxl In deze zitting komt do beelissing over de vraag, of art. 3x Alg. Regl. zoo moet worden gewijzigd, ale te vorigen jare voorloopig is aan genomen, d.w.z. of aan de vrouwelijjke lidmaten het z.g. actief stemrecht zal worden gegeven. Ip de Provinciale Kerkbestu ren waren ditmaal 52 leden ten guusto van de bepaling. Do Synode heeft mot 15 tegen 3 stem men besloten, de wijziging aan de hoofdelijke stemming van de leden der provinciale kerkbe- sturen te onderwerpen. Als dus straks, in No vember, 2/3 hunner ier voor blijkt te zijn, zal do Ned. Hervormde Kerk aan hare vrouwelijke lidmaten de stembevoegdheid hebben verleend. Tegen de wijziging hebben gestemd de heeren Bongers, Flieringa en Barbas. Daarna heeft de Synode zich bezig te houden met een moeilijke kwestie t.w.: de zaak van de regeling van den ligger van het precikantetrac- toment. Hierover waren niet minder dan 7 voor etellen ingediend. Ook was ingekomen een brief van de heeren De Vrijer, Boer en Klein Wassink op doze zaak betrekking bobbende. De Alg. Syn. Commissie schonk hare instemming aan het rap port van twee harèr leden (de Kb. Eilerts de Haan en Van Paassen) en a'dVisöeido in art. van hot Reglement op de Vacaturen te schrappen de tweede alinea en na al. 1 in te voegen: „De officieele opgave (ligger) wordt opgemaakt door den Kerkeraad in overleg met de kerkvoo; dij en door heiden gewaarmerkt Zij behoeft de goedkeuring van het Provinciaal Kerkbestuur cp voordracht van het Classicaal Bestuur. Veran deringen daarin komen - op dezelfde- wijze tot stand. Op den ligger wordt vermeld: a. vrije woning met nauwkeurige opgave van kadastraal nummer en grootte, of bij gemis daarvan vergoeding b. het traktement gegeven door het Rijk, de burgerlijke Gemeente of cenige andere corpo ratie; i c. de toelage van do Gemeente; 1 y. d. emolumenten. De -inkomsten, op den ligger vermeld, bedra- gen te zamen ten minste het min im ui n - a an v angs- - traktement genoemd in hot Reglement op de pre- dikantst rak temen ten in art. 1 a en b. Bestaan do inkomsten, aan de predikantsplaats verbonden, geheel of gedeeltelijk uit. de opbrengst van pastoralia, andere goederen of rechten, waarvan het bedrag aan wisseling onderhevig is en dus niet op den ligger kan worden vermeld, dan wordt er een verklaring bijgevoegd, dat den predikant tenminste het traktement, genoemd in art. 1 a en b van het Reglement op de pre dikantstraktementen, wordt gewaarborgd. Van do bepalingen in de beide vorige alinea's kan worden afgeweken, indien de Raad van be- voor de predikantetraktementen dispensatie verleent van de bepalingen in art. la van het Reglement, op de predikantstraktemenlen en voor den tijd en tot dat bedrag waarvoor do dispen satie is gegeven. Evenzoo kan daarvan worden afgeweken, indien oen gedeelte van het traktement door derden op voldoend© wijze, naar het oordeel van hot Provinciaal Kerkbestuur, wordt gewaarborgd en de kerkvoogdij bezwaar maakt dit op den ligger to brengen." Indien deze invoeging wordt vastgesteld en dus het minimum-traktement op den ligger wordt g<* plaatst, waardoor ook de uitkeering aan den Ring in velo Gemeenten wordt verhoogd, acht de Commissie het gewenscht, dat van de hoogere traktementen oen grooter deel komt aan de kor- kokas der Gemeenten dan tot heden. Zij stelt daarom voor aan art. 27 al. 2 van het Reglement op do Vacaturen toe te voegen een tweeden zin van dezen inhoud: Bod ragen deze inkomsten meer dan f 2500, dan komt wat boven dit bedrag gaat voor een vierde deel ten vóordeele van de ringpredikanten en voor drie vierde ten voordeolo van de kerkekas der Gemeente. In bespreking komt vooreeret het voorstel tot iiziging van art- 60 Regl. vacaturen. Dr. Slotmaker de Bruine kan zich in het rap port der Syn. Commissie niet vinden, omdat hier ,'ard wordt de eigenlijke opgave van do in komsten aan de standplaats verbonden, met de opgave, welke volgens het Reglement op de pre dikantstraktementen aan den predikant wordt ver strekt. Dit wordt door den president betwist, volgens wien de officieele opgave in art. 60 Regl. vacaturen juist dient om, in overeenstemming met het Reglement op de predikantstraktementen voor den predikant een waarborg te bioden. Do hoer Tammens is van oordeel, dat de ligger evenals vroeger moet ingericht blijven. Omtrent het eventueel meerdere dat den predikant moet worden aangeboden, kan hem in een afzon derlijke opgavo zekerheid worden gegeven. Deze opvatting van den hoer Tammens wordt bestreden door den heer van Paassen, die, in aan sluiting aan het betoog van de president, herin nert" aan hetgeen de Synode van 1921 omtrent den ligger heeft uitgesproken. Toen is uitdrukke lijk gezegd, dat op eiken ligger alhans bet mini mum-traktement moet worden vermeld. Het blijkt, dat dit het gevoelen is van meerderheid. Want do wijziging van art. 60 Regl. vac,, zooals die door de Alg. Syn. voorgesteld, wordt aangenomen. Verworpen werd echter het tweede voor- etel der Syn. commissie betreffende art. 27 al. 2 Regl. vacaturen, een aangenomen een voorstel door den heer van der Grient ingediend en aldus luidende: in alinea 2 van dat artikel aan hot toe te-voegen de woorden: „echter met dien ver stande, dat het totaal bedrag, dat bij vacature aan den ring wordt uitbetaald bij een minimum- tractement van f 2500 nfet meer dan 1 1500; van f 2000 niet meer dan f 1700; van f 5000 niet meer dan f 2000. Deze bepaling wordt noodig geacht, ten einde de gemeenten in tijden van vacatures niet al ie zeer te bezwaren. De heer Flieringa heeft "onlangs behandeld een voorstel van de Claseicale vergadering van Zut- phen tot afschaffing van do schriftelijke kerkvisi tatie. In de plaats daarvan zoude moeten komen eene bepaling in art. 16 Regl. Kerkeraden, welke aan de icerkeraden oplegt jaarlijks zekere etatis- tische gegevens aan de cl. besturen to verstrekken ter verdere opzending aan de Synode. Dit voor stel wordt in strijd met de conclus commiesio van rapport verworpen. De herziening der L.O.-Wct. Het hoofdbestuur van Volksonderwijs heeft het bestuur van den Ceniralen Ouderraad te Amster dam en do hoofdbesturen van liet Nut, den Bond van Ned'orlandsche Onderwijzers, het N. O. G. en de Véreeniging van Hoofden van Scholen, uitgK noocKgd tot een samenkomst om in eerste instan tie te overleggen, op welke wijze een zoo alge-; meen mogelijke actio door heel het land te ver krijgen zal zijn om de verslechteringen van het onderwijs, indien do voorgestelde wijziging van de lager onderwijswet 1920 tot wét zoude a orden 1 verklaard, tegen te gaan. O.a. zal worden overlegd, of in deze ook sa menwerking met alle oudercommissies, politieke partijen en vakvereenigingen, dan wel ook met voorstanders van het bijzonder onderwijs, dient to worden verkregen. Ook een groote landelijke protestvergadering in Den Haag zou op het pro gramma staan. DANKLIED. Verpletterd door Uw goedheid, Heer, Komt onze ziel U danken. Gij "zijt de wijnstok en, o eer! Ons maakt Gij tot Uw ranken. In Jezus zijn wij ingeplant, Niets kan van Hem ons scheiden; Wij zijn de schapen, die Zijn hand .Op vetten grond wil weiden. Wij zijn de penning, dien Hij zocht, Het zaad, uit Hem geboren, De kinderen met Zijn bloed gekocht En door Hem uitverkoren. Barmhartig Vader, ik verstom Bij zulke gunstbewijzen, In Jezus, mijn Verlosser, kom Ik Uw ontferming prijzen. Ik kind van U! Is 't moogïijk, God! Ik, zoo bedekt met zonden, Die elke wet en elk gebod Zoo roekloos had geschonden? Mijn gansche hart zij U gewijd! Mocht steeds mijn ziel U loven! Nu hier nog in den zondenstrijd En eenmaal rein daarboven! P. HUET- Uit dc wereld der vlinders. Het i6 bekend, dat van de ruim 1700 vlinder soorten die in ons land voorkomen, de overgroot© meerderheid schemer- of nachtdieren zijn en elc-ehts een klein gedeelte overdag vliegt. Zet u maar eens neer om op to schrijven hoeveel soor ten vlinders u overdag hebt zien vliegen; u zult merken, hoe klein dit getal ie. Hoe vinden ze elkaar nu aroor de instandhou ding van do soort? Door: le het gezicht; 2e het gehoor; 3e het reukorgaan. Het gezicht komt overdag het meeste te pas; ieder kent zijn sooTtgenoQten. Toch bedriegt t gezicht wel eens; soms zitten hommels har.'ge vliegen na, die zij voor hommels aanzien, 's Avonds prof i tee ren dó glimwormen van 't licht, dat. of dè wijfjes of ö'e beide 6exen afge ven. Intusschen is 't merkwaardig, dat ook do larven al lichten, wat niet in verband met de voortplanting kan. staan. De wijfjes van de glim wormen zijn ongevleugeld. Op wanne, donkere avonden, b.v. in Juli, kan men het lichten op de zwarte aarde heel goed' waarnemen. Het gehoor doet o.a. dienst bij houtkevers, sprinkhanen en krekels. De zoo beruchte hout wormen (kevere) maken des nachts een tikkend geluid't schijnt, dat de oen de ander 'beant woordt. Bijgoloovigo, menschen, die niot weten, waar dit tikken in huis vandaan komt, zien de doodstijding van den. een of anderen bekende: vandaar-dat de kever ook wel eens „doodsklcp- pert.je" heet. Hoe sprinkhanen en krekels mus ice e- ren weet iedere buitenman. Zoo vinden ze elkaar. Het reukorgaan is, 't sterkst, en werktvooral op groote afstanden. Dit slaat vooral in verband met: le de leefwijze (nachtr of avonddier) m 2e do ongevleugcldheid en 't geringe verplaat- ei n ge vermogen der wijfjes. Een aardig voorbeeld hiervan is de witvlak vlinder. Het wijfje heeft slechts vleugelstompjes en kan dus niot vliegen. Als 't uit de cocon kruipt, blijft 't daarop ritten. De mannetjes met roestbruine vleugels waarop een witte vlek, vlie gen overdag woest rond. Al kunnen ze de wijf jes niet zien, die zitten in 6truiken en boomtm, ze vinden ze wel, want deze verspreiden een ster ke lucht. Vangt men enkele wijfjes en bergt men die op in een sigarenkistje, dat men sluit, dan komen al spoedig Vélo mannetjes er op af. Zel;s al plaatst men 't sigarenkistje voor een gesloten raam. Het reukorgaan van de mannetjes moet dus wel sterk ontwikkeld zijn. Deze proef kan men in Augustus, wanneer 't bruine vlindertjes lustig rondvliegt gemakkelijk nomen. Een andere proef is de volgende. In een labo ratorium werd tusschen 10 uur 's avonds en 6 uur 's morgens een vrouwelijke nachtpauwoug geplaatst. In dien tijd kwamen er 126 man netjes op af, die allen werden ingerekend. Dit is een goede methode om nachtvlinders te van gen. Merkwaardig is 't, hoe verschillende avond en nachtvlinders op verschillende uren vliegen; vermoedelijk worden ze dan gedirigeerd door de lichtsterkte of -zwakte wat hier 't zelfde is. Zoo vliegt b.v. de lindepijlstaart vlinder tusschen 9 en 91 uur (zonnetijd); de populierenpijlstraat komt een uurtje later op do vlakte of in de ruimte, net zooals men het noemen wil. Zoo loopt alles netjes in 't gareel. (,.Alg. Ned. Lahtib.blad.") EEN MACHTIG VORST. In ons goede vaderland regeert een machtig .Vorst. Hij zwaait zijn schepter in groote stéden en kleine dorpen. Hij regeert over aanzienlijken en geringen. Hij voert heerschabpij in de hutten der armen en in de huizingen der grooten. Doch zijn heerschappij brengt welvaart noch zegen. Hij is een trawant van Satan, den vc\»t van 't doodenxijk. Als een slaande engel waart hij rond, lichamelijk en geestelijk verderf brem gende aan de duizenden, die hem als hun heer huldigen. Hij plundert de beurzen zijner aanbidders. Hij ontneemt hun de lichaamskracht. Hij ondermijnt hun gezondheid. I-iri' Hij verlamt hun wil. ;->r Hij verstomt hun hersens. Hij steelt het brood uit den mond hunner vrouwen en kinderen. Hij ontketent de booze hartstochten. Hij ontvolkt de kerk, en bevolkt den kerker. Hij levert zijn tallooze slachtoffers aan zie kenhuizen, krankzinnigengestichten en aan s— 't eeuwig verderf. Wie tfezen koning dient, zal naar luid van Gods Woord, het koninkrijk der hemelen niet ingaan. Gij, die dit leest, vlied dezen Vorst der ver schrikking, wiens naam is Alcohol. 8 Ons Babbelhoekie. 8 I Beste Jongens en Meisjes. 'It Hob eigenlijk een beetje met jullie te doen. Zoo ongeveer allo raadsel vriendjes en vrien dinnetjes hebben vacantie, en ze hebben nat .uur- lijk allemaal gehoopt op mooi weer om udt te kunnen gaan, maar nu hebben we den eenen dag na den anderen regen. Voor velen is dat een groüte teleurstelling, en vooral voor hen die niet gewoon zijn uit te gaan. 'Gelukkig dat het weer langzamerhand wat beter schijnt te worden, zoodat er toch nog wel kans is op een paar mooi^ weken. In zulke dagen is het maar good eens naar an doren to zien. Naar Rusland b.v. waar duizende kinderen van honger en ellende sterven of naar Hongarije en Oostenrijk, waar zooveel kinderen door honger en ontbering zoo verzwakt zijn, dat ze heelemaal naar Holland gestuurd moeten worden om weer een beotjo op krachten te ko men. Als we daaraan denken dan voelen we ons hier rijk en gelukkig en dan 'decit een beetje regen ons niet al wordt daardoor welccns oen plannetje in de war gestuurd. Trouwens we moeten ook altijd voorzichtig zijn als we van slecht weer spreken. De heer lijke zonneschijn is een gave van God, maar do regen niet minder. In de groote plaatsen merkt men dat zoo niet, omdat het al heel erg droog moet worden als de waterleiding bet opgeeft. Maar dan moet je een6 op do Veluwe komen, waar na een langen tijd van droogte de pompen in plaats yan heerlijk drinkwater, vochtig zand omhoog brengen. Als liet dan heet is en stoffig en je komt thuis en er is geen wafer om jo eens lekker te ver- frisschen, dan valt het niet mee. Voor dc bccren ie het nog veel erger natuur lijk. Het land heeft daar behoefte aan veel re^ gen en als de zon dan dag in dag uit brandt en de vruchten gaan verdrogen en het land wordt zoo bruin en de koeien loeien van honger omdat ef geen voedsel is, dan ie er zorg en angst in de harten en dan kent men geen li eerlijker geluid dan het getik van d© regendroppels. Ik heb het wcleeos meegemaakt dat de pen siongasten mopperden en zelfs wel vloekten om dat het weer zoo slecht" was, maar dat de boeren God dankten omdat hot zoo heerlijk re gent!©. Als we alleen aan onszelf denken, ja, dan hebben wo al gauw reden om te mopneren en on tevreden te worden, maar als we er aan deuken dat we niet alleen op de wereld zijn en dat er heel veel dingen noodig zijn waar \yij zelf6 geen begrip van hebben, dan worden we wel beetje voorzichtig-cr. En we worden het zeker, als we er aan denken, dat alle dingen zonneschijn cn licht en voorspoed maar ook regen en donkerheid en togen spoed ons uit. Gods. Vadcihand toekomen. Jullie hebt misschien woleens gelezen het ver haaltje van den man die in een tent overnachtte en die allerUi ongelukken had, maar die altijd maar volhield: „Wat God doet is welgedaan." Hij kon dat niet altijd dadelijk zien, cn soins schoen het wel akof het niet wel gedaan was, maar 't eind was toch, dat hij begreep dat de dingen die tot zijn schade schenen te zijn, toch in zijn belang en tot rijn a-oordeel waren. Dit alles neemt echter niet weg, dat het niet altijd prettig is, ak het. in den vacantietijd re gent. Want dan moeten we ons iu huis verma ken en worden we. soms zelf lastig en maken we het anderen lastig. Vooral de moeders hebben het niet altijd gemakkelijk in den vacantietijd. Ik-Are;trouw echter, dat mifn neven cn nichtjes wel een gunstige uitzondering op den regel zullen vormen en alles zullen doen wat mogelijk is om het voor moeder en de andere huisgenooten pret* tig en gezellig te maken. Het gevolg is dan, dat e 't zelf ook gezellig hebben en dat ordanko de regen, de vacantiedagen om vliegen. Weet je wat jullie doen moest. Ak er nu eens weer een regenachtige dag is. dan moest julie eens probeeren een opstelletje te maken over de vacantie. Ik kan dan meteen eens zien of jullie je nog weet te vermaken en bovendien heb je een aardige tijdpa&seering. Jullie moet natuurlijk niet alles opschrijven wat je beleefd hebt en wat je gemist hebt, maar je moet trachten een algemeene indruk te geym. Dus niet: toen stonden we op, en toen kleed)'on ons aan, en toen gingen we ontbijten en fc.'n zouden we uitgaan, maar toen regende he» en toen bleven we in huis en toen maakten wo het moedor lastig en toen kregen we straf cu toen gingen we onvoldaan naar bed, maar tracht eens een indruk te geven. Of als je iets heel bij zonders beleefd hebt, dan mag je daar ook wel over schrijven. Dit a'oor 't geval het rogent en de verveling 't huis inkomt. Maar als 't nu mooi weer is, zoo dat j© uit kunt gaan, of, als het regent en je weet je op een andere manier te vermaken, dan neem ik het niet kwalijk als je alleen maar het raadsel dat ik straks opgeef oplost. De jongens en meisjes die in Leiden» zijn of dicht bij Leiden wonen gaan zeker weieens een keer naar de Evangelisatietent op de Lammeren- markt. Gewoonlijk is het 's avonds meer voor oudoren bedoeld, maar wat dan gezegd wordt en gezongen, kunnen kinderen toch ook heel goed begrijpen. Verschillende sprekers voeren daar het woord. Maar 't gaat altijd eigenlijk maar over één en- f derAA'erp. Het doel van 3e tentzending is name» lijk om de menschen op den Heere Jezus te wij-» zen-en hen te vertellen dat ze, alleen gelukkig s kunnen worden als ze den Heere Jezus liefhebben^ Dat is een boodschap ook voor de kinderen. Des Zaterdagsmiddags is er een samenkomst die uitsluitend voor kinderen is bestemd en ik i vertrouw, dat jullie, voorzoover daar gelegenheid voor is, er dan zult rijn. Als jullie mij de volgcndo keer schrijft, don hoor ik wel nader daarvan. Briefjes kreeg ik niet voel, dit keer, wat me t niet verwonderde, omdat ik dip arorige week Heen maar ©en verhaaltje gaf. Daar is nog een eigenaardige geschiedenis aaa 1 verbonden. Een tijd geleden kreeg ik een oud» krant in handen en daar las ik dat verhaaltje in. Wacht dacht ik, dat kon ik weieens aan de nicht- jee en neefjes over vertellen, wat ik do vorige' weck dan ook deed. Maar nu kreeg ik vanmorgen een brief van ©on mijnheer uit Amsterdam, do redacteur van het Protcstantsch Christelijk Schippersblad, en dio schroef me, dat ik dat niet had mogen oA'crnc-» men., omdat het eigenlijk een verhaaltje van dat blad was. En nu ik het toch gedaan had, zoo eeln<eef hij mij, moest ik er voor betalen. Zoo zie jo jongelui, hoe gemakkelijk men in- moeDiikheden kan komen. Ik wist niet een6 dati er een Schippersblad beslond en nog* minder dat' dit verhaaltje daarin gestaan had en toch zegt die mijnheer: Jo bent er bij! Majyr er is ook een mooie kant aan dit zaakje. Uit dit briefj© blijkt me toch, dat dio redactie daar in Amsterdam do Nieuwe Lsidscho Cou- rant leest, en dat zo het zelfs do moeite waard1'! acht, in ons Babbelhockjo te neuzen. Dat is een heel© eer voor ons. vindt jo niot jongelui? Ik ben or tenminsto wat trots op. Maar van die briefjes gesproken ik zal zo de volgende week tegelijk met do anderen maar t even beantwoorden. Alleen wil ik nu al enkl-1® vriendjes, en vriendinnetjes die me een ansicht stuurden, daarvoor bedanken. Hier volgen nu weer een paar raadsels. - Voor do grooteren: 7 4 26 20 36 32 30 is een stadjp in Noord-»'/; Holland. Een 3 12 23 is een zuid-vrucht. j 'c 14 20 29 15 11 is een aorpje in de duinen. j Bij elke legerplaats vindt men een -5 26 27 8 9 33 21. Op 31 Augustus Avaait overal d©. oranie 19 S i 25 33. In vele dorpen wordt nog met den 34 22 24 r 10 27 18 12 36 gerekend. De 2S 16 35 31 1 vermaakt zich 't liefst v* - 't strand of op do duinen. Een 13 29 1t 17 2» 20 is een vogel. Voor de jongeren: Het geheel bestaat uit 14 letters/ 1 6 6 2 is een vrucht. 10 3 67 is een meisjesnaam. 1 9 11 10 iseen dier. 8 12 4 is eén jongensnaam. 1 14 13 gebruikt moeder in de keuken. Op school krijgen wij 10 6 5. Ik zal het bierbij nu laten. Op een a dere plaats in dit blad vinden jullie oen klein ver* haaltje en daarom mag ik hot niet te lang ma* ken. Hartelijke groeten, Oom FELIX. Voor de Jeugd. KAPITEIN OUDROEST. (Vrij naar liet Franseh). I. Bij do geheimzinnige verdwijning van twee kippen hoorde ik voor 't eerst van (bovengenoemd persoon spreken. Op zekeren morgen ging ik door een mauw straatje, dat op de Theems uitloopt, •toen mijn aandacht getrokken werd door •een samenscholing van menschen, die re deneerden met een levendigheid en druk te, zooals de bewoners van deze achter buurten gewend zijn. Wat is er toch gaande? vroeg ik. Niet veel bijzonders, mijnheer 1 ant woordde me één uit do menigte. Jim Bur- ges maakt zoo'n drukte, omdat hij be weert, dat men twee kippen van hem ge- (sLolen heefL. Wat? Zou iemand den moed hebben den braven Jim kwaad te doen? Ziet u, mijnheer! ik voor mij geloof aiicl, dat het iemand uit onze wijk is. Maar al was het zoo, dan zou Jim het recht toch •wel hebben boos te worden, want hij zelf •zou zijn naaste geen speld ontnemen. T-q^a ik bij 't huis van Jim kwam, •hoorde ik hern heftig uitroepen: Als •ik wist, wie aiijn" kippen gestolen heeft, ik zou hem, zoo zeker als mijn naam Jim is, den hals omdraaien, gelijk hij het dien armen beesten gedaan heeft. En als het nu nog maar gewone kippen waren; maar 'k heb zo met eigen hand gevoederd, en nu gaat die sc-hurk er van smullenDat doet mijn bloed koken. Als ik dien schelm •kan krijgenIk zal 't hem dubbel betaald •zetten I Jim hi^ld even op, om adem te halen, «loog niet zijn vuist tegen de deur en ging •voort op zaehteren toon: Ik ben niet Tijk, ziet u; door het stelen mijner kippen Iben ik 5 shillings armer geworden, maar •ik zou er graag 5 bij geven, om te weten wie 't ge daan heeft. Niet om hem te •doen straffen door den rechter, neen ze ker niet, maar alleen" om 't genoegen te 'hebben, mijn arme kippen uit do handen <van den dief te halen! Op dat oogenblik kwam er een vrouw •van d© markt langs met een mand aan 'den arm. Wat is dat voor. een drukte? vroeg •zij op haar beurt. Men heeft do twee 'mooiste kippen van Jini gestolen, ant woordden en dozijn stemmen tegelijk. 'Dc vrouw trok de schouders op. Dat verwondert mij niet, zeide ze, ik" heb van morgen - kapitein Oudroest hier zien rondzwerven. Ik zei tegen me «zelfeer 't avond is zat zich weer iemand te beklagen hebben. Met verslagen gezicht stak Jim de han- «den in zijn zakken en ging naar binnen, terwijl hij de deur achter zic-li dicht sloeg. De menigte ging uiteen. Zij hield •nu het geval voor afgeloopen. i Maar zoo was 't niet voor mij. Ik sprak ■een ketellapper aan niet een opgeruimd gelaat, die een van mijn oude kennissen uit die buurt was. Wie is die kapitein Oudroest? vroeg •ik. Wat! riep hij verwonderd uit, kent ge kapitein Oudroest niet? En gij komt hier zoo dikwijls! Ja, 'k weet het toch niet. Wie hij is, zal ik u niet zeggen,- om- 'dat ik er niets van weet, antwoordde dï 'ketellapper. Wat hij is? Niet veel bijzonders. In •alle gevallen van dat slag menschen, waar =op dc kippen 't niet zeer begrepen heb ben. Als hij nog geen volleerde gauwdief is, •zal hij het .eker worden. Ge zult zien, dat hij vroee of laa'. aar. 't gerecht \>crk zal geven, en mis l i' n pser maal in de ge vangenis gmc'.'i .v| ij 't ons nog •lastiger maken. Maar goed, wat is hij dan van be roep? Wel mijnheer, hij verzamelt oud 'ijzer langs den kant der rivier. Oud ijzer! Ik wist niet, zei ik glim lachende, dat de rivier op hare oevers •oud ijzer achterliet. O kijk, hernam de ketellapper op «zijn beurt lachende, als ik zeg oud ijzer, 'dan versla ik daaronder alles wal men kan vinden langs de Theems, bij d% fa brieken en scheepstimxncrAverven: ver- roes/- spijkers, stukken touw, vodden, •zonder te spreken van kippen, konijnen •en duiven, dio hij meepakt, als hij ze bij ■toeval op zijn weg ontmoet. En dat verkoopt hij allemaal? Helaas! ja mijnheer, iederen avond verkoopt hij zijn buit en daar leeft hij Van. Mijn nieuwsgierigheid was voldaah; wij waren op een plek gekomen, waar onze wegen uit elkander liepen, en ik nam afscheid van den ketellapper. Gedurende verscheidene maanden hoor •de ik niet meer van den kapitein spreken; 'ik had hem bijna al vergeten, toen zijn naam werd uitgesproken bij een zaak, die «mij persoonlik b-'eng inboezemde. Wij hadden *:- buurt pas een «ehool gesticht voor havelooze kinderen. Teen zij geopend werd, kwamen ons df 1 ■ontstelde buren waarschuwen, dat. er ru- nvGfr zou komen, want kapd'ein Q-: iroest ■keek de school met een boos oog aan ei> Kei ronduit, dat hij van plan was. iedei die op onze banken kwam zitten, geducht •te plagen. Yan den eersten avond af hadden er a<l-« 'lerlei wanordelijkheden plaal6. De ruiten werden ingesmeten, de deur half inge- trapt. t Was in één woord verschrikke lijk. Of «lit* nu op aanstoken van kapitein Oudroest kwam, weet ik niet. Maar onze jor.gslo leerlingen werden niet sleencn ge gooiU en durfden niot buiten of binnen gaan. Wo haalden een agent van politie,, en nu was 't uiL Maar er kon iederert- ■avond geen politieagent konicn. Eens op een avond, dat ik op mijn beurt do school bestuurde, was de aanval •geweldiger geweest dan ooit: toen ik, •slecht in mijn humeur, wegging, kwam één onzer scholieren huiten adem terug-* •loopen, en riep: Ze hebben hem gevan gen, mijnheer! de^ oude Ben Tylor heeft •hem gepakt. Hij geeft hem wat hij ver-* •diend heeft. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 7