H. SIMONIS
GEMEENTELIJKE AANKONDIGINGEN
Gemeentelijke Vischverkeop.
'Aan den gemeentelijken Vischwinkel,
Vaschm&rkt 18 (tel. 1225) is Dinsdag ver-
feriigbaar SCHELVISCH a 0.12 SCHOL
0.1G per pond.
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
Leiden, 7 Augustus 1922.
AFSLUITING VERKEER MAREBRUG.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeens kennis, dat de
Marebrug op Dinsdag 8 Augustus a.s. in
verband met het verrichten van herstek
Kngen aan die brug, voor alle verkeer
zijn afgesloten.
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN 8TRTJEN, Secretaris.
Leiden, 7 Augustus 1922.
AGENDA.
Dagelijks:
Van 620 Augustus Samenkomsten in
-de Evangelisatietent des mfddags te 3 en
des avonde te 8 nur.
Zaterdagmiddag te 3 nur Kindersamen
komst.
lederen Woensdagavond van 7K 8M
uur. Rechtskundig Bureau Chr. Best.
Bond, Steenschnnr 15.
Apothekers die tot en met Zondag op
Maandagmorgen eiken nacht en des Zon
dags geopend zijn?
P. du Croix, Rapenburg 9, Tel. 807.
Herdingh en Blanken, Hoogewoerd
171, Tel. 502.
De apotheek van het Ziekenfonds tot
Hulp der Menschheid is steeds geopend,
doch alleen voor leden van dit fonds.
voordeelen, welke andere daaruit zouden
voortvloeien.
4o. De uitvoering van de Fransch-Duit
echo overeenkomst te Baden-Baden in za
ke de teruggave van de meubelen, welke
door Duitsche eigenaars in Elzas-Lotha-
ringen ziin achtergelaten, wordt geschorst
5o. De betreffende eigendommen in El-
Jzaa-Lotharnigen zullen onmiddellijk on
der requester worden gesteld.
Engeland en de Duitsche schulden.
Omtrent de Engelsche plannen voor de
Londensche conferentie wordt gemeld da
Llovd George het plan hebben zou aan
Puiwhland een eerste moratorium tot
eind 1922 toe te staan, zonder cenige voor
waarde. De geallieerden zouden dan ver
der overleg moeten plegen over de voor
waarden van het moratorium voce de ja
ren 1923 en 1924, volgens hetwelk hoog
stens een derde zou behoeven te worden,
betaald van hetgeen is bepaald bij den
staat der betalingen van 1921. Deze voor
stellen had Lloyd George door de Com
missie van Herstel aangenomen willen
zien vóór de bijeenkomst van Londen.
Nu dat niet mogelijk is gebleken, zal hij er
waarschijnlijk heden mee komen. Het is,
gegeven de stemming, die hier bestaat,
niet twijfelachtig dat Poinearé beginnen
zal ze af te wijzen, omdat hij van geen
enkel moratorium zonder nieuwe waar
borgen weten wil.
De laatste dagen van de Tsarina.
Na de brieven van wijlen de Russische
Tsarina geeft de „Times" thans een aan
tal fragmenten uit het dagboek weer, dat
do Tsarina schreef in do laatste zes weken
van haar leven in do gevangenschap te
Jekatrinenburg waarheen de keizerlijke
familie uit Tobolsk was overgebracht, en
waar ze nog zes weken vertoefde, vo o r-
dafc ze op zoo gruwelijke wijze werd ver
moord.
Wij ontkenen daaraan het volgende:
Op 13 Mei noteerde do Tsarina, dat ze
voor het eerst in haar leven de haren van
den Tsaar had geknipt. Op 7 Juni kon ze
een bad nemen, maar het water moest, uit
de keuken naar boven worden gebracht.
Ze schrijft al die dingen neer als koude
feiten en zonder een woord van zelfbe
klag. Maar ze vermeldt met bitterheid, dat
haar de troost van den godsdienst vterd
onthouden, en ze is dolblij, wanneer ten
langen lests een oude priester de mis mag
komen lezen, heel eenvoudig aan de tafel
in hun eetkamer, die getooid is met berke-
takfcen en heilige afbeeldingen.
Den lOen Mei kwam de Tsarewitj, en
daarmee hield de ergste angst van de Tsa
rina op. Ze zat er echter nog over in, waar
Olga en Tajana bleven; die kwamen pas
later.
Eentonig gleed het leven voort. De da-
mee naaiden, de Tsaar las haar voor en
zat 6oms in d,en tuin. Feestdagen gingen
nauwelijks opgemerkt voorbij; gevierd
werden ze heelemaal niet. Op 24 Mei
schrijft de Tsarina: „vandaag is mijn
verjaardag"; op 31 Mei: „de feestdag
van mijn eigen regiment landers". In den
middag van den 31en verscheen Abdief
(de Sovjet-agent) en beval hun, hun boel
tje te pakkcu, want ieder oogenblik kon
men vertrekken. Ze gehoorzaamden, maar
later kwam een tegenorder, en weldra
werd hun meegedeeld, dat ze zouden blij
ven waar ze waren. Een oogenblik geven
de notities der Tsarina blijk van vreügde
over de op komst zijnde verandering;
daarna zijn ze weer neerslachtig, daar de
kans daarop geweken is.
Den 15en Juni vermeldt do Tsarina,
dat zij zich niet goed gevoelt. Het is haar
oude hartkwaal, die haar prikkelbaar
maakt, doordien ze niet behoorlijk kan
slapen. Den volgenden dag wordt haar tot
haar verdriet meegedeeld, dat de gods
dienstoefeningen zullen ophouden. Abdief
is vervangen door een ander, die ruw is
en van onaangenaam karakter, in groofe
tegenstelling tot zijn assistent, een be
leefd en net mensch. j
Door deze beide mannen wordt een in- I
jentarjs gejnaakt van alle ju woelen der
keizerlijke familie, en deze worden baar
vervolgens afgenomen. De Tsarina mag
twee armbanden houden, de kinderen ieder
een armband, dien zo van hun ouders
hebben gekregen. Ook behoudt de Tsarina
den verlovingsring, dien de Tsaar haar
heeft gegeven; dien kan men nl. niet van
haar vinger afkrijgen. De juweelen wor
den in een kistje geborgen, dat vervolgens
wordt verzegeld. Ook de sleutels van hun
bagage worden weggenomen, maar met
de belofte, dat ze die zouden terugkrij
gen.
Nadat de juweelen waren weggenomen,
trok de Tsarina zich in haar komer terug.
Zo was bitter bedroefd, en haar hart deed
haar pijn als nooit te voren. Weldra was
zij zoo ziek, dat ze het bed moest hou
den. Af en toe hoorde zij de andere troe
pen voorbijtrekken, en eens vernamen ze
'e nachts revolverschoten. De Tsarina lag
meestentijds te bed en las den Bijbel of
andere heilige geschriften.
Teen kwam de 3e Juli. Een grauwe
morgen, later zonneschijn. „Baby" had
een lichte kou gevat. Allen gingen 's mor
gens een half nur wandelen. Tatjana las
de Tsarina en Olga uit de Profeten voor?
Zij en de Tsarina naaiden. Het avondeten.
Opeens wordt hun adjudant Levka Sed-
nief weggehaald, bij mag „zijn oom gaan
opzoeken". Allen vreezen dat ze den jon
geman niet- meer zullen zien. Het dagboek
zegt „Met Nicolaas besique gespeeld. Om
halftien naar bed."
Dat is het einde van het dagboek. Kort
na middernacht, drongen Joerowski, Ni-
koelin en de wacht binnen, en bevalen den
gevangenen hen te velgen. Ze gingen hun
lot tegemoet; men weet op hoe vreeselijke
wijze zij het ondergingen.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Aangenomen. Naar Leerdam: S. C. Groe
ne veld te Zuilichcm.
Bedankt. Voor LinechotenS. O. Groeno-
vold to Zuilichem.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te VlieringenT. L. Kroes te
Workum en A. G. Wolf te Loencn-Vreeland.
Bedankt. Voor Oostarend op Texel en
Grijpskerke (Z.): D. Scheele te Geesteren.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Alphen aan den Rijn: D.
Dries sen te 's Gravenzande.
AJg. Synode Ned. Hcrv. Kerk.
Zestiende zitting.
Prof. van Veldhoizen brengt ter tafel de eind
redactie van art. 7 van het reglement op bet
examen.
Prof. Slotemaker de Bruine de eindredactie
van art. 4 van het reglement op het godsdienst
onderwijs en van art. 14 van het reglement op de
vacaturen.
De heer Picard brengt rapport uit over een
verzoek van de classicale vergadering van Briolle
om maatregelen te nemen, waardoor aan do rech
ten van minderheden wordt tegemoet gekomen en
over het ingediend rapport van db commisrie ter
overweging van eone oplossing van het vraagstuk
der minderheden door do verwerping van bet
reglement op do filiaal gemeenten aan de orde
gesteld. De conclusie van het rapport is om het
voorstel van de classicale vergadering van Briel-
le ter zijde te leggen omdat voorstellen met be
trekking tot „rechten der minderheden" ter tafel
liggen.
De commissie voor die zaak stelt voor: a. Een
schrijven te richten tot de kerkera«len, waarin
deze worden uitgenoodigd de kerkelijke admini
stratie hunner gem. te verzoeken bij het even
tueel heffen van een hoofdelijken omslag een lid
vrij te stellen tot dat bedrag, dat bij kan aan-
tooncn bij te dragen in dezelfde gom. aan eene
andero corporatie tot bevrediging van, zijn gods
dienstige behoeften;
b. Eene wijziging van art. 40 van het regle
ment op het godsdienstonderwijs ora te trachten
de moeilijkheden waartoo het thans aanleiding
geeft, buiten te sluiten. .Het voorste! onder a.
wordt aangenomen, dat onder b verworpen.
De heer Stoel rapporteert over een voorstel
van den heer A. de Haan om art. 4 van het re
e-ment op het oxamen zoo te wijzigen, dat er in
jptembor door de Provinciale Kerkbesturen
geen examen behoeft te worden afgenomen. De
commissie van rapport stelt voor dit af te wijzen,
waartoe wordt besloten.
De heer Phaff brengt rapport tut over een
voorstel van do classicale vergadering van Tiel
om art. 32 Yan bet reglement op de vacaturen,
in dien zin to wijzigen, dat een pridikant, indien
bij om wettige redenen, ter bcoordeeling van bo?
classicaal bestuur, zijno vacaturebourt niet kan
vervullen, zijn aandeel in de vacaturegelden
niet behoeft af te staan en geen boete meer be
hoeft te betalen.
De conclusie van het rapport strekt tot aan
neming, waarmede de vergadering zich ver-
eenigt.
De heer Flieringa rapporteert over een ver
zoek van do classical© vergadering van Zutfen
orn do geheel© schriftelijk© kerkvisitatie af te
schaffen. Hot rapport wordt ter inzage gelegd.
De heer Franck brengt rapport uit over een
voorstel van den heer Pieper om 13 artikelen
toe te voegen aan het reglement op de erken-*
ning van nieuwe gemeenten,, waardoor tijde
lijke combinatie van gemeenten mogelijk wordt.
Do conclusie van hot rapport i3 afwijzend.
De conclusie wordt aangenomen.
Do heer de Haan rapporteert over een voor
stel van de classicale vergadering -van Amster
dam tot wijziging van art. 3* van het alge
meen reglement en een artikel van het regle
ment voor de kerkeraden. Het rapport wordt
ter inzage gelegd.
Eveneens rapporteert hij over een voorstel
van de classicaio vergadering van Haarlem tot
wijziging van art. 14, 7o van het reglement op
de kerkeraden zoodat men do attestatie kan
nazenden aan iomand, die vertrokken is. Do
conclusie strekt tot afwijzing; zij wordt aange
nomen.
De heer Tromp brengt rapport uit over een
verzoek van de classicaio vergadering van
Brello dat de Synode maatregelen neme opdat
predikanten lid van den gemeenteraad kunnen
worden. Do conclusie van bet rapport is, daarop
niet in te gaan, omdat pogingen daartoe van
andoren moeten uitgaan, althans niet van de
Ruime voorraad
Laagste prijzen
Breestraat 28 - Telefoon 1865
Synode en dat het ,om moeilijkheden in de
gemeenten te voorkomen, niet wenschelijk is,
Do conclusie wordt aangenomen.
Daarop sluit de president met dankgebed nc
zitting.
Eenvoudig procken.
In de Vrijzinnige Hervorming dringt prof. L.
Knappert aan op eenvoudig preek en. Hij waar-
echuwt allereerst tegen het gebruik Yan vreemde
woorden en geleerd© t«rmen, en pleit dan Voor
soberheid van aanhaling.
vLozenk inr zich opnemen, verwerken, laten
bezinken, dat zal den geest van den prediker
verrijken en stellig ook aan zijn proeken in
houd cn vastigheid geven. Maar dit is gansch
wat andere dan het kwaad, dat onder ons ge
schiedt. Ik boor aanhalingen, ja, ook van Goethe,
Shakspearo of Dante, bij geval ook uit Vondel.
CampTmyzcn of Jan Luyken, maar meestal uit
moderne schrijvers, die in de mode zijn.
Enkele jaren geleden was dat Ibsen, en het
misbruik werd zoo ontzettend, dat ik in procf-
pneeken zijn naam en werk verbieden moest.
Nu hebben wij de groote Russen, laatstelijk ook
Tag© re, vermoedelijk ook S&dhoe Socndar Singh,
af en toe Nietzsche en dan de Hollanders, vooral
Adama van Schel tem a en mevrouw Poland Holst.
Wij zondigen allen in voel, maar dit is toch
stellig uit den booze. Het is een zich vergrijpen
aan de gemeente èn aan zichzelven. Want die
hoorders, zoo als zij in den regel zijn, begrijpen
niets van wat Nietzsche zegt over het „Jeneeits"
of van een lange aanhaling uit de Kreuzer-So-
r.ate. Zij twijfelen niet, of dominee is weer goed
cp streek en laten voorts den stroom berustend
over hunne hoofden heengaan.
En zij, die er wel wat van begrijpen, werden
kortweg tureluursch onder dat eeuwige: „of met
de woorden van Braadt bij Ibsen", „zooala ik
onlangs nog in bet. Nachtasyl van Gorky laa",
„denkt aan de roerende verzen van den grooten
Indischen zanger". Ook 6chijnt het wel van des
sprekers rijkdom te gewagenwezenlijk ia het
een getuigschrift van armoede".
40-JARIGE AMBTSVERVULLING
VAN DS. T. H. WOUDSTRA.
TE LEIDERDORP.
In het geheel gevulde vriendelijke Kerk
gebouw mocht gisterenmorgen D 6. T. H
W oudetra, predikant bij de Geref.
Kerk te Leiderdorp het feit zijner 40-jarige
ambtebediening herdenken.
Nadat de prediker den kaneel heeft be
klommen, de gemeente gezongen heeft Ps.
•89:1, gelezen is Pe. 103:18 en Ds.
Woudetra ie voorgegaan in gebed, richt
Z.Eerw. het woord tot de gemeente.
Geliefde Broeders en Zusters!
Het. was op Zondag 6 Augustus 1882,
dat ik tot mijn dienstwerk als dienaar
des Woords werd ingeleid.
De bevestiger' had, in die voor mij on
vergetelijke ure, tot tekst gekozen Jee.
52:7.
„Hoe liefelijk zijn op de bergen de
voeten desgenen, die het goede bood
schapt, die den vrede doet hoeren; des
genen die goede boodschap brengt van
het goede, die -heal doet hooren; des
genen, die tot Sion zegt: Uw God is
Koning 1"
Hoe vermenigvuldigden zich de gedach
ten in mij, toen ik aan den voet van den
kaneel hot: Ja ik van g a n s ch e r
harte! voor God en Zijn gemeente
mocht uitspreken en ik den vurig begeer
den wensch mijne harten mocht verkrij
gen.
Dos middags mocht ik mij aan mijn ge
meente verbinden met de woorden ont
leend aan Hand. 10:33:
„Wij zijn dan allen nu hier tegen
woordig voor God, om te hooren al
hetgeen U van God bevolen ie.
En thans zijn 40 lange jaren voorbijge
gaan!
De jongeling van toen ie thans een man
geworden, vergrijsd in den arbeid.
Hoe mag ik thans op dezen dag als een
onwaardige dienstknecht, Gods wondere
goedheid hordenken.
Had de Heere mij gedaan naar mijn
zonden en gebreken, gewis geen 40 d a-
gen zouden mij als Evangeliedienaar ge
gund zijn.
Hoevele Bethels en Pniele staan
niet op mijn levensweg welke gewagen
van Gods goedertierenheid en trouw aan
mij, onwaardige, betoond.
Wel mag mijn hart op dezen dag uit
roepen: Loof den Heere mijne ziel, en al
wat binnenin mij is Zijnen Heiligen Naam!
Veertig jaren lang het goede te hebben
mogen boodschappen!
Mij te hebben willen gebruiken als Zijn
dienaar, om te mogen prediken, Uw God
ie Koning!
Want immers, de bode ontleent zijn be-
teekenis aan den boodschapper; het werk
tuig ontleent zijn beteekeni6 aan den
meester die het bedient.
Is er dan geen oorzaak tot danken als
40 jaar lang dofrr spr. het goede is ge
boodschapt., i6 gepredikt, Uw God is Ko
ning!
Maar evenzeer is er oorzaak tot de bede
Hoere, ga met Uwen knecht niet in het
gericht!
Indien spr.'s arbeid eeni ge beteekenie
gehad heeft, dan is die beteekenis voor
Kansel en Catechisatie geen andere ge
weest dan Godö gedachten in Zijn heilig
en dierbaar Woord te doen zien.
Dat heb is getracht, dat zoek in ook
in deze ure.
Geen andere prediking zal ik brengen
dan Jezus Christus en dien gekruisigd!
Hij, de Verrezene, moet het centrum der
prediking blijven.
Wij zouden apostelen en martelaren
kunnen oproepen yoor dit getuigenis, Zij
zouden geen onzeker geluid doen hooren.
Zij zouden niet aflaten te getuigen wat
hun oor gehoord en hun oog gezien heeft.
„Zoo dan mijne broeders, zijt standvas-
tiglijk en onbeweegelijk".
Spr. heeft voor deze gelegenheid als
tekstwoord gekozen 1 Joh. 4:4—6.
Kinderkous, gij zijt uit God, en hebt
hen overwonnen, want Hij is meerder die
in u ie, dan die in de wereld ie.
Zij zijn uit de wereld; daarom spre
ken zij uit de wereld, en de wereld
hoort hen.
Wij zijn uit God. Die God kent,
hoort on6; die uit God niet is, hoort
on6 niet. Hieruit kennen wij den geeet
der waarheid en den geest der dwaling.
De keuze van dezen tekst voor deze ge
dachtenisrede deed spr., omdat wij niet
onszelven maar Jezus Christus en dien
gekruisigd wenscheai te prediken." De pre
diking, van alleen vrede door het bloed
des kruises, mag door niets belemmerd
worden.
De Apostel stelt zich ten taak de ge-
loovigen to bepalen bij de genade
geschonken.
Hij roept, hun toe: Kinderkens, gij zijt
uit God! Zij zouden met den geest der
wereld zijn meegesleurd en met dien geest
der wereld kunnen ze geen gemeenschap
•hebben.
Het Goddelijk licht maakt een klove
tuschen de waarheid en de zonde.
Gij zijt uit God! Hierin is de zondaar
in Christus, door de genade des geloofs
een rank van den wijnstok.
De mensch der wereld staat hierbuiten;
hij is n i e t uit God.
Zonder bemanteling of verbloemen moet
dit- worden gepredikt en de vraag her
haalt zich: Zijt gij uit God?
Hoe bemoedigend voor het hart, dat
lu6t aan Gods wegen heeft, .te weten uit
God te zijn.
In hun denken en zoeken, in hun geloo-
ven en hopen, in hun streven, staan zij
lijnrecht tegenover de lieden der wereld.
De Apostel roept hen toe dat zij de
wereld overwonnen hebben. Waardoor?
Door het geloof. Ons geloof overwint
de wereld. Voor den natuurlijken mensch
der wereld is dat een raadsel, dat het ge
loof de wereld overwint. Het, is Christus
die door het geloof overwint. Hebt goeden
moed, Ik heb de wereld overwonnen.
De strijd is nog wel niet volstreden, de
zwaarden zijn nog niet tot spaden gesla
gen. Straks zal, in den dag der toekomst
de groote triumph behaald worden, maar
reeds nu laat de Heilige Geest gevoelen
dat hun overwinning absoluut een vol
dongen feit is.
„Want Hij is meerder die in u ie, dan
die in de wereld is."
Uw heil ligt gewaarborgd in Christus.
De Apostel teekent in het tekstwoord
de tegenstelling van den geest die uit God
ie en den geest die uit de wereld i6.
Zij zijn uit de wereld, zegt Johannes,
en bedoelt hiermede de natuurlijke men-
schen. -
Hij gebruikt hier het woord wereld in
den on guns ti gen zin. Wereld, wereldsch
mensch, ie dus naar de Schrift.
Christus zegt, dat hij voor de wereld
niet bidt. En de apostel vermaant dat wij
der wereld niet gelijkvormig zullen wor
den, en in de Psalmen wordt gesproken
van „de lieden der wereld, wier deel in
dit loven is".
Wie zijn dit, de lieden der wereld?
Zij zijn het die God niet vreezen!
De wortel van hun leven komt op uit
de wereld en is mitsdien satanisch.
Zij bedenken de aardsche en zoeken niet
de eeuwige dingen. Daarom spreken zij
ook uit de wereld, hun spraak maakt
hen openbaar. En bij dit spreken zijn geen
grenzen. Het gaat van kwaad tot erger.
De booze smetstof ligt in eigen hart
opgetast. De invloed der wereld is mach
tig. En de wereld hoort hen!
Het Evangelie ie niet uit den mensch!
Het gaat. juist, tegen dat spreken der
wereld in. Het is het oproeien tegen den
stroom.
In al die jaren welke spr. het Woord
heeft mogen verkondigen heeft hij zich
tegen datspreken der wereld ge
steld en tot dat heerlijk werk heeft God
hem willen gebruiken.
De toejuiching der meaischen heeft hij
hierbij nooit gezocht en hij begeert die
ook thans niet.
Van pralende ootmoed, die in den grond
der zaak vaak hoogmoed is, is hii steeds
afkeerig geweest.
God weet, dat ik getrouw heb willen
zijn! Hij heeft mij gezien in de binnen
kamer en op dezen dag durf ik door Gods
genade in dit bedehuis mijn oog nog tot
God richten.
Hij wast het, dio mij riep tot de bedie
ning Zijns Woords, om te prediken zonde
genade, dood en leven.
Hoe spr. die taak volbracht heeft?
De wetenschap dat hij aan 's Vaders
rechterhand een Barmhartig Hoogepries-
ter heeft, die over al zijn tekortkomingen,
verzoening zal doen, is hem tot rijken
troost.
Ook voor alles waarin hij tekort schoot
tegenover de broeders en zustere, betuigd
spr. zijn leedwezen.
Dit te doen valt hem niet moeilijk.
Wij zijn uit God. Die God kent, hoort
ons. Daar is tweeërlei woord, het woord
der wereld en het Woord Gods.
Do eersten hebben de natuurlijke ge
aardheid. De anderen hebben de consciën-
tie.
De eerste beschikken over krachtige
■hulpmidclen en zijn bandelooe.
De anderen zijn gebonden aan Zijn or
dinantiën en steunen op de eeuwige Waar
heid Gods.
De eersten zullen niet kunnen verhin
deren dat de laatsten bezitters zullen zijn
van alle Koninkrijken der wereld, waarin
Christus heerschen zal. Hierin gemeente,
zijt gij opgevoed!
Met wien wilt ge gaan, met de eersten
of de laatsten?
Die uit God geboren is, die hoort ons,
die moet het met, ons eens zijn.
Maar die uit God niet is, en die zich
zelf lief heeft, dien boeit het Woord niet'.
Wie God kent laat zich door de pre
diking leiden, maar wie God niet kent,
die houdt daar niet van al onderwerpt hij
zich geveinsdelijk.
Veertig jaren lang heb ik deze tegen
stelling, Christus en wereld, Genade en'
Zonde, mogen prediken en ik begeer niet
anders te doen.
Tot dat werk mocht ik geschraagd en
gesterkt worden door den goeden steun
van mijn Echtgenoote en door die van
mijn kinderen, die den band aan het Woord
gevoelende mijn taak hebben vergemak
kelijkt.
Bij dezen mijlpaal stilstaande gedenk ik
het vele goede dat ik en mijn gezin in Uw
midden mochten genieten en ik houd mij
overtuigd dat velen Uwer met mij en mijn
huis dezen dag meeleven.
De zorgen en moeiten zijn ons, vooral in
de laatste jaren, niet gespaard gebleven,
maar de goedertierenheden des Heeren
hebben het gewonnen.
Hoe lang mijn hand de herdersstaf nog
zal omklemmen, weet ik niet! De avond
is aan 't dalen.
Bid voor ons gemeente, opdat het ons
gegeven zij, de onnaspeurlijke rijkdom
van Christus te prediken en Uw honger
te stillen aan Jezus' disch.
Do broeders ambsdragers dank ik voor
den steun en de toewijding,, die ik van hen
ontvangen mocht, en die meegewerkt heb
ben mijn taak met verheuging en blijd
schap te mogen volbrengen.
Ook do broeders die de stoffelijke belan
gen der gemeente behartigen, zeg ik dank
en beveel mij in hun broederlijke genegen
heid aan.
Aan bet hoofd der Chr. SehoqJ brengt;
Spr. dank voar den broederlijken omgang
en ondervonden liefde. Stelle de Heere U
nog tot in lengte van jaren tot een zegen
voor de kinderen der gemeente.
Ook richt Spr. een woord van dank tot
Dr. de Bruynd! Op dezen dag gedenken wij
met grooten dank Uw toewijding en tee-
dere zorg aan ons betoond in dagen van
krankheid.
Naast God, hooggeachte dokter, heb ik
aan U te danken, dat ik dit 40-jari&
ambtsjubileum herdenken mag.
God spare onzen dokter, tot in leng
te van dagen.
Ten slotte gemeente, 't was mij een
voorrecht in dit stille bedehuis de Genade
Gods te herdenken. Als medearbeider van
Christus heb ik U het Woord Gods rao-
tgen verkondigen, den vollen raad Gods!
Zonder .Christue is er geen troost in le
ven en 6terven.
Zegge ook Uw ziel hierop geloovig,
Amen!
Gij zult, wanneer Christus straks komt,
om gericht te houden, de triumph der
Waarheid aanschouwen, en alleen vrije
genade zal Uw vonnis zijn. Amen.
Hierop rijst de ^gemeente van haar zit
plaatsen op en zingt haar grijzen maar
nog krachtigen leeraar do zegenbede uit
Psalm 134 toe, waarna de prediker voor
gaat in dankzegging aan den Heere.
Als slotzang werd gezongen Psalm
72:13.
Gemeenteraad Boskoop.
Vergadering van den Gemeenteraad van Vrij-i
dag 4 Augustus.
Voorzitter de lieer W. P. J. Duval Slothouwer
burgemeester.
Afwezig de beeren J. van Gelderen en P. E.
G. Loef.
Do Voorzitter opent de vergadering.
Aan do orde is het voorstel van B. ca W. om
te besluiten het aangevraagde voorschot ten be-*
hoeve van den bouw van 22 arbeiderswoningen
to aanvaarden. Hierover is voor de opening der
vergadering met den Inspecteur voor de Volks
gezondheid den heer W. van Boven een bcsp/e-
In verband met het voorstel leest cU Voor z.
een schrijven van den Minister van \rbeid voor,
waarin deze er op aandringt, dat de Raad zijne
medewerking zal verleenen, opdat de bouw der
woningen tot 6tand zal komen.
De hoer van Kleef drukt zijn spijt uit, dat
thans twee leden afwezig zijn. Hij stelt dan ook
voor om d© behandeling van bet voorstel tot een
■ndo vergadering, welke vermoedelijk reeds
de volgende week zal worden geboudm, uil te
stellen.
De Vo o t ft. deelt mede, dat deze vergadering
thans'belegd is, omdat in de vorige vergadering
beloofd is, dat spoedig vergaderd zou worden.
Bovendien was do verwachting er, dat de wet
houder van Gelderen reeds terug zou zijn.
De heer V e r k a d e zegt, dat hij eerst voor
mens was om op dez© vergadering niet to ko
men. Spr. zal, zooals hij beloofd hoeft in do vo
rige vergadering, verder niet meer aan de dis
cussies deelnemen, en ook wanneer mocht gestemd
worden over uitstel, schorsing, enz. zal bij niet
aan de stemming deelnemen, doch do vergadering
verlaten.
Do heer Noest sluit zich bij het gesprokene
aan.
In stemming komt het voorstel van den heer
van Kleef om do zaak aan te houden tot een
volgende vergadering, welk voorstel wordt onder
steund door den heer J. Sprnijt.
Dit voorstel in stemming gebracht wordt ver#
worpen.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen
mot 6 tegen 3 stemmen.
tegen de heeren W. C. van Kleef, J. Spruijt
en C. J. van den Broek.
Bij de rondvraag verzc-ekt de heer Guide*
0 n d, waar nu do woningbouw doorgaat, in de
eerstvolgende vergadering met voorstellen te ko
men omtrent de vernieuwing van bet gasbuizen-
Det en de voorziening van licht van de Puttckade.
Do heor Boekraad informeert, waarom
thans eens in do twee maanden de gasmeters
worden opgenomen.
De V o o r z. deelt hierop mede, dat het hier
een proefmaatregel betreft, dio genomen ia uit
een oogpunt van bezuiniging.
Voorts zegt de heer Boekraad vernomen te
hebben, dat het huisje van den brugwachter nu
de brugwachter Laron vertrekt niet meer voor
bewoning zal worden gebezigd. Spr. zou willen
voorstellen het huisje toch nog als woning te
laten gebruiken.
De V 0 o r z. deelt mede, dat hieromtrent geen©
beslissing ie genomen.
Wethouder J o n g e j a n meent er nog op te
moeten wijzen, dat, waar do heer Guldemond
vraagt om een kostenberekening van de verniem