H. SIMONIS GEMEENTELIJKE AANKONDIGINGEN Gemeentelijke Vischverkeop. 'Aan den gemeentelijken Vischwinkel, Vaschm&rkt 18 (tel. 1225) is Dinsdag ver- feriigbaar SCHELVISCH a 0.12 SCHOL 0.1G per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 7 Augustus 1922. AFSLUITING VERKEER MAREBRUG. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeens kennis, dat de Marebrug op Dinsdag 8 Augustus a.s. in verband met het verrichten van herstek Kngen aan die brug, voor alle verkeer zijn afgesloten. N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN 8TRTJEN, Secretaris. Leiden, 7 Augustus 1922. AGENDA. Dagelijks: Van 620 Augustus Samenkomsten in -de Evangelisatietent des mfddags te 3 en des avonde te 8 nur. Zaterdagmiddag te 3 nur Kindersamen komst. lederen Woensdagavond van 7K 8M uur. Rechtskundig Bureau Chr. Best. Bond, Steenschnnr 15. Apothekers die tot en met Zondag op Maandagmorgen eiken nacht en des Zon dags geopend zijn? P. du Croix, Rapenburg 9, Tel. 807. Herdingh en Blanken, Hoogewoerd 171, Tel. 502. De apotheek van het Ziekenfonds tot Hulp der Menschheid is steeds geopend, doch alleen voor leden van dit fonds. voordeelen, welke andere daaruit zouden voortvloeien. 4o. De uitvoering van de Fransch-Duit echo overeenkomst te Baden-Baden in za ke de teruggave van de meubelen, welke door Duitsche eigenaars in Elzas-Lotha- ringen ziin achtergelaten, wordt geschorst 5o. De betreffende eigendommen in El- Jzaa-Lotharnigen zullen onmiddellijk on der requester worden gesteld. Engeland en de Duitsche schulden. Omtrent de Engelsche plannen voor de Londensche conferentie wordt gemeld da Llovd George het plan hebben zou aan Puiwhland een eerste moratorium tot eind 1922 toe te staan, zonder cenige voor waarde. De geallieerden zouden dan ver der overleg moeten plegen over de voor waarden van het moratorium voce de ja ren 1923 en 1924, volgens hetwelk hoog stens een derde zou behoeven te worden, betaald van hetgeen is bepaald bij den staat der betalingen van 1921. Deze voor stellen had Lloyd George door de Com missie van Herstel aangenomen willen zien vóór de bijeenkomst van Londen. Nu dat niet mogelijk is gebleken, zal hij er waarschijnlijk heden mee komen. Het is, gegeven de stemming, die hier bestaat, niet twijfelachtig dat Poinearé beginnen zal ze af te wijzen, omdat hij van geen enkel moratorium zonder nieuwe waar borgen weten wil. De laatste dagen van de Tsarina. Na de brieven van wijlen de Russische Tsarina geeft de „Times" thans een aan tal fragmenten uit het dagboek weer, dat do Tsarina schreef in do laatste zes weken van haar leven in do gevangenschap te Jekatrinenburg waarheen de keizerlijke familie uit Tobolsk was overgebracht, en waar ze nog zes weken vertoefde, vo o r- dafc ze op zoo gruwelijke wijze werd ver moord. Wij ontkenen daaraan het volgende: Op 13 Mei noteerde do Tsarina, dat ze voor het eerst in haar leven de haren van den Tsaar had geknipt. Op 7 Juni kon ze een bad nemen, maar het water moest, uit de keuken naar boven worden gebracht. Ze schrijft al die dingen neer als koude feiten en zonder een woord van zelfbe klag. Maar ze vermeldt met bitterheid, dat haar de troost van den godsdienst vterd onthouden, en ze is dolblij, wanneer ten langen lests een oude priester de mis mag komen lezen, heel eenvoudig aan de tafel in hun eetkamer, die getooid is met berke- takfcen en heilige afbeeldingen. Den lOen Mei kwam de Tsarewitj, en daarmee hield de ergste angst van de Tsa rina op. Ze zat er echter nog over in, waar Olga en Tajana bleven; die kwamen pas later. Eentonig gleed het leven voort. De da- mee naaiden, de Tsaar las haar voor en zat 6oms in d,en tuin. Feestdagen gingen nauwelijks opgemerkt voorbij; gevierd werden ze heelemaal niet. Op 24 Mei schrijft de Tsarina: „vandaag is mijn verjaardag"; op 31 Mei: „de feestdag van mijn eigen regiment landers". In den middag van den 31en verscheen Abdief (de Sovjet-agent) en beval hun, hun boel tje te pakkcu, want ieder oogenblik kon men vertrekken. Ze gehoorzaamden, maar later kwam een tegenorder, en weldra werd hun meegedeeld, dat ze zouden blij ven waar ze waren. Een oogenblik geven de notities der Tsarina blijk van vreügde over de op komst zijnde verandering; daarna zijn ze weer neerslachtig, daar de kans daarop geweken is. Den 15en Juni vermeldt do Tsarina, dat zij zich niet goed gevoelt. Het is haar oude hartkwaal, die haar prikkelbaar maakt, doordien ze niet behoorlijk kan slapen. Den volgenden dag wordt haar tot haar verdriet meegedeeld, dat de gods dienstoefeningen zullen ophouden. Abdief is vervangen door een ander, die ruw is en van onaangenaam karakter, in groofe tegenstelling tot zijn assistent, een be leefd en net mensch. j Door deze beide mannen wordt een in- I jentarjs gejnaakt van alle ju woelen der keizerlijke familie, en deze worden baar vervolgens afgenomen. De Tsarina mag twee armbanden houden, de kinderen ieder een armband, dien zo van hun ouders hebben gekregen. Ook behoudt de Tsarina den verlovingsring, dien de Tsaar haar heeft gegeven; dien kan men nl. niet van haar vinger afkrijgen. De juweelen wor den in een kistje geborgen, dat vervolgens wordt verzegeld. Ook de sleutels van hun bagage worden weggenomen, maar met de belofte, dat ze die zouden terugkrij gen. Nadat de juweelen waren weggenomen, trok de Tsarina zich in haar komer terug. Zo was bitter bedroefd, en haar hart deed haar pijn als nooit te voren. Weldra was zij zoo ziek, dat ze het bed moest hou den. Af en toe hoorde zij de andere troe pen voorbijtrekken, en eens vernamen ze 'e nachts revolverschoten. De Tsarina lag meestentijds te bed en las den Bijbel of andere heilige geschriften. Teen kwam de 3e Juli. Een grauwe morgen, later zonneschijn. „Baby" had een lichte kou gevat. Allen gingen 's mor gens een half nur wandelen. Tatjana las de Tsarina en Olga uit de Profeten voor? Zij en de Tsarina naaiden. Het avondeten. Opeens wordt hun adjudant Levka Sed- nief weggehaald, bij mag „zijn oom gaan opzoeken". Allen vreezen dat ze den jon geman niet- meer zullen zien. Het dagboek zegt „Met Nicolaas besique gespeeld. Om halftien naar bed." Dat is het einde van het dagboek. Kort na middernacht, drongen Joerowski, Ni- koelin en de wacht binnen, en bevalen den gevangenen hen te velgen. Ze gingen hun lot tegemoet; men weet op hoe vreeselijke wijze zij het ondergingen. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Aangenomen. Naar Leerdam: S. C. Groe ne veld te Zuilichcm. Bedankt. Voor LinechotenS. O. Groeno- vold to Zuilichem. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te VlieringenT. L. Kroes te Workum en A. G. Wolf te Loencn-Vreeland. Bedankt. Voor Oostarend op Texel en Grijpskerke (Z.): D. Scheele te Geesteren. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Alphen aan den Rijn: D. Dries sen te 's Gravenzande. AJg. Synode Ned. Hcrv. Kerk. Zestiende zitting. Prof. van Veldhoizen brengt ter tafel de eind redactie van art. 7 van het reglement op bet examen. Prof. Slotemaker de Bruine de eindredactie van art. 4 van het reglement op het godsdienst onderwijs en van art. 14 van het reglement op de vacaturen. De heer Picard brengt rapport uit over een verzoek van de classicale vergadering van Briolle om maatregelen te nemen, waardoor aan do rech ten van minderheden wordt tegemoet gekomen en over het ingediend rapport van db commisrie ter overweging van eone oplossing van het vraagstuk der minderheden door do verwerping van bet reglement op do filiaal gemeenten aan de orde gesteld. De conclusie van het rapport is om het voorstel van de classicale vergadering van Briel- le ter zijde te leggen omdat voorstellen met be trekking tot „rechten der minderheden" ter tafel liggen. De commissie voor die zaak stelt voor: a. Een schrijven te richten tot de kerkera«len, waarin deze worden uitgenoodigd de kerkelijke admini stratie hunner gem. te verzoeken bij het even tueel heffen van een hoofdelijken omslag een lid vrij te stellen tot dat bedrag, dat bij kan aan- tooncn bij te dragen in dezelfde gom. aan eene andero corporatie tot bevrediging van, zijn gods dienstige behoeften; b. Eene wijziging van art. 40 van het regle ment op het godsdienstonderwijs ora te trachten de moeilijkheden waartoo het thans aanleiding geeft, buiten te sluiten. .Het voorste! onder a. wordt aangenomen, dat onder b verworpen. De heer Stoel rapporteert over een voorstel van den heer A. de Haan om art. 4 van het re e-ment op het oxamen zoo te wijzigen, dat er in jptembor door de Provinciale Kerkbesturen geen examen behoeft te worden afgenomen. De commissie van rapport stelt voor dit af te wijzen, waartoe wordt besloten. De heer Phaff brengt rapport tut over een voorstel van do classicale vergadering van Tiel om art. 32 Yan bet reglement op de vacaturen, in dien zin to wijzigen, dat een pridikant, indien bij om wettige redenen, ter bcoordeeling van bo? classicaal bestuur, zijno vacaturebourt niet kan vervullen, zijn aandeel in de vacaturegelden niet behoeft af te staan en geen boete meer be hoeft te betalen. De conclusie van het rapport strekt tot aan neming, waarmede de vergadering zich ver- eenigt. De heer Flieringa rapporteert over een ver zoek van do classical© vergadering van Zutfen orn do geheel© schriftelijk© kerkvisitatie af te schaffen. Hot rapport wordt ter inzage gelegd. De heer Franck brengt rapport uit over een voorstel van den heer Pieper om 13 artikelen toe te voegen aan het reglement op de erken-* ning van nieuwe gemeenten,, waardoor tijde lijke combinatie van gemeenten mogelijk wordt. Do conclusie van hot rapport i3 afwijzend. De conclusie wordt aangenomen. Do heer de Haan rapporteert over een voor stel van de classicale vergadering -van Amster dam tot wijziging van art. 3* van het alge meen reglement en een artikel van het regle ment voor de kerkeraden. Het rapport wordt ter inzage gelegd. Eveneens rapporteert hij over een voorstel van de classicaio vergadering van Haarlem tot wijziging van art. 14, 7o van het reglement op de kerkeraden zoodat men do attestatie kan nazenden aan iomand, die vertrokken is. Do conclusie strekt tot afwijzing; zij wordt aange nomen. De heer Tromp brengt rapport uit over een verzoek van de classicaio vergadering van Brello dat de Synode maatregelen neme opdat predikanten lid van den gemeenteraad kunnen worden. Do conclusie van bet rapport is, daarop niet in te gaan, omdat pogingen daartoe van andoren moeten uitgaan, althans niet van de Ruime voorraad Laagste prijzen Breestraat 28 - Telefoon 1865 Synode en dat het ,om moeilijkheden in de gemeenten te voorkomen, niet wenschelijk is, Do conclusie wordt aangenomen. Daarop sluit de president met dankgebed nc zitting. Eenvoudig procken. In de Vrijzinnige Hervorming dringt prof. L. Knappert aan op eenvoudig preek en. Hij waar- echuwt allereerst tegen het gebruik Yan vreemde woorden en geleerd© t«rmen, en pleit dan Voor soberheid van aanhaling. vLozenk inr zich opnemen, verwerken, laten bezinken, dat zal den geest van den prediker verrijken en stellig ook aan zijn proeken in houd cn vastigheid geven. Maar dit is gansch wat andere dan het kwaad, dat onder ons ge schiedt. Ik boor aanhalingen, ja, ook van Goethe, Shakspearo of Dante, bij geval ook uit Vondel. CampTmyzcn of Jan Luyken, maar meestal uit moderne schrijvers, die in de mode zijn. Enkele jaren geleden was dat Ibsen, en het misbruik werd zoo ontzettend, dat ik in procf- pneeken zijn naam en werk verbieden moest. Nu hebben wij de groote Russen, laatstelijk ook Tag© re, vermoedelijk ook S&dhoe Socndar Singh, af en toe Nietzsche en dan de Hollanders, vooral Adama van Schel tem a en mevrouw Poland Holst. Wij zondigen allen in voel, maar dit is toch stellig uit den booze. Het is een zich vergrijpen aan de gemeente èn aan zichzelven. Want die hoorders, zoo als zij in den regel zijn, begrijpen niets van wat Nietzsche zegt over het „Jeneeits" of van een lange aanhaling uit de Kreuzer-So- r.ate. Zij twijfelen niet, of dominee is weer goed cp streek en laten voorts den stroom berustend over hunne hoofden heengaan. En zij, die er wel wat van begrijpen, werden kortweg tureluursch onder dat eeuwige: „of met de woorden van Braadt bij Ibsen", „zooala ik onlangs nog in bet. Nachtasyl van Gorky laa", „denkt aan de roerende verzen van den grooten Indischen zanger". Ook 6chijnt het wel van des sprekers rijkdom te gewagenwezenlijk ia het een getuigschrift van armoede". 40-JARIGE AMBTSVERVULLING VAN DS. T. H. WOUDSTRA. TE LEIDERDORP. In het geheel gevulde vriendelijke Kerk gebouw mocht gisterenmorgen D 6. T. H W oudetra, predikant bij de Geref. Kerk te Leiderdorp het feit zijner 40-jarige ambtebediening herdenken. Nadat de prediker den kaneel heeft be klommen, de gemeente gezongen heeft Ps. •89:1, gelezen is Pe. 103:18 en Ds. Woudetra ie voorgegaan in gebed, richt Z.Eerw. het woord tot de gemeente. Geliefde Broeders en Zusters! Het. was op Zondag 6 Augustus 1882, dat ik tot mijn dienstwerk als dienaar des Woords werd ingeleid. De bevestiger' had, in die voor mij on vergetelijke ure, tot tekst gekozen Jee. 52:7. „Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het goede bood schapt, die den vrede doet hoeren; des genen die goede boodschap brengt van het goede, die -heal doet hooren; des genen, die tot Sion zegt: Uw God is Koning 1" Hoe vermenigvuldigden zich de gedach ten in mij, toen ik aan den voet van den kaneel hot: Ja ik van g a n s ch e r harte! voor God en Zijn gemeente mocht uitspreken en ik den vurig begeer den wensch mijne harten mocht verkrij gen. Dos middags mocht ik mij aan mijn ge meente verbinden met de woorden ont leend aan Hand. 10:33: „Wij zijn dan allen nu hier tegen woordig voor God, om te hooren al hetgeen U van God bevolen ie. En thans zijn 40 lange jaren voorbijge gaan! De jongeling van toen ie thans een man geworden, vergrijsd in den arbeid. Hoe mag ik thans op dezen dag als een onwaardige dienstknecht, Gods wondere goedheid hordenken. Had de Heere mij gedaan naar mijn zonden en gebreken, gewis geen 40 d a- gen zouden mij als Evangeliedienaar ge gund zijn. Hoevele Bethels en Pniele staan niet op mijn levensweg welke gewagen van Gods goedertierenheid en trouw aan mij, onwaardige, betoond. Wel mag mijn hart op dezen dag uit roepen: Loof den Heere mijne ziel, en al wat binnenin mij is Zijnen Heiligen Naam! Veertig jaren lang het goede te hebben mogen boodschappen! Mij te hebben willen gebruiken als Zijn dienaar, om te mogen prediken, Uw God ie Koning! Want immers, de bode ontleent zijn be- teekenis aan den boodschapper; het werk tuig ontleent zijn beteekeni6 aan den meester die het bedient. Is er dan geen oorzaak tot danken als 40 jaar lang dofrr spr. het goede is ge boodschapt., i6 gepredikt, Uw God is Ko ning! Maar evenzeer is er oorzaak tot de bede Hoere, ga met Uwen knecht niet in het gericht! Indien spr.'s arbeid eeni ge beteekenie gehad heeft, dan is die beteekenis voor Kansel en Catechisatie geen andere ge weest dan Godö gedachten in Zijn heilig en dierbaar Woord te doen zien. Dat heb is getracht, dat zoek in ook in deze ure. Geen andere prediking zal ik brengen dan Jezus Christus en dien gekruisigd! Hij, de Verrezene, moet het centrum der prediking blijven. Wij zouden apostelen en martelaren kunnen oproepen yoor dit getuigenis, Zij zouden geen onzeker geluid doen hooren. Zij zouden niet aflaten te getuigen wat hun oor gehoord en hun oog gezien heeft. „Zoo dan mijne broeders, zijt standvas- tiglijk en onbeweegelijk". Spr. heeft voor deze gelegenheid als tekstwoord gekozen 1 Joh. 4:4—6. Kinderkous, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen, want Hij is meerder die in u ie, dan die in de wereld ie. Zij zijn uit de wereld; daarom spre ken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen. Wij zijn uit God. Die God kent, hoort on6; die uit God niet is, hoort on6 niet. Hieruit kennen wij den geeet der waarheid en den geest der dwaling. De keuze van dezen tekst voor deze ge dachtenisrede deed spr., omdat wij niet onszelven maar Jezus Christus en dien gekruisigd wenscheai te prediken." De pre diking, van alleen vrede door het bloed des kruises, mag door niets belemmerd worden. De Apostel stelt zich ten taak de ge- loovigen to bepalen bij de genade geschonken. Hij roept, hun toe: Kinderkens, gij zijt uit God! Zij zouden met den geest der wereld zijn meegesleurd en met dien geest der wereld kunnen ze geen gemeenschap •hebben. Het Goddelijk licht maakt een klove tuschen de waarheid en de zonde. Gij zijt uit God! Hierin is de zondaar in Christus, door de genade des geloofs een rank van den wijnstok. De mensch der wereld staat hierbuiten; hij is n i e t uit God. Zonder bemanteling of verbloemen moet dit- worden gepredikt en de vraag her haalt zich: Zijt gij uit God? Hoe bemoedigend voor het hart, dat lu6t aan Gods wegen heeft, .te weten uit God te zijn. In hun denken en zoeken, in hun geloo- ven en hopen, in hun streven, staan zij lijnrecht tegenover de lieden der wereld. De Apostel roept hen toe dat zij de wereld overwonnen hebben. Waardoor? Door het geloof. Ons geloof overwint de wereld. Voor den natuurlijken mensch der wereld is dat een raadsel, dat het ge loof de wereld overwint. Het, is Christus die door het geloof overwint. Hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen. De strijd is nog wel niet volstreden, de zwaarden zijn nog niet tot spaden gesla gen. Straks zal, in den dag der toekomst de groote triumph behaald worden, maar reeds nu laat de Heilige Geest gevoelen dat hun overwinning absoluut een vol dongen feit is. „Want Hij is meerder die in u ie, dan die in de wereld is." Uw heil ligt gewaarborgd in Christus. De Apostel teekent in het tekstwoord de tegenstelling van den geest die uit God ie en den geest die uit de wereld i6. Zij zijn uit de wereld, zegt Johannes, en bedoelt hiermede de natuurlijke men- schen. - Hij gebruikt hier het woord wereld in den on guns ti gen zin. Wereld, wereldsch mensch, ie dus naar de Schrift. Christus zegt, dat hij voor de wereld niet bidt. En de apostel vermaant dat wij der wereld niet gelijkvormig zullen wor den, en in de Psalmen wordt gesproken van „de lieden der wereld, wier deel in dit loven is". Wie zijn dit, de lieden der wereld? Zij zijn het die God niet vreezen! De wortel van hun leven komt op uit de wereld en is mitsdien satanisch. Zij bedenken de aardsche en zoeken niet de eeuwige dingen. Daarom spreken zij ook uit de wereld, hun spraak maakt hen openbaar. En bij dit spreken zijn geen grenzen. Het gaat van kwaad tot erger. De booze smetstof ligt in eigen hart opgetast. De invloed der wereld is mach tig. En de wereld hoort hen! Het Evangelie ie niet uit den mensch! Het gaat. juist, tegen dat spreken der wereld in. Het is het oproeien tegen den stroom. In al die jaren welke spr. het Woord heeft mogen verkondigen heeft hij zich tegen datspreken der wereld ge steld en tot dat heerlijk werk heeft God hem willen gebruiken. De toejuiching der meaischen heeft hij hierbij nooit gezocht en hij begeert die ook thans niet. Van pralende ootmoed, die in den grond der zaak vaak hoogmoed is, is hii steeds afkeerig geweest. God weet, dat ik getrouw heb willen zijn! Hij heeft mij gezien in de binnen kamer en op dezen dag durf ik door Gods genade in dit bedehuis mijn oog nog tot God richten. Hij wast het, dio mij riep tot de bedie ning Zijns Woords, om te prediken zonde genade, dood en leven. Hoe spr. die taak volbracht heeft? De wetenschap dat hij aan 's Vaders rechterhand een Barmhartig Hoogepries- ter heeft, die over al zijn tekortkomingen, verzoening zal doen, is hem tot rijken troost. Ook voor alles waarin hij tekort schoot tegenover de broeders en zustere, betuigd spr. zijn leedwezen. Dit te doen valt hem niet moeilijk. Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons. Daar is tweeërlei woord, het woord der wereld en het Woord Gods. Do eersten hebben de natuurlijke ge aardheid. De anderen hebben de consciën- tie. De eerste beschikken over krachtige ■hulpmidclen en zijn bandelooe. De anderen zijn gebonden aan Zijn or dinantiën en steunen op de eeuwige Waar heid Gods. De eersten zullen niet kunnen verhin deren dat de laatsten bezitters zullen zijn van alle Koninkrijken der wereld, waarin Christus heerschen zal. Hierin gemeente, zijt gij opgevoed! Met wien wilt ge gaan, met de eersten of de laatsten? Die uit God geboren is, die hoort ons, die moet het met, ons eens zijn. Maar die uit God niet is, en die zich zelf lief heeft, dien boeit het Woord niet'. Wie God kent laat zich door de pre diking leiden, maar wie God niet kent, die houdt daar niet van al onderwerpt hij zich geveinsdelijk. Veertig jaren lang heb ik deze tegen stelling, Christus en wereld, Genade en' Zonde, mogen prediken en ik begeer niet anders te doen. Tot dat werk mocht ik geschraagd en gesterkt worden door den goeden steun van mijn Echtgenoote en door die van mijn kinderen, die den band aan het Woord gevoelende mijn taak hebben vergemak kelijkt. Bij dezen mijlpaal stilstaande gedenk ik het vele goede dat ik en mijn gezin in Uw midden mochten genieten en ik houd mij overtuigd dat velen Uwer met mij en mijn huis dezen dag meeleven. De zorgen en moeiten zijn ons, vooral in de laatste jaren, niet gespaard gebleven, maar de goedertierenheden des Heeren hebben het gewonnen. Hoe lang mijn hand de herdersstaf nog zal omklemmen, weet ik niet! De avond is aan 't dalen. Bid voor ons gemeente, opdat het ons gegeven zij, de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te prediken en Uw honger te stillen aan Jezus' disch. Do broeders ambsdragers dank ik voor den steun en de toewijding,, die ik van hen ontvangen mocht, en die meegewerkt heb ben mijn taak met verheuging en blijd schap te mogen volbrengen. Ook do broeders die de stoffelijke belan gen der gemeente behartigen, zeg ik dank en beveel mij in hun broederlijke genegen heid aan. Aan bet hoofd der Chr. SehoqJ brengt; Spr. dank voar den broederlijken omgang en ondervonden liefde. Stelle de Heere U nog tot in lengte van jaren tot een zegen voor de kinderen der gemeente. Ook richt Spr. een woord van dank tot Dr. de Bruynd! Op dezen dag gedenken wij met grooten dank Uw toewijding en tee- dere zorg aan ons betoond in dagen van krankheid. Naast God, hooggeachte dokter, heb ik aan U te danken, dat ik dit 40-jari& ambtsjubileum herdenken mag. God spare onzen dokter, tot in leng te van dagen. Ten slotte gemeente, 't was mij een voorrecht in dit stille bedehuis de Genade Gods te herdenken. Als medearbeider van Christus heb ik U het Woord Gods rao- tgen verkondigen, den vollen raad Gods! Zonder .Christue is er geen troost in le ven en 6terven. Zegge ook Uw ziel hierop geloovig, Amen! Gij zult, wanneer Christus straks komt, om gericht te houden, de triumph der Waarheid aanschouwen, en alleen vrije genade zal Uw vonnis zijn. Amen. Hierop rijst de ^gemeente van haar zit plaatsen op en zingt haar grijzen maar nog krachtigen leeraar do zegenbede uit Psalm 134 toe, waarna de prediker voor gaat in dankzegging aan den Heere. Als slotzang werd gezongen Psalm 72:13. Gemeenteraad Boskoop. Vergadering van den Gemeenteraad van Vrij-i dag 4 Augustus. Voorzitter de lieer W. P. J. Duval Slothouwer burgemeester. Afwezig de beeren J. van Gelderen en P. E. G. Loef. Do Voorzitter opent de vergadering. Aan do orde is het voorstel van B. ca W. om te besluiten het aangevraagde voorschot ten be-* hoeve van den bouw van 22 arbeiderswoningen to aanvaarden. Hierover is voor de opening der vergadering met den Inspecteur voor de Volks gezondheid den heer W. van Boven een bcsp/e- In verband met het voorstel leest cU Voor z. een schrijven van den Minister van \rbeid voor, waarin deze er op aandringt, dat de Raad zijne medewerking zal verleenen, opdat de bouw der woningen tot 6tand zal komen. De hoer van Kleef drukt zijn spijt uit, dat thans twee leden afwezig zijn. Hij stelt dan ook voor om d© behandeling van bet voorstel tot een ■ndo vergadering, welke vermoedelijk reeds de volgende week zal worden geboudm, uil te stellen. De Vo o t ft. deelt mede, dat deze vergadering thans'belegd is, omdat in de vorige vergadering beloofd is, dat spoedig vergaderd zou worden. Bovendien was do verwachting er, dat de wet houder van Gelderen reeds terug zou zijn. De heer V e r k a d e zegt, dat hij eerst voor mens was om op dez© vergadering niet to ko men. Spr. zal, zooals hij beloofd hoeft in do vo rige vergadering, verder niet meer aan de dis cussies deelnemen, en ook wanneer mocht gestemd worden over uitstel, schorsing, enz. zal bij niet aan de stemming deelnemen, doch do vergadering verlaten. Do heer Noest sluit zich bij het gesprokene aan. In stemming komt het voorstel van den heer van Kleef om do zaak aan te houden tot een volgende vergadering, welk voorstel wordt onder steund door den heer J. Sprnijt. Dit voorstel in stemming gebracht wordt ver# worpen. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen mot 6 tegen 3 stemmen. tegen de heeren W. C. van Kleef, J. Spruijt en C. J. van den Broek. Bij de rondvraag verzc-ekt de heer Guide* 0 n d, waar nu do woningbouw doorgaat, in de eerstvolgende vergadering met voorstellen te ko men omtrent de vernieuwing van bet gasbuizen- Det en de voorziening van licht van de Puttckade. Do heor Boekraad informeert, waarom thans eens in do twee maanden de gasmeters worden opgenomen. De V o o r z. deelt hierop mede, dat het hier een proefmaatregel betreft, dio genomen ia uit een oogpunt van bezuiniging. Voorts zegt de heer Boekraad vernomen te hebben, dat het huisje van den brugwachter nu de brugwachter Laron vertrekt niet meer voor bewoning zal worden gebezigd. Spr. zou willen voorstellen het huisje toch nog als woning te laten gebruiken. De V 0 o r z. deelt mede, dat hieromtrent geen© beslissing ie genomen. Wethouder J o n g e j a n meent er nog op te moeten wijzen, dat, waar do heer Guldemond vraagt om een kostenberekening van de verniem

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 2