lieuweLeÉÉConf
Tweede Blad.
Woensdag 26 Juli 1922.
De Pers over de Troonrede.
De gisteren uitgesproken troonrede wab
van zeer bescheiden omvang en uitteraard
zijn Dok do porsbeschouwingem kort dit
maal.
De Standaard wijst ook op die
kortheid en zegt dan:
„Zelfs al was de politieke toestand go-
heel normaal, dan nog zou voor dit zit
tingsjaar moeilijk iets anders te zeggen
zijn geweest dan wat nu gozogd werd.
En te meer is dit het geval omdat het
zittend Kabinet de portefeuilles ter te-
schikking heeft gesteld en omdat aan den
zitienden premier j.l. Zaterdag opnieuw
opdracht tot Kabinetsofrma-tie werd gege
ven.
Het zou goon pas gegeven hebben wan
neer onder zulke omstandigheden de
troonrede melding zou hebben gemaakt
van eon werkprogram voor de volgende
drie jaren of zelfs maar voor het zittings
jaar, dat aan ngt met den derden Dins
dag in de komende maand September.
Volkomen terecht beperkt de troonrede
zich tot de mededceling dat, ter voldoe
ning aan het grondwettelijk voorschrift,
onverwijld voorstellen zullen worden aan
geboden om de aangevangen Grondwets
herziening te voltooien.
Dat was inderdaad het eenige, dat inde
gegeven omstandigheden nopens den te
verwachten arbeid der Slaton-Generaal
voor dezo zitting van korten duur kom
worden gezegd.
Warm klinkt de toon waar H. M. de
vurige bede uit, dat God de wijsheid mo
ge schenken, onmisbaar om ons dierbaar
Vaderland in deze moeielijke tijden voor
inzinking te behoeden.
Zij dit ook bij voortduring de bede van
Neerland's Christenvolk!"
De Nederlander merkt op, dat bet
zich liet verwachten, dat ditmaal de
troonrede zoor sober zou wezen.
„Slechts de noodige tweede stap op den
weg naar de Grondwetsherziening heeft
de heden geopende zitting noodig ge
maakt en uitteraard ging het Koninklijk
woord zich schier geheel tot dit onder
werp beperken.
Toch niet volkomen.
Ten eerste wordt maar ook dit
spreekt volkomen vanzelf heengowc-
zen naar de opening in September, die
omtrent het. regceringsprogram zal inlich
ten.
Maar bovendien klonk reeds thans een
1 woevondig geluid, aankondigend wat
slraks in bijzonderheden zal moeten wor
den uitgewerkt. Das, na de vorming van
een nieuw kabinet en de opstelling van
het program, vorden de gedachten precies
omlijnd. Nu roeds klinkt de toon vol
ernst, dat „ons dierbaar vaderland in de
ze moeilijke tijden voor inzinking moet
worden behoed."
Moge gansch ons volk den ernst ver
slaan. die in deze sobere woorden spreekt.
En mogen al meerderen vol innerlijk
medegevoelen den klank vernomen, die
door de somberheid wordt heen gemengd
<n die opwijst naar God, van Wien al
leen de wijsheid ons geworden kan, noo
dig in dezen zwaron tijd."
De liberale N. Grt. wijst op de zoet
ernstige zin, die in den mond der Konin
gin een bijzonder beteekonis heeft:
„Het is Mijne vurige bede, dat God ons
de wijsheid moge schenken, onmisbaar
©m ons dierbaar Vaderland in deze moei
lijke tijden voor inzinking to behoeden."
„Voor inzinking te behoeden". Nog
nimmer is zoo sombere klank in oen troon
rede van onze beminde Voretin vernomen.
Dit. hooft ócn goede zijdo. Voor deze
woorden blijft het Kabinet, zij het dan
ook demissionair, aansprakelijk. Het
heeft, nu aan den heer Ruys de Beeren-
brouek do opdracht tot kabinetsformatie
ie gegeven, de verplichting, krachtig me
de te werken om die inzinking te voorko
men. En aangezien die inzinking uitslui
tend betrekking heeft o,p onze economische
kracht, aanvaardt dus liet Kabinet van nu
of van de naaste toekomst den dringenden
plicht tot zuinigheid.
Sympathieker is Het Vaderland,
dat o.m. schrijft:
„Deze Troonrede mogo onbelangrijk zijn,
'do Regccring heeft de gelegenheid toch
aangegrepen om den ernst dtfr tijden
Scherp te belichten. Het afsmeekon yan
wijsheid, „onmisbaar om ong dierbaar Va
derland in deze moeilijke tijden voor in
zinking te behoeden", legt getuigenis af
vat? het b.eeef, dat de economische toe
stand zeer ongunstig ia.
Het nieuwe of gereconstrueerde Kabi
net zal voor oen uiterst moeilijke en on
aangename taak staan.
Mogo het daarvoor niet terugdeinzen.
Op den steun van allen, die het wèl moe
nen. met. ons land, kan het daarbij reke
nen".
Tenslotte de volgende spijtige toon uit
de „N. Rett. Courant" (lib.)
Het is eone eenigszins zonderlinge ver
tooning gowoest, do Koningin eone Troon
rede uitsprekend, gesocundoord door een
demissionair kabinet. Een demissionair
kabinet, sinds enkele dagen.
Men krijgt don- indruk, dat de groote
onzekerheid, die bet kabinet-Ruys in zijn
ganschcn levensduur heeft beheerscht, aan
bet ministerie tot op bet allerlaatste
oogonblik is bijgebleven. Lang heeft het
zelfs tusschon aftreden en aanblijven ge
weifeld. Toon werd aangekondigd, dat de
Koningin deze formeel© zitting van de
nieuwe Kamers in persoon openen zou, en
de opening van de belangrijke zitting, die
in September beginnen zal, aan eene com
missie zou overlaten, moet het. ministerie
nog het voornomen hebben gehad, niet af
te treden. Dan ware er reden, te over ge-
woest,. het eerste aantreden van de nieuwe
Kamers te doen plaats hebben met eenc
rede van stavast, door de Koningin zelve
uitgesproken. Het kabinet, doodgewaand,
doodverklaard* uit zijn asscho herrezen!
Vol levensmoed, en met een nieuw pro
gram, waaT Nederland van te kijken zou
staan! Dat zou wat geweest zijn, en men
begreep dat de regeermg er prij6 op ge
stold had, dat de Koningin, door hare
persoonlijke verschijning te midden van de
volksvertegenwoordiging, aan de plechtig
heid klem zoude bijzetten.
Maar nu? Nu het kabinet, eindelijk, bij
na veertien dagen te laat, heelt gedaan
wat. reeds voor de verkiezingen kon
worden verwacht, en voorspeld, nu het ka
binet zelf tenslotte nok heeft begrepen,
dat zijn tijd van vertrek was gekomen,
nu was plotseling van de plechtigheid alle
fleur af. De Koningin stond daar te mid
den van de nieuw gekozen Staton-Gene-
raal; Zij zag er vele vreemde gezichten;
Zij kwam, en Zi] ging, doch, wonderlijk
genoeg, Zij Jiad bij deze eerste ontmoeting
niets niemendal te zeggen.
Indien men het heden uitgesproken
troonredetje van de franje ontdoet, blij
ven er slechts twee zinsneden over. „Ter
voldoening aan het. grondwettelijk voor
schrift, zullen U onverwijld de noodige
voorstellen bereiken om het aangevangen
werk (der grondwetsherziening) te vol
tooien. Ik verklaar de zitting der Staten-
Generaal te zijn geopend".
Veilt teut. De regeering had, dunkt
ons, der Koningin dezen gang naar het
Binnenhof wol kunnen beep aren.
KERK EN SCHOOL
Generale Synode de^ C'hr. Geref. Kerk.
(Maandagavond aan den vooravond van do
Synode werd door Da. J. W. Geels van Apel
doorn in het- kerkgebouw van den Singol te Dor
drecht een ure des gebeds geleid.
Als tekst had De. Geels gekozen Habakuk
3:2: „Uw werk, Koero, behoud dat in liet
leven in het midden der jaren".
Spr. wees do aandachtig-luietorend© schare op
dit woord als op oen bede om de openbaring en
bovrijding der Kerk, die doo den profeet oot*
moedig erkend, biddend begeerd en hoopvol vor*
wacht wordt.
In het oudeBondsvolk Israël spiegelt zich af
de geschiedenis der Kerk. Israël iö oen wondor-
volk, gelijk t wonderlijk geworden is uit Sara.
En al is dat volk nu verstrooid, nochtans zijn
't kinderen der beloftenia. De Gemeonlo des
Hoeren is het geestelijk Israël.
Dan wijst Spr. er op, hoe Nederland is ge
weest en nog is oen schouwplaats van Gods ge
nade. In verband hiermede wordt herdacht, de
grooto Synodo van 1618'19 in diteelfde Dor
drecht gehouden.
Laat ons nu niet twisten, 't Is niot ons
werk, maar Gods werk. Wij mogen geen oor
deel vollen «ver andoren, dio naast ons 6laan.
Laat ons liever schreien over do breuk o Sions,
ons veroofcmoodigon voor God en mot Habakuk
bidden: „Uw work, o Hoer, behoud dat in het
leven in hot midden dor jaren".
Israël had velo vijanden maar ook de Kork
des Heorcn hooit er vele, vooral in onze dagen.
Steeds moer wordt wakkor do geost der rovo*
lutio die roept: „Laat ons Zijne banden ver
scheuren en Zijne touwen van ons werpen". Er
is in onzen tijd geestelijke afval, ook in ons
Kerkelijk leven: die afval zal eindigen in strijd,
in steoomen blcxxls. Wal is «r in onae dogen
allerhande godsdienstzin, maar er is zoqi wow
aog godzaligheid. Er is ®oo veel dor f omvalt*»
me en rechtzinnigheid, aooveel verdeeldheid
onder Heoren volk'. Och, mocht 't anders
worden» Laat 't zien, dat God mot u is.
En van waar zaïllen wij nu vrijmoedigheid
bekomen, noodig in dezo ure dos gobeds? Goda
werk ligt vast in Zijn welbehagen en wordt
uitgewerkt door Zijn genade, Jezus Christus
is onzo groote Voorbidder en do Heilige Geest
werkt in ons hot gobed tot een Dried enig God.
Do Gemeente rong Psalm 138:4, waarna
D«. Geels vorder ging. ,Do Heor is zoo go-
trouw als sterk". Daarom ia er hope voor do
toekomst. Wol zijn we zondige mouschen, maar
toch medearbeiders Gods.
Dagen van inspanning wachten ons. Belang
rijke zaken komen aan do orde. Laat ons niet
roepen als de Joden: „Des Hoeren tompol, des
Hoeren tempel rijn wij!", maar laat ons als
Kork onz» roeping verstaan en dankbaar er*
kennen het werk Gods in ons vaderland ook
naast ons. Laat ons zijn een biddend volk. De
gevaren dreigen niot alleen van buiten; de
meeste en grootste gevaren bedreigen ons van
binnen uit, omdat wij zondaren zijn, _Dat er
komen mogo een geestelijke opbloei onder al
Gods volk.
Ten slotte nog eén vraag :Is Gods werk ook
in U? Gewichtige vraag voorwaar, welke be*
slist over ons loven, over ons eeuwig wel en
w;ee. Is het beginsel des levens in u? .Het voor*
naameto boven alle6 is to rijn een kind van
God. Niet allocn moeten we woten medearbeid
dors Gods to zijn maar voor en boven alles,
dat onze namen geschreven zijn in hot Boek
doe Levens des Lams.
Dan ging De. Goels in dankgebed voor,
waarna nog werd gezongen Psalm 90:9.
Diep onder den indruk van doze ernstige ure
verliet de schare het bedehuis.
Dc Hernhutters.
Mr. C. F. Schoch te Amsterdam d'oeR mede,
dat hot Noderlandsch comité, dat de oproeping
rondzond voor oen gedachtensgave voor het
Henvhuter Herdenkingsfeest, 1.133.368 R.M. naar
Hernnhut heelt kunnen overmaken. Het tekort
in Hornnhut bedroeg op 31 December 1921
665.000 R.M. Dat is dus ruimschoot» gedekt,
alleen jwïk door do giften uit Nederland,
Dc bezuiniging.
In do gemeente Waddmxvocn had, naar 'do N.
R. Crt. meldt, het bestuur eener Christelijke
school plannen gemaakt voor den .bouw eener,
inderdaad wel noodzakelijke, nieuwe school.
Een plan voor een schodl mot zeven lokalen,
met teren ongovecr een kkine ton koetendo,
kon deswege niot db goedkeuring verworven van
den Inspecteur van het L. 0. en de toren word
al spoedig van hot bouwplan geschrapt.
Dit bleef evenwel nog te duur, wijl het school
bestuur niot aamtemeljk kon makent, dat hot
voor do oan plaats vragend© kinderen zeven loka
len zou behoeven. Op grond van do bezwaren
vaji het Gemeentebestuur en van hot Schooltoet
zficht, htooft d«t Mitaibtor, aan wien hot plan
krachtens hot Stopwetjio was toegezonden thans
beslist, dat mot vijf lokalen van ten hoogste 48
leerlingen moot Worden vofetaan.
Waarborgen.
Mon eehrijft aan de Rotterdammer:
Het is, ook voor do School, oen groote teleur
stelling, wanneer men na een benoeming, tot de
overtuiging komt, dat men zich in de kouzo van
oen onderwijzer vergist hfeeft. Het is daarom ver
standig van een Schoolbestuur, dat het roods in
do advertentie der oproeping aanduidt van welke
richting do onderwijzer moot zijn, tot welke
Kork lidj moot bebooron, enz. Dat kan heel wat
onaangenaamheid voorkomen. Uit do moeste ad*
vertentios spreekt gelukkig nog vertrouwen in de
eerlijkheid dor sollicitanten. Toch kan oen So*
stuur er in vliegen, niot door gemis aan eerlijk*
Leid, maar door do beginsel-onkunde der solli-:
eitantfcn, minder bij hen die tot een Geref. Kerk,
moer hij hen, dio tot do HoiYormde Kork bohoo-
ren. doch eerlijk gezegd: hot komt voor bij
boido.
Om teleurstelling te voorkomen, rijn or School
besturen, die bij de oproeping .plaatsen: „Lid
van een Geroformobrdo Kerk; in het onderwijs
zich gebondon achtend aan do Nod. Geloofsbe
lijdenis", of: „sollicitanten moeten lid zijn der
Hervormde of van oen Gerof. Kork, dio allen be*
roid zijn de Formulieren van Lenigheid to on*
dartedkenen", of:- ^Herronmd. van overtuigd
Gereformeerde beginselen."
Hier is het terrein, waar angels en klemmen
verborgenliggen.
Dr. Jennes, indertijd districtsschoolopziener te
Rotterdam, bezocht eens een School in de buurt
van die stad. Na rijn inspectie zei hij tot hot
hoofd dor School: „Die mijnheer K. is een supe*
rieure onderwijskracht; bij sollicitaties voor
hoofd mag hij zich op mij beroepen; was hij
openbaar onderwijzer dan zou ik door mijn mede*
working hem binnen zes maanden een mooie
botrekking als hoofd der School bezorgen".
Diezelfde onderwijzer solliciteerde bij de Scho
len mot den Bijbol velo malen tevorgoefs. Waan
om? Hij was belijdend Ikl der Geref. Kork, on*
boTispcüijk. Op poli blok: gebied democratisch, op
kerkelijk gebiod ietwat intolleetuool. Hij kon hot
een dominéé niet vergeven, die voor den lOden
of den 20sten keer, misschien van hotzelfde ver*
go#i© blaadje dezelfde Gatfochismi^-preek las.
Dan moet je op een dorp ritten, dan verdroog
je, dan versuf je geheel, Sommige dominéés vrees»
den hom en dat wordt gauw ruchtbaar.
Voor gezonde samenwerking is noodig vertrou»
wen en overeenstemming. Dat bevordert men
wel niet door een op|roeping m»t beperkende
bepalingen, doch men voorkomt een misverstand.
Die Ix'porkende bepalingen hebben niet allo
oen edele sfcrokking.
Ik kan me leden van een Gerof. Kjork voorstel
len, dio 't niet hartelijk vinden te moeten ver*
klaren, dat zij zich in bun onderwijs gebonden
achten aan de Nodorl. Geloofsbelijdenis.
Dat spreekt toch vanzelf?
Waarom vraagt men dan dat?
Om 'le enkele Ehtsich-Gereformoorden om een
enkelen verdwaalden hypocriet?
En danbereid de Formiilioren van Eenig-
lieid to ondorteekenen.
In do Kerkelijk© wereld heelt dat nog iets te
boteekenen' niot voel bij wijze van Kerk
rechtelijk contract. Maar voor onderwijzers?
Foei,boo antiok I
In de lcringon der Horvonndo Gereformeerde
Staatspartij j—type Gravomoijer on Hagen to
Amsterdam dweept men met de onderteek©*
ning der Formulieren. Dio moenen, dat daarmee
Nederland gered is. Eén hunner predikanten
spak eens: „De tijd moot terugkeeren, dat. zelfs
onzo klepperman en onze vuilnisman do Formu*
lioren van Eenigheid ondorteekenen".
Zulko dingen moet men niet vragen van men*
echen, van wio we bijna zeker weten, dat ae de
Formulieren van Eenigheidv nooit gelezen heb*
ben.
Wio hooft do Formnlieroeu van Eonigheid ge
lezen?
Ga eons pp informatie uit?
Stel eens een onderzoek in?
Niet één percent vaa onzo belijdend© men*
schen, ©f van onzo onderwijzers. -
Aan één onzer Scholen mooet het vorige jaar
oen onderwijzer voor de hoogste klasse benoemd
worden. Op het drietal stond een jongeman, die
lid was van ©en niot Nedorl. Kerk.
Zijn proefles was bost, de inlichtingen waren
goed, maar zoo de jonge man niot Gereformeerd
was, zou dat. én voor bom én voor de school on
profijtelijk rijn.
„Kent gij de Formulieren van Eenigheid?
Weot gij. wat mon daar ouder verstaat? Hebt
gij ze wel eens gelezen" word hem gevraagd. Hot
antwoord was ontkennend.
„Hebt gij bezwaar ze te lozen, en ons na oon
week persoonlijk mee to doolon, of gij u in uw
ouderwijs gebonden acht aan die Formulieren?"-
Do jong® man kreeg elders een benoeming,
maar liet dat Bestuur niet los. Hij las de For
mulieren met een potlood in de hand, mot ©en
critisehen blik. En het antwoord? 't Was oor*
lijk en oprecht.
Housch beschamend Voor z.g. Ethisch-G-orefor*.
moerden.
En volstrekt niet uit eigenbelang, want de
jongeman nam ten slot© een benooming naar el
ders aan.
Het antwoord was: „Be kan me geheel vcr-
eenigen met de Formulieren van Eenigheid. Zon*
dor or van bewust te rijn ademde mijn ouderwijs
cok dien geest."
„Tot nrijn verbazing", zei dio jongeman ons,
„bemerkte ik, dat ik, Hernhutter-Confessioneel,
Gereformeerd of Calvinistisch was. Wat ben ik
nu eigenlijk?"
Wij gaven hom daarop geen antwoord. Wij
waren er van overtuigd dat hij een oprecht Chris
ten was en als zoodanig aanbeveling verdiende.
Uit het Sociale Leven.
De Vakbeweging,
Naar aanleiding vaa den geweldigen
achteruitgang van het ledental der Vak
organisaties, schrijft „De Gids" het or
gaan van het C-hr. Nat. Vakverbond:
Vooral in onze Christelijke Vakbewe
ging mocht 3500 iets toch niet voorko
men.
Wij zien in de vakbeweging toch heel
iets anders dan „direct-loonsverhoogings-
apparaat". De vakbeweging zien wij toch
als oen cultuur-beweging, die de groote
taak Iheeft, mede te werken aan de hervor
ming van de samenleving naar Christelij
ke beginselen en die bij die horvorming
aan de arbeidersklasse die plaats wil zien
toegekend, waarop zij, gezien haar groo
te maatschappelijke botoekenis, recht
heeft
Dat zien ook onze loden nog lang niot
allen in. En beseft men dat niet, dan is
er geen geestdrift, geen bezieling om ook
in moeilijke dagen met volharding door te
workon.
Aan de voorlichting en de ontwikkeling
onzer leden zal daarom allo aandacht moe
ten wordon besteed. Daar zijn .in enkel*
jaren tionduizendo nieuwe leden tot ons*
beweging toegetreden. Die welen or eigen*
lijk nog niete van. Moeten we die het At
B. C. onzr vakbeweging niet loeren? He*
lijkt ons ©oms zoo vreemd, alios, wat ww
10 k 12 jaar geleden doden, om onze men*
sc-hen de eereto beginselen der vakbewen
ging te loeren, weer als geheel nieuw W
herhalen. En toch, we gelooven, dat het
moet. Dat het voor heel velen noodzaken
«lijk ie.
Leerstoel voor Roreoeopathie?
Eenigen Lijd geleden heeft de Medische Fm
cultrit te Utrecht den Minister van Ondorwij»
met aandrang ontraden oen leerstoel in Ho*
Moeopaihk» in te stellen. Bij de bespreking
hiervan in de Tweed© Kamer deeklo do Minister
mede, dat hij aan do Yoreeniging tot bovordo*
ring der Homoeopathic oen schrijven had go»
richt met het verzoek een contra-memorie in to
dienen, om daarna zijn eigen houding to bepalen.
„Homooopatisch Maaudblad" neemt nu dio
contrfwnwnorio op. Daarin is te leaen:
„Wij meenen, dat de korte inhoud van het
rapport der Faculteit hierop neerkomt, dat rij
©p het dubbolo standpunt slaat dat do honnxxn
pathische geneeswijze haars inziens geen recht
hooft op den naam van wotonschap, en boven*
dien, dat oen niet-wetenschappelijk bevestigd
therapeutisch systeem niet in aanmerking kan
konten, om aan aanstaande' genc-esheeren onder*
wezen te worden.
„Wij stollen voorop do groote moeilijkheid,
om bij een praktisch vak als dat van genooa*
heer do juiste grenzen to bepalen van wat we*
tori schap is en wat niet. De opleiding tot art»
ia gedeeltelijk wetenschappelijk en gedeeltelijk
technisch en op de praktijk ingericht, Boido
ondordeelen hebben kun eigen ontwikkelingfk
gang, waarbij zij gestadig invloed op elkaar uit*
oefenen of elkander aanvullen. Hierbij komt och*
ter herhaaldelijk voor, (Lat oenorzijds de woten*
eclnap zich in een richting ontwikkelt en tot re*
sultuten komt-, dio voorshands voor do medisch»
praktijk onbruikbaar zijn, en dat anderzijds da
praktijk gur.sligo en praktisch bruibaro rosul*
taten boekt, waarmede de wetenschap voorloos
pig geen weg west. Zelfs is het in de therapie
oer regel dan uitzondering, dat de ompirisch»
resulaten der medische praktijk oerst na lang*
durijg on geduldig wetenschappelijk onderzoek
oolc hun wetenschappelijke fundeering ontvangen^
Verreweg db meeste officieel aangewende gene et
middelen en genieeeimethodon zijn aanvankelijk
empirisch gevonden, en nog steeds rijn de»
niet allo wotenschappoHjk gefundeerd. Wo fcerinr
neren hierbij slecht» aan de chinine-thcrapio do»
malaria en aan de salicyl-thorapio van het acuut
gowrichtsreuma. Zoo kan men moeilijkt hot go*
keelo arsenaal der dermatologisch© therapio al»
wotensch appel ijk gefundeerd beschouwen, of d»
chirurgische t-horapio wetenschappelijk noemen,
al gaat. rij uit va.n door andere ondordeelen dor
medische wetenschap gevonden feilen.
Toch wordon oolc al dezo niet wetenschappe*
lijk© maar ompirisch als juist erkende methoden
aan elk© Medisch© Faculteit zeer terecht deel»
als afzonderlijk vak, deels als onderdeel ged/w
oeerd.
„Om dezo reden alleen reeds moenen Vij, dat
de Faculteit in haar 6lelling dat de komooopa*
thischo therapie geen wetenschap zou zijn, geen
voldoende argument geeft, om do wensckolijk*
hoid van het docec-ren dozer therapio te ontke»
i»n i
„En overigens bepaalt do Faculteit zich to4
uitspraken als „het is ons niet bekend", „liet
komt ons voor". In verband met deze uitspra*
ken nu, moeten wij - tot onzen spijt verklaren,,
dat het golieele betoog der Faculteit Ion did*
(lelijkste blijk geoft, dat d© opstellers hot wo»
zen dor Homooopathie niet konnefiniet op
de hoogte rijn van hare historische ontwikke»
ling en onbekend zijn met haar tegenwoordig
zeer uitgebreid© vaklitteratuur. Trouwens eon
gTondige kennis der Hoiuoeopatie kan van d»
leden dor Medische Faculteit niet verwacht wor*
dien. Ze behooren allon op een speciaal- terrein
der medische wetenschap tot do cere ten in don
lande, zoo niet ter wereld.
Do homoeopa tie is in den loop van moer dan
oen oeuw tot een afzonderlijk vak uitgogiroehf
met een zeer uitgebreide litteratuur. Om teft
©en goed begrip en juiste waardeering der Ho*
moeopnthie te komen, is oen langdurig© theoro»
tjüsche en practischo studie noodig, duo bui*
ten hot epeciale terrein van etudie dor faculi
toit6leden valt. Een dergeljke studie kan van hen:
niet verwacht worden, te minder, daar rij blij*
kciia hun oigon uitspraak uitgaan van de veron*
dors telling, dat d9 Homooopathie is te beschou*
wen als het geloof in een dogma. Wij zien hiorirt
dan ook een reden te m -er, om aan do studie
der Homooopathie, op welke wijze dan ook, een
plaat» in t© ruimen jiaaat de ander© onderdoe*
Ion der Geneeskunde".
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
67)
Daar vergaderd o het volk zich in zijne
gezinnen, terwijl de priesters, staande op
de treden van het voorhof, bi] muziekin
strumenten hun heilige liederen aanhieven.
Wanneer do muziek zweeg, wuifde de rae-
migto met vruchten en palmtakken, en de
heilige vöorhovon weergalmden van 't ge
juich onder zang on dans. Al de vreugde
yerccnigdo do waarde van het familieleven
met den dienst van God.
De vreugde van den oogst, do vreugde
der rust van den arbeid, van eco tehuis na
lang omzwerven in herinnering aan het
eerste fcost,dor loofhutten door de vade-
*en te Succoth gevierd aan 't eind van
don bangen tocht door de woestijn, was
alios symbolisch gemengd in deze dichter
lijke feestviering. En menig dieper-ziend
oog, dat de vergankelijkheid des menschen
had opgemerkt en ter harte genomen, zag
een beeld van hot ware karakter der aard-
edhe tehuizen in dio hutten, luchtig saam-
gesteld, straks weor opgebroken; hoorde
in do diepe muziektonen het lied der oude
•AiiJMi* klinken»; „Ik ben een vreemdeling
bij u gelijk mijno vaderen," en dacht aan
do eeuwige rust.
Zelfs Cloelia Diodora stolde (naar
Laon meende door aangeboren vrouwelij
ke nieuwsgierigheid) eenig belang in deze
wonderlijke verandering van de stad in
oen bosch.
„Enkel legende van oen zonderling,
bluffend volk!" antwoordde Laon op haar
vragen.
„Wat wilt ge welen? Ze hobbon een
overlevering van een jarenlangen zwerf
tocht, door do woestijn, waarbij brood uit
den hemel zou geregend zijn, en water uit
de rotsen sprong. Allo volken hebben zul
ke vorhalen over hun oorsprong in een
vergelegen land; alle even duister on won
derlijk. Alle volken hebben meer of min
der geheimzinnigo feesten voor de inza
meling van den oogst in de lente en den
herfst. Alleen dat volk heeft zijn geschie
denis :liandigor dan de andore saamgewe-
ven met den natuurdienst; en zijn feesten
zuiver gehouden door er families amen-
komsten van te maken."
Doch dat gehcelo feestelijke tooneol
maakte diepen indruk op den geest van 't
Romeinsche meisje. Dit wekte niot, als an
dere feesten, een gevoel van afkeer bij
haar. Er klonk een toon van vurige vader-
Halnfdsliefde en godsdienstige plechtigheid
bo ven alles uit.
Daarbij kon ie nooit dfl heilige lied®»j
vergeten, die zo van den ouden Jood te
Rome gehoord had. Zij vergeleek deze na
tionale vreugde met den glans van blijd
schap, dien zo op zijn gelaat gezien had.
Telkens weer vroeg ze Biguna om haar
elke bijzonderheid van zijn laatste uren
te verhalen, gelijk een klein kind onop
houdelijk zijn geliefkoosd geschiedenis je
hooren moet.
Het verhaal van de gro-ote helderheid
van geest, waarmede die stervende den
dood tegemoet ging; van vrees zooals Si-
guna nooit bij 'eenigon stervende opge
merkt had; van hoop zoo sterk als bij
geon ander volk word gevonden; van eer
bied en liefde voor Eén, dien hij in de on
zienlijke wereld ontmoeten zou, ging Dio
dora boven alles.
En hier, in do feestvierende stad, bij
dien tempel waarheen de oude man bid
dende steeds het aangezicht richtte, kwa
men de klanken van zijn zwakke Gtem tot
haar, als echo tusschen hot gejubel dor
menigte; zoodat ze op zekeren avond tot
Siguna zei de, als eenmaal tot Laon in de
grot der Euineniden:
„Hier zou ik willen leven en sterven.
Indien org ens, dan is hier do toegang tot
de onzichtbare wereld."
Geen van beiden begreep iete van de
godsdienstige plechtigl#den, die het feest
vergezelden. Waaro-m werd niet elochts
9ÜC! en wijn, maai ook het blood xan dat
offerdier geplengd? Waarom niet enkel
korenschoven en goede vruchten geofferd?
Dagelijkech werd een leven gebracht; dus
niet enkel rust en vreugde, maar ook
moeite en dood!
Do dienst in dezen tempel was geen
bloemkrans dio een koud ijspaleis tooide
©n een gapendon afgrond aan den blik
onttrok. Hij durf do bet leed -der monsch-
heid onder de oogen te zien; zich meten
met het nameloos wee dat aller hart ver
teert, allen afzonderend van het instinct
matig loven en van do heilige bovcnaard-
sche liefde. Hij durfde die schrikkelijke
scheiding zonde noemen; overtreding van
de goddelijke wet, val uit het ideaal van
goedheid, afkoeren van den lovenden God.
Hij durfde deze aarde noemen, niot een
paradijs, maar een woestijn; de mensch-
Iheid bannelingen en pelgrims, en alle ge
slachten verwijten dat zo verloren had
den iels dat ze konden en moesten .bezit
ten. Hij durfde getuigen van zonde en be
hoefte aan verzoening, door do voortdu
rende offeranden in den tempel.
En toch durfdo deze godsdienst terzelf
der tijd doior den mond dor profeten ge
tuigen van de waardeloosheid-in-zichzolve
'dezer offeroanden; onvoldoende om Hem
te behagen, dio alleen voldaan werd dooï
zelf-offerande, door don dood dor zondo
en het leven der rechtvaardigheid, door af-
laton xftü het kwada en najagen yüu het
goede.
Van dit alios verslonden beide vrou
wen nog weinig.
Laon-rdie zich gedurig onder do menigte
begaf, ongeduldig om lijn reis te vervol
gen, maar temidden van de algemeene op
gewondenheid der feestvreugde daarvoon
geen middelen vindende, begon te bemer
ken dat de menigto voortdurend iets bij
zonders verwachtte, iets of iemand zonden
wat of wien de vreugde niet volkomeni
was.
'fc Was geen, luide, vinnige woordenwis
seling over Óen of andere staatkundig*
gebeurtenis, die allen tegemoet zagen. Ook!
geen sombere, troteclie woorden, waar Lm
saamgezworen word legen de gehate Ro
meinen. De steeds schipperende stadhou
der nam daartoe zooveel mogelijk alfcf
voorwendsel weg. 't Wingewest was ma
tig, al brandde ook een vulkaan ondor de
oppervlakte. Do politiek van Tiberius, om
zoolang mogelijk donzelfdon landvoogd im
een wingewest te laten, opdat de tolleiwy-
ren, die er werkten, niot al te voel bloed
zouden afzuigen, was in zekere malo getv,
slaagd. Do standbeelden van Caesar cn cM
heilige adelaars wordon zorgvuldig bu&y
ben de wallen dor stad gehouden,
:«J('
'(W.Qrdt YerYolsrd.V