lieuweLeÉÉConf Tweede Blad. Woensdag 26 Juli 1922. De Pers over de Troonrede. De gisteren uitgesproken troonrede wab van zeer bescheiden omvang en uitteraard zijn Dok do porsbeschouwingem kort dit maal. De Standaard wijst ook op die kortheid en zegt dan: „Zelfs al was de politieke toestand go- heel normaal, dan nog zou voor dit zit tingsjaar moeilijk iets anders te zeggen zijn geweest dan wat nu gozogd werd. En te meer is dit het geval omdat het zittend Kabinet de portefeuilles ter te- schikking heeft gesteld en omdat aan den zitienden premier j.l. Zaterdag opnieuw opdracht tot Kabinetsofrma-tie werd gege ven. Het zou goon pas gegeven hebben wan neer onder zulke omstandigheden de troonrede melding zou hebben gemaakt van eon werkprogram voor de volgende drie jaren of zelfs maar voor het zittings jaar, dat aan ngt met den derden Dins dag in de komende maand September. Volkomen terecht beperkt de troonrede zich tot de mededceling dat, ter voldoe ning aan het grondwettelijk voorschrift, onverwijld voorstellen zullen worden aan geboden om de aangevangen Grondwets herziening te voltooien. Dat was inderdaad het eenige, dat inde gegeven omstandigheden nopens den te verwachten arbeid der Slaton-Generaal voor dezo zitting van korten duur kom worden gezegd. Warm klinkt de toon waar H. M. de vurige bede uit, dat God de wijsheid mo ge schenken, onmisbaar om ons dierbaar Vaderland in deze moeielijke tijden voor inzinking te behoeden. Zij dit ook bij voortduring de bede van Neerland's Christenvolk!" De Nederlander merkt op, dat bet zich liet verwachten, dat ditmaal de troonrede zoor sober zou wezen. „Slechts de noodige tweede stap op den weg naar de Grondwetsherziening heeft de heden geopende zitting noodig ge maakt en uitteraard ging het Koninklijk woord zich schier geheel tot dit onder werp beperken. Toch niet volkomen. Ten eerste wordt maar ook dit spreekt volkomen vanzelf heengowc- zen naar de opening in September, die omtrent het. regceringsprogram zal inlich ten. Maar bovendien klonk reeds thans een 1 woevondig geluid, aankondigend wat slraks in bijzonderheden zal moeten wor den uitgewerkt. Das, na de vorming van een nieuw kabinet en de opstelling van het program, vorden de gedachten precies omlijnd. Nu roeds klinkt de toon vol ernst, dat „ons dierbaar vaderland in de ze moeilijke tijden voor inzinking moet worden behoed." Moge gansch ons volk den ernst ver slaan. die in deze sobere woorden spreekt. En mogen al meerderen vol innerlijk medegevoelen den klank vernomen, die door de somberheid wordt heen gemengd <n die opwijst naar God, van Wien al leen de wijsheid ons geworden kan, noo dig in dezen zwaron tijd." De liberale N. Grt. wijst op de zoet ernstige zin, die in den mond der Konin gin een bijzonder beteekonis heeft: „Het is Mijne vurige bede, dat God ons de wijsheid moge schenken, onmisbaar ©m ons dierbaar Vaderland in deze moei lijke tijden voor inzinking to behoeden." „Voor inzinking te behoeden". Nog nimmer is zoo sombere klank in oen troon rede van onze beminde Voretin vernomen. Dit. hooft ócn goede zijdo. Voor deze woorden blijft het Kabinet, zij het dan ook demissionair, aansprakelijk. Het heeft, nu aan den heer Ruys de Beeren- brouek do opdracht tot kabinetsformatie ie gegeven, de verplichting, krachtig me de te werken om die inzinking te voorko men. En aangezien die inzinking uitslui tend betrekking heeft o,p onze economische kracht, aanvaardt dus liet Kabinet van nu of van de naaste toekomst den dringenden plicht tot zuinigheid. Sympathieker is Het Vaderland, dat o.m. schrijft: „Deze Troonrede mogo onbelangrijk zijn, 'do Regccring heeft de gelegenheid toch aangegrepen om den ernst dtfr tijden Scherp te belichten. Het afsmeekon yan wijsheid, „onmisbaar om ong dierbaar Va derland in deze moeilijke tijden voor in zinking te behoeden", legt getuigenis af vat? het b.eeef, dat de economische toe stand zeer ongunstig ia. Het nieuwe of gereconstrueerde Kabi net zal voor oen uiterst moeilijke en on aangename taak staan. Mogo het daarvoor niet terugdeinzen. Op den steun van allen, die het wèl moe nen. met. ons land, kan het daarbij reke nen". Tenslotte de volgende spijtige toon uit de „N. Rett. Courant" (lib.) Het is eone eenigszins zonderlinge ver tooning gowoest, do Koningin eone Troon rede uitsprekend, gesocundoord door een demissionair kabinet. Een demissionair kabinet, sinds enkele dagen. Men krijgt don- indruk, dat de groote onzekerheid, die bet kabinet-Ruys in zijn ganschcn levensduur heeft beheerscht, aan bet ministerie tot op bet allerlaatste oogonblik is bijgebleven. Lang heeft het zelfs tusschon aftreden en aanblijven ge weifeld. Toon werd aangekondigd, dat de Koningin deze formeel© zitting van de nieuwe Kamers in persoon openen zou, en de opening van de belangrijke zitting, die in September beginnen zal, aan eene com missie zou overlaten, moet het. ministerie nog het voornomen hebben gehad, niet af te treden. Dan ware er reden, te over ge- woest,. het eerste aantreden van de nieuwe Kamers te doen plaats hebben met eenc rede van stavast, door de Koningin zelve uitgesproken. Het kabinet, doodgewaand, doodverklaard* uit zijn asscho herrezen! Vol levensmoed, en met een nieuw pro gram, waaT Nederland van te kijken zou staan! Dat zou wat geweest zijn, en men begreep dat de regeermg er prij6 op ge stold had, dat de Koningin, door hare persoonlijke verschijning te midden van de volksvertegenwoordiging, aan de plechtig heid klem zoude bijzetten. Maar nu? Nu het kabinet, eindelijk, bij na veertien dagen te laat, heelt gedaan wat. reeds voor de verkiezingen kon worden verwacht, en voorspeld, nu het ka binet zelf tenslotte nok heeft begrepen, dat zijn tijd van vertrek was gekomen, nu was plotseling van de plechtigheid alle fleur af. De Koningin stond daar te mid den van de nieuw gekozen Staton-Gene- raal; Zij zag er vele vreemde gezichten; Zij kwam, en Zi] ging, doch, wonderlijk genoeg, Zij Jiad bij deze eerste ontmoeting niets niemendal te zeggen. Indien men het heden uitgesproken troonredetje van de franje ontdoet, blij ven er slechts twee zinsneden over. „Ter voldoening aan het. grondwettelijk voor schrift, zullen U onverwijld de noodige voorstellen bereiken om het aangevangen werk (der grondwetsherziening) te vol tooien. Ik verklaar de zitting der Staten- Generaal te zijn geopend". Veilt teut. De regeering had, dunkt ons, der Koningin dezen gang naar het Binnenhof wol kunnen beep aren. KERK EN SCHOOL Generale Synode de^ C'hr. Geref. Kerk. (Maandagavond aan den vooravond van do Synode werd door Da. J. W. Geels van Apel doorn in het- kerkgebouw van den Singol te Dor drecht een ure des gebeds geleid. Als tekst had De. Geels gekozen Habakuk 3:2: „Uw werk, Koero, behoud dat in liet leven in het midden der jaren". Spr. wees do aandachtig-luietorend© schare op dit woord als op oen bede om de openbaring en bovrijding der Kerk, die doo den profeet oot* moedig erkend, biddend begeerd en hoopvol vor* wacht wordt. In het oudeBondsvolk Israël spiegelt zich af de geschiedenis der Kerk. Israël iö oen wondor- volk, gelijk t wonderlijk geworden is uit Sara. En al is dat volk nu verstrooid, nochtans zijn 't kinderen der beloftenia. De Gemeonlo des Hoeren is het geestelijk Israël. Dan wijst Spr. er op, hoe Nederland is ge weest en nog is oen schouwplaats van Gods ge nade. In verband hiermede wordt herdacht, de grooto Synodo van 1618'19 in diteelfde Dor drecht gehouden. Laat ons nu niet twisten, 't Is niot ons werk, maar Gods werk. Wij mogen geen oor deel vollen «ver andoren, dio naast ons 6laan. Laat ons liever schreien over do breuk o Sions, ons veroofcmoodigon voor God en mot Habakuk bidden: „Uw work, o Hoer, behoud dat in het leven in hot midden dor jaren". Israël had velo vijanden maar ook de Kork des Heorcn hooit er vele, vooral in onze dagen. Steeds moer wordt wakkor do geost der rovo* lutio die roept: „Laat ons Zijne banden ver scheuren en Zijne touwen van ons werpen". Er is in onzen tijd geestelijke afval, ook in ons Kerkelijk leven: die afval zal eindigen in strijd, in steoomen blcxxls. Wal is «r in onae dogen allerhande godsdienstzin, maar er is zoqi wow aog godzaligheid. Er is ®oo veel dor f omvalt*» me en rechtzinnigheid, aooveel verdeeldheid onder Heoren volk'. Och, mocht 't anders worden» Laat 't zien, dat God mot u is. En van waar zaïllen wij nu vrijmoedigheid bekomen, noodig in dezo ure dos gobeds? Goda werk ligt vast in Zijn welbehagen en wordt uitgewerkt door Zijn genade, Jezus Christus is onzo groote Voorbidder en do Heilige Geest werkt in ons hot gobed tot een Dried enig God. Do Gemeente rong Psalm 138:4, waarna D«. Geels vorder ging. ,Do Heor is zoo go- trouw als sterk". Daarom ia er hope voor do toekomst. Wol zijn we zondige mouschen, maar toch medearbeiders Gods. Dagen van inspanning wachten ons. Belang rijke zaken komen aan do orde. Laat ons niet roepen als de Joden: „Des Hoeren tompol, des Hoeren tempel rijn wij!", maar laat ons als Kork onz» roeping verstaan en dankbaar er* kennen het werk Gods in ons vaderland ook naast ons. Laat ons zijn een biddend volk. De gevaren dreigen niot alleen van buiten; de meeste en grootste gevaren bedreigen ons van binnen uit, omdat wij zondaren zijn, _Dat er komen mogo een geestelijke opbloei onder al Gods volk. Ten slotte nog eén vraag :Is Gods werk ook in U? Gewichtige vraag voorwaar, welke be* slist over ons loven, over ons eeuwig wel en w;ee. Is het beginsel des levens in u? .Het voor* naameto boven alle6 is to rijn een kind van God. Niet allocn moeten we woten medearbeid dors Gods to zijn maar voor en boven alles, dat onze namen geschreven zijn in hot Boek doe Levens des Lams. Dan ging De. Goels in dankgebed voor, waarna nog werd gezongen Psalm 90:9. Diep onder den indruk van doze ernstige ure verliet de schare het bedehuis. Dc Hernhutters. Mr. C. F. Schoch te Amsterdam d'oeR mede, dat hot Noderlandsch comité, dat de oproeping rondzond voor oen gedachtensgave voor het Henvhuter Herdenkingsfeest, 1.133.368 R.M. naar Hernnhut heelt kunnen overmaken. Het tekort in Hornnhut bedroeg op 31 December 1921 665.000 R.M. Dat is dus ruimschoot» gedekt, alleen jwïk door do giften uit Nederland, Dc bezuiniging. In do gemeente Waddmxvocn had, naar 'do N. R. Crt. meldt, het bestuur eener Christelijke school plannen gemaakt voor den .bouw eener, inderdaad wel noodzakelijke, nieuwe school. Een plan voor een schodl mot zeven lokalen, met teren ongovecr een kkine ton koetendo, kon deswege niot db goedkeuring verworven van den Inspecteur van het L. 0. en de toren word al spoedig van hot bouwplan geschrapt. Dit bleef evenwel nog te duur, wijl het school bestuur niot aamtemeljk kon makent, dat hot voor do oan plaats vragend© kinderen zeven loka len zou behoeven. Op grond van do bezwaren vaji het Gemeentebestuur en van hot Schooltoet zficht, htooft d«t Mitaibtor, aan wien hot plan krachtens hot Stopwetjio was toegezonden thans beslist, dat mot vijf lokalen van ten hoogste 48 leerlingen moot Worden vofetaan. Waarborgen. Mon eehrijft aan de Rotterdammer: Het is, ook voor do School, oen groote teleur stelling, wanneer men na een benoeming, tot de overtuiging komt, dat men zich in de kouzo van oen onderwijzer vergist hfeeft. Het is daarom ver standig van een Schoolbestuur, dat het roods in do advertentie der oproeping aanduidt van welke richting do onderwijzer moot zijn, tot welke Kork lidj moot bebooron, enz. Dat kan heel wat onaangenaamheid voorkomen. Uit do moeste ad* vertentios spreekt gelukkig nog vertrouwen in de eerlijkheid dor sollicitanten. Toch kan oen So* stuur er in vliegen, niot door gemis aan eerlijk* Leid, maar door do beginsel-onkunde der solli-: eitantfcn, minder bij hen die tot een Geref. Kerk, moer hij hen, dio tot do HoiYormde Kork bohoo- ren. doch eerlijk gezegd: hot komt voor bij boido. Om teleurstelling te voorkomen, rijn or School besturen, die bij de oproeping .plaatsen: „Lid van een Geroformobrdo Kerk; in het onderwijs zich gebondon achtend aan do Nod. Geloofsbe lijdenis", of: „sollicitanten moeten lid zijn der Hervormde of van oen Gerof. Kork, dio allen be* roid zijn de Formulieren van Lenigheid to on* dartedkenen", of:- ^Herronmd. van overtuigd Gereformeerde beginselen." Hier is het terrein, waar angels en klemmen verborgenliggen. Dr. Jennes, indertijd districtsschoolopziener te Rotterdam, bezocht eens een School in de buurt van die stad. Na rijn inspectie zei hij tot hot hoofd dor School: „Die mijnheer K. is een supe* rieure onderwijskracht; bij sollicitaties voor hoofd mag hij zich op mij beroepen; was hij openbaar onderwijzer dan zou ik door mijn mede* working hem binnen zes maanden een mooie botrekking als hoofd der School bezorgen". Diezelfde onderwijzer solliciteerde bij de Scho len mot den Bijbol velo malen tevorgoefs. Waan om? Hij was belijdend Ikl der Geref. Kork, on* boTispcüijk. Op poli blok: gebied democratisch, op kerkelijk gebiod ietwat intolleetuool. Hij kon hot een dominéé niet vergeven, die voor den lOden of den 20sten keer, misschien van hotzelfde ver* go#i© blaadje dezelfde Gatfochismi^-preek las. Dan moet je op een dorp ritten, dan verdroog je, dan versuf je geheel, Sommige dominéés vrees» den hom en dat wordt gauw ruchtbaar. Voor gezonde samenwerking is noodig vertrou» wen en overeenstemming. Dat bevordert men wel niet door een op|roeping m»t beperkende bepalingen, doch men voorkomt een misverstand. Die Ix'porkende bepalingen hebben niet allo oen edele sfcrokking. Ik kan me leden van een Gerof. Kjork voorstel len, dio 't niet hartelijk vinden te moeten ver* klaren, dat zij zich in bun onderwijs gebonden achten aan de Nodorl. Geloofsbelijdenis. Dat spreekt toch vanzelf? Waarom vraagt men dan dat? Om 'le enkele Ehtsich-Gereformoorden om een enkelen verdwaalden hypocriet? En danbereid de Formiilioren van Eenig- lieid to ondorteekenen. In do Kerkelijk© wereld heelt dat nog iets te boteekenen' niot voel bij wijze van Kerk rechtelijk contract. Maar voor onderwijzers? Foei,boo antiok I In de lcringon der Horvonndo Gereformeerde Staatspartij j—type Gravomoijer on Hagen to Amsterdam dweept men met de onderteek©* ning der Formulieren. Dio moenen, dat daarmee Nederland gered is. Eén hunner predikanten spak eens: „De tijd moot terugkeeren, dat. zelfs onzo klepperman en onze vuilnisman do Formu* lioren van Eenigheid ondorteekenen". Zulko dingen moet men niet vragen van men* echen, van wio we bijna zeker weten, dat ae de Formulieren van Eenigheidv nooit gelezen heb* ben. Wio hooft do Formnlieroeu van Eonigheid ge lezen? Ga eons pp informatie uit? Stel eens een onderzoek in? Niet één percent vaa onzo belijdend© men* schen, ©f van onzo onderwijzers. - Aan één onzer Scholen mooet het vorige jaar oen onderwijzer voor de hoogste klasse benoemd worden. Op het drietal stond een jongeman, die lid was van ©en niot Nedorl. Kerk. Zijn proefles was bost, de inlichtingen waren goed, maar zoo de jonge man niot Gereformeerd was, zou dat. én voor bom én voor de school on profijtelijk rijn. „Kent gij de Formulieren van Eenigheid? Weot gij. wat mon daar ouder verstaat? Hebt gij ze wel eens gelezen" word hem gevraagd. Hot antwoord was ontkennend. „Hebt gij bezwaar ze te lozen, en ons na oon week persoonlijk mee to doolon, of gij u in uw ouderwijs gebonden acht aan die Formulieren?"- Do jong® man kreeg elders een benoeming, maar liet dat Bestuur niet los. Hij las de For mulieren met een potlood in de hand, mot ©en critisehen blik. En het antwoord? 't Was oor* lijk en oprecht. Housch beschamend Voor z.g. Ethisch-G-orefor*. moerden. En volstrekt niet uit eigenbelang, want de jongeman nam ten slot© een benooming naar el ders aan. Het antwoord was: „Be kan me geheel vcr- eenigen met de Formulieren van Eenigheid. Zon* dor or van bewust te rijn ademde mijn ouderwijs cok dien geest." „Tot nrijn verbazing", zei dio jongeman ons, „bemerkte ik, dat ik, Hernhutter-Confessioneel, Gereformeerd of Calvinistisch was. Wat ben ik nu eigenlijk?" Wij gaven hom daarop geen antwoord. Wij waren er van overtuigd dat hij een oprecht Chris ten was en als zoodanig aanbeveling verdiende. Uit het Sociale Leven. De Vakbeweging, Naar aanleiding vaa den geweldigen achteruitgang van het ledental der Vak organisaties, schrijft „De Gids" het or gaan van het C-hr. Nat. Vakverbond: Vooral in onze Christelijke Vakbewe ging mocht 3500 iets toch niet voorko men. Wij zien in de vakbeweging toch heel iets anders dan „direct-loonsverhoogings- apparaat". De vakbeweging zien wij toch als oen cultuur-beweging, die de groote taak Iheeft, mede te werken aan de hervor ming van de samenleving naar Christelij ke beginselen en die bij die horvorming aan de arbeidersklasse die plaats wil zien toegekend, waarop zij, gezien haar groo te maatschappelijke botoekenis, recht heeft Dat zien ook onze loden nog lang niot allen in. En beseft men dat niet, dan is er geen geestdrift, geen bezieling om ook in moeilijke dagen met volharding door te workon. Aan de voorlichting en de ontwikkeling onzer leden zal daarom allo aandacht moe ten wordon besteed. Daar zijn .in enkel* jaren tionduizendo nieuwe leden tot ons* beweging toegetreden. Die welen or eigen* lijk nog niete van. Moeten we die het At B. C. onzr vakbeweging niet loeren? He* lijkt ons ©oms zoo vreemd, alios, wat ww 10 k 12 jaar geleden doden, om onze men* sc-hen de eereto beginselen der vakbewen ging te loeren, weer als geheel nieuw W herhalen. En toch, we gelooven, dat het moet. Dat het voor heel velen noodzaken «lijk ie. Leerstoel voor Roreoeopathie? Eenigen Lijd geleden heeft de Medische Fm cultrit te Utrecht den Minister van Ondorwij» met aandrang ontraden oen leerstoel in Ho* Moeopaihk» in te stellen. Bij de bespreking hiervan in de Tweed© Kamer deeklo do Minister mede, dat hij aan do Yoreeniging tot bovordo* ring der Homoeopathic oen schrijven had go» richt met het verzoek een contra-memorie in to dienen, om daarna zijn eigen houding to bepalen. „Homooopatisch Maaudblad" neemt nu dio contrfwnwnorio op. Daarin is te leaen: „Wij meenen, dat de korte inhoud van het rapport der Faculteit hierop neerkomt, dat rij ©p het dubbolo standpunt slaat dat do honnxxn pathische geneeswijze haars inziens geen recht hooft op den naam van wotonschap, en boven* dien, dat oen niet-wetenschappelijk bevestigd therapeutisch systeem niet in aanmerking kan konten, om aan aanstaande' genc-esheeren onder* wezen te worden. „Wij stollen voorop do groote moeilijkheid, om bij een praktisch vak als dat van genooa* heer do juiste grenzen to bepalen van wat we* tori schap is en wat niet. De opleiding tot art» ia gedeeltelijk wetenschappelijk en gedeeltelijk technisch en op de praktijk ingericht, Boido ondordeelen hebben kun eigen ontwikkelingfk gang, waarbij zij gestadig invloed op elkaar uit* oefenen of elkander aanvullen. Hierbij komt och* ter herhaaldelijk voor, (Lat oenorzijds de woten* eclnap zich in een richting ontwikkelt en tot re* sultuten komt-, dio voorshands voor do medisch» praktijk onbruikbaar zijn, en dat anderzijds da praktijk gur.sligo en praktisch bruibaro rosul* taten boekt, waarmede de wetenschap voorloos pig geen weg west. Zelfs is het in de therapie oer regel dan uitzondering, dat de ompirisch» resulaten der medische praktijk oerst na lang* durijg on geduldig wetenschappelijk onderzoek oolc hun wetenschappelijke fundeering ontvangen^ Verreweg db meeste officieel aangewende gene et middelen en genieeeimethodon zijn aanvankelijk empirisch gevonden, en nog steeds rijn de» niet allo wotenschappoHjk gefundeerd. Wo fcerinr neren hierbij slecht» aan de chinine-thcrapio do» malaria en aan de salicyl-thorapio van het acuut gowrichtsreuma. Zoo kan men moeilijkt hot go* keelo arsenaal der dermatologisch© therapio al» wotensch appel ijk gefundeerd beschouwen, of d» chirurgische t-horapio wetenschappelijk noemen, al gaat. rij uit va.n door andere ondordeelen dor medische wetenschap gevonden feilen. Toch wordon oolc al dezo niet wetenschappe* lijk© maar ompirisch als juist erkende methoden aan elk© Medisch© Faculteit zeer terecht deel» als afzonderlijk vak, deels als onderdeel ged/w oeerd. „Om dezo reden alleen reeds moenen Vij, dat de Faculteit in haar 6lelling dat de komooopa* thischo therapie geen wetenschap zou zijn, geen voldoende argument geeft, om do wensckolijk* hoid van het docec-ren dozer therapio te ontke» i»n i „En overigens bepaalt do Faculteit zich to4 uitspraken als „het is ons niet bekend", „liet komt ons voor". In verband met deze uitspra* ken nu, moeten wij - tot onzen spijt verklaren,, dat het golieele betoog der Faculteit Ion did* (lelijkste blijk geoft, dat d© opstellers hot wo» zen dor Homooopathie niet konnefiniet op de hoogte rijn van hare historische ontwikke» ling en onbekend zijn met haar tegenwoordig zeer uitgebreid© vaklitteratuur. Trouwens eon gTondige kennis der Hoiuoeopatie kan van d» leden dor Medische Faculteit niet verwacht wor* dien. Ze behooren allon op een speciaal- terrein der medische wetenschap tot do cere ten in don lande, zoo niet ter wereld. Do homoeopa tie is in den loop van moer dan oen oeuw tot een afzonderlijk vak uitgogiroehf met een zeer uitgebreide litteratuur. Om teft ©en goed begrip en juiste waardeering der Ho* moeopnthie te komen, is oen langdurig© theoro» tjüsche en practischo studie noodig, duo bui* ten hot epeciale terrein van etudie dor faculi toit6leden valt. Een dergeljke studie kan van hen: niet verwacht worden, te minder, daar rij blij* kciia hun oigon uitspraak uitgaan van de veron* dors telling, dat d9 Homooopathie is te beschou* wen als het geloof in een dogma. Wij zien hiorirt dan ook een reden te m -er, om aan do studie der Homooopathie, op welke wijze dan ook, een plaat» in t© ruimen jiaaat de ander© onderdoe* Ion der Geneeskunde". FEUILLETON. De Germaansche gevangene Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. 67) Daar vergaderd o het volk zich in zijne gezinnen, terwijl de priesters, staande op de treden van het voorhof, bi] muziekin strumenten hun heilige liederen aanhieven. Wanneer do muziek zweeg, wuifde de rae- migto met vruchten en palmtakken, en de heilige vöorhovon weergalmden van 't ge juich onder zang on dans. Al de vreugde yerccnigdo do waarde van het familieleven met den dienst van God. De vreugde van den oogst, do vreugde der rust van den arbeid, van eco tehuis na lang omzwerven in herinnering aan het eerste fcost,dor loofhutten door de vade- *en te Succoth gevierd aan 't eind van don bangen tocht door de woestijn, was alios symbolisch gemengd in deze dichter lijke feestviering. En menig dieper-ziend oog, dat de vergankelijkheid des menschen had opgemerkt en ter harte genomen, zag een beeld van hot ware karakter der aard- edhe tehuizen in dio hutten, luchtig saam- gesteld, straks weor opgebroken; hoorde in do diepe muziektonen het lied der oude •AiiJMi* klinken»; „Ik ben een vreemdeling bij u gelijk mijno vaderen," en dacht aan do eeuwige rust. Zelfs Cloelia Diodora stolde (naar Laon meende door aangeboren vrouwelij ke nieuwsgierigheid) eenig belang in deze wonderlijke verandering van de stad in oen bosch. „Enkel legende van oen zonderling, bluffend volk!" antwoordde Laon op haar vragen. „Wat wilt ge welen? Ze hobbon een overlevering van een jarenlangen zwerf tocht, door do woestijn, waarbij brood uit den hemel zou geregend zijn, en water uit de rotsen sprong. Allo volken hebben zul ke vorhalen over hun oorsprong in een vergelegen land; alle even duister on won derlijk. Alle volken hebben meer of min der geheimzinnigo feesten voor de inza meling van den oogst in de lente en den herfst. Alleen dat volk heeft zijn geschie denis :liandigor dan de andore saamgewe- ven met den natuurdienst; en zijn feesten zuiver gehouden door er families amen- komsten van te maken." Doch dat gehcelo feestelijke tooneol maakte diepen indruk op den geest van 't Romeinsche meisje. Dit wekte niot, als an dere feesten, een gevoel van afkeer bij haar. Er klonk een toon van vurige vader- Halnfdsliefde en godsdienstige plechtigheid bo ven alles uit. Daarbij kon ie nooit dfl heilige lied®»j vergeten, die zo van den ouden Jood te Rome gehoord had. Zij vergeleek deze na tionale vreugde met den glans van blijd schap, dien zo op zijn gelaat gezien had. Telkens weer vroeg ze Biguna om haar elke bijzonderheid van zijn laatste uren te verhalen, gelijk een klein kind onop houdelijk zijn geliefkoosd geschiedenis je hooren moet. Het verhaal van de gro-ote helderheid van geest, waarmede die stervende den dood tegemoet ging; van vrees zooals Si- guna nooit bij 'eenigon stervende opge merkt had; van hoop zoo sterk als bij geon ander volk word gevonden; van eer bied en liefde voor Eén, dien hij in de on zienlijke wereld ontmoeten zou, ging Dio dora boven alles. En hier, in do feestvierende stad, bij dien tempel waarheen de oude man bid dende steeds het aangezicht richtte, kwa men de klanken van zijn zwakke Gtem tot haar, als echo tusschen hot gejubel dor menigte; zoodat ze op zekeren avond tot Siguna zei de, als eenmaal tot Laon in de grot der Euineniden: „Hier zou ik willen leven en sterven. Indien org ens, dan is hier do toegang tot de onzichtbare wereld." Geen van beiden begreep iete van de godsdienstige plechtigl#den, die het feest vergezelden. Waaro-m werd niet elochts 9ÜC! en wijn, maai ook het blood xan dat offerdier geplengd? Waarom niet enkel korenschoven en goede vruchten geofferd? Dagelijkech werd een leven gebracht; dus niet enkel rust en vreugde, maar ook moeite en dood! Do dienst in dezen tempel was geen bloemkrans dio een koud ijspaleis tooide ©n een gapendon afgrond aan den blik onttrok. Hij durf do bet leed -der monsch- heid onder de oogen te zien; zich meten met het nameloos wee dat aller hart ver teert, allen afzonderend van het instinct matig loven en van do heilige bovcnaard- sche liefde. Hij durfde die schrikkelijke scheiding zonde noemen; overtreding van de goddelijke wet, val uit het ideaal van goedheid, afkoeren van den lovenden God. Hij durfde deze aarde noemen, niot een paradijs, maar een woestijn; de mensch- Iheid bannelingen en pelgrims, en alle ge slachten verwijten dat zo verloren had den iels dat ze konden en moesten .bezit ten. Hij durfde getuigen van zonde en be hoefte aan verzoening, door do voortdu rende offeranden in den tempel. En toch durfdo deze godsdienst terzelf der tijd doior den mond dor profeten ge tuigen van de waardeloosheid-in-zichzolve 'dezer offeroanden; onvoldoende om Hem te behagen, dio alleen voldaan werd dooï zelf-offerande, door don dood dor zondo en het leven der rechtvaardigheid, door af- laton xftü het kwada en najagen yüu het goede. Van dit alios verslonden beide vrou wen nog weinig. Laon-rdie zich gedurig onder do menigte begaf, ongeduldig om lijn reis te vervol gen, maar temidden van de algemeene op gewondenheid der feestvreugde daarvoon geen middelen vindende, begon te bemer ken dat de menigto voortdurend iets bij zonders verwachtte, iets of iemand zonden wat of wien de vreugde niet volkomeni was. 'fc Was geen, luide, vinnige woordenwis seling over Óen of andere staatkundig* gebeurtenis, die allen tegemoet zagen. Ook! geen sombere, troteclie woorden, waar Lm saamgezworen word legen de gehate Ro meinen. De steeds schipperende stadhou der nam daartoe zooveel mogelijk alfcf voorwendsel weg. 't Wingewest was ma tig, al brandde ook een vulkaan ondor de oppervlakte. Do politiek van Tiberius, om zoolang mogelijk donzelfdon landvoogd im een wingewest te laten, opdat de tolleiwy- ren, die er werkten, niot al te voel bloed zouden afzuigen, was in zekere malo getv, slaagd. Do standbeelden van Caesar cn cM heilige adelaars wordon zorgvuldig bu&y ben de wallen dor stad gehouden, :«J(' '(W.Qrdt YerYolsrd.V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6