Dagblad voor Leiden en Omstreken.
WL-Jezeniilenvya.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
r IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN v"'
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL j '2.50
TER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - MAANDAG 24 JULI 1922 - No. 869
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS.
PER GEWONE REGEL a 10.221»
DES ZATERDAGS t lOJOJ
INGEZONDEN RECLAMES DUBB7T TAIilER
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent h|.|
'5a: bij vooruitbetaling. t-r'
V Kabinetscrisis.
We kunnen thans van een Kabinots-
jC T 1 SI
De vorige week heeft, naair gemeld
[wordt, het Kabinet besloten de portefeuil
les ter beschikking te stellen, waarna' H.M.
«de Koningin aan J'hr. Ruys c
ibrouck oen nieuwe opdracht tot
formatie heeft verstrekt.
Het wil .ons voorkomen dat de Minister
raad verstandig deed met dit besluit te
nemen.
In het afgetrokkene had het kunnen re-
S&eneeren, dat de verkiezing in elk geval
;geen votum tegen het Kabinet bevatte,
zoodat het rustig had kunnen aanblijven,
imaar voor de zuiverheid van de politieke
[verhoudingen ©n niet het minst ook in
[verband met de moeilijke periode die we
tegemoet gaan, schijnt ons dit niet de
meest aanbevelenswaardige weg.
De Kabinetsformateur staat nu geheel
vrij en kan trachten op een voioraf vast
gesteld regeeringsprogram met de ver
schillende partijen tot overeenstemming
te komen en mannen te vinden die met hem
bereid zijn ruik een program uit te voe
ren.
Leiden de onderhandelingen niet tot een
[goed resultaat, dan zal H. M. genood
zaakt zijn, een anderen formateur aan te
Wijzen.
Gewichtige dagen zijn thans aangebro
ken.
Het komende regeeringsprogram zal
voor den verderen loop dor zaken in ons
land van de grootste beteekenis zijn.
STERK DOOR ORGANISATIE.
Men kent, zegt de Nederlander,
de klacht, dat zoo dikwijls de Roomschen
de Protestanten vooruit zijn.
Doch men zie wel toe, wat deze klacht
inhoudt en waér de sehuld ligt, wanneer
hier of daar van een misstand zou kunuen
Worden gesproken.
Neem thans het onderwijs.
De novelle-Onderwijswet, noodig om
de bezuiniging maar zeer ingrijpend voor
do scholen, doet ernstig vragen, dat het
toch mogelijk zij om in deze ,gewichtige
zaak het onderwijs-zelf te kennen. In zijn
geheel, als dat kon; in zijn groote onder-
veydeelingen, nu dat niet kan.
Welnu: hier zijn de Roomschen klaar.
De heer Van Wijnbergen herinnert in
Roomsche bladen aan het bestaan van
•„'bet R.-K. Centraal Bureau voor Onder
wijs en Opvoeding", opgericht door het
Episcopaat-
Hij zegt er van, dat dit Bureau o.a. de
Regeering heeft op de hoogte te brengen
omtrent hetgeen voor ons bijzonder on
derwijs van no ode is. De minister van
Onderwijs heeft bij de plechtige opening
.verklaard, alle gegevens en wenschen en
verlangens juist gaarne te zullen ontvan
gen langs dien weg. Zoo zullen nu alle
opmerkingen inzake de novelle gemaakt
aan Roomschen kant, „in een stuk ver
werkt" den minister aangeboden worden.
Ieder ziet, hoeveel invloed zulk een
stuk zal oefenen. Het is één, het is af; het
geeft vat op zich; en Bet wordt door de
grootheid van het gansche Roomsche on
derwijs gedragen
Zulk een stuk geeft aan de Roomsohe
visie een enormen voorsprong.
Is dat onrecht?
O.i. ja. Maar niet een onrecht, door
Roomschen aan Protestantsche visie aan
gedaan. Doch een onrecht jegens het Pro-
itestantsch onderwijs, veroorzaakt door
ide vrienden van dat onderwijs-zelf. Vrien
den, die de eenheid niet hebben gezocht of
(althans niet hebben gevonden.
De Schoolraad het is waar heeft
een rapport uitgelokt; dat zelfs niet wei
nig invloed op het ontstaan der wet kan
hebben geoefend. Dooh1 hij is niet het
„Centraal Bureau" van al het Christelijk
onderwijs in Nederland.
Een ander lichaam is dat ook niet.
Wij hebben geen Centraal Bureau.
Maarde Roomschen hebben dat
niet op hun geweten.
STADSNIEUWS.
Evangelisatie.
De „Zaterdagsche Markt"mag zich
in veel belangstelling verheugen.
Reeds in den morgen gaan velen naar
het marktterrein, om de noodige inkoo-
pen te doen en vooral ook, om voor den
Zondag het huis van b l o e m e n te voor
zien.
Leiden staat wel niet als bloemen
stad bekend, maar er zijn, naar ter zake
kundigen ons verzekerden, toeh weinig
steden, waar zooveel bloemen worden om
gezet als in Leiden.
Ook 's middags is er voor de markt veel
belangstelling, maar de eigenlijke „trek"
komt toch pas tegen den avond, wanneer
zeker ongeveer de helft van de Leidsohe
bevolking zich naar het marktterrein be
geeft, de een om te keopen en de ander
om getuige te zijn van de vaak handige
pogingen van de kooplieden om hunne
waren aan den man te brengen.
En 't is vaak ook een lust om te zien
wat voor kunstgrepen gebruikt worden
om de aandacht te trekken.
Daar staat de man met de sigaren die
allerlei wonderlijke verhalen weet te doen
over de groote verdiensten in de winkels
en de superieure kwaliteit van de rooker-
tjes door hem aangeboden. En ter afwis
seling wordt dan zoo nu en dan een sigaar
„geopend" om de verbaasde toeschou
wers te doen zien do voortreffelijke grond
stoffen die gebruikt worden.
En al pratende en schreeuwende en de
mons treerende wordt het cene kistje na
het andere verkocht. De bezoekers zijn
voldaan over. wat ze hoorden en de koop
man strijkt met welgevallen het geld in
zijn laadje.
Daar staat de man met de parapluies.
Met een sterk Duitsch accent, vertelt hij
van het vernuftig mechaniek, dat het mo
gelijk maakt met zijn regenschermen re
gen en storm te trotseeren. Open vliegt
de parapluie; zij wordt naar buiten om
gebogen en op hetzelfde oogenblik weer
dichtgeslagen.
En dan begint het: Niet fier gooiden
meinen herren, niet drie gooiden, maar
en dan daalt hij af tot hier of daar een
hand omhoog gaat en weer een regen
scherm van eigenaar verwisselt.
Met open monden staat het publiek te
luisteren, naar de geheimen van deze
wonderp ar apluie.
Oude menschen wagen zich in het ge
drang om ook te kunnen luisteren naar
de verhalen die de Duitecher weet te doen
eu jonge moeders laten een oogenblik de
kinderwagen in den steek.
Er valt veel te h-oo ren en te beleven op
de markt.
Zoo gek kan men 't niet bedenken of
met kan heb op de markt koopen.
Toch ontbrak er tot op dit oogenblik
nog iets.
De Zaterdagsche markt, waar zich de
duizenden verdringen bood tot nu toe al
leen stoffelijke zaken. Men kan er koopen
alles en nog wat, het fijnste kant even
goed als het ruwe oudroest, maar de din
gen die blijven, die werden tot nu toe op
de markt niet aangeboden.
Zoo kwamde Evangelisatie der Go-
ref. Kerken tot de vraag of het niet tijd
werd ook temidden van het marktgewoel,
het licht van het Evangelie te laten schij
nen.
Die vraag werd toestemmend beant
woord en zoo kon men Zaterdag op den
Nieuwen Rijn dan ook de tent vinden
waar de Commissie hare waren telao op
aanbood maar ook,voorzoover mogelijk,
teksten, tractaatjes, enz., om niet ver
spreidde.
Klein was 't begin.
eer Uie berichtend&(onzelanlorenen
v 'erkpJaaisen wegens dejaarlükscrv? vacanlk
Gnonsperjoneefvan «27 J'jU-5 /l'jp
9 5 óejlolen zullen zijn
ey&oóachlencf:
*.^P/Q.cIeOink&^
De tent heeft oen zeer bescheiden om
vang en zij was niet geplaatst in het
centrum van de marktdrukte.
Maar zij was er en naar wij vernamen
viel over gebrek aan belangstelling niet
te klagen.
Er was belangstelling van de zijde der
vrienden, die voor de totstandkoming van
dit werk hadden gearbeid en gepleit. Er
was belangstelling van het meelevende
publiek, dat zich verrast toonde, dat met
dit werk reeds thans een aanvang werd
gemaakt.
Maar er was ook belangstelling van
andore zijde. Geconstateerd werd, van de
zijde van het publiek dat het „oude ge
loof" dan toch nog niet dood was, en dat
ihet zich zoowaar nog in het. publiek durf
de vertoonen. Boekjes en teksten en pla
ten werden door vele voorbijgangers
meestal met graagte in ontvangst geno
men en de verkoop was naar men ons
•meedeel to voor den eersten avond niet
onbevredigend.
Er werd niet gesproken. Straat-
prediking ligt wel in de bedoeling, maar
voor ditmaal had men niet een „spreek
plaats" gehuurd. Men kan n.l. plaatsen
'huren waar de artikelen wel en waar ze
niet mogen worden aangeprezen.
Een moeilijkheid hierbij is, dab over den
inhoud van de aangeboden lectuur in ver
band met de beperkende bepalingen van
de polifcie-verordeuing niet mag wer
den gesproken. Er isdus heel veel bacb
noodig, niet alleen om het juiste woord te
vinden, maar ook om niet met de politie
verordening in botsing te komen.
Toch zal naar wij verwachten in het
vervolg wel een „spreekplaats" worden
gekozen. Waar indereen het woord voert,
mogen de belijders niet zwijgen.
De „tentbewoners" waren over den eer
sten avond niet ontevreden. Het eerste
zaad is gestrooid en van tegenstand is
niets gebleken.
Wel echter, deelde men ons mede, dat er
nog verschillende onvervulde wenschen
zijn.
De t e n t is er, maarhet zeil
doek is nog niet betaald. Wie verrast de
Evangelisatiecommissie met een grootere
of kleinere gift?
Reeds vroeg in den avond moest voorts
de tent worden opgebroken, omdat de
(noodige verlichtingsartikelen ontbraken.
Een voor dit doel geschikte lamp is nood
zakelijk, maarwie zal dart betalen?
Dat zijn al een paar punten van be-
Maar van meer belang is tooh neg, dat
glfcschikltet personen zich voor dit werk
als vrijwilligers komen aanbieden.
Men kan niet vergen, dat een paar broe
ders en zusters al het werk doen, en dan
bovendien nog de financieele lasten gaan
dragen, en wij twijfelen dan ook niet, of
het zal blijken dat er voor dezen arbeid
niet alleen belangstelling is in woor
den maar ook in daden.
Met genoegen hebben we gezien, dat het
door de „Commissie voor Evangelisatie"
gegeven voorbeeld, aanstekelijk heeft ge
werkt.
Ook de Stadsevangelisatie „Jeruel",
was op de markt met bijbels en evangeli-
satielectuur.
Deze tent had een plaats gekregen tus-
6chen Koombeurs en Beschuitsteeg.
Hoewel van meer bescheiden omvang
als die der Evangelisatie van de Geref.
kerk, liep ook deze tent goed in het oog.
Op de met wit zeildoek overdekte stal
ling, prijkte met groote duidelijke letters:
„De straf die ons den vrede aanbrengt
was op Hem!"
Worde ook dozen arbeid door de men
schen gesteund en door God den Hee-
re gezegend.
De bclastingquaestie in Leiden.
De gemeenteontvanger te Leiden heeft
aan een groot aantal belastingplichtigen
een aanslag tot navordering van te wei
nig betaalde gemeentebelasting voer het
belastingjaar 1919/1920 uitgereikt. Een
aantal van deze aangeslagenen hebben een
actie tegen deze invordering op touw ge
zet geleid door den Centralen Midden
standsbond; rechtskundigen bijstand ver-
leenen mrs. F." K. de Haan en A. J. Ro-
mijn.
Nadat een waarschuwing en een aanma
ning tot betaling aan de belaetingschuldi-
digen was gedaan i§ de ontvanger den
13en dezer er toe overgegaan de dwangbe
velen te dioen beteekenen.
Daar het hier een principieele quaestie
betreft en de beslissing van één zaak mede
de beslissing van alle andere zaken betee-
kent hebben de procureurs van de belas
tingschuldigen zich in verbinding gesteld
met den procureur der gemeente ten einde
besparing van noodelooze kosten een van
de circa 120 zaken door de Rechtbank te
doen beslissen en alle andere tot de uit
spraak op deze eene te doen aanhouden.
De gemeente heeft geen termen gevon
den om aan dit verzoek te voldoen.
De genoemde rechtskundigen zijn nu te
gen het aan de aangeslagenen uitgebrach
te dwangbevel in verzet gegaan en hebben
den ontvanger gedagvaard tegen Vrijdag
28 dezer te verschijnen voor de arrondis
sementsrechtbank te 's-Gravenhage.
De rechtsgeleerden meenen dat de bil
jetten van navordering te laat zijn ver
zonden en de belastingschuld derhalve if
verjaard. (H.B1.)
De heer G. H. v. Leeuwen uit Voor
schoten slaagde alhier voor het Mercurius-
boekhouden-diploma.
De heer v. L. is een leerling van den
heer Piinacker te Voorschoten.
Door de N. Z. H. T. M. em de M. E.
T. zijn op de lijnen van Leiden naar Kat
wijk en Noorwijk, van Leiden naar Heem
stede en van Leiden naar Den Haag in de
afgeloopen maand respectievelijk vervoerd
281.052 pers., 59.704 pers. en 132.498
pers.
De opbrengst bedroeg respectievelijk
f55.190,38; f 18.025,23 en f 26.075,47 to
gen in dezelfde maand van het vorige jaar
respectievelijk f52.398,68; f16.445,57 l/s en
f 23.693,77.
Zaterdagavond vielen twee dronken
jongelui op de Haven herhaaldelijk voor
bijganger lastig; toen ze echter zekeren
d. 1. R. de pet van 't hoofd trokken ont
popte deze zich als een amateur-boxer, die
een der straatslijpers in een ommezien
out-knockte. De man viel bewusteloos op
straat en moest in een naburigen winkel
worden bijgebracht.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 24 Juli 1922.
Dat leek me niet precies in orde Zat eri
dagavond. 1 i
Ik zag daar op de Zaterdagsche markt#»
een tent van de Evangelisatie der Gereo
Kerk, vanwaaruit men het helderste lichffr
over de donkerheid dezer tijden wil lateul
uitstralen.
En die tent stond zelf in het donker.
Een helder-lieht gevende lamp ontbrak^
En de mannen die met de grootste op?i
gewektheid hun werk dienen te verricht
ten zij brengen immers de b 1 ij d 41
Boodschap waren niet geheeL;
zonder zorg, omdat het geld voor heb'
zeildoek nog niet aanwezig wa6.
was.
Het gaat hier niet om groote som-
men.
Met kleine steentjes is dit huie
te bouwen.
Als vele handen een weinig helpen
en vele beurzen maar op een kiertje)
opengaan, dan baadt zich de tent in een
zee van licht.
Ik ben benieuwd hoelang deze tent nog
in het donker zal staan en het zeildoek
nog onbetaald zal blijven.
OBSERVATOR.
Een andere alcoholist werd naar het
politiebureau gebracht, waar hij een ent?"
stigen aanval van delirium tremens bleeEj
te hebben. Hij werd naar Endegeest v<£r
voerd.
Toch blijven de kroegen open!
De fabrieksarbeider I. K., die om
hoek 4e Binnevestgracht—Rijnstraat
fiolste 6libte en viel.
De man werd naar het Acad. Zieleen-
huis vervoerd, waar meu een gecompli-
ceerde beenfractuur 'constateerde.
Aangifte is gedaan door Mej. 0. H^j
dat haar op de Markt een taschje inhou
dende haar portemonnaie is ontvreemd.
In de Stedelijke' Werkinrichting zijn
in de week van 16 Juli tot 22 Juli opgeno;
men: 132 volwassen personen en 18 kin-'
deren, totaaal 150 personen.
HET KABINET TREEDT AF.
Het Ned. Gerre&pondentio-hureau meldtq
Naar wij vernemen heeft, de Koningin
op Dinsdag 18 Juli den tijdelijken voor
zitter van den Ministerraad ontvangen tert
mededeeling van het dienzelfden dag geno-
men besluit van het Kabinet tot beschik
baarstolling van de portefeuilles op Za*
terdag 2*2 Juli, en heeft H. M. aan jhr.
Ruys de Beerenbrouck een nieuwe op<
dracht verstrekt tot kabinetsformatie.
Minister van Kaniekcek.
Naar men vernoemt, heeft jhr. mr. H.
A. van Karnebeek, Minister van Buiten»»'
landsche Zaken, daartoe uitgenoodigd;
door dé Zweedsche en Chileensche regeo-'.
ringen, het voorzitterschap aanvaard der]
Permanente commissie van onderzeek en
conciliatie, welke bij verdrag tusschen bci-j
de staten is ingesteld. Aan het oordeel-
van die commissie zullen worden onder-,
worpen alle geschillen, welke niet lange
diplomatieken weg opgelost kunnen wor-,
don, noch naar een rechterlijke uitspraak
hetzij van arbitragehof, hetzij van hot,
Permanente Hof van Internationale Justi
tie verwezen worden.
Bezuiniging.
Aan het personeel der registratie is oen
ministerieele circulaire gericht, waarbijl
voor 1 September voorstellen worden ver-'
zocht, die tot vermindering van 's rijks1
uitgaven en tot bezuiniging kunnen leiden.
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
65)
Zij keerde zich om, maar opnieuw
greep de vuist van de tooveres haar arm
en 't mes bliksemde voor ihaar oogen. De
.vrouw siste tusschen geklemde tanden:
„Ge zijt een spion; omgekocht om mij
aan den keizer te verraden. Maar ge komt
hier niet. vandaan! Ge zult me uw mis
maakt lichaam geven; dat kan ik goed
gebruiken."
Diodora glimlachte kalm en zonder
vrees.
„Dan zult go mijn innigst verlangen
vervullen! Er is een weg, waardoor ge
mij do begeerde geheimen kunt loeren ken
nen. Dood me, dan zal ik weten, en mie-
echion mijn gestorvene ontmoeten. Ik
kom tot u, mijn schoone zuster!"
De forsche greep liet los, en de fiere
gelaatstrekken ontspanden zich.
„Kind!" zei de tooveres na eenige
oogenblikken, „wat ge vraagt kan ik niet
geven! Gij hebt wat ik niet geven kan;
niet aan mijzelve hergeven kan."
De harde handen bedekten het strenge
fcelaat,
„Gij hebt liefde. Alleen liefde geeft zul-
kem moed; geen wanhoop. Toen de liefde
in mij stierf, vond ik ook iots anders dan
wanhoop! Maar liefde ie boter! Ga, en
kom mij niet meer dat verwijten!"
Langzaam keerde do maagd door het
eenzame woud, in de etilte des nachts
naar haar plaats in het Pomaerium terug.
Zij omhelsde opnieuw het marmer en 't
was -haar alsof ze de wang tegen de hou-
de hand barer zuster drukte.
„Zie mijn lieve!" mompelde zij: ,,'k Wil
geen tijding van u koopen voor een prijs,
dien gij niet betaald wilt zien. Ik kom
zeker niet dichter bij u, door toe te nemen
in boosheid!" En spoedig viel ze in een
diepen slaap, mot iets van 't gevoel van
den krijgsman, die na de overwinning op
't slagveld insluimert.
Daar vonden haar den volgenden mor
gen Laon en Siguna, die teruggekeerd
was van haar vruchteloozen tocht om
Olaf te zoeken. Zij bespiedden de kleine
gestalte met het oudachtig gelaat langen
tijd in stilte. Slaap was haar eenige rust
top aarde; dat wisten die beide liefhebbende
harten zoo goed, dat ze bijna' wenschten
haar in den laatsten langen slaap te zien
liggen.
Maar v o p r de volle dag verrezen was,
ontwaakte zij. Half rijzend, half tegen Jt
marmer leunend, reikte zij ieder een hand,
„Hebt ge niets gevonden,?" yroeg zq Si
guna. „Ik heb verloren. O Laon" en
ze wierp zich hartochtelijk aan zijn voe
ten; „neem mij mede naar Athene! So
crates was tevreden met gissingen. Maar
dat betrof alleen hemzelf. Ik moet we
ten! Ergens moet het geheim ontsluierd
kunnen worden; indien er een geheim is!
Laat mij in de mysteriën ingewijd wor
den! De menschen zeggen, dat die ons
kunnen mededoelen, wat na den dood
volgt. Neem mij mede naar Athene, naar
de mysteriën. Ik moet weten!
„Kind"! sprak hij droevig. „Was So
crates niet te Athene? Wat kunnen myste
riën u meer vertellen, dan wat men sedert
eeuwen ihoopt, en wat gij en ik nu moeten
liepen? Er is slechts één weg om tot ken
nis te komen."
Ze zag hem met verwijtenden blik aan,
alsof ze zich verdedigen wilde tegen de
de beschuldiging van lafhartigheid, ,,'k
Weet wat ge bedoelt", zeide zij. „Maar
ik beloofde haar, dien weg niet eigenwil
lig te betreden. Zij ded het mij beloven,
yoor mezelvo en om uwentwil, Laon!"
Zijn oogen werden vochtig.
„Dacht ze dus nog stervend aan ouden
Laon?"
„En aan Siward!" wae 't antwoord. „16
haar wensch vervuld?"
„Eerst had do trotsche jongen zwaren
6trijd met zichzelf; hij wilde zich zelf vrij-
juaken. Hij hcrinnerdq zjck sral zij tot
hem gezegd had jaren geledon in mijn
oude werkplaats. Vrijheid, had ze gezegd,
is beter verworven dan gegeven! Maar
•ten laatste stemde hij toe. Hij verzocht
me u te zeggen, dat hij vrijheid door haar
stervende hand hem ^geschonken grooter
schab achtte, dan wanneer hij ze zelf ver
diende. De knaap werd zoo teeder en ont
roerd als een vrouw, toen hij vornam
dat ze heengegaan was. H'ii zeide dat het
schoonste licht, dat de wereld ooit voor
hem gehad ihad of hebben zou, gedoofd
was."
Siguna, zijne moeder, was door dit
woord niet beleedigd.
XXVI.
Andermaal zeilde Siguna door de Mid-
dellandeche zee oostwaarts. Haar eerste
reis had ze gemaakt als slavin van Ger-
manicus, met haar beide kinderen, even-
teeos dienstbaar.
Dertien jaren waren voorbijgegaan, en
nu waren alle drie vrij.
Siward was eigenaar van de wapen-
smederij te Antiochiö. waardoor hij ziine
moeder, Laon en Cloelia Diodora onder
houden zou. Maar meest trok het hart der
moeder naar het gezin van Hilda, waar
drie vrijgeboren kinderen rondom haar
en Gallias opgroeiden.
Siguna was ornstige^ aa iP£9ilQkkcn>OE
geworden sedert haar vruchteloos zoekon:
naar Olaf. De hoop hem levend terug te
vinden was niet uitgestorven; integendeel*
die was sterker geworden. Eens dat
wist ze zeker zou ze de welbekende
stem hooren! En 't was haar vaste voor
nemen, maar dat ze niemand mededeelde,
om wanneer ze haar, kinderen ontmoet,
had, naar Rome terug te keeren en daat
te blijven, opdat er geen Germaansch ge
vangene mocht binnenkomen, dien ze niet
ondervroeg.
De aanblik der Grieksclie kusten on
6teden riep treurige oude herinneringen
voor haar geest terug. Zij herdacht aan
het schitterend leven, zoo spoedig afgo-
sneden, en de schoone mannelijke gedaan
te, zoo droovig geveld te Epiphane. Ze,
herdacht de verheven vrouw, toen zoo vol'
hoop en liefde, thans door jaren van ver-*
deuking, gevaar, kleingeestige tyrunnie>
onderdrukt, die haar bestaan in eenzaran
ballingsohap te Pandataria voortsleepte^
Ze hoopte, bevend, dat het aandeel, 't;
wolk Hilda in den voorspoed en 't geluk';
had, niet groot genoeg zou zijn om den'
naijver der goden te wekken.
Menigmaal bespraken zij on Laon sa- -
men op welke wijze het mogelijk zou zijn
do arme Diodora eenig bolang in hot lo*
ven te doen stellen. X
(Wordt vervolgd.),