HieutLeidscMfluril Tweede Blad. Zaterdag 22 Juli 1922 Gedenk aan uwen Schepper En gedenk aan uwen Schepper in d® dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb goenen lust in dezelve. Prediker 12: 1—5. Do dagen dor jongelingschap duren niet altoos. Do jeugd en de jonkheid is ij delheid zegt Salomo, waarmede hij niet bedoelt, daifc, het'jeugdige leven oen zondig, ijdel kaïrakter. zou dragen, maar waarin hij one zegt,' dat zij, ondanks haar schoon en heerlijkheid, behoort tot het vergankelij ke leven. Zij snelt weg en vergaat. Zij gaat over in den middag en straks in den avond des levens, en van die toe komst, want. dit verouden is ook toe komst voor de jongeren, spreekt de Pre diker, als hij zegt: gedenk aan uw Schep per in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve. Dat zijn jaren van levenezinking. De dagen, waarin de jongeling van nu klagen zal: ik heb in dezen tijd geen lust, of wilt ge, mijn levenslust is vergaan, en van dio dagen geeft de Prediker in de vol gende verzen een zoo schoon-e en stoute uitbeelding, dat ze in geen andere toke ning van den avond des levens haar weer ga vindt. In dien ouderdom, zoo begint hij, wor den de zon en het licht, en de maan on do sterren verduisterd, en komen, zooals dit in den laten herfst steeds geschiedt, de wolken telkens weer na den regen, zoodaifc do zonneschijn voortdurend achter sombe re sluiers schuilgaat. En in die symboliek doelt de koninklijke ziener op de kwijning der geestelijke vermogens. In don levens avond tooh brandt doorgaans de vlam van het vorstand niet meer in helderen gloed; zinkt de energie van don wil moestal in; neemt de kracht der persoon lijkheid af; wordt het idealisme zwakker; komt er moeheid over het geestesleven, enhoe dieper de avond tot den doods nacht daalt, hoe breeder de schaduw, die het innerlijk licht schuil doet gaan achter donkere wolken. Doch niet alleen het geestelijke, ook en vooral 'het lichamelijke verslapt. Heel dat krachtige, gespierde lichaam ondergaat de weiking der verderfenis, en de' Prediker teekemt die sloopiug „van. den aardscben tabernakel eerst in het beeld Van een huis. In don ouderdom beven, zoo zegt hij, de wachters des huizes, d. i. de krachtige hand verslapt en beeft. In die dagen krommen zich de sterke mannen of steunpilaren, die het dak schragen, want de voet verliest haar kracht en de boenen worden zwakker. In dion levensavond staan de maal- stors stil, want de tanden worden minder en doen haar work niet. Dan worden die •door de veneters zien verduisterdwant het oog verdonkert en de blik verdoft. Dan sluiten zich de twee deuren naar de straat, want de lippen spreken niet ge makkelijk meer. Dan is er een nederig, zwak geluid der maling, want liet eten vermindert. Dan staat de oude op op de slem van eon vogeltje, want het minste geluid stoort zijn slaap. Dan worden de zange ressen neergebogen, want de klankvolle stem verliest haar helderheid en kracht. Dan vreest de grijsaard voor de hoogte want zijn voeten verhinderen hem die te bestijgen. Dan zijn or allerlei verschrik kingen en hinderpalen op don weg, en ziet men tegen het reizen op. Dan bloedt de amandelboom in z'n weelde van sneeuwwitte bloesems, want de haren grijzen tot zilverwit. Dan vindt de jeugd van nu haar beeld in den sp-rink- fcaan, die zichzelven een last is, omdat hij zich zoo moeilijk voortbeweegt. Dan ver gaat de levenslust, eneer nu die da gen komen, gedenk aan uw Schepper, o jongeling. Waarom nu dit beeld der kwade dagen? Niet alleen om ons in doze uitbeelding to doen opgaan, maar om de jeugd tot ge denken aan te sporen, eer -die dagen ko- FEUILLEÏON. De Germaansche gevangene Een. verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. 64) Met onstuimig verlangen begeerde Dio- dora het geheim aan een of andoren too- vonaar te ontwringen; en besteedde ge heel haar geringe inkomen aan hun eischen. Er was veel geld noodig voor de offeranden, die de lippen der go don ont sluiten moesten! Maar geen van allen gaf haar ook slechts den minsten troost. Duitsternis, onverwachte uitstralingen van licht, bloedige offers, holle 6teminen üit de diepte, vluchtige verschijningen, Jil de bombast van geheimzinnige ver schrikkingen, hadden geen van alle vat op haar. Zo doden haar hart zoo min van angst beven, als van vreugde trillen. Hoop zou haar aangegrepen hebben; maar vrees niet. En hoop, zoords zij zocht kon geen enkele toovenaar haar verstrek ken. Zi.i geloofde aan do mogelijkheid van met. deze oude goden dcor sommige ge heimzinnige plechtigheden in aanraking te komen. Maar wanneer de too vena ars dooden opwekten en haar tijding uit men, en dat we! oiti een tweevoudige re den. In de eerste plaats hierom, omdat gij jongeling, niet weet of gij in den kwa den dag wel aan God kunt gedenken. Zeker... er is ook licht ten tijde des avonds. Moz-es was honderd en twintig jaar, en zijn oog was niet donker gewor den, en zijn kracht niet vergaan. Kaleb, de zoon van Jeruime, was vijf en taohtig jaar, en hij kon spreken: „Ik" ben nog he den zoo sterk gelijk als ik was ten dage toen Mozes mij uitzond; gelijk mijn kracht toen was, al zoo is nu mijn kracht tot den oiorlog, en om uit te gaan en om in te gaan" (Jozua 12:11). Johannes schrijft in zijn ouderdom nog zijn brieven, maar dit zijn uitzonderingen, en gij, jon ge van jaren, weet niet of gij straks met alles wat God u gaf, Hem wol kunt ge denken. Dan kan het zoo gansch anders zijn. Uw verstand, (en volgt do beeld spraak van den Prediker), kan verdonkerd wezen, om aan Hem te gedenken. Uw wil- kan verslapt zijn, om Hem te dienen. Uw hand kan kraohtelccs wezen, om voor Hem te werken. Uw voet kan weigeren naar Zijn Huk te gaan. Uw oog kan Zijn Woord wellicht niet moer lezen. Uw o o r kan Zijn prediking misschien niofc moer hooren. Uw stem kan Hem waarschijnlijk niet moer loven, en daarom: gedenk aan uw Schepper nu, in uw jonge dagen, nu gij het doen kunt. Nu hebt ge de gelegenheid. Nu geeft God u den tijd. Juist uw lente is er ge- sphikt voor, want de lente is de tijd om te zaaien, en de morgen, óm met frisscli'e kracht uw werk, ook uw geestelijk werk aan te vangen. Hoe eerder ge God zoekt, des te beter. Die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vin den. Nog een tweede reden heeft de Prediker voor zijn vermaning. Hij roept den jongeling ook toe in zijn jonge dagen aan God te gedenken, omdat de Heere hem juist wil in zijn jeugdige kracht en frisschen bloei. 0 zeker, de grijsaard, die in don avond des levens tot God komt, wordt niet uitgeworpen. Een stokoude van dagen, die nog de rest van zijn levenskracht God wil wij den, wordt niet afgewezen, maar op die uitzondering moogt gij, jongeren, niet zondigen. De Hoor© vraagt u in uw jonge jaren, want de eerstelingen moeten Hem gebracht. Zoo was hot in IsraëL Zoo moet het zijn in uw leven. Het beste en schoonste van uw leven moet Hom gegeven, en op uw lente vol kracht on heerlijkheid heeft Hij recht. Hecht op uw frisschen geest on jeugdi gen wil, oer de zon en het licht en de maan en de sterren verduisterd worden. Recht op uw krachtige hand en vluggen voet, eer de wachters beven, eu do ster ke mannen zich krommen. Recht op ilw tintelend oog on klank volle stern, eer die door dó venstors zien Verdonkerd en de zangeressan. neergebo gen worden. Reoht op uw jonge energie en heilig idealisme, eer gij voor de hoogte vreest en er verschrikkingen zijn op den weg. Recht op uw geestdrift en sterkte en liefde, eer de kwade dagen komen, en uw luet is vergaan. Beseft go dat? Gij wilt toch niet wachten tot ge oud gewerden zijt? Ge gevoelt toch, dat ge God met zulk oen uitstel smaadt, en uw eigen ziel scha de berokkent? Want dan houdt go hot beste voor uzelf en voor uw boos hart, en de kwade dagen en uw versleten leven be waart ge voor Hem, en dat wil de Heere niet. Hij is een jaJoorsck God. Hij neemt" geen verbruikte kracht aan. Hii is niet te vreden met overgeschoten brokken. Hij ie te hoog on te heilig otn mot levensresten genoegen te nemen, maar uw jeugd en vreugd moeten op Zijn altaar gelegd. Hot boste van uw leven. De 6cboonste en heerlijkste tijd. Eer do kwade dagen komen. HET LEVEN. Mocht ooit dieper droefheid komen In 't kleinmoedig menschenharl 1 Vrees niot, want-zou God ons zenden Roel voel vreugd en weinig smart?, Moesten wij niet dankbaar wezen Als de Heer ons zenden zou Smart na vreugd'? Het is toch boide Slechts Zijn ondoorgrondbro trouw. den mond harer zustere brachten, kon ze slechts glimlachen. „Lethe, Styx noch Elysium konden haar zoo veranderen!" zeide ze. .Indien ze daar is, dan is zo zichzelve gebleven. En dit is ze niet!" Het licht der oprechte liefde van de ver storvene scheen nog te helder in haar hart, dan dat ze zich door zulke scheme ring zou laten bedriegen. Toch deed zo de eene ijdele poging na de andere. Telkens hopelozer keerde zo naar de urn terug, om daar eenzaam te waken; totdat de eenzaamheid haar zoo begon te drukken en de begeerte weer zoo onweerstaanbaar werd, dat ze opnieuw zocht met de onderwereld in aanraking te komen. Ein^lijk werd haar de naam genoemd van een vrouw, geen gewone heks, maar een machtige buitenlandscho tooveres, die in Thcvssaliö kunsten van onweerstaanba- ren invloed geleerd had, waardoor ze hel- sche maohten oproepen kon en zelfs He cate noodzaken de geheimen dor onder wereld te openbaren. Volgen? afspraak ontmoette ze in ze keren 6tilten donkeren nacht deze vrouw op een open plek in een bosch bij den Tiber; een plek die zelfs overdag verme den werd en waar 's nachts niemand zich waagde nit angst voor duistere herinne ringen aan sluipmoordenaren, God heeft lief, dia Hij laat lor». Die Hij opleidt bij Zijn Woord, Allen dio Hom volgen willen Leidt Hij als een Vader voort. Zon wel werkelijk ons leven 0, bedriegelijke schijn! Ooit een onkien dag in waarheid Arralijk en ellendig zijn? .Vriend, het is zoo rijk geworden Aan beloften van gena, Toen do Heiland aan hot kruishout Lood en stiorf, op Golgotha! En geen angst, geen smaad, geen lijden. Niets, en niemand, die ons scheidt Van de liefde van den Heiland Die ene mint van eeuwigheid! KERK EN SCKQÜL NED, HERV. KERK. Be r o open. Te Winsten: M. Pol te Homo; té Olde- en NijeberkoopJ. J. Thomson oio. pred. te 's-Gravenhagete Bnambrugge: P. Pras te Heukelom. Aangenomen. .Naar Bosoijen (N.-Br,): J. Japchon to Haamstede. Beroepbaar. Na afgelegd, praoparatoir examen voor do classis Amsterdam is do heer J. J. Dijk, Thool. cand. to Bussum, Koodiiklaan 7, beroepbaar yor« Iclaard bij do Goref. Kerken. Ds. J. F. Ossewaarde hoopt Zondag 13 Augustus a.s. van d» Ned, Herv. Gemoente to Overdinkel afscheid te nomen en op Zondag 20 Aug. d.a.v. to Grijpskerke (Z.) intrede te doon. Als bevestiger treedt op Ds. J. Ossen waande, em. pred. te Nijmegen, Theologische School te Apeldoorn. In een vergadering van curatoren en docenten word besloten hot woord „facultatief" inzake do studie der moderne talen te laten vervallen. Curatoren me enen, dat voor oen wetenschappe lijke toerusting kennis van Fransch Duitech en Engolsch niet mag ontbreken. Curatoren en docenten waren voorts doordron gen van do noodzakelijkheid van uitbreiding van leerkrachten aan de school. Mot aJgomeene stem men werd besloten, bij eventuele uitbreiding van leerkrachten aan do Thooï. School dor Go- nral-e Synode voor to stellen: eon vierden Do cent to benoemen en wel voor do dogmatik© vak.-, ken. Bij onderlinge regeling wordt dan aan het viertal Cocentcn toevertrouwd het onderwijs in die klassieke en moderne talen. Natuurlijk zal dat meebrengen oen belangrijke verhooging van uitgaven. De Generale Synode zal ook de salarissen der Hoogleeraren hebben te herzien, en desgevraagd zal het Curatorium in verband hiermede oen voortel doen. Bosloten werd ook bij do Gen. Synode aan te dringen op een emeritaatsregeling der Docenten. Art. 21 van het Reglement voor do Theol. School roert deze zaak wel aan, maar afdoende dien deze zaak geregeld te worden. Ovor 19211922 leverde de school een batig saldo van £1552.085 op. Met dat van het vorig jaar bedraagt het f 6494.19. Alg. Synode derNed,. Herv. Kerk, De grostallen voor een lid-predikant on voor oen lid-ouderling in d© Synodale Commissi© wor den opgemaakt ter vervanging van de heeren Eilorts de Haan en Couvret, die aftredend on naethérkiesbaar zijn. De quaestor-generaal neemt doel aan de b©> handeling der finaneiecle aangelegenheden. Het fonds voor NoodL Korton en personen ontving een gift van I 2000 van de Koningin en aan collecten f 22.000. Voor kleine bijdragen wordt f 9820 en voor groote bijdragen f 34.040 toegekend. Het fonds „Goostelijke behoeften" verkreeg opnieuw een gift van f 750 .van do Koningin en voorts aan inzamelingen f 716.33.Aan 16 ge meenten worclt f 5125 toegewezen tot steun van het godsdienstonderwijs in afgelegen gedeelten van uitgestrekte gemeenten, f .Schraalste prcdikanistractemcatch" ontving f 26.000 uit de renten van het fonds „Aanpak ken". Met een suppletio van f 10.108 uit de Ge nerale Kas kan f 44.183 worden uitgekeerd, waardoor do miumium-trac tementen van f 1400 ep 1600 kunnen worden gebracht. \olgcns do rekening" van de Algemeen© Wodu- wenbeurs kan aan de predikantsweduwen f 260 worden verstrekt over 1922. Ten aanzien van de „Algomeone Kas" wordt besloten, dat ook over dit jaar do quota dor g©^ meenten mot 10 procent worden verhoogd. Uit het hulppecsioonfonds voor ©meritipredi- kauten wordt de uitkeering op f 110 gebracht. Van hot studiofond6 kon slechts f 680 worden beschikbaar gesteld. Uit de Generale kas kan f 62.043 voor ver schillende doeleinden worden bestemd. Convent van Gerei. Kerkeraden in do Ned. Herv. Kerk. Dondordag werd to Utrecht een vergadering Aan de ©ene zijd© lag oen pool, die ge stadig door den Tibor gevoed word bij hoogon vloed, -een diep, modderig, onge zond, stilstaand water, vol schadelijke ge wassen. Aan de andere zijde een moeras, vol kwakende kikkers on allerlei onrein kruipend ongedierte. In de nabuurschap stond een kruis, waaraan 't uitgebleekt© geraamte nog hing. Onder 't kruis was een grafheuvel, die tezamen vermoorden en moordenaars omsloot, welko naar men geloofde, daar voortdurend elkander na joegen. De toovenares sloeg geen aclit op DLo- dora toen deze naderde. 't Scheen dat ze vergiftig© kruiden zocht. Toen ze het mi's- vormde meisje aanzag, richtte ze zich ma jestueus in haar volle lengte op. Haar zwarte ongekamde haren golfden in zware lekken om haar schouders, als de slangen der furiën. Haar donkere, scherpe oogen fonkelden met doordringende glans, als die van een roofdier. „Zulken als gij en ik behooren bij el kander", zeide ze met holle stem, met de eene hand Diodora bij den arm grijpend en in de andere een mes klemmend. „Van zulke slachtoffers is het bloed aangenaam voor hen, die wij zoeken." Haar greep had Diodora bezeerd, maar deze deinsde niet. terug. Haar diepe vrij moedige oogen ontmoetten die der toove- ros even moedig. gehouden van hel Convent van Go reformeerde Kork» raden in do Nod. Horv. Kerk, on dor prest* dium van prof. dr. J. A, C. van Leeuwen, hoog-» leoraar aldaar. Dr. Severijn, Dordrecht, gal een uiteenzetting van do aanleiding tot dat convent, en van den grondslag, waarop, en het doel waartoe de on dertekenaars van do bekende oproeping zich voo re tellen hot convent zoo zulks levensvatbaar* heid mag erlangen, to leiden. Benoemd tot leden van d® commissie van advies, hebben de onder-» toekenairs allereerst aandacht geschonken aan het Reglement op de predikantetractementen, en de bezwaren, die dat reglement drukken in hot licht dor beginselen van Gereformeerd Kerkrecht, breedvoorig omschreven in een rapport van het hoofdbestuur van den Goreformeordon Bond. In hc4 voorstel dor Commissie, dat door acht harer leden word ondersteund, is do gedacht® aan een Convent der Gereformeerde Korkoraden mot het oog op gezamenlijk óverleg en onder ling© samenwerking in zake d© regeling van hot predikant stractüment nader uitgewerkt en be sproken in do buiten-gewon© vergadering van den Goref. Bond van 29 Juni j.l. alwaar aan do on-< derteokenaren van do oproeping tot dit Convent, zoo mogelijk d© uitvoering werd opgedragen. De. weinig vriendelijke bejegening, di© ons thans reeds van verschillende zijdén, ook van degenen, wier beginsel tot mode werking behoord® to dringen, te beurt viel, behoeft hier geen on derwerp van bespreking 'te zijn. Het zal blij-» ken, dat men hierbij niet zonder overhaasting is to werk gegaan, zoodra wij nador over do be doeling van het convent hebben gesproken. Aller- oerst echter oen woord over den grondslag, waarop wij staan. Zonder ans te laten afschrik^ ken van het doleantie-geschroeuw, dat zich ten ©nrochte tegen ons verheft, wijzen wij op do wenschelijkifceid, zoo niet de noodzakelijkheid om ens Gereformeerde volk te vergaderen, omdat wij do kerk niofc mogen prijs geven aan don on dergang, zoolang er nog een volk is, dat den Hoor© vreest en bij do belijdenis begeert ie léven. De beginselen, dio den vaderen kracht gaven in den strijd tégen het woeden van oen wereld, leven nog. Er is nog oen Yolk, dat door Gods genade staat in de eenigheid des gdoofs, waar voor de vaderen goed en bloed hebben geofferd. Slaande op den grondslag van Gods heilig en on feilbaar Woord, zijn ze niet in gebreke gebleven uitdrukking te geven aan do beginselen, waaruit zij leefden, in oen 6tout geformuleerd© belijdenis, en 1 uebben met heldenmoed gestreden voor de vrij Leid, opdat rij zich ook kerkelijk naar dio begin selen zouden kunnen gedragen. Dateeüde leven, dezelfde boginselsn zijn het, dio nog ons Gero^ formeerde volk veroenigen, Derhalvo 6taan wij op de belijdenis der vaderen. Voor do kerkelijke praxis worde Jïiorbij aangeteekend, dat wij den bundel ran evangelische gezangen als niet in overeenstemming met de belijdenis afkeuren, en het gebruik daarvan vermijden. Wat de bedoeling van het convent aangaat, willen wij allereerst protest aanteckencn tegoa do beschuldiging, als zou op doleantie worden aangestuurd. Integendeel, zij die het initiatief hebben genomen tot dit Convent van Goref. korkoraden, worden gedreven door het ernstig streven om mot Gods hulp zulks te voorkomen en liet geref. volk saam te binden in gemeen schappelijk overleg om in vrédigen weg geza-» monlijk te beraadslagen wat tot het behoud en het welzijn der kérk moge dienen. Niemand onzer zal ontkennon, dat do nood dor tijden daartoe dringt en evenmin, dat ook de in-= en doorvoering van een reglement, dat de kerk nog verder verwoest en hot gerefor meerd kerkrecht krenkt, noopt tot onderlinge bespreking. Klaar en duidelijk spreken wij dus uit, dat wij geen andere bedoeling hebben dan deze, om zoo de broederen daarmede inslc-mmeuj, inaar de beginselen hier uiteengezet nu en voortaan gemeenschappelijk te overleggen en te hand<n len, ©piat de onderlinge saambinding wordt versterkt en langs vredigen weg naar verbetering mocht worden gestreefd voor de dingen, die nicl overeenstemmen met een goede orde vaa ons ker kelijk leven. Niemand zooke daarbij revolutie en doleantie, doch alleen in onderlinge hulpvaar digheid en oneenighcid der geloofs rij onzo kracht. Dienovereenkomstig zou het convent thans kun-» nen overeenkomen om een pretest aan do sy node te zenden, waarbij de bezwaren van het convent worden vermeld. Het zon zijn nut kun nen hebben aan de synode te verklaren, dat hei: oonvent bereid is haar een regeling voor te stel- 'len, die door zijn gemeenten wordt aanvaard, waarover dan nader ware le overleggen in het convent. Na de pauze bleek, dat ruim 60 van do 80 aanwezige korkoraden zich voorloopig aangeslo ten kobben tot een Convent van Geref. Kerkera den. De voorzitter constateerde, dat het Convent is tot stand gekomen op den voren gemelden grondslag en hij stelde aan do orde de verkie zing van een bestuur voor dit Convent. Dr. Severijn gaf eenigo inlichtingen omtrent „Wat verlangt ge van mij?" vroeg de Thossalische. „Minnedranken helpen u niet Gij zult geen mededingster hebben! Wilt go u op een vijand wreken?" ,,'k Heb niemand leed te doen of te wre ken,' antwoordde Diodora. „Do wereld ia nooit vriendelijk goweest voor mij. Maar er is wTaak en onrecht genoeg om den boosaardigst en te voldoen. We hebben maar te waohton op «fret ©inde, dat aan al le blijdschap komt, en behoeven het niet to verhaasten." „Wat wilt ge dan?" Zoo'n geduldig wachten ligt niet in mijn aard. Wraak zou ik u voor nicte verschaft, hebben; die beloont zichzelve. Ik ten minste hob on recht. geleden, waarvoor elke drup wraak zoet is." „Ik wil niemand ongelukkig maken," hernam Diodora: „ik heb hoop op geluk voor mijzolve; ik wil alleen w o t e n." „Weton wat u overkomen zal?" vroeg de tooveres toornig. „Doet er dat wat toe? Eet en drink, want morgen sterven we!" ,,'k Wil weten hoe 't mijn zuster gaat." Voor die ©oren was het noemen van haar naam heiligschennis; maar ze wilde niet vergeefs gekomen zijn. ,,'k Hob gehoord dat gij in Thematic bezweringen geleerd hebt, waardoor we het onzienlijke aanschouwen kunnen." „Bloed van zuigelingen, oogleden van moordenaars, zooals hij dia daar aas *t de werkwijze van zulk een bestuur dat geen ftm man ent karakter heeft, en 6telde voor, da< haf Convent prof. dr. J. A. C. van Leeuwen b>noota| tot adviseur van hei Convent. Dit voorstel werd bij acclamatie aangemxnea^ Prof. van Leeuwen, di© verklaard© deze be« rooming te willen aanvaarden, stelde op rija leurt voor de hoeren, die het initiatief tot dié convent nomen, voorloopig als bestuur to b©« roemen, ten hoogste voor den tijd van één jaac, Ook dit word bij acclamatie aangenomen. Aangenomen werd, behoudens nader© beveeti* ging van korkoraden. die zondor mandaat rija vorechenen, het voorstel van het bestuur om een protest tegen het reglement op de predikantetrae* tementen naar d© Synode in t© zenden. Het bestuur van het Convent ie als volgt ta<* msngesteld: 1© Praesee dr. J. Severijn te Dordrecht; 2® Praesea ds. I. Kievit to Luntoren; 1© Scriba da. G. J. Woelderink te Randwijk; 2e Scriba ds. R. Bar tl oma te Hoogeveen; lo Quaestor J. Wee* ber t© Utrecht; 2© Quaestor H. van Schuppen te Groot-AirrmersAssosqt J. de Bruin to Rotter» dam. Vacantie-cursns voor Chr. Paedagogiek. Naar wij vernemen, zal D. Y. van 25—23 October a.s. weer een vakantie-cursus in Chr. Paedagogiek te Amsterdam worden gehouden. De hcorcn Prof. Dr. F. J. J. Buytendijk, Dr. J. G, Geelkerken, Prof. Dr. T. Hoekstra, Dr. S. O. Los, Dr. J. v. d. Spek en Ds. P. Stegenga verklaarden zich bereid ©en ontwerp te behande* len. Nog ©ene tweetal sprekers zullen aangezocht worden. Ofschoon de onderwerpen nog niet vol* ledig rijn vastgesteld, kunnen wij reeds noemen: ,.Do psychologie dor bekeering"; „Ileen als psy* choloog." WAT IS EEN KRUIS? Een kruis is een recht hout en ©en dwars hout; die maken samen een kruis. Iemand is rijk, dat is een recht hout; maar hij is niet één uur ge- aond, dat is ©en dwars hout: samen een kruis. Iemand is gezond als een visch, dat is een recht hout; maar hij heeft geen. brood te eten. dat is ©en dwars hout; alweer een kruis. lomand is wel getrouwd, dat is een recht hout: maar liij krijgt geen kinderen, dat is een dwars hout: alweer een kruis. Iemand hoeft van God schoonheid ont* vangen, dat is een recht houtmaar rij wordt go» schonden door de pokken, datis een dwars hout: alweer ©en kruis. Iemand rit in een goed© huis* bonding, den winkol vol nering, heeft een notto» man, lieve kinderen, dat is een recht hout: ds vader komt onvoorziens to sterven, dat ie een dwars hout: alwoer een kruis. Iemand hooft zoons, van kloek verstand, ervaren in talon, dat ie ©en recht hout; maar rij verboemelen hun lijd, dat is een dware hout: alweer een kruis. Iemand heeft een vrouw 6choon ab een engel, dat b een recht hout; maar rij is oen uilskuiken, ©en lantaarn zonder licht, dat is een dwars ^nt: alweer een kruis. Haman is de gunsteling van koning Ahasveros, rik naast Zijne Majosteit aan tafel, dat is een recht hout; maar Mordcchai b©» wijst hora geen eerbied, dat is een dwars,/hout: alweer ©en kruis, ja, een kruis, yijf cn zeventig voet hoog, waaraan hij ia opgohangen. Kinderen op tijd naar bed. Js de jeugd dor kinderen verkort? En zou oen dor oorzaken ook kunnen zijn, dat het meer en meer in onbruik schijnt to geraken, dat kindoren op behoorlijken tijd. naar bed gaan? Het ia in ons land wel niet zoo erg ab in het buitenland. In Parijs Mlaan en Rome kan men. vooral op Zondagavond, oudere zien, di© vijfjarige, zeer vermoeid© kindertjes meesleuren want zo kunnen zich soms niet op de boen houden naar restaurants en variété-theaters. Maar ook in onze groote steden komt dit ouvel voor en in Engeland beeft het vraagstuk van behoorlijke nachtrust voor do kinderen titans ook de aandacht, waaruit zou kunnen wor den opgemaakt, dat daar ook de hand gelicht, wordt met behoorlijken bodtijd. Dr. -Edmund Smith, schoolarts voor Tori^ heeft ceu brochuretj© over dit onderworp uit go» geven, waarin hij zegt „Trage kinderen rija vaak vermoeid© kinderen. Wilt ge, dat uw kinderen opgroeien tot 6uff© domooren?" Het geschriftje» draagt tot titel: „Slaperig© kinderen maken bet niet goed." Do schrijver adviseert, de kinderen zoowd des zomers als des winters op tijd naar bod te sturen, cn ook de grootere kinderen niet langer op to laten dan tot acht of negen uur. „Ab men hun in den zomer toestaat te 6pdea of to lezen lot het donker is, dan komen ze oen iiur slaap te kort en ritten daardoor den volgen* den dag slaperig in d© school, waardoor zo niet voldoende van het onderwijs profitoeren." Eenigen tijd geloden kwamen in ,D© Vrouw'1 artikelen voor over de vraag: ,JIoo houden we do kinderen kinderlijk?" We gelooven, dat een der middelen daartoe is. hen op tijd naar bed sturen cn hen niet aan groote-mcnschen ontspanning te laten déelnw men. not uur waarop een kind naar bod gaat ia voor bom een graadbepaling voor rijn govocl van groot-rijn. kniie hangt to rotten." Ze doorliep don geheolcn afschuwelijken catalogus. Dio dora wendde zich met smadelijk-gokrulde lip af. ,,'k Dacht dat go sommige oude toovor» spreuken wist. Maar 'k zal haar nage dachtenis niet met zulke onreinheden, be- smetten, 'k Geloof ook nooit dat zij in d« macht ie van wezen€. die door zulko af schuwelijke dingen verzoend moeten wor den." „Gij gelooft niet!" lachte de toovena res. „Alsof do dingen verandoren door uwi geloof! Zal uw goloof de onreinheid van Caprea zuiveren? Van d i e onderwereld ken ik ton minste de geheimen! En waar om zouden vergif en toovorkunsten daa de machten van de andere onderwereld niet, aanstaan?" Cloelia Diodora waohlte een oogonbüfc. De tooveres had slechts do gedachten om* dor woorden gebracht, die ook meermalen in haar opkwamen. Maar het uitsprekc* daarvan deed haar de onwaarschijnlijk heid inzion. Zo antwoordde: „Indien zij, in de macht van Tiborius was. zou ze nieï; willen, dat ik haar door zulko mkldckö, redde. Nu il^ haar niet heipon kan, zal ÜB| haar nagedachtenis niët, ©nteeren door totfj zulk con prijs mijn weetgierigheid te rofc-, doen." /J| (Wordt vervolgd)*. Y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5