4
Gemeenteraad Rijnsburg.
Vergadering van Vrijdag 14 Juli, des avonds
te zeven uur.
Voorzitte-r de burgemeester.
Afwezig zijn dc hoeren weth. v. Iterson en J.
Bchoreveld beiden mot kennisgeving.
Dc Voorzitter orent d© vergadering op
gebruikelijke wijze.
1. Er zijn geen ingekomen stukken.
2. Vaststelling percentage II. O. Naar aanlei
ding van gegevens, verstrekt door het Rijk, en
door B. en W. gemaakt© berekeningen in verband
met d© verschillende kohieren, atollen B. en W.
voor het percentage op 5.3 vast t© 6tollen.
De heer S. Sc hone veld wijst op de po6t
onvoorziene inkomsten en op de voordeclige rege
ling der verschillende renten. Dit acht spr. ecu
voorname factor in de Gemeente-financiën.
lieden waarom spr. voorstelt het percentage
op 5 to bepalen.
Dc lieer v. d. G u g t n vindt, dat het nu
voorgesteld© getal nogal togenvalt, gezien de
voorafgaande berekeningen.
Do V o o r z. antwoordt, dat die slechts glo
baal waren. Deze cijfers zijn echter nauwkeurig.
Conform het voorstel wordt z. h. st. besloten.
3. Leening 6choolbouw,
Voor den bouw der bijzondere scholen is mo-.
mentoel een bedrag van f 11400.noodig. B.
«m W. stellen voor hiertoe een leening aan te
<apn.
D© heer S. Schoneveld vraagt waarom do
goedkeuring van den Raad hiertoe vereischt is.
Deze heeft al uitvoerig over den schoolbouw ge-
üscuseerd en deze geeactioneerd.
Toen is reeds een hooger bedrag gevoteerd;
•Üt voorstel lijkt spr. niet meer noodig.
Conform het voorstel van B. en W. wordt be
sloten.
4. Tijdelijke leening.
Wij hebben aldus de V o o r z. al een tijdelijke
filing van f 10.000 loozen. B. en W. stellen
voor die af te doen en te dekken door een nieuwe
rnan f 10.000.
Aldus besloten.
5. Lokaliteiten zitdagen Rijkeontvanger.
De Min. van Financiën verzoekt tot het tref
fen eener voorziening in de behoefte van een be
hoorlijke Idealiteit tijdens de zitdagen van den
Rijksontvanger der belastingen.
B. en W. stellen voor hiervoor een lokaal in
het gemeentehuis te bestemmen.
Aldus besloten.
6. Uitdiepen Vliet.
Het Hoogheemraadschap Rijnland verleent
eubeidie tot bet uitdiepen der Vliet, op bepaalde
voorwaarden, zooals het in een schrijven aan den
Raad mededeelt.
De subsidie bedraagt f 2000.
Daar de vervulling dezer voorwaarden ie veel
gek! zou vragen stellen B. en W. voor dit aan
bod te. wijzen van do hand.
De Voorzitter zal deze vraag op 't einde
der vergadering beantwoorden.
De heer Schoneveld vestigt de aandacht
op den onhygiënischen toestand van de Lage
Vaart.
De Voorzitter zegt onderzoek toe.
Conform besloten.
7. Adres intrekken rijwielverbod Kerkstraat.
•Het. in de vorige vergadering aangehouden
adres komt weer in behandeling.
Dé 'meerderheid van B. en W. stelt voor
hét. verbod voor rijwielen op te heffen.
De heer Jonker heeft de vorige keer g©-
aegd, dat de verordening is vastgesteld ter be
perking van het gevaar voor de schoolkinderen.
Nu is er nog een nieuwe grootore school inplan ts
van de oude kleine gekomen. Het gevaar is dus
nog vergroot. Laat die verordening maar blij
ven!
En de endertcekenaars? Zijn dat jongens ef
burgers? Dat ie ook oen pnnt van belang?
Spr. acht intrekking een onverantwoordelijke
iiaad. Een bepaalde tijd b.v. 's avonds 10—'a
avorgene acht wil spr. vrijgeven.
De heer Zandbergen wijst er op, dat de
'4 ruit te op bepaalde uren van den dag in de
Kerkstraat heerecht. Laten we dan het rijwiel-
verkeer verbieden.
De heer Jonker vraagt o! de heer Zand
bergen wel eens 'e avonds na zevenen in do Kerk
straat vertoefd heoft in een huis b.v. en
daar het verkeer eens nauwkeurig gadegeslagen.
De heer J. Schoneveld bestrijdt de on
rechtvaardige en partijdige ontheffingen van het
verbod.
De heer S. Schoneveld ie het niet eens
met het advies van B. en W. Hebben B. en W.
indertijd een niet zeer goed doordacht advies
gegeven, toen deze zaak werd voorgesteld? Maak
•ens een verordening, die het Rijneburgsche pu
bliek aangenaam is.
Zoo'n weerhaan-politiek is beneden de waar
digheid van den Raad en benadeelt diens pres
tige. In de verordening voor de geheelo kom der
gemeente is verder sprke van niet harder rijden
dan een „matige draf."- Een nogal vaag verbod
vindt spreker.
D© heer Jonker wil hetartikel betreffende
vrijstolligen gehoel laten vervallen of die an«
ders door den Raad doen verleen en.
De heer S. Schoneveld wijst er op, dat
•llen het gevaarlijke van het wilde fietsrijden im
zien. Wanneer dan deao verordening wordt op
geheven, dan zou spr. een aanvulling in het
overschietende deel der verordening wenschen,
opdat op en of andere wijze aan deze wantoe
standen een eind wordt gemaakt.
Bij schriftelijke stemming wordt met 7 tegon
2 stemmen het voorstel van B. en W. aangeno
men. Togen de heeren Knijff en Jonker.
8. Aanschaffing watermeters.
B. en W. hebben het na ingewonnen advies
van de directeur der Waterleiding te Ledden,
noodig geoordeeld den Raad voor te stellen een
25 tal meters aan te schaffen, die per stuk f 25
kosten, ter vergemakkelijking van een onderzoek
tier oude gasmeters.
Aldus besloten.
9. Vergooding diensten personeel.
Vroeger heeft de Raad zich voorbehouden zolf
deze vergoeding te verleenen. B. en W. stellen
voor den 3 veldwachters een vergoeding van f 5
to verleenen.
Aldus besloten.
Rondvraag.
Do lieor v Biezen vestigt de aandacht op
hot lijden van drie personen op één fiets.
Do heer S. Schoneveld wijst er op, dat,
indertijd door de Rijneburgsche geheelonthouders
een verzoek om invoering van een tapverbqd
hebben ingediend. Hooren we daar na nog iets
van?
Do Voorzitter antwoordt, dat het stuk
bij do leden heoft gecirculeerd en eerst onlangs
hoeft spr. het terug ontvangen. Spr. zal het stuk
in de volgende vergadering aan de orde stellen.
Do heer S. Schoneveld vindt den spood
waarmoo verschillende zaken worden afgehandeld
nogal vorschillend. Dit adres i6 nu plus minus
een half jaar oud.
Do lieer v. d. G u g t e n vindt, dat in het ge
val van do beruchte kelder in de Koestraat veel
te langzaam wordt opgetreden, terwijl de ge
moorde door haar niet voldoende 'afgesloten riolen
zolf de veroorzaakster van dezen toestand is.
De Raad gaat hierop in geheime zitting ter
behandeling der reclames H. O.
Gemeentezaken.
De Huurcommissie.
Daar de Huurcommissie met 1 October het
perceel in de Kloksteeg zal moeten verlaten,
heeft zij bij de gemeente in huur gevraagd een
tweetal vertrekken van het perceel Breestraat
119; B. en W. stellen voor, aan dat verzoek te
voldoen tegon een huurprijs van 50 por
maand met inbegrip van vuur- en licht.
Benoeming 1 eeraar.
B. en W. bevelen aan ter vervulling
van de vacature in de betrekking van
leeraar in de Oude Talen aan het Gym
nasium alhier tot een tijdelijke benoe
ming voor één jaar:
lo. Den heer J. R. Wartena, Doctoran
dus in de Klassieke letteren, Oude Sin
gel 12, alhier;
2o. Den heer J. H. de Marez Oyens,
Doctorandus in de Oude Letteren, Mu
seumplein 6 te Amsterdam.
Na zeer ernstige overweging hebben B.
en W. gemeend den heer Wartena No. 1
te moeten plaatsen, omdat hij huns in
ziens, den meesten waarborg geeft een
goed docent te zullen zijn.
Dc zakelijke belasting op het bedrijf.
Tot hun leedwezen kunnen B. en W.
geen vrijheid vinden den Raad in overwe
ging te geven op de verzoeken inzake af
schaffing der zakelijke belasting op het
bedrijf in te gaan. Gaarne erkennen B. en
W. dat de zakelijke belasting op het be
drijf geen ideale belasting is en dat, in
dien tot verlaging of afschaffing van be
lastingen kan worden overgegaan, deze
heffing een der eerste is, om voor ver
mindering of afschaffing in aanmerking
te komen. Doch hoe iemand, die op de
hoogte is van den financieelen toestand
der gemeente en het hooge percentage,
hetwelk aan gemeentelijke belasting op
het inkomen moet worden opgebracht,
op dit oogenblik afschaffing-
van de zakelijke belasting op het bedrijf
kan bepleiten, zien B. en W. niet in. Zeer
terecht dringt de Kamer van Koophandel
er dan ook 9lechts op aan de desbetreffen
de verordening zoo spoedig m o g e-
1 ij k in te trekken.
B. en W. zijn volkomen bereid om, indien
de finaneieele 'toestand (ter gemeente be
ter wordt, te overwegen, in höeverr.y de
zakelijke belasting op het bedrijf om le
beginnen kan worden verminderd. Voor
dit jaar is dit echter ten eencnmate on
mogelijk, te meer nu het vermonigvuldi-
gingscijfer voor h-et belastingjaar Me'i
1922Mei 1923 zoo laag mogelijk is ge
steld én dus eène verlaging ven de zakelij
ke belasting op het bedrijf om van af
schaffing nu maar niet te sproken
slechts tot een aanzienlijk tekort op de
gemeenterekening zou leiden.
Wijziging van de heffing in dien geest,
dat bij de bedrijven met gemiddeld meer
dan 9 arbeiders (de belasting vangt aan
bij bedrijven met tenminste gemiddeld
tien arbeiders) voor de eerste 9 arbckiers
of voor jeugdige krachten geen belasting
verschuldigd zou zijn, zooals in de adres
sen wordt aangeprezen, is niet mogelijk,
aangezien een dergelijke regeling in strijd
zou zijn met artikel 242e der Gemeentewet
Ook het leggen van verband tusschcu de
uitkomsten van het bedrijf en de te be
talen belasting heeft hier geen zin. aange
zien een belasting met een zakelijk ka
rakter natuurlijk geheven wordt los van
de gemaakte winst of het geleden verlies,
aldus B. en W.
De hoornen op den Witten Singel.
Eenigen tijd geleden bereikte den Raad
een adres van een tiental bewoners van
den W'itten Singel, waarin werd ver
zocht do hoornen, staande aan de zijde
van' hunne woningen tus3chen de beide
ingangen der Groenhovenstraat, te laten
veilen, ten einde de toetreding van licht
en lucht'tot deze huizen te bevorderen.
Alvorens deze aangelegenheid bij den
Raad aanhangig te maken, deden B. en W.
onderzoeken, welke meening op dit punt
bij de rechtstreeks belanghebbenden, de
bewoners van dit gedeelte van den Witten
Singel, bestond. Zij gaven iederen per-
ceelcigenaar de gelegenheid ons kenbaar
te maken, of hij het gewensclit achtte,
dat de verbrecding van don 9ingel, ge
paard gaande met algeheele rooiing van
do boomenrij aan den huizenkant, zich
zou uitstrekken tot aan de voorgevellijn
der huizen, dan wel niet verder dan tot
een diepte van 15 h 25 M. der voortuintjes,
óf dal hij er de voorkeur aan gaf, dal in
den toestand van den Witten Singel, wat
betreft de beplanting en de bestaando
breedte, geen wijziging werd gebracht.
Het resultaat van dit onderzoek is ge
weest, dat men zich bijna algemeen ver
klaarde tegen het denkbeeld, om ten be
hoeve van de singelverbreeding dc boo
menrij aan den huizenkant le doen vellen.
Zoo werd in een door 35 belanghebben
den onderteekend, request B en W. met
klem verzocht, don huidigen toetand on
gewijzigd te laten voortbestaan en heb
ben ook de meeste onderteekenaren van
het in den aanhef vermelde adres thans
le kennen gegeven, op behoud van den
tègenwoord-igen toestand prijs te blijven
stellen, nu aan de rooiing van de booincn
ceno verkleining of opruiming van de
voortuintjes verbonden zou worden. Wel
iswaar wordt in een ander adret» door
oen twintigtal bewoners van den Witten
Singel op bet vellen van Je boomenrij aan
gedrongen, doch van de önderteeltenaars
van dit adres wonen 16 ten Oosten van
de Witte Rozenstraat, alwaar zich voor de
huizen geen tuintjes bevinden. Deze per
sonen behoeven zich derhalve geene op
offeringen te getroosten voor de ver-
belering van den toestand en hebben al
leen het oog op ruimere toetreding van
licht en lucht in hunne woningen. Van
de overige 5 van deze adressanten hebben
er voorts nog 2 nader verklaard, dat ook
zij 'geen wijziging in de beplanting van
den singel verlangen.
Uit het bovenstaande blijkt naar de
meening van B. en W. duidelijk, dat de
overgroole meerderheid van de singel
bewoners prijs stelt op behoud van de
boomenrij en van de voortuintjes in hun
tegenwoordigen staat. Uit de verschil
lende adressen blijkt echter tevens, dat
naar een afdoende snoeiirg wordt ver
langd. Hiertegen bestaat uiteraard geen
bezwaar en B. en W. hebben dan ook be
reids opdracht in dezen geest gegeven,
aangezien het inderdaad van groot belang
is, dat lucht en licht in voldoende mate
tot de-langs den weg gelegen huizen kan
toetreden. Bij die snoeiing mag evenwel
niet verder worden gegaan, dan met het
belang van de boomen vereenigbaar is;
anders toch zou de beplanting geschaad
of misvormd worden.
Onder deze omstandigheden geven B.
en W. den Raad, overeenkomstig het ge
voelen van de Commissie van Fabricage,
in overweging, op het verzoek van R. Flu
c. 8. tot het vellen van de boomen aan
den huizenkant van den Witten Singel
tusschen de Groenhovenstraten, niet in te
gaan.
Gëen tapverbod.
Het Leidsch Drankweer Comité Kceft
verzocht, te besluiten tot invoering van
z.g. tapverbod van sterken drank, gelden
de van des Zaterdagsmiddags 12 uur tot
des Zondags op het voorgeschreven slui
tingsuur, zoomede op den 3den October.
Na ampele overweging van de vraag,
of vaststelling van een z.g. tap verbod
voor deze gemeente in den geest als door
genoemd Comité aangegeven, gewenscht
is, zijn B. en W. lot de overtuiging ge
komen, dat hoezeer het tegengaan van
drankmisbruik op zichzelf te loven valt
en steun verdient tegen de invoering
van zulk een tapverbod vo.rn Leiden Over
wegende bezwaren bestaan.
Deze bezwaren zijn deels van practi-
schen aard, deels een gevolg van de op
vatting, welke de Kroon ten opzichte van
het tapverbod is toegedaan.
Een voornaam bezwaar van practischen
aard is, dat de naleving van een verorde
ning, waarbij do.verkoop of het toedienen
van sterken drank gedurende de bovenge
noemde dagen wordt verboden, nooit ten
volle is te verzekeren, waardoor het doel,
dat men mét het verbod wil bereiken,
voor een groot deel wordt gemist. Zoo zal
een doeltreffende controle uiterst moei
lijk zijn en zal het. cpnslateeren van clan-
destienen verkoop van sterken drank
vaak op vele moeilijkheden afstuiten. Het
behoeft geen betoog, dat juist op dit ge
bied een dergelijke, 'overigens onvermij
delijke, leemte een groot bezwaar tegen
de betreffende verordening vormt. Doch
gestéld al, dat het mogelijk ware de ver
ordening tën volle te doen naleven, dan
nog zouden hare bepalingen zonder veel
moeite kunnen worden ontgaan. Immers
een tapverbod van de gemeente Leiden
zal den ingezetenen niet kunnen verbie
den buiten de gemeente sterken drank te
koopen of te gebruiken, en het Ligt voor
de hand te veronderstellen, dat zij, die
zich met een tapverbod niet kunnen ver-
eenigen, zich door het bezoeken van bui
ten Leiden gelegen inrientingen aan dc
werking daarvan zullen onttrekken. Zou
men het drankgebruik willen beperken,
dan behoorde dit daarom naar de mee
ning van B. en W. te geschieden door
ccne Rijkregeling en niet door de plaatse
lijke wetgevers, ieder naar eigen inzicht.
Voegt men bij het bovenstaande de groole
waarschijnlijkheid; dat m-jn-, door van te
voren drank in> te slaan, veelal zal zorgen
om op de dagen, waarvoor het tapverbod
geldt, toch van sierken drank voorzien te
zijn,dan is het duidelijk,dat met een zooda
nig verbod het beoogde doel niet zal wor
den bereikt, ja dat er verkeerde gevolgen
uit zul'len kunnen voortkomen, waarvan
de nadeelen niet mogen worden onder
schat. Zoo heeft de praktijk elders reeds
geleerd, dat onder, de werking van een
Lapverbod gedurende de kermis en feest
dagen het aantal wegens drankmisbruik
opgemaakte processen-verbaal niet noe
menswaard verminderen.
Ten slotte achten B. en W. hot uitvaar
digen van een tapverbod veer de Zonda^
geil en voor feestdagen ook hierom ot.ge
wen scht, omdat daardoor wegens het mis
bruik, dat enkele personen dan wellicht
van sterken drank maken, cok allen ove
rigen ingezetenen op die dagen ieder ge
bruik van stérken drank elders dan te
huis of in sociëteiten, zou worden ont
zegd, eenc beperking van de vrijheid der
burgers, welke naar hunne meening te ver
zou gaan.
Naast al deze bedenkingen naar het
B. en W. voorkomt intusschen reeds van
genoegzaam gewicht om van de invoering
van een tapverbod te weerhouden slaat
het bezwaar, dat aan de nieuwe veroiöe-
ning vermoedelijk een kort leven zou 'zijn
beschoren, aangezien de Kroon haar raar
alle waarschijnlijkheid in sliijd met dc
wet zou achten en mitsdien op grond van
artikel 153 der Gemeentewet vernietigen.
De Kroon toch stelt zich, blijkbaar hare
beslissingen, op het standpunt dat, wil de
Raad van de hem bij art. 7 der Drankwet
gegeven bevoegdheid gebruik maken, dit
alleen geoorloofd is ten opzichte van die
dagen, waarop misbruik van steiken
drank is te vreezen.
Voor zooveel het verzoek van liet
Lcidsch Drankweer Comité betreft het in
voeren van een tapverbod voor den 3den
October, meenen B. en W. hier met enkele
woorden te kunnen volstaan. liet is den
Raad toch bekend, dal de verordening op
.vergunning#- 'en vérlofslócanteiteri en lo
gementen in 'de artikelen 5, 6 en 7 aan
den Burgemeester de bevoegdheid geef»
om, indien hij buitengewoue omstandighe
den 'drankmisbruik en dientengevolge or
de verstoring is te duchten, de noodige
maatregelen te nemen. In voorkorner.de
gevallen zou dus. zoo noodig, een overma
tig gebruik van sterken drank op 3 Octo
ber, gepaard met inbreuk' op de openbare
orde, kunnen worden tegengegaan.
Ons Babbelhoekje.
Beete Jongens en Meisjes!
Ziezoo, daar ben ik nu eindelijk weer
boven water, t Heeft wel lang geduurd,
maar jullie begrijpt zeker wel boe het
kwam.
De verkiezingen bezorgden me zooveel
drukte dat ik geen tijd kon vinden aan
jullie te schrijven, 't Speet me wel; omdat
ik het zoo stellig beloofd had, maar ik heb
toch geen kans gezien de vorige week, mijn
belofte te houden.'
Ik hoop nu maar dat de neefjes en
nichtjes niet al te boos op me zijn en mij
nu niet met gelijke munt gaan betalen.
Jullie hebt zeker ook wel van de verkie
zingen gehoord en gelezen. Geen huisge
zin of er is over gepraat en hier in Lei
den zag ik telkens heel wat jongelui voor
het reusachtige bord aan de Nieuwe I.eid-
sche Courant.
Ik denk dat jullie wel net als ik den
schilder hebt bewonderd, die zoo handig
de letters op het bord bracht. 1t Was een
lust om te zien. Maar het mooiste was
toch, toen Vrijdagmorgen bekend ge
maakt werd, dat de Christelijke partijen
een groote overwinning hadden behaald.
't Was meer dan ik had durven verwach
ten. Ik ga hierover nu niet verder praten
daar jullie van dien uitslag en van de ver
gaderingen die in verband daarmede ge
houden werden, zeker wel gehoord hebt.
Me dunkt, jullie zult wel begrijpen dat
er weinig gelegenheid was om te schrij
ven de vorige week, temeer omdat ik nog
zoo heel veel andere dingen had te doen.
Maar nu is langzameihand de rust weer
teruggekeerd en hoop ik weer gelegenheid
te hebben geregeld met jullie te babbelen.
Ik zal maar beginnen met de laatste
briefjes- te beantwoorden, want ik begrijp
dat ik anders al heel weinig kans heb weer
nieuwe briefjes te krijgen en dat zou me
spijten.
„Doornroosje". Leiden. Als je een kaart
stuurt kan je adresseeren „Oo-m, Felix"
Nieuwe Léidsche Courant, Leiden. Dan
komt 't wel in orde.
„De Geïiroedels" Leiden. De verjaardag
waarover je schreef is hu al weer een liee
len tijd achter den fug. Maar tóch nog
gefeliciteerd liöor!
„Eekhoorntje" Leiden. Het raadsel was
goed. Je hadt er zekér al een voorgevoel
van dat ik voorloopig niet zou antwoor
den?
„Hartediefje". Leiden, Jammer van dat
zandtaartje dat je voor mij bestemd bad.
Wat het schrijven betreft, me dunkt voor
do eerste ni&al ging het nogal. Ik kan ech
ter wel begrijpen, dat je Moe liever heeft
dat je wat wacht. Wil je haar de groe
ten doen?
„Vaders Jongste'. Leiden. *f Raadsel past
al niet meer in dezen tijd. 't- Is nu alweer
de dagen worden korter.
„Bellefleurtje". Leiden. Je kent 't boek
nu zeker al haast van buiten is 't niet?
Prettig dat je het mooi vond.
„Moeders Oudste". Leiden. De vorige
keer heb ik je dus blijkbaar over 't hoofd
gezien. Voortaan zal ik er op letten hoor
Wel bedankt voor je mooie kaart uit
Zandvoort. Je hadt toen toch nog geen
vacantie is 't wel?
.Appclsteeltje". Leiden. Oók al over 't
hoofd gezien de vorige maal. Je neemt
het mij niet al te kwalijk is *t wel?
„Robinson Crusoë". 't Doet me genoegen
dat je het boek mooi vondt. Ben je nu
nog zoo Jruk aan 't leeren of heb je al
vacantie?
S. en G. W. Woubrugge. Ja, ik kan niet
allen die 't verdienen een prijs geven,
maar ik ben blij dat jullie den moed niet
laat zinken. Heb jullie nog de booten ge
zien met de buitenlandscne conferee lie-
leden?
„Batavier" Leiden. En heeft. Moe wat
moois voor je meegebracht? Op die ma
nier is 't wel prettig als Pa en Moe eens
uitgaan.
„Anneke". Leiden. Je hebt ook al geen
woord gehouden, nef zoomin als ik, want
de 14 dagen zijn allang om. We hebben
mekaar du-s niets te verwijten. Ik krijg nu
zeker weer een briefje?
„Clivia". Leiden. En is je Moe alweer
beter? Ik hoop maar van wel. Tot mijn
genoegen zie ik, dat je je nogal gemak
kelijk naar dé meerdrheid voegt.
M. G. Koudekerk. De meesten waren er
niet voor om uit te scheiden, tenminste
als ik henmeereken die verklaarden dat ze
mee bleven doen als ook anderen dat de
den.
Verder kreeg ik nog een briefje van
een nichtje die vergeten had haar naam
er op te zetten.
Een der jongens G. de L. was zoo vrien
delijk mij een leekening te zenden wa'ik
heel aardig vond. Ik. zou geen kans zien
het na te doen, want in teekenon heb ik
het nooit ver gebracht.
Als ik mij niet vergis heb ik nu alle
briefjes weer beantwoord, en het spieekt
vanzelf dat ik nu ook weer graag van jul
lie een levensteeken ontvang.
Mijn plan is de volgende week weer een
Prijsraadsel te geven, waarop, naar
ik verwacht, weer heel wat goede oplos
singen zullen volgen.
Do moesten van jullie hebben zeker al
vacantie en anders is er toch zeker al de
vacantieslemming, en daarom geef ik
ditmaal een verhaaltje uit den boeren
oorlog, indertijd door een bekenden sclirij
ver Penning verteld.
Er was een Engelsehe landbouwer, die
zich bij de Boeren had aangesloten en die
daarom als een muiter werd beschouwd.
Zijn hoeve werd het hoofdkwartier van
de opstandelingen, die echter door den
geduchten Kitchener verdreven werden
Aleen een dochter van Right-man. zoo
heette de boer, bleef met een trouwen
kafferknecht achter.
Nauwelijks echter waren de opstande
lingen verdwenen of de hoefslag van paar
denhoeven en luid kommanc#-gei oep
werd op het erf gehoord. Toen werd dg
buitendeur met een forschen ruk geopend^
en een Engelsehe luitenant trad sporen«-
kletterend do woning binnen.
„Hallo!" riep hij met krachtige stem#
„zitten hier nog menschen?'
Anna kwam van achter.
„Ik zou 't wel denken, luitenant".
„Verlaat dan onmiddellijk het buis!"
„Waarom?"
„Omdat het een rebellenhuis is; Right-
man is vermoedelijk je vader?"
„Ik ben er fier op, dat hij mijn vader
is".
„Zoo, dat moet u weten. Maar het huis
wrdt afgeslookt".
„Mag ik weten, wie uw lastgever is?"
„Lord Kitchener".
„Met hoeveel ruiters zijt u?
„Waarom vraagt u dat?"
„Omdat ik juist bezig ben, koffie voor
hen te zetten".
De luitenant was toch verrast dooi*
deze zonderlinge wending van het ge
sprek.
Hij zag haar oplettender aan. Het was
een jóng, knap meisje, met een fieren op
slag der oogen en een vastgeraden kalm
te, die indruk moest maken.
„Wilt u 't niet zeggen, luitenant?"
Zij opende zelf de buitendeur, om de
soldaten te tellen.
„Het zijn er twintig", zei ze: „ik be
schik over twee en twintig kopjes, enfin,
de ruimte schaadt niet".
Het ging den luitenant- toch aan zijn
hart, dit tuig aan de vlammen te moeten!
prijsgeven, doch de ijzeren plicht riep.
Hij had den schriftelijken lastbrief van
Kitchener in zijn zak, en de opperbevel
hebber zou 't hoogst euvel opremen, in
dien hij om de vriendelijke oogen van een
eenvoudig boerenmeisje ongehoorzaam
was geweest. Op den dienst was Kitchener
onverbiddelijk streng.
„Mis", zei de luitenant met nadruk: van
dat koffiedrinken komt niets. Verlaat nu
gewillig het huis dan blijven we goe
de vrienden".
„Ik blijf hier", zeile ze met niet minde
ren nadruk.
„Dan moeten wc geweld gebruiken".
„Doe dal!"
Maar tegenover dit meisje geweld te ge
bruiken, stuitte borti toch geweldig le
gen de borst. Zij w-as weerloos, en juist
die weerloosheid ontwapende hem.
Zijil oucterlijke woning stond in de
Schotsche Hooglanden; hij had èeri zuster
.thuis,.van T zelfde slag als dit meisje en
hij stelde zich voor, dat de vijand kwam,
óm. die woning af te stoken.
Zijn zuster zou de ouderlijke woning
pok verdedigen, even dapper als diitl
meisjo.
„Miss, ik verzoek u.nu voor den laau
sten keer, om mee te gaan".
De luitenant we< s er naar op, dat de
oorlog zijn bittere noodzakelijkheden mee
bracht. Hij zei, dat het hem aan zijn harC
ging, deze hoeve aan de vlammen pri/!
te geven, en smeekte 'haar, hem niet t$
dv/ingen, geweld te gebruiken.
Doch liet meisje bleef standvastig.
„Ik zwicht slechts voor het geweld"*
zeide zij op vasten toon.
De luitenant verliet het huis Juist kwam|
Kitchener te paard het erf oprijden.
Zijn oog flikkerde onheilspellend.
„Wat is dat, luitenant?'Zijt ge uw last
brief vergeten?"
„Excellentie, met uw verlof
En de luitenant vertelde de onlmnttirf
met dat boerenmeisje.
„'t Is kras!" zeide Kitchener kort aan«
gebonden, en stapte het huis binnen.
Daar stond het meisje, de armen over o§
knnder geslagen.
„Ga mee, kind!" kommandeerde hij.
„Ik blijf hier, Excellentie
,Uw vader is van het Engoische l)Icn£
dat maakt zijn rebellie ï.og te nusda^
diger'.
Zij zag den geweldigen veldheer, voor
wien zijn soldaten sidderden, aan mei
vlammende oogen.
„Mijn vader doet zijn afkomst alle eer©
aan, generaal, want hij strijdt voor vrij
heid en recht. En die strijd heeft Oud-
Engeland sterk en beroemd gemaakt.'
„Dus ge gaat niet?'
„Zoo waarachtig als ik leef, ik fciijf
hier, tenzij uw soldaten zich verlagen, mij
met geweld het huis uit te slepen".
Kitchener zweeg een oogenblik. Er
scheen een verandering op zijn gelaat
zichtbaar to worden.
Toen trad hij naar buiten.
„Luitenant", zeide hij: „noteer in uw
rapport, dat mijn bevel tot verwoesting
van het huis van den rebel Rightman r:eö
kon worden uitgevoerd wegens onver-
wachten tegenstand van de dochter dca
huizes. voorwaarts!"
De luitenant haalde verruimd adem.
„Excellentie!" zeide hij: „we hebben
dorst, en dat meisje heeft de koffie reed»
gezet!"
„Ook dat nog!" zei de generaal.
Toen gleed er iels als een glimlach ovefl
dat ijzeren gelaat.
„Goed, ik ben van de partij, wan», ik!
heb ook dorst".
Kitchener trad binnen, door zijn rui
ters gevolgd, en reikte het meisjo--vrien
delijk de hand. K
..lk feliciteer* u", zeidohij: „uw ouder-.;
lijke woning slaat onder mijn bizondere
bescherming". j
„IJ zult er nimmer spijt van hebB®^ H
Generaal",-antwoordde Anna met een
lend gelaat, eu lij si-lionk de dsmpMKW l
koffie in.