HieaweleidsctieCBurant
Tweede Blad.
Zaterdag 15 Juli 1922.
Bruiloft en tempel.
En Jezus was ook genood en
Zijne discipelen tot de bruiloft
En Hij vond in den tempel
Johannes 2: 2 en 14.
Het blijve altijd de aandacht trekken,
dat Jezus Zijn eerste Messiacteekcn ver
richt. heeft op een bruiloft.
Nauwelijks i6 Hij van Zijn. wegbereider
tot Zijn openlijken Messias arbeid inge
leid. Pas is de Heilige Geest in duivcngc-
daante op Hem nedergedaald en werd
over Hem de stem des Vaders gehoord.
De verzoeker, in de woestijn moest wij
ken voor Zijn: „daar staat geschreven!"
Uit de kringen van den Dooper volgen
Hem Zijn eerste discipelen.
Nu gaat Hij dan heen, bereid tot den
doodelijken kamp, waarvan de woestijn-
verzoeking het voorpostengevecht 'is ge-
woest.
Hij gaat heen met het doel de werken
des duivels te verbreken.
Misschien zoekt uw oog Hem in Jeru
salem, in den tempel.
Straks. Straks. Dan zal Hij daar met
den geesel van touwtjes wegdrijven de
kooplieden en de wisselaars, de schapen
en do ossen.
Nu nog niet. Nu is Zijn eerste gang
naar een bruiloft.
Eerst de bruiloft, dan do tempel.
Toevallig kan dit niet zijn.
Zoo moet hei. Zoo ligt dat in Gods
Raad.
Dezo orde is Gods orde.
In de woestijnverzotking ging Jezus in
in het huis van den Sterke om dien Sterke
te binden. Nu gaat Hij hem zijn vaten
ontrooven. Nu moet de in eenzame wor
steling behaalde triumf worden verwerke
lijkt in het leven.
En dan niet slechts in een stukje van
het leven maar in héél het volle leven, in
al z'n geledingen en verhoudingen, in all
zfn hoogten en diepten.
Daartoe gaat Jezus uit de woestijn nog
niet naar den tempel maar juist het al
lereerst naar de bruiloft.
Daar, op die bruiloft, méér neg dan in
den tempel, hoort Zijn oor het mensdhen-
leven Moppen.
In de bruiloft begint het huwelijk.^
En in het huwelijk begint het gezin.
En in dat gezinsleven liggen de wor
tels. de kiemen, de spruitsels, de botten,
waaruit heel het menschenleven moet
wassen en Moeien.
Dat huisgezin is het vat bij uitnemend
heid, dat aan den Overste dezer wereld
moei; worden ontweldigd.
Zonder het huisgezin geen tempel.
Want niet uit enkele personen, hier
één en daar één, los en vreemd van elkan
der, belieft het God Zijn kerk te bouwen,
maar juist uit de huisgezinnen. Geloof in
den Heere Jesus Christus en gij zult zalig
worden, gijen uw huis!
Satan in het gezin, dat is: Satan in het
leven.
Jezus in het gezin, dat Ls: Jezus in het
leven.
Eerst de bruiloft, dan de tempel. -
jf
w
Deze orde Gods zij er ook in het le
ven van wie zich naar Jezus noemen.
Waar reformatiedrang in de harten
ontwaakt, leye die reformatie zich ook
uit in onze kerkelijke samenleving, maar
beginne bij de bruiloft.
Er ie, bij veel lauwhartigheid, in me
nigeen onder ons nog prijselijke ijver voor
allerlei arbeid in Gods koninkrijk, naar
het oude recept, in „Kerk, Staat en Maat
schappij".
Broeders, wier activiteit moeilijk zou
kunnen worden gemist. Die voor velen en
voor veel een zegen zijn en willen zijn.
Maar juist zij loopen niet weinig ge-
raar, ijverend in-den tempel, hun aller
naaste omgeving, waar ze als man of
huisvader hun roeping hebben, geestelijk
te laten verkommeren.
Het i'a niet altijd zoo.
Er zijn gezinnen, waar man èn vrouw,
één van zin, in gemeenschap met Jezus
voor elkander en samen voor anderen een
zegen zoeken te zijn.
Maar e: - '":-k niet weinigen,
waar bij alle actie naar beiicn. daaroin-
nen da 3caer.~1oon gcesieiij:-: zinkt.
Do wijn der echte, Christelijke levens
vreugde parelt er niet in den levensbeker.
Er is levensniatheid en levensverwcl-
kkrg.
Indien althans de beker niet vol is van
onderlinge levensverbittering.
Want Jezus is daar op de bruiloft niet.
Hij wordt er misschien nog wel in den
tempel gezocht. En men zou Hem er wel
willen met-den geesel van touwt jes.-
Maar men hoeft Hem niet op de bruiloft
ingewacht.
En Hij wil eerst de bruiloft, dan pas
den tempel.
Voor deze orde Gods zij open het oog
van wie zoekt naar de oorzaken van de
onmiskenbare ontreddering in menig jong
leven.
Waar de band aan Woord en belijdenis
is gerekt of stukgerafeld, is dit, wel niet
altijd, maar toch vaker dan wel eens
wordt vermoed, middellijkerwijs gevolg
van de scheefgetrokken verhoudingen in
eigen huiselijk leven, waar te weinig in
gezien de blijde kracht van het geloofs
leven.
De critiek der jongeren is wel eens te
wijten aan de kwaal der ouderen.
Dan is er in zulk een huis nog wel ge
bod op gebod. Er is ook nog wol oen Bij-
bol en oen gemeenschappelijk gebed. Maar
er is niet meer de 'heerlijkheid van Jezus
uitschitterend in een elkander toegewijd
samenleven.
Het water wordt- er niet meer tot wijn.
En dan kan men wel pogen den tempel
te refoiimeereh.
Maar reformatie van den tempel zon-,
der reformatie van het huisgezin mislukt.
Eerst de bruiloft,
Dan de tempel.
ZIJN STEM.
Een grool© toekomst gaan we tegen^
De menschon zijn zoo knap;
Ontdekt wordt alles, on steeds vorder
Gaat aHe wetenschap.
En tooh.en toch.oen bange vreeze
Woont diep in mijsi gemoed.
We gaan vooruit 't zal wri zoo wezen,
Maar is de richting goed?
Ik hoor zoo velo stemmen tritien
Van nijd en klassenhaat,
Mijn geestesoog ziot niet de toekomst
In zoo héél iicht gewaad
Tevredenheid is ver te zoeken,
Geloof en liefcte kwijnt,
Omdat de Zon van Echt öq leven
Niet meer in 't harte 6ohijnt.
Ik hoor zoo veile stemmen trillen,
Maar zeidon LLefdo's stom.
Zou niet -de richting boter wezen,
Ging zij terug naar Hèm?
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERH.
Drietal. Te Delft: J. Bub te Ouddorp: E.
V. J. Japchen te Hei- en Boeieop en J. Keiler te
St. Maartensdijk.
Beroepen. To Leerdam: S. C. Groen weid
te Zuilichom.
A a n g o n o men. 'Naar Vinkeveen: H. van
Eist te Genemuiden.
Bedankt. Voor Lexmond: S. C. Groenoveld
te Zuilichem; voor Zalk: A. J. Eijkman Jr., to
Hattem.
GEREF. KERKEN.
D riot al. To Middelburg: H. Brouwer HMzn.
to Heemstede; S. G. de Graaf to Rijswijk (Z.-
H.) en J. Wijmenga to Dronrijp,
Bod ank t. Voor Thesinge: G. D. Scheeps-
ma to Westergcest; voor Zoutkamp: W. Weenor
to Raard; voor Kommerzijl: D. B. v. d. Meulon
to OoBtermeer.
J. van Vliet.
In aansluiting aan het bericht dat de hoer J.
Yan Vliet, voorganger bij de Goref. Gomocnte
van Boskoop, beroepen is bij de Gerof. Gomeenlo
to Dordrecht, kan do R o 11 e r d. nog inededoo-
len, dat hot doel is in laatstgenomdo plaats ovor
to gaan tot de stichting van een Vrije Gorof.
Gemeente, als wier voorganger dan de heor van
Vliet optreden zou.
Naar men weet, wenschte de heor van Vliet,
die niet toegelaten word tot het onderzoek voor
het predikambt hij de Gorqf. Gemeenten zich
niet te schikken naar het besluit, dat hij nergens
elders clan te Boskoop zou mogen voorgaan. Hij
meende elke Gemeente, die hem daartoo uitnoo-
cligdc, te mogen dienen. Hiertegen nu werden de
Gerof. Gemeenten gewaarschuwd.
Hot beroep van den hoer van Vliet naar
Dordrecht en da stichting van oen lïjo Goref.
Gemeente aldaar, wijst dus, in verband met liet
bovenstaande, op een uittreding uit hot verband
der Gercf. Gemeenten.
Grooto schoolklassen.
In „De Seh. m. d. B." maakt do redacteur J.
L(ens) in een artikel over „De technische her
ziening" do volgende opmerking:
Voor 261 leerlingen krijgt men 1 hoofd en 6
onderwijzersvoor 522 leerlingen, dat ift twee
maal zooveel, krijgt men 1 hoofd en 10 onder
wijzers.
In totaal dus in het eerste geval 7 leerkrach-?
ten en in het tweede geval niet totaal 14, maar
slechts 11.
De schrijver verwacht als gevolg: dat do scho*
len zullen worden ingericht voor of toruggo^
bracht tot schelen met 261 leerlingen en dat men
dan inplaats van bezuiniging nieuwe des-organL
salie en duurder onderwijs krijgt.
Colijn over de Vrije Universiteit.
Onze ruimte laat niet toe, van do jaarverga
dering van de Vereen, voor Hooger Onderwijs op
Geref. Grondslag oen breed verslag te geven.
Wij geven daarom alleen een kort overzicht
van wat door den heer H. Colijn, die tot di
rect our gekozen werd, gezogd werd over: De
toekomst van het Hooger Onder-
wijs.
Spr. zoide niet een redevoering te willen hou
den. Hij wil slechts brengen een eenvoudig woord
tot hen op wier sympathie de V. U. steunt en
van wier steun rij afhankelijk is. Een woord
steunend op eenigo zuiver zakolijko gegevens. We
staan op een tweesprong in 't leven van on zo
V. TJ., welko richting moeten we uit? Daarom-
t-rent moot klaarhoid zijn. 't Halvo eeuwfeest
ligt vlak voor ons. Spr. bedoelt echter niet een:
zoo kan het; maar meer oen: zou het zoo niet
kunnen? Do directeuren gaven him crculaire, met
3 groepen van- behoeften: a. wat onmiddellijk
noodig is oïn opheffing van de V. TT. te voorko
men; b. vooiriening in de localitoit; c. wat noo
dig is om te voorzien in de behoefto aan leer
krachten. Wat 't eerste betreft, de inkomsten
moeten met f 35.000 per jaar toenomen. Daar
over spreken we niet. Voor het tweede is f 44.000
jaarlijks noodig als rente en aflossing op een
kapitaal van f 540.000. Dit bedrag van f 44.000
is te laag en moet f 20.000 hooger worden ge
steld. Samen een ten per jaar meer, om de unv
versiteit op haar tegenwoordig peil te handha
ven en haar te huisvesten in oen passend gebouw*.
Ook hierover spreken we verder niet. Voor het
dorde begrootten de directeuren f 175.000. Spr.
wil f 200.000 per jaar. Naar hot plan van di
recteuren is er dus 3 ton per jaar meer noodig.
Ook do eiech der wet komt er bij. De gezamen
lijke inkomsten zouden dus tot oen half millioen
per jaar moeten stijgen, opdat de vier faculteiten
aan redelijke eischen voldoen. Yan practische
opleiding van genocsheeren is dan nog geen
sprake; alleen met 't beginsel is dan nog maar
gerekend.
Spr. vraagt: kan ons volle jaarlijks 5 ton bij
eenbrengen alloeu voor do V. U., terwijl daar
naast zooveel belangen behartigd worden. Spr.
zegt: ja op één voorwaarde. Dat men n.L t-
besof heeft dat als men dit bereikt heeft men dan
ook do eindstreep hieeft gehaald, 't Bedrag is
zeer groot maar niet onoverkomelijk; Het aantal
belijdende leden van de Geref. Kerken in Ne
derland haalt reeds 230.000. Ovor een paar jaar
2,50.000". Als ieder lid van die kerk nu f 2 por
jaar bijdraagt is het bedrag gevonden. Nu gaat
dit velen to zwaar, maar anderen kunnen ook voel
weer bijdragen. Dit is te bewijzen. Er rijn 2 locale
comiló's in ons land waar de contributie voor
de Y. U. ruim f 6 bedraagt per belijdend lid
maat v. d. Gerof. Kerk. Maar ook in gewono
streken haalt men toch do f 2. Hot is dus geen
hersenschim.
Mits men slechts dit zeggen kon: is dit half
millioen er, dan zijn wa klaar, dan kobben we
onze V. U. met 5 faculteiten! Dan kwam het
er (luid applaus.)
Maar zoo staat do zaak niet! Dan hebben w©
nog slechts 1/3 van wat noodig i6. Zulk oen be
drag van li millioen bijoen te brengen is onmo
gelijk. Evenwel: dat dit II millioen niet opge
bracht worden kan brengt mee dat bet half mil
lioen niet opgebracht worden zal. Hier werkt do
psycholgische factor. Ontmoediging geeft inzin
king. Do helft van het half millioen komt er
niet als men denlct: wo komen nooit bij het eind
doel. Hoe dan nu? Zullen we een smeekend oog
naar do Staatskas opheffen? Afgezien van hot
feit dat spr. hoopt dat ©r in do komend© jaren
een grimmige waakhond hij de Staatskas zal lig
gen, brengt men zoo de oplossing niet aan. Do
eisch tot steun kan bij het hooger onderwijs niet
worden gehandhaafd wat het bijzonder hooger
onderwijs betreft. Spr. voornaamst© bedenking is
dezo dat we nu reeds moeite hebben in ons land
om do leorstcolen aan allo universiteiten to be
zetten. Kwamen er nu nog een Hervormde en
Roomscho universiteit bij, onder het regiem van
gelijkstelling, dan zou 't peil van hot hooger
onderwijs omlaag worden godrukt. Maar waar
dan de oplossing te zoeken? Die vraag houdt spr.
allang bezig. Spr. heeft in Engeland kennis ge-
:i'«kt mct.de ucircrslte&ii van OrJóvd en Cam
bridge'oir dit gaf rïeiJ.i.-g aan tpr. deuken.
voor 't eoist cut ia Oxford of_ Cambridge war U
voorat getroffen doo? tweo dingenprac! isoho
oude gebouwen vol van traditie ec een leger van
studenten nagenoeg geheel ondergebracht in Hoe-
pit i en. Maar 't meest trclt de inrichting der
universiteiten, 't Is eigenlijk goen universiteit.
Maar een verzameling van nie; geheel conipl-to
universiteiten, 't Is een federatief lichaam dal do
verschillend© „colleges" uiterlijk in één lichaam
saambrengt maar dat do zelfstandigheid van de
doelen geheel onaangetast laat. Elk college is
een incomplete universiteit dat soma, afgezien van
hot beginsel, lijkt op onze V. U. als twoo water
droppels. Zo dateoren van 1256 tot 1807. Ze
zijn in verband met den tijd waarin z© gesticht
werden ingericht. Elk „college" heelt ©igen hoog
leeraren, die niet hoogleeraren zijn aan 4e Ox-
fordsche universiteit. Nu heeft men in Engeland
niet het verschil in geestelijke 6trooming; één
college heeft soms vrijzinnig© enRoorascho en
Calvinistische hoogloeraren. Maar men kou de
splitsing in colleges doorvoeren op t princiop van
de scheiding door geestelijke strooming. In Ox
ford wordt d© medische, en natuurwetenschappe
lijke faculteit ingericht op dezo wijze dat zij uit
gaan van al do colleges gezamenlijk.
Kan nu do oplossing van ons universilei te-
vraagstuk niot in gelijke richting worden ge
zocht?
We kunnen, het niet precias zoo doen als in
Engeland. Maar wel zon kunnen, dat alle male-
ricclo hulpmiddelen voor het - natuurkundig en
medisch onderwijs werden afgenomen van de uni
versiteit die ze nu.heefft en werden ondergebracht
bij een afzonderlijke staatsinstelling, opdat zo
ten dienste kwamen van het hooger onderwijs en
do studenten van alle inrichtingen voor hooger on
dérwijs. ter plaats© gevestigd er van konden ge
bruik maken. Kon die oplossing gevonden wor
den, dan war© het voornaamst© struikelblok tor
uitbreiding van onze Y. weggenomen. Het is
een denkbeeld waartegen véle bedenkingen kunnen
worden ingebracht. Wo zijn dusgenaamd democra
tisch, maar tegelijk een uiterst conservatief Yolk.
Spr. wil dat niet zijn. Spr. ziot d© bczwjuen,
maar ook do groot© - voordeden: 1. De V. U.
wordt geholpen uit een anders onoverkomolijko
moeilijkheid. 2. Zoo komt er beperking van kos
ten. Er is vak en vak. Voor het ceno hebben we
menschcn van onze richting noodig; bij hot an
dore vak spreekt dit rooi minder. Spr. denkt zich
de V. U. en een rijksuniversiteit op een plaats
govostigd en zondert do theologische faculteit
gebod uit, maar acht het dan zeor wel moge
lijk, dat de studenten voor sommige faculteiten
eigen hoogloeraren moeten hebben, voor andere
hot onderwijs van de rijkBunivorsiteitshoogloera-
ren konden volgen. 3. Het derde grooto voordeel
is de aanraking met andere universiteiten.
De voorzitter verheugt, rich, na dit woord, dat
de hoor Colijn directeur is geworden. Men zal
hot mot hom niet makkelijk hebben. Er komt
friseft bloed. Maar spr. is toch niet zoo pessi
mistisch. Deze buitengewoon drukbezochte verga
dering bewijst» dat de V. U. d© liofd© van het
Goref. volk toch nog heeft. Spr. gooft gelegen*
heid tot bespreking.
De heor van der Ploeg zegt: Wo hebben 5
univorsiloiton. Doek er tweo van op! Geef van
d© gebouwen één universiteit aan do rooni6chen
en één aan ons. Dan rijn;wo ear (hilariteit.)
Do hoor Colijn antwoordt dat dit geheel on
mogelijk is. Maar iets anders is hot denkbeeld
vroeger Toods door dr. Kuyper gekoesterd, of bij
min volledige bezetting van iedere rijksuniversi
teit niet bezuinigd zon kunnen worden. Maar be
zuiniging is zaak van de regeering.
De voorzitter stolt voor, dat de plaat© voor
de volgende jaarvergadering door directeurou zal
worden bepaald. Spr. dankt do Friezen en wie
voorts uit hot gehoolo land kwamen voor hun
tegenwoordigheid. Yan dezo zeer welgeslaagde
vergadering is opnieuw rijk enthousiasme uitge
gaan. Spr. herdenkt hot sterven van prof. B.a-
vinck. Maar voor iets nieuws roept God weer
grooto mannen. Spr. is optimist en vindt dat wo
rijke ©tof tot danken hebben. Er is geen land
met zoo uitgebreid© christelijk© actie. En ook
dezo vergadering, zoo groot in getal, kenmerkt©
zich door groot© geestdrift. Met dio gedachte
gaan we van hier en voorts doe iodor in zijn
kring wat zijn hand vindt om to doen. Spr. ein
digt met dank aan velen. Dr van Es, van Leeu
warden, ging voor in dankgebed.
De gevaren der bioscoop.
Wo nemen via „Het Kind" ©ver hetgeen De
B. (mr. H. d© Bie) in „Hoendorloo" schrijft over
de bioscoop:
„Hot strafgeding tegen den filmspeler „Fatty"
t© San Francisco en hot afschuwelijke drama,
dat daaraan blijkbaar is voorafgegaan, hooft in
do Unie eon veldtocht tegen do gevaren van deu
bioscoop ontketend, waarvan o.a. een uitvloeisel
is do openbaarmaking van een enquête te Chicago
onder de voormannen op het gebied van onder
wijs en opvoeding. Prof. W. Burgess hooft do
volgende samenvatting van de conclusies dor in-
gokomen antwoorden gegeven:
.Do bie:-open:
!.:u e l:ct' Schoolwerk;
rvr.co don kinderen c a n togotf
beeld van het leven en zijn plichten
verminderen don eerbied voor hel gezag;
leidon tot oen zekere vroegrijpheid in sexueeb
aangelegenheden
wekken geringschatting voor het huiselijk»
leven;
oefenen een Biechten invloed op zedelijkheid
en reinheid;
rijn, over het geheel genomen, ook sdiadMijK
voor hot lichaam, daar zij nadeelig werken op
do ©ogen, ook rijn zij 6lecht voor vitaliteit on
mentaliteit."
Na een aantal cijfers te hebben gegeven over
den omvang dor filmindustrie in Amerika zegt
d© schrijver:
„Men wiego zichzelf niet in 6laap met te den
ken: Amerika is ver weg; de filmindustrie daar
werkt ook voor d© Europeesch© bioscoopen en
ondanks don woningnood en d© bittere behoeft©
aan moor kerken en meer gebouwen voor maab»
6chappelijken en paedagogischen arbeid onder de
rijpende }e«gd verrijzen thans b.v. in een stad
als Rotterdam op peperdure terreinen w©1or
twee goweldige bioscooptheaters, waarvan hot
een© aankondigt, dat er 1100 fateuils zullen zijn!
„13 het onverantwoordelijk en droevig togtx
lijk, dat diverse kapitaalkrachtige ondernemingen
en personen in de Nederlandsche Bioscoop-trust
dezen onze volkskracht sloopenden arbeid steunen
an or wellicht van profiteeren ook?
Zal hot nu aanhangige wetsontwerp tegen
dezen machtigen 6troom een dam van voldoend©
kracht opwerpen."
Als het goud verdonkert.
Op Westervcld werd iemand „ver-
ascht":
't Lijk kwam heelemaal uit Deventer.
Als 'fc meer gaat: er werd voor de
veraeschiiig door enkelo vrienden gespro
ken, zooals men dit bij ©en Christ©'ijke
begrafenis ook wed a<an de groeve doet.
Maar wat me vooral trof, zegt U i fc-
k ii-k in Fr. D g b 1.
Daar sprak ook 'n Deventer d 0 m i-
ne 0.
Echter niet in zijn ambt:
Neen, lees ik, hij trad op als
woordvoerder van de lege der Deventer
Vrijmetselaars!
Eon predikant, krachtens zijn ambt Be
dienaar des Goddelijken Woords, die
voord© verbranding namens de vrijmet
selaars het woord bii de lijkbaar voert,
hoe ver zijn we van de dagen Revius',
die ook als predikant te Deventer stond
in onzen tijd af!
„EEN HEIDËNSCH LAND."
Dio uitdrukking is van dr. A. W. Bronsveld,
den bekenden Utrechtschen predikant in ruste,
redacteur van Stemmen voor Waarheid en
Vrede."
Eon heidensch land dat werd Nederland in
de jaren 1870 en volgende. Door af te zakken tot
allerlei goddelooze practijken Door hot verkon
digen van allerlei paganistischo leerstellingen.
Dat voelde dr. Bronsveld heel duidelijk in 1871.
En hij verblijdde zich van heeler hart© over d©
verkiezing van dr. A. Kuyper die door het dis
trict Gouda afgevaardigd werd ate lid van do
Twcedo Kamer.
In do Eteramen voor Waarheid en Vrede"
vertolkt© hij zijn vreugd aldus: „Neen, we zijn
geen machtoloozo. geen stille" partij meer. D©
liberalen „het denkend deel dor natie" mooton
met otio rekenen. Hun schoonste dagen zijn voor
bij. Het blijkt meer eri meer, dat er ook nog
bij do kern van onzo natio niet weinigen worden
aangetroffen, die van het streven om ons land
woor tot oen hoi dons ch land t© maken, af-
koerig zijn."
Wat had zegt de Waarhoidsvriond, dr.
Bronsveld in 1874 een goeden kijk op de din
gen! Geen .^tillo" partij do liberalen moeten
met ons rekenen de kern van onze natie wil
niet dat van ons land Óen heidensch land g©<
maakt wordt.allemaal waarheden.
En nu is dr. Bronsveld al zoo veranderd, dat
hij zijn vloek uitspreekt over de Antirevolutio
nairen dat hij in toorn ontsteekt als er go-
zegd wordt, dat er paganistische factoren in ons
Volksleven zijn, waarvoor to waarschuwen is
en als bewijs, dat dr. Bronsveld heelemaal op
z'n hoofd loopt, kan dienen zijn advies bij den
nu gelukkig volbrachten stembusstrijd gegeven
n.l. dat wio evangelisch-chrislen is, in do poli
tiek iibo-Taal moet zijn.
Wat kan oen mensch toch wonderlijke dingen
uithalen in z'n leven.
Toen or liboralen waren waarschnwdo dr.
Bronsveld voor hen en juichte over de vorkio»
zing van dr. Kuyper.
Nu er geen liberalen meer zijn zegt dr. Brons
veld. dat evangelische christenen er voor moeten
zorgen, dat zo er weer komen!
Gelukkig, dat „de korn van ouzo nalin" er
anders over gedacht heeft!
FEUILLEf ON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzei
jaartelling.
58)
Dat. welbegrepen eigenbelang en die
scherpziende voorzichtigheid, die de on
veranderlijke grondstellingen van hefc Fa
rizeïsme zijn, maakten due dat Onias zijn
vrouw aanmoedigde in haar mildheid
voor de arme leden der eynagoge. Alleen
was het hooge bedrag een oorzaak van
botting tusschen het genoegen van alom
gewerd te worden en het gevaar van voor
rijk te worden aangezien.
De dag van Hilda's huwelijk kwam.
Met bruidszangen en door een stoet van
maagden met brandende lampen werd de
jenge bruid lange de e tra! en en tuinen
van Antiochië naar haar nieuwe tehuis
geleid.
Met behaaglijke zelfvoldoening streelde
Onias zich aan den avond van dien dag
den langen baard. Hij 'had goedgevonden
da[ Esther de arme bruid oen behoorlijk
f van kaderen gegeven had; zelfs
1 had hij zonder veel tegenzin gezien dat
sommige gouden en zilveren sieraden uit
Esthers zwarte hairen naar de blonde lok-
j kon dor Gennaantche verhuisd waren, Bo-
i.
vondien was het reeds een weldaad dat hij
haar togen losprijs vrijgelaten had. In
Leviticus was geen enkele .aanwijzing dat
de wet van vrijlating in 't Sabbatjaar ook
op heidensche slaven toepasselijk was. In
geen geval was de prijs bepaald. En Hil
da's diensten werden elk jaar meer waard.
Hij voelde dat. hij veel verdor gegaan
was dan do wet voorschreef, en dat hij
verdiende door do profeten vermeld te
worden. Dat maakte zijn hart zoo edel
moedig dafc hij des avonds tofc Si ward)
zeido:
„Do dag komt nog eens. mijn zoon,
dat ik misschien ook u toelaten zal u
vrij te koopen."
„Zeg maar dadelijk don prijs!" ant
woordde Siward kortaf.
„Geduld, mijn zoon, geduld! 't Is van
daag feest; dan doen we geen zaken!
Maar ik houd veel van u on uw zuster.
Hebt ge haar gouden armversiersol go-
zien? Dat heb ik zelf lang geleden aan
Esther gegeven. Dit is een dag van ge
schenken, niet van zaken."
Siward werd driftig. Hij had de vrij
heid zijner zuster gekocht voor den hoo-
gon prijs, letterlijk van jaren van zijn
eigen leven. Met. geduldige, edelmoedige
opoffering had hij haar een U-hui* .m
'liefde en vrijheid verschaft. Voor m; 1
waren nog lange jaren vau <1:
heid en kleingeestig oniah:
schiet, mot de mogelijkheid althans van
een cindo in het juk, de zweep, het kruis.
Hij kon niet verdragen dat het geen hij
zelf gekocht had zou aangezien worden
voor de weldaad van een ander.
„Ik vraag u geen aalmoes; ik vraag
rocht!" zeide hij. „Spreek open, noem den
prijs van mijn vrijheid, en neem uw ga
ven terug zonder ze als een deel van mijn
losgeld te rekenen."
Maar aalmoezen geven wais den Fari-
zeör veel gemakkelijker dan recht te doen.
Een aalmoes is een bepaald deel, dat af
gezonderd worden kan van de rente, die
het bedrijfskapitaal afwerpt, en dat het
geheel onaangetast laat. Maar recht is
©en groot woord, dat ieder kan uitleggen
naar eigen verkiezing, 't Kan zelfs het
kapitaal, den geheiligden 6chat van de
Muntgodin, aantasten!
„Recht!" riep hij boos. „Recht! Dat iö
een - sluwe heidensche verdraaiing van
mijn mildheid. Ik geef vorstelijk, en gij
ei3cht. van mij recht, alsof 'k oen dief
was."
„Mijn zuster mag nooit door uw ge
schenken aan banden gelogd worden!"
wierp Siward heftig tegen. „Morgen kunt
ge den armband weer bij uw schatten bor-
M'O.r Esther kwam stil tol hem cn d?
bad vriendelijk op Onias' in»,
ep Siward's 'hand leggende, sj;
zij: ,,'t Was mijn armband Siward; mijn
geschenk aan 't kind, dat ik liefheb. Laat
haar het houden, 't Is me hard genoeg
van haar te scheiden. Beroof me niet van
het genoegen haar van dienst te zijn. En
geloof me: Onias zal u recht doen, hij wil
het; onze wet gebiodt het.
Morgen wordt het contract tusschen u
beiden opgemaakt. En geloöf mo: hij zal
het nooit willen verbreken. Voor wie zou
den wij sparen en opgaren? Wat kan dat
leven ons schenken, dat we daarvoor war
gen zouden onzen God te beleodigen?"
Haar oogen schitterden met een glans,
die Gallias roden zou gegeven hebben
haar eer onder de profetessen te rang
schikken dan bij de Hannahs en de
Ruth's.
Zo had daar een snaar aangeraakt, dio
haar hart van angst trillen deed ©n het
nKten van haar echtgenoot te luide
spreken om het te wederstaan. Ze
had zichzelve met hem verantwoordelijk
gesteld.
Met bevende hand toekende hij den vol
genden dag do overeenkomst, waarbij hij
zich onherroepelijk verbond Siward in
vrijheid te stellen, zoodra die hem een
vastgroeide som betaalde.
't W; s voor Siward niet gemakkelijk
bijten te brengen; daar onder-
vals!0 deel zijner vordicn-
t ...as zou zijn. Toch gevoelde
hij sedert dien dag der druk der go'.on-
dorihcid van zich afgenomen.
Voor zich zag hij zijn trljheijl, er. /'in
edel doel van bevrijding van zijn volk; cn
daartussehen alleen do volharding van
zijn eigen moedige hart en den arbeid van
zijn sterken arm.
Hij vóelde zich weder mensch, niet. lan
ger koopwaar. En nu, het hart. me dio
niouwo hoop vervuld, begon hij weder te
golooven dat er oen levende God was. in
wien Esther geloofde, do Hope van Lraël
en van ieder mensch, die als Hilda geleerd
had Hom lief te hebben.
XXIV.
't Was hot jaar 30, Agrippina'- eerste
iaar van haar ballingschap op Iit ibnd
Paudataria, die drie jaren duren zou.
Tiber:na had die jaren doorgebracht i«
vrijwillige ballingschap buiten Rome, dafc
hij regeerde cn haatte, in de twaalf villa'i
op Caprea, in zulk oen paradijs als mei*
schen zlchzdven scheppen kunnen, wan
neer zij bo:-loten hebben niet te letten of.
hef vlammend zwaard der goddelijke go-
iXK-hl igheid, allen arbeid in hot zweet hun»
aanschijns te vermijden en zich alle®
bezig te houden met. hetgeen aangenaai*
voor 't oog en streelond. voor do tong iM
als goeden kennendo het good cm b€C
kwaad in d© wereld van doornen cn dte«
telen.