V. H. RUTGERS
Aan het einde der week.
Verlaten wordt, wat, God verlaat,
Wat God verstoot, verstoeten.
Wel hoort men öaag'lijks stem
[op slem
iWeerklinken: Geen nood, wij
\W?\ [redden 't zonder Hem,
T"' Maar die het zeggen, zinken!
Wij redden 't zonder Ilem.
Dat is de leuze van vele machthebbers
in binnen- en buitenland.
Do ontwikkelde en beschaafde mensch,
kan zich zelf wel besturen, kan zelf wel
uitmaken wat recht is en onrecht, wat
goed is cn kwaad.
Wij redden 't zonder Hem.
Zoo dachten de overwinnaars in den
jongsten wereldoorlog en dies werd een
vrcdeslractaat opgesteld dat de kiemen
van een nieuwen oorlog in zich draagt.
En Europa, dat God verliet, het zinkt
weg in jammer en ellende.
De opbouwers van het nieuwe Duitsch
land, ach, zij hadden God niet noodig.
't Waren ervaren politici, bekwame
mannen, mannen met een helder hoofd
en een vaste hand.
Moeilijk was hun taók, bovenmensche-
lijke kracht werd vereischt "voor het
werk dat zij -hadden te doen.
En toch zij meenden het zonder God
te kunnen -stellen. Zij steunden op den
volkswil en die is immers machtig en
sterk.
Met verbeten woede werd hun optreden
aangezien door de mannen van het oude
regime.
Zij, die vroeger macht hadden en in
vloed, die over bestuurscapaciteilen be
schikten en die door hun bezit bevoor
recht waren boven vele anderen.
De oorlog had hen gebogen, maar niet
gebroken.
Bittere haat vervulde hunne ziel toen
daar Duitschers gevonden werden, die
een vredesverdrag onderteekenden, waar
in. verklaard werd èn dat was
een leugenl^—1 dat Duitschland
de eenig schuldige aan den oorlog was.
Alleen een eerlooze, zoo meenden- zij,
kon zulk een verklaring onderteekenen.
Wo verstaan iets van hunne ontstem
ming. En we nemen aan dat zij waarlijk
het goede zochten niet voor zichzelf,
maar voor het geliefde Vaderland, dat zoo
diep terneer gedrukt werd.
Maar alweer die verwalen toon: Wij
redden 't zonder Hem.
En zoo is men er toe gekomen eerst
Erzbcrger uit den weg te ruimen, en nu
weer een der andere ministers, dert be
roemden econoom Ralhenau.
Met moord en doodslag meent met het
nieuwe rijk te kunnen bouwen.
Zonder God. Maar... die het zeggen
linken.
En weg zinkt Europa, dat zich niet
weet te verheffen uit de economische ge
volgen van den groolcn oorlog, en weg
zinkt Duitschland dat in onderlingon strijd
zijn kracht verteert.
En steeds dónkerder wordt de toe
komst.
En steeds banger klinkt do vraag:
Wachter, wat is er van den nacht?
Ook vin R' u s land geldt hetzelfde.
Openlijk is daar de strijd aangebonden,
legen God 'en Zijne ordeningen en wegge
zonken is hef, zoo diep als niemand had
durven denken. ufe
in Ierland is het niet anders. I
De burgerkrijg woedt voort.
Moord en. doodslag zijn daar nummers
geworden op het dag-programma en nie
mand weet hoe hier nog een oplossing
zal worden gevonden.
Dio het zeggen, zinken,
In ons land zijn wij in dit opzicht zeld
zaam bevoorrecht.
Zeker; ook hier weerklinkt het verwa
len: Geen nood, wij redden 't zonder Hem
Dat blijkt nog weer duidelijk in deze
verkiezingsdagen en 't blijkt niet minder
duidelijk' in het sociale leven.
Openlijk wordt gcleeraard, dat God en
godsdienst bij staatkunde en economie
niet gebruikt kunnen worden.
God er buiten, dit is de leus van ve
len in ons land.
Maar, en dat is een nooit te waardee-
ren voorrecht, er worden ook andere stem
men gehoord.
Wij hebben onze Christelijke Vakbewe
ging, onze Christelijke Patroonsorganisa
ties, en wij hebben ook onze Christelijke
politieke partijen, die wenschen te strij
den vóór den Koning.
Wctk een voorrecht is dat.
Dat geeft ons nog moed voor de toe
komst, en doet ons hopen dat ons kieine
landje dat tot nu toe in zoovele opzichten
bevoorrecht was, ook verder zal worden
gespaard.
Vreemd bezoek hebben we gekregen de
ze week.
Do Russen zijn gekomen en onder hen
mannen die enkele jaren geleden als on-
gcwcnscht'e vreemdelingen in een IcamjT
streng werden bewaakt.
Thans zijn ze als vertegenwoordigers
van hun-volk, met de noodige onderschei
ding behandeld.
In het kleine Nederland wordt hu het
Russische vraagstuk onder de oogen ge
zien. Getracht zal worden, om wat de Com
munislen in hunne verblindheid afbra-.
ken, nog weer op te bouwen. 1
Of het gelukken zal?
Wij weten niet, of er onder die mannen
die thans confereeren, zijn, die naar God
vragen, dan wel of zij meenen dat zij 't
zonder Hem kunnen redden.
Laten we hopen, dat er is een vragen
naar Góds sterkte.
Want het Russische vraagstuk
is een Europeesch vraagstuk en
als de Haagsche Conferentie mislukt, dan
wordt de toekomst voor Europa nog al
donkerder.
We kunnen eindigen, met een goede tij
ding.
Onze geliefde Koningin is met haar ge
zin op de terugreis naar óns land.
Vandaag hoopt zij weer te arriveeren.
Zegene God onze geliefde Vorstin!
DE NEDERLANDSCHE CHRISTEN
VROUW.
De Revolutie heeft het met het vrou
wenkiesrecht op het hart van U, vrouwen
gericht. Neemt nu zelf dat wapen ter
hand .om uw heiligste goederen te verde
digen. De vijand denkt, dat ge U argeloos
zult 'overgeven ,'door niet te stommen.
Daarom op ter stembus!
Laat de geest der Revolutie zich dood-
loopcn tegen den onwrikbaren dam door
de Nederlandsclie Christenvrouw opge
worpen. H. COLIJN.
Contracten vóór 2000 jaar.
Bij de Egyptenaren moesten in het
Grieksdh-Romeinsche tijdperk alle rechts
geldige contracten voor een notaris ge
sloten worden. Daar de inkt der Egypte-
naren zeer gemakkelijk met een sponsje
van' het. papyrus weggewischt kon wor
den, en het vervalschen van contracten
dus zeer wel mogelijk was men behoef
de .bijvoorbeeld slechts een getal in het
contract voorzichtig weg te vegen en het
door een ander te vervangen werden
contracten als volgt behandeld. Men
schreef de overeenkomst tweemaal, gelijk
luidend, op hetzelfde papyrusblad, en wel
éénmaal aan de linker- en éénmaal aan
de rechterzijde. Dan werd het aan de lin
kerzijde geschrévene van links naar rechts
gerold en wel zoo vér als de linksche
tekst reikté; daarna werd dicht bij het
opgerolde linksche gedeelte een gat in het
blad gemaakt. Door deze opening werd
een van schors vervaardigd touwtje ge
trokken, om het opgerolde gedeelte gesla
gen en toegeknoopt. Op deze knoop brach
ten de getuigen hun zegels aan. Zoo had
men dus links een afgesloten, verzegelden
tekst, het z.g. binnenschrift, en recht6
daarvan een open tekst, het z.g. buiten-
schrift. Het binnensohriffc kon door nie
mand gelezen, maar ook niet vervalscht
worden, het buitenschrift echter kon ieder
ten allen tijde inzien. Beweerde nu iemand
dat een contract vervalscht was, dan wer
den eerst de getuigen opgeroepen. Dezen
stelden dan vast of de zegels ongeschon
den waren, waarna men het binnenschrift
openlegde en het met het buitenschrift
vergeleek.
De onderwerpen die wij in de ons na
gelaten contracten behandeld vinden zijn
van een rijke verscheidenheid: koop van
akkers, huis en hof, koop van slaven en
vee, pacht van akkerland, hoorn- en wijn
gaarden, huur van huizen en gedeelten
daarvan, boedelscheidingen, verleening
van volmachten, ken in gen van allerlei
soort, verdeelingscontracten, dienst- en
arbeidscontracten, schemkiugscontracten
enz. Dó menechelijke behoeften waren
toenmaals wel zoo ongeveer dezelfde als
die van thans. Hier volgt het afschrift
van het arbeidscontract van een Egypti
sche kellnerin, uit het jaar 8 v. Chr. (Berl.
Pad. 1126): „Protarche verklaart hier
mede dat zij van de waardin Taphesies
uit Alexandria honderd drachmen in Pto-
lemeieche zilveren munten ter leen heeft
ontvangen. Voor deze 6om en voor de
daarvoor verschuldigde rente, alsmede te
gen genot van voeding en kleeding, ver
bindt Protarche zich onherroepelijk bij
vrouw Taphesies, in den door deze Taphe
sies door koop verkregen herberg, in
dienst te treden, voor dein tijd van 3 jaar,
te rekenen vanaf de maand Mecheir van
•het loopende jaar 22 onzes keizers
Augustus, en eiken arbeid, haar door
vrouw Taphesies in dit bierhuis opgedra
gen, onmiddellijk en naar behooren te
verrichten."
Het volgende is de vertaling van een
Alle Anfl-Revolutionnaire
Mannen en Vrouwen
in den Kieskring Leiden stemmen
WOENSDAG 5 JULI a.s. op
No 1 van Lijst 6,
dat is de derde lijst, die op hel
stembiljet slaat.
Alleen het witte puntje in het blokje
voor den naam van den heer
wordt rood gemaakt.
Zoo moet uw stembiljet er uit zien,
als het in de bus gaat.
Rutgers, Mr. V. H.
Monté Ver Loren F. H. de
Molen, J. v. d.
Schouten, J. j
B Heuvel Chr. v. d.
Warnaar W.
Q Jongebreur Ds. M.
Vries, Mr. S. de
Q Andel, H. v.
O Adriaanse Os. L,
leerlingsconitract, (66 n. Chr.), (Pap.
Oxyrhynchos 275): „Tryphon en de we
ver Ptolomaios zijn met elkander als
volgt overeen gekomen: Tryphon staat
aan Ptolomaios zijn nog minderjarigen
zoon Thoonie af voor den tijd van 1 jaar,
te rekenen vanaf dezen datum. Thoonie
zal alles moeten doen wat Ptolomaios
hem met betrekking tot het wevershand-
werk zal opdragen, n.l. alles wat volgens
Ptolomaios zelf tot dit handwerk behoort'.
De jongen zal 'gedurende het ganeche tijd
perk kleed in g en voeding 'van zijn vader
Tryphon ontvangen, die ook alle algemee-
ne onkosten voor hem betaalt. Daartegen
over zal Ptolomaios hem maandelijks 5
drachmen op de voeding vergoeden, als
mede 12 drachmen op de kleeding na af
loop van het contract."
Een Egyptisch contract van ondorhuur
(Pap. Oxyrhynchos 912) luidde als volgt:
„Vrouw Besus verhuurt aan Patys voor
den tijd van een jaar, de kelderverdie
ping, zoomede de zich boven het terras
bevindende woning, van het huis, gelegen
zuidelijk gedeelte der stad, dait zij zelf
van Isodoms heeft gehuurd, tegen een
hurprijs van 60 zilveren drachmen. Na
afloop 'van dien termijn moet hij de ge
huurde ruimte weder afstaan in den toe
stand zooals hij deze heeft ontvangen, vrij
van ongedierte en verdere onzuiverheid,
alsmede alle deuren en sloten. Blijft hij
in gebreke zulke te doen, dan zal hij het
ontbrekende moeten vergoeden."
Men ziet het: in het oude Egypte ging
het al niet veel andere toe dan in hot
moderne Epropa: slechts de prijzen wa
ren daar een beetje lager,
VERLAAT MIJ NIET.
(vrij vertaald).
Verlaat mijn niet, o Gij, tot Wien ik vlucht.
Mijn oog op U, gaat tot U uit mijn zucht.
Mijn hart vertrouwt op U en anderen niet
Daarom: verlaat mij niet, verlaat mij niet
Verlaat mij niet! Van lijden vaak omgeven.
Kan Heer, mijn moed elechts door Uw Kracht
[herleven,
Wees Gij mijn staf, wanneor Gij zwak mij ziet,
Mijn Hulp, mijn Steun, mijn Staf, verlaat mij niet
Verlaat mij niet. Help, dat ik alles drage.
Én komt dan eens do avond mijner dagen,
Dan lichte, Vader, mij 't volzalige verschiet,
Ook daD, mijn God, verlaat, verlaat mij niet.
Leidsche Penkrassen.
Amieè.
't Is langen tijd stil geweest in de ver
schillende politieke kampen, maar nu we
staan vlak voor den stemmingsdag, be
gint er toch overal leven en beweging to
komen. Vergaderingen zijn nu aan de or
de van den dag, verkiezingskranten en
Vlugschriften worden verspreid, terwijl
aanplakbiljetten op muren en schuttingen
de aandacht van de kiezers vestigen op de
meest gewenschte candidaten.
Dat alles is natuurlijk niet zonder be-
teekenis, maar van veel meer belang
is tooh het huisbezoek waarbij men gele
genheid heeft de weifelenden te overtui
gen, de tragen warm te maken en even
tueel e bezwaren te weerleggen.
Het is wel jammer dat. er ook in onze
kringen, zo-o weinigen zijn dio zich voor
dit werk geven. Do oen heeft geen tijd,
zegt althans geen tijd te hebben, een
ander acht zich te hoog voor dit eenvou
dige werk en weer anderen hebben weer
andere bezwaren, waarmee ze zich het
werk van den hals weten te schuiven.
Dat ie temeer te betreuren omdat er
toch inderdaad zooveel misverstand on
der de menschen heerscht, wat trouwens
niet behoeft te verwonderen.
Dezer dagen sprak ik iemand die zich
verbaasde over de opmerkingen die hij bij
het huisbezoek hoorde, over de verkeerde
voorstelling die menigeen- zich van de za
ken heeft gevormd. En toch is dit zoo be
grijpelijk.
Immers tegenover de twee bezoeken die
wij misschien kunnen brengen, staat de
vrijzinnige of neutrale dagblad-pers, die
in dergelijke gezinnen een trouwe huisbe
zoeker is, en die daar jaar in jaar uit, aan
de opvoeding werkt.
De groote vergi66ing die in onze krin
gen altijd gemaakt tfordt is deze, dat nog
maar al teveel de meening bestaat-, dat
het werk van de z.g. neutrale pers kan
worden teniet gedaan, door een simpel
strooibiljet, een verkièzingskrant of een
persoonlijk bezoek.
Maar hoe men zich vergist!
Neen, dat gaat niet zoo gemakkelijk.
Daarvoor is iets anders noodig, een dage-
lijksche huisbezoeker, die altijd weer kan
wijzen op de beteekenis van onze begin
selen en kan waarschuwen tegen het op
treden van hen, die misschien bezield met
heel mooie idealen, toch ons volk naar
den afgrond voeren.
Als dan ook st-rak6 mocht blijken mijn
waarde, dat de uitslag van de verkiezin
gen teleurstellend is, laten we dan maar
gerust aannemen, dat dit mee een gevolg
is van onze nalatigheid op het gebied
van de dagbladpers.
Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken.
Onze organisatie die weer volle kracht ont
wikkelt en op ouderwetsche wijze aan het
werk is gegaan, heeft nu al weken lang
gevraagd om geld en om krachten.
Met het geld ie het, naar ik vernam, neg
aardig voor elkaar gekomen, al is het
bedrag dat noodig geacht wordt neg niet
heeleinaal bijeen. Maar wat neg gemist
wordt, dat is persoonlijke toewij
ding. Er zijn er wel velen die zich geven
aan dit moeilijke werk, maar in verge
lijking mét het 'groote terrein dat be
werkt moet worden, moest de schare Van
vrijwilligers toch veel grooter zijn.
Het is volkomen waar wat dezer dagen
een 6proker te Leiderdorp opmerkte, dat
wij, ook als we deze nederlaag lijden toch
nog kunnen zingen:
Als ik omringd door tegenspoed
bezwijken moet,
Schenkt Gij'mij leven.
Is 't dat mijns vijands gramschap
brandt,
Uw sterke hand
,Zal redding geven.
Ja, ook in dagen van tegenspoed kun
nen wij zingend danken en dankend zin
gen, omdat wij weteD, dat daarom onze
zaak nog niet verloren i6, omdat onze Ko
ning blijft.
Maar we zullen dit toch alleen kunnen
doen als we ook zelf onzen plicht gedaan
hebben en niets onbeproefds hebben gela
ten om de gevaren die land. en volk drei
gen, te keeren.
Wanneer wij onzen plicht verzaakten en
ons onder allerlei voorwendsels terugtrek
ken, geloof dan niet, dat wij dan zullen
kunnen zingen als we geslagen worden.
Wanneer we rondom ons zien amice,
dan meet het verwonderen, dat er niet
met veel meer ijver en vuur door al onze
mannen en vrouwen wordt gewerkt.
Zéker, ik ontken het geen 0ogenblik,
tieti tegenwoordige Kabinet heeft fouten
gemaakt en ook de Antirevolutionaire
Kamerleden hadden hun fouten en gebre
ken. En als men zegt, dat de toe-tand
in vele opzichten ver van gunstig is, dat
de belastingen boog zijn en de moeilijk
heden waarmee men in het bedrijfsleven
heeft te kampen vele, dan stem ik dat on
middellijk tee.
Maar mag dat nu een reden zijn om te
zeggen: nu trek ik mij terug en wil ik
met de politieke actie niets meer te doen
hebben?
Laat, wie zoo spreekt, toch eens even
zien naar Rusland, waar vrijheid een
ongekend begrip is in deze dagen, waar
het recht struikelt op de 6t-raten, waar do
economische toestand honderdmaal slech
ter is dan hier on waar honger en besmet
telijke ziekten de bevolking teisteren.
Laat, wie zoo 6preekt-, eens het oog rich
ten naar Duitschland, waar de politieke
sluipmoord al meer slachtoffers maakt.
Het is schrikkelijk wat daar gedaan wordt
al is het dan ook verklaarbaar, dat som
mige menschen tot het uiterste gedreven,
zich schuldig maken aan daden, die on
der geen voorwaarde vergoelijkt mogen
worden en <M'0 bovendien den toestand
van het land nogal meer penibel maken.
Als we ons afvragen hoe het komt, dat
dergelijke dingen kunnen voorkomen, zou
dan niet het antwoord moeten luiden:
doordat de anti-revolutionaire beginselen
zijn losgelaten en men leeft uit de begin
selen der revolutie.
Zie m'n waarde, op revolutionair stand
punt kunnen moord en doodslag niet uit
blijven en is het onmogelijk een goede
rechtsorde te scheppen.
Immers men erkent God niet als da
bron van het gezag en het recht, maar
den mensch, of liever de meerderheid, de
helft plus een. Maar als dan het gezag
niet uit God i6, als de mensch zelf zal
uitmaken wat goed is en recht, waarom
zou do mensch dan niet zelf trachten zich
recht te verschaffen.
En zoo komt vandaag de eene partij en
stoot den vorst van den troon en mor
gen staan weer anderen op en trachten do
republiek oinver to werpen. Langs wetti
gen weg als het kan e:i met geweld als
het moet En wie zal het hun kwalijk ne
men?
Als de mensch zelf heer en meester is,
waarom zal hij zich dan onderwerpen aan
hen, die toevallig de macht bezitten?
Dat, amice, is de consequentie van do
revolutionaire staatkunde. Alles gaat
wankelen.
Maar als we dan de droeve gevolgen
van zulk een staatkunde in onze onmid-
delijke omgeving kunnen zien, moeten
wij dan niet alles doen wat slechts mo
gelijk is, om de revolutionaire beginselen
te bestrijden en mee te helpen tot het ver
krijgen van een meerderheid die God wil
eeren als Opperheer?
Me dunjet wie nadenkt, diè kan niet
rtistig thuis blijven zitten, maar hij zal
den tijd die nog rest voor Woensdag be
nutten, om nog te redden wat te Tedden
valt, en wat verzuimd werd indien noodig
nog goed te maken.
Dit geldt voor Leiden, maar natuur
lijk ook voor do omgeving.
Er is de laatste dagen nog heel wat
lectuur beschikbaar gesteld.
Een pakkende verkiezingscourant wer£
H'orzonden, aanplakbiljetten werden toe
gezonden en ook zijn model-stembiljetto»' 1
verkrijgbaar gesteld, om de kiezers in t»
lick ten. Dat is alles beel mooi en 't kos«
ook hoel wat geld, maar *t is weggegdoüi-
indien er niet een verstandig gebruik vaa
wordt gemaakt.
Nóg twee dagen resten ons vcDr £e er-
kiezingen. Een korte tijd, maar als iriex-
een aan het werk gaat, al onze mannes*
en al onze vrouwen, dan kan er toch n«*
veel worden gedaan.
Van harte hoop ik, amice, dat ik <f«
volgende week kan schrijven over' den g e-
lukkigen afloop van de verkiezin
gen.
Uit het verslag van de j.l. Maandag
gehouden Raadsvergadering hebt ge ze
ker gezien, dat de reorganisatie van hefc
onderwijs nu éindelijk gereed is gekomen.
Ik heb met veel belangstelling de debate
ten gevolgd, maar ik wil niet als des kun-
dige fungeeren, en dus ook niet beoordee*
len of de voorgestelde reorganisatie aan -
alle eisehen voldoet. Met genoegen heb
ik echter gezien boe door de enkele leden. -
die tot oordeelen bevoegd mogen wordrn
geacht ééne lijn werd' get-okk n. Dat
geeft mij eenig vertrouwen
De wethouder, dio zijn voorstel kranig-
verdedigde, gaf blijk er in te zitten; hij
kon leiding geven aan de debatten en meti
de hulp van enkele rechtschs led'n viel
het hem "dan ook niet al te moe ilik, da
openbare school te redden uit -hand-u van
hen, die ik wil aannemen onbedoeld
druk bezig waren, dio school af te breken
en te sloopen.
Daarover verheug 'mij. 'Ni.t
openbare school als zoodanig. <V
grijpt ge wal. Maar die schooi is
maal en vele duizende kinderen onto
gen daar hun geheel e opleiding. Htn
dus een volksbelang bij uitnem adbeid
dat het onderwijs zoo goel mogclijn.
wordt gemaakt on aan alle billijke eischei"
voldoet.
Bij de debatten in den Raad is er
nadruk op gelegd, dat. het ond rwij6 if
de verschiilende scholen an der 6 meet
zijn. Dat ér mee gerekendmoet worden,
dat eon deel van de kinderen op de lagers!
school eindonderwijs ontvangt, en
een deel voo rbereidend onderwijs,
Hoe is dat op onze Christelijke scholen?
Wordt daar aan dit vraagstuk ook vol
doende aandacht geschonken, en met d<
verschillende eiechen gerekend?
Ik juich het too dat het openbaar onder
wijs zoo goed mogelijk wordt gemaakt,
maar ik zou het. ten zeerste betreuren, in
dien onze scholen hierin achteraan kwa
men. Ik wil gaame hiernaar eens infor-
mecren om dan later op deze zaait, die
zeker ook van beteekenis is, nogerns te
rug te iTomen.
Zooals ik boven opmerkto is een Chris
telijke staatkunde van niet te schatten be- -
teekenis. Maar van niet minder beteekenis
is het Christelijk onderwijs. Het, een val(i
en staat met het ander.
VERITAS.
In het C hr. V0 1 k s b 1. schrijft Mevr.
J. M. W.(esterbrink)W(irtz):
De socialistische vrouwen zijn van
plan den 2den Juli een algemeens propa-
gandatocht door 011s land te maken. Na
tuurlijk met het oog op de verkiezingen,
op vijf Juli.
't Is dus lang niet uitgesloten, dat ook
lezeressen van dezo rubriek bezoek zullen
krijgen van zulk reu socialistische pro
pagandiste. Wat zullen we haar dan zeg-
gen?
Ze komen met mocie leuzen, waarvoor
eigenlijk iedere vrouw in haar hart wel
yoelt.
Socialisatie. Dat wil zeggen, dat de
Staat do voortbrenging cn de verdeeling
X&n do producten moet regelen, zoodat wo
niet meer afhankelijk zijn van wat do fa
brikanten ons believen aan te bieden en
de prijzen, die zij wenschen te vragen.
Of echter onze vrouwen niet te nuch
ter van opvatting zullen zijn, om aan de
verwezenlijking van dezen "eisch te gcloo-
ven? Ik denk eigenlijk van wel. Vooral
wanneer ze zich herinneren hoe die staats
inmenging in de mobilisat.iedagen werk
te. Ja, ik weet wel, toen was er dikwijls
een tekort on kon ook de staat niet méér
geven, dan er was. Maar zij, die spottend
opmerkten dat de beste manier, om een
bepaald artikel als bij tooverslag te doen
verdwijnen was, het in distributie te bren
gen, schenen soms ook wel gelijk te heli
bon. I11 ieder geval leeren de feiten, dat
men in onze zondige maatschappij niet
alleen met verkeerde toestanden, maar
ook met zondige menschen te doen heeft,
bij wie het eigenbelang een zeer sterko
drijfveer is.
Dan komt moederschapszorg waarover
ik al eerder schreef. En ontwapening.
Met deze leuze werkt men vooral op. 't
hart der vrouwen, door haar voor te hou
den wat het is, als haar mannen en zonen
ten oorlog moeten uittrekken. En onge
twijfeld trilt er dan'een snaar in 't ge
voelige vrouwenhart, vooral wanneer er
bij aangetoond wordt hooveel sociale
maatregelen met het geld, dat nu aan 't
leger besteed wordt, kunnen worden be
kostigd. Doch ontslaan dergelijke ge
voelsargumenten ons van de plicht het
land, dat niet bij toeval maar door Gods
wil ons geboorteland is, te beveiligen?
En leerc-n niet telkens de berichten uit
Duitschlands bezette gebied ons, wat het
is, als vreemden over ons heerschen? O
zeker, ook als christenen mogen en moe
ten we meehelpen, dé vredesideo te be
vorderen. Doch te eisehen. dat nu Neder
land zijn leger en vloot, zal afdanken, is
erger dan kortzichtigheid.
Toch zijn dit niet onze ergste bezwaren
tegen het socialisme. On-s eerste en groot
ste en zwaarst-wegend bezwaar is: dat er
in het socialisme alö stelsel geen plaats
is voor, God en voor, dej} godsdienst. Als
privaat-zaak wil men desnoods den gods
dienst toelaten, doch het stelsel als zoo
danig gaat buiten den godsdienst om.
In „de Katholieke vrouw" haalde
mevr. Van Dijk hetzelfde stukje over „een
Ideaal" aan, dat wo ok in deze rubriek
opnamen. Nu komt een lid van den Am-
sterdamsohen gemeenteraad tegen haar
schrijven op, en zegt o.m.: „We gaan
verder mevrouw Van Dijk en beweren
dat, als eenmaal het socialisme over dc
wereld zal heerschen, als de arbeid tot
zijn volle kracht zal zijn ontplooid, als
do voortbrenging zal zijn opgevoerd tot
'haar hoogste maatschappelijk nut, dan
zal de menschhoid den strijd om het be
staan op aarde anders voeren.
Dan eerst zal er gestreden kunnen wor
den om groote geestelijke goederen. Wie
dan wil denken aan zijn „ziel", aan zijn
„geest", aan het „godsbegrip", aan «het
Katholicisme", aan „godsdienst", die
mensch zal de materialistische banden
hebben verbroken en zich vrij kunnen
overgeven, aan een „christelijk ideaal."
Men zal er ook een „volledige afheïsti-
eche beschouwing" op na kunnen houden.
Hier wordt dus met zooveel woorden
gezegd: eerst komt do strijd om het be
staan, om aardsche goederen, en dan, nu
ja, wie er dan behoefte aan heeft kan zich
den tijd gunnen 0111 zich over z'n ziel te
bekommeren. En is iemand liever god
loochenaar, wel, dat. is precies evengoed.
Terwijl onze Heiland ons uitdrukkelijk
leert: „Zoekt eerst het. koningrijk Gods,
en al deze dingen zullen u toegeworpen
worden."
Wie zich deze tegenstelling goed in
denkt, kan zich nnoit thuis gevoelen in
het roode kamp. En daarom, al zullen
sommigo van onze vrouwen wellicht in!
rcdencerkracht niet tegen de socialistische
propagandisten opgewassen zijn, wan-,
neer ze maar goed inzien dat het. feitelijk
gaat. om de plaats, die de godsdienst in
onze wereldbeschouwing inneemt zullen ze
zich toch nooit, laten overha^n, den roo-
dan strijd mee te strijden.
J. M. W.—W, 1