Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL k 12.50 PER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 3de JAARGANG. - DONDERDAG 22 JUNI 1922 No. 670 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 589 6 ADVERTENTIE-PRIJS. PER GEWONE REGEL !0.2ri DES ZATERDAGS s 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBFT, TA UIER KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent bij vooruitbetaling. V 0°ze candidaten. Waaneer we de caniidatenlijeten van de A. R. partij nagaan, dan vinden we daar een rijke verscheidenheid. Alle candidaten houden vast aain onze anti-revolutionaire beginselen Maar ove rigens loopen ze dan ook zeer sterk uit een en zijn er geen twee, die aan elkaar gelijk zijn. Dit is een gevolg van het feit dat met de belangen van de verschillende volke- igroepen As gerekend. NaasC -den jurist Mr. Rutgers, 'n staats man eerste klasse, die zeker het hoogte punt van zijn politieke loopbaan nog niet heeft bereikt, staat de heer de Monté ver Loren, die met zijn uitgebreids detail kennis in 't bijzonder in de afdeelingen grooten invloed uitoefent. Naast den heer v. d. Molen, in de school- zaken thuis als weinigen, vinden we den heer Schouten, de schitterende redenaar, die inzonderheid al6 een tolk van de so ciaal-zwakken wordt beschouwd. Maar ook aan de behoeften van andere volksgroepen is aandacht geschonken. Boeren en tuinders klaagden, dat met hunne eigenaardige belangen niet 6teeds voldoende gerekend werd, dat hun stem in het parlement te weinig werd gehoord. Onze partij heeft met dezen wensch rekening gehouden. Werden in andere kringen de Koeren Colijn, Valstar en Leenstra op de candi- datenlijsten geplaatst, in dezen kring vin den wij op onze lijst de heetren van den Heuvel en Warnaar. De eerste de man voor den landbouw, Ide tweede specialist op tuinbouwkundig gebied. Beide mannen zijn onder ons bekend en geliefd. De heer v. d. Heuvel is vooral bekend door zijne ijverige propaganda voor den Bond van Christelijke boeren en tuin ders en ook door de plaats die hij in de [Haarlemmermeer op politiek gebied in neemt. Hij is een man, in staat om de be langen van den landbouw bij de hooge regeering te bepleiten en ook in de Kamer club die belangen te verdedigen. De heer Warnaar is mede op politiek geen onbekende. Hij is voorzitter van de Staten- en Kamercentrale, lid van de Pro vinciale Staten van Zuid-Holland en Wet houder van Sassenheim. En daarbij is hij met de behoeften van den tuinbouw bekend als weinigen. Zijn naar", heeft in alle tuinbouwstreken een go# m klank en het zou zeker een aan winst zijn, indien tegenover de oppervlak kige redeneeringen die in de Kamer op dit gebied vaak ten beste worden gege ven, ook zijn stem zou kunnen worden gehoord. Er is voor de kiezers dus alle reden, ook in verband met deze candidaten, om aan de A. R. lijst hun stem to geven en op 5 Juli a.s. to stommen op no. 1 van lijst 6 Mr. V. H. RUTGERS. STADSNIEUWS. Chr. Letterkundige Kring. „Louis Couperus! Dat zegt iets in letterkundig Nederland en misschien reeds in de wereldletterkunde. Louis Couperus! Die naam geeft indrukken van faeoet- 'tenglans, arabeskengewemel, kleuTen van vreemde edelgesteenten, geuren van opo- panax en violette c(e Parmee, parelende geluiden van het verre fluitspel van een £aun, de fanfare van een zilveren tuba in een Romeinsche etad. Deze naam roept to or den geest, ik zeg niet een held, faaar een lieveling van de literaire twoevers, een afgod van de romantische dwepers van élite-Nederland. Maar evenzeer een naam, die prikkels geeft van weerzin en minac-hting, een eigennaam, die in het oor van velen een scheldnaam is." Aldus dr. B. Wielenga in zijn „Louis Couperus als type van den modernen tmensch", onder heb lezen waarvan men een gevoel krijgt „of men in een deinend rijtuig op gummibanden over asphalt gaat." „Hij plukt tonen uit de Harp on zer taal", als hij in bovengenoemd opstel Couperus teekent ten voeten uit in zijn artisticiteit en zijn moderniteit, als de literaire incarnatie van de in haar over- rijpheid verbloeiende beschaving, de hy- perboschaving van onzen tijd. En de schrijver acht het plichtmatig juist daér- om het zoeklicht van scherp ontdekkende kritiek te doen vallen op dezen auteur, „die met zijn pen, als met een tooverstaf den duivel verandert in een engel des lichts", „den modernen rattenvanger, die de jeugd meelokt in diepe bergspelonken, die zich voor eeuwig sluiten." Zooals Hildebrand voor het letterkun dig en niet-letterkundig Nederland altijd de schrijver van zijn Camera-0becu- ra is gebleven, blijft Couperus' naam voor velen onafscheidelijk verbonden aan zijn eersten (en volgens vele critici bes ten) roman: El ine Ver e: het leven en den ondergang van een meisje uit de hoo- «ere Haagsche kringen. Een boek, dat Volgens dr. W. niet slechts het 'begin, maar ook het beginsel is van al zijn .verderen literairen arbeid. De Chr. letterkundige Kring alhier plaatste op het agendum der Juni-vergar dering die gisteravond als naar gewoonte op de bovenzaal van 't N. C. S. Y.-gebouw gehouden werd, de bespreking van dezen roman en vond mejuffr. C. van Dorp, Chr. onderwijzeres alhier, bereid tot het geven van de inleiding. Een woord van stille hulde voot do inleidstêr, zoowel om haar durf dit zeker" niet gemakkelijk onderwerp in studie te nemen, alsook om haar „wijze van behandeling" is voorze ker niet overdreven of ongepast. - Zong mevrouw Rolaad-Holst niet ergens (in een ander verband) van „der vrouwen moed, die nimmer heeft gefaald?" Na de gebruikelijke opening der verga dering, waarbij de voorzitter na 't gebed enkele in verband met het te behandelen onderwerp met bi- zondere zorg gekozen verzen uit Ps. 73 voorleest en do vaststelling van de notulen der Mei-samenkomst, verkrijgt de spreekster van den avond het woord. De naam Couperus aldus 'Spr. heeft reeds vele gemoederen in beroering en ponnen in beweging gebracht. Hij be hoort tot de meest subjectieve van onze moderne echrijvers. Zijn kunst i6 de re productie van de elementen on phasen van zijn innerlijk zijn. Zij is bij hem pure le vensuiting, zij is naar zijn eigen woerd „zielsincaraatie". Daardoor is hij hoogst gevaarlijk. André de Ridder heeft hem genoemd: „den verleidelijks ten dan dy der Nederlandsche letteren", anderen: ©on pervers sensualist, een salon-psycho- loog, ©en geparfumeerde ijdeltuit. Ook de schrijver van „Noodlot" en „Langs lij nen van geleidelijkheid", een man, die de zonde van So dom heeft verheerlijkt Ofschoon deze wufte, gemaniereerde en ge affecteerde romancier dus in christelijk moreel opzicWt absoluut antithetisch te genover ons staat, is Spr. van meening, dat de bespreking van een werk als Eline Vero in verschillend opzicht gewenscht is. Men maakt zich van dit boek van „werke lijkheid en schoonheid" niet af met een enkel vroom gebaar van het: „Raak niet en smaak niet en roer niet aan". Hier past tot op zekere hoogte waardeering, maar daarnaast scherpe kritiek en krachtig pro test. Na een korte levensschets van den schrijver geeft Spr. in den breed© den in houd weer, teekent, toegelicht met welge kozen fragmenten, nauwkeurig de Eline- figuür en 't milieu, waarin de hoofdper soon verkeert, waardoor een helder licht valt op haar karakter; haar liefde voor den operazanger Fabric©; haar engage ment met Otto van Erlevoort; den in vloed van Vincent Vere, waardoor een breuk met Otto onvermijdelijk wordt; haar langzamen achteruitgang en haar ondergang als slachtoffer van overbeschar ving, van een leeg en doelloos leven. Dan beschrijft Spr. in korte trekken de „neven figuren": Paul van Raet, iemand zonder de minste energie, die door do liefde van Frederique van Erlevoort (een sympathie ke verschijning) „een ander mensch" wordt; Georges de Woude en Lili Yer- 6traeten, „het babypaartje"Marie Ver- etraeten, die haar geheime liefde voor Otto straks bekroond ziet met oen geluk kige verloving e.a. Over den stijl van het boek, een énkele uitzondering daarge laten. heeft Spr. niets dan lof. Zij scbe'sb Couperus' meesterschap over de taal. „De schrijver heeft zich een zoo fijn muzi kaal voeler en vertolker van onze taal ge toond, dat ge telkens verbaasd staat over de bevalligheid en welluidendheid van ons „taaie Hollandsch." Ook de teekei^ng der „Haagsche kringen" is meesbercjk. Do menschen in dit boek zijn echt „Hdagsch". Ze zeggen niet: je ergert ine, maar: je agaceert me. (Vandaar ook een overmatig gebruik van vreemde woorden in dit werk). Toch is in de „de cadente beschaving" ook nog reactie van gezonde levenskracht. De schildering van 'fc buitenverblijf op de Ho ree is daarvan het bewijs. Overigens is dit boek een beek van mo- reele decadentie. „Ik ben in de kerk ge weest, zegt Eline, „maar het heeft mij niet verlicht. Ik heb God gobeden, dat mijn mooie geluk blijven zou en va® het oogenblik af, dat ik ben gaan bidden, is het anders geworden. Ik had niet moeten bidden." Ook huldigt de schrijver de leer van het noodlot, wat Spr. met enkele fijne trekjes aantoont. Couperus is fatalist, dit blijkt zonneklaar ook uit zijn andere ge schriften. En daarbij is dit boek vol pes simisme, zwart als de nacht. Daartegen over wil Spr. stellen het heerlijk optimis me des geloofs, dat in zijn levensstrijd en in zijn levensleed zeggen kan in kalme, maar zekere berusting „Ik geloof in God, den Vader en ik weet, dat gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede en allo dingen niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen." Nu wordt pauze gehouden: geroezemoes van stemmen (er zijn pl.m. 30 dames!), geldinlc van kopjes „vol en spoedig leog." Na de pauze volgt een breedvoerige be spreking, waarin, zooals do Voorz. te recht opmerkte, duidelijk aan 't licht treedthet nut van een C h r. i s t 1 ij- ken letterkundigen kring. In 'b bizonder wordt de nadruk gelegd op het groote ge vaar, dat vooral voor jonge menschen schuilt in de lezing van dit en dergelijke boeken, waarbij wie ongetwijfeld allen on derschrijven de schoone slottirade uit de bovengenoemde lezing van dr. Wielenga: „Daarom past den paedagogischen lei ders van het volk (in 't bizonder van de jeugd) het psychologisch voorlichten en waken, opdat de onrijpe zielen niet door ongeoorloofd contact in hun levensstrijd worden bemoeilijkt en temeer treedt voor de kunstzinnige® aan het licht de roeping ook door zuivere kunst den modernen mensch te kweeken paar het voorbeeld van den ideaal mensch, Christus, die ons den weg tot God, dat is tot schoonheid heeft ontsloten." S. M. Lcidsche Chr. Oranje-Yoroen. Do Leidsche Christelijk© Oranje-Veroen, hield gisteravond in do Stadszaal eon openbare verga dering ter herdenking van den slag bij Waterloo. Het podium was met- Oranjedoek feestelijk versierd, terwijl do vaandels van de Oranje-Ver- oeniging en van het eyphonie-orkest „Per as? pera ad astra" directeur de heer Noord anus, dat evenals het „Humoristisch mannenkoor*' zijn rae? deworking verleende, eveneens op het podium waren opgesteld. Do Voorzitter der Oranjo-Voreeniging Ds. H Thomas opende, nadat gemeenschappelijk was gezongen Ps. 68: 10 het samenzijn met go- bod waarna hij een openingswoord sprak. Zondag j.l. aldus Spr. viel op den hiatorïschen datum van 18 Juni, ©en datum, die onze go? dachten terugvoert naar den gedenkwaardigen volkorenslag bij Waterloo. Daar de Zondag ech ter niot de meest geschikte dag was voor een vergadering als deze en daar wij heden de eer genoten, dat de Bond van Nederlandsche Chr. Oranje-Vereen, binnen onze wallen vergaderde besloot het bestuur, den herdenkingsavond op heden te bepalen. Deze bondsvergadering mag uitnemend ge? slaagd boeten, al duurde zij niet zoo heel lang; want het zit hem bij een vergadering meer in de diepte dan in de lengte en wanneer een wijze leiding samengaat met kennis van zalcen en. bondigheid in het sproken, dan kan in een korte spanne tijds veel goeds worden verricht, zooals spr hoopt en vertrouwt dat heden het geval was. Spr. wil even twee personen een woord van hulde brengen voor het wolslagen der Bondsver gadering n.l. de hoeren Spaa en Boogaards, die heden do eer onzer LaidsChe Oranjo-Yereen. hetw ben hooggehouden Tapplaus.) Spr. hoet vervolgens de leerlingen der Zee vaartschool welkom evenals Ds. Bolkenstein van Katwijk aan Zee ,^een vurige Oranjeklant, an? ders zouden de Oranjo-lievende zeelui hem nooit beroepen hebben", die hedenavond een herden kingsrede voor ons zal uitspreken. Ook „Per Aspera" het Hum. mannenkoor en de persvertegenwoordigers ontvangen ©en woord van welkom. Spr. zou ten 6lotlo gaarne Ds. Sap en de andere bestuursleden en vertegen woordigers welkom heeten, maar eilang de hees ren zitten nog te dineeren en konden er niet als spr. toe komen hun voedsel voor Oranje in den steek te laten. Luid applaus beloonde Zijns Eorwaardes gees? tig woord. „Per Aspera" liet zich thans hoor en en streel? de de ooren der vergaderden door het ten ge hoor© brengen van „Durch Nacht und Nebel" en „Ouverture au ciel d'Azure." Do vortegenwoor? digers der Bondsvergadering kwamen inmiddels binnen. Ds. Bolkenstein verkreeg thans het woord tot het uitspreken van zijne gedachtenisrede. Deze bijeenkomst, aldus spr. heeft, zooals gij reeds hoordet, een dubbel doel. Vooreerst ver gaderde heden de Bond van Noderlandsch© Oranje-Vereenigingen' en naar aanleiding daarvan zal mijn rode moeten wijzen op hot 6trevon der Chr. Oranje-Vereenigingen, en ton tweede herden ken wij heden den slag bij Waterloo. Het ia gewoonlijk niet gemakkelijk naar twee doelpunten tegelijk te mikken, daar het gevaar bestaat dat men er dan minstens één mist. Maar thaps hehben we dit gevaar niet te duchten, daar het eene doelwit in het verlengde ligt van het andere. Bij de herdenking toch, van den slag bij Wa? terloo is het er ons om te doen om te letten op de leiding Gods in onze historie en door die leennis bij te dragen tot do versterking van bet drievoudig snoer: God, Oranje en Nederland. Wolnu, dat is juist het 6trevon der Christe? lijko Oranje-Veroenigingen, die dit den volke oveneens willen voorhouden. En in onze dagen is dit noodiger dan ooit. In alle landen heerscht thans een chaotische verwarring, oude grenzen worden uitgewischt. Daarom is 't thans noodig dat wo worden herinnerd aan de Godsdaden in ons verleden en dat w© kracht ontvangen van omhoog om pal te staan voor onze beginsolen. Met recht wordt de historie genaamd de leer meesteres der volkeren en denk slechts aan de geschiedenis van den overtocht der Jordaan, toen er op de plaats, waar de ark had gestaan 12 stecnen geplaatst werden, en de kinderen, op bun vraag wat die steenen beteekenden zou mededee- len, wolk feit zij in herinnering brengen moesten, zulks tot in verre geslachten. Dat waren steen en ter gedachtenis. Ook onze vadorlandsch© gedenkdagen zijn ons 6tecnen tor gedachtenis, die we niet achteloos mogen voor- bi jloopen, omdat we weten, dat in 't verleden het heden ligt. Omdat hot volk, dat zijn historie vergoot, zijn ondergang nabij is* Des te meer zijn ons de Chr. Oranje-Vereenigingen dus sympa thiok omdat ze in do koele geschiedenis ons Gods wijsheid, Gods macht en Gods majostoit willen doen lezen, omdat zij ons hot psalmwoord willen doen beleven ïi Gedenk aan t geen Hij heeft verricht Aan Zijn doorlucht© wonderdaan En wilt Zijn straffen gadeslaan. Dat laatste in 't bijzonder mogen we schrijven boven d© bladzijde der historie die ons de slag bij Waterloo in herinnering brengt. Maar zelfs uit allerlei bijzonderheden in den veldslag viel de leidend© hand Gods t© bespeu ren en met Blücher zeggen we 't „dat heeft d© Heene God gedaan!" Maar ook daarna, word do vrijheid bedreigd. Ook in onze dagen. Ook in onze tijd word om ons land kanonge? bulder gehoord, tijdens den wereldoorlog. Het is ©en wonder, dat we niet in dien strijd gemengd zijn, en wat was er dan overgebleven van onze vrijheid? Voor ruim ©en eeuw kwam na de revolutie de oorlog, maar na den grooten krijg woedden die beidp holsche machten in omgekeerde volgorde over Europa. Revolutiestorm en oorlogsvuur. Twoo elementen^ die geen menschelijko macht kan stuiten, wan? neer zij elkaar aanwakkeren. Een oogenblik scheen het, dat ook in ons de storm zou losbreken. Maar Godlof uit dat kwade oogenblik kwam zelfs nog iets goeds, spontaner dan ooit laaide de Oranjeliefde op en het bleek, dat de zegen bij Waterloo ons geschonken nog niet is teloor gegaan. Ook een practisch nut heeft de beschouwing van deze weldaad voor ons. Die zegen Gods legt ons zware verplichtingen op. Onze vorstin zeide het zelf zoo juist, toen ze bij het herdenkingsfeest van den Briel verklaar de: „Nederland ie een voorbeeld van een in vrijheid en Godsvrucht groot gebracht volk.*' Dio goederen van onze vaderen hebben wij hoog te houden en te waardeleren. Wc© dan ons, zoo wij ons tevreden stellen met een caricatuur van vrijheid. Wel doet een caricatuur de waarde van het origineel rijzen, doch we mogen ons nooit mot een surrogaat tevreden stellen, dat ons zou voeren naar tyrannie. De ware vrijheid wordt 6lckts gevonden in de gebondenhoid aan Gods ordinantiën, elk andere voert tot ontbinding en dood. Groot werd ons volk door Godsvrucht en vrijheid Die beide sluiten elkaar noodzakelijker wijze in. De Godsvrucht kan sléchts bloeion op een ter rein van waro vrijheid. Maar de echte, nationale, kostelijke vrijheid is eleohts dan mogelijk, wanneer in veler hart de belijdenis geschreven staat, van ons oude Volks bod: Mijn 6chilt ende betrouwen Sijt Ghij o Godt mijn Heer. Op U so wil ick bouwen Vorlaet mij nimmermeer. Dat ick toch vroom mag blijven U dienaer 't aller stondt Do tyranny verdrijven Die mij mijn hert doorwondt. Spontaan applaus beloonde deze keurigo rede, die veel te genieten gaf. Onder de muzikale pracetatios van den avond noemen wij nog „De slag bij Waterloo" (instrumentatie van den heer Noordanus) en „Een landelijke muziekuitvoering" door hot Hu? moristisch mannenkoor, die beiden zoer in den 6maak vielen. Ds. Thomas hechtte voorts een medaille aan 't vaandel van „Per Aspera" als huldeblijk der O. V. bij hot 1-jarig bestaan van het sym- phonieorchest. Verschillend©.personen voerden hierbij het woord. Nadat Ds. Sap dank had betuigd voor de hartelijke ontvangst door de L. C. O. V. en D a, Thomas een kort slotwoord had gesproken ging men na het zingen van Gezang 96 uiteen. Want al had de moorddadige volkorenslag niet aReen voor ons land betoekenis, al is het waar dat de wereldgeschiedenis een anderen loop ge? nomen hobben zou, wanneer Napoleon overwin? naar was geworden, toch heeft deze gebeurtenis ook een zeer bijzondere betoekenis gehad voor het land, dat door Napoleon „aanslibsel van Fran? sche rivieren" genoemd werd, rofiar dat wij nog immer ons vrije Nederland mogen heeten. Want hoe was in het jaar 1918 de toestand? Nadat door de inname van den Briel, de on? verwacht© samenloop van omstandigheden waarin we <1© hand Gods duidelijk herkennen, de grond slagen voor onze national© vrijheid waren ge legd, moost er nog worden gebouwd want al hadden we na een 80-jarige worsteling ©en vrijheid van Godsdienst en een persoonlijke vrijheid vorkregen, als nagenoeg nergens gevon den werden, toch begonnen weldra de arislocra tischo regenten do vrijheid en eenheid in taal en religie te belagen. Ons land bestond weldra eigenlijk uit zeven miniatuur ropubliekjes, en slechts dan uas er eenheid, wanneer ©en vijand van buiten deze vrijheid belagen kwam;, denk slechts aan den tijd van „radeloos, redeloos en reddeloos" toen onder Willem III de eenheid werd hervonden. Maar dat was slechts voor een tijd. Weldra ondermijnden andere factoren onze vrijheid. De beginselen van ongeloof en revolutie lie? ten vanuit Frankrijk ook hier hun verderfelijken invloed golden. Men vorbande Oranje, maar do Fransche vrij heid baarde teleurstelling; do Bataafsche ropu- bliek werd niet veel meer dan oen 6laar barer Fransche zuster. Tot wo onder de macht kwamen van Napo leon, den alleenheerschor door de revolutie voortgebracht. En nooit heelt iemand onze vrijheid erger smaad aangedaan dan hij, die do Nodorlandou als een provincie bij Frankrijk inlijfde. Toch werd deze druk juist door God tot zegen aangewend. In de hitt© der verdrukking werd ons volk aan? ééngesraeod en toen Gods hand Napoleon's macht verbrak, toen was Noderland één geworden, en' bezat een waarborg voor rijn nationale vrijheid in het Oranjehuis. Wat onze vaderen in die tijden hebben door? gemaakt kunnen we ons niet goed voorstellen. Eerst do overgang van Napoleon naar Oranje, een verandering als van dood naar leven, en toen het ontzettend© bericht, dat de overheen schor weer voet aan wal had gezet, dat hij weer keizer was. Yan 1 Maart tot 18 Juni is er heel voel ge hoopt en gevreesd en gebeden tot den Almachtw gen om uitkomst. En God hoorde eu verhoorde d/vt (gebed. En de Heer der Heeren Deed ons triumpbeeren Hij, geducht 'in macht Slaat elk gunstig gade Die op rijn genade In benauwdheid wacht. Dit zeggen wo niet om de dapperheid der legers te verkleinen en hèt beleid der aanvoer? dere; integendeel God heeft hen gebruikt om op schitterende wijze Nederlands vrijheid te bevor deren. Met beleid immers,, wist de Prin3. ds held van Quatrobras de zwakheid zijner troepen t© maskeeren, met dapperheid bestreed hij ds geoefendste Fransche regimenten.„dapper als een jong held en beleidvol als een grijs veldheer." Zijn houding bij Quatrebras maakte do over? winning bij Waterloo mogelijk. Ook zijn held? haftig gedrag in dien slag is welbekend en de ver diénsten van Wellington en Blücher zullen we zeker niet verkleinen. De Strijdkas. Wederom kwam voor do Strijdkas een gift in van 3.50, waarvoor onzen dank! Wie volgt? Staking opgeheven. Na een maandenlange strijd hebben de arbeiders werkzaam bij de Leidsche Ka- toenmaatschappij, het hoofd in den schoot gelegd. Zooals wij reeds meer dan eens mee deelden hadden de onderhandelingen niet het minste resultaat. De fa. wilde van geen tegemoetkoming weten en was tot geen enkele concessie bereid. Zoo was het te voorzien dat de zwakste partij, in dit geval de arbeiders, den strijd zou verliezen. Naar wij vernemen hadden de stakers nog weinig lusfc den arbeid to aanvaarden, maar tenslotte is toch op advies van de hoofdbesturen tot opheffing van de sta king besloten. Vandaag zal de 6takingslciding zich met de fa. Driossen in verbinding stellen, teneinde over de hervatting van den ar beid overleg te plegen. Organisatie. Wij herinneren aan de Organisatiever gadering van morgenavond in do groote Nutzaal. Nog slechts enkele dagen, en do strijd zal ontbranden. Zijn onze troepen gereed? Dat zal morgenavond blijken. Een berg van werk ligt voor de broe ders en zusters gereed. Een ontzaglijken arbeid meet worden verricht. Dat kan en mag niet door enkelen worden gedragen. Laat toch ieder die kan, medehelpen. Anti-revolutionaire mannen en vron Wen, het gaat in de komende dagen niet allereerst om belangen, maar het gaat allereerst om de christelijke grondslagen van ons volksleven, om de geestelijke goe deren. Voor den Godsdienst, en do Vrijheid. W eerzinwekkend. Een weerzinwekkend voorval speelde zich in de vorige week in een onzer stra ten af. Een winkelier vond dat de berucht ge worden geldrcclame* van een paar choco ladefabrieken hem nog niet genoeg koo- pers bezorgde. Hij gaf daarom een jon gen van 15 jaar een bankbiljet van f 10 in leen, waarmee de jongen do straat moest op gaan om bet ieder, dio het wo- ten wilde te vertellen, dat hij in dien win kel een tientje gewonnen had met het koopen van chocolade. 't Geloof, dat nu in dien winkel het. ge luk was tq vinden, werkto en de winkelier zag de koopers bij drommotjes voor zijn glazen en in den winkel. Maar ook de vader van don jongca vernam van het geld, dat zijn zoon „ge wonnen" had en wilde er beslag op leg gen. Maar dat trachtte de jongen weer te voorkomen, die 't briefje niet bij vader, maar bij den winkelier terug moe6t bren gen. Vader evenwel achter dén zoon aan. Eindelijk kreeg hij deze maar nu out- stoncl tusschen vader en zoon een for- meele vechtpartij, 't Was meer dan weer zin weideend. Dr. J. H. Gunning J.Hzn. schreef eene waarschuwing tegen de winzucht van ons volk. Verondersteld mag worden, dat do geld- uitlovendo firma's zelve zulko gevolgen, als thans hier en in andere plaatsen voor komen van hunne reclame niet voorzien hebben. Ouders mogen echter wel toezien, wat hunne kinderen met geld doen of hoe ze er aan komen, daar niet alleen hier, maar cok elders reeds, do droevigste orvarlngeft werden opgedajw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1