Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL k 12.50
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - DONDERDAG 22 JUNI 1922 No. 670
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 589 6
ADVERTENTIE-PRIJS.
PER GEWONE REGEL !0.2ri
DES ZATERDAGS s 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBFT, TA UIER
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
bij vooruitbetaling.
V 0°ze candidaten.
Waaneer we de caniidatenlijeten van
de A. R. partij nagaan, dan vinden we
daar een rijke verscheidenheid.
Alle candidaten houden vast aain onze
anti-revolutionaire beginselen Maar ove
rigens loopen ze dan ook zeer sterk uit
een en zijn er geen twee, die aan elkaar
gelijk zijn.
Dit is een gevolg van het feit dat met
de belangen van de verschillende volke-
igroepen As gerekend.
NaasC -den jurist Mr. Rutgers, 'n staats
man eerste klasse, die zeker het hoogte
punt van zijn politieke loopbaan nog niet
heeft bereikt, staat de heer de Monté ver
Loren, die met zijn uitgebreids detail
kennis in 't bijzonder in de afdeelingen
grooten invloed uitoefent.
Naast den heer v. d. Molen, in de school-
zaken thuis als weinigen, vinden we den
heer Schouten, de schitterende redenaar,
die inzonderheid al6 een tolk van de so
ciaal-zwakken wordt beschouwd.
Maar ook aan de behoeften van andere
volksgroepen is aandacht geschonken.
Boeren en tuinders klaagden, dat met
hunne eigenaardige belangen niet 6teeds
voldoende gerekend werd, dat hun stem
in het parlement te weinig werd gehoord.
Onze partij heeft met dezen wensch
rekening gehouden.
Werden in andere kringen de Koeren
Colijn, Valstar en Leenstra op de candi-
datenlijsten geplaatst, in dezen kring vin
den wij op onze lijst de heetren van den
Heuvel en Warnaar.
De eerste de man voor den landbouw,
Ide tweede specialist op tuinbouwkundig
gebied.
Beide mannen zijn onder ons bekend en
geliefd.
De heer v. d. Heuvel is vooral bekend
door zijne ijverige propaganda voor den
Bond van Christelijke boeren en tuin
ders en ook door de plaats die hij in de
[Haarlemmermeer op politiek gebied in
neemt. Hij is een man, in staat om de be
langen van den landbouw bij de hooge
regeering te bepleiten en ook in de Kamer
club die belangen te verdedigen.
De heer Warnaar is mede op politiek
geen onbekende. Hij is voorzitter van de
Staten- en Kamercentrale, lid van de Pro
vinciale Staten van Zuid-Holland en Wet
houder van Sassenheim.
En daarbij is hij met de behoeften van
den tuinbouw bekend als weinigen. Zijn
naar", heeft in alle tuinbouwstreken een
go# m klank en het zou zeker een aan
winst zijn, indien tegenover de oppervlak
kige redeneeringen die in de Kamer op
dit gebied vaak ten beste worden gege
ven, ook zijn stem zou kunnen worden
gehoord.
Er is voor de kiezers dus alle reden,
ook in verband met deze candidaten, om
aan de A. R. lijst hun stem to geven en
op 5 Juli a.s. to stommen op no. 1 van
lijst 6
Mr. V. H. RUTGERS.
STADSNIEUWS.
Chr. Letterkundige Kring.
„Louis Couperus! Dat zegt iets in
letterkundig Nederland en misschien reeds
in de wereldletterkunde.
Louis Couperus!
Die naam geeft indrukken van faeoet-
'tenglans, arabeskengewemel, kleuTen van
vreemde edelgesteenten, geuren van opo-
panax en violette c(e Parmee, parelende
geluiden van het verre fluitspel van een
£aun, de fanfare van een zilveren tuba in
een Romeinsche etad. Deze naam roept
to or den geest, ik zeg niet een held,
faaar een lieveling van de literaire
twoevers, een afgod van de romantische
dwepers van élite-Nederland.
Maar evenzeer een naam, die prikkels
geeft van weerzin en minac-hting, een
eigennaam, die in het oor van velen een
scheldnaam is."
Aldus dr. B. Wielenga in zijn „Louis
Couperus als type van den modernen
tmensch", onder heb lezen waarvan men
een gevoel krijgt „of men in een deinend
rijtuig op gummibanden over asphalt
gaat." „Hij plukt tonen uit de Harp on
zer taal", als hij in bovengenoemd opstel
Couperus teekent ten voeten uit in zijn
artisticiteit en zijn moderniteit, als de
literaire incarnatie van de in haar over-
rijpheid verbloeiende beschaving, de hy-
perboschaving van onzen tijd. En de
schrijver acht het plichtmatig juist daér-
om het zoeklicht van scherp ontdekkende
kritiek te doen vallen op dezen auteur,
„die met zijn pen, als met een tooverstaf
den duivel verandert in een engel des
lichts", „den modernen rattenvanger, die
de jeugd meelokt in diepe bergspelonken,
die zich voor eeuwig sluiten."
Zooals Hildebrand voor het letterkun
dig en niet-letterkundig Nederland altijd
de schrijver van zijn Camera-0becu-
ra is gebleven, blijft Couperus' naam
voor velen onafscheidelijk verbonden aan
zijn eersten (en volgens vele critici bes
ten) roman: El ine Ver e: het leven en
den ondergang van een meisje uit de hoo-
«ere Haagsche kringen. Een boek, dat
Volgens dr. W. niet slechts het 'begin,
maar ook het beginsel is van al zijn
.verderen literairen arbeid.
De Chr. letterkundige Kring alhier
plaatste op het agendum der Juni-vergar
dering die gisteravond als naar gewoonte
op de bovenzaal van 't N. C. S. Y.-gebouw
gehouden werd, de bespreking van dezen
roman en vond mejuffr. C. van Dorp,
Chr. onderwijzeres alhier, bereid tot het
geven van de inleiding. Een woord van
stille hulde voot do inleidstêr, zoowel
om haar durf dit zeker" niet gemakkelijk
onderwerp in studie te nemen, alsook om
haar „wijze van behandeling" is voorze
ker niet overdreven of ongepast. - Zong
mevrouw Rolaad-Holst niet ergens (in een
ander verband) van „der vrouwen moed,
die nimmer heeft gefaald?"
Na de gebruikelijke opening der verga
dering, waarbij de voorzitter na 't
gebed enkele in verband met
het te behandelen onderwerp met bi-
zondere zorg gekozen verzen uit
Ps. 73 voorleest en do vaststelling van
de notulen der Mei-samenkomst, verkrijgt
de spreekster van den avond het woord.
De naam Couperus aldus 'Spr.
heeft reeds vele gemoederen in beroering
en ponnen in beweging gebracht. Hij be
hoort tot de meest subjectieve van onze
moderne echrijvers. Zijn kunst i6 de re
productie van de elementen on phasen van
zijn innerlijk zijn. Zij is bij hem pure le
vensuiting, zij is naar zijn eigen woerd
„zielsincaraatie". Daardoor is hij hoogst
gevaarlijk. André de Ridder heeft
hem genoemd: „den verleidelijks ten dan
dy der Nederlandsche letteren", anderen:
©on pervers sensualist, een salon-psycho-
loog, ©en geparfumeerde ijdeltuit. Ook
de schrijver van „Noodlot" en „Langs lij
nen van geleidelijkheid", een man, die de
zonde van So dom heeft verheerlijkt
Ofschoon deze wufte, gemaniereerde en ge
affecteerde romancier dus in christelijk
moreel opzicWt absoluut antithetisch te
genover ons staat, is Spr. van meening,
dat de bespreking van een werk als Eline
Vero in verschillend opzicht gewenscht is.
Men maakt zich van dit boek van „werke
lijkheid en schoonheid" niet af met een
enkel vroom gebaar van het: „Raak niet
en smaak niet en roer niet aan". Hier past
tot op zekere hoogte waardeering, maar
daarnaast scherpe kritiek en krachtig pro
test.
Na een korte levensschets van den
schrijver geeft Spr. in den breed© den in
houd weer, teekent, toegelicht met welge
kozen fragmenten, nauwkeurig de Eline-
figuür en 't milieu, waarin de hoofdper
soon verkeert, waardoor een helder licht
valt op haar karakter; haar liefde voor
den operazanger Fabric©; haar engage
ment met Otto van Erlevoort; den in
vloed van Vincent Vere, waardoor een
breuk met Otto onvermijdelijk wordt;
haar langzamen achteruitgang en haar
ondergang als slachtoffer van overbeschar
ving, van een leeg en doelloos leven. Dan
beschrijft Spr. in korte trekken de „neven
figuren": Paul van Raet, iemand zonder
de minste energie, die door do liefde van
Frederique van Erlevoort (een sympathie
ke verschijning) „een ander mensch"
wordt; Georges de Woude en Lili Yer-
6traeten, „het babypaartje"Marie Ver-
etraeten, die haar geheime liefde voor
Otto straks bekroond ziet met oen geluk
kige verloving e.a. Over den stijl van
het boek, een énkele uitzondering daarge
laten. heeft Spr. niets dan lof. Zij scbe'sb
Couperus' meesterschap over de taal. „De
schrijver heeft zich een zoo fijn muzi
kaal voeler en vertolker van onze taal ge
toond, dat ge telkens verbaasd staat over
de bevalligheid en welluidendheid van
ons „taaie Hollandsch." Ook de teekei^ng
der „Haagsche kringen" is meesbercjk.
Do menschen in dit boek zijn echt
„Hdagsch". Ze zeggen niet: je ergert
ine, maar: je agaceert me. (Vandaar
ook een overmatig gebruik van vreemde
woorden in dit werk). Toch is in de „de
cadente beschaving" ook nog reactie van
gezonde levenskracht. De schildering van
'fc buitenverblijf op de Ho ree is daarvan
het bewijs.
Overigens is dit boek een beek van mo-
reele decadentie. „Ik ben in de kerk ge
weest, zegt Eline, „maar het heeft mij
niet verlicht. Ik heb God gobeden, dat
mijn mooie geluk blijven zou en va® het
oogenblik af, dat ik ben gaan bidden, is
het anders geworden. Ik had niet
moeten bidden."
Ook huldigt de schrijver de leer van het
noodlot, wat Spr. met enkele fijne
trekjes aantoont. Couperus is fatalist, dit
blijkt zonneklaar ook uit zijn andere ge
schriften. En daarbij is dit boek vol pes
simisme, zwart als de nacht. Daartegen
over wil Spr. stellen het heerlijk optimis
me des geloofs, dat in zijn levensstrijd en
in zijn levensleed zeggen kan in kalme,
maar zekere berusting „Ik geloof in God,
den Vader en ik weet, dat gezondheid en
krankheid, rijkdom en armoede en allo
dingen niet bij geval, maar van Zijn
Vaderlijke hand ons toekomen."
Nu wordt pauze gehouden: geroezemoes
van stemmen (er zijn pl.m. 30 dames!),
geldinlc van kopjes „vol en spoedig
leog."
Na de pauze volgt een breedvoerige be
spreking, waarin, zooals do Voorz. te
recht opmerkte, duidelijk aan 't licht
treedthet nut van een C h r. i s t 1 ij-
ken letterkundigen kring. In 'b bizonder
wordt de nadruk gelegd op het groote ge
vaar, dat vooral voor jonge menschen
schuilt in de lezing van dit en dergelijke
boeken, waarbij wie ongetwijfeld allen on
derschrijven de schoone slottirade uit de
bovengenoemde lezing van dr. Wielenga:
„Daarom past den paedagogischen lei
ders van het volk (in 't bizonder van de
jeugd) het psychologisch voorlichten en
waken, opdat de onrijpe zielen niet door
ongeoorloofd contact in hun levensstrijd
worden bemoeilijkt en temeer treedt voor
de kunstzinnige® aan het licht de roeping
ook door zuivere kunst den modernen
mensch te kweeken paar het voorbeeld
van den ideaal mensch, Christus, die ons
den weg tot God, dat is tot schoonheid
heeft ontsloten." S. M.
Lcidsche Chr. Oranje-Yoroen.
Do Leidsche Christelijk© Oranje-Veroen, hield
gisteravond in do Stadszaal eon openbare verga
dering ter herdenking van den slag bij Waterloo.
Het podium was met- Oranjedoek feestelijk
versierd, terwijl do vaandels van de Oranje-Ver-
oeniging en van het eyphonie-orkest „Per as?
pera ad astra" directeur de heer Noord anus, dat
evenals het „Humoristisch mannenkoor*' zijn rae?
deworking verleende, eveneens op het podium
waren opgesteld.
Do Voorzitter der Oranjo-Voreeniging
Ds. H Thomas opende, nadat gemeenschappelijk
was gezongen Ps. 68: 10 het samenzijn met go-
bod waarna hij een
openingswoord
sprak.
Zondag j.l. aldus Spr. viel op den hiatorïschen
datum van 18 Juni, ©en datum, die onze go?
dachten terugvoert naar den gedenkwaardigen
volkorenslag bij Waterloo. Daar de Zondag ech
ter niot de meest geschikte dag was voor een
vergadering als deze en daar wij heden de eer
genoten, dat de Bond van Nederlandsche Chr.
Oranje-Vereen, binnen onze wallen vergaderde
besloot het bestuur, den herdenkingsavond op
heden te bepalen.
Deze bondsvergadering mag uitnemend ge?
slaagd boeten, al duurde zij niet zoo heel lang;
want het zit hem bij een vergadering meer in
de diepte dan in de lengte en wanneer een wijze
leiding samengaat met kennis van zalcen en.
bondigheid in het sproken, dan kan in een korte
spanne tijds veel goeds worden verricht, zooals
spr hoopt en vertrouwt dat heden het geval was.
Spr. wil even twee personen een woord van
hulde brengen voor het wolslagen der Bondsver
gadering n.l. de hoeren Spaa en Boogaards, die
heden do eer onzer LaidsChe Oranjo-Yereen. hetw
ben hooggehouden Tapplaus.)
Spr. hoet vervolgens de leerlingen der Zee
vaartschool welkom evenals Ds. Bolkenstein van
Katwijk aan Zee ,^een vurige Oranjeklant, an?
ders zouden de Oranjo-lievende zeelui hem nooit
beroepen hebben", die hedenavond een herden
kingsrede voor ons zal uitspreken.
Ook „Per Aspera" het Hum. mannenkoor en
de persvertegenwoordigers ontvangen ©en woord
van welkom. Spr. zou ten 6lotlo gaarne Ds.
Sap en de andere bestuursleden en vertegen
woordigers welkom heeten, maar eilang de hees
ren zitten nog te dineeren en konden er niet als
spr. toe komen hun voedsel voor Oranje in den
steek te laten.
Luid applaus beloonde Zijns Eorwaardes gees?
tig woord.
„Per Aspera" liet zich thans hoor en en streel?
de de ooren der vergaderden door het ten ge
hoor© brengen van „Durch Nacht und Nebel" en
„Ouverture au ciel d'Azure." Do vortegenwoor?
digers der Bondsvergadering kwamen inmiddels
binnen.
Ds. Bolkenstein verkreeg thans het
woord tot het uitspreken van zijne
gedachtenisrede.
Deze bijeenkomst, aldus spr. heeft, zooals gij
reeds hoordet, een dubbel doel. Vooreerst ver
gaderde heden de Bond van Noderlandsch©
Oranje-Vereenigingen' en naar aanleiding daarvan
zal mijn rode moeten wijzen op hot 6trevon der
Chr. Oranje-Vereenigingen, en ton tweede herden
ken wij heden den slag bij Waterloo.
Het ia gewoonlijk niet gemakkelijk naar twee
doelpunten tegelijk te mikken, daar het gevaar
bestaat dat men er dan minstens één mist.
Maar thaps hehben we dit gevaar niet te
duchten, daar het eene doelwit in het verlengde
ligt van het andere.
Bij de herdenking toch, van den slag bij Wa?
terloo is het er ons om te doen om te letten op
de leiding Gods in onze historie en door die
leennis bij te dragen tot do versterking van bet
drievoudig snoer: God, Oranje en Nederland.
Wolnu, dat is juist het 6trevon der Christe?
lijko Oranje-Veroenigingen, die dit den volke
oveneens willen voorhouden. En in onze dagen is
dit noodiger dan ooit.
In alle landen heerscht thans een chaotische
verwarring, oude grenzen worden uitgewischt.
Daarom is 't thans noodig dat wo worden
herinnerd aan de Godsdaden in ons verleden en
dat w© kracht ontvangen van omhoog om pal te
staan voor onze beginsolen.
Met recht wordt de historie genaamd de leer
meesteres der volkeren en denk slechts aan de
geschiedenis van den overtocht der Jordaan, toen
er op de plaats, waar de ark had gestaan 12
stecnen geplaatst werden, en de kinderen, op bun
vraag wat die steenen beteekenden zou mededee-
len, wolk feit zij in herinnering brengen moesten,
zulks tot in verre geslachten.
Dat waren steen en ter gedachtenis. Ook onze
vadorlandsch© gedenkdagen zijn ons 6tecnen tor
gedachtenis, die we niet achteloos mogen voor-
bi jloopen, omdat we weten, dat in 't verleden
het heden ligt. Omdat hot volk, dat zijn historie
vergoot, zijn ondergang nabij is* Des te meer
zijn ons de Chr. Oranje-Vereenigingen dus sympa
thiok omdat ze in do koele geschiedenis ons Gods
wijsheid, Gods macht en Gods majostoit willen
doen lezen, omdat zij ons hot psalmwoord willen
doen beleven ïi
Gedenk aan t geen Hij heeft verricht
Aan Zijn doorlucht© wonderdaan
En wilt Zijn straffen gadeslaan.
Dat laatste in 't bijzonder mogen we schrijven
boven d© bladzijde der historie die ons de slag
bij Waterloo in herinnering brengt.
Maar zelfs uit allerlei bijzonderheden in den
veldslag viel de leidend© hand Gods t© bespeu
ren en met Blücher zeggen we 't „dat heeft d©
Heene God gedaan!"
Maar ook daarna, word do vrijheid bedreigd.
Ook in onze dagen.
Ook in onze tijd word om ons land kanonge?
bulder gehoord, tijdens den wereldoorlog. Het
is ©en wonder, dat we niet in dien strijd gemengd
zijn, en wat was er dan overgebleven van onze
vrijheid?
Voor ruim ©en eeuw kwam na de revolutie de
oorlog, maar na den grooten krijg woedden die
beidp holsche machten in omgekeerde volgorde
over Europa.
Revolutiestorm en oorlogsvuur. Twoo elementen^
die geen menschelijko macht kan stuiten, wan?
neer zij elkaar aanwakkeren.
Een oogenblik scheen het, dat ook in ons de
storm zou losbreken.
Maar Godlof uit dat kwade oogenblik kwam
zelfs nog iets goeds, spontaner dan ooit laaide
de Oranjeliefde op en het bleek, dat de zegen
bij Waterloo ons geschonken nog niet is teloor
gegaan.
Ook een practisch nut heeft de beschouwing
van deze weldaad voor ons.
Die zegen Gods legt ons zware verplichtingen
op.
Onze vorstin zeide het zelf zoo juist, toen ze
bij het herdenkingsfeest van den Briel verklaar
de: „Nederland ie een voorbeeld van een in
vrijheid en Godsvrucht groot gebracht volk.*'
Dio goederen van onze vaderen hebben wij hoog
te houden en te waardeleren. Wc© dan ons, zoo
wij ons tevreden stellen met een caricatuur van
vrijheid. Wel doet een caricatuur de waarde van
het origineel rijzen, doch we mogen ons nooit
mot een surrogaat tevreden stellen, dat ons zou
voeren naar tyrannie. De ware vrijheid wordt
6lckts gevonden in de gebondenhoid aan Gods
ordinantiën, elk andere voert tot ontbinding en
dood. Groot werd ons volk door Godsvrucht en
vrijheid
Die beide sluiten elkaar noodzakelijker wijze
in.
De Godsvrucht kan sléchts bloeion op een ter
rein van waro vrijheid.
Maar de echte, nationale, kostelijke vrijheid is
eleohts dan mogelijk, wanneer in veler hart de
belijdenis geschreven staat, van ons oude Volks
bod:
Mijn 6chilt ende betrouwen
Sijt Ghij o Godt mijn Heer.
Op U so wil ick bouwen
Vorlaet mij nimmermeer.
Dat ick toch vroom mag blijven
U dienaer 't aller stondt
Do tyranny verdrijven
Die mij mijn hert doorwondt.
Spontaan applaus beloonde deze keurigo rede,
die veel te genieten gaf.
Onder de muzikale pracetatios van den
avond noemen wij nog „De slag bij Waterloo"
(instrumentatie van den heer Noordanus) en
„Een landelijke muziekuitvoering" door hot Hu?
moristisch mannenkoor, die beiden zoer in den
6maak vielen.
Ds. Thomas hechtte voorts een medaille
aan 't vaandel van „Per Aspera" als huldeblijk
der O. V. bij hot 1-jarig bestaan van het sym-
phonieorchest.
Verschillend©.personen voerden hierbij het
woord.
Nadat Ds. Sap dank had betuigd voor de
hartelijke ontvangst door de L. C. O. V. en D a,
Thomas een kort slotwoord had gesproken
ging men na het zingen van Gezang 96 uiteen.
Want al had de moorddadige volkorenslag niet
aReen voor ons land betoekenis, al is het waar
dat de wereldgeschiedenis een anderen loop ge?
nomen hobben zou, wanneer Napoleon overwin?
naar was geworden, toch heeft deze gebeurtenis
ook een zeer bijzondere betoekenis gehad voor het
land, dat door Napoleon „aanslibsel van Fran?
sche rivieren" genoemd werd, rofiar dat wij nog
immer ons vrije Nederland mogen heeten.
Want hoe was in het jaar 1918 de toestand?
Nadat door de inname van den Briel, de on?
verwacht© samenloop van omstandigheden waarin
we <1© hand Gods duidelijk herkennen, de grond
slagen voor onze national© vrijheid waren ge
legd, moost er nog worden gebouwd
want al hadden we na een 80-jarige worsteling
©en vrijheid van Godsdienst en een persoonlijke
vrijheid vorkregen, als nagenoeg nergens gevon
den werden, toch begonnen weldra de arislocra
tischo regenten do vrijheid en eenheid in taal en
religie te belagen. Ons land bestond weldra
eigenlijk uit zeven miniatuur ropubliekjes, en
slechts dan uas er eenheid, wanneer ©en vijand
van buiten deze vrijheid belagen kwam;, denk
slechts aan den tijd van „radeloos, redeloos en
reddeloos" toen onder Willem III de eenheid
werd hervonden.
Maar dat was slechts voor een tijd. Weldra
ondermijnden andere factoren onze vrijheid.
De beginselen van ongeloof en revolutie lie?
ten vanuit Frankrijk ook hier hun verderfelijken
invloed golden.
Men vorbande Oranje, maar do Fransche vrij
heid baarde teleurstelling; do Bataafsche ropu-
bliek werd niet veel meer dan oen 6laar barer
Fransche zuster.
Tot wo onder de macht kwamen van Napo
leon, den alleenheerschor door de revolutie
voortgebracht.
En nooit heelt iemand onze vrijheid erger
smaad aangedaan dan hij, die do Nodorlandou als
een provincie bij Frankrijk inlijfde. Toch werd
deze druk juist door God tot zegen aangewend.
In de hitt© der verdrukking werd ons volk aan?
ééngesraeod en toen Gods hand Napoleon's macht
verbrak, toen was Noderland één geworden, en'
bezat een waarborg voor rijn nationale vrijheid
in het Oranjehuis.
Wat onze vaderen in die tijden hebben door?
gemaakt kunnen we ons niet goed voorstellen.
Eerst do overgang van Napoleon naar Oranje,
een verandering als van dood naar leven, en
toen het ontzettend© bericht, dat de overheen
schor weer voet aan wal had gezet, dat hij weer
keizer was.
Yan 1 Maart tot 18 Juni is er heel voel ge
hoopt en gevreesd en gebeden tot den Almachtw
gen om uitkomst.
En God hoorde eu verhoorde d/vt (gebed.
En de Heer der Heeren
Deed ons triumpbeeren
Hij, geducht 'in macht
Slaat elk gunstig gade
Die op rijn genade
In benauwdheid wacht.
Dit zeggen wo niet om de dapperheid der
legers te verkleinen en hèt beleid der aanvoer?
dere; integendeel God heeft hen gebruikt om op
schitterende wijze Nederlands vrijheid te bevor
deren. Met beleid immers,, wist de Prin3. ds
held van Quatrobras de zwakheid zijner troepen
t© maskeeren, met dapperheid bestreed hij ds
geoefendste Fransche regimenten.„dapper als een
jong held en beleidvol als een grijs veldheer."
Zijn houding bij Quatrebras maakte do over?
winning bij Waterloo mogelijk. Ook zijn held?
haftig gedrag in dien slag is welbekend en de ver
diénsten van Wellington en Blücher zullen we
zeker niet verkleinen.
De Strijdkas.
Wederom kwam voor do Strijdkas een gift in
van 3.50, waarvoor onzen dank!
Wie volgt?
Staking opgeheven.
Na een maandenlange strijd hebben de
arbeiders werkzaam bij de Leidsche Ka-
toenmaatschappij, het hoofd in den schoot
gelegd.
Zooals wij reeds meer dan eens mee
deelden hadden de onderhandelingen niet
het minste resultaat. De fa. wilde van
geen tegemoetkoming weten en was tot
geen enkele concessie bereid.
Zoo was het te voorzien dat de zwakste
partij, in dit geval de arbeiders, den strijd
zou verliezen.
Naar wij vernemen hadden de stakers
nog weinig lusfc den arbeid to aanvaarden,
maar tenslotte is toch op advies van de
hoofdbesturen tot opheffing van de sta
king besloten.
Vandaag zal de 6takingslciding zich
met de fa. Driossen in verbinding stellen,
teneinde over de hervatting van den ar
beid overleg te plegen.
Organisatie.
Wij herinneren aan de Organisatiever
gadering van morgenavond in do groote
Nutzaal.
Nog slechts enkele dagen, en do strijd
zal ontbranden.
Zijn onze troepen gereed?
Dat zal morgenavond blijken.
Een berg van werk ligt voor de broe
ders en zusters gereed.
Een ontzaglijken arbeid meet worden
verricht.
Dat kan en mag niet door enkelen
worden gedragen.
Laat toch ieder die kan, medehelpen.
Anti-revolutionaire mannen en vron
Wen, het gaat in de komende dagen niet
allereerst om belangen, maar het gaat
allereerst om de christelijke grondslagen
van ons volksleven, om de geestelijke goe
deren.
Voor den Godsdienst, en do Vrijheid.
W eerzinwekkend.
Een weerzinwekkend voorval speelde
zich in de vorige week in een onzer stra
ten af.
Een winkelier vond dat de berucht ge
worden geldrcclame* van een paar choco
ladefabrieken hem nog niet genoeg koo-
pers bezorgde. Hij gaf daarom een jon
gen van 15 jaar een bankbiljet van f 10
in leen, waarmee de jongen do straat
moest op gaan om bet ieder, dio het wo-
ten wilde te vertellen, dat hij in dien win
kel een tientje gewonnen had met het
koopen van chocolade.
't Geloof, dat nu in dien winkel het. ge
luk was tq vinden, werkto en de winkelier
zag de koopers bij drommotjes voor zijn
glazen en in den winkel.
Maar ook de vader van don jongca
vernam van het geld, dat zijn zoon „ge
wonnen" had en wilde er beslag op leg
gen. Maar dat trachtte de jongen weer te
voorkomen, die 't briefje niet bij vader,
maar bij den winkelier terug moe6t bren
gen. Vader evenwel achter dén zoon aan.
Eindelijk kreeg hij deze maar nu out-
stoncl tusschen vader en zoon een for-
meele vechtpartij, 't Was meer dan weer
zin weideend.
Dr. J. H. Gunning J.Hzn. schreef eene
waarschuwing tegen de winzucht van ons
volk.
Verondersteld mag worden, dat do geld-
uitlovendo firma's zelve zulko gevolgen,
als thans hier en in andere plaatsen voor
komen van hunne reclame niet voorzien
hebben.
Ouders mogen echter wel toezien, wat
hunne kinderen met geld doen of hoe ze
er aan komen, daar niet alleen hier, maar
cok elders reeds, do droevigste orvarlngeft
werden opgedajw.