Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN DUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 PER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 3de JAARGANG. - DINSDAG 13 JUNI 1922 - No. 662 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS. PER GEWONE REGEL 10.221 DES ZATERDAGS s f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DEPTH7TA UIER KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens voorden 50 cent; Zaterdags 75 cent bij voornitbetaling. V Ons geld moet gezond blijven. Aan een vanwege het Centraal Comité van A.-R. Kiesvereenigingen uitgegeven propagandablaadje is het volgende ont leend De financieele toestand van onze open bare geldmiddelen is onrustbarend. Het tekort op het Staatsbudget voor het dienstjaar 1922 zal ongetwijfeld meer be dragen dan de rond 50 millioen gulden, waarop het geraamd werd. Voor het jaar 1923 zijn de ramingen van de inkomsten en uitgaven nog niet bekend, maar als men rekening houdt met de te verwachten be langrijke daling der inkomsten, moet men wel rekenen op een tekort voor 1923 van een bedrag, dat wel niet heel ver beneden de 150 millioen zal blijven. Dat tekort kan slechts op twee wijzen worden opgeheven: le. door verzwaring van de belastingen 2e. door vermindering van de uitgaven. Van die twee wegen moet er één worden gekozen. Want den toestand laten, zooals hij thans is en in de komende jaren blijven zal, beteekent. dat wij op weg zijn naar een ramp voor heel Nederland. Wanneer in de behoefte voor den Staats dienst niet kan worden voorzien door de inkomsten, dan blijft er geen andere weg open, -dan door een steeds aangroeienden schuldenlast en het drukken van papieren geld het gat te stoppen. Dat hebben we nu reeds vele jaren gedaan, steeds hopend, dat het wel beter zou worden. Maar als we daarmee blijven voortgaan, dan zal het onvermijdelijk ge volg daarvan zijn, dat ieder Nederlander, tot welken maatschappelijken stand hij ook behoore, iederen dag armer wordt, omdat hij meer geld zal moeten betalen voor dezeltde hoeveelheid goederen. Een voor beeld moge dit duidelijk maken. Gesteld er is ergens een magazijn, waarin 100 pakken kleeren zijn en aan honderd menschen is een bewijsje gegeven, dat zij een pak kleeren uit dat magazijn kunnen krijgen, indien zij dat bewijsje inleveren. Door een of andere omstandigheid zijn er echter niet 100, doch 200 be wijsjes onder de menschen gekomen, maar de 100 pakken kleeren zijn gebleven. Wanneer nu. de pakken geruild moeten worden tegen die bewijsjes, dan zal de magazijnmeester natuurlijk voor ieder pak twee bewijsjes vragen. Als hij dan de 100 pakken heeft afgeleverd, heeft hij ook de 200 bewijsjes binnen. Deed hij dit niet, dan zou men hem later nog 100 bewijsjes voor een pak presenteeren en hij zou geen pakken meer hebben. Men kon dus een pak niet krijgen voor één bewijsje, maar men had er twee te geven. Zoo gaat het nu precies ook met den voorraad papieren geld ten opzichte van den goederenvoorraad. Als dat papieren geld altijd door maar vermeerderd wordt en de goederenvoorraad blijft dezelfde, dan moet men meer papieren geld geven om eenzelfde hoeveelheid goederen te krijgen; precies als in het voorbeeld, waar men 2 bewijsjes moest inleveren om één pak te kunnen krijgen. Dat nu moet tot eiken prijs worden voorkomen. Maar nu zit de bevolking die de zege ningen van deze socialisatie genoot zeker in zak en asch. Nu worden toch zeker proteststakingen en protest-meetings georganiseerd? Och neen zegt de Soc. Dem. wethouder van Amsterdam, De Miranda, die pas uit Rusland terugkeerde. „Wat mij in Moskou wel opviel, is de zeer tevreden stemming met den zooge- naamden „Nieuwe Koers" van de regee ring. Het feit, dat de 'handel weer vrij is gegeven, dat de winkels weer geopend werden, is merkbaar in den geest van de bevolking. Een en ander heb ik goed kun nen waarnemen, omdat ik in de gelegen heid was te spreken met de eerste figu ren uit de lands-regeering en uit de plaat selijke regeering van Moskou; ik had langdurige conferenties met tal van be stuurders van het Centrale Komitee der Vakorganisaties in Rusland, met bestuur ders van de organisaties van transport arbeiders; van verplegend personeel, van metaalbewerkers, staatsarbeiders, enz. Deze vakvereenigingen hebben een an der karakter dan die in West-Europa. In Rusland maken zij min of meer deel uit van de Staats-macbine. Zij worden door de regeering aangewend tot het verkrij gen van een verhoogde productie. En zij hebben dan ook de bevelen en beslissin gen van de regeering van het land waarin feitelijk immers de staat van be leg bestaat stipt op te volgen. Nu evenwel het buitenlandsche kapitaal langs vele wegen Rusland binnendringt, is deze positie van Staatsvakorganisaties natuurlijk niet langer te handhaven. De organisatiebesturen begrijpen dat zeer goed". Is het wonder dat ons volk voor den „nieuwen koers" die de Socialisten aan wijzen weinig gevoelt? V Onze candidates Een vorig maal hebben wij aangetoond dat onzo candid aten voor de Tweede Ka mer niet alleen als dragers van onze be ginselen. maar ook om hun persoonlijke bekwaamheden, onzen stem verdienen. Wij wezen toon speciaal op do verdien sten van de heeren Rutgers en de Monté verLoren. Maar ditzelfde geldt ook voor de an dere candidaten. Nummer 3 op onze lijst is de heer van der Molen. Is de heer Rutgers, de kundige jurist, meer de man van de algemeen© politiek, en de heer de Monté verLoren, met zijn uitgebreide detailkennis een man met meer dan gewano technische bekwaamheden, wi€ai3 adviezen dan ook steeds ten'zeerste worden gewaardeerd, de heer v. d. Molen i6 meer de onderwijs-specialiteit. Daardoor treedt hij niet steeds op den voorgrond. Wanneer echter onderwijs aan de orde komt, dan is hij op zijn post. Mot groote kracht heeft hij steeds ge ijverd voor de verbetering van het onder wijs en heeft hij gestreden voor de rechten van de bijzondere school, in welken strijd hij voor de tegenstanders een te duch- V Ds nieuwe koers. Volgens de Soc. Democraten moet het economische leven in nieuwe banen wor den geleid. Men wil een „nieuwen koers". Socialisatie is het wachtwoord. Het vrije bedrijf moet plaats maken voor hèt gesocialiseerde bedrijf. In Rusland is men daarin voorgegaan. De socialisatie is daar doorgevoerd. Maar nu is het merkwaardige dat men daar ook reeds weer spreekt van een nieuwen koers. De handel wordt meer vrijgegeven. Het vrije bedrijf komt meer in eere. Eerst als onderwijzer, daarna als schoolopziener en Wethouder van Onder wijs te Rotterdam, was hij in staat zich in de onderwijszaken terdege in te wer ken. Met blijdschap zien we dan ook, dat hij op otnze candidatenlijst een vooraanstaan de plaats inneemt. De heer S ch o u t e n, nummer 4 van de lijst is weer een man van ander kali ber. Hij is een wels p rekend man, omdat hij is een welwetend man. Mot ijzeren volharding heeft de heer Schouten, wien schitterende gaven ge schonken werden, zich omhoog gewerkt. In den Rotterdamschen raad neemt bij een veelbeteekenend© plaats in, en zelfs werd hij, toen indertijd de roode Wethou ders hun plaats verlieten, door de liberale N. R. Ct. aangewezen als de man voor het Wethoudersambt. Ook in de Kamer is het woord van den heer Schouten gezaghebbend. Het is dan ook overbodig hem nader aan de kiezers voor te stellen. Ieder anti-revolutionair kent Schouten, ieder respecteert Schouten en allen be schouwen we het als een eer dat ook de heer Schouten op onze lijst voorkomt. En om de beginselen én om de personen stemmen wij daarom op 5 Juli op de A. R. Candidaten. STADSNIEUWS. Naar „Prediker.44 Wij herinneren nogeens aan de vergadering van de A. R. Kiesvereeniging die morgen Woensdagavond in Prediker gehouden wordt en waarin Ds. G. H. Boekenkamp, Ned. Herv. pred. alhier als spreker zal optreden. Wij hebben er reeds op gewezen hoe van de overzijde en met name door de S. D. A. P. met kracht wordt gewerkt om do kiezers te bowegen niet to 6temmen op de A. R. candidaten. Welnu, laten wij in ijver voor hen niet onder-i doen en daarom beginnen met zelf Woensdag* avond naar Prediker te gaan en ook anderen op te wekken deze vergadering bij te wonen. Hot behoeft zeker geeg afzonderlijke vormei* ding, dat ook de vrouwen worden verwacht. Prof. K. Lake. Do academische senaat van de Leidsche univer siteit heeft Prof. dr. K. Lake, van 1904 tot 1914 hoogleeraar in de oud-Chri6telijke letterkunde aan de Leidsche universiteit en sedert hoog leeraar aan de Harvard-University, op voor* stel van do theologisch© faculteit wegens rijn groote verdiensten op het gebied van Oud-Tes* tamentisch© handschriftkunde en zijn uitlegging van het Nieuwe Testament, benoemd tot doctor honoris causa in do godgeleerdheid. De plechtige promotie zal plaats hebben Maan* dag 19 dezer, des namiddags twee uur, in de senaatskamer van de Leidsche niversiteit. Prof. dr. H. Windisch, voorzitter van de theologische faculteit cn opvolger van Prof. Lake, zal als promotor optreden. Keuringsdienst van Waren. Verschenen is het verslag van den Keurines* dienst van Waren in het keuring6gebied Leidon over de periode 15 November 1921—31 Decern* ber 1921. Wij ontleenen daaraan het volgende. Direct na het in werking treden der Warenwet voor het district Leiden werd een aanvang ge* maakt met de registratie van de verkoopers van oot* en drinkwaren in het district, waartoe in de eerste plaats van de verschillende Gemeen* tebesturen opgave van namen en adressen dezer personen werd gevraagd. Deze opgaven werden door de keurmeesters zooveel mogelijk gecontro* loerd, waarbij niet zelden belangrijke verschillen tusschen do opgaven en den bestaanden toestand werden goconstateerd. Tevens werd begonnen met de geregelde in* spectie der werkplaatsen en van de waren die daar werden aangetroffen. Over het algemeen was do houding der verkoopers van waren tegen* over de niouw ingevoerde wet niet onwelwillend, hoewel enkele malen personen werden aangetrof* fen die hun weinige ingenomenheid daarmede niet verheelden. Van eenig verzet hetzij actief, hetzij lijdelijk, was echter nergens sprake. Gedurende de periode van 15 November tot en met 31 December 1921 werden: a. onderzocht op het laboratorium 866 mon sters; b. geïnspecteerd 216 winkels en andore ver* koopplaatsen c. ter plaatse gekeurd 3991 partijen eet* en drinkwaren. Van do op het laboratorium verrichte onder* zoekingen geeft een bijgevoegde© tabel pen over* zicht. Hieruit blijkt dat in dezen eersten tijd de meeste aandacht word besteed aan het artikel volle melk, waarvan 514 monsters werden onderzocht. Hiervan werden 199 menstors geno* men ten huize der melkverkoopers, 312 op straat tijdens het venten en 3 op het moment van afle vering door de melkveehouders aan do slijters. Over het algemeen bleek de hoodanigheid van de handelsmelk in het district Leiden, hoewel verre van goed, toch beter dan men zou ver* wachten in een streek waar nog nooit ©enig toe zicht op de consumptiemelkheeft bestaan. Het percentage van 4.7 pet. ondeugdelijk van samen* stelling toch is geringer dan tot dusverre bij een eerste controle in plattelandsgemeenten in deze 6treek werd aangetroffen. Hierbij dient natuurlijk in aanmerking te wor* den genomen dat in do lè maand gedurende welke de keuringsdienst in het district werkte, niet alle melkslijters naar behooren konden worden be* moDsterd, zoodat reeds daarom hot gevonden percentage ondeugdelijke monsters niet oen juist beeld kan geven van den bestaanden toestand. Het is dan ook allerminst uitgesloten en zelfs waarschijnlijk dat bij voortgezette controle een ©enigszins ander beeld van den bestaanden toe stand zal worden verkregen. Was de hoedanigheid der consuptiemelk, wat samenstelling betreft-, niet zoo slecht als eigen* lijk werd verwacht, de reinheid dezer molk liet zéér veel te wensehen over. Niet alleen moesten nagenoeg 14.5 pet. der monsters om deze reden als verkocrend in ondeugdelijken toestand wor* den aangemerkt, doch ook waren de hoeveelheden „vuil" die in do melk gvonden werden nu en dan ongelooEelijk groot. Nu dient wel is waar erkend te worden dat jui6t in do wintermaanden wanneer de koeien op stal staan, de melk in den regel sterker is ver* ontreinigd dan dos zomers, doch niettemin is een percentage van 14.5 zéér hoog te noomen. Ook tegen deze misstanden werd voorloopig «lochts door het geven van waarschuwingen te velde ge trokken. Op grond van de ervaringen opgedaan bij melkslijters die meer dan eenmaal werden bemonsterd, wordt verwacht dat ook zonder strengere maatregelen in dit opzicht veel zal kunnen worden bereikt. Omtrent de onderzoekingen ter plaatse wordt o.m. het volgende goraeld: Iu het geheel worden in de li maand waarover het verslag loopt, 216 verkoopplaatsen bezocht en geïnspecteerd, waarbij 3991 diverse partijtjes voedingsmiddelen als „gekeurd? aangeteekend. In totaal werden afgekeurd en aan den handel onttrokken 57 diverse partijtjes eet* en drinkwa* ren en wel: Gedroogde vruchten 108.6 K,G. en 2 doozen, Verscbe vruchten 23 stuks. Meel en Bloem 6.75 K.G. Snoepgoed 5.2 K.G. Jam 15 K.G. en 6 potten. Grutterswaren 23 K.G. Cacao en Cacaoproducten 1.5 K.G. en 10 pak. Specerijen 2.5 K.G., 50 pakjes en 71 vanille stokjes. Puddingmeel 0.5 K.G. en 577 pak. Vet 2.5 K. G. en 36 pak. Peulvruchten 1.5 K.G. Zuur 2 flesch. Kaas 0.5 K.G. Bouillonblokjes 400 stuks. Peekoffie 172 pakjes. Vruchtensap 11 flesch. Hierbij dient in aanmerking te worden geno- 1 men dat met de intensieve keuring Ier plaatse slechts een begin is gemaakt en dat de tot dus* verre opgedane ervaringen geen of althans een zéér onvolledig beeld van den bestaanden toe stand kunnen geven. De Directeur acht zich dan ook niet gerechtigd uit de tot dusverre verkregen uitkomsten meer algomeene conclusies te trokken omtrent den toe* 6tand en de samenstelling der voedingsmiddelen in het district Leiden. Dit blijve tot een volgend vorslag uitgesteld. Behalve den Directeur, Dr. J. J. van Eek, wa ren bij dezen dienst nog werkzaam: als 6chei* kundigo Mej. H. S. J. Fuliri Snethlage; Analys* ten de dames A. Christiaacse en C. Wirtb; keur- moesters K. West en W. Immink; klerk Mej. F. i G. M. de Kruijs; bediende J. de Geus. Aan het Zoeklicht. 1 FÊUILLÊTON. De Germaarcsche gevangene Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. 36) „Toevallig zijn enkelen schoon", zeide hij. „Maar voor dio 'zwoegende, lijdende menigte, die door onderdrukking reeds lang van schoonheid en wijsheid beroofd is, valt het toch zwaar dat er geen gods dienst en geen wijsbegeerte bestaat, die voor haar een helpende hand of ook slechts een deelnemend woord heeft. Zij zijn toch de overgroots meerderheid in de wereld." „Voor wie wijsheid noch schoonheid be zit," zeide Callias mot een minachtend lachje, „is 't maar 't best als er voor hen plaats in de andere wereld is." Maar Siward's diep gevoel was zoo ge makkelijk niet gerust. ,,'t Schijnt wel alsof alle menschen door verheven wraakgodinnen vervolgd wor den. Kon maar iemand zeggen waarom? En of er verzoening mogelijk is? Of ten minste de menschen loeren om dat in de toekomst te voorkomen „Dat leert de wijsbegeerte," antwoord de Laon. „Zijt ge niet wijs? Verhef u dan boven de menigte en wordt wijs! Ik tracht alle dagen het u te leeron." En ongeduldig eindigde hij het gesprek. Eindelijk was de reis door Egypte vol bracht. Germanicus en zijn gevolg waren op wog naar Antiochië, maar langs ver schillende wegen. Sommigen gingen over zee naar Seleu- cia. Laon en Siward hadden verlof gekre gen om Callias te vergezellen, die door Judea naar Tiberias, de nieuwe stad van Herodes Antipas ,zou gaan, welke hij met Grieksch beeldhouwwerk versieren, zou. De Syriëre waren bekend als de beste wa pensmeden, en Laon hoopte van hen eeni- ge geheimen te leeren, die hem zouden verrijken in de vurig verlangde jaren van vrijhoid. Siguna en Hilda reisden met. hen. Terwijl ze langs de kaden van Alexan dria wandelden, in afwachting van 't schip dat hen naar Joppe brengen zou, zagen ze dikwijls een ouden man, die in de schaduw van oen muur stond. Naast hem zat een betrekkelijk-jonge vrouw, die blijkbaar meer door verdriet dan door leeftijd bleek en vervallen er uitzag. De oude mom liet een dof gemompel hooren ©n bekreunde zich blijkbaar niet om de voorbijgangers. Zijn gedrag hield zoozeer Siwards aandacht bezig dat deze niet lette op 't geen Laon tot hem zeide. De kleeding yan don ouden man was vreemdsoortig. Om zijn voorhoofd, zijn polsen en de zoomen van zijn lange witte kleed waren strooken perkament gebon den, beschreven net vreemde zwarte let ters, geen Grieksch of Latijn. Yan tijd tot tijd boog hij diep, als voor 'n onzichtbaren troon. Siward hoorde, wanneer hij dicht bij hem was, dat de taal waarin hij mom pelde, volkomen onverstanbaar en eento- nig-zangerig was. Eindelijk waagde hij het Laon te vra gen wie dio vreemdeling kon zijn en wat hij toch uitvoerde. Laon koek met verachting naar den ouden man en de droeve vrouw, en zei luchtig: „Joden, Joden, die een oude Joodsche bijgeloovigheid -bidden!" „Bidden? Tot wien? Hier is geen tem pel of godenbeeld." „Weet ik het?" riep Laon driftig. „Weet ik elk bijgeloof van ieder volk in dit bijgelooyige Oosten? Misschien aan bidt hij de woorden uit zijn wet, die op zijn ldoeren gebonden_ zijn. Men zegt dat Pompejus, toen hij in 't heiligdom van hun tempel kwam, dat ledig vond. Maar oen overlevering meldt, dat daar vroeger stocnon tafelen bewaard werden, waarop hun wet geschreven stond, 'k Denk dat ze hun Boek aanbidden. Zij beweren dat ze een overoud Boek hebben. Maar ik weet het niet. Al wat daarin staat betreft al leen henzelf. Zij houden zichzelf voor do rechthebbende meesters yan de wereld, en alle anderen als hun vijanden. Wanneer ze konden zouden zo iedereen vermoorden, al léén omdat hij goen Jood is. Zij zijn altijd in opstand en volgen steeds den een of anderen volksleider, die belooft hen een volk van koningen te maken. Voor hen is in ©lk geval de Romeinsche ovorheer- sching goed. Die houdt zulke geestdrij vers onder den duim. En nu kruipen ze overal rond. Ze zijn geboren woekeraars. In Alexandria zijn zo talrijker dan ©enige andere natie, behalve de Grieken, en heb ben twee van de beste wijken." Wanneer Laon over do Joden sprak, was er iet6 zoo verschillend van zijn ge wone, hoffelijke verdraagzaamheid vo<or andersdenkenden in zijn toon, dat Siward er verbaasd van stond. Nu kwam hem woder in gedachten wat Cloclia Diodora vorhaald had betreffende den ouden Jood bij de fontein van Egcria te Rome. „Volgen zo steeds den oen of anderen volksleider?" overwoog hij bij zichzelf, Laons woorden herhalend. Hij doordacht op zijn gewone Germaanscho kalme wijze dit gezegde en kwam eindelijk tot het be sluit: „Dat moot zijn omdat hun oude godsspraak het leert den Eenon Groote to verwachten." En zijn heldere geest zag verbaasd tus schen 'hot oude heiligo Boek, do innige, uitsluitende vaderlandsliefde en den lang- verwachten Bevrijder. Leiden, 13 Juni 1922. Het wordt nu ernst met den verkiezings strijd. De strijd om de kiezers en voor d« kiezers is in vollen gang. Ook in het Anti-revolutionaire kamp is alles in beweging. De Organisatie te Leiden brengt weer alles in gereedheid. Van verschillende kanten komen de vrijwilligers reeds weer opdagen en ikÜ twijfel niet of zij die zich tot nu toe rus tig hielden, komen ook in 't geweer. Als 't land in gevaar i6, als onze hei ligste goederen worden bedreigd, dan blijft immers niemand thuis? Dan snellen niet alleen de mannen, maar ook d© vrouwen naar de wallen. Maar wat moeten ze doen als ze de wapenen ontbreken en als de strijd- kas niet gevuld is? Uit onzen vrijheidskamp is bekend dat men niet alleen zijn geld maar ook zijn sieraden offerde. Dat is nu niet noodig. Als ieder naar vermogen, d.w~ naar dat hij of zij „niet uit verdienste" ontving bijdraagt, dan is de zaak in orde. Maar dat is dan ook noodzake lijk, OBSERVATOR. i Goslaagd voor het examen Boekhouden af* genomen door de Vereeniging van Loeraren in het Boekhouden de heeren J. Epskamp. N. van Weizen, A. Kohlbeek en N. Mazurel alhier. Ook slaagden nog Mej. L. v. d. Huijzen en de heeren P. Kallenberg; O. Kamp an; H. Admi raal PHz, (Noordwijk)Joh. Boter en A. C. Sommeling, leerlingen van de Handelsschool „Kennis 'n Macht" alhier. (Loe'raar de heer H. D. M. Knol, Accountant). Aangehouden is Mej. G. H., 24 jaar, ver* dacht van medeplichtigheid aan een berooving, die in de Fabor van Riomsdijkstraat te 's-Gra- venliage heeft plaats gehad. Aan ons bureau werd heden een bankbiljet van f 10.bezorgd voor de Strijdkas. Met dank cn aanbeveling! BINNE'NLANU. Het Eerste Kamerlid Crenier. De hoor Cremer, die voor ccn herbenoo ming al6 Eerste Kamerlid bedankt hoeft in verband met zijn leeftijd, heeft ook be dankt als „administrateur" van de Suez- kanaal-Maatschappij. Do heer Cremer had van 1S841897 zitting in de Tweede Kamer, in dit jaar werd hij benoemd tot Minister van Kolo niën, welk ambt de heer Cromer bekleedde tot 1901. Van 1901 tot 1905 maakte hij daarna woder doel uit van de Tweede Ka mer. Van 1907 tot 1912 was de heer Cremei president der Nederlandsch Handel-Maat- schappij. Van laatstgenoemd jaar af heeft hij zit ting als lid van de Eerste Kamer. In deze periode viel het verblijf, van November 1918 tot Mei 1920, van den heer Cremer in Amerika als Nederlandsch gezant. Bezuiniging bij de spoorwegen. Naar De Courant verneemt, hoeft de minister van waterstaat het voorstel van de directie, in zake inkrimping van het aantal scheidsrechters goedgekeurd. In plaats van twee scheidsgerechten zullen boidG partijen, directie en personeel, voor taan één scheidsgerecht aanwijzen. Do keuze van den voorzitter blijft onveran derd. Overwogen wordt thans het instituut „woordvoerder" cp te heffen. Hij wonschte n\eer te viagen, maar be greep dat Laons humeur hom voor oogenblik moer in de war brengen dan licht geven zou, en zweeg dus. Maar Laon zelf voegde or nog een en ander bij. „Wat deze Joden gelooven of aanbid den, gaat niemand aan dan henzelf. Maar het buitengewone en. slechte is, dat zo geen eerbied hebben voor den godsdienst en do goden van anderen; en zich aanmatigen to zeggen dat er geen andore God is dan de hunne, en dat alle andere aanbidding niet alleen nutteloos, maar zondig is. Men kan elk geloof eerbiedigen, vooral als het van geslacht tot geslacht nationaal is, ala de menschen 't maar voor zichzelf hou-' den. Maar ©en godsdienst die all© andere verdringen wil, kan niet geduld worden, zoo min als een volk dat zoo iots doen wil. Toch kan zoo iots voorkomen. En dan is 't eenige redmiddel van binnen uit j den overwinnaar to overwinnen, zooals, wij Grieken de Romeinen weer overwon-, nen hebben, voor -zoover ze hersens heb* ben." Tengevolge van tegenwind en windstil te duurde do rois naar Joppe meerdere dan Ron. De Joodsche vreemdelingen waren ne modereizigers. (Wordt vervólgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1