Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN DUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - DINSDAG 13 JUNI 1922 - No. 662
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS.
PER GEWONE REGEL 10.221
DES ZATERDAGS s f0.30
INGEZONDEN RECLAMES DEPTH7TA UIER
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
voorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
bij voornitbetaling.
V Ons geld moet gezond blijven.
Aan een vanwege het Centraal Comité
van A.-R. Kiesvereenigingen uitgegeven
propagandablaadje is het volgende ont
leend
De financieele toestand van onze open
bare geldmiddelen is onrustbarend.
Het tekort op het Staatsbudget voor het
dienstjaar 1922 zal ongetwijfeld meer be
dragen dan de rond 50 millioen gulden,
waarop het geraamd werd. Voor het jaar
1923 zijn de ramingen van de inkomsten
en uitgaven nog niet bekend, maar als men
rekening houdt met de te verwachten be
langrijke daling der inkomsten, moet
men wel rekenen op een tekort voor 1923
van een bedrag, dat wel niet heel ver
beneden de 150 millioen zal blijven.
Dat tekort kan slechts op twee wijzen
worden opgeheven:
le. door verzwaring van de belastingen
2e. door vermindering van de uitgaven.
Van die twee wegen moet er één worden
gekozen. Want den toestand laten, zooals
hij thans is en in de komende jaren blijven
zal, beteekent. dat wij op weg zijn naar
een ramp voor heel Nederland.
Wanneer in de behoefte voor den Staats
dienst niet kan worden voorzien door de
inkomsten, dan blijft er geen andere weg
open, -dan door een steeds aangroeienden
schuldenlast en het drukken van papieren
geld het gat te stoppen.
Dat hebben we nu reeds vele jaren
gedaan, steeds hopend, dat het wel beter
zou worden. Maar als we daarmee blijven
voortgaan, dan zal het onvermijdelijk ge
volg daarvan zijn, dat ieder Nederlander,
tot welken maatschappelijken stand hij ook
behoore, iederen dag armer wordt, omdat
hij meer geld zal moeten betalen voor
dezeltde hoeveelheid goederen. Een voor
beeld moge dit duidelijk maken.
Gesteld er is ergens een magazijn, waarin
100 pakken kleeren zijn en aan honderd
menschen is een bewijsje gegeven, dat zij
een pak kleeren uit dat magazijn kunnen
krijgen, indien zij dat bewijsje inleveren.
Door een of andere omstandigheid zijn er
echter niet 100, doch 200 be wijsjes onder
de menschen gekomen, maar de 100 pakken
kleeren zijn gebleven. Wanneer nu. de
pakken geruild moeten worden tegen die
bewijsjes, dan zal de magazijnmeester
natuurlijk voor ieder pak twee bewijsjes
vragen. Als hij dan de 100 pakken heeft
afgeleverd, heeft hij ook de 200 bewijsjes
binnen. Deed hij dit niet, dan zou men
hem later nog 100 bewijsjes voor een pak
presenteeren en hij zou geen pakken meer
hebben. Men kon dus een pak niet krijgen
voor één bewijsje, maar men had er twee
te geven.
Zoo gaat het nu precies ook met den
voorraad papieren geld ten opzichte van
den goederenvoorraad. Als dat papieren
geld altijd door maar vermeerderd wordt
en de goederenvoorraad blijft dezelfde, dan
moet men meer papieren geld geven om
eenzelfde hoeveelheid goederen te krijgen;
precies als in het voorbeeld, waar men 2
bewijsjes moest inleveren om één pak te
kunnen krijgen. Dat nu moet tot eiken
prijs worden voorkomen.
Maar nu zit de bevolking die de zege
ningen van deze socialisatie genoot zeker
in zak en asch.
Nu worden toch zeker proteststakingen
en protest-meetings georganiseerd?
Och neen zegt de Soc. Dem. wethouder
van Amsterdam, De Miranda, die pas uit
Rusland terugkeerde.
„Wat mij in Moskou wel opviel, is de
zeer tevreden stemming met den zooge-
naamden „Nieuwe Koers" van de regee
ring. Het feit, dat de 'handel weer vrij is
gegeven, dat de winkels weer geopend
werden, is merkbaar in den geest van de
bevolking. Een en ander heb ik goed kun
nen waarnemen, omdat ik in de gelegen
heid was te spreken met de eerste figu
ren uit de lands-regeering en uit de plaat
selijke regeering van Moskou; ik had
langdurige conferenties met tal van be
stuurders van het Centrale Komitee der
Vakorganisaties in Rusland, met bestuur
ders van de organisaties van transport
arbeiders; van verplegend personeel, van
metaalbewerkers, staatsarbeiders, enz.
Deze vakvereenigingen hebben een an
der karakter dan die in West-Europa. In
Rusland maken zij min of meer deel uit
van de Staats-macbine. Zij worden door
de regeering aangewend tot het verkrij
gen van een verhoogde productie. En zij
hebben dan ook de bevelen en beslissin
gen van de regeering van het land
waarin feitelijk immers de staat van be
leg bestaat stipt op te volgen.
Nu evenwel het buitenlandsche kapitaal
langs vele wegen Rusland binnendringt,
is deze positie van Staatsvakorganisaties
natuurlijk niet langer te handhaven. De
organisatiebesturen begrijpen dat zeer
goed".
Is het wonder dat ons volk voor den
„nieuwen koers" die de Socialisten aan
wijzen weinig gevoelt?
V Onze candidates
Een vorig maal hebben wij aangetoond
dat onzo candid aten voor de Tweede Ka
mer niet alleen als dragers van onze be
ginselen. maar ook om hun persoonlijke
bekwaamheden, onzen stem verdienen.
Wij wezen toon speciaal op do verdien
sten van de heeren Rutgers en de Monté
verLoren.
Maar ditzelfde geldt ook voor de an
dere candidaten.
Nummer 3 op onze lijst is de heer van
der Molen.
Is de heer Rutgers, de kundige jurist,
meer de man van de algemeen© politiek,
en de heer de Monté verLoren, met zijn
uitgebreide detailkennis een man met meer
dan gewano technische bekwaamheden,
wi€ai3 adviezen dan ook steeds ten'zeerste
worden gewaardeerd, de heer v. d. Molen
i6 meer de onderwijs-specialiteit.
Daardoor treedt hij niet steeds op den
voorgrond.
Wanneer echter onderwijs aan de orde
komt, dan is hij op zijn post.
Mot groote kracht heeft hij steeds ge
ijverd voor de verbetering van het onder
wijs en heeft hij gestreden voor de rechten
van de bijzondere school, in welken strijd
hij voor de tegenstanders een te duch-
V Ds nieuwe koers.
Volgens de Soc. Democraten moet het
economische leven in nieuwe banen wor
den geleid.
Men wil een „nieuwen koers".
Socialisatie is het wachtwoord.
Het vrije bedrijf moet plaats maken
voor hèt gesocialiseerde bedrijf.
In Rusland is men daarin voorgegaan.
De socialisatie is daar doorgevoerd.
Maar nu is het merkwaardige dat men
daar ook reeds weer spreekt van een
nieuwen koers.
De handel wordt meer vrijgegeven.
Het vrije bedrijf komt meer in eere.
Eerst als onderwijzer, daarna als
schoolopziener en Wethouder van Onder
wijs te Rotterdam, was hij in staat zich
in de onderwijszaken terdege in te wer
ken.
Met blijdschap zien we dan ook, dat hij
op otnze candidatenlijst een vooraanstaan
de plaats inneemt.
De heer S ch o u t e n, nummer 4 van
de lijst is weer een man van ander kali
ber.
Hij is een wels p rekend man, omdat
hij is een welwetend man.
Mot ijzeren volharding heeft de heer
Schouten, wien schitterende gaven ge
schonken werden, zich omhoog gewerkt.
In den Rotterdamschen raad neemt bij
een veelbeteekenend© plaats in, en zelfs
werd hij, toen indertijd de roode Wethou
ders hun plaats verlieten, door de liberale
N. R. Ct. aangewezen als de man voor
het Wethoudersambt.
Ook in de Kamer is het woord van den
heer Schouten gezaghebbend.
Het is dan ook overbodig hem nader
aan de kiezers voor te stellen.
Ieder anti-revolutionair kent Schouten,
ieder respecteert Schouten en allen be
schouwen we het als een eer dat ook de
heer Schouten op onze lijst voorkomt.
En om de beginselen én om de personen
stemmen wij daarom op 5 Juli op de A.
R. Candidaten.
STADSNIEUWS.
Naar „Prediker.44
Wij herinneren nogeens aan de vergadering
van de A. R. Kiesvereeniging die morgen
Woensdagavond in Prediker gehouden wordt
en waarin Ds. G. H. Boekenkamp, Ned. Herv.
pred. alhier als spreker zal optreden.
Wij hebben er reeds op gewezen hoe van de
overzijde en met name door de S. D. A. P. met
kracht wordt gewerkt om do kiezers te bowegen
niet to 6temmen op de A. R. candidaten.
Welnu, laten wij in ijver voor hen niet onder-i
doen en daarom beginnen met zelf Woensdag*
avond naar Prediker te gaan en ook anderen op
te wekken deze vergadering bij te wonen.
Hot behoeft zeker geeg afzonderlijke vormei*
ding, dat ook de vrouwen worden verwacht.
Prof. K. Lake.
Do academische senaat van de Leidsche univer
siteit heeft Prof. dr. K. Lake, van 1904 tot 1914
hoogleeraar in de oud-Chri6telijke letterkunde
aan de Leidsche universiteit en sedert hoog
leeraar aan de Harvard-University, op voor*
stel van do theologisch© faculteit wegens rijn
groote verdiensten op het gebied van Oud-Tes*
tamentisch© handschriftkunde en zijn uitlegging
van het Nieuwe Testament, benoemd tot doctor
honoris causa in do godgeleerdheid.
De plechtige promotie zal plaats hebben Maan*
dag 19 dezer, des namiddags twee uur, in de
senaatskamer van de Leidsche niversiteit. Prof.
dr. H. Windisch, voorzitter van de theologische
faculteit cn opvolger van Prof. Lake, zal als
promotor optreden.
Keuringsdienst van Waren.
Verschenen is het verslag van den Keurines*
dienst van Waren in het keuring6gebied Leidon
over de periode 15 November 1921—31 Decern*
ber 1921.
Wij ontleenen daaraan het volgende.
Direct na het in werking treden der Warenwet
voor het district Leiden werd een aanvang ge*
maakt met de registratie van de verkoopers
van oot* en drinkwaren in het district, waartoe
in de eerste plaats van de verschillende Gemeen*
tebesturen opgave van namen en adressen dezer
personen werd gevraagd. Deze opgaven werden
door de keurmeesters zooveel mogelijk gecontro*
loerd, waarbij niet zelden belangrijke verschillen
tusschen do opgaven en den bestaanden toestand
werden goconstateerd.
Tevens werd begonnen met de geregelde in*
spectie der werkplaatsen en van de waren die
daar werden aangetroffen. Over het algemeen
was do houding der verkoopers van waren tegen*
over de niouw ingevoerde wet niet onwelwillend,
hoewel enkele malen personen werden aangetrof*
fen die hun weinige ingenomenheid daarmede niet
verheelden. Van eenig verzet hetzij actief, hetzij
lijdelijk, was echter nergens sprake.
Gedurende de periode van 15 November tot en
met 31 December 1921 werden:
a. onderzocht op het laboratorium 866 mon
sters;
b. geïnspecteerd 216 winkels en andore ver*
koopplaatsen
c. ter plaatse gekeurd 3991 partijen eet* en
drinkwaren.
Van do op het laboratorium verrichte onder*
zoekingen geeft een bijgevoegde© tabel pen over*
zicht.
Hieruit blijkt dat in dezen eersten tijd de
meeste aandacht word besteed aan het artikel
volle melk, waarvan 514 monsters werden
onderzocht. Hiervan werden 199 menstors geno*
men ten huize der melkverkoopers, 312 op straat
tijdens het venten en 3 op het moment van afle
vering door de melkveehouders aan do slijters.
Over het algemeen bleek de hoodanigheid van
de handelsmelk in het district Leiden, hoewel
verre van goed, toch beter dan men zou ver*
wachten in een streek waar nog nooit ©enig toe
zicht op de consumptiemelkheeft bestaan. Het
percentage van 4.7 pet. ondeugdelijk van samen*
stelling toch is geringer dan tot dusverre bij een
eerste controle in plattelandsgemeenten in deze
6treek werd aangetroffen.
Hierbij dient natuurlijk in aanmerking te wor*
den genomen dat in do lè maand gedurende welke
de keuringsdienst in het district werkte, niet alle
melkslijters naar behooren konden worden be*
moDsterd, zoodat reeds daarom hot gevonden
percentage ondeugdelijke monsters niet oen juist
beeld kan geven van den bestaanden toestand.
Het is dan ook allerminst uitgesloten en zelfs
waarschijnlijk dat bij voortgezette controle een
©enigszins ander beeld van den bestaanden toe
stand zal worden verkregen.
Was de hoedanigheid der consuptiemelk, wat
samenstelling betreft-, niet zoo slecht als eigen*
lijk werd verwacht, de reinheid dezer molk liet
zéér veel te wensehen over. Niet alleen moesten
nagenoeg 14.5 pet. der monsters om deze reden
als verkocrend in ondeugdelijken toestand wor*
den aangemerkt, doch ook waren de hoeveelheden
„vuil" die in do melk gvonden werden nu en dan
ongelooEelijk groot.
Nu dient wel is waar erkend te worden dat
jui6t in do wintermaanden wanneer de koeien op
stal staan, de melk in den regel sterker is ver*
ontreinigd dan dos zomers, doch niettemin is een
percentage van 14.5 zéér hoog te noomen. Ook
tegen deze misstanden werd voorloopig «lochts
door het geven van waarschuwingen te velde ge
trokken. Op grond van de ervaringen opgedaan
bij melkslijters die meer dan eenmaal werden
bemonsterd, wordt verwacht dat ook zonder
strengere maatregelen in dit opzicht veel zal
kunnen worden bereikt.
Omtrent de onderzoekingen ter
plaatse wordt o.m. het volgende goraeld:
Iu het geheel worden in de li maand waarover
het verslag loopt, 216 verkoopplaatsen bezocht en
geïnspecteerd, waarbij 3991 diverse partijtjes
voedingsmiddelen als „gekeurd? aangeteekend.
In totaal werden afgekeurd en aan den handel
onttrokken 57 diverse partijtjes eet* en drinkwa*
ren en wel:
Gedroogde vruchten 108.6 K,G. en 2 doozen,
Verscbe vruchten 23 stuks.
Meel en Bloem 6.75 K.G.
Snoepgoed 5.2 K.G.
Jam 15 K.G. en 6 potten.
Grutterswaren 23 K.G.
Cacao en Cacaoproducten 1.5 K.G. en 10 pak.
Specerijen 2.5 K.G., 50 pakjes en 71 vanille
stokjes.
Puddingmeel 0.5 K.G. en 577 pak.
Vet 2.5 K. G. en 36 pak.
Peulvruchten 1.5 K.G.
Zuur 2 flesch.
Kaas 0.5 K.G.
Bouillonblokjes 400 stuks.
Peekoffie 172 pakjes.
Vruchtensap 11 flesch.
Hierbij dient in aanmerking te worden geno-
1 men dat met de intensieve keuring Ier plaatse
slechts een begin is gemaakt en dat de tot dus*
verre opgedane ervaringen geen of althans een
zéér onvolledig beeld van den bestaanden toe
stand kunnen geven.
De Directeur acht zich dan ook niet gerechtigd
uit de tot dusverre verkregen uitkomsten meer
algomeene conclusies te trokken omtrent den toe*
6tand en de samenstelling der voedingsmiddelen
in het district Leiden. Dit blijve tot een volgend
vorslag uitgesteld.
Behalve den Directeur, Dr. J. J. van Eek, wa
ren bij dezen dienst nog werkzaam: als 6chei*
kundigo Mej. H. S. J. Fuliri Snethlage; Analys*
ten de dames A. Christiaacse en C. Wirtb; keur-
moesters K. West en W. Immink; klerk Mej. F.
i G. M. de Kruijs; bediende J. de Geus.
Aan het Zoeklicht.
1
FÊUILLÊTON.
De Germaarcsche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
36)
„Toevallig zijn enkelen schoon", zeide
hij. „Maar voor dio 'zwoegende, lijdende
menigte, die door onderdrukking reeds
lang van schoonheid en wijsheid beroofd
is, valt het toch zwaar dat er geen gods
dienst en geen wijsbegeerte bestaat, die
voor haar een helpende hand of ook
slechts een deelnemend woord heeft. Zij
zijn toch de overgroots meerderheid in de
wereld."
„Voor wie wijsheid noch schoonheid be
zit," zeide Callias mot een minachtend
lachje, „is 't maar 't best als er voor hen
plaats in de andere wereld is."
Maar Siward's diep gevoel was zoo ge
makkelijk niet gerust.
,,'t Schijnt wel alsof alle menschen door
verheven wraakgodinnen vervolgd wor
den. Kon maar iemand zeggen waarom?
En of er verzoening mogelijk is? Of ten
minste de menschen loeren om dat in de
toekomst te voorkomen
„Dat leert de wijsbegeerte," antwoord
de Laon. „Zijt ge niet wijs? Verhef u dan
boven de menigte en wordt wijs! Ik tracht
alle dagen het u te leeron."
En ongeduldig eindigde hij het gesprek.
Eindelijk was de reis door Egypte vol
bracht. Germanicus en zijn gevolg waren
op wog naar Antiochië, maar langs ver
schillende wegen.
Sommigen gingen over zee naar Seleu-
cia. Laon en Siward hadden verlof gekre
gen om Callias te vergezellen, die door
Judea naar Tiberias, de nieuwe stad van
Herodes Antipas ,zou gaan, welke hij met
Grieksch beeldhouwwerk versieren, zou.
De Syriëre waren bekend als de beste wa
pensmeden, en Laon hoopte van hen eeni-
ge geheimen te leeren, die hem zouden
verrijken in de vurig verlangde jaren van
vrijhoid. Siguna en Hilda reisden met. hen.
Terwijl ze langs de kaden van Alexan
dria wandelden, in afwachting van 't schip
dat hen naar Joppe brengen zou, zagen ze
dikwijls een ouden man, die in de schaduw
van oen muur stond. Naast hem zat een
betrekkelijk-jonge vrouw, die blijkbaar
meer door verdriet dan door leeftijd bleek
en vervallen er uitzag.
De oude mom liet een dof gemompel
hooren ©n bekreunde zich blijkbaar niet
om de voorbijgangers. Zijn gedrag hield
zoozeer Siwards aandacht bezig dat deze
niet lette op 't geen Laon tot hem zeide.
De kleeding yan don ouden man was
vreemdsoortig. Om zijn voorhoofd, zijn
polsen en de zoomen van zijn lange witte
kleed waren strooken perkament gebon
den, beschreven net vreemde zwarte let
ters, geen Grieksch of Latijn. Yan tijd tot
tijd boog hij diep, als voor 'n onzichtbaren
troon. Siward hoorde, wanneer hij dicht
bij hem was, dat de taal waarin hij mom
pelde, volkomen onverstanbaar en eento-
nig-zangerig was.
Eindelijk waagde hij het Laon te vra
gen wie dio vreemdeling kon zijn en wat
hij toch uitvoerde.
Laon koek met verachting naar den
ouden man en de droeve vrouw, en zei
luchtig:
„Joden, Joden, die een oude Joodsche
bijgeloovigheid -bidden!"
„Bidden? Tot wien? Hier is geen tem
pel of godenbeeld."
„Weet ik het?" riep Laon driftig.
„Weet ik elk bijgeloof van ieder volk in
dit bijgelooyige Oosten? Misschien aan
bidt hij de woorden uit zijn wet, die op
zijn ldoeren gebonden_ zijn. Men zegt dat
Pompejus, toen hij in 't heiligdom van
hun tempel kwam, dat ledig vond. Maar
oen overlevering meldt, dat daar vroeger
stocnon tafelen bewaard werden, waarop
hun wet geschreven stond, 'k Denk dat ze
hun Boek aanbidden. Zij beweren dat ze
een overoud Boek hebben. Maar ik weet
het niet. Al wat daarin staat betreft al
leen henzelf. Zij houden zichzelf voor do
rechthebbende meesters yan de wereld, en
alle anderen als hun vijanden. Wanneer ze
konden zouden zo iedereen vermoorden, al
léén omdat hij goen Jood is. Zij zijn altijd
in opstand en volgen steeds den een of
anderen volksleider, die belooft hen een
volk van koningen te maken. Voor hen is
in ©lk geval de Romeinsche ovorheer-
sching goed. Die houdt zulke geestdrij
vers onder den duim. En nu kruipen ze
overal rond. Ze zijn geboren woekeraars.
In Alexandria zijn zo talrijker dan ©enige
andere natie, behalve de Grieken, en heb
ben twee van de beste wijken."
Wanneer Laon over do Joden sprak,
was er iet6 zoo verschillend van zijn ge
wone, hoffelijke verdraagzaamheid vo<or
andersdenkenden in zijn toon, dat Siward
er verbaasd van stond. Nu kwam hem
woder in gedachten wat Cloclia Diodora
vorhaald had betreffende den ouden Jood
bij de fontein van Egcria te Rome.
„Volgen zo steeds den oen of anderen
volksleider?" overwoog hij bij zichzelf,
Laons woorden herhalend. Hij doordacht
op zijn gewone Germaanscho kalme wijze
dit gezegde en kwam eindelijk tot het be
sluit: „Dat moot zijn omdat hun oude
godsspraak het leert den Eenon Groote to
verwachten."
En zijn heldere geest zag verbaasd tus
schen 'hot oude heiligo Boek, do innige,
uitsluitende vaderlandsliefde en den lang-
verwachten Bevrijder.
Leiden, 13 Juni 1922.
Het wordt nu ernst met den verkiezings
strijd.
De strijd om de kiezers en voor d«
kiezers is in vollen gang.
Ook in het Anti-revolutionaire kamp
is alles in beweging.
De Organisatie te Leiden brengt weer
alles in gereedheid.
Van verschillende kanten komen de
vrijwilligers reeds weer opdagen en ikÜ
twijfel niet of zij die zich tot nu toe rus
tig hielden, komen ook in 't geweer.
Als 't land in gevaar i6, als onze hei
ligste goederen worden bedreigd, dan
blijft immers niemand thuis?
Dan snellen niet alleen de mannen,
maar ook d© vrouwen naar de wallen.
Maar wat moeten ze doen als
ze de wapenen ontbreken en als de strijd-
kas niet gevuld is?
Uit onzen vrijheidskamp is bekend dat
men niet alleen zijn geld maar ook zijn
sieraden offerde.
Dat is nu niet noodig.
Als ieder naar vermogen, d.w~
naar dat hij of zij „niet uit verdienste"
ontving bijdraagt, dan is de zaak in orde.
Maar dat is dan ook noodzake
lijk,
OBSERVATOR.
i Goslaagd voor het examen Boekhouden af*
genomen door de Vereeniging van Loeraren in
het Boekhouden de heeren J. Epskamp. N. van
Weizen, A. Kohlbeek en N. Mazurel alhier.
Ook slaagden nog Mej. L. v. d. Huijzen en de
heeren P. Kallenberg; O. Kamp an; H. Admi
raal PHz, (Noordwijk)Joh. Boter en A. C.
Sommeling, leerlingen van de Handelsschool
„Kennis 'n Macht" alhier. (Loe'raar de heer
H. D. M. Knol, Accountant).
Aangehouden is Mej. G. H., 24 jaar, ver*
dacht van medeplichtigheid aan een berooving,
die in de Fabor van Riomsdijkstraat te 's-Gra-
venliage heeft plaats gehad.
Aan ons bureau werd heden een bankbiljet
van f 10.bezorgd voor de Strijdkas.
Met dank cn aanbeveling!
BINNE'NLANU.
Het Eerste Kamerlid Crenier.
De hoor Cremer, die voor ccn herbenoo
ming al6 Eerste Kamerlid bedankt hoeft
in verband met zijn leeftijd, heeft ook be
dankt als „administrateur" van de Suez-
kanaal-Maatschappij.
Do heer Cremer had van 1S841897
zitting in de Tweede Kamer, in dit jaar
werd hij benoemd tot Minister van Kolo
niën, welk ambt de heer Cromer bekleedde
tot 1901. Van 1901 tot 1905 maakte hij
daarna woder doel uit van de Tweede Ka
mer.
Van 1907 tot 1912 was de heer Cremei
president der Nederlandsch Handel-Maat-
schappij.
Van laatstgenoemd jaar af heeft hij zit
ting als lid van de Eerste Kamer. In deze
periode viel het verblijf, van November
1918 tot Mei 1920, van den heer Cremer
in Amerika als Nederlandsch gezant.
Bezuiniging bij de spoorwegen.
Naar De Courant verneemt, hoeft de
minister van waterstaat het voorstel van
de directie, in zake inkrimping van het
aantal scheidsrechters goedgekeurd. In
plaats van twee scheidsgerechten zullen
boidG partijen, directie en personeel, voor
taan één scheidsgerecht aanwijzen. Do
keuze van den voorzitter blijft onveran
derd.
Overwogen wordt thans het instituut
„woordvoerder" cp te heffen.
Hij wonschte n\eer te viagen, maar be
greep dat Laons humeur hom voor
oogenblik moer in de war brengen dan
licht geven zou, en zweeg dus.
Maar Laon zelf voegde or nog een en
ander bij.
„Wat deze Joden gelooven of aanbid
den, gaat niemand aan dan henzelf. Maar
het buitengewone en. slechte is, dat zo geen
eerbied hebben voor den godsdienst en do
goden van anderen; en zich aanmatigen
to zeggen dat er geen andore God is dan
de hunne, en dat alle andere aanbidding
niet alleen nutteloos, maar zondig is. Men
kan elk geloof eerbiedigen, vooral als het
van geslacht tot geslacht nationaal is, ala
de menschen 't maar voor zichzelf hou-'
den. Maar ©en godsdienst die all© andere
verdringen wil, kan niet geduld worden,
zoo min als een volk dat zoo iots doen
wil. Toch kan zoo iots voorkomen. En
dan is 't eenige redmiddel van binnen uit j
den overwinnaar to overwinnen, zooals,
wij Grieken de Romeinen weer overwon-,
nen hebben, voor -zoover ze hersens heb*
ben."
Tengevolge van tegenwind en windstil
te duurde do rois naar Joppe meerdere dan
Ron.
De Joodsche vreemdelingen waren
ne modereizigers.
(Wordt vervólgd)'.