Aan het einde der week.
Als Genua mislukt...
Over dit thema heeft dezer dagen
Lloyd Gèorge in een aan de pers
aangeboden diner het voord gevoerd.
En het was, naar gemeld wordt een
ernstig en indrukwekkend
woord, dat. temeer indruk maakte, omdat
het volstrekt niet zeker is dat de con
ferentie slagen zal.
Het spook der mislukking
zweeft boven Gen u a. Er is wan
trouwen, argwaan, vrees, verdachtma
king. Telkens weer is sprake van een in
cident, een dreigende breuk.
Er is dus kans op een mislukking.
En als Genua mislukt., welnu dan
ziet het er, volgons de opvatting- van den
Engelschen premier; donker en dreigend
uit.
„Beschouw, zoo zeide hij, bijvoorbeeld
het heele vraagstuk <W Oost-Europeesche
grenzen. Gij vindt ternauwernood tus-
schcn Oostzee en Zwarte Zee een grens
lijn, die onbestreden is en elke grenslijn
herbergt do mogelijkheid van een ontzet
tend Europcosch conflict. Ieder punt be
vat complicaties. Sommige zijn de schuld
vanhet ecno land. sommige van het an-
- somtijds misschien van geen van
beiden, maar het gevolg van het ontzet
tend gewirwar van rassen, dat als een
krater kookt, temidden van Europa, -waar
in nog geen rust is gekomen, waarin
ieder het eeno oogenblik tot de een com
binatie, het. volgende tot een andere be
boeren kan, waarin de rassen binnendrin
gen in landen bevolkt door een heel ver
schillend ras.
„Het lijkt op het koken der aarde voor
de kor6t vorm had gekregen. Als het niet
gelukt grenslijnen te trekken, die iedereen
aanvaardt, zijn er ontelbare mogelijkhe
den voor toekomstige conflicten, die
Europa zullen ruineeren en waarin Ame
rika even onvermijdelijk wordt meege
sleept, als in den vorigen oorlog. Dit is
een gedeelte der moeilijkheden, maar niet
allee. Daar zijn bijvoorbeeld nog Duitech-
land en Rusland, die in semi-antagonisme
tegenover de rest van Europa staan.
Daarin schuilt een uitgesteld, alleen
maar een uitgesteld, conflict.
Rusland en Duitschland omvatte^ twee
derden van Europa. Laat mij ronduit
zeggen, als iemand meent, dat hij door
eenige combinatie op den duur twee groo-
te volken, die tweederden van Europa ver
tegenwoordigen, er onder kan houden,
moet hij wel stekeblind zijn. Dat is een
onmogelijkheid, een dwaasheid, een krank
zinnigheid. Gij moet tot een overeenkomst
komen, die beide volken mede-omvat.".
Dat is oen ernstig woord waarin het
groote gewicht van de Genueesche confe
rentie duidelijk tot uiting komt, maar
waaruit ook blijkt höe zwart en dreigend
de toekomst is.
En wel is er reden om te bidden tot
God, dat Hij de trotschheid en eigenzin
nigheid der staatslieden breekt, en voor
verdere rampen Europa behoedt.
In Ierland is de toestand nog onge
veer het zelfde; de wanorde is eerder ver
ergerd dan verbeterd. De voorloopige re-
p.- ng durft tegen de republikeinsehe
benden nog niet met wapengeweld optre
den.
Het zal hier echter toch wel van moe
ten komen, want het geheele Iersche volk
is den burgeroorlog moe en verzet zich
krachtig tegen het ongewettigde optreden
yan de aanhangers van de Valera.
Dit bleek wel uit de proteststaking
die de Iersche arbeiders eenige dagen ge
leden hebben geproclameerd.
In het Oosten van Azië gist
het. ook al. Sovjet-Rusland en Japan kun
nen het niet goed eens worden over de
Quaeetie der Japansehe bezitting van Si-
toerischo landen.
Het heeft er allen schijn van dj^t een
tweede Russisch-Japomschen ooriog op
komst is.
Ook hier dus denkerheid en somberheid,
niet minder dan in Europa.
Voor on6 Hof waren de afgeloopen da
gen, dagen van rouw en droefheid door
het overlijden van de Moeder van Prins
Hendrik, Groothertogin Marie van
Meckleftburg.
Een lieve vrouw is met haar heenge
gaan, een vrouw wie, ondanks haie hoo-
ge positie, do moeiten des levens niet ge
spaard bleven.
Reods bijna 40 jaren geleden verloor
zij haren gemaal door den dood en in
hare laatste levensjaren moest zij het
zien dat haar zoon evenals tal van andere
vorsten uit zijne hoogo waardigheid
werd ontzet.
In de politiek blijft hot onrustig.
'De regeering tracht na het votum van
de Eerste Kamer van de Grondwetsvoor
stellen nog te redden wat te redden valt,
en heeft reeds nieuwe voorstellen inge
diend.
Eon aanbevelenswaardige methode
schijnt ons deze wijze van Grondwetsher
ziening niet cm algemeen© bevrediging ge-
van deze voorstellen al evenmin.
VooTal de Soc. Democraten toonen zich
verstoord en zij hebben dan ook reeds een
voorstel tot afschaffing van dé Eerste Ka
mer ingediend.
Toch zullen zij waarschijnlijk het meest
bun best doen om het regeeringevooretel
er door te jagen, daar het in elk geval en
kele voor hen zeer begeerlijke zaken be
vat, o.a. de verkiezing van de Eerste Ka
mer volgens evenredige vertegenwoordi
ging, een kortere zittingsduur van die
Kamer en de verhooging van de tege
moetkoming van de Kamerleden tot
f 5000
De zetel jacht blijft nog steeds
aanhouden. Telkens duiken weer nieuwe
partijen en groepjes op. die eigen candi-
daten zullen stellen. Aan do vrouwen die
6traks voor het eerst ter stombus trekken
wordt het niet gemakkelijk gemaakt
haar stom uit te brengen, en den begeer
den candidaat te zoeken.
Zou de Minister van Financiën bij net
zoeken van nieuwe belastingobjecten niét
eens denken aan een belasting op het in
dienen van candida+enlijeten?
Uit het Sociale leven.
Wijziging Arbeidswet.
Door den heer Drion zijn verschillende
amendementen ingediend op het1 wetsont
werp tot wijziging der Arbeidswet 1919,
welke bedoelen met afwijking van het
wetsontweip
a. binnen de grens van 2500 uren per
jaar, 62 .uren per week en 11 uren per
dag aan üèn werkgever de bevoegheid te
geven, den arbeidsduur in zijne onderne--
ming naar behoefte te Tegelen;
b. aan workgevers en arbeiders in ge
meenschappelijk overleg het recht te ge
ven den arbeidsduur naar behoefte te re
gelen binnen do grens van 2900 uren per
jaar, 62 uren per week en 11 uren per
dag en dus ook gemiddeld langer dan 8',2
uur per dag, maar niet langer dan 10
uren per dag te doen zijn;
c. dit overleg Diet alleen toe te staan
voor een bepaald bedriif en arbeiders,
maar ook voor een bepaalde onderneming
tus&chen het 'hoofd der onderneming en
zijne arbeiders.
Loonsverlaging.
In de gisteren te Den Haag gehouden
conferentie tu&schen de werknemersorga
nisaties in het havenbedrijf, is het schrij
ven der Scheepvaartvereeniging Zuid,
waarin de besturen Worden uitgenoodigd
tot gezamenlijke bespreking van de loon-
en arbeidsvoorwaarden der Rotterdam-
sche havenarbeiders, in behandeling geko
men.
Naar wij vernemen hebben de organi
saties hun standpunt, om niet te treden in
besprekingen, alleen wat de Rofcterdam-
sche havenarbeiders betreft, gehand
haafd.
IKMANï) >.£J5».
Ach, zegt de kuiper. w;»i it mijn lot toch hard;
altijd moot ik ronddraven als een hond, aldoor
op do hoepels slaande.
Och, och, zucht do smid, 't ia tocli verschrik
kelijk zich zelf te smelten en te bakken op het
vuur!
Was ik maar timmerman, roept do eclioenma^
kor uit. Hier zit ik dag aan dag, opgesloten in
dit kloiae vertrek.
Ik ben ziek van dat werken in de open lacht,
bij weer en wind, verklaart de timmerman, bra-j
doDd in de zon, j—7 was ik maar kleermaker.
Dat is voor geen meneck uit te houden! roept
de kleermaker, gedwongen fce zijn als oen vogel
op zijn stokje te zitten en niets andera te doen
dan prikken met do naald; had ik maar ©en be
weeglijker loven!
Niemand heeft zulk een moeilijk leven als ik,
klaagt de dienstbode. Altijd moot ik als een
paard in draf zijn om de kuren van de mevrou
wen.
Wat wordt een niensch toch geplaagd door
dio dienstboden! roopt mevrouw wanhopig uit.
Handel is toch een verschrikkelijk iets, prut
telt de winkelier; de lui willen niet koopen, en
ik kom niet aan mijn geld. Kreeg ik maar oen©
een buitenkansje!
Een gelukkige kerel ie ioch mijn patroon,
meent de bediende. Hij kan uilgaan wanneer hij
wil, en ik zit hier gevangen van den morgen tot
den avond.
Nooit heb ik zoo in de benauwdheid gezeten,
zegt de koopman; morgen vervalt de wissel, en
ik heb geen cent om te betalen.
Lastige zaak, bromt de advocaat, terwijl hij
verlegen zich achter de ooren krabt: ik bikte
lievor stecncn.
Wat zou dien man nu Weer echelon, zucht de
dokter. Zo laten een mensch toch nooit mot rust.
Ik wou, dat ik twintig mijlen van hier gerust
sliep.
En zoo gaat liet. met vele menschen het gan-
echo leven door. Zij Wenechen steeds iemand
anders te zijn.
Een vorheven karakter blijft, ook bij verneder
ring, fier en een grootmoedig karakter weet die
fierkoid to eoren.
Laurillard,
Leidsche Penkrassen.
Als ik het algemeen© voorbeeld zou
volgen dan moest ik beginnen met te
schrijven over het koude gure weer, de
gevolgen die dit alles heeft voor onze
boeren en tuinders en in verband daar
mede ook voor onze gezinnen, die alles
zoo duur moeten betalen.
Ik vermoed echter amice, dat ge wél
genoeg klaagtoonetn hoort en dat ge zelf
op uw beuit ook wel genoeg klaagt, zoo
dat ge allerminst behoefte hebt aan mijne
ontboezemingen in dien geest. Daarbij
komt dat ik al bitter weinig lust heb. om
mee te zingen in het algemeene koor.
t Is wel waar, dat we nu niet bepaald
van een vroeg voorjaar kunnen spre
ken, maar eveneens is waar, dat we toch
niet alleen roden hebben om te klagen.
Terwijl ik dit schrijf is van. pas hit be
kende kinderversje: ,,'t Zonnetje schijnt
zoo heerlijk zoo schoen en de vogeltjes "ze
zingen op blijden toon; Het echte lente
weer mag er dan nog niet zijn, alles wijst
er op dat de zomer aanstaande is en dat
ook nu weer hét leven op den dood de
overwinning zal behalen. En al zien we
de zon niet veel de laatste manden, ze 'is
ei- toch- en ze oefent toch haar invloed
uit op het aardrijk.
Zoo gaat het gelukkig ook in andere
opzichten. Er is veel donkers in onze da
gen, veel wat tot pessimisme aanleiding
geeft en dat ons den moed zou kunnen
doen verliezen. Maar do Zon des Heils, ze
ie toch opgegaan en ze schijnt en blijft
schijnen, ook als wij klagen over donker
heid en teleurstelling, en lauwheid en on
verschilligheid op menigerlei gebied, ter
wijl er toch eigenlijk moest zijn een vu
rig strijden voor de eere en de grootheid
van onzen Koning.
Ge hebt zeker gelezen, m'n waarde, dat
hier in Leiden met de efcembusactie reeds
een aanvang is gemaakt. Onlangs is gele-
gonhwi gegeven om de kiezerslijst te con-
troleercj ui, naar ik vernam, is daarvan
een druk en ook een zeer vruchtbaar ge
bruik gemaakt. Hot bleek toch, dat
tal. van personen die op de Kiezerslijst
behoorden voor te komen niet op de lijst
waren geplaatst.
Naar het schijnt is de oondidatenlijst
voor deze omgeving nog niet definitief
vastgesteld er 6chijnt met den Kring
Utrecht een meeningsvorschil te zijn dat
nog niet ie opgelost maar dat verhin
dert toch niet dat de „Verkiezings-orga-
niisatie" reeds aan liet werk is gegaan om
de voorbereidend© maatregelen te treffen
In den loop van de volgende week zal een
vergadering worden gehouden, waar naar
ik vertrouw, al onze werkers en werk
sters, zooveel mogelijk aanwezig zullen
zijn, opdat straks met volle stoom kan
worden gewerkt.
Verder schijnt het in de bedoeling te
liggen een giroote opeaibare vergadering
te houden, waar verschillende van onze
voormannen zullen optreden. Dit lijkt me
een uitnemende gedachte. We hebben alle
maal behoefte aan bezieling en daartoe
lean een groofco vergadering waar, uit wij
den kring de broeders en zusters bijeen
komen, zoo uitstekend meewerken. Met.
veel genoegen denk ik nog altijd terug
aan den partijdag die het vorig jaar zoo
schitterend slaagde en ik hoop dat als
straks opnieuw verzamelen wordt gebla
zen, weer, evenals toen, onze A. R. man
nen en vrouwen naar Leiden zullen stroo-
men.
Van de dorpen in onze omgeving ver
nam ik nog weinig van een te voeren ac
tie, maar ik heb alle vertrouwen, dat men
zich ook daar met kracht op den komen
den strijd voorbereidt, 't Kan daar na
tuurlijk wat rustiger en kalmer gaan dan
in een plaats als Leiden, omdat men het
terrein beter kan overzien en' het. wérk ge
makkelijker kan worden verdeeld.
Een punt van groot© beteekonis bij de
te voeren actie is het geld. Geld ie niet
alles. Wanneer we veel geld hebben, maar
de persoonlijke liefde en toewijding ont>
brfeekt, dan zullen we heusch geen over
winningen bevechten.
Daar weten de liberalen van mee te
praten. Aan geld heeft het in vrijzinnige
kringen nooit gemangeld. Men had. daar
om zoo te zeggen alles mee. De groote li
berale en neutrale pens die over zoo
machtigen" invloed beschikte, was geheel
in vrijzinnige handen. Én heel die pers
werd in verkiezingsdagen gemobiliseerd.
Geld was er in overvloed. Men loon doen
en 1 ai-en wat men wilde. En toch ie hot li
beralisme naar den kelder gegaan. En met
een vaart, dat men er nog steeds verbaasd
van staat.
Wat is het. nog kort geleden, dat hier
in Leiden de vrijzinnigen oppermachtig
legeerden en dat de andere partijen zoo
goed als niets ie zeggen hadden. En nu
heeft do Vrijheidsbond nog twee afgevaar
digden in den Raad evenals de Vrijz.
Dem. Bond. Invloed van beteekenis wordt
van die zijde niet meer uitgeoefend.
In de Provinciale Staten is het niet an
ders. Het is nog heel kort. geleden, dat de
vrijzinnigen volstandiglijk weigerden ook
maar één zetel in het college van Gedepu
teerden aan de rechterzijde af te staan.
Alleen volbloed vrijzinnigen mochten
voor deze functie in aanmerking komen.
En nu is het al sinds jaren zoo, dat er al
leen een vrijzinnige Gedeputeerde is, om
dat do rechterzijde niet zoo exclusief op
trad als vroeger de liberalenmaar ook
de rechten van de minderheid wil erken
nen.
Geld is dus niet alles. Het lijkt er niet
op. Maar de kunst 0111 zonder geld een
verkiezingscampagne te voeren, vergade
ringen te beleggen, propagandalectunr
uit te geven enz, ie toclü ook nog niet uit
gevonden. Geld moet er dus zijn.
In dit opzicht zijn de Sociaal-Democra
ten ons vooruit. Doordat de contributie
daar veel hooger ie dan bij ons, beschikt
man daar ovor vaste inkomsten on dat. ie
iets wat wij missen. Als onzo penning
meesters de gewone, loopend© uitgaven
weten te bekostigen, dan zijn zo meestal
al meer dan tevreden.
weet ik wel dat deze vergelijking
met do S. D. A. P. niet heelemaal opgaat.
Het is mij bekend dat men daar geen cent
uitgeeft voor de Kerk, voor de school,-
voor d« zendinK en hoe gek het ooK
klinktvoor do armen. Dat laat men
allee aan andoren ovor. Men kont daar ook'
niet ale bij ons do stichtingen van barm-
hartiKheid. Met het verzorgen van Ikha-
meliik en geestelijk zieken, van b' inden en
doofstommen, van tuberculoselijders enz.
maakt men zich niet druk. Het eenige wat
men daar doet is anderen «vp om
dat z ij niet meer doen.
Maar dit alles m'n waare. orait4nrt
toch niets aan het feit, dat er in tJI&
kringen meer voer den staatkundigen
strijd moest en ook kan worden geof
ferd. Laten we ieder voor zich maar oen?
nagaan, hoeveel wij hiervoor per jaar af
zondoren, en ik twijfel niet of we zullen
zeggen: veel is 't waarlijk niet..
Omdat dit zoo is, daarom heb ik ook
nog eenige hoop dat 1111 er weer geld ge
vraagd wordt voor de verkiezingen, door
velen eens flink in den zak zal worden ge
tast en dat vooral zij die geen lust of ge
legenheid hebben om persoonlijk voel te
doem, dit zullen goedmaken door de ver-
kiezingiskas te sterken en althans ande
ren in staat te stellen hun werk met op
gewektheid .te verrichten.
De verkiezing van een wethouder heeft,
zooals go gelezen zult hebben, niet het
geweiLSchte resultaat gehad. De hoer San
ders, die gekozen werd, trok zichop hot
laatste eogenblik terug., zoodait nn a.s.
Maandag een nieuwe verkiezing moet
plaats hebben, waarbij, naar verluidt, de
heer A. Mulder de candidaat rechter
zijde zal zijn.
Het is geen gemakkelijke laak dié den
nieuwen wethouder wacht, vooral door
dat een deel van de Raadsleden in einde-
looze en vaak onbillijke critiek zijn
kracht zoekt en onverstoord doorgaat met
het stellen van eisehen waai-van men zelf
weet dat ze niet te verwezenlijken zijn.
Hat z.g. neutrale dagblad te dezer
de had deze week de aardigheid mee te
doelen dat na de verkiezing van den hoer
Mulder de wethouders gemiddeld 63*A jaar
oud zullen zijn. In den Raad is een soort
gelijke opmerking dloor iemand die met
bedoeld blad in nauw verband staat, ook
al eens gemaakt.
Do strekking van deze rekensom ont
gaat mo echter. De zaak zou andor6 slaan
indien gezegd kon worden dat h«t. coilcge
van B. en W. zijn taak niet naar behoo-
ren verricht. Maar zelfs bij de begroo-
tingsdcbatfcah, waarbij toch de critiek niet
gespaard wordt, hoeft men dit "iet kun
nen aantoomen.
Ik zou tegenover de opmerkn n van het'
neutrale orgaan kunnen aanvoeren dat de
vrijzinnige leden ki onzen Raad gemid
deld 62 jaar oud. zijn,' en dat de .lodeii van
den Vrijheidsbond gemiddeld 64 iaren -lel
len, maar ik zie niet in wat voor beteeke
nis dergelijke opmerkingen hebben. Als
de vrijzinnige scribent liever jongere
krachten in het Gemeentebe&hiur ziet,
waarom neemt hij, dio zelf al diep in de
zestig is, dan niet ontslag als lid van dor»
Raad? Misschien krijgt de reohischs
raadsfractie dan weer gelegenheid" een
vrijzinnig webhouder te benoemen wat
nu niot m 0 ge 1 ijk is, zoodat nood
gedwongen allo wethouders tot de rech
terzijde moeten hehooren.
Intusschen blijkt uit deze vrijzinnig©
uitlating dat ook den nieuwen wolhouder
de critiek niet zal worden gespaard,
waardoor zijn toch al niet gempkkcliike
taak, nogal moeilijker wordt.
Ik wil echter hopen dat hij zich niet zal
laten ontmoedigen, malar dat hij mot lust
en opgewektheid zijn taak zal aanvaar
den en dat hij in 't Wang onzer gemeen
te zal werkzaam zijn.
VFRTTAS.
Wij moeten ditmaal beginnen met eeni
ge aandacht te schenken aan het schrij
ven van „Een lezeres" in het nummer
van Woensdag in verband) met wat wij de
vorige week Bchreven.
„Een lezeres" beeft mét verwondering
en ook dikwijls met ontstemming kennis
genomen van wat in deze rubriek gezegd
werd. Dit ia zeer goed mogelijk, maar
het komt ons voor dat het dan op haar
Wég had gelegen, duidelijk te maken, dat
wat wij schreven niet in overeenstem
ming is met onze A. R. beginselen. Is
dat het geval, dan is er inderdaad reden
yoor verwondering en ontstemming.
De schrijfster heeft met hartelijke in
stemming gelezen wat onlangs door „An-
ifconia Margaret ha" in Christelijk Vrou
wenleven werd geschreven en zij raadt
allen vrouwen aan dit stuk le lezen,
terwijl zij niet kan begrijpen dat wij dit
Bchrijven niet in zijn geheel overnamen.
Wat dit laatste betreft, het is inder
daad jammer dat wij niet in staat zijn
J» dit bescheiden hoekje, bedoeld artikel
dat ©enige kolommen in beslag neemt, ge
heel over te nemen. Was dit bét geval,
we houden ons overtuigd dat we er wei
nig aan toe behoefden te voegen, daar
onze vrouwen zelf het onbillijke en on
behoorlijke van dit schrijven zouden in
zien.
Wat Autonia Margaretha schrijft,
raakt toch kant neg wol en toont dat de
schrijfster met wat er in onze A. R. krin
gen loeft absoluut niet op de hoogte is,
of dat ze in een opwelling van bitterheid
dingen neerschreef die ze zelf niet kan ver
entwoorden. Dat is opzichzelf reeds te be
treuren. Maar het ie het temeor omdat zij
imet haar schrijven sommige van 'hare
zueteren op het verkeerde spoor brengt.
m wat erger is, de vijanden van het
Christelijk beginsel doet juichen.
In het kort komt. wat zij schrijft hierop
De 'antirevolutionaire pers heeft steeds
van uit de hoogte op do vrouwen neer
gezienZij weten van niets, zij zijn on
ontwikkeld, zij trekken zich van niets
aan, zij denken over de nooden van ons
volk niet na. Daarom moeten zij liet kies
recht niet hebben. Dat is do eerste bewe
ring, en de eerste onwaarheid.
Dat is oen beleediging van de A. R-.
pers en een beleediging van heel on6 A. R.
volk.
Indien ergens, dan is zeker in onze
kringen nooit uit do hooglo op de vrou
wen neergezien en over haar gesproken
op een toon als bier gedaan wordt. Laat
„Een lezeres" die het met zooveel warmte
voer Aiutonia Margaretha opneemt één or
gaan of een van do leidende mannen noe
men, waarin of waardoor dat gedaan
wend.
Integendeel, steeds is erkend dat de
vrouwen en moeders oen grooten invloed
hebben uitgeoefend en steeds is voor haar
eon „oerepositie" gevraagd. Door alle
vooraanstaande mannen, niet alleen in
onze kringen, is steeds betuigd, 'dat wat
zij deden voer een niet gering deel te
danken was aan den invloed van een moe
der of echtgenoot©.
Dat de A. R. het vrouwenkiesrecht niet
begeerden, was niet omdat zij de vrou
wen als dom en onontwikkeld en onver
schillig beschouwden, maar omdat zij be
leden dat God aan de vrouw een eigen
taak en plaats had geschonken.
Een eigen taak maar daarom .niet. een
mindere. Een. eigen plaats, maar daar
om niet een lagere. Wie het leven kent
weet het-. Wat zou er in het algemeen
gesproken van onze gezinnen, van de
opvoeding van onze kinderen terecht ko
men, indien we niet hadden onze beginsel
vaste cn trouwe vrouwen, die terwijl de
man staat midd'en in den strijd des levens
en den 6trijd om het bestaan, haar huis
met wijsheid bestiert?
Wat Anitonia Margaretha schrijft ie
onwaar, en hot is ook liefdeloos. En liet
verbaast ons dat er vrouwen zijn, meele
vende vrouwen, die dergelijke niet- anti
revolutionaire uitingen onderschrijven
on^onderstreepon.
Het it hoieclfdo wat one ym do jijde
der moderne -vrouwenbeweging die voor
de emancipatie der vrouw'het plei't voert,
steeds wordt toegevoegd.
Wat Gods Woord ons leert omtrent de
plaats en de taaie van do vrouw, be
schouwt men als dwaasheid. Dat zijn
ouderwetsche ideeën, die niet meer passen
in onzen tijd. En daarom strijd men voor
de v r ij m a k i n g van de vrouw en
tracht men haar te brengen op een plaats
waar ze niet behoort, met het gevolg, dat
zij zelf schade lijdt en hare gezinnen met
haar.
Na de boven aangegeven verkeerde
voorstelling gaat do schrijfster in „Chris
telijk Vrouwenleven" aldus voort:
Toen de vtouw echter het stemrecht
kreeg, veranderde alles. Een zenuwachti
ge haast was er om de vrouwen voor te
lichten. En in dat voorlichten was het-,
alsof do vrouwen „bewaarechoolkinderen"
waren. De mannen verzetten zich tegen
het passieve en actieve kiesrecht der
vtouw. De leiders, bang voor den manne-
lijken weerzin, gingen toen ook weer mee
in de afkeuring. Eigenlijk moest men de
ze houding innemen: de vrouw erkennen
als staatsburgeres en dan de gelijke van
den man op politiek gebied, of de vrouw
geen staatsburgeres en dan niet stemmen.
Maar dat weixl den antirevolutionairen
politici te machtig. Dan ging hun poli
tieke standje ei' aan. En zie, nu weid eens
klaps do calvinistische vtouw juist ge
schikt 0111 te stemmen. Nu. weid zij ge
vleid. Zij weet alles en verstaat alles.
Maar wat zogt nu do „calvinistische"
vrouw? Zij zegt: laat ons mét rust.
De politiek bederft de karakters. Dat
heeft de vrouw fijn gevoeld.
Maar zij kan dat misschien veranderen
door, natuurlijk, zelfstandig haar weg te
gaan."
Dat is zeker wel een heel zonderling be
toog dat, als heb juist was, do vrouwen
er toe zou moéten brengen om zich van
de A. R. partij verre te houden en omdat
het niet juist is van onze partij en hare
leiders oon valeohe vooretelling geeft- en
oorzaak is dat do tegenpartij de honden
wrijft en zich verkneukelt over het poli
tiek bedeit dat in onze kringen is inge
slopen.
De schrijfster geeft hier echter blijk
van den loop der zaken absoluut niet op
de hoogt© te zijn. Vam de „zenuwachtige
haast" waarvan hier sprake is, heeft
iemand die heb leven van onze partij kent
nooit ook maar iebs bemerkt.
Wel het omgekeerde was het geval. Af
zonderlijk e kiesvereenigingen voor vrou
wen werdon in onze kringen niet noodig
geacht, evenmin als het houden van af
zonderlijke vergaderingen en het uitgeven
van afzonderlijke lectuur. Toen onlangs
nog oon boekje verscheen van de hand
van Mej. Kuyper, begon de heer Colijn
zijn inleidend woord met; do verklaring
dat hij voor zich speciale brochures voor
onze vrouwen niet noodig achtte.
Een andore onjuiste bewering is, dat de
leiders zich tegen het kiesrecht dei' vrouw
verklaarden, omdat sommige mannen
monden wat heel wijd opengingen. Wij
kunnen hierop niét in den breede ingaan
maar als „Een lezeres" de moeite wil
doen kennis te nemen va-nwat de heeren
Idenburg c.s. iin hun bekende rapport
schreven, dan zal ze het met ons eens
zijn, dat Antonio, Margaretha schreef over
dingen waarmee ze niet op de hoogte
was.
Verder heet het, dat later de calvinisti
sche vrouw juist geschikt werd geacht.,
om te stemmen omdat anders het politie
ke standje er aan ging.
Het is wel droevig dat. zooiets wordt,
geschreven en dat het. noodig is, dergelij
ke uitingen nog te weerleggen.
Indien or oen zaak is, die met den moe
digen ernst is behandeld, dan is_ het zeker
wel de zaak van het Vrouwenkiesrecht.
Wie zijn oogen open doet weet hoe ont
zaglijke gevaren thans ons volksleven
door de doorvoering van de revolution
naire beginselen bedreigen. Laten we
daarover niet licht denken. En die geva
ren bedreigen niet in de 1 aal.pi© plaats
onzo vrouwen en meisjes.
En nu blijven wij erkennen dat het
vrouwenkiesrecht in de verkeerde lijn ligt.
Maar hel- is er nu eenmaal en nu onzo
vrouwen geroepen worden zich op staat
kundig gebied uit te spreken, nu roepen
we de vrouwen op die roeping te volgen
en nwt de mrmrn ié blijven strijden
tegen de doorwerking der revolutiebegin-
selen, waai van ook het vrouwenkiesrecht
een uiting is.
Als het inderdaad om hei politieke
standje te doen was, dan zou do A. R.
partij anders moeten optreden. Dan zo 11
ze moe nioeten doen aan de algemeene
volksvleierij en aan l>ét vleien van de
vrouw.
Maar we achten het een voorrecht dat
dit beginsel door geen van onzo organen
gehuldigd wordt, en dat niet in do eerste
plaats op het succes, maar Wél op hét l*
ginsel wordt gelet.
Anton ia Margaretha die zich getve^n
gevoelt hare zusteren voor te lichten
spreekt tenslotte van de politiek die d*
karakters bederft, wat de fijnvooltndc'
vrouwen ook in onze kringen duidelijk
hebben waargenomen.
Het kan zijn. Maar hot is zokor niet
karaktorvormend en het spreekt van heel
weinig doorzicht wanneer een vrouw op
zulk een toen over deze dingen 6preekt.
Wij hebben reeds meer dan do toege
stane ruimte gebruikt, zonder dal „Een
lezeres" in bijzonderheden wend boant-
antwooixl.
Wij hopen daarop echter nog nader te
rug te kom^n.
Aleen geven we nu no-g enkel© uitspra
ken over liet door „een lezeres" aange
prezen. artikel van Ant-onia Margaret'iiD.
Mr. de Wilde schreef o.m.Indien
dergelijke artikelen de vrucht rijn van de
invoering van het vrouwenkiesrecht, dan
blijkt hoe volkomen terecht de overgroo-
to meerderheid der A. R. partij zieh^ to
gen dit vrouwenkiesrecht heeft verzet.
Door den heer v. Deut-ekom, voor
zitter van den Kieskring Amsterdam ia
in de Standaard aangetoond hoe de
schrijfster zich totaal vergist.
En, om niet meerdere <0 noemen, m
Hel. Volk, het orgaan van de S. D. A.
P. kwam cm artikel voor wao-rm gewe
zen wordt, op de merk waarui ge
overeenkomst, die er is tusscnen uei
schrijven von A. M. en wat van Socialis
tische zijde steeds is opgemerkt.
Heeft voonal het laatete ons niet wat
te zeggen?,