Tweede Blad. Zatererdag 15 April 1922 PAASCHFEEST. Wat zoekt gij don lovende bij- de dood-en? Lukas 24- 5. „Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, -zoo zijn wij de el lendigste van alle menschen". En waarom Wel, dan kennen wij geen verrezen en levenden Heiland, en dan is Hij niet de Verwinnaar van Satan en hel, en dan is voor ons allen het graf het einde, èn sluit onze verwachting op den hangen dood! Maar wat zijn we dan diep te "beklagen 1 Wat laten we ons dan misleiden door een vromen schijnWat is dan onze inbeel ding groot cn ons zelfbedrog jammerlijk, en dan zijn wij waarlijk de ellendigste -van alle menschen. Want terwijl op deze aarde de wereld den beker harcr genie ting drinkt, strompelen wij voort lang» het smalle en moeilijke pad der bekeering, cn het einde is voor haar en ons, zon der den levenden Christus,toch de eeuwige donkerheid Maar wij zijn niet de ellendigste van al lo menschen! Wij hopen niet alleen in dit leven op Christus I Wij hebben niet met een dooden Heiland ie doen, maar Jezus leeft. Het graf is le dig. Do Heer is waarlijk opgestaan, en in Zijn levenslicht zijn wij de gelukkigste en rijfcsto en meest blijde van alle men schen. Zijn wo dat? Ja, zoo moest het zijn, maar zoo is liet dikwerf niet. Ons leven moest bij het ontsloten graf ■van Christus jubelen van heil en vrede, maar ach het is, zelfs op het Paasch- feest, nog dikwijls zoo somber in ons hart. Wij moesten in de wereld dc dragers zijn van het waarachtige levens-op tim isme, dcoh wij laten veel te veel ons hoofd hangen, en klagen en zuchten alsof er geen Heiland is verrezen. Hoe komt dat? Omdat wij zoo menigmaal den levendo Boeken bij de dooden. Zoo zochten do vrouwen in den opsian- dingsmorgen. er was voor haar zooveel reden om over het ledige graf zich te verblijden, en te jubelen: Gode zij dankl Hij is hier niet; Idoch er is in heur ziel slechts droefheid en vreeze. En waarom? Neen niet, omdat zij niet nauw aan den Ghristus verbonden zijn, want zij zoeken Hem, en waarachtige, heilige liefde tot Jezus drijft haar in den (vroegen ochtend naar Jozefs hof om den arbeid der trouw en der teeder&te piëteit .aan Hem te verrichten, maar omdat zij den Levende zoeken bij do dooden. De. Meester is voor haar besef in het dooflenrijk. Heur eigen handen hebben Zijn lichaam in de spelonk gedragen, en nu is het uit met Jezus, en.terwijl zij hij de ontsloten spelonk onnoemelijk rijk ien gelukkig zijn, gevoelen zij zich de arm ste en ellendigste van alle menschen. Treft van die smart dezen discipelinnen ■eenig verwijt? Zeker, want hoe dikwijls had de Hei land, ook tot haar, over Zijn opstanding gesproken. Keer op keer had Hij voor speld: „Do Zoon des menschen zal over geleverd worden in de handen der men schen, en zij zullen Hem dooden; enten derden dage zal Hij op ge wekt worde n", en ook zij kenden, evenals do Emmaüsgangers, de Schriften, doch dit woord van Jezus en dit Evange lie des levens was in haar ziel niet bin nengedrongen. Het had in haar hart. geen wortel geschoten. Zij hadden op die be- loftf® geen acht geslagen, en Christus' Wford niet geloofd, en... ook nu is het donker en somber, terwijl om haar heen alles van licht eri leven glanst. Do hoop der opstanding leeft niet in haar neerge bogen ziel, zij hebben Jezus lief, en vurig lief ook, maar haar liefde gaat uit naar een dwèen Jezus, en ja zij zoeken, doch rij zoeken den Levende bij de dooden. Armo vrouwen! Terwijl ge moest psalmen, weent ge. Maar... is ons die droefheid vreemd? Zijn wij niet dikwijls dien vrouwen ge lijk? Zoeken ook wij niet den Levende bij do dooden? Vraagt ge nog wanneer en hoe? O. wij zoeken als die vrouwen, wanneer wij met ons pak van zonde en schuld rondloopen, en het moeizaam - torsen, als of er geen Borg en Middelaar opgewekt was om onze. rechtvaardigmaking. Wij zoeken als die vrouwen, wanneer wij steeds klagen en kermen en zuchten en nimmer den psalm aanheffen, alsof er geen dood overwonnen en. geen leven aan het licht was gebracht. Wij zoeken den Levende bij do dooden, wanneer wij ons levenskruis sleepen, alsof er geen levende Heiland was, Die ons ondersteunt, en voor do wereld vreezen, alsof Jezus nog in den dood lag, en ons niet kwijt raken aan Christus, alsof Hij niet alles volbracht had Dat verkeerde zoeken komt hieruit voort, dat wij, evenals de vrouwen, te weinig acht geven op Gods beloften, en ons niet volkomen laten neerzinken op zijn Evangelie. Dio beloften zijn er. Zij worden ons telkens weer verkondigd. De Hoerc komt tot ons met het rijkslo aan bod dos heilswij klemmen ons er niet aan vast; wij steunen er niet op; wij grijpen die beloften piet krachtig genoeg ann; wij gelooven den Heero te weinig op Zijn Woord, en ach. dan is er geen zicls- werkzaamheïd met Christus' genade. Dan leeft er geen vreugde en hoop in het hart. Dan blijft het altoos lasten en vragen, en wij zoeken wel, maar den Levende bij de dooden. En n dan zijn we voor ons besef de ellendigste van alle menschen. We zijn vaak zulke donkere Christenen. Droeve zockera van Jezus. Zelfs op den blijden Paaschmorgen. Maar voor u, die zoo zoekt, heeft liet Paaschevangelie toch teen blijde boodschap Chrislus heeft die droeve,zoekende vrou wen niet laten dolen, maar Zijn engelen gezonden om de Maria's en de andere discipelen op te heffen uit hun smart. En hoe doen de hemelboden dat? Jube len zij terstond: Christus leeft? Is hun eerste woord de tijding, dat de Meester dood en graf heeft overwonnen? Wc-cn, want, al stellen zij de vrouwen door hun: Vreest niet] eerst gerust, zij beginnen met deze zoeksters aan haar zonde te ontdek ken. Zij openen eerst haar oog voor de oorzaak van haar donkerheid, n.l. voor haar ongeloof, eri als zij dezo harten eerst •geleid hebben op den weg van de ellende- kennis, klimmen zij met baar op tot do hoogten der verlossing cn des lichts, en jubelen: Hij is hier niet, want Hij is op gestaan. Met die liefde "«dl Jezus zich ook tot u neerbuigen. Hij laat u niet op den verkeerden weg zoeken en voortworstelen, maar Hij, Die over allen dood heeft getriomfeerd, en ook alle donker in uw ziel heeft verwon nen, wil Zijn levenskracht ook aan u open baren. En dan volgt Hij denzeifden weg al3 bij de vrouwen. Dan doet Hij het liclit in uw hart opgaan, door u eerst aan uw onge- loovigheid en dwaling tc ontdekken. Dat heilig verwijt zal uw ziel wel pijn doen. Doch laat u verbrijzelen. Zie uw verkeerd-zoeken als schuld voor God. Erken uw wantrouwen als ongehoor zaamheid jegens den Heere, en als ge u zoo verootmoedigd voor Hem, Die de Le- vensvorst is, dan daagt de dag. Dan wordt uw zoeken vinden. Dan gaat. het levenslicht in uw hkrl op. Dan geniet ge de vrucht dor opstanding Dan viert ge waarlijk Pasckcn. -X- Ingezonden Mededeelingen Hevige hoestbuien, Kink- en Slijmhoest en Asthma rijn ziek ten, waarmee men op moet passen. Ge bruikte U reeds 5944 ABDIJSIROOP DE HEER IS OPGESTAAN. In den vroegen morgenstond Heeft Gods Woord zijn Sionieten Redding uit de' eUend' verkond Waar hun tranen overvlieten 't Werd beloofd en 't is voldaan 1 Onze Hopt is opgestaan! Vrijgekocht en uit' den dood Staakt uw s oh reien! wilt niet zorgen j| Ziet naar Hem uit in uw -nood Als de wachters op den (morgen! 't lioht mogo op- cn ondergaan, Maar de Hoer is opgestaan! 't Oïcrganklijk Levenslicht Rees imet ganseh ontdekten luister Uit de emaadheid van 't gericht Uit der graven 6omib'ren kluister 't Nacktvuur is voorbijgegaan. *t Licht des Hc-ils is opgestaan. HoM'gc schaar, gelooft go nu? Jeaus-zelve brengt u vrede! Joaus ademt oveT u, En Hij deelt Zijn Geest u med-o. 't Is geen -droom, geen ijd'ie waan! Hij is waarlijk opgeslaan! Eens zal aller oog Hom zicsn! Alle zondaars, alle volken! Alle knie Hem holde biên. Als Hij weerkomt op de wolken! Beeft, verharden! schouwt het aan, Ja! de Heer is opgestaan! DA CO STA. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. To Zundcrdorp (toez.): J. H. H. van Berm te Marken; te Ouderkerk a. d. IJscl: G. A. Pott te Oud-Beijerland; te Gioss sen-OndckerkDr. C. Verloop te Zoelmond. Bedankt. Voor Leerdam on Langen en Kor ter aar: J. Kraaij te Gorincliem. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te Schiedam (vae -J. Mulder) A M. Booiji.oga te Sassenheim en IJ. v. d. Zee te Nieuw-Vennepto Bruesol; H. Brouwer H.Mzh. te Heemstede en S. G. de Graaf te Rijs wijk (Z.-H.) Beroepen. Te Ooltgonfljdaat: J. Kwak te Culeinborgte Herwijnon: R. Brouwer te 13aarj land. Bedankt. Voor Wijfie (Ov.)P. A. de Jonge to Heerde, Gisteravond is ter IJinuiden do nieuwe Chr. Gercf. Kerk in een plechfigon djgnst in gebruik genomen, waarbij, behalve de predikant der ge meente, Ds. J. B. G. Croes, gesproken hebben: doc. A. y. d. Heiden van de Theologische school to Apeldoorn, Ds. H. Hoogondoorn van Vlaardin* gen en Ds. J. F. Th. Bijlevold van Haarlem. Het fraaie kerkgebouw, gelegen in het nieuwe gedeelte van IJmuiden, bevat 400 zitplaatsen. As een blijk van offervaardigheid kan worden vermeld, dat de bouwsom, ten bedrag© van f 30.000, door do kleine gemeente werd bijeonge-i bracht en da ter geon hypotheek op do kerk rust. In aanbouw is naast de kerk een pastorie; een orgel van f G000 is besteld. Recht- en vrijzinnig. Dc kerkeraad der Nodcrd. Herv. gemeente to Vordcn heeft afwijzend beschikt pp een verzoek van het bestuur der afdceling van den Ned. Pro testantenbond aldaar, om vijf voormiddagbeurten door vrijzinnigs predikanten te doen verruilen. Doagewonscht zou men wel een verzoek willen ondersteunen om de kerk met dit doel dos na middags of dosv avonds beschikbaar to stollen, maar hierop weuscht men van vrijzinnige rijde met in to gaan. ProL C. M. van Wijngaarden. Tot gewoon hoogleeraar aan do Technische Hoogoschool te Dejft is benoemd in de af doeling dor werktuig- en echeepbouwkondo om onderwijs to geven in de werktuigbouwkunde do heer C. W. van Wijngaarden, werktuigkundig on 6chcopj bouwkundig ingenieur to Dordrecht-, De nood der zending. Het Zendingsbureau te Oegstgeeet meldt ons: der raming f 162.388 Ontvangsten Jan. en Fefor. f 45.094 Maart f 27.788 f 72.882 Tekort f 89.506 Do stand der rekening bij de bank instelling is al6 volgt: Debet f 105.300 Nog te wachten wissels 14.700 Geopende credieten 2de kwar taal. r 81.500 Totaal f 201.500 f 56.000 91.000 „147.000 Blijft ongedekt f 54.500 Voor betalingen hier te lande: Waarvan gedekt: Doo-r onderpand Door afgestane le ten 1) in April is noodig: Waarvoor beschikbaar f 50.000 9.000 Blijft noodig f 41.000 lA Raming Ned. Zend. Ver. te Rotterdam f 49.500 Ontvangsten Jan., Febr. en Maart 29.559 Tekort f 19.941 1) dezo zijn nog niet uitbetaald, maar aan de notarissen is gevraagd ze zoodra ze beiaaibaar worden aan de Bank af to dragon. De laatste betaling is pas in Augustus e.k. Dezo. cijfers doen koud aan. Toch niet alle. Onder do legaten is er oen van f 50.000 van Mevr. do Wed. Röske geb. Swoons; iemand wier naam op het Zendingsbureau geheel onbekend was, die misschien oven- als haar vroeger overleden echtgenoot in haar lovon steeds anoniem hoeft gege ven maar van wie na haar verscheiden blijkt, dat. zij de verhoudingen nauwkeurig kent; zij is do eerste die een legaat ver maakt aan het But eau, dus voor de daaraan verbonden Corporaties. Bovendien is dit bureau haar erfgenaam voor 2/5 deel van haar nalatenschap, waarvan de waar de nog niet kon worden vastgesteld (ze ker belangrijk minder dan bovenge noemd legaat). Verder vermaakte Me vrouw de Wed. v. d. Mu-elen geb. Vastwijk te Weosp aan het Ned. Zend. tJen. f 15.000 on aan de Utr. Zend. Ver. Ook haar naam was op het. Bureau niet bekend. De overige f16.000 zijn besproken door Mej. van Vol- lenhóven te Rotterdam. Wanneer men nu bedenkt dat de berich ten -dezer legaten inkwamen in weinige weken, juist, toon de spanning over de credieten voor het tweede kwartaal met dcui dag toenam, dan beseft, men dat hier niet gesproken moet worden van koude cijfers", maar van verlossing en uitred ding, dio Godos zijn. En toc.h? Moot. de Zending leven van hetgeen gestorvenen haar vermaakten? Is het niei tragisch dat hun bijdragen ver dwenen zijn nog voor ze zijn ontvangen? De Notaris van Mevrouw R., deelde mede dat do testatrice nadrukkelijk gezegd had: „Do Zending te willen helpen". Voorwaar, dat hoeft zij gedaan. Maar is het. niet droevig dat haar hulp zoo kort van duur is? In 1921 heeft de Nederlaadscho Chris tenheid op zoo treffende wijze getoond, dat zij de Zending als haar zaak be schouwd. Wat. zij k'en deed kan niet zijn geweest de vrucht van opwinding: in vol- harding zal zij zeker niet tekort, schie ten. De toekomst is aan Jezus Christus en Zijn Gemeente, die Hem verwacht zal zeker willen aanhouden in gebed origin of fervaardigheid. Dr. Kuyper als onderwijzer. In hot, jubileum-nummer van het Gerc- formeard Meisjesblad, geeft Mof. H. S. S, Kuyper, de volgende jeugdherinnering: Ik ben eons eon meisje geweest, precies zoo oud als gij, die dit nu leest. Net ais gij hot nu hebt, had ik toen beÈ groote voorrecht een gereformeerde op voeding te krijgen. En altijd zal ik God danken, dat mijn Vader bij zijn ontzaglijk drukken arbeÜL nog tijd heeft weten te vinden, ook mij als meisje zelf Zondagsmiddags les te ge« ven in de Bijbelscho geschiedenis en in d« Geloofsbelijdenis en in den Catechismus. Zondags aten we altijd vroeg. En dan na het eten gingen we met Vader raea naar de studeerkamer. Ik zog: „we". Want mijn „mede-leec. lingen" waren mijn broeder, Dr. A. Kuy» per te Rotterdam, en mijn zuster, mej. J. H. Kuyper. Men ons drietjes gingen we met Vader mefll En dan zaten we, op de studeerkamer vaqi I Prins Hendrikkade 173, om de tafel. Eb Vader vertelde on logde uit. O, wat was dat mooi en prettig! Wa*l hebben we daar van genoten en van ge leerd! Vader kon zoo kinderlijk met ons prak ten over de heerlijke, diepe din.gen vtan onze gereformeerde Belijdenis. We. begrepen daar natuurlijk nog niet' alles van. Want we waren maar kinderen; Maar de liefde, die Vader in die onverge telijke middaguren in onze kinderharten gewekt heeft vioor enze Gereformeerde Belijdenis, is door Gods genade in onze harten bewaard, en door diezelfde genade verdiept en versterkt. Nu wil ik daar één voorbeeld van ge ven. Wo zouden den Catechismus gaan be handelen, en begonnen natuurlijk met dit diep-ernstige eerste vraag: Wat is uw ©enige troost beide in lev esq on sterven? En dim dat heerlijke antwoord, waaruit ik nu alleen maar in mijn eigen woorden wil aanhalen: „Dat ik in leven en eter ven het eigendom ben van mijn getrouwen Zaligmaker. Jezus Christus." „Zie jo, kinderen," zei Vader, „dat is het nu. Dat we het eigendom zijn van on zen Heiland. En nu moot jullie eens goed begrijpen wat. dat boleekcnt. als je het eigendom bent van Jezus Kijk eens. Jullie hebb r. v/.l ooas op straat in don modder oen ouwe pet zien liggen. Die pet hoorde van niemand. De een schopt er tegen, do ander schopt er togen, een derde gooit dio pet in een plas, er rijdt oen kar over hoen, die pet wordt al ouwer en viezer, niemand bekommert zich er om. Die pet is niemands eigendom. Mam* laat die pet nu eens aan een jon- gen hoeren! Al is die pet nog zoo oud en kapot, die pet hoort aan iemand. Die jongen, aan wien die pet hoort, houdt oog op die pet. En als er nu iemand een schop tegen die pet geeft, dan springt die jongen op, on zegt. (Vader deed het pre»- cics na, on we zhgen en hoorden het): „W-w-wil jo wol eons van die pet af blijven!" „Zie je, kinderen." zei Vader, „zoo gaat het nu ook met ons. Als wo niemands eigendom zijn. dan dwarrelen wo maar rond door hot leven, en iedereen kan ons kwaad doen, on niemand noemt het xooT ons op. Maar als we bet oieend-om van Jezvj zijn, h'oe armoedje on ellendig wo dan ook zijn, dan neemt Hij 't altijd voor ons op. En als er boozo machten zijn, die ons willen schaden, en ons nog ellendiger wil len maken, dan ziet Hij dat uit den hemel, on strekt Zijn beschermende hand over ons uit en zegt: Wil jo wel ©ers van mijn: kind afblijven.!" En, meisjes, als ik ooit in den strijd dos levens want dio komt onafwend baar als jo ouder wordt die boozo machten op ïnli af hob voelen komen, dan heb ik o zoo dikwijls aan die kinderlijke uitlegging van mijn lieven Vader gedacht en God gedankt uit het diepst van -mij» ziel, dat ook ik hot eigendom mocht zijn van Gen zoo feeder© Heiland cn machtige® Koning als Jezus Christus. DE DEPUTATENVER6A0ERIWG. Zooals wïi Donderdag roods meldden was do Doputatenvorgadering buitenge woon druk bezocht. Ongeveer 1500 personen ci;e locang PAASCHJUBEL. De Paaschklokken luidden. In wijden omtrek word gehoord het .vroolijk gebeier van de dorpsklokken, die rich to verheugen schenen over het- groote heil dat op dezen dag zóu worden verkon digd en die 'het lied dat. opsteeg van vol den on beemden trachtten te begeleiden of te overstemmen. Maanden en weken aaneen was het koud geweest on guur. Hij kon niet schei den de winter, die zoo langen tijd de wa teren in ijzige boeien had gebonden en alle loven gedood naar het. scheen. Maar nu was zijne koude macht dan voorgoed gebroken. Malscho regendruppels hadden 't aard rijk bevochtigd. 't Leken warme tranen, die de harde stugge kluiten verteederden en de oude .boomen met nieuw lovon schenen to be vruchten. Het jonge kruid stak, spichtig nog, de heerlijke groene kruintjes boven de aarde uit-, in do verte sierden de pas ontloken tulpen het landschap tot een veld van dc zuiverste kleuran en do vogels verrast door de plotselinge lente, ze kweelden cn ïongen alsof ze de schade van vele we ken i noesten inhalen. En de boomen, wel *t. was of ze den aacht hadden gebruikt om zich t.e stoken in het schoone feestkleed, van het teerste groen. Heel de schepping scheen een schoone symphonic, waarin met duizend tongen gezongen werd dc lof van den grooten Schepper, Die werelden riep en zij kwa- mm. Het vee in de weiden bleef niet achter. Hoe uitgelaten stoeiden ea buitolden de vro'olijk blatende lammeren, verrukt als ze waren over zooveel schoonheid. En boven alles uit. klonk het daverend klokgelui, dat het. landvolk noodde, al- meer dringend noodde: Bimbambimbarn Naar do kerk Kom dan! Kom dan! Nog enkele oogenblikken en dan komen ze vanachter heggen en gaardon, do man nen en de\ vrouwen en de kinderen, om straks hot in heb godshuis uit te jubelen, dat do Heere waarlijk is 'opgeslaan. Maar wie er ook zong, Willem Effers deed niét. mee. Hij hoorde wel het lied der Schepping, zijn oog werd wel geboeid door de heer lijke vergezichten, de wei-luidende klok- ken-klankcn ze drongen wel door tot zijn oor, maar liet vond geon weerklank in zijn hart. Neen, hij wilde niet. komen. Waartoe zou hij zich terugt rekken in het duffe en sombere kerkgebouw, waar grauw-groene gordijnen angstvallig waak ten dat de lichtende zonne liaro stralen zou worpen binnen de muren van hot oude gebouw. Kon hij niet veel beter de sprake Gods verstaan in den wijdschen tempel der na tuur, dien tempel van ongekorven hout? Eens was er eon tijd 'geweest, dat hij méé opging met do feest houdende monigle. Maar t.oen was die verkilling gekomen. De twijfel had zijn hart beslopen. Als dan, door Christus hot heil gebracht was op aard, hoe kwam het dan. dat zoo vele Christenen meehielpen de lovenshar- monie t.e verstoren? Vanwaar dan na zoovocl eeuwen van Christendom de schreeuwend© en stuiten de ongelijkheid op elk gebied. Een nieuwe religie had zijn hart be koord, het socialisme dat een nieuwen he mel zou brengen op aarde. Weerklank had gevonden in zijn hart het lied: Mijn volk dat lag in smaad en pijn Het wil niet langer lijden. Mijn volk zal eigen Heiland zijn. Ja, zoo was het-. Niet langer lijden en dulden, maar -op staan tot. zelfverlossing. Alles had hij er aan gegeven. Zijne positie, want hij wilde niet lan ger blijven in zijn oude omgeving. Zijn lieve Moeder, die in elk geval een Ckristinne van do daad was, en dio geen woorden had kunnen vinden, maar die met groote tranen in hare trouwe oogen hem had aangestaard aangestaard dat hij nog voelde die tcere liefdo en het in nige medelijden over dit haar afgedwaal de schaap. En al had hij nooit met. Emmy ..ge sproken" er was toch geweest een weder- zijdsch begrijpen cn wachten, tot het groo te oogenblik zou komen. En ook Emmy had hij er aan gegeven. Alles had hij losgelaten en gewillig den schouder gezet onder het juk van het Socialisme. Neen, bevrodig-d was hij niet. De nicuwo religie had niet gewild zijne smachtende ziel. Het Christendom, dat hij niet geheel los kon laten, was het bitterste geweld aange daan. Zwijgend, protostcerend een enkele maal had hij het moeten aanzien hoe met die dingen, die zijne moedor het heiligst waren, Onbarmhartig den spot werd ge dreven. Ho© de Christus in en .ver gaderingen was gehoond. Meetings had hij bijgewoond, hij had gedemonstreerd als hot pas gaf en als op belangrijke momenten de Internationale met geestdrift weid. aangeheven, dan was hij welccns in volvoering geraakt. En toch, er bleef een ledigheid in zijn hart, die het Socialisme niet vermocht te vullen. Hij zag ©enerzijds de revoliitionni- re theorien die in de practijk de bitterste ellende moesten brengen en anderzijds een levenspraclijk die niets gemeen had met thcoriën over naastenliefde en gemeen schapszin. Hij zag hoe aan do hongerende schare steonen gegeven, werden voor brood Aan dat alles dacht Willem en intus- SL-l:en klonk steeds sterker het lokkendo nooden van do kerkklokken: kom dan, kom dan! Do klokken zwegen. En als de schar© jubelend zingt van den roem dor dagen, die Israels God geheiligd heeft, dan is het Willem Effers, die tenslot te de roepstem niet kon weerstaan, alsof hij weer naast, zijne moedor zit in het vriendelijke kerkjo aan den Veluwe-zoom. Met ontroering beluistert hij -die oude bekende klanken. Roemen, van zorg ontslagen, ja, dat zou hij willen. (Plots schrikt hij op. Het. is of de lee- raar met zijn klankvolle stem. tot hem porsoonlijk het woord richt. Wien zoekt gij? En het schijnt hom of do prediker bedoelt: gij Willem Effers. wien zoekt gij? En dan teekent hij de vrouw die daar dwaalde in don hof, omdat ze haren Heere hadden weggenomen, Die daar treurde .ovbr hol verlies van den dierbaren do ode, terwijl haar levende Heiland zich in haren onmiddellijke nabijheid bevond. Wien zoekt gij, zoo vraagt do leeraar ook aan do schare ©n dan is 't Willem of zijne oogen opengaan do ijskorst om zijn hart Versmolt, en als eens Maria fluistert hij: Meester, mijn klooster, ja U zoekt mijn hari. En als straks de Gemeente aanheft: er- hoogt o poorten nu den boog, opdat d© Koning dor eere inga, dan zingt hij niet, maar dan aanbidt zijn hart don Koning dor cere. Die dood is geweest en zie, Hij leeft in alle eeuwigheid. Do oude Wouters die het Hulpkantoor- tj« bediende koek vrcamd op, toon hem den volgenden morgen het zonderlinge te legram word aangeboden. Hij had hooi wat beleefd, maar dit wal toch ongehoord. Wed. EFFERS. Zandheuvel. Lukas 24: 34. 3 WILLEM, "j I Dat was een zonderling telegram. Maar voor Willems moeder, die met. be« vendo vingers het voor haar ongewonfl poststuk opende, was het ecai blijde v«r» rassing. Zij begreep. De Heere waarlijk op pa- staan. Opgestaan ook voor haar Willem. In haar oude hart klinkt don iubehi Dezo mijn zoon was dood on is weder la vend geworden; hij wa6 vorloren en is ge vonden. Straks komt haar zoon torug. En daaraan twijfelt niet. het moeder hart mot- hem komt do lang begoerdi dochter. Ook voor haar wordt vervuld: Ik en m ij n hui s, wij zullen dei* Hoere dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5