Tweede Blad.
Zatererdag 15 April 1922
PAASCHFEEST.
Wat zoekt gij don lovende bij- de
dood-en? Lukas 24- 5.
„Indien wij alleenlijk in dit leven op
Christus zijn hopende, -zoo zijn wij de el
lendigste van alle menschen".
En waarom
Wel, dan kennen wij geen verrezen en
levenden Heiland, en dan is Hij niet de
Verwinnaar van Satan en hel, en dan is
voor ons allen het graf het einde, èn sluit
onze verwachting op den hangen dood!
Maar wat zijn we dan diep te "beklagen 1
Wat laten we ons dan misleiden door een
vromen schijnWat is dan onze inbeel
ding groot cn ons zelfbedrog jammerlijk,
en dan zijn wij waarlijk de ellendigste
-van alle menschen. Want terwijl op deze
aarde de wereld den beker harcr genie
ting drinkt, strompelen wij voort lang»
het smalle en moeilijke pad der bekeering,
cn het einde is voor haar en ons, zon
der den levenden Christus,toch de eeuwige
donkerheid
Maar wij zijn niet de ellendigste van al
lo menschen!
Wij hopen niet alleen in dit leven op
Christus I
Wij hebben niet met een dooden Heiland
ie doen, maar Jezus leeft. Het graf is le
dig. Do Heer is waarlijk opgestaan, en
in Zijn levenslicht zijn wij de gelukkigste
en rijfcsto en meest blijde van alle men
schen.
Zijn wo dat?
Ja, zoo moest het zijn, maar zoo is liet
dikwerf niet.
Ons leven moest bij het ontsloten graf
■van Christus jubelen van heil en vrede,
maar ach het is, zelfs op het Paasch-
feest, nog dikwijls zoo somber in ons hart.
Wij moesten in de wereld dc dragers zijn
van het waarachtige levens-op tim isme,
dcoh wij laten veel te veel ons hoofd
hangen, en klagen en zuchten alsof er
geen Heiland is verrezen.
Hoe komt dat?
Omdat wij zoo menigmaal den levendo
Boeken bij de dooden.
Zoo zochten do vrouwen in den opsian-
dingsmorgen.
er was voor haar zooveel reden om
over het ledige graf zich te verblijden, en
te jubelen: Gode zij dankl Hij is hier niet;
Idoch er is in heur ziel slechts droefheid
en vreeze.
En waarom? Neen niet, omdat zij niet
nauw aan den Ghristus verbonden zijn,
want zij zoeken Hem, en waarachtige,
heilige liefde tot Jezus drijft haar in den
(vroegen ochtend naar Jozefs hof om den
arbeid der trouw en der teeder&te piëteit
.aan Hem te verrichten, maar omdat zij
den Levende zoeken bij do dooden.
De. Meester is voor haar besef in het
dooflenrijk. Heur eigen handen hebben
Zijn lichaam in de spelonk gedragen, en
nu is het uit met Jezus, en.terwijl zij
hij de ontsloten spelonk onnoemelijk rijk
ien gelukkig zijn, gevoelen zij zich de arm
ste en ellendigste van alle menschen.
Treft van die smart dezen discipelinnen
■eenig verwijt?
Zeker, want hoe dikwijls had de Hei
land, ook tot haar, over Zijn opstanding
gesproken. Keer op keer had Hij voor
speld: „Do Zoon des menschen zal over
geleverd worden in de handen der men
schen, en zij zullen Hem dooden; enten
derden dage zal Hij op ge
wekt worde n", en ook zij kenden,
evenals do Emmaüsgangers, de Schriften,
doch dit woord van Jezus en dit Evange
lie des levens was in haar ziel niet bin
nengedrongen. Het had in haar hart. geen
wortel geschoten. Zij hadden op die be-
loftf® geen acht geslagen, en Christus'
Wford niet geloofd, en... ook nu is het
donker en somber, terwijl om haar heen
alles van licht eri leven glanst. Do hoop
der opstanding leeft niet in haar neerge
bogen ziel, zij hebben Jezus lief, en vurig
lief ook, maar haar liefde gaat uit naar
een dwèen Jezus, en ja zij zoeken, doch
rij zoeken den Levende bij de dooden.
Armo vrouwen!
Terwijl ge moest psalmen, weent ge.
Maar... is ons die droefheid vreemd?
Zijn wij niet dikwijls dien vrouwen ge
lijk?
Zoeken ook wij niet den Levende bij
do dooden?
Vraagt ge nog wanneer en hoe?
O. wij zoeken als die vrouwen, wanneer
wij met ons pak van zonde en schuld
rondloopen, en het moeizaam - torsen, als
of er geen Borg en Middelaar opgewekt
was om onze. rechtvaardigmaking. Wij
zoeken als die vrouwen, wanneer wij
steeds klagen en kermen en zuchten en
nimmer den psalm aanheffen, alsof er
geen dood overwonnen en. geen leven aan
het licht was gebracht. Wij zoeken den
Levende bij do dooden, wanneer wij ons
levenskruis sleepen, alsof er geen levende
Heiland was, Die ons ondersteunt, en voor
do wereld vreezen, alsof Jezus nog in den
dood lag, en ons niet kwijt raken aan
Christus, alsof Hij niet alles volbracht had
Dat verkeerde zoeken komt hieruit
voort, dat wij, evenals de vrouwen, te
weinig acht geven op Gods beloften, en
ons niet volkomen laten neerzinken op
zijn Evangelie. Dio beloften zijn er. Zij
worden ons telkens weer verkondigd. De
Hoerc komt tot ons met het rijkslo aan
bod dos heilswij klemmen ons er
niet aan vast; wij steunen er niet op; wij
grijpen die beloften piet krachtig genoeg
ann; wij gelooven den Heero te weinig op
Zijn Woord, en ach. dan is er geen zicls-
werkzaamheïd met Christus' genade. Dan
leeft er geen vreugde en hoop in het hart.
Dan blijft het altoos lasten en vragen, en
wij zoeken wel, maar den Levende bij de
dooden.
En n dan zijn we voor ons besef de
ellendigste van alle menschen.
We zijn vaak zulke donkere Christenen.
Droeve zockera van Jezus.
Zelfs op den blijden Paaschmorgen.
Maar voor u, die zoo zoekt, heeft liet
Paaschevangelie toch teen blijde boodschap
Chrislus heeft die droeve,zoekende vrou
wen niet laten dolen, maar Zijn engelen
gezonden om de Maria's en de andere
discipelen op te heffen uit hun smart.
En hoe doen de hemelboden dat? Jube
len zij terstond: Christus leeft? Is hun
eerste woord de tijding, dat de Meester
dood en graf heeft overwonnen? Wc-cn,
want, al stellen zij de vrouwen door hun:
Vreest niet] eerst gerust, zij beginnen met
deze zoeksters aan haar zonde te ontdek
ken. Zij openen eerst haar oog voor de
oorzaak van haar donkerheid, n.l. voor
haar ongeloof, eri als zij dezo harten eerst
•geleid hebben op den weg van de ellende-
kennis, klimmen zij met baar op tot do
hoogten der verlossing cn des lichts, en
jubelen: Hij is hier niet, want Hij is op
gestaan.
Met die liefde "«dl Jezus zich ook tot u
neerbuigen.
Hij laat u niet op den verkeerden weg
zoeken en voortworstelen, maar Hij, Die
over allen dood heeft getriomfeerd, en
ook alle donker in uw ziel heeft verwon
nen, wil Zijn levenskracht ook aan u open
baren.
En dan volgt Hij denzeifden weg al3 bij
de vrouwen. Dan doet Hij het liclit in uw
hart opgaan, door u eerst aan uw onge-
loovigheid en dwaling tc ontdekken. Dat
heilig verwijt zal uw ziel wel pijn doen.
Doch laat u verbrijzelen.
Zie uw verkeerd-zoeken als schuld voor
God.
Erken uw wantrouwen als ongehoor
zaamheid jegens den Heere, en als ge u
zoo verootmoedigd voor Hem, Die de Le-
vensvorst is, dan daagt de dag.
Dan wordt uw zoeken vinden.
Dan gaat. het levenslicht in uw hkrl op.
Dan geniet ge de vrucht dor opstanding
Dan viert ge waarlijk Pasckcn.
-X-
Ingezonden Mededeelingen
Hevige hoestbuien,
Kink- en Slijmhoest en Asthma rijn ziek
ten, waarmee men op moet passen. Ge
bruikte U reeds 5944
ABDIJSIROOP
DE HEER IS OPGESTAAN.
In den vroegen morgenstond
Heeft Gods Woord zijn Sionieten
Redding uit de' eUend' verkond
Waar hun tranen overvlieten
't Werd beloofd en 't is voldaan 1
Onze Hopt is opgestaan!
Vrijgekocht en uit' den dood
Staakt uw s oh reien! wilt niet zorgen j|
Ziet naar Hem uit in uw -nood
Als de wachters op den (morgen!
't lioht mogo op- cn ondergaan,
Maar de Hoer is opgestaan!
't Oïcrganklijk Levenslicht
Rees imet ganseh ontdekten luister
Uit de emaadheid van 't gericht
Uit der graven 6omib'ren kluister
't Nacktvuur is voorbijgegaan.
*t Licht des Hc-ils is opgestaan.
HoM'gc schaar, gelooft go nu?
Jeaus-zelve brengt u vrede!
Joaus ademt oveT u,
En Hij deelt Zijn Geest u med-o.
't Is geen -droom, geen ijd'ie waan!
Hij is waarlijk opgeslaan!
Eens zal aller oog Hom zicsn!
Alle zondaars, alle volken!
Alle knie Hem holde biên.
Als Hij weerkomt op de wolken!
Beeft, verharden! schouwt het aan,
Ja! de Heer is opgestaan!
DA CO STA.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. To Zundcrdorp (toez.): J. H.
H. van Berm te Marken; te Ouderkerk a. d.
IJscl: G. A. Pott te Oud-Beijerland; te Gioss
sen-OndckerkDr. C. Verloop te Zoelmond.
Bedankt. Voor Leerdam on Langen en Kor
ter aar: J. Kraaij te Gorincliem.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te Schiedam (vae -J. Mulder)
A M. Booiji.oga te Sassenheim en IJ. v. d. Zee
te Nieuw-Vennepto Bruesol; H. Brouwer
H.Mzh. te Heemstede en S. G. de Graaf te Rijs
wijk (Z.-H.)
Beroepen. Te Ooltgonfljdaat: J. Kwak te
Culeinborgte Herwijnon: R. Brouwer te 13aarj
land.
Bedankt. Voor Wijfie (Ov.)P. A. de
Jonge to Heerde,
Gisteravond is ter IJinuiden do nieuwe Chr.
Gercf. Kerk in een plechfigon djgnst in gebruik
genomen, waarbij, behalve de predikant der ge
meente, Ds. J. B. G. Croes, gesproken hebben:
doc. A. y. d. Heiden van de Theologische school
to Apeldoorn, Ds. H. Hoogondoorn van Vlaardin*
gen en Ds. J. F. Th. Bijlevold van Haarlem.
Het fraaie kerkgebouw, gelegen in het nieuwe
gedeelte van IJmuiden, bevat 400 zitplaatsen.
As een blijk van offervaardigheid kan worden
vermeld, dat de bouwsom, ten bedrag© van
f 30.000, door do kleine gemeente werd bijeonge-i
bracht en da ter geon hypotheek op do kerk rust.
In aanbouw is naast de kerk een pastorie; een
orgel van f G000 is besteld.
Recht- en vrijzinnig.
Dc kerkeraad der Nodcrd. Herv. gemeente to
Vordcn heeft afwijzend beschikt pp een verzoek
van het bestuur der afdceling van den Ned. Pro
testantenbond aldaar, om vijf voormiddagbeurten
door vrijzinnigs predikanten te doen verruilen.
Doagewonscht zou men wel een verzoek willen
ondersteunen om de kerk met dit doel dos na
middags of dosv avonds beschikbaar to stollen,
maar hierop weuscht men van vrijzinnige rijde
met in to gaan.
ProL C. M. van Wijngaarden.
Tot gewoon hoogleeraar aan do Technische
Hoogoschool te Dejft is benoemd in de af doeling
dor werktuig- en echeepbouwkondo om onderwijs
to geven in de werktuigbouwkunde do heer C.
W. van Wijngaarden, werktuigkundig on 6chcopj
bouwkundig ingenieur to Dordrecht-,
De nood der zending.
Het Zendingsbureau te Oegstgeeet
meldt ons:
der raming f 162.388
Ontvangsten Jan. en Fefor. f 45.094
Maart f 27.788
f 72.882
Tekort f 89.506
Do stand der rekening bij de bank
instelling is al6 volgt:
Debet f 105.300
Nog te wachten wissels 14.700
Geopende credieten 2de kwar
taal. r 81.500
Totaal f 201.500
f 56.000
91.000
„147.000
Blijft ongedekt f 54.500
Voor betalingen hier te lande:
Waarvan gedekt:
Doo-r onderpand
Door afgestane le
ten 1)
in April is noodig:
Waarvoor beschikbaar
f 50.000
9.000
Blijft noodig f 41.000
lA Raming Ned. Zend. Ver. te
Rotterdam f 49.500
Ontvangsten Jan., Febr. en
Maart 29.559
Tekort f 19.941
1) dezo zijn nog niet uitbetaald, maar
aan de notarissen is gevraagd ze zoodra
ze beiaaibaar worden aan de Bank af to
dragon. De laatste betaling is pas in
Augustus e.k.
Dezo. cijfers doen koud aan.
Toch niet alle.
Onder do legaten is er oen van f 50.000
van Mevr. do Wed. Röske geb. Swoons;
iemand wier naam op het Zendingsbureau
geheel onbekend was, die misschien oven-
als haar vroeger overleden echtgenoot
in haar lovon steeds anoniem hoeft gege
ven maar van wie na haar verscheiden
blijkt, dat. zij de verhoudingen nauwkeurig
kent; zij is do eerste die een legaat ver
maakt aan het But eau, dus voor de
daaraan verbonden Corporaties. Bovendien
is dit bureau haar erfgenaam voor 2/5 deel
van haar nalatenschap, waarvan de waar
de nog niet kon worden vastgesteld (ze
ker belangrijk minder dan bovenge
noemd legaat). Verder vermaakte Me
vrouw de Wed. v. d. Mu-elen geb. Vastwijk
te Weosp aan het Ned. Zend. tJen. f 15.000
on aan de Utr. Zend. Ver. Ook haar naam
was op het. Bureau niet bekend. De overige
f16.000 zijn besproken door Mej. van Vol-
lenhóven te Rotterdam.
Wanneer men nu bedenkt dat de berich
ten -dezer legaten inkwamen in weinige
weken, juist, toon de spanning over de
credieten voor het tweede kwartaal met
dcui dag toenam, dan beseft, men dat hier
niet gesproken moet worden van koude
cijfers", maar van verlossing en uitred
ding, dio Godos zijn.
En toc.h? Moot. de Zending leven van
hetgeen gestorvenen haar vermaakten?
Is het niei tragisch dat hun bijdragen ver
dwenen zijn nog voor ze zijn ontvangen?
De Notaris van Mevrouw R., deelde mede
dat do testatrice nadrukkelijk gezegd had:
„Do Zending te willen helpen". Voorwaar,
dat hoeft zij gedaan. Maar is het. niet
droevig dat haar hulp zoo kort van duur
is?
In 1921 heeft de Nederlaadscho Chris
tenheid op zoo treffende wijze getoond,
dat zij de Zending als haar zaak be
schouwd. Wat. zij k'en deed kan niet zijn
geweest de vrucht van opwinding: in vol-
harding zal zij zeker niet tekort, schie
ten. De toekomst is aan Jezus Christus
en Zijn Gemeente, die Hem verwacht zal
zeker willen aanhouden in gebed origin of
fervaardigheid.
Dr. Kuyper als onderwijzer.
In hot, jubileum-nummer van het Gerc-
formeard Meisjesblad, geeft Mof. H. S. S,
Kuyper, de volgende jeugdherinnering:
Ik ben eons eon meisje geweest, precies
zoo oud als gij, die dit nu leest.
Net ais gij hot nu hebt, had ik toen beÈ
groote voorrecht een gereformeerde op
voeding te krijgen.
En altijd zal ik God danken, dat mijn
Vader bij zijn ontzaglijk drukken arbeÜL
nog tijd heeft weten te vinden, ook mij
als meisje zelf Zondagsmiddags les te ge«
ven in de Bijbelscho geschiedenis en in d«
Geloofsbelijdenis en in den Catechismus.
Zondags aten we altijd vroeg. En dan
na het eten gingen we met Vader raea
naar de studeerkamer.
Ik zog: „we". Want mijn „mede-leec.
lingen" waren mijn broeder, Dr. A. Kuy»
per te Rotterdam, en mijn zuster, mej. J.
H. Kuyper.
Men ons drietjes gingen we met Vader mefll
En dan zaten we, op de studeerkamer vaqi I
Prins Hendrikkade 173, om de tafel. Eb
Vader vertelde on logde uit.
O, wat was dat mooi en prettig! Wa*l
hebben we daar van genoten en van ge
leerd!
Vader kon zoo kinderlijk met ons prak
ten over de heerlijke, diepe din.gen vtan
onze gereformeerde Belijdenis.
We. begrepen daar natuurlijk nog niet'
alles van. Want we waren maar kinderen;
Maar de liefde, die Vader in die onverge
telijke middaguren in onze kinderharten
gewekt heeft vioor enze Gereformeerde
Belijdenis, is door Gods genade in onze
harten bewaard, en door diezelfde genade
verdiept en versterkt.
Nu wil ik daar één voorbeeld van ge
ven.
Wo zouden den Catechismus gaan be
handelen, en begonnen natuurlijk met dit
diep-ernstige eerste vraag:
Wat is uw ©enige troost beide in lev esq
on sterven?
En dim dat heerlijke antwoord, waaruit
ik nu alleen maar in mijn eigen woorden
wil aanhalen: „Dat ik in leven en eter
ven het eigendom ben van mijn getrouwen
Zaligmaker. Jezus Christus."
„Zie jo, kinderen," zei Vader, „dat is
het nu. Dat we het eigendom zijn van on
zen Heiland. En nu moot jullie eens goed
begrijpen wat. dat boleekcnt. als je het
eigendom bent van Jezus
Kijk eens. Jullie hebb r. v/.l ooas op
straat in don modder oen ouwe pet zien
liggen. Die pet hoorde van niemand. De
een schopt er tegen, do ander schopt er
togen, een derde gooit dio pet in een plas,
er rijdt oen kar over hoen, die pet wordt
al ouwer en viezer, niemand bekommert
zich er om. Die pet is niemands eigendom.
Mam* laat die pet nu eens aan een jon-
gen hoeren! Al is die pet nog zoo oud en
kapot, die pet hoort aan iemand. Die
jongen, aan wien die pet hoort, houdt
oog op die pet. En als er nu iemand een
schop tegen die pet geeft, dan springt die
jongen op, on zegt. (Vader deed het pre»-
cics na, on we zhgen en hoorden het):
„W-w-wil jo wol eons van die pet af
blijven!"
„Zie je, kinderen." zei Vader, „zoo gaat
het nu ook met ons. Als wo niemands
eigendom zijn. dan dwarrelen wo maar
rond door hot leven, en iedereen kan ons
kwaad doen, on niemand noemt het xooT
ons op.
Maar als we bet oieend-om van Jezvj
zijn, h'oe armoedje on ellendig wo dan ook
zijn, dan neemt Hij 't altijd voor ons op.
En als er boozo machten zijn, die ons
willen schaden, en ons nog ellendiger wil
len maken, dan ziet Hij dat uit den hemel,
on strekt Zijn beschermende hand over
ons uit en zegt: Wil jo wel ©ers van mijn:
kind afblijven.!"
En, meisjes, als ik ooit in den strijd
dos levens want dio komt onafwend
baar als jo ouder wordt die boozo
machten op ïnli af hob voelen komen, dan
heb ik o zoo dikwijls aan die kinderlijke
uitlegging van mijn lieven Vader gedacht
en God gedankt uit het diepst van -mij»
ziel, dat ook ik hot eigendom mocht zijn
van Gen zoo feeder© Heiland cn machtige®
Koning als Jezus Christus.
DE DEPUTATENVER6A0ERIWG.
Zooals wïi Donderdag roods meldden
was do Doputatenvorgadering buitenge
woon druk bezocht.
Ongeveer 1500 personen ci;e locang
PAASCHJUBEL.
De Paaschklokken luidden.
In wijden omtrek word gehoord het
.vroolijk gebeier van de dorpsklokken, die
rich to verheugen schenen over het- groote
heil dat op dezen dag zóu worden verkon
digd en die 'het lied dat. opsteeg van vol
den on beemden trachtten te begeleiden of
te overstemmen.
Maanden en weken aaneen was het
koud geweest on guur. Hij kon niet schei
den de winter, die zoo langen tijd de wa
teren in ijzige boeien had gebonden en alle
loven gedood naar het. scheen.
Maar nu was zijne koude macht dan
voorgoed gebroken.
Malscho regendruppels hadden 't aard
rijk bevochtigd.
't Leken warme tranen, die de harde
stugge kluiten verteederden en de oude
.boomen met nieuw lovon schenen to be
vruchten.
Het jonge kruid stak, spichtig nog, de
heerlijke groene kruintjes boven de aarde
uit-, in do verte sierden de pas ontloken
tulpen het landschap tot een veld van dc
zuiverste kleuran en do vogels verrast
door de plotselinge lente, ze kweelden cn
ïongen alsof ze de schade van vele we
ken i noesten inhalen.
En de boomen, wel *t. was of ze den
aacht hadden gebruikt om zich t.e stoken
in het schoone feestkleed, van het teerste
groen.
Heel de schepping scheen een schoone
symphonic, waarin met duizend tongen
gezongen werd dc lof van den grooten
Schepper, Die werelden riep en zij kwa-
mm.
Het vee in de weiden bleef niet achter.
Hoe uitgelaten stoeiden ea buitolden de
vro'olijk blatende lammeren, verrukt als
ze waren over zooveel schoonheid.
En boven alles uit. klonk het daverend
klokgelui, dat het. landvolk noodde, al-
meer dringend noodde:
Bimbambimbarn
Naar do kerk
Kom dan! Kom dan!
Nog enkele oogenblikken en dan komen
ze vanachter heggen en gaardon, do man
nen en de\ vrouwen en de kinderen, om
straks hot in heb godshuis uit te jubelen,
dat do Heere waarlijk is 'opgeslaan.
Maar wie er ook zong, Willem Effers
deed niét. mee.
Hij hoorde wel het lied der Schepping,
zijn oog werd wel geboeid door de heer
lijke vergezichten, de wei-luidende klok-
ken-klankcn ze drongen wel door tot zijn
oor, maar liet vond geon weerklank in zijn
hart.
Neen, hij wilde niet. komen.
Waartoe zou hij zich terugt rekken in
het duffe en sombere kerkgebouw, waar
grauw-groene gordijnen angstvallig waak
ten dat de lichtende zonne liaro stralen
zou worpen binnen de muren van hot
oude gebouw.
Kon hij niet veel beter de sprake Gods
verstaan in den wijdschen tempel der na
tuur, dien tempel van ongekorven hout?
Eens was er eon tijd 'geweest, dat hij
méé opging met do feest houdende monigle.
Maar t.oen was die verkilling gekomen.
De twijfel had zijn hart beslopen.
Als dan, door Christus hot heil gebracht
was op aard, hoe kwam het dan. dat zoo
vele Christenen meehielpen de lovenshar-
monie t.e verstoren?
Vanwaar dan na zoovocl eeuwen van
Christendom de schreeuwend© en stuiten
de ongelijkheid op elk gebied.
Een nieuwe religie had zijn hart be
koord, het socialisme dat een nieuwen he
mel zou brengen op aarde.
Weerklank had gevonden in zijn hart
het lied:
Mijn volk dat lag in smaad en pijn
Het wil niet langer lijden.
Mijn volk zal eigen Heiland zijn.
Ja, zoo was het-.
Niet langer lijden en dulden, maar -op
staan tot. zelfverlossing.
Alles had hij er aan gegeven.
Zijne positie, want hij wilde niet lan
ger blijven in zijn oude omgeving.
Zijn lieve Moeder, die in elk geval een
Ckristinne van do daad was, en dio geen
woorden had kunnen vinden, maar die met
groote tranen in hare trouwe oogen hem
had aangestaard aangestaard dat
hij nog voelde die tcere liefdo en het in
nige medelijden over dit haar afgedwaal
de schaap.
En al had hij nooit met. Emmy ..ge
sproken" er was toch geweest een weder-
zijdsch begrijpen cn wachten, tot het groo
te oogenblik zou komen. En ook Emmy
had hij er aan gegeven.
Alles had hij losgelaten en gewillig
den schouder gezet onder het juk van het
Socialisme.
Neen, bevrodig-d was hij niet.
De nicuwo religie had niet gewild zijne
smachtende ziel.
Het Christendom, dat hij niet geheel los
kon laten, was het bitterste geweld aange
daan. Zwijgend, protostcerend een enkele
maal had hij het moeten aanzien hoe met
die dingen, die zijne moedor het heiligst
waren, Onbarmhartig den spot werd ge
dreven. Ho© de Christus in en .ver
gaderingen was gehoond.
Meetings had hij bijgewoond, hij had
gedemonstreerd als hot pas gaf en als op
belangrijke momenten de Internationale
met geestdrift weid. aangeheven, dan was
hij welccns in volvoering geraakt.
En toch, er bleef een ledigheid in zijn
hart, die het Socialisme niet vermocht te
vullen. Hij zag ©enerzijds de revoliitionni-
re theorien die in de practijk de bitterste
ellende moesten brengen en anderzijds een
levenspraclijk die niets gemeen had met
thcoriën over naastenliefde en gemeen
schapszin. Hij zag hoe aan do hongerende
schare steonen gegeven, werden voor
brood
Aan dat alles dacht Willem en intus-
SL-l:en klonk steeds sterker het lokkendo
nooden van do kerkklokken: kom
dan, kom dan!
Do klokken zwegen.
En als de schar© jubelend zingt van den
roem dor dagen, die Israels God geheiligd
heeft, dan is het Willem Effers, die tenslot
te de roepstem niet kon weerstaan, alsof
hij weer naast, zijne moedor zit in het
vriendelijke kerkjo aan den Veluwe-zoom.
Met ontroering beluistert hij -die oude
bekende klanken.
Roemen, van zorg ontslagen, ja, dat
zou hij willen.
(Plots schrikt hij op. Het. is of de lee-
raar met zijn klankvolle stem. tot hem
porsoonlijk het woord richt.
Wien zoekt gij? En het schijnt hom of
do prediker bedoelt: gij Willem Effers.
wien zoekt gij?
En dan teekent hij de vrouw die daar
dwaalde in don hof, omdat ze haren Heere
hadden weggenomen, Die daar treurde
.ovbr hol verlies van den dierbaren do ode,
terwijl haar levende Heiland zich in haren
onmiddellijke nabijheid bevond.
Wien zoekt gij, zoo vraagt do leeraar
ook aan do schare ©n dan is 't Willem of
zijne oogen opengaan do ijskorst om zijn
hart Versmolt, en als eens Maria fluistert
hij: Meester, mijn klooster, ja U zoekt
mijn hari.
En als straks de Gemeente aanheft: er-
hoogt o poorten nu den boog, opdat d©
Koning dor eere inga, dan zingt hij niet,
maar dan aanbidt zijn hart don Koning
dor cere. Die dood is geweest en zie, Hij
leeft in alle eeuwigheid.
Do oude Wouters die het Hulpkantoor-
tj« bediende koek vrcamd op, toon hem
den volgenden morgen het zonderlinge te
legram word aangeboden.
Hij had hooi wat beleefd, maar dit wal
toch ongehoord.
Wed. EFFERS.
Zandheuvel.
Lukas 24: 34. 3
WILLEM, "j I
Dat was een zonderling telegram.
Maar voor Willems moeder, die met. be«
vendo vingers het voor haar ongewonfl
poststuk opende, was het ecai blijde v«r»
rassing.
Zij begreep. De Heere waarlijk op pa-
staan.
Opgestaan ook voor haar Willem.
In haar oude hart klinkt don iubehi
Dezo mijn zoon was dood on is weder la
vend geworden; hij wa6 vorloren en is ge
vonden.
Straks komt haar zoon torug.
En daaraan twijfelt niet. het moeder
hart mot- hem komt do lang begoerdi
dochter.
Ook voor haar wordt vervuld: Ik en
m ij n hui s, wij zullen dei* Hoere dienen.