Tweede Blad.
Woensdap 28 December 1921
Uit de Pers.
Ergerlijke misleiding.
De Standaard vestigt de aandacht op
een zoo oneerlijke voorstelling van do N.
R. Crt., inzake de aan do Bat. Petr. Mij.
in Iindië op te leggen belastingen, dat oen
.correctie niet mag achtenvege blijven.
Dat artikel toch doei het aan het slot
voorkomen, alsof de Minister vait Kolo
niën zou we igor en van de oliemaat
schappij een bijdrage te vorderen op den
zelfden voet als van de andere groote
pndernemingen in Indië.
Dit is een door en door mis
leidende voorstelling niet
alleen, het is een pertinente on
waarheid. Zelfs is precies het
omgekeerde het geval als hier
gezegd wordt.
De ondernemingen in Indië worden
alle getroffen door dezelfde belas
ting op de w i n 8 t cn de extra-
winst. Daarnevens zijn ingevoerd
eenige s p o c i a 1 e belastingen, die ge
lieven worden naast de winstbelas
tingen. Voor de suikerindustrie en voor
eenige andere industrieën worden die
specialo bealstingen verrekend met de
extra-winstbelasting, d.w.z. de opbrengst
van do speciale belasting wordt in minde
ring gebracht va# de te betalen extra-
winstbelasting, en indien de eerste hoo-
ger mocht zijn dan de laatste, wordt het
hoogste van de twee bedragen alleen ge
lieven, m.a.w. wordt het bedrag dat vol
gens do extra-winstbelasting betaald zou
moeten worden, niet aan 's Lands schat
kist afgedragen.
De Petroleumindustrie vormt een u i t-
7,ondering op dien regel.. Zij is onder
worpen aan een speciale belasting, n.l.
het uitvoerrecht, maar mag deze niet in
mindering brengen van de extra winstbe
lasting. Is de speciale belasting hoo-
ger dan de extra-winstbelasting, dan moet
deze toch worden voldaan. M. a. w. de
Petroleumindustrie betaalt beide belas
tingen, de overige industrieën alleen de
hoogste van de twee.
Dat noemt de N. Ro 11. Cr t. dan de
weigering van den Minister om van
de oliemaatschappijen een bijdrage te vor
deren op denz«vlfden voot als van de an
dere groote ondernemingen in Indië. De
strekking dier onjuiste voorstelling kan
geen andere zijn dan om den Minister te
beschuldigen, dat hij de Petroleumindus
trie wil bevoordeel en. Daartegenover
staat het feit, dat de Regcering de Pe
troleumindustrie in een ongunsti
ger positie plaatst dan de andere groote
Indische ondernemingen.
liet is daartegen en daartegen alleen dat
'de Petroleumindustrie is opgekomen.
.En naar ons oordeel terecht.
Het gaat hier niet om de'grootte van het
bedrag dat betaald moet worden, maar het
gaat om de vraag of het recht is dat de
een anders wordt behandeld dan do ander.
We zijn in Nederland allen onderworpen
aan dezelfde belastingwetten. Hoe zou men
het vinden, wanneer er nu morgen een wet
werd uitgevaardigd, waarbij allo menschen
wie? namen met een A beginnen, aan de
specialo belasting werden onderworpen, op
te brengen naast en boven hetgeen krach
tens de voor allen geldende wet moet wor
den opgebracht.
Wij meencn dat dit zelfs door dó „N. R.
Crt." zou worden afgekeurd
Om niets anders behoort het in dit ge
ding te gaan dan om de rechtsvraag en
bm het belang van Indië.
Dat belang is er niet mee gediend,
wanneer speciale industrieën aan speciale
belastingen worden onderworpen. Indië is
voor zijn ontwikkeling afhankelijk van
kapitaal, dat van buiten Indië moet ko
men. Wanneer de Regeering nu deze, dan
gene industrio uitpikt om te worden be
last boven hetgeen krachtens de al-
gemeeno belastingwetten moet worden
Voldaan, dan is het klaar als de dag, dat op
den duur het kapitaal zijn vertrouwen in
Indischo ondernemingen verliest. Wan
neer im het belastingstelsel de wille
keur gaat heerschen in plaats van het
r e c h t-, dan zal de ontwikkeling van
Indië daaronder in de eerste plaats lijden.
Wij zijn niet doof voor het argument,
ook door de „N. R. Crt." aangevoerd, dat
do mijnbouw in het algemeen, dus niet
alleen de Petroleumindustrie, waarde aan
den bodem onttrekt, maar een redres hier
voor zoo men dat noodig acht moet
niet gezocht worden in de belasting-wet
geving, doch in de mijn-wetgeving. Daar
voor dient de betaling van den cijns. Dat
die cijns in Indië niet hoog is, is juist,
maar do bestaande concessies zijn op dien
voet verleend geworden en voor volgende
kan men hem verboogen. Daarom ook het
Djambi-contract, waarbij de Staat zich be
langrijke extra voord eelen bedongen heeft.
Buitendien, ook bij do beoordeeling van
dit argument moet men voorzichtig zijn.
De mijnbouw onttrekt waarde aap den
bodem, maar iets dat alleen waarde krijgt,
indien het, met behulp van kapitaal en
arbeid, boven dezen grond wordt ge
bracht. Zoolang het in den grond blijft, is
het waardeloos en wat feitelijk plaats
grijpt is dus, dat men een waardeloos pro
duct. omzet in een waardevol.
Op het geschil tusschen Regeering en
Bataafscho gaan wij niet verder in. Het
was er ons alleen om te doen de onwaar
achtigheid van do voorstelling van de „N.
R. Crt." in het licht te stellen.
Do Petroleumindustrie wordt niet b e-
voordeeld ten opzichte van andere
industrieën, maar benadeeld.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. To Rotterdam, vacatur o-van
Dorr): H. A. Loenmans Jr. te Bodegraven(va-
caturo-Ten Kato): G. Venoma to Koudum.
Beroopon. To Driesum: B. v. d. Wal te
Barnoveld; te Hindeloopen: M. C. Slotomakar
do Bruine, cand. to Utrocht.
Bedankt. Voor Ommelandcnvijk-Zmdwen-
iiDg (toez)J. C. Koningsberger to Bergent-
lieim.
GEREF. KERKEN.
A c h 11 b L To Doift (3o prcd..plaats) H.
Brouwer H.Mzn. te Heemstede; P. C. de Bruijn
to Oudewater; Dr. S. P. Doo to Dwingeloo: C.
J. Hakman te Drachten; K. Schilder to Got in
ch orn J. Visscber to Hi.il r a rd; E. J. Wientjta
te Oudshoorn; IJ. van der Zeo to Niouw-Von-
nep.
Tweetal. To Wijckel en Balk: M. A. van
Pernis to Schoon rowoord en J. Bolnian te Sehofc-
tens.
Aangenomen. Naar Fijnaart: J. Meijer
cand. te Kampen; naar Putten op de Voluwe:
R. van Reenen te Wons.
Bodankt. Voor Haastrecht, Glancrbrug,
Blokzijl, Brouwershaven, Spijkenieso, Oostorend
op Texol, Nederhorst den Berg, Britsum, Wesfc-
Icapolle en Domburg, Zoutkamp en Oostkapelle:
J. Meijer, cand. te Kampen; voor Woudsend:
R._ van Reenen to Wons,
GEREF. GEMEENTEN.
Bodankt. Voor Grand-Rapids (N.-Ameri
ka) J. Fraanje te Barncvcld.
C1IR. GEREF. KERK.
Bodankt. Voor Hoogovoen: II. Visser te
Leeuwarden.
Monument Da. Meiners.
Zaterdag is onder enormo belangstelling een
monument onthuld op het graf vau wijlen da.
Moiners, in leven predikant bij do Ned. Horv.
Gem. to Amersfoort cn tevens veldprediker. Er
werden toespraken gehouden en veel bloemstuk
ken neergelegd.
De Etliifchcn aan het roer.
In het confessioneel weekblad de „Gerefor
meerde Kerk" schrijvend over do verkiezingen
in de Nod. Horv. Gem. te Amsterdam, wijt Ds.
C. A. Lingbeolc do nederlaag dej; confessioneelcu
hieraan, dat allengs onder lion do oendracht en
do liefde verdwenen zijn. Het eind hiervan, al
dus do schrijver, „is dat nu, na vijftig jnren,
de öthischen in Amstordam aan hot roer schij
nen te zullen komen."
„Voor ditmaal", aldus Ds. Lingbeok vorder,
„zullen wij or alleen dit van zeggen, evenals
voor don afzonderlijken Christen, is ook voor do
vrienden der waarheid een tijd van druk wel
eens noodig.
In tijden van voorspoed worden wij, confcs-
sioneelen, licht zelïgenoogzaam en hard en par
tijdig oordeelende en betweterig en kittel
achtig van gehoor.
Hoedemaker sprak van do „knabbelhouwers",
menschen die „nooit genoeg peper cn zout in hot
otcu" ontvingen en altijd hunkerden naar nog
sterkere 6pijzcn" (ook een ziiektcvorschijnsol
zie Numcri XI!).
Maar in den druk, als de waarheid schaarsch
wordt, dan wordt zo weer op prijs gesteld.
Moge do tegenspoed voor de confession eel en
in onze hoofdstad zulk" een goede uitwerking
hebben. Dan worden zij er door,gezift, gelou
terd cn onderlipg veroeiygd. Uit wat vcriias
Bcheen, spruit dan gewin voort. En dengenen,
die God liefhebben, zullen alle dingen medewer»
kon ton goodo."
Conforentie voor Gereformeerden Jeugöarbeid.
Do Conferentie voor Gereformeerden Jeugdar-
beid, waartoe op do samenkomst to Utrecht van
den 6cn Sept. 1.1. besloten word, zal D. V.
Woensdag 11 Januari aa. worden gehouden to
Utrecht in liet Gebouw voor Kunsten en We-*
tenschappen. Behalve dat gepoogd zal worden tot
de oprichting van een Centrale voor Jeugdar-
beid te geraken, waarvoor do concept-regeling
roede aan do betrokken organisaties is toege-i
zonden, zullen daar eon tweetal belangrijke on
derwerpen worden ingeleid, door het Tweede-Ka
merlid J. Schouten cn Prof. Dr. G. Ch. Aalders.
De eerste zal behandelen hot vraagstuk van
„Overheidssteun voor den jeugdarbeid, in den
ruimsten zin" fdus niet alleen de subsidie-kwas-
tie)terwijl prof. Aalders zal spreken over:
„Onze principieelo en organisatorische houding
ten opzichte van do lichamolijko opvoeding on
de ontspanning.'*
Voor hen, dio aan doze confercntio wensclien
deel te nemen, zijn op aanvrage kaarten ver
krijgbaar ad f0.50 bij het bondbureau van den
Ned. Bond van Jongelingenvereenigingen op Go
re f. Grondslag to Amersfoort.
Opheffing openbare school.
Het hoofd der openbare lagere school to Hoog
(Wijnmbr.) vraagt met ingang van 16 Moi a.8.
wegens hoogen leeftijd e. v. ontslag als zooda
nig. Aangezien te Heeg het aantal leerlingen op
de openbare school geslonken is tot vijf, stellen
B. en W. voor mot ingang van dien datum do
school to sluiten.
Opleiding onderwijzers.
Bij K. B. is vastgesteld hot bedrag der rijles-
bijdrage, welko aan gom. ©n bijz. norinaalles3on
en aan hoofden van scholen zal worden ver
leend voor elk van do personen, door hen in
den loop van 1922 tor opleiding van onderwijl
zers aangonomen, nadat dezen in den loop van
1924 of later do akto, bedoold in art. 77, onder
a, der wet lot regeling van het 1. o. van 1878
zullen hebben verkregen:
le. voor hen, di© bij gom. of bijz. normaal
lessen zijn opgeleid: gedurende ten minste two©
jaren f 500, gedurende ten minste drie jaren
f 750, gedurende ten minste vier jaren f 1000:
2e. voor hen, dio door hoofden van scholen
zijn opgeleid: gedurende ten minste twee jaron
f 200, gedurende ten minste drio jaren f 250,
gedurende ton minste vier jaren f 300.
Op do onder I vermelde rijksbijdrage bestaat
in 1922 ook aanspraak voor do opleiding tot
onderwijzer van do kwcokelingen, die in 1917,
1918, 1919 on 1920 zijn aangenomen of voor de
berekening van do rijksbijdrage geacht word?n
in een dezer jaren to zijn aangenomen.
Uit het Sociale Leven.
Staking in de Metaal-industrie.
Voor Donderdag a.s. worden de leden
van de vijf samenwerkende organisaties in
de metaalindustrie opgeroepen om hun
stem uit te brengen voor de voorstellen
van den metaalboi.d van de commissie'van
tien of voor verlenging van den strijd.
Teneinde do stakers op do hoogte te bren
gen van den huidigen stand van het con
flict zullen hoofdbestuurders van do ver
schillende organisaties in deze vergaderin
gen het woord voeren. Ter voorlichting
werd echter gisteren ook een manifest
verspreid, onderteekend door do commis
sie van tien uit de samenwerkende orga
nisaties in de metaalindustrie.
We lezen in dit manifest, dat we kun
nen beschouwen als het advies dier com
missie, o.m. het volgende:
„Zoo u bekend kan zijn, hebben door
bemiddeling van den Burgemeester van
Rotterdam besprekingen plaats gehad tus
schen d^n Metaalbond en onze Commissie
van Tien.
Het resultaat van die besprekingen is
betrekkelijk gering.* Wel hebben do werk
gevers vooraf erkend, dat overleg met de
arbeidersorganisaties noodig is.
Op zichzelf is dat een feit van bcteeke-
nis. Ook do verklaring, dat voortaan geen
loonswijzigingen zullen plaats hebben
vooraleer overleg is gepleegd, is van groo
te waarde.
De werkgevers bleken echter niet be
reid om in de plaats van loonsverlaging
van 10 opvoering der productie met
10 te aanvaarden.
De eenige concessie waartoe zij bereid
zijn, is, dat de loonsverlaging van „min
stens" 10 Vc, zal worden veranderd in
„hoogstens" 10 c/o en dat tot 1 Februari
a.s. de loonsverlaging de helft van deze
bedragen zal zijn.
Hoewel niet ontkend lean worden, dat
deze toezegging van moreel en voor meer
deren van financieel belang is, wij achten
alles te zamen toch niet voldoende ora te
adviseeren daarop den arbeid te hervat
ten. Vooral kunnen wij dat niet, omdat
thans do eisch gesteld wordt, dat de
loonsverlaging voor het geheele land zal
moeten worden aanvaard, dus ook voorde
plaatsen, waar nog geen loonsverlaging is
aangekondigd. Do werkgevers maken daar
door de beslissing nog moeilijker.
Aangezien we ecnerzijds geen vrijheid
konden vinden deze voorstellen van de
werkgevers to aanvaarden en bij U aan
te bevelen, doch anderzijds ons ook niet
gerechtigd achtten ze zonder meer af te
wijzen, na een strijd van ongeveer 8 we
ken, hebben wij gemeend, in het belang
van een spoedige beëindiging van het con
flict een ander voorstel bij den Metaal-
bond in te dienen, dat, do omstandigheden
in aanmerking -genomen, beter aativaard-
baar zal zijn.
Wij hebben daarbij rekening to houden
met het feit dat aan ons en uw uithou
dingsvermogen grenzen zijn; dat de sta
king niet eeuwig kan duren; dat aan een
oplossing, voordat de staking zou kunnen
verloopen of onorganisatorisch zou moe
ten worden opgeheven, moet worden me
degewerkt. Het standpunt innemen: alles
of niets, achten wij niet in overeenstem
ming met het belang der betrokken ar
beiders.
Noodgedrongen voelen wij ons daarom
verplicht het door ons gedane voorstel ter
aanvaarding krachtig bij u aan tc bevelen.
Indien gij met ons van meening zijt, dat
een ernstige pogiDg moet worden gedaan
om dit resultaat te verwezenlijken en zoo
noodig daarvoor den strijd voort, te zetten,
dan stemt gij vóór het voorstel van de
Commissie van Tien.
A.s. Vrijdag wordt do uitslag der stem
ming bekend gemaakt.
Uit do combinatie.
Het bestuur van de Landelijke Federatie
van Metaalbewerkers meldt, dat naar aan
leiding van liet besluit van Commissie van
Tien, met betrekking tot het bij den Me
taalbond ingediendo tegenvoorstel, van de
vier andere organisaties waardoor offi
cieel het beginsel der loonsverlaging is
aanvaard, de federatie uit de combinatie
is getreden.
Do verplichtingen, voortvloeiende uit
het besluit met betrekking lot den steun
voor ongeorganiseerden door de combina
tie genomen, zullen door de federatie wtot
het cindo der staking worden nagekomen.
Het personeel van de N.V. J. Meyer's
Scheepsbouw-maatsohappij to Leeuwen
heeft de loonsverlaging aanvaard. Allen
zijn gaan werken.
Brieven uit Alphen.
I.
Besle Kees!
Wat gaat de tijd (ocli snel! Het lijkt
me toe, alsof het nog maar eenige maan
den geloden is, dat. jo van hier vorhuisde
naar je tegenwoordige woonplaats, en het
is al zooveel jaren. Jongen, wat denk ik
vaak met genoegen terug aan den tijd,
toen jo hier woonde en wc samen nog al
eens bij elkaar kwamen. Dat jij Alphen
en do vrienden hier ook niet vergelen
bent, bleek mo duidelijk uit je brief. Ik
kan het zeer goed begrijpen, dat jo zoo af
en toe wel eens wilt hooren, lioo het hier
gaat en wat hier voorvalt. Aan jo ver
zoek, om je van tijd tot tijd een brief te
zenden, en je zoodoende op do hoogte to
hemden met de Alphensclie toestanden en
gebeurtenissen, wil ik dan ook gaarne vol
doen. Deze eerste brief moge als bewijs
van mijn goedeu wil gelden.I
Wanneer jo precies verhuisd bent, her
inner ik mo niet. racer, 't Was, dunkt me,
echter nog vóór de vereeniging van de
drie gemeenten Alphen, Oudshoorn en
Aarlanderveen plaats had, is 't niet? Die
samensmelting heeft natuurlijk in meer
dan één opzicht veranderingen aange
bracht; veranderingen, die je misschien
wel wilt weten.
Een der eerste gevolgen van do ver
eeniging was het krijgen van een nieuwe
gemeenteraad. Zooals jo wel begrijpen
zult, was de meerderheid bij ons: van de
15 raadsleden bracht „de coalitie" er 12
in, terwijl dc liberalen zich mot 3 zelols
moesten tevreden stellen. Do keuze voor
een burgemeester werd de Regeering niet
moeilijk gemaakt; die van oud-Alphen
was eigenlijk de eenige, die in aanmerking
kwam en die werd dan ook benoemd. NieC
zoo makkelijk stond de kwestie van des,
gemeente-secretaris. Jij weet nog wel, hoa
alle drie secretarissen van Alphen, Ouds
hoorn en Aarlanderveen tot de liberate
partij hoorden, niet waar? Dat de raad
geen zin had, om één van deze heeren te
benoemen, was zoowel uit een practisch
als uit een politiek oogpunt alleszins ver-
klaarbaar. Maar, men kon die menschen
toch ook zoo maar niet de laan uitjagen.
Hoe redde de raad zich uit deze netelige
positie? Er worden sollicitanten opge
roepen voor de betrekking van gemeente
secretaris en er werd uit die sollicitanten
benoemd degene, die men het bekwaamst
en meest geschikt achtte, terwijl de drie
oud-secretarissen ieder aan 't hoofd kwa
men to staan van een afzonderlijke afdee-
ling op de secretarie. Ik zou zeggen: dat
was een heelc mooie oplossing van de
moeilijkheid. Vind jij ook niet?
De drie oud-secretarissen bleven in
rang aan elkaar gelijk, cn ze kregen bo
ven zich een chef, die voor zijn laak be
rekend was.
Nu leefde ik, en meer anderen met mij,
in de verbeelding dat het alles pais en
vree was en alles van een leien dakje
liep. Maar Ivces, jongen, wat werd ik ont
nuchterd, .toen ik hoorde, .wat er in de
laatste raadszitting gezegd was, door eetf
onzer anti-revolutionaire raadsleden!
Hij sprak aldus: „Een ernstige poging
tot bezuiniging zie ik niet; of ja, toch een,
namelijk een zoogenaamd voorstel-van D.
tot reorganisatie van de secretarie, doch
wat niet anders is dan een concept-veror
dening van B. en \V„ wat neerkomt op de
aanstelling van een chef ter secretarie,
vermindering van het aantal ambtenaren
met een paar, cn verlaging van salaris
van eenige en verhooging van salaris van
andere ambtenaren. En dat noemt men
dan een voorstel-van D. tot bezuiniging
ter secretarie! Wat zullen do ambtenaren
daarmee in hun nopjes zijn cn wat zal
dat de goede geest onder de ambtenaren
aankvveeken. M. d V., dat is nu een zui
nigheid, die de wijsheid bedriegt, waarvan
Lf ook in Uw nieuwjaarsrede sprak.
M. d. V. Als men op do secretarie be
zuinigen wil, of als men wil dat er een
goede geest hoerscht en daardoor meer
producticvcn arbeid verkregen, dat men
dan zichzelf herzie en dat men trachte
met elkaar in hetero vorstandilKXiding to
leven. Laten B. en W. geen vergaderin
gen met het een of ander raadslid houden
zonder secretaris; laat men op de secre
tarie niet aldoor piekeren hoe men zich''
zelf naar hoven cn een ander naar bene- -
den kan krijgen. Een goede samenwer
king zal meer in het belang der gemeen
te uitwerken, ook financieel, dan met het
zoogenaamde voorstel-van D. concept-
verordening zal verkregen worden"
Wat zeg jij daar nu van, Kees? Ik voor
mij vind, dat er uitdrukkingen in voorko
men, die een mensch met een normaio
dosis verstand heel wat te denken geven.
Oi£x antir. raadslid zal zeker wel meer
welen, dan hij. gezegd heeft. Maar waar
schijnlijk heeft hij bij zich zelf gedacht:
een goed verstaander heeft maar een half
woord noodig. Doch met meer dan een
half woord zegt hij. dat. er op do secretarie
geen goede verstandhouding heerscht. En
ook heeft hij het over een voorstel om
reorganisatie, over een chef ter secretarie,
over vermindering van 't aantal ambte
naren, over het conferecren van B. en W.
met een raadslid zonder den secretaris.enz
Ik begrijp het niet hcelemaal, Kees. Ik
heb altijd gehoord, dat we hier een uiterst
bekwam „chef ter secreLarie" hebben, n.l.
onzo gemeente-secretaris.
Hij is anti-revolutionair, dat is waar;
maar daarom kan hij toch wel voor zijn
werk berekend zijn, niet Kees? Nou, ik
weet liet zóo net niet, maar ik wil je wel
eerlijk zeggen, dat ik van liartc hoop. dat
onze raadsleden op hun qui-vivc mogen
zijn. Heb jij wel eens gehoord van ..poli
tieke slimmelingon", Kees? De uitdruk
king is, naar ik meen, van een liberaal
staatsman afkomstig. Maar bedoelde hij
daarmee zijn politieke vrienden of vijan
den? Ik vind het geen mooi woord en
kan moeilijk veronderstellen, dat hij zijn
geestverwanten er mee op 't oog had. Het
troost me echter, dat onzo raadsleden
hier politiek slim genoeg zijn om niet in
do eerste de beste politieke val te loopen;
dat ben je Zeker wel met me eens? Voor
dezo keer genoeg, Kees. Do groeten ook
aan je vrouw.
ARGUS.
-X-
FEUILLETON.1
IN BANGE DAGEN.
Verhaal uit 1870.
3)
Sommigen moonden, dat zij een van die
opgeruimde, oppervlakkige naturen was,
die te moei' tintelen en schitteren, omdat
zij zoo weinig diep zijn. Zolfs mijne lieve
moeder was daar- bevreesd voor. De stille
degelijkheid van haar eigen beminnelijk
gemoed maakte hot haar moeilijk een zoo
gansch anderen aarcl te begrijpen. Ik heb
echter nooit die opvatting gedeeld. Ik ge
loofde zeker, dat onder die bewogen opper
vlakte diepe, nog ongepeilde wateren ver
borgen lagen. Nina, lieve Ninal Nu weet
ik, dat ik goed gezien heb. Dat was de
ware Nina, als zij met zachte, vriendelijke
©ogen bij mijne moeder zat, of wanneer zij
met mij in het stille schemeruurtje ©en ver
trouwelijk gesprek had, en zij in hare ge
liefkoosde houding met het hoofd tegen
tmijne knie leunde. Bij zulke gelegenheden
Iclonk hare stem zoo zacht en welluidend
en wist zij zoo verstandig en liefdevol te
spreken, dat het bijna onmogelijk was in
haar hetzelfde meisje te herkennen, wier
stijfhoofdigheid mijn goedhartigen oom
'Louis zoozeer kon verdrieten, wier heftig
heid, opvliegendheid en behaagzioko lui-
men Leo zoo konden hinderon. Jegens mij-
no moeder was zij altijd lief, maar wio was
dat niet? Victor on Arnold deden ons al
len, ieder op zijn beurt, wel eens het ge
duld verliezen, maar nooit aan mijne moe
dor on Leo. Was ilc met Nina alleen dan
toondo zij zich gewoonlijk in Jjare ware ge
daante, al had ik overigens ook mijn deel
gehad van haro ongestadigheid. Van na
ture licht ontvlambaar, hartstochtelijk,
zeer vatbaar voor indrukken, was zij, door
haars vaders onbegrensde toegevendheid
en vertroeteling, in den wilde opgegroeid.
Geen wonder dus, dat het onkruid met de
bloemen weelderig opgeschoten was. Zij
was altijd gewoon geweest gehoor te ge
ven aan iedere opkomende gedachte, iodeTe
opwelling to voldoen, en geen ac.ht te
slaan op de gevoelens of verlangens van
anderen. Daarom moest zij gelouterd wor
den door het vuur der beproeving, opdat
het edel motaal zuiver en rein te voor
schijn zou kunnen komen. Zij is in dat rei-
nigingsvuur geweest en is er gelouterd uit
gekomen, en nu is haar karakter gestem
peld met het beeld van den Grooten Lou-
teraar.
Maar ik moet mij niet to lang bezig
houden met oen ieder in het bftzondor;
want als ik zoo voortging zouden deze
bladzijden niet veel anders bevatten dan
beschrijvingen van hen alleen. Voor mijn
oog en hart zou er bezwaarlijk iets liefe
lijkere of aan trekkelijkers te bedenken
zijn; maar het zou niet aan het doel be
antwoorden. Daarom zal ik nu niet stil
staan bij onzo dierbare, zalige moeder.
Woorden zijn toch niet bij macht© om uit
te drukken wat zij eigenlijk was; noch bij
onzen goeden lieven oom Louis, wiens op
geruimd gemoed niet terneergeslagen was
door eene groote teleurstelling in vroeger
jaren en door een lang, eenzaam leven;
noch bij Deo, onzon edelen, zorigzamen,
oudsten broeder, die van het oogenblik,
waarop wij do tijding ontvingen van den
dood mijn vaders, mama's steun en raads
man is geweest, en de voogd en hulp der
kinderen; noch bij August, den zachten,
ernstigen. nadenkenden, toekomstigen
priester, den heilige van de familie; noch
bij Victor, den vroolijken, blijhartigen
Victor, met zijn schitterende talenten en
onuitputtelijke bron van geestigo scherts;
noch bij den kleinen Arnold.
Don vorigen winter cn de daaropvol
gende lente waren wij allen bij olkander
thuis; een gelukkig, liefhebbend gezin.
Hoe goed herinner ik mij nog den heerlij-
kon Kersttijd. Hoe lief zijn mij do voor
geen goud to verruilen bewijzen van lief
de, mij den vorigen Nieuwjaarsdag met
teedere woorden van liefde on hoop gege
ven door bon, voor wie niot moer zulk een
dag zou aanbrkon. Maar voor hen zijn nu
dagen en jaren van geen belang meer. En
wellicht is het Gelukkig Nieuwjaar, dat
wij hen toen met vroolijke harten, onbe
wust van do dingen,die komen zouden, toe-
wenschten, nu voor hen aangebroken.
Wellicht! Ach. wanneer zal ik dc oude
ketenen af werpen en opwaarts stijgen in
den helderen zonneschijn van geloof en
vrede? Oudo gewoonten zijn ook sterk,
vroegere» denkwijzen on gevoelens zoo
machtig. Soms schijnt mijn hart nog ge
bonden te zijn door do leerstellingen van
het oudo, nevelachtige geloof. Alleen dan,
wanneer ik in" den vrijen, zuiveren atmo6-
pheer des Evangelies adem onder samon-
sprekingen met hen, die altijd staan in de
vrijheid waarmede Christus ons vrijge
maakt heeft, of wanneer ik de eenvoudige,
en toch zoo veel omvattende bladzijden
van het Boek des Levens opsla, of in de
eenzaamheid nederzit aan Jezus' voeten,
voelt mijn hart zich eerst werkelijk vrij,
Ik vrees, dat ik nog lang niet alle6 be
grijp, of de dingen goed inzie. Een ding
echtor is er waar ik op vertrouw en waar
ik rust in vind; de vrije genade God» in
Jezus Christus, het volbrachte werk aan
het Kruis, dat vroeger zulk een onbepaal
de gedachte voor mij was. Do liefdekoor
den, die mijn afgedwaald hart zoo zacht,
zoo stil, zoo onweerstaanbaar getrokken
hebben tot het reine, liefdevolle Hart, dat
op zoo verschrikkelijke wijze aan datzelf
de kruis tot stilstaau gebracht werd, kun
nen door niets tor wereld verbrokon wor
den; want zij zijn geweven door do eeuwi
ge liefdo, die geen verandering kont of
schaduw van omkeering, maar tot in alle
eeuwigheid zal voortduren.
Ja, eeuwige liefde. Do woorden moeten
altijd het rustanker zijn voor mijne ziel,
een boodschap van God aan mij, overge
bracht door stervende lippen, door hen,
wier voeten weldra do eeuwige kust zouden
betreden, na de diepe, donkere watoren. te
zijn doorgegaan.
HOOFDSTUK II.
Dc wolken pakken zich samen.
Als ik nu terugzie op dc eerste maanden
van 1879, dan bevreemdt het mij wel, dat
do vreeselijke gebcurtenisson, dio met cen
tenaarsgewicht niot alleen op bepaald©
personen, maar op eeno geheele natio zou
den drukken, geen donkerder schaduw go-
worpeu hebben op ons rustig pad.
Het is waar, er was genoeg ontevreden
heid en gisting in Parijs, om nadenkende
gemoedoren opmerkzaam te maken op het
verontrustendo feit, dat wij met zorgoloo-
zen tred on effen voorhoofd over do dunne
aardlaag voort wandelen, die een rooken
den vulkaan bodokto, waarvan'men ioder
oogcnblilc eono uitbarsting mocht verwach
ten,
(Wordt vervolgd.)