Tweede Blad. Woensdap 28 December 1921 Uit de Pers. Ergerlijke misleiding. De Standaard vestigt de aandacht op een zoo oneerlijke voorstelling van do N. R. Crt., inzake de aan do Bat. Petr. Mij. in Iindië op te leggen belastingen, dat oen .correctie niet mag achtenvege blijven. Dat artikel toch doei het aan het slot voorkomen, alsof de Minister vait Kolo niën zou we igor en van de oliemaat schappij een bijdrage te vorderen op den zelfden voet als van de andere groote pndernemingen in Indië. Dit is een door en door mis leidende voorstelling niet alleen, het is een pertinente on waarheid. Zelfs is precies het omgekeerde het geval als hier gezegd wordt. De ondernemingen in Indië worden alle getroffen door dezelfde belas ting op de w i n 8 t cn de extra- winst. Daarnevens zijn ingevoerd eenige s p o c i a 1 e belastingen, die ge lieven worden naast de winstbelas tingen. Voor de suikerindustrie en voor eenige andere industrieën worden die specialo bealstingen verrekend met de extra-winstbelasting, d.w.z. de opbrengst van do speciale belasting wordt in minde ring gebracht va# de te betalen extra- winstbelasting, en indien de eerste hoo- ger mocht zijn dan de laatste, wordt het hoogste van de twee bedragen alleen ge lieven, m.a.w. wordt het bedrag dat vol gens do extra-winstbelasting betaald zou moeten worden, niet aan 's Lands schat kist afgedragen. De Petroleumindustrie vormt een u i t- 7,ondering op dien regel.. Zij is onder worpen aan een speciale belasting, n.l. het uitvoerrecht, maar mag deze niet in mindering brengen van de extra winstbe lasting. Is de speciale belasting hoo- ger dan de extra-winstbelasting, dan moet deze toch worden voldaan. M. a. w. de Petroleumindustrie betaalt beide belas tingen, de overige industrieën alleen de hoogste van de twee. Dat noemt de N. Ro 11. Cr t. dan de weigering van den Minister om van de oliemaatschappijen een bijdrage te vor deren op denz«vlfden voot als van de an dere groote ondernemingen in Indië. De strekking dier onjuiste voorstelling kan geen andere zijn dan om den Minister te beschuldigen, dat hij de Petroleumindus trie wil bevoordeel en. Daartegenover staat het feit, dat de Regcering de Pe troleumindustrie in een ongunsti ger positie plaatst dan de andere groote Indische ondernemingen. liet is daartegen en daartegen alleen dat 'de Petroleumindustrie is opgekomen. .En naar ons oordeel terecht. Het gaat hier niet om de'grootte van het bedrag dat betaald moet worden, maar het gaat om de vraag of het recht is dat de een anders wordt behandeld dan do ander. We zijn in Nederland allen onderworpen aan dezelfde belastingwetten. Hoe zou men het vinden, wanneer er nu morgen een wet werd uitgevaardigd, waarbij allo menschen wie? namen met een A beginnen, aan de specialo belasting werden onderworpen, op te brengen naast en boven hetgeen krach tens de voor allen geldende wet moet wor den opgebracht. Wij meencn dat dit zelfs door dó „N. R. Crt." zou worden afgekeurd Om niets anders behoort het in dit ge ding te gaan dan om de rechtsvraag en bm het belang van Indië. Dat belang is er niet mee gediend, wanneer speciale industrieën aan speciale belastingen worden onderworpen. Indië is voor zijn ontwikkeling afhankelijk van kapitaal, dat van buiten Indië moet ko men. Wanneer de Regeering nu deze, dan gene industrio uitpikt om te worden be last boven hetgeen krachtens de al- gemeeno belastingwetten moet worden Voldaan, dan is het klaar als de dag, dat op den duur het kapitaal zijn vertrouwen in Indischo ondernemingen verliest. Wan neer im het belastingstelsel de wille keur gaat heerschen in plaats van het r e c h t-, dan zal de ontwikkeling van Indië daaronder in de eerste plaats lijden. Wij zijn niet doof voor het argument, ook door de „N. R. Crt." aangevoerd, dat do mijnbouw in het algemeen, dus niet alleen de Petroleumindustrie, waarde aan den bodem onttrekt, maar een redres hier voor zoo men dat noodig acht moet niet gezocht worden in de belasting-wet geving, doch in de mijn-wetgeving. Daar voor dient de betaling van den cijns. Dat die cijns in Indië niet hoog is, is juist, maar do bestaande concessies zijn op dien voet verleend geworden en voor volgende kan men hem verboogen. Daarom ook het Djambi-contract, waarbij de Staat zich be langrijke extra voord eelen bedongen heeft. Buitendien, ook bij do beoordeeling van dit argument moet men voorzichtig zijn. De mijnbouw onttrekt waarde aap den bodem, maar iets dat alleen waarde krijgt, indien het, met behulp van kapitaal en arbeid, boven dezen grond wordt ge bracht. Zoolang het in den grond blijft, is het waardeloos en wat feitelijk plaats grijpt is dus, dat men een waardeloos pro duct. omzet in een waardevol. Op het geschil tusschen Regeering en Bataafscho gaan wij niet verder in. Het was er ons alleen om te doen de onwaar achtigheid van do voorstelling van de „N. R. Crt." in het licht te stellen. Do Petroleumindustrie wordt niet b e- voordeeld ten opzichte van andere industrieën, maar benadeeld. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. To Rotterdam, vacatur o-van Dorr): H. A. Loenmans Jr. te Bodegraven(va- caturo-Ten Kato): G. Venoma to Koudum. Beroopon. To Driesum: B. v. d. Wal te Barnoveld; te Hindeloopen: M. C. Slotomakar do Bruine, cand. to Utrocht. Bedankt. Voor Ommelandcnvijk-Zmdwen- iiDg (toez)J. C. Koningsberger to Bergent- lieim. GEREF. KERKEN. A c h 11 b L To Doift (3o prcd..plaats) H. Brouwer H.Mzn. te Heemstede; P. C. de Bruijn to Oudewater; Dr. S. P. Doo to Dwingeloo: C. J. Hakman te Drachten; K. Schilder to Got in ch orn J. Visscber to Hi.il r a rd; E. J. Wientjta te Oudshoorn; IJ. van der Zeo to Niouw-Von- nep. Tweetal. To Wijckel en Balk: M. A. van Pernis to Schoon rowoord en J. Bolnian te Sehofc- tens. Aangenomen. Naar Fijnaart: J. Meijer cand. te Kampen; naar Putten op de Voluwe: R. van Reenen te Wons. Bodankt. Voor Haastrecht, Glancrbrug, Blokzijl, Brouwershaven, Spijkenieso, Oostorend op Texol, Nederhorst den Berg, Britsum, Wesfc- Icapolle en Domburg, Zoutkamp en Oostkapelle: J. Meijer, cand. te Kampen; voor Woudsend: R._ van Reenen to Wons, GEREF. GEMEENTEN. Bodankt. Voor Grand-Rapids (N.-Ameri ka) J. Fraanje te Barncvcld. C1IR. GEREF. KERK. Bodankt. Voor Hoogovoen: II. Visser te Leeuwarden. Monument Da. Meiners. Zaterdag is onder enormo belangstelling een monument onthuld op het graf vau wijlen da. Moiners, in leven predikant bij do Ned. Horv. Gem. to Amersfoort cn tevens veldprediker. Er werden toespraken gehouden en veel bloemstuk ken neergelegd. De Etliifchcn aan het roer. In het confessioneel weekblad de „Gerefor meerde Kerk" schrijvend over do verkiezingen in de Nod. Horv. Gem. te Amsterdam, wijt Ds. C. A. Lingbeolc do nederlaag dej; confessioneelcu hieraan, dat allengs onder lion do oendracht en do liefde verdwenen zijn. Het eind hiervan, al dus do schrijver, „is dat nu, na vijftig jnren, de öthischen in Amstordam aan hot roer schij nen te zullen komen." „Voor ditmaal", aldus Ds. Lingbeok vorder, „zullen wij or alleen dit van zeggen, evenals voor don afzonderlijken Christen, is ook voor do vrienden der waarheid een tijd van druk wel eens noodig. In tijden van voorspoed worden wij, confcs- sioneelen, licht zelïgenoogzaam en hard en par tijdig oordeelende en betweterig en kittel achtig van gehoor. Hoedemaker sprak van do „knabbelhouwers", menschen die „nooit genoeg peper cn zout in hot otcu" ontvingen en altijd hunkerden naar nog sterkere 6pijzcn" (ook een ziiektcvorschijnsol zie Numcri XI!). Maar in den druk, als de waarheid schaarsch wordt, dan wordt zo weer op prijs gesteld. Moge do tegenspoed voor de confession eel en in onze hoofdstad zulk" een goede uitwerking hebben. Dan worden zij er door,gezift, gelou terd cn onderlipg veroeiygd. Uit wat vcriias Bcheen, spruit dan gewin voort. En dengenen, die God liefhebben, zullen alle dingen medewer» kon ton goodo." Conforentie voor Gereformeerden Jeugöarbeid. Do Conferentie voor Gereformeerden Jeugdar- beid, waartoe op do samenkomst to Utrecht van den 6cn Sept. 1.1. besloten word, zal D. V. Woensdag 11 Januari aa. worden gehouden to Utrecht in liet Gebouw voor Kunsten en We-* tenschappen. Behalve dat gepoogd zal worden tot de oprichting van een Centrale voor Jeugdar- beid te geraken, waarvoor do concept-regeling roede aan do betrokken organisaties is toege-i zonden, zullen daar eon tweetal belangrijke on derwerpen worden ingeleid, door het Tweede-Ka merlid J. Schouten cn Prof. Dr. G. Ch. Aalders. De eerste zal behandelen hot vraagstuk van „Overheidssteun voor den jeugdarbeid, in den ruimsten zin" fdus niet alleen de subsidie-kwas- tie)terwijl prof. Aalders zal spreken over: „Onze principieelo en organisatorische houding ten opzichte van do lichamolijko opvoeding on de ontspanning.'* Voor hen, dio aan doze confercntio wensclien deel te nemen, zijn op aanvrage kaarten ver krijgbaar ad f0.50 bij het bondbureau van den Ned. Bond van Jongelingenvereenigingen op Go re f. Grondslag to Amersfoort. Opheffing openbare school. Het hoofd der openbare lagere school to Hoog (Wijnmbr.) vraagt met ingang van 16 Moi a.8. wegens hoogen leeftijd e. v. ontslag als zooda nig. Aangezien te Heeg het aantal leerlingen op de openbare school geslonken is tot vijf, stellen B. en W. voor mot ingang van dien datum do school to sluiten. Opleiding onderwijzers. Bij K. B. is vastgesteld hot bedrag der rijles- bijdrage, welko aan gom. ©n bijz. norinaalles3on en aan hoofden van scholen zal worden ver leend voor elk van do personen, door hen in den loop van 1922 tor opleiding van onderwijl zers aangonomen, nadat dezen in den loop van 1924 of later do akto, bedoold in art. 77, onder a, der wet lot regeling van het 1. o. van 1878 zullen hebben verkregen: le. voor hen, di© bij gom. of bijz. normaal lessen zijn opgeleid: gedurende ten minste two© jaren f 500, gedurende ten minste drie jaren f 750, gedurende ten minste vier jaren f 1000: 2e. voor hen, dio door hoofden van scholen zijn opgeleid: gedurende ten minste twee jaron f 200, gedurende ten minste drio jaren f 250, gedurende ton minste vier jaren f 300. Op do onder I vermelde rijksbijdrage bestaat in 1922 ook aanspraak voor do opleiding tot onderwijzer van do kwcokelingen, die in 1917, 1918, 1919 on 1920 zijn aangenomen of voor de berekening van do rijksbijdrage geacht word?n in een dezer jaren to zijn aangenomen. Uit het Sociale Leven. Staking in de Metaal-industrie. Voor Donderdag a.s. worden de leden van de vijf samenwerkende organisaties in de metaalindustrie opgeroepen om hun stem uit te brengen voor de voorstellen van den metaalboi.d van de commissie'van tien of voor verlenging van den strijd. Teneinde do stakers op do hoogte te bren gen van den huidigen stand van het con flict zullen hoofdbestuurders van do ver schillende organisaties in deze vergaderin gen het woord voeren. Ter voorlichting werd echter gisteren ook een manifest verspreid, onderteekend door do commis sie van tien uit de samenwerkende orga nisaties in de metaalindustrie. We lezen in dit manifest, dat we kun nen beschouwen als het advies dier com missie, o.m. het volgende: „Zoo u bekend kan zijn, hebben door bemiddeling van den Burgemeester van Rotterdam besprekingen plaats gehad tus schen d^n Metaalbond en onze Commissie van Tien. Het resultaat van die besprekingen is betrekkelijk gering.* Wel hebben do werk gevers vooraf erkend, dat overleg met de arbeidersorganisaties noodig is. Op zichzelf is dat een feit van bcteeke- nis. Ook do verklaring, dat voortaan geen loonswijzigingen zullen plaats hebben vooraleer overleg is gepleegd, is van groo te waarde. De werkgevers bleken echter niet be reid om in de plaats van loonsverlaging van 10 opvoering der productie met 10 te aanvaarden. De eenige concessie waartoe zij bereid zijn, is, dat de loonsverlaging van „min stens" 10 Vc, zal worden veranderd in „hoogstens" 10 c/o en dat tot 1 Februari a.s. de loonsverlaging de helft van deze bedragen zal zijn. Hoewel niet ontkend lean worden, dat deze toezegging van moreel en voor meer deren van financieel belang is, wij achten alles te zamen toch niet voldoende ora te adviseeren daarop den arbeid te hervat ten. Vooral kunnen wij dat niet, omdat thans do eisch gesteld wordt, dat de loonsverlaging voor het geheele land zal moeten worden aanvaard, dus ook voorde plaatsen, waar nog geen loonsverlaging is aangekondigd. Do werkgevers maken daar door de beslissing nog moeilijker. Aangezien we ecnerzijds geen vrijheid konden vinden deze voorstellen van de werkgevers to aanvaarden en bij U aan te bevelen, doch anderzijds ons ook niet gerechtigd achtten ze zonder meer af te wijzen, na een strijd van ongeveer 8 we ken, hebben wij gemeend, in het belang van een spoedige beëindiging van het con flict een ander voorstel bij den Metaal- bond in te dienen, dat, do omstandigheden in aanmerking -genomen, beter aativaard- baar zal zijn. Wij hebben daarbij rekening to houden met het feit dat aan ons en uw uithou dingsvermogen grenzen zijn; dat de sta king niet eeuwig kan duren; dat aan een oplossing, voordat de staking zou kunnen verloopen of onorganisatorisch zou moe ten worden opgeheven, moet worden me degewerkt. Het standpunt innemen: alles of niets, achten wij niet in overeenstem ming met het belang der betrokken ar beiders. Noodgedrongen voelen wij ons daarom verplicht het door ons gedane voorstel ter aanvaarding krachtig bij u aan tc bevelen. Indien gij met ons van meening zijt, dat een ernstige pogiDg moet worden gedaan om dit resultaat te verwezenlijken en zoo noodig daarvoor den strijd voort, te zetten, dan stemt gij vóór het voorstel van de Commissie van Tien. A.s. Vrijdag wordt do uitslag der stem ming bekend gemaakt. Uit do combinatie. Het bestuur van de Landelijke Federatie van Metaalbewerkers meldt, dat naar aan leiding van liet besluit van Commissie van Tien, met betrekking tot het bij den Me taalbond ingediendo tegenvoorstel, van de vier andere organisaties waardoor offi cieel het beginsel der loonsverlaging is aanvaard, de federatie uit de combinatie is getreden. Do verplichtingen, voortvloeiende uit het besluit met betrekking lot den steun voor ongeorganiseerden door de combina tie genomen, zullen door de federatie wtot het cindo der staking worden nagekomen. Het personeel van de N.V. J. Meyer's Scheepsbouw-maatsohappij to Leeuwen heeft de loonsverlaging aanvaard. Allen zijn gaan werken. Brieven uit Alphen. I. Besle Kees! Wat gaat de tijd (ocli snel! Het lijkt me toe, alsof het nog maar eenige maan den geloden is, dat. jo van hier vorhuisde naar je tegenwoordige woonplaats, en het is al zooveel jaren. Jongen, wat denk ik vaak met genoegen terug aan den tijd, toen jo hier woonde en wc samen nog al eens bij elkaar kwamen. Dat jij Alphen en do vrienden hier ook niet vergelen bent, bleek mo duidelijk uit je brief. Ik kan het zeer goed begrijpen, dat jo zoo af en toe wel eens wilt hooren, lioo het hier gaat en wat hier voorvalt. Aan jo ver zoek, om je van tijd tot tijd een brief te zenden, en je zoodoende op do hoogte to hemden met de Alphensclie toestanden en gebeurtenissen, wil ik dan ook gaarne vol doen. Deze eerste brief moge als bewijs van mijn goedeu wil gelden.I Wanneer jo precies verhuisd bent, her inner ik mo niet. racer, 't Was, dunkt me, echter nog vóór de vereeniging van de drie gemeenten Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen plaats had, is 't niet? Die samensmelting heeft natuurlijk in meer dan één opzicht veranderingen aange bracht; veranderingen, die je misschien wel wilt weten. Een der eerste gevolgen van do ver eeniging was het krijgen van een nieuwe gemeenteraad. Zooals jo wel begrijpen zult, was de meerderheid bij ons: van de 15 raadsleden bracht „de coalitie" er 12 in, terwijl dc liberalen zich mot 3 zelols moesten tevreden stellen. Do keuze voor een burgemeester werd de Regeering niet moeilijk gemaakt; die van oud-Alphen was eigenlijk de eenige, die in aanmerking kwam en die werd dan ook benoemd. NieC zoo makkelijk stond de kwestie van des, gemeente-secretaris. Jij weet nog wel, hoa alle drie secretarissen van Alphen, Ouds hoorn en Aarlanderveen tot de liberate partij hoorden, niet waar? Dat de raad geen zin had, om één van deze heeren te benoemen, was zoowel uit een practisch als uit een politiek oogpunt alleszins ver- klaarbaar. Maar, men kon die menschen toch ook zoo maar niet de laan uitjagen. Hoe redde de raad zich uit deze netelige positie? Er worden sollicitanten opge roepen voor de betrekking van gemeente secretaris en er werd uit die sollicitanten benoemd degene, die men het bekwaamst en meest geschikt achtte, terwijl de drie oud-secretarissen ieder aan 't hoofd kwa men to staan van een afzonderlijke afdee- ling op de secretarie. Ik zou zeggen: dat was een heelc mooie oplossing van de moeilijkheid. Vind jij ook niet? De drie oud-secretarissen bleven in rang aan elkaar gelijk, cn ze kregen bo ven zich een chef, die voor zijn laak be rekend was. Nu leefde ik, en meer anderen met mij, in de verbeelding dat het alles pais en vree was en alles van een leien dakje liep. Maar Ivces, jongen, wat werd ik ont nuchterd, .toen ik hoorde, .wat er in de laatste raadszitting gezegd was, door eetf onzer anti-revolutionaire raadsleden! Hij sprak aldus: „Een ernstige poging tot bezuiniging zie ik niet; of ja, toch een, namelijk een zoogenaamd voorstel-van D. tot reorganisatie van de secretarie, doch wat niet anders is dan een concept-veror dening van B. en \V„ wat neerkomt op de aanstelling van een chef ter secretarie, vermindering van het aantal ambtenaren met een paar, cn verlaging van salaris van eenige en verhooging van salaris van andere ambtenaren. En dat noemt men dan een voorstel-van D. tot bezuiniging ter secretarie! Wat zullen do ambtenaren daarmee in hun nopjes zijn cn wat zal dat de goede geest onder de ambtenaren aankvveeken. M. d V., dat is nu een zui nigheid, die de wijsheid bedriegt, waarvan Lf ook in Uw nieuwjaarsrede sprak. M. d. V. Als men op do secretarie be zuinigen wil, of als men wil dat er een goede geest hoerscht en daardoor meer producticvcn arbeid verkregen, dat men dan zichzelf herzie en dat men trachte met elkaar in hetero vorstandilKXiding to leven. Laten B. en W. geen vergaderin gen met het een of ander raadslid houden zonder secretaris; laat men op de secre tarie niet aldoor piekeren hoe men zich'' zelf naar hoven cn een ander naar bene- - den kan krijgen. Een goede samenwer king zal meer in het belang der gemeen te uitwerken, ook financieel, dan met het zoogenaamde voorstel-van D. concept- verordening zal verkregen worden" Wat zeg jij daar nu van, Kees? Ik voor mij vind, dat er uitdrukkingen in voorko men, die een mensch met een normaio dosis verstand heel wat te denken geven. Oi£x antir. raadslid zal zeker wel meer welen, dan hij. gezegd heeft. Maar waar schijnlijk heeft hij bij zich zelf gedacht: een goed verstaander heeft maar een half woord noodig. Doch met meer dan een half woord zegt hij. dat. er op do secretarie geen goede verstandhouding heerscht. En ook heeft hij het over een voorstel om reorganisatie, over een chef ter secretarie, over vermindering van 't aantal ambte naren, over het conferecren van B. en W. met een raadslid zonder den secretaris.enz Ik begrijp het niet hcelemaal, Kees. Ik heb altijd gehoord, dat we hier een uiterst bekwam „chef ter secreLarie" hebben, n.l. onzo gemeente-secretaris. Hij is anti-revolutionair, dat is waar; maar daarom kan hij toch wel voor zijn werk berekend zijn, niet Kees? Nou, ik weet liet zóo net niet, maar ik wil je wel eerlijk zeggen, dat ik van liartc hoop. dat onze raadsleden op hun qui-vivc mogen zijn. Heb jij wel eens gehoord van ..poli tieke slimmelingon", Kees? De uitdruk king is, naar ik meen, van een liberaal staatsman afkomstig. Maar bedoelde hij daarmee zijn politieke vrienden of vijan den? Ik vind het geen mooi woord en kan moeilijk veronderstellen, dat hij zijn geestverwanten er mee op 't oog had. Het troost me echter, dat onzo raadsleden hier politiek slim genoeg zijn om niet in do eerste de beste politieke val te loopen; dat ben je Zeker wel met me eens? Voor dezo keer genoeg, Kees. Do groeten ook aan je vrouw. ARGUS. -X- FEUILLETON.1 IN BANGE DAGEN. Verhaal uit 1870. 3) Sommigen moonden, dat zij een van die opgeruimde, oppervlakkige naturen was, die te moei' tintelen en schitteren, omdat zij zoo weinig diep zijn. Zolfs mijne lieve moeder was daar- bevreesd voor. De stille degelijkheid van haar eigen beminnelijk gemoed maakte hot haar moeilijk een zoo gansch anderen aarcl te begrijpen. Ik heb echter nooit die opvatting gedeeld. Ik ge loofde zeker, dat onder die bewogen opper vlakte diepe, nog ongepeilde wateren ver borgen lagen. Nina, lieve Ninal Nu weet ik, dat ik goed gezien heb. Dat was de ware Nina, als zij met zachte, vriendelijke ©ogen bij mijne moeder zat, of wanneer zij met mij in het stille schemeruurtje ©en ver trouwelijk gesprek had, en zij in hare ge liefkoosde houding met het hoofd tegen tmijne knie leunde. Bij zulke gelegenheden Iclonk hare stem zoo zacht en welluidend en wist zij zoo verstandig en liefdevol te spreken, dat het bijna onmogelijk was in haar hetzelfde meisje te herkennen, wier stijfhoofdigheid mijn goedhartigen oom 'Louis zoozeer kon verdrieten, wier heftig heid, opvliegendheid en behaagzioko lui- men Leo zoo konden hinderon. Jegens mij- no moeder was zij altijd lief, maar wio was dat niet? Victor on Arnold deden ons al len, ieder op zijn beurt, wel eens het ge duld verliezen, maar nooit aan mijne moe dor on Leo. Was ilc met Nina alleen dan toondo zij zich gewoonlijk in Jjare ware ge daante, al had ik overigens ook mijn deel gehad van haro ongestadigheid. Van na ture licht ontvlambaar, hartstochtelijk, zeer vatbaar voor indrukken, was zij, door haars vaders onbegrensde toegevendheid en vertroeteling, in den wilde opgegroeid. Geen wonder dus, dat het onkruid met de bloemen weelderig opgeschoten was. Zij was altijd gewoon geweest gehoor te ge ven aan iedere opkomende gedachte, iodeTe opwelling to voldoen, en geen ac.ht te slaan op de gevoelens of verlangens van anderen. Daarom moest zij gelouterd wor den door het vuur der beproeving, opdat het edel motaal zuiver en rein te voor schijn zou kunnen komen. Zij is in dat rei- nigingsvuur geweest en is er gelouterd uit gekomen, en nu is haar karakter gestem peld met het beeld van den Grooten Lou- teraar. Maar ik moet mij niet to lang bezig houden met oen ieder in het bftzondor; want als ik zoo voortging zouden deze bladzijden niet veel anders bevatten dan beschrijvingen van hen alleen. Voor mijn oog en hart zou er bezwaarlijk iets liefe lijkere of aan trekkelijkers te bedenken zijn; maar het zou niet aan het doel be antwoorden. Daarom zal ik nu niet stil staan bij onzo dierbare, zalige moeder. Woorden zijn toch niet bij macht© om uit te drukken wat zij eigenlijk was; noch bij onzen goeden lieven oom Louis, wiens op geruimd gemoed niet terneergeslagen was door eene groote teleurstelling in vroeger jaren en door een lang, eenzaam leven; noch bij Deo, onzon edelen, zorigzamen, oudsten broeder, die van het oogenblik, waarop wij do tijding ontvingen van den dood mijn vaders, mama's steun en raads man is geweest, en de voogd en hulp der kinderen; noch bij August, den zachten, ernstigen. nadenkenden, toekomstigen priester, den heilige van de familie; noch bij Victor, den vroolijken, blijhartigen Victor, met zijn schitterende talenten en onuitputtelijke bron van geestigo scherts; noch bij den kleinen Arnold. Don vorigen winter cn de daaropvol gende lente waren wij allen bij olkander thuis; een gelukkig, liefhebbend gezin. Hoe goed herinner ik mij nog den heerlij- kon Kersttijd. Hoe lief zijn mij do voor geen goud to verruilen bewijzen van lief de, mij den vorigen Nieuwjaarsdag met teedere woorden van liefde on hoop gege ven door bon, voor wie niot moer zulk een dag zou aanbrkon. Maar voor hen zijn nu dagen en jaren van geen belang meer. En wellicht is het Gelukkig Nieuwjaar, dat wij hen toen met vroolijke harten, onbe wust van do dingen,die komen zouden, toe- wenschten, nu voor hen aangebroken. Wellicht! Ach. wanneer zal ik dc oude ketenen af werpen en opwaarts stijgen in den helderen zonneschijn van geloof en vrede? Oudo gewoonten zijn ook sterk, vroegere» denkwijzen on gevoelens zoo machtig. Soms schijnt mijn hart nog ge bonden te zijn door do leerstellingen van het oudo, nevelachtige geloof. Alleen dan, wanneer ik in" den vrijen, zuiveren atmo6- pheer des Evangelies adem onder samon- sprekingen met hen, die altijd staan in de vrijheid waarmede Christus ons vrijge maakt heeft, of wanneer ik de eenvoudige, en toch zoo veel omvattende bladzijden van het Boek des Levens opsla, of in de eenzaamheid nederzit aan Jezus' voeten, voelt mijn hart zich eerst werkelijk vrij, Ik vrees, dat ik nog lang niet alle6 be grijp, of de dingen goed inzie. Een ding echtor is er waar ik op vertrouw en waar ik rust in vind; de vrije genade God» in Jezus Christus, het volbrachte werk aan het Kruis, dat vroeger zulk een onbepaal de gedachte voor mij was. Do liefdekoor den, die mijn afgedwaald hart zoo zacht, zoo stil, zoo onweerstaanbaar getrokken hebben tot het reine, liefdevolle Hart, dat op zoo verschrikkelijke wijze aan datzelf de kruis tot stilstaau gebracht werd, kun nen door niets tor wereld verbrokon wor den; want zij zijn geweven door do eeuwi ge liefdo, die geen verandering kont of schaduw van omkeering, maar tot in alle eeuwigheid zal voortduren. Ja, eeuwige liefde. Do woorden moeten altijd het rustanker zijn voor mijne ziel, een boodschap van God aan mij, overge bracht door stervende lippen, door hen, wier voeten weldra do eeuwige kust zouden betreden, na de diepe, donkere watoren. te zijn doorgegaan. HOOFDSTUK II. Dc wolken pakken zich samen. Als ik nu terugzie op dc eerste maanden van 1879, dan bevreemdt het mij wel, dat do vreeselijke gebcurtenisson, dio met cen tenaarsgewicht niot alleen op bepaald© personen, maar op eeno geheele natio zou den drukken, geen donkerder schaduw go- worpeu hebben op ons rustig pad. Het is waar, er was genoeg ontevreden heid en gisting in Parijs, om nadenkende gemoedoren opmerkzaam te maken op het verontrustendo feit, dat wij met zorgoloo- zen tred on effen voorhoofd over do dunne aardlaag voort wandelen, die een rooken den vulkaan bodokto, waarvan'men ioder oogcnblilc eono uitbarsting mocht verwach ten, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5