Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
ÏH LUIDE» EN BUITEN UïiUtfS
WAAR AGSaISK GEVESTIGD ZUS 1
PEB KWARTAAL
PER WEEKI0J9
ÏKANCO PER POST PER KW AST A AL «KM
2de JAARGANG. - VRIJDAG 18 NOVEMBER 1921 - No. 499
ADVERTENTIE-PRIJS
PEK GEWONE BEGEL10J21/1
DES ZATESDAGS |0*Ö
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TA RIED
KLEINE ADVERTENTIES vmii boogsinu j:'
60 voordat 60 eest: Zaterdag 75 «et,
Ö- feij voc>raR?ie$sIiES -s
Dit nummer bestaat uit twee bladen
STADSNIEUWS.
FEESTAVOND CHE. MIL. TEHUIS.
Gisteravond had in de Stadsgehoorzaal
alhier, een propagandavergadering plaats,
georganiseerd door het bestuur vail hot Chr
Militair Tehuis in samenwerking met bur
ger- en militair „Pro Rege" en de C.O.V.
Do opkomst was redelijk goed en stellig
boven verwachting, gezien de slechte kaar-
tenverkoop.
De heer A. Mulder opende de vergade
ring met het laten zingen van Psalm 75
vers 1, waarna hij voorging in gebed en
een kort openingswoord sprak.
Het was voor spr. "een aangename taak
namens de drie s amen werken do besturen
deze vergadering te openen en alle aan
wezigen welkom te heeten, maar zijn vreug
de was niet onvermengd, wanneer hij de
hiaten in de zaal beschouwde.
Maar hij was verheugd, dat althans de
aanwezigen door hun tegenwoordigheid
blijk gaven van medeleven in den arbeid,
ten bate van onze jongens. En dit blijk van
sympathie geeft het Bestuur weer moed.
Burgemeester de Gijselaar kon tot zijn
leedwezen door afwezigheid niet tegenwoor
dig zijn, terwijl bovendien zijn gezondheids
toestand nog niet gehool in orde is, maar
waar de burgemeester verhinderd is, ap
precieerde spr. ten zeerste de tegenwoordig
heid van den waarn. burgemeester, den heer
Pora, die wel zoo vriendelijk is hom te wil
len vervangen. 'Laten we God bidden, dat
Hij onzen loco-biirgemeester binnenkort
weer van zijn zware taak ontheffe en dat
Jonkheer de Gijzelaar het moeiljik bestuur
der stad weer op zich moge nemen.
Het bestuur van het Mil. Tehuis meende,
dat het noodig was om de Leidsohe burgerij
er <o herinneren, dat er militairen in
ijn en dat we hun geestelijke belan-
gr ol mogen veronachtzamen.
In 1914, toen er gevaar dreigde, liep men
over van liefde en medelijden en deernis
voor de jonge landsverdedigers, maar nu
'het gevaar geweken schijnt, waar blijft nu
de dank?
Men vergeet nu. dat we andermaal wor
den bedreigd, door vijanden, die i n ons
ons midden zijn. Bedenkt dit, door den
arbeid onder onze jongens te blijven geden
ken en steunen, helpen we ons Vaderland en
onze geliefde Koningin.
Na een langdurig en hartelijk applaus
zongen alle aanwezigen staande het eerste
couplet van ons cude Wilhelmus.
Het welbekende strijkensemble „Bobette"
bracht nu op werkelijk voortreffelijke wijze
een marsch ten gehoore, die door een wel
verdiend applaus gevolgd werd.
Do Andante Cantabile, die hierop volgde
was zoo mogelijk, nog beter. Bobotte heeft
'dezen avond zijn ouden roem gehandhaafd
Do leerlingen der Zeevaartschool, die nu
al fluitende het podium opmarcheerden, ga
ven een stukje gymnastiek ten beste, dat
gezien mocht worden en zonder e enige
hapering werd uitgevoerd. Daverend ap
plaus beloonde de kranige jongons voor
hun mooie praestatie.
Na oen tweeden, eveneens keurigen
marsch van „Bobette", gaf de heer Muidel
het woord aan den heer W. H o g e w e g,
van den Haag, die het woord zou voeren
over: „Frisch. vroolijk, vrij".
Do heer Ho se weg, zijn rede aanvangen
de, zeide een klein stukje van het werke
lijke soldaten-leven te willen toelichten,
daar do burgerij van Leiden daarmee, en
met den arbeid van een Chr.- Mil. Tehuis
weinig op do hoogte bleek te zijn, anders
zou het bestuur niet met een financieel, te
kort hoeven te worstelen.
Hoe komt het, dat een jongeman, die in
jeugdige frischheid naar 't leger ging, daar
niet zoo vandaan komt. We zijn 6poedig
geneigd dit aan de autoriteiten te verwijten,
en de jongemannen en ons zelf niet de
schuift- te geven.
Waarom blijven ze niet frisch?
Velen, die mee werkelijke liefde voor het
Vaderland in dienst treden, vindon zich zelf
terug, vooral do eerste dagen, in een abso
luut vreemde, omgeving. Natuurlijk, het
commando is geen liefdewoord, en dan voor
al het gevloek en de onzedelijke taal, enz
En,hoewel hij met goede voornemens kwam
het wordt te geweldig voor hem. Natuurlijk
zulke dingen zijn er in 't burgerleven ook,
maar in dienst zijn ze gevaarlijker en velen
beklagen zich (e laat, dat zo niet eerder ge
waarschuwd zijn.
Zonder familie, zonder thuis en ver van
zijn woonplaats heeft de jongeman om zijn
frischheid te bewaren een plaats noodig,
waar hij zijn hart kan uitstorten, waar bij
met liefde wordt bejegend, waar met hem
"Gods Woord wordt gelezen. Anders wordt
het hora te zwaar. En de oudere soldaten,
die dan beweren „je bent maar eenmaal
jong" en hem meenemen de stad in, zijn
vooral op do eerste avonden het gevaar
lijkst voor hem. Neen ze moeren firscli' blij
ven en wij moeten daarvoor waken. Ze
moeten niet hun frischheid vergooien aan
do lokkende zonde, maar zich koeren tot
Hern, die zeide:. „Mijn zoon, geef mij uw
hart."
Een jongeman is van nature vro o 1 ijk.
Wanneer men voor de niet-Christenen in
de Kazerne over het Chr. Mil. Tehuis hoort,
dan zeggen ze: „Daar spelen ze kerkje,
en een enkele keer mag je wel eens een
spelletje dammen" en ze verleiden de jonge
mannen tot de vroolijkheid der wereld, die
ten ondergang voert.
Natuurlijk moet er in de kazerne niet ge
preekt worden, cn als er in het Mil. Tehuis
wel werd gepreekt, zouden wij er zelf ook
niet al te hard heen loopen.
Maar we moeten medewerken, dat er
gelegenheid zij voor de jongemannen om in
den waren zin vroolijk te zijn, en om ze
af te houden van do z.g. wereldsche vroo
lijkheid.
Want de vroolijkheid in God, voert naar
het leven en de blijdschap.
V r ij h e i d is een heerlijk Hollandsche
gedachte, maar veelal misvormt men haar
tegenwoordig tot losbandigheid.
Een soldaat staat onder discipline. Dat
moet.
En een Christen vindt ziin vrijheid in de
strengste discipline en voelt zich in de
grootste vrijheid toch gebonden. Hij is vrij,
omdat hij doet wat hem is opgedragen.
De kazerne, heeft als allo plaatsen, waar
velen bijeen zijn, veel onzedelijke gesprek
ken en drijven tot de zonde. Maar gij moet
steunen het werk van het Mil. Tehuis en
van zijn hulp „Pro Rege", opdat de Chr.
Jongeman zijn vrijheid vinde in het Christ.
Mil. Tehuis. Want waar de Geest des Hee-
ren is, aldaar ie de vrijheid.
Langdurig applaus volgde op deze schit
terende rede, die ons veel te genieten,en veel
te denken gaf, en naar we hopen veel t e
doen zal geven.
Mej. Wilh. Korswagen trad nu op en
bracht oenige echt Hollandsche liederen ten
gehoore, met knappe begeleiding van Truus
Essers. Mej. Korswagen heeft ons met haar
mooi geluid eeuige mooie o ogenblikken be
zorgd.
In het bijzonder haar „Bede voor het Va
derland" en „Mooi Holland" troffen ons.
Na de gebruikelijke pause kwamen de
jongelui der. Zeevaartschool voor 't front.
En, o wonder, ze waron van achteren van
een gezicht voorzien.
Potsierlijke snuiten keken guitig, droef
geestig of peinzend, onder de baret uit, en
lange baarden golfden op de jongensruggen
De hilariteit was geweldig. Dit nummer
mocht misschien uit turnoogpunt niet aan
alle regels voldoen een succes was 't!
„Bobette" kwam nu voor 't voetliohht
met een fluitsolo „Vöglein in Baum" door
den heer J. Riedel, begeleid door eenige ove
rige leden.
Wij vonden dat nummer, ofschoon vrij
goed uitgevoerd, niet het beste, wat Bo
bette dezen avond deed hooren. De Chaum
d'Adieu, 't hierop volgende was eenvoudig
subliem. Aan het applaus kwam g^en einde
De heer M r. S. d e V r i e s, oud-min. van
financiën verkreeg nu hot woord tot bet
uitspreken van zijn rede „Pro Rege, pro
Regina, pro Patria".
De uitdrukking „Pro Rege" aldus Spr
is aan een artikelenreeks van Dr. A. Kuy-
per ontleend die onder dien titel verscheen,
die titel beteekent dan: „voor Jezus onzen
Koning", maar volgens Ds. Hagen ook:
„voor onzen aardschen koning". In dit ge
val „voor onze Koningin, pro Regina". Wij
Nederlanders hebben wel reden om God te
danken, waai* allentwege de tronen vielen,
bleef ons Vorstenhuis gespaard cn de band
tusschen Volk en Vorstin wordt zelfs dage
lijks sterker.
In Nov. 1918, waren er wel, die vonden
dat Nederland wat achterlijk was, om nog
onder een Koningin te staan en de heer
Troelstra maakte er geen geheim van, dat
hij wat jaloersch was op Ebert en Schelde
mann, dat hij nog niet president der Neder-
landsche republiek was.
Edoch, hij had zich vergist, de band tus
schen Vorstin en volk was iets te sterk en
nu, bij de Grondwetsherziening, verklaarde
de heer Troelstra geen oppositie te voeren
tegen het koningschap, ofschoon van na
ture revolutionair, om niet meer ver
deeldheid onder de arbeiders to brengen.
Een loffelijk motief! Anders' uitgedrukt,
omdat hij geen één Christelijke arbeider
meekreeg, wanneer hij een vinger naar onze
Koningin uitstak. Op denzelfden grond op
poneert. do heer Troelstra ook niet tegei)
den godsdienst.
Nu we drio jaar vorder zijn, toont de heer
Troelstra zich zelfs bereid, de opening der
Staten-Genoraal bij te wonen, mits Duymaer
van Twist niet na afloop schreeuwt „Leve
de Koningin".
En dat moest de Koningin dan nota bene
zelf verzoeken.
Troelstra begrijpt niet veel van den
mystieken band tusschen het Nerderl. Volk
en zijn Koningin. Wij zien in haar niet al
leen do tijdelijke draagster der Kroon, maar
drio en een halve eeuw historie. In haar zien.
wo alle Oranje-vorsten, die zich opofferin
gen voor ons getroostten, nis Willem I, het
protestantisme in West-Europa bescherm
den als Willem II.
Neen hij verslaat, niets van dien band.
Het spijt ons, maar dan moet hij maar
do kracht van zijn longen maar toonen!
Het is volkomen onnatuurlijk om niet
hoerah to roepon, als do Koningin in ons
midden verschijnt. Dan volstaan we niet
met een stijve buiging, dit doen do socialis
ten ook niet, wanneer Troelstra in hun mid
den verschijnt.
Pro Patria!
De toestand is hier niet volmaakt, maar
.vergelijkenderwijs is er ruime stof om God
te danken, dat wij hier- als volk ondor onze
Koningin mogen leven en dit plokje grond
is wel waard, dat we het verdedigen.
„Daar komt de militairist voor den dag!"
zal men zeggen.
Maar een militairist is iemand, die den
oorlog liefheeft en aanvallend optreedt. Is
er wel een Nederlander militairist?
Niemand onzer zou gaarne zien, dat er
oorlog kwam, maar wanneer er maar iets
van hot oude geuzenbloed in onze aderen
stroomt, wanneer we iets voelen voor den
grond, die met het bloed onzer vaderen is
gedrenkt, da.n moeten we ons ter verdedi
ging gereed houden en wanneer we dan ons
leger en vloot afschaffen voor de andere
staten dit hebben gedaan en in geval van
nood de vijanden geen warme ontvangst
kunnen bereiden, dan zijn we geen knip
voor den neus waard en dan verdienen we,
dat we onder vreemde overheersching ko
men.
Er zijn sommigen, die zich op de Heilige
Schrift beroepen en argumenten aanvoeren
als: Gij zult niet doodslaan. Allen die het
zwaard voeren, zullen door het zwaard ver
gaan, maar dat is de Schrift- geweld aan
doen. Dat slaat op 't particuliere leven.
Kreeg David niet het bevel van God alle
Kanaanitische volken uit te roeien. Was hij
niet eon vecht-koning? En van hem wordt
getuigd dat hij was een man naar Gods
hart!
En Paulus ontleent in Efeze 6 het beeld
voor het ideale Christenleven aan de uitrus
ting van den krijgsman.
Neen de Schrift leert ons zeker niet hen
die de lcrijgsmansrok dragen te verachten,
Neen wij moeten hem tegen vreemde in
dringers verdedigen, den grond, dio onze
voorvaderen ons verwierven, waar onze
wiog op stond on ons graf in gedolvon zal
worden, die ons dierbaar is. We zullen hem
verdedigen tot onze laatste druppel bloed.
Pro Rege, Pro Regina, Pro Patria!
Met ademlooze spanning was deze vurige
rede aangehoord en aller gemoed uitte zich
in een spontaan, daverend, lang aangehou
den applaus.
Mej. Korswagen zong met, vuur en begees
tering de mooie liedoren „Holland's "Vlag"
„Noordzee" en „Holland", en oordeelende
naar den enthousiasten klank in haar zui
vere stem, was ook zij door het bezielende
woord van Z.Exc. aangevuurd.
„Bobette" deed nu een keurige marsch
door de zaal klinken, waarna Ds. Thomas
met enkele geestige woorden allen bedankte
voor hun medewerking of tegenwoordigheid.
Na 't zingen van „Oorloof mijn arme scha
p-en" ging de vergadering uiteen.
Wij-betreuren het ten zeerste, dat niet
meerderen tegenwoordig waren op dezen
heerlijken avond onwe wensclien het Chr.
Militair Tehuis dat, ze Gods zegen moge er
varen op zijn prachtig werk onder onze jon
ge mannen in dienst van hun Vaderland.
Ongevallenwet 1921.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op
de in dit. nummer opgenomen advertentie
van den Raad van Arbeid, betreffende hot
op 1 April 1922 in werking treden der ge-
wij z i gdo On gevallenwet.
Een der voornaamste wijzigingen in de
bestaande wet is wel die, waarbij uitbrei
ding is gegeven aan den vorzekerkigspli dit,
zoodat thans ingevolge artikel II allé be
drijven verzekeringsplicbtig zijn, uitgezon
derd de bedrijven van landbouw. vcehaude-
rij, tuinbouw en boschbouw, zeevaart er.
zeevisscherij.
Een andere, en niet minder belangrijke
wijziging in de wet ia wel de bepaling van
artikel III, volgens welk artikel bij alge
meenen maatregel van bestuur aan do Ra
den van Arbeid werkzaamheden, op 'de uit
voering der Ongevallenwet betrekking heb»
bende, kunnen worden opgedragen.
Was do uitvoering van bovenbed ooi do wet
tot nu toe geheel in handen van het Bestuur
der Rijksverzekeringsbank, thans wordt, de
mogelijkheid geopend een deel der uitvoe
ring van deze wet den Raden van Arbeid in
handen te geven.
Voor het publiek is dit ongetwijfeld van
zeer groot belang, aangezien do Raden van
Arbeid reeds naar hun aard en samenstel
ling dichter staan bij de bedrijfswereld, dan
c-ono te Amsterdam gevestigde instelling,
De Lielangen van arbeiders en werkgevers,
die beide in de Raden van Arbeid zitting
hebben, zullen ongetwijfeld op deze wijze
beter tof, hun recht kunnen komen.
Ten gerieve van het. publiek heeft de
Raad van Arbeid to Leiden zittingsdagen
georganiseerd. Voor Leiden zijn de zittings
dagen bepaald op 21. 22 on 23 November
a.s. Voor do buitengemeenten zal dit. nader
bekend gemaakt worden door advertent ion
in dc plaatselijke bladen.
Het. behoeft, zeer zeker geen n ad ore uit-
wegblijven. Spr.'6 advies is. Laat Duymaer
eenzetting, dat deze gelegenheid, geopend
wordt ter besparing van onnoodige onkos
ten en dat zij, die deze gelegenheid laten
voorbijgaan, zelf oorzaak zijn van opdrij
ving der onkosten, wanneer zij do aangifte
niet of niet tijdig deden. Wij meenen dan
ook, dat wij, onder verwijzing naar achter
staande advertentie, moeten aansporen om
zooveel mogelijk op do aangegeven data, de
aangifte te doen, te meer, waar het niet tij
dig doen der aangifte strafbaar is.
Christelijke Oranje vereen.
De L. C. O. V. wenscht haar 13den
verjaardag te vieren op Donderdag a.s. in
de groote Stadszaal, waarin als feestrede
naar hoopt op te weden D s. C. M. L u-
t eyn van, Rijnsburg, terwijl medewerking
zal worden verleend door het Chr. Harm
Gezelschap „Polyhymnia", het Strijk-orkest
„Ad Nostram Utilitutum" en de Chr. Gym
nastiek vereen. Jahn, terwijl wederom een
tableau zal worden gegeven. Vooral bet.
laatste zal door zeer velen met voldoening
worden vernomen. We rekenen op een
stampvolle zaal.
Naar wij vernemen zal de A.-R. Kies-
vereeniging op Donderdag 24 November
a.s. een gewone ledenvergadering houden
te,r afdoening van verschillende huishoude
lijke werkzaamheden.
Allereerst moet nog stemming plaats
hebben over het bestuursvoorstel tot uitbrei
ding van bet bestuur met drie vrouwelijke
leden.
Voorts is aan de orde, do behandeling
van het a.gendum der in December a.s. re
houden groote vergadering van den Kamer-
kieskring „L e i d en" en het benoemen van
afgevaardigden.
In deze vergadering, welke te 's-Graven-
hage gehouden zal worden, kunnen de kies-
vereenigingen namen opgeven van candida-
ten voor het lidmaatschap der Tweede Ka
mer en moet derhalve de a.s. vergadering
der Kiesvereniging zich met dit punt bezig
houden.
En eindelijk zal moeten worden voorzien
in de vacature van 'n lid des bestuurs door
het overlijden van den len secretaris der
Ki-oevsreenighig, wijlen de heer G. M i z e.
Men ziet een zeer belangrijke vergade
ring, waarin het. voorspel van den groote
stembusstrijd, dio ons het volgend jaar
wacht, al reeds een aanvang neemt.
Is het nog noodig dat wij 'c-ot bijwoning
opwekken? Of zal ons Anti-revolutionaire
volk zijn plicht, verstaan.
Bij Kon. besluit van 1 dezer is, met
ingang van dien datum, ir. B. J. H. Haitinlc,
tc 's-Gravenhage, oud-directeur der Ko
ninklijke Noderlandsohe Grofsmederij te
Leiden, benoemd, tot lid van de com
missie bedoeld in art. 7 der Stoomwct.
Gistermiddag, omstreeks lialf twee ont
stond een schoorsteenbrand ten huize van A. W.
N.. Witte Singel 38.
De brandweer, spoedig ter plaatse, verwij
derde wat roet, en bluschte den brand. Er is
geen' schade aangericht.
De 13-jarige J. V. uit. de Romhrandtstraat
was gistermiddag omstreeks 3 uur, in de Cecilia-
straat aan 't spelen. Hij kwam daarbij te val
len en brak hot linkeronderheen, even boven den
enkel.
Dr. Horst verleende de cerslo geneeskundige
hulp en achtte overbrenging, por politie-bran-
card, naar het Academisch Ziekenhuis, nood
zakelijk.
-—Een dame vond gisterenavond tegen 6 uur,
op de Oude Rijn. een krat, bevattende 18 pales
ken met bloem. De politie, die door haar ge*
waarschuwd werd, nam don krat mee naar het
bureau, alwaar hij nu ter beschikking van den
rochtmaiigen eigenaar is gosteld.
Waarschijnlijk is hij van een wagen geval
len.
Toen gisteravond tegen 12 uur, eenige rij
tuigen op het slationsemplaccment stonden, in
afwachting van een aantal studenten, sloegen
twee paarden op hol en renden met het rijtuig
achter zich, tegen een lantaarnpaal, waardoor
het lamoen van den wagon losging. De paarden
die' nu alleen verder holden liepen tegen een wa
gen aan.' Inmiddels was de koetsier toegeschoten,
die de dieren wist te grijpen.
Persoonlijke ongolukkcn kwamen niet voer.
Ook de paarden bekwamen geen letsel.
Paarden en rijtuig zijn hot eigendom van den
stalhouder Dicben.
«h Yanmorgen vroeg, trof een eurveilleerend
agent, in do Oegstgeeetorlaan, oen losloopenden
zwartbonten bok aan. Hij bracht het dier bij
den stalhouder Dicben.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den Commis
saris van politie.
Christelijke Middenstand.
Te Rotterdam kwamen Maandag j.l. af
gevaardigden bijeen van de. in do provin
cie Zuid-Holland beslaande, Christelijke
Midden stands-Yerceiiigingcn.
Bij afwezigheid van don hoor Zwager
man wegens ongesteldeheid opende de lieer
B. de Vnes uit den Haag de vergadering
en zette uiteen de noodzakelijkheid van een
provicnale organisatie.
Besloten werd een vaste commissie te
benoemen, die en plan van actie zou ont
werpen.
Tpt leden werden aangewezen de hoeren
W. Swagcrman en B. de Vries te den Haag.
G. J. Rijsdijk te Riderkerk, x\. J. Hollaar
te Oud-B ei jerlênd en H. Quanten te Alpen
a. d. Rijn.
R. V. B. en Raden van Arbeid.
De heer Drion heeft den Minister van
Arbeid de volgende vragen gesteld:
1. Kan de Minister raededeelen of aan
zijn Departement reeds in voorbereiding zijn
maatregelen tot overdracht van een groot
deel van de administratie der Ongevallen
verzekering-van de Rijksverzekeringsbank:
naar de Raden van Arbeid?
2. Is de Minister niet van meening, dat
daarmede vooruitgelopen zou worden op
het. voortbestaan dezer laatste instellingen
in den tegenwoordigen vorm.
3. Is de Minister bereid niet tot uitvoo-
ring zijnor plannen over te gaan, alvorens
daartoe met de Kamer van gedachten te
hebben gewisseld, dit overeenkomstig het
geen door hem in uitzicht werd gesteld bij
de beraadslagingen over de herziening dor
Ongevallenwet '1901.
Het bouwen van scholen.
Verschenen is liet voorloopig verslag
(Tweede Kamer) betreffende bedoeld we,U
ontwerp. Daaruit blijkt- dat verscheidene
leden liet hoogst bedenkelijk achtten, dat
de vrijheid van liet oprichten van bijzon
dere scholen zal worden overgelaten aan
do beoordeeling van de Kroon. Door de
beslissing over den bouw van een school
aan de Kroon op te dragen, treedt men
feitelijk terug tot den toestand van vddr
1818, toen het niet veroorloofd was bijzon
dere scholen zonder iocs temming van de
Overheid te bouwen.
Deze leden achtten hol zee:- iv denkelijk,
dat reeds binnen zoo .korten lijd (ogen de
onderwijspaci ficalie wr.rdf gereageerd en
verklaarden hun slem aan dit wetsont
werp niet tc zullen geven.
In verhand met het doel, dat met dit
wetsontwerp wordt beoogd, vroegen ver
scheideno leden, welke de uitwassen z:j
die de Minister meent te moeten koeren.
De stijging van de geldelijke lasten, zoo
betoogden deze leden, kan niet als grief
gelden, omdat het toch te voorzien was,
dat de financieelc gelijkstelling van het
openbaar en bijzonder lager onderwijs
groote kosten zou meebrengen. Zag men
daartegen op, dan had men de financierde
gelijkstelling niet moeten aanvaarden.
Sommige dezer leden vroegen, of de be
zwaren, die zich bij de uitvoering van de
wet voordoen, niet in liet bijzonder aan
den dag treden bij de oprichting van stan
denscholen cn van vele bijzonder kleine'
scholen.
Verscheidene leden, waaronder voor
standers van het bijzonder onderwijs, er
kenden, dat bij do toepaêsing van de Lager
onderwijswet inderdaad uitwassen aan het
licht zijn gekomen. In de eerste plaats ves
tigden zij er dc aandacht op, dat som
tijds scholen worden geslicht voor een
geloofsrichting, die slechts zeer weinig
van die eener bestaande school verschilt.
Soms ook geschiedt de oprichting op mo
tieven van louter persoonlijken aard. Indo
kleinere gemeenten, vooral op het platte
land, kan dit verschijnsel voor do gemeen
ten onoverkomelijke geldelijke bezwaren
ten gcvolgo hebben.
Sommige der bier aan het woord zijnde
leden merkten op, dat, afgescheiden van
de werking van de Lager-Onderwijswet,
verscheidene schoolgebouwen op dure ter
reinen en te luxueus van opzet worden
ontworpen.
Sommige leden, die dit wetsontwerp niet
konden toejuichen, waren niettemin lie-'
reïd het als noodmaatregel te aanvaarden'.
Verscheidene andere leden konden zeer
goed begrijpen, dat de -Minister lot de in
diening van het onderhavige wetsontwerp
is overgegaan. Do groote uitgaven die
door dc inwerkingtreding van de nieuwo
Lager-Onderwijswet op dc gemeenten zijn
gelegd, moeien zoo spoedig mogelijk bin
nen redelijke grenzen worden beperkt. In-
tusschen gaven ook zij do voorkeur aart j
een definitieve regeling in do Lagcr-onder
wijswe.t, waarbij de daarin a-an hot licht'
gekomen gebreken worden weggenomen.
Enkele leden bepleitten de wensche-
lijkheid van een commissie, die een onder-
zoek zou kunnen instellen tot het op een- i
voudiger en zuiniger voet ihrichlen van
het gchcele onderwijs.
Dc Bioscoop-W et. '7)
Verschenen is het voorl. verslag (Twee
de Kamer) betreffende het. wetsontwerp
lot bestrijding van de zedelijke en maat-
schappeli j lce*gevaren van de bioscoop.
Eenige leden verklaarden zich met Ite
onderwerp niet te kunnen vereenigen)
Deze leden willep niet ontkennen, dat hel
bioscoopbezoek voor sommige categorieëof
van personen eenige verruwing van zeden?
met zich brengt. Zij achten evenwel een'
inmenging dor Overheid op een wijze al#
in het ontwerp wordt voorgesteld aller
minst ge wenscht.
Enkele andere leden meenden de aan-