Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCIE COURANT ABONNEMENTSPRIJS V. £H LEIKEN EN BUITEN LEIDEN TO waak agenten getesïxoö sara fEB KWARTAAL iSAS PBB WEEK9&1» ►BANCO PUB POST PEE KWARTAAL I&Ï9 2de JAARGANG. - MAANDAG 31 OCTOBER 1921 - No. 483 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PEK GSWONB ESÖEL IWU DES ZATERDAGS JSAS INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAÜÏÏT KLEINE ADVERTENTIES ra luwgstra swmlen 80 ««at: ZaSsjAaga 18 rat. I bij ïocTiitSeïal'jiï V Kleine schooltjes. In het vorig nummer hebben wij de aan- r gevestigd op het aanmatigend optre- van „V olksonderwijs", welk orgaan {éénvoudig decreteert dat geen kleinere bij zondere scholen dan met vier leerkrachten toelaatbaar zijn. In verband daarmede drukken wij hier af teen staatje dooronze „Rotterdammer" aan- de ambtelijke statistiek ontleend: Aantal scholen voor gewoon L.O. (vak ken a—k) met minder dan 40 leerlingen: [I Januari Openb. soholen Bijz. scholen. 1904 209 6.5 p.Ot. 82 5.1 pOt. I 1905 207 6.3 72 4.4 1906 203 6.2 w 61 3.6 i# 1907 206 6.3 66 3.7 1908 218 6.6 63 3.3 j 1909 214 6.5 54 2.7 K 1910 236 7.1 52 2.5 f 1911 248 7.5 48 2.3 f 1912 265 8.— 53 2.5 1 1913 260 7.8 57 2.5 r 1914 273 8.— 48 2.1 1915 288 8.5 53 2.2 Conclusie, zegt hetzelfde blad: I' Hot aantal kleine scholen is pro cents ge- wijze bij het openbaar onderwijs 'in 1915 bijna 4 maal zoo groot als bij het bijz. Let men op de heel kleine soholen, dat aijn die met minder dan 25 leerlingen, dan krijgt men 63 openbare scholen voor ge- Woon lager onderwijs tegenover één zulle een bijzondere school. En dat spreekt dan nog van geldver spilling bij het bijzonder onderwijs. STADSNIEUWS. Leidscho Vrijwillige Brandweer. Na-ar wij vernemen is de commissie uit het Kader der Leidsclie Vrijwillige Brandweer, welke tot opdracht heeft het kader in te lichten Over „brandweerorganisatie" om bij een even tueel hooren door het Gemeentebestuur tot oor- (deden en antwoorden bevoegd te zijn., in zoo verre met haar taak gereed, dat zij eerstdaags in een algemeen© kamervergadering, oen 6chema voor reorganisatie, der Leidsche Vrijwillige Brandweer zal voorleggen en toelichten, hetwelk els basis voor bovenbedoeld© besprekingen zal kunnen dienen. In hoofdzaak komt het er op neer d© Vrijwilli ge Brandweer, zoodanig te reorganiseeren, dat aij voor alle gevallen voor hare taak berekend $e, zonder dat de jaarlijksche uitgaven nog ver- Sier omhoog gedreven worden. Ben eerst© eisch is dan echter het vrijwillige fcador dat geheel belangloos wil zijn onder bes- paalde voorwaarden meer zogginghceiap in alle bmndweeraangelegenheden te geven dan thans het geval is. Het heeft ©r thans echter alle schijn van, dat het kader geacht wordt als totaal tot ©ordeolen onbevoegd. Laat ons gemeentebestuur vooral bedenken, dat zoo men over vrijwillige krachten wil en kan beschikken, deze ook erkenning oischen en laat jhot daarbij vooral niet uit het oog verliezen, dat ©en beroepsbrandweer per beschikbare arbeids kracht de gemeentekas 8 tot f 10.000 kost. Hervormingsdag. Ter (herdenking van den Hervormingsdag hield Ds. Joh. Jansen, Zondag in de Ghr. Géref. Kerk, een predikatie naar aanleiding [van Joh. 2 1318. Spr. verdeelde zijn rede na een kort inleidend woord in-drie hoofdgedachten: le. De tempelreiniging en het werk der her vorming; 2e. "Wat beiden gemeen hebben en 3e. Wat beiden ons prediken. ZEenv. wees vervolgens nop op: a. De openbaring van de grootheid van Christus; Jb. Do ontwikkeling van het Godsrijk en c. Wat heeft de Heere ons door dit alles tte zeggen? Spr. besloot zijn-keurige rede met ©enige verzon uit het Hervormingslied en het laten zingen van Psalm 72 11. Naar men ons meldt zal heb Donder dag 10 November tien jaren geleden zijn, dat hier ter stede een „Hulpvereeniging van den Geref. Zendingebond" werd opgelicht. Bij die gelegenheid hoopt voor haar op te treden Ds. Hartwigsen, die een opwekkend woord zal spreken. Zaterdagmiddag iis hier een buitenge woon brutale diefstal gepleegd. De heer W. had zijn zoo goed als nieuw rij wiel achter in de sociëteit Amidtia ge plaatst. Men heeft het echter weten weg te ha len en daartoe de geheele sociëteit moeten doorloopen. Naar de dader wordt gezocht. Zekere v. d. H. die Zaterdagmiddag in 'beschonken toestand door 'n agent van politie gearresteerd werd,verzette zich daar bij 'hevig en beleedigde en mishandelde den agent. Deze wist hem met behulp van eenige ijlings toegesnelde collega's naar het bureau te transporteeren, waar van het gebeurde proces-verbaal ds opgemaakt. In een café op de Breestraat ontstond Zaterdagavond een klein meeningeverseil tusschen eenige daar vertoevende jongelui die weldra het vuistrecht toepasten. Vijf bierglazen werden ernstig gekwetst terwijl 2 jeneverglazen sneuvelden. Na eenigen tijd op het bureau hun zonden te hebben bepeinsd werden de heeren weder Zaterdagnacht is op het politiebureau binnengebracht oen zekere N., die in „ken- nelijken staat" een lantaarnpaal op de Turfmarktbrug en een zijner medemeneohen enistiglijk mishandeld 'had. Door v. H. is aangifte van mishande ling gedaan, gepleegd door den kastelein van een café, waar hij vertoefde. Spritua- liön schijnen een belangrijke rol in dit tra gisch incident gespeeld te hebben. In een portiek van een perceel op den Nieuwen Rijn, is Zaterdagavond omstreeks 'half 11, het lijk aangetroffen van den kleermaker v. d. Rijden, wonende Jan van Goyenkade, alhier, die aan een hartverlam ming is .bezweken. Een zekere heer B„ uit Amsterdam, heeft eenigen tijd te onzer stede vertoefd teneinde een paar vragen van de recherche over de ontvreemding van een paar kip pen te beantwoorden. Na zich eenigen tijd minzaam met de recherche te hebben onderhouden en een be kentenis dienaangaande te hebben afgelegd, begaf B. zich naar het station der HrS.M., uitgeleide gedaan door twee politiebeamb ten, teneinde zich per eerste gelegenheid naar Amsterdam te 'begeven. De politie heeft gisteren eenige jon gens op iheeterdaad betrapt, die bezig wa ren tricotagegoederen te stelen uit de fa briek aan den Maredijk. Door een raam open te schuiven hadden de jongelui zich toegang verschaft. In den afgeloopen nacht is ingebroken in het magazijn van den heer v. U„ wonen de Haarlemmerstraat alhier. Een brandkast is van zijn plaats gehaald en de daders hebben getracht hem met een stuk ijzer te forceeren, wat niet gelukte Slechts ©enig geld, pl.m. 15 gulden uit een cg-ssa wordt vermist. De recherche is de daders op het spoor. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen in do week van 23 October tot 29 October 198 volwassen personen en 29 kinderen. Moj. J. H. Hoek, wonende te Wassenaar, leerling© der Chr. Kweekschool alhier, slaagde voor het examen L. O. act© t© Rotterdam. BINNENLAND. Ons verambtelijkte spoorwcgbelieer. Een stoenkolenmaatschappij, zoo meldt de N. R. C r t. kreeg eind September te Rot terdam een trein met steenkool aan, en de ©p oorwegmaatecbappij moest van de aan komst aan den geadresseerde kennis geven. Men zou denken, dat dit bij één brief of briefkaart zou zijn geschied. Doch zoo een voudig worden de zaken bij onze spoorwe gen blijkbaar niet behandeld. De geadres seerde ontving, aangezien de trein uit 65 wagons was samengesteld, precies 65 briefkaarten, elk de aankomst van één wa gon vermeldende! Onnoodig op te merken, dat den geadresseerde 65 maal llA ets, por to werd in rekening gebracht. De adresseer de richtte zich tot de spoorwegautoriteiten: „wanneer, schreef hij, alle wagomiummers op één brief waren gezet, had het porto van dien brief ten hoogste 10 cent kunnen bedragen en het spijt ons zeer, dat uw spoorwegadministratio ons dergelijke noo- deloozc onkosten bezorgt. Indien do exploi tatie der spoorwegen daardoor getypeerd wordt, is het geen wonder, dat de vrachten zoo hoog 'blijven" onz. Zie hier het leuke antwoord, dat de stéênkoolontvanger op zijn klacht mocht „Wij hebben de eer u te berichten, dat door een verzuim van den betrokken ambte naar op den bewusten dag meer kennisge vingen van aankomst voor de aan uw adres aangekomen wagons steenkool werden ge bezigd dan noodig was." Het antwoord is niet omslachtig, doch het schijnt aan den steller toch hoofdbre kens te hebben gekost. Er is althans oen kleine maand voor noodig geweest, om het op te stellen. De orakelachtige taal is dan ook uitmuntend: „op den bewusten dag zijn meer kennisgevingen gebezigd dan noodig was." Voelt gij den kneep? Waarschijnlijk niet. Daarom oen kleine opheldering. De voor de kennisgevingen gebruikelijke formulierbrief- kaarten laten ruimte, zoo werden wij inge licht, tot vermelding van drie wagons op één kaart. „Meer kennisgevingen, dan noo dig was", wil dus waarschijnlijk zeggen: als de betrokken ambtenaar geen verzuim gepleegd had, had hij met 22 brief kaarten volstaan. Geen terugwerkende kracht. De raad van ministers beefc-, naar men aan de „N. Rott. Ct." meldde, bepaald dat benoemingen en rangsverhoogingen niet meer met terugwerkende kracht mogen ge- Het blad woet niet, of deze bepaling geldt voor alle rijksambtenaren., dan wel enkel voor de ambtenaren, bij de post- en De Invaliditeitswet. O.p 1 dezer werden 755 weduwrenten en 1905 weezenrenten krachtens de Invalidi teitswet genoten, en op genoemden datum verkeerden krachtens art. 373 dier wet 13.521 personen in het genot van een als vrucht van hun verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Krachtens de vrijwillige verzekering, ge regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op genoemden datum 32,299 personen in het genot van een als vrucht van hun verzeke ring verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Hervormde (gereformeerde) Staatspartij. Omtrent do dezer dagen opgerichte Her vormde (Gereformeerde) Staatspartij wordt aan de N. R. C r t. nog het' volgende ge meld: De naam van de partij, inzonderheid de toevoeging „Gereformeerde" bedoelt te ken nen te geven, dat men te doen heeft met een vereeniging van orthodox hervormden. Aanleiding tot de oprichting der partij is geweest de naar 't oordeel dergenen, die er het initiatief toe genomen hebben, wassende ontevredenheid over de richting, waarin de öhristelijk-historisdhe Unie wordt geleid, den ethischen kant, die zij opgaat en die ook blijkt uit hetgeen, er in den laatste® tijd in „De Nederlander" is geschreven, 'haar heulen met de Roomsehen in de coali tie 'en in verband hiermee het niet scherp genoeg stellen van het protestantsch ka rakter onzer natie tegenover, het roomsche imperialisme, zooals zich dat o.a. in de rede van den pauselijken internuntius bij de overhandiging van zijn geloofsbrieven aan de Koningin heeft doen kennen. De nieuwe .partij kan geen vrede hebben met de oplossing der schoolkwestie, die met medewerking der Christelijk-Historischen is verkregen en acht deze oplossing in strijd met het Christelijk karakter van ons volk en ook uit eeoi pracisch oogpunt, n.l. van wege de groote financieele lasten, die erajan verbonden zijn, verwerpelijk. Gelijk reeds dezer dagen in het communi qué over de oprichting is gemeld, wenscht zij het. hervormd karakter van ons volk te handhaven en tot uiting te doen komen in do Grondwet. In de lijn van dit streven ligt, o.a. het herstel van het verband tus schen de Nederlandsch Hervormde Kerk en den Staat. Van dr. Kuyper's leuze „een vrije Kerk in een Vrijen Staat" wil zij niets weten. De Staat moet een positief Her vormd karakter hebben en dit moot ook in het -openbaar onderwijs tot uiting komen. Men kan de oprichting van de nieuwe partij beschouwen als een terugkeer tot de begin selen van de oude Friesche Christelijk His torie chen. Getracht zal worden bij de aanstaande verkiezingen met oen eigen candidatenlijst uit te komen. Wellicht zal het ook komen tot het uitgeven van een eigen partijblad, waavoor reeds belangrijke giften zijn ont vangen. Van samenwerking met. een van de be staande partijen van links of rechts zal, tenzij dan de C.-H. Unie met wier program de oprichters der partij zich in hoofdzaak wel kunnen vereenigingen, haar politiek herziet, geen sprake kunnen zijn. Voor do achtergebleven,ar* der redders. Het Kamerlid Van de Bilt heeft aan dien Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de volgeride vragen gericht: Is het den Minister bekend, dat door liet vergaan van de „Brandaris" en de red dingssloep uit Maassluis in dom jongsben storm, een aantal weduwen' en' weezen der omgekomen manschappen dier red'dings- vaartuigen onverzorgd achterblijven, al thans zijn aangewezen op ondersteuning door particulier initiatief, wat niet altijd afdoende helpen kan? Zou de Minister niet willen overwegen om waar een goed ingerichte reddings dienst aan onze kusten in het belang is van onzen handel en onze scheepvaart maatregelen te. nemen dat van Overheids wege blijvend en afdoende Wordt gezorgd voor de achtergeblevenen der redders, zoo d'aar hulp noodig is? BUITENLAND. Duitschland en Opper-Siiezië. De gezanten-conferentie hoeft het. Duit- sche protest behandeld tegen de beslissing inzake Opper-Silezië. Z.ooals men weet, had do Duitsöhe regeering aan de 'gezanten-con ferentie doen weten, dat de economische en .territoriale beslissing, die aan Duitschland werd opgelegd, niet alleen beschouwd werd. al6 onrechtvaardig jegens het Deutsche volk, een onrechtvaardigheid tegenover welke het. zonder verdediging is, maar ook als een schending van het tractaat van Versailles. De Duitsöhe regeering protesteerde tegen den aldus in het leven geroepen toestand, maar zwichtte voor de bedreigingen en zou niettemin voldoen aan den uitdrukkelijken wensch om vertegenwoordigers te zonden voor de conferentie tot vaststelling van de economische regeling. De gezanten-conferentie heeft dat protest behandeld en geconstateerd, dat het geen grond biedt om de oplossing als'ongedaan te beschouwen. Er wordt slechts actio ge nomen van den door de Duitsöhe regeering uitgedrukte® wil om afgevaardigden te 'be noemen yoor het vaststellen van do econo mische conventie en aldus de beslissing der geallieerden uit te voeren. I Het lot van Karl van Habsburg. Zaterdagmorgen 'hebben de vertegen woordigers der groote geallieerde mogend-^ heden aan den Hongaarschen minister van Buiten!amdsehq Zaken een! nota overhan digd, waarin gezegd wordt, dat de Raad van Ambassadeurs met voldoening heeft kennis genomen van het succes der Hon- .gaarsche regeermg tegen de pogingen tot herstel van de monarchie. De Raad hoeft het besluit genomen, om de regoering te Boedapest uit te noodigen, den ex-koning uit te leveren. De commandant, van het Britsch© eska>- der, dat zich op het ©ogenblik te Boeda- pest bevindt, heeft order gekregen, den ex- koning namens de geallieerden zoolang on der zijn hoede te nemen, totdat de gealli eerden over de definitieve bestemming van hem hebben beslist. De Raad, herinnert verder aan zijn jong ste nota, waarin werd aangedrongen o-j de noodzakelijkheid, onverwijld Karl's ver vallenverklaring van den troon to procla- meeren. De vertegenwoordigers van Roemenië, Tsjecho-Slowakije en Joego-Slavië hebben er eveneens mondeling bij den Hongaar schen minister van Buitenlandsche Zaken op aangedrongen, dat de Hon gaars che re geering onverwijld do vorv allen verklaring van het huis Habsburg van den Hongaar schen troon zal proclameeren. Zij verklaarden voorts, dat indien dit niet geschiedde, do meest ernstige gevolgen J voor Hongarije het resultaat zonden kun- nen zijn. Wfr- a 1 Groote overstrooming m Canada. Uit Vancouver wordt aan de Tele gr. geseind, dat Vrijdagnacht tengevolge van een wolkbreuk een overstrooming plaats had, waarbij ongeveer do helft van het mijnwerkersdorp Britannia Beach, 18 mijlen van Vancouver, verwoest is. Er zijn v ij fender tig personen omgekomen. Een vijftigtal huizen werd door den stroom meegevoerd. Verscheidene •houten huizen drijven in do baai cn een deel van de stad Port. Coquitlam op 14 mijl af stand van Britannia Beach is eveneens door het, water verwoest- Twee spoorwegbruggen cn eenige gebou wen werden door den stroom medegesleurd. In dit district bedraagt de schade 25.000 pond. Twee spoorwegbruggen en eenige gebou wen worden door den stroom medegesleurd. In dit district bedraagt de schade 250.000 pond. De Canadian Pacific Railway is over een afstand van 200 voet ondermijnd. Het Noordelijk deel van de Frasp Valley is door het water afgesneden. 10.000 H.A. bouw land is overstroomd. Het water staat zos voet hoog. De Russische schulden. In een nota van de Russische Sovjetre- geering aan de Britedhe regeering d.d. 28 October, wordt er aan herinnerd, dat de Brusselscho conferentie, betreffende de steunverleening aan de Russische hongorge- FEUILLETON. STEPHANUS. Naar hot Engelsoh van M. KINGGLEY. 37) „Wij zijn uit de gevangenis bevrijd, op dat wij tot hot volk zouden spreken van Hem, die in staat is, 'hen van 'hun zonden te verlossen," antwoordde Johannes. Toen zich ook over zijn gelaat ©en glimlach doch het was als de glimlach van een en gel, aan wien de onsterfelijke Vorst een tiemelsdhe gave had toegereikt. „Do die naar is niet meer dan zijn Heer." zeide hij, »,en indien wij met Hem lijden, zullen wij ©ok met Hem regeeren; Hij is heengegaan om -een plaats voor ons te bereiden, opdat, Waar Hij ie, wij ook zullen zijn." Daarop verhief Annas zich toornig van zijn zetel. „Laat 'hetgeen ge uit onze han den ontvangen hebt, ir een les zijn, om er u aan te herinneren, dat het u verboden is, den naam van den gekruisigden Gali- leër in Jeruzalem uit te spreken. Verdere ongehoorzaamheid zal gestraft worden op ©en wijze, waarbij dit vergeleken niets is." Zij dan gingen honon van het aangezicht des Raads, verblijd zijnde dat zij waren Waardig geacht 'geweest, om Zijns naams wil smaadhaid to lijden. En zij hielden niet op, alle dagen in den tempel ©n bij de hui zen te leeren ©n Jezus Christus te verkon digen. XIX In de schaduw van den muur. „Dus gaat ge heden-morgen niet met mij nee?" „Neon; ik moet leeren spinnen. De moe ier van Jezus zal het mij leeren1; daarna zal ik ©en tunica voor je maken. Nu kunt ge ©ons begrijpen, wat een heerlijkheid het is, te kunnen zien." Anat zag naar haar kleine handjes, welke zij op haar schoot had samengevouwen. „Deze hier", vervolg de zij, de smalle bruine vingers uitspreiden de, „zijn tot nu toe zoo lui geweest als de handen van ©en prinses; doch onze vrouwe Maria zegt, dat ze veel nog moeten leeren, om Hem te dienen, die mij genezen heeft." Seth staarde met verdrietigen blik het opgewonden gezichtje aan. „Dus zullen wij niet meer samen wonen zooals te voren, Heb je de woestijn vergeten? ,,Ik heb niets vergeten; maar ik' wilde liever hier blijven." „En de dromedaris?" ,J3ien moet je zoeken. Ik v:' in de handen van een vreemdeling achter laten. De bcheerscher van 'de woestijn heeft recht, dat 'hij het dier uit je handen op- eischt." De knaap wendde zich van haar af. „Het zij zoo", riep hij driftig uit. „Totdat ik hem gevonden heb, zul je mijn aangezicht niet meer aanschouwen; het kan zijn, nooit meer; wat dan nog „Seth, Seth! Blijf nog hier! Verlaat mij zoo niet." Doch hij was reeds heengegaan, zonder zijn hoofd om ie wenden. „Hoo kan i'k het dier vinden?" mompelde hij knorrig, terwijl hij doelloos het. laby rinth van nauwe straten doorkruiste. „Ik heb overal naar den rnan Gestas gevraagd niemand kent hem; wat den witten dro medaris betreft, de monschen zien mij aan. alsof ik van mijn zinnen beroofd ben, als ik er van spreek. Indien ik nu iu Egypte was, zou ik een offerande aan Ptah Hotep brengen, of ©en guirlande aan den tempel van de heilige boeken; dan zou ik wijsheid ontvangen. Indien ik tot do goden van dit' land bid, zullen zij zich niet om mij be kommeren, die hier een vreemde ben." Ter« wijl hij zich in deze gedachten verdiepte, wioip de knaap zich in do schaduw van een groote poort neer, terwijl zijn oogeii eenige mu6schen nastaarden; 'him getsjilp en geniep biwh' hom deu, dag weer in her innering, toen hij wanhopig bij de bewuste- looze gestalte van Anat. was neergeknield „Er is een God, die mij hoort, overal", zei- de 'hij halfluid. „Want Hij hoorde en ant woordde den man, die Anat genas; maar het is ook iets van groote beteekenis, om blindheid te genezen. Ik durf Hem niet vra gen, om mij te helpen, het lastdier te vin den. Zouden er geen kleinere goden be staan, die zich om zulke kleinigheden be- Oekommeren. „Niet één muschken zal op aarde vallen zonder uwen Vader." Waar had hij deze woorden gehoord? Johannes had ze uitgesproken na de geeseling voor den Raad. „Dat beduidt zijn Vader, niet •den mijnen," vervolgde hij nadenkend, „ik ben geen Jood. Toch zijn deze musschen ook in Egypte; indien ik tot dezen God bid, zal Hij mij toch niet dooden, denk ik. Ik wil het beproeven, wat er van komt. „God van dit land, Jezus, indien dat Uw naam is! Ik ben, zooals Gij ziet-, een Egyptenaar, en ik weet niet, welke offerande U gevallig is; en indien ik hot wist, zou ik het U toch niet kunnen aanbieden, want ik ben armer dan- gindsche musch. Toch, indien het waar is, dat Gij U om dezulken bekommert, help mij dan ook, bid ik U, om den witten dro medaris tevinden, welke te recht uit mijne handen wordt opgeeischt door den. beheer- Bcher der woestijn." Toen hij gebeden had, war, er een soort van berusting over hem gekomen; 'hij open de de oogen, on do straat inziende, zag hij twee mannen naderen. Eén van hen her kende hij dadelijk als de man, wion 'hij den witten dromedaris had. toevertrouwd. Met een kreet van vreugde sprong hij op de been; doch trok zich dadelijk terug in een opening in de muur en bleef onbeweeglijk staan. „Ik zal hen volgen, als zij voorbij gegaan zijn," overlegde hij bij zichzelf. „Zoodoende kan is misschien het lastdier vinden; als hij mij ziet, zal hij het verbor gen houden." Doch het tweetal bleef in de poert stil staan en nam weldra plaats op de steonon, terwijl geen van beiden do onbeweeglijke gestalte bemerkte, die zich in de schaduw! van den muur 'had teruggetrokken. „Geef mij de flesch, indien er nog een droppel wijn in is; mijn keel is verdroogd van de hitte", zeide de eone, die Gestaa genaamd word. ,.'k Heb geen wijn," antwoorddde de an dore, „water is beter". „Ba!" Bromde Gestas, de aangeboden flesch wegduwende. ,.lk drink geen watert dat is goed voor de beesten." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1