Tweede Blad.
Zaterdag 22 October 1921
Roester zeg het.
En Jezus antwoordende, zeido tot
f hean: Simon, ik heb u wat te zeggen.
En hij sprak: Meester, zeg het.
Gij kent de geschiedenis.
Jezus is gekomen aan dein maaltijd in
liet h.uis van Siimon, den Farizeër. Een.
Trouw, een zondares, komt hot groo'bo ver
ontwaardiging van Simon, om de voeten
van den Heiland te zalven. Als Jezus gc-
Tveten had, -wie hem aanraakte, oordeelt de
Parizeer, zou Hij hdar zeker niet in zdjn
nabijheid ïïeWben geduld.
.En dan wendt de Heiland zich tot hem:
„Simon, Ik helb u wat te zeggen.'.
Dat woord is op den man af.
Dat woord geldt-Simon persoonlijk.
Hij kan niet dioeni, alsof 'het maar zoo in
*t algemeen gezegd word. Alsof het eigen
lijk hiern niet aanging.
Er zijn ook nu nog wel mensclien, die,
evenals Simon, het woord van den Heiland
hooren: Ik heb u wat te zeggen. Die men
schen kunnen óók niet doen, of het hun
niet aangaat.
Wilt ge een voorbeeld?
Daar is een dronkaard. Telkens weer
geeft hij toe 'aan zijn drankzucht. Telkens
weer tocxnt hij, dat hij een siaaf der zonde
is.
(Daar, waar doet er nu niet toe, hoort
hij zeggen, dat geen dronkaard het Konink
rijk Gods beerverj zal.
Hij weet .bet. dat wordt tot hem gezegd.
Hij kan ziich niet meer onverschillig hou
den. Hij moet een antwoord hebben.
En daar stuift hij op 'in bootze drift. Wat
lnoort hij daar? Maar hij laat zich niet be-
leedligen.
_En de ongelukkige dronkaard, die doof
zijn driftuitingen toont, dat het woord van
zoo streks ,hom treft, hem persoonlijk,
geeft 'het antwoord, dat hem openlbaar doet
worden in zijn slaaf^zijn.
Er is een gierigaard. „Ik heb u wat le
zeggerf."
Hij hoort, dat hij -alleen maar tot een
rentmeester werd aangesteld. Hij
Weet., dat het hem geldt, t Woord van den
Heiland -treft hem. persoonlijk.
'Maar hij glimlacht tegen /het blinkende
•goud. Die glim lach is zijn antwoord- Hij
Weigert van zijn goud afstand -bet doen.
„Simon, Ik heb u wa!t te zeggen."
Eh aie nu de Parizeer. „Meester zeg het."
Dat schijnt zoo oppervlakkig heel vrien
delijk van Simon.
Hij verklaart zich befci'd, om naar Jezus
te luisteren. Maar inderdaad iis hij zoo
tamelijk onverschillig.
Jezus is hem tegengevallen.
-Hij had gedacht, miet een groot profeet
te deen te hebtoeni, maar zie, de Heiland
weet niet esns wie Hem aangeraakt heeft.
En, och, in de schattli-ng van Simian staat
Jezus eigenjl'ijk tamelijk laag. Nu, ja, hij
heeft Hem m zijn huis genoodigd, maa*
hij heeft hot niet nóocfcig geacht, Hem een
kus te gevent, Zdjn hoofd te zalven, Zijn
Voeten te wasscihera.
Siimon ist zo-o tamdldjk met zichzelf inge
nomen.
Hij lis een Farizeër. Hij is rijk in deug
den, meent hij.
Hij is geacht en geëerd.Het staat niet hem
$ve 1 goed.
„Simon, Ik heb u wat te zeggen."
En hij-, toegevend aan eigen zelfvoldaan
heid, hij, de galslbeer, die tegen zijn Gast
niet opzettelijk onbeleefd wil zijn, geeft
ten antwoord: Meester, zeg het.
(Mi*!! t
Simon kon niet doen, alsof het woord'
van den Heifefid hem niet aanging. Neen,
hij voelt het, het geldt hem. Hij moet luis
teren. Wat er nu komt, is voor hem be
stemd.
En in koude beleefdheid, maar innerlijs
ónontroerd, hoewel Jezus tot hem spreekt,
antwoordt hij: Meester, zeg het.
O, dat is wel het all'energste, als we zóó
tegenover Jezus staan. Dan zijn we inwen
dig zoo koud.
Dan is bij voorbaat reeds uitgemaakt,
FEUILLETON.
STEPHANUS.
Naar hot Engelsoh van
M. KING3LEY.
31)
„Zoo ie het, mijn zoon", antwoordde
Annas, peinzend langs zijn baard strijken
de, „ik was dit geheel en al vergeten. Al
'Zijn volgelingen bovendien loochenden den
Man en vluchtten, toen Hij gevangen werd
genomen."
„Is het waar, dat Petras zijn Meester
verloochend heeft?" vroeg Saulus.
„Hij ontkende niet alleen, Hem ooit ge
kend te hebben, maar vloekte en tierde te
gen hen, die 'hem er over ondervroegen, en
zonder dat hij er toe uitgelokt werd, daar
«r geen poging gedaan was, om de volge
lingen van den Nazarener gevangen te ne
men, omdat het o-rus toen voldoende toe
scheen, dat Hij alleen gedood werd een
vergissing in ons oordeel, waarover wij nog
hi Iter berouw zullen hebben."
„Dan is de man een lafaard!" riep Saulus
/minachtend uit, „een sohreeuwerd, wien een
R onreins che geeseling den mond in de toe
komst. voldoende zal snoeren.''
„Dat is een wijze raad!" zeide Annas
j^oedkeurendji ivdifc kah jgomajlckeliik oloa-ta
1 dat het spreken van Jezus geen uilwerki.ig
zal hebben, a'ls tenminste niet een Godde
lijk geraadewonder fussch-enbeide komt.
„Simon, Ik heb u wat te zeggeni."
Zoo spreekt Jezus tot een ieder onzer.
Niemand onze' ka-n deen, alsof het hem
niet aangaat.
Jezus spreekt zoo tot cenj ieder van ons
:n het huis God2, onder -de prediking.
Hij spreekt zoo onder de lezing van
Gods Woord.
Hij spreekt izoo eiken dag Hij spreekt
zoo tot u en tot mij.
Laat het antwoord van den Farizeër,
schijnbaar zoo volkomen gepast, niet het
onze zijn.
Meester, zeg het".
En dat antwoord houdt dan reeds ini dat
wij in onze zelfgenoegzaamheid ons er
tocih niets van zullen aantrekken. Dat we
koud zijn en ongevoelig.
Dat wij wel hoorenl, hoe Jezus tot ons
spreekt, maar clat wiij aan zijn spreken geen
behoefte hebben.
Een dronkaard, die bij 't hooren van
's Heeren woord in drift opstuift, toont
tenminste nog, dat hij niet ongevoelig is.
Een gierigaard, die glimlacht naar zijn
schatten, toont ten minste neg, dat hij, zij
het ook. maar ternauwernood, voeJlde, hoe
de Heere zijn hart van dien schat wil'de
aftrekken.
Maar een Farizeër, die in neerbuigende
vriendelijkheid Jezus verlof tot spreken
geeft, is ganschelijk ongevoelig.
Nu zijn wij van nature allen zulke Fari-
zeërs. Wij denken den Heiland niet noodig
te hebben. Wiij staan zoo hoog in eigen)
schatting.
Gelukkig wij, als wij leerden, een; tolle
naar te zijn. Als de Heiland onze oogen
opende voor eigen zonde en schuld. Als de
Heere ons deed inzieni wat een) Farizeër is.
Als dan de roepstem Gods tot ons komt,
dan, ja dan antwoorden wij: Meester, zeg
het.
Maar Wij doen het anders als Simon. Wij
Idoen het, terwijl we ons eerbiedig neer
buigen en met de bede in het hart:
Spreek Heere, uw dienstknecht hoort.
ONDERWERPING.
Vader, dat Uw wil geschiede!
Ach! d mijne is vaak verkeerd,
®k Heb in voorspoed en in lijden,
Onder vallen, onder strijden,
AI te dikwijls dit geleerd.
Vader, dat Uw wil geschiede!
O, als ik dit eertijds bad,
Bad mijn ijdel hart niet mede,
'k Deed slechts met den mond die bede
Die 'k niet overwogen had.
Vader, dat Uw wil geschiede!
Bid ik thans mot heel mijn hart,
Schijn kan mij niet meer bekoren,
't Spinrag scheurde, dat te voren
M'in haar draden hield verward.
Vader, dat Uw wil geschiede!
'k Weet het bij ervarenis,
Om een kranke te genezen
Moet soms 't middel pijnlijk wezen
Als de kwaal verouderd ia.
Vader, dat Uw wil geschiede!
Neem, neem al wat U behaagt,
Geef mij al wat Gij wilt geven,
Troost of lijden, dood of leven,
En een harte, dat niet klaagt.
Vader, dat Uw wil geschiede!
Amen! Vader 'k ben bereid!
'k Wil voortaan niets doen of vfagen
Dan Uw Godd'lijk welbehagen.
Amen, in all' eeuwigheid.
Uit de Pers.
De neutrale zone.
Diep, zegit onze R o -tt erdammar,
leeft bij eeai groot deel van ons volk het
-be-sef, -dat aan de heiligheid V-aai het hu
welijk niet mag worden geitoinnjl.
Klaar kwam dit uit, toen op het Con
gres voor sociale verzekering in ietwat?
snuaide,lijken zin werd gesproken over de kin
denrij.ke families.
De warm-voed einde voorzitter van hot
Christelijk Nationaal Vakverbond bracht
hiertegen een pro-test -uit, dat wellicht iets
te; forsch van toon was maar in wezen en
inhoud voortreffelijk.
Het spontaan -applaus, d-at oprees'bewees
hoe ze-er hij na-ar het hart van velen der
verigadeirden gesproken had.
Dergelijke saamkomsten van onze mee.-
vinden; ofschoon ik meer voor de maatre
gelen ben, waardoor onze stad geheel en
al van die go-dslastorende menigte bevrijd
zal worden. De tweede naam, dien ik neer-
gesohreven heb, -is die van Johannes; hij is
altijd met den man Petras, van wien wij
juist gesproken hebben*. Hij is even gevaar
lijk, daar 'hij met den ander de menigte in
den waan brengt, dat hij genezende kracht
bbzit
„Sr te bij de wet wiirien, hoe met hen
.lie ■"■ar booze geesten bezo en zijn en wer
ken der duisternis, verri -hten, te handelen,"
prevelde Kajaphas.
„Zeker", stomde Annas toe, „daarover
zullen wij straks spreken. Van de anderen
behoef ik niets te zeg-gen, behalve dat zij
dezelfde daden verrichten als de beide
reeds genoemden, en dag en naöht bezig
zijn, om de verderfelijke leerstellingen te
verkondigen, wolke.zij een blijde boodschap
noemen. Ik zal ze naar volgorde opnoemen,
nog eens beginnende met: „Simon, gezegd
Petras en Andreas, zijn broeder; Jacobus
de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn
broeder; Fillippus en Ba-rtholomeus, Tho
mas en Mattbeiis de tollenaar; Jacobus, de
zoon van Alfeüs, en Lebbeüs, loegenaamd
Thaddoüs; Simon Kananites, en Matthias,
dien zij, zooals ik zie, gekozen hebben in
do plaats van Judas, die ons zoo goed en
billijk van dienst is gefeest, als ge het u
levenden op sotiaol gebied met tegenstan
ders -doen zoo -ohadelijik zien, dat het ge
bied 'der neutrale z-one veel -kleiner is dan
door cmdereoheidenen wordt vermoed.
Wat heeft sociale wetgeving, wat heeft
anke ids be sober mm g, wat heeft sociale ver
zekering met beginselen uitstaande 1
vragen velen.
Niet zoodra echter wordt iets wat die
per op de problemen ingegaan, of het- ant
woord komt en midden in -de principieel e
•tage-nstellingen staat men.
D-a-t leerde weer de Uhnechhsahe verga
dering.
Niet omdat het „eene zonde" is.
Ook mevrouw Groeneweg, hot socialis
tisch Kamerlid', aldus hetzelfde orgaan,
heeft op het Utreohtaohe congres tegen h;
moederschap der ongehuwde vrouw ge
tuigd-
Zij heeft dat immer gedaan.
Op hare wijze.
Op het U-treohitschQ congres tooh ver-
Maar de zij: „Ik heb de vrouwen, die ik
bereiken kan steeds gewaarschuwd tegen
het ongehuwde moederscha-p. Niet omdat
het „een zonde" is, want van de zonde heb
ik -niet zooveel verstand ais ander-en het
-blijkbaar hebben. Maar omdat ik het-een
f-o-ut vind. Een kind moet een -ouderpaar
he-bben, een mo-eder en een vader."
Geslechbsgemeensch-ap buiten het huwe
lijk zonde? Ach neen, slechts achterlijke
femelaars prevelen van zonde en genade.
Neen, 't is dom, 't is een font, omdat een
kind er beter aan 'toe is, wanneer het, be
halve -een moeder, ook een v-ader heeft
Maar -als nu heb verstand' van and-eren
zegt, d-at er zooveel slechte vaders zijn,
het dus maar heter is dat alleen de moeder
voor de opvoeding staat en de vader niet
bekend is, waarom zou die don minder ge
loof verdienen dan mevrouw Groeneweg
Wat voor -krocht kan id/an uitgaan van de
verstandelijke waarschuwing, dat het dom
is
Maar één souverein madhtmiddel staat
-hier 'ten dienste. Gods wet verbiedt -het-.
Daarom tot de wet en tot de getuige
nis
Socialisatie en vrijheid.
Over dit onderwerp schrijft de Neder
lander:
Het is reeds eenigen tijd' geleden, dat wij
fmet den heer Wibaut een gedachtenwisse-
lling -hebben gehad o-ver de vraag, w&ütr na
de socialisatie do geestelijke vrijheid moet
verblijven.
De gedacflitengang was toen deze: nier»
wenscht allereerst de socialisatie van den
bodem. Maar, wanneer de -gemeenschap
over den bodem beschikt, zullen de amb
tenaren of althans de overheidspersonen/
uitmaken, waar en wanneer eert kerk mag
worden gebouwd of een school of een ver-
eemigingslokaal of eert kunstinriohting.
D.i.: de uitbloei van het cultuurleven des
volks, van ons geestesleven in den breed-
sten zin zal afhangen van de goedkeuring
dergehen. die in de staatsorganen de lei
ding hebben.
Een herbouwen! van de staats-almacht
over het vrije leven, waardoor dit aan
ruimte-nood en adem-nood gaat lijden en
straks stikt.
Wij vroegen den heer Wibaut, hoe z.i.
na socialisatie van den; grond de geestes
vrijheid bewaard kan worden.
En dat voor allen. Want het geschetste
gevaar dreigt niet slechts één partij b.v.
'n christelijke groep, die een kerk of een
school wenscht. Het dreigt alle partijen:
vandaag de christelijken', mórgen de hu-
manitairen, overmorgen de socialisten.
Het antwoord van den heer Wibaut was
zeer onbevredigend. Hij was zijnerzijds
bereid om voor de vrijheid,in te staan!
'•t Stelde ons maar matig gerust.
Plotseling blijkt nu, hoe groot het hier
(dreigend gevaar is.
De heer Stulemeijer te Rotterdam heeft
in openbare vergadering een boekje open
gedaan van hetgeen daar ter stede ver
toond is!
Wij volgen het verslag:
En welke kans heeft men gegeven) aan
de particuliere bouwnijverheid? Het is
Izoo ver gekomen met de bevoorrechting,
dat we 'het voor de poorten der hel moes
ten weghalen om grond te krijgen voor
kerk of school. Ik heb het meegemaakt,
dat eenl kerkbestuur, dat om grond vroeg
'ten antwoord kreeg: „die terreinen zijn
toegezegd aan een Woningbouwvereeni-
ging". (Geroep schande)
iStel u voor da-t die WbningbouwVer-
eemigingen, (die werken met -geld van de
gemeenlte of rijk), uitmaken waar of
onze kerken mogen) komen. (Geroep: zal
niet gaan).
Ik ken een Woningbouwvereeniging
die twee jaar met alle mogelijke machi
natie den bouw van een kerk belet heeft.
nog 'herinnert, bij de gevangenneming van
den Nazarener; doch die daarna de onge
looflijke dwaasheid beging, om zich op te
hangen, 'hetgeen erg jammer was, daar hij
ons nog in veel van nut had kunnen zijn.
Bij -deze twaalf namen heb ik ook Maria
de moeder van den Nazarener, gevoegd; zij
moet als voorbeeld gesteld w-orden -met ©eni
ge der andere vrouwen, die zich met de
mannen vereenigen, on kwaad onder 'hen
stichten, zooals de vrouwen doen kunnen."
Kajaphas sprong op de been. „Ge hebt
goed gesproken," riep hij met heosohe
©Item, „de duivel heeft de eerste vrouw
voor zich -gewennen en zij volgen hem allen
tot-den huidigen dag, indien hij slechts in
de gestalte van een knappen jongen man
zich aan haar vertoont. Hl verzoek u, er nog
een anderen naam bij te voegen, den naam
van Stephanus. Moordenaar en dief! Ik zal
'hem met. mijn eigen handen dooden ik
haat, hem ik
„Mijn zoon," zeide Annas bodarend, „ge
moet u niet te veel opwindenuw ijver voor
den heiligen tempel heeft u de zwakheid van
uw lichaam, door ziektei bezocht, doen ver
geten. Do naam Stephanus staat hier ook
geschreven, daar ik gehoord heb, dat hij in
staat was, vele menschen zijn voetsporen te
laten volgen. Hij heeft een gladdo tong en
een knap gelaat, en bekendheid met do la-
gare volksklasse der heidenen, waaruit hij
Het geval spreekt voor zich-zelf.
En nu is de bodem in Rotterdam nog
niet eens gesocialiseerd!
Willen de socialisten! ons zeggen, waar
de vrijheid blijvert zal?
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. To Jaarsveld: E. Schimmel,
cand. te Schorpenzeelto Hoogebeintum (toez.)
J. R. St-ratingh to Etten bij Terborg.
Bedankt. Voor Fei je noord (vac.-Da. Hoo
pers) J. Vermeulen te Mijnahee-renland.
GEREF. KERKEN.
Drietal. Te MiddelburgDr. S. P. Deo to
Dwingeloo; A. Hoeneveld to Nijkerk en Dr. J.
Thijs te Meppel.
B o d a n k t. Voor Spijk (Gron.) en Opeinde-
Nijega: J. Voerman te Warns.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. To BoskoopD. Driessen te
'e-Gravenzande.
Terug naar het oude?
Men schrijft aan de Rotterdammer:
Soms vragen we 'ons af. of we op het gebied
van het Onderwijs terugkeoren naar het verle
den. De vijandschap van Links leeft hier en' daar
zoo fel op, dat we er aan herinnerd worden, dat
men daar zich ergert aan onze vrijheid en aan
ons beginsel. Links staat- ons tegen om het be
lijdend Christelijk beginsel.
Voor 30, 40 jaar sprak een Burgemeester: „lk
ben bang voor de „Standaard", voor een School
met den Bijbel en een Doleerende Kerk."
En die man toonde dat op allerlei manier.
Recktsche menschen zou hij nooit teruggroeten.
Modellen voor vaccine-opgave werden niet aan
Rechts uitgedeeld. Bij een vergrijp aan een
schooljongen vroeg de politieagent belet bij 't
hoofd der School en luchjttto dan zijn wijsheid.
Bij 'n vergissing in de opgave van toegelaten
leerlingen werd de secretaris naar het hoofd ge
zonden oan hean op zijn domheid attent te ma
ken. Volgens do opgave in jaren zou een leerling
gevaccineerd zijn voor zijn geboorte! Ean echte
Rechiteche domheid! Bij slot bleek dat do liberale
dokter die vergissing begaan had en expres geco-
pieerd!
In één woord: wat Rechts was, was dom eu
slecht
Maar tor zake.
In het Holl. dorpje G„ waar Rechts 200 stom
men uitbrengt eu waar de Hervormde Kerk belij
dend is, zou een School meit den Bijbel gebouwd
worden. De mannen met ©enig kapitaal waren
dood-conservatiof, vasthoudend, enz.; men kent
dat type in Holland wel. Zo behoorschon menig
dorp door hun principe: zuinigheid, gierigheid.
Zo houden" zooveel goeds tegen, oor-dat hot do
portomonnaie kost.
Wat hadden die menschen bij de oprichting
der School een bezwaren te overwinnen.
't Begon al met de lijst der leerlingen, welke
toelating op do School met den Bijbel verlang
den. Toon het hoofd der Open-bare School hoor
de, wio al zoo op dezo lijdt- geteekend hadden,
stapte hij met ©en oontra-lijst het pad op, en
wist enkelo ouders, zelfs door dreiging, afvallig
te maken.
Bij ©en collecte-reis door de gemeente e'tieten
ze op een weigering, zefls bij menschen, dio door
de antirev. partij omhoog gebracht werden, f 100
yoor een festival werd Rover gegeven dan oen
kleine bijdrage voor de School.
Maar het werk slaagde, trots allon tegenstand.
De Gemeenteraad gaf na 6trijd toestemming. Het
werk werd uitbesteed, het fondamont werd ge-
Jegd.
Doch daar verschijnt het rem-woorstol van Mi
nister de Visser.
Op zekeren morgen zag men het hoofd der
Openbare School met ©en exemplaar van de
„Nieuwe Rot-terdamscho Courant" zijn woning
uitstappen. Hij 6nelt naar het terrein, waar de
School met den Bijbel zal v©rrijzen en gebiedt
in haam van Minister de Visser, dat de werklie
den direct het werk zullen stoppen en neerleggen.
Tableau
Dot liberale potentaatjo we zullen zijn
naaim nog niet noemen, want dan lacht ge!
verbeeldde zich machtig.
De arbeiders bleven werken, gingen harder
werken en 1 achtten den man uit!
Hij af! brommend, dat men hem weerstreef
Hij wenschte 't booltje ia elkaar to trappen.
Doer zulke domme menschen wordt onze actie
niet geremd, maar veeleer aangevuurd.
Samenwerking met andere partijen.
Inzake do samenwerking mot andere par
tijen is door hot. CeiK-raal Comité aan ©<e
antirevolutionaire kiosverc.eni gingen hot
volgende geadviseerd
Bij de beoordoeling van de verhouding
tot e-n samenwerking met andere partijen
behoort te worden- vooropgesteld, dat; geen
gekomen is, daar -hij, zoo als zijn naam aan
duidt., van Grieksöhe afkoms-t. is."
„Hij is do zoon van een dief en moorde
naar," riep Kajaphas uit, „en ik eisch zijn
bloed ik
„Zeker, over allen, wier namen hier ge
schreven staan, zal' het. doodvonnis worden
uitgesproken," zeide Annas, bedarend zijn
hand op den arm van den spreker leggende;
„doch ik verzoek u, luister -naar mij, terwijl
ik de perkamentrol -ten eindo lees; daarna
kunnen' wij dadelijk maatregelen nemen. Ik
wilde verder aan uw oerdeel onderworpen
de afvalligen, Nicodeimus en Jozef van Ari-
mathea, vroeger loden van het Sanhedrin,
doöh nu overgeleverd aam de goddelooze lus
ten en lasteringen in gezelschap van de
Galileörs. Van Jozef is verder lxkend, dat
hij openlijk van Pilatus 'het. lichaam be-
goordo van den Nazarener en het behandel
de als van een rijk man, terwijl hij het. in
een zuiver fijn lijnwaad wond en leide dat
in zijn eigen nieuw graf, hetwelk -hij in
"eene steenrots uitgohouwen had, waaruit,
hot ook den dorden dag verdween door tu6-
schenkonist van deze zelfde apostelen.
„Ik -heb Jozef van Arimathei, gekend,"
mörkte Saulus peinzend op. „Hij was een
verstandig man. Ilc zal met hem dit alles
eens bespreken."
„Doe da-t niet, mijn zoon", riep Annas
piet gejaagde stom. „Ik verbied het u uit
enkele ernstige staatkundige partij id be*
ginsel zich onttrokken mag aan mede-ver
antwoordelijkheid bij de vorming van «en
Kabinet-, indien de omstandigheden er toe
leiden, dat zij bij zoodanige vorming wordt
betrokken.
Aan den anderen kant mag geen partij
die, met het oog op 'het bestuur de; lands,
aa-n haar bestaan en aan hare zelfdandighe,-^
wezenlijke waarde toekent, lichtvaardig tot
samenwerking met anderen overgaan, om
dat bij elke zoodanige samenwerk] njg niet
alleen eon deel dor eigen act.uoele verlangens
nioet worden prijsgegeven, doch vooral om
dat de actie voor de eigen beginselen er m
den regel sohado door lijdt-, tengevolge
waarvan de partij aan vorval van krachten
dreigt te gaan lijden, jüifit misschien in
een ^tij-dsgewrioht dat aan ongeschokte
kracht de meeste behoefte bestaat.
Met deze beide grondbeginselen zal sleeds
rekening moeten worden gehouden, wan
neer do feitelijke toestanden van het oogen-
blik moeten worden beoordeeld. Die feitelij
ke toestand is thans al6 volgt weer le ge
ven:
a. De twee partijen, die elkaar in begin
sel het- meest nabij komen, de C. II. en A. R.
kunnen gezamenlijk op niet veel moor dan
1/5 der kamerzetels rekenen. Aa-n het. over
nemen van 'het. bewind, zonder samenwer
king met een derde groep, valt dus niet te
denken.
b. Br schijnen slechts twee combinaties
mogelijk, die kans geven op een regeerings-
meorderhtid, t.w. die van R.-Katholieken
met Sociaal-Demooraten of die van A. R.
en C. H. met de R.-Katholieken.
c. Nog daargelaten de vraag of de R. K,
Staatspartij -tot. een-e coalitie met de sociaal
democraten te vinden zou zijn, wordt d'e
samenwerking door ons niet in 's lands bo
lang geacht.
d. Ondanks allo verschillen, en ondanks
bedenkingen, die in den laatsten tijd met
betrekking tot do bestaande samenwerking
ondor ons vernomen werden, -hebben 'f
Pret. Christelijke partijen en do Roomscfo
Katholieke dieperliggende grondbeginselen,
gemeen, dio samenwerking mo-gelijk maken,*
terwijl practisch gespro-kon do -bestendiging
van de bestaande samenwerking de oenige
mogelijkheid schijnt te bieden voor de vor
ming van een parlementair Kabinot.
e. De in de laatste jaren nu en dan on
dervonden teleurstelling hoeft, evenwel on
der ons een gevoel van onlust, gewekt, dat
dreigt schade te do ca aan .de liefde en be
langstelling voor c-nso eigen beginselen em
daardoor is hot gov aar ontsta an, dat. de
actie van do a.r. partij aan kracht zal gaan
inboeten.
f. Dit mag intu&schen niet leiden tol li-ht-
vaardige verbreking dor bestaande 'Samen
werking. Voel oor moot. worden gezucht, naar
waarborgen om herhaling van zulke te1 cur
st, oil in gen te voorkomen, teneinde de daar
aan verbonden gevaren te ontgaan.
g. Zoodanige waarborgen zijn voornamo-
lijk te verkrijgen doo-r een earner ca an op
een behoorlijk doordacht werkprogram.
h. Om de bestaande beswaren orde- ons
volk te ondervangen, zal daarnaast even
wel in ruime mate hot vertrouwen moe'en
bestaan dat anti-revolutionairen, die even
tueel in een Rechts oh Kabinet, zitting no
men-, bereid zijn met hun gchoole pev-mf
voor dó anti-revolutionairo beginselen in 1 0
Kabinet op te komen, voer zoover dit. bi
nen de grenz-on van hetgeen overeengekc*
men word. maar eeniszins mogelijk is.
Het- is op grond van bovenstaand o 1
schouwingen, dat do Doputaten-vergaden M
hare wenschen inzake de samenwerking m f
andero partijen als volgt formuleert:
„Indien het resultaat van do vcrkiczincr o
zoodanig zijn mocht, dat. de tegenVoordign'
partijen der rechterzijde tezamen eene meer
derheid in de Tweede Kamer hebben, be
hoort de vraag of 's Lands belang wordt
gediend door bestendiging van de bestaande
N samenwerking beantwoord te worden in hot
licht van do volgende voorwaarden:
a. dat het werkprogram van het Kabinet
dor volgende vierjarige periodo zich in rui
me mate aansluit© bij het- Pro-gram van Be
ginselen -en het Pro-gram van Actie.
b. dat omtrent de uitwerking van dit
werkprogram t© voren volledige overeen
stemming tussohen Kabinot en do partijen
-in de Kamer verkregen zij.
De Partij ©preekt, voorts het vertrouwen
uit, dat do A.-R. Kamorclub bij de terzake
to voeren onderhandelingen do programma's
waarop de leden gekozen zijn tot richtsnoer
nemen zal en dat- anti-revolutionairenin
dien deze eventueel in het. Kabinet zitting
hebben, bi-nnen de grenzen van hetgeen over
een-gekomen is, zich als anti-revolutionair
zullen doen gelden.
naam van den Hoiligen Raad; het niet
zooals het. behoort, dat iemand, d gewijd
is in den dionst van Jehovah, omgang
hou-dt mot hen, over wie Satan do over
winning hoeft behaald. Doch luister! Ik
hoor iemand aan de deurhet kan tijding
zijn van oen nieuw oproer. Ik 'heb het
hoofd van de tempelwachters opgedragen
mij te komen melden, als zulks geschieden
zou. Treed binnen, Caleb. Wat is or ge
beurd?"
„Een groot© oploop, mijne hoeren," zeide
de man, eerbiedig voor hen neerbuigend©,
„De mannen hebben vele wonderlijke gene
zingen verricht op dc kreupelen, de lammen
on do blinden: de gobeole stad loopt, uit,
om hen- te zien. Zij brengen hun rieken
naar buiten en leggen zo op de straatsl oe
nen neer, roepende, d<?t indien slechts de
schaduw van Petrus op hon moge vallen,
zij genezen zullen zijn."
„Dat i© schandelijk! "ric-p Anna© buiten
ziohzolven van opgewondenheid. „Ga, Sau
lus van Tharsus, met dezen man en zie
toe, dat. die mannen gevangen worden ge
n-omen: hun schaduw zal dan mot hen ver
dwijnen. Werp hGn in de gevangenis en
laat den cipier loezien, dat. zij niet ontsnap
pen. Neen met een aantal mannen voor
uw eigen veiligheid en verricht de daafl
stil, maar met spoed. Morgen zullen wil
over 'hen richten,"