Tweede Blad. Zaterdag 22 October 1921 Roester zeg het. En Jezus antwoordende, zeido tot f hean: Simon, ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester, zeg het. Gij kent de geschiedenis. Jezus is gekomen aan dein maaltijd in liet h.uis van Siimon, den Farizeër. Een. Trouw, een zondares, komt hot groo'bo ver ontwaardiging van Simon, om de voeten van den Heiland te zalven. Als Jezus gc- Tveten had, -wie hem aanraakte, oordeelt de Parizeer, zou Hij hdar zeker niet in zdjn nabijheid ïïeWben geduld. .En dan wendt de Heiland zich tot hem: „Simon, Ik helb u wat te zeggen.'. Dat woord is op den man af. Dat woord geldt-Simon persoonlijk. Hij kan niet dioeni, alsof 'het maar zoo in *t algemeen gezegd word. Alsof het eigen lijk hiern niet aanging. Er zijn ook nu nog wel mensclien, die, evenals Simon, het woord van den Heiland hooren: Ik heb u wat te zeggen. Die men schen kunnen óók niet doen, of het hun niet aangaat. Wilt ge een voorbeeld? Daar is een dronkaard. Telkens weer geeft hij toe 'aan zijn drankzucht. Telkens weer tocxnt hij, dat hij een siaaf der zonde is. (Daar, waar doet er nu niet toe, hoort hij zeggen, dat geen dronkaard het Konink rijk Gods beerverj zal. Hij weet .bet. dat wordt tot hem gezegd. Hij kan ziich niet meer onverschillig hou den. Hij moet een antwoord hebben. En daar stuift hij op 'in bootze drift. Wat lnoort hij daar? Maar hij laat zich niet be- leedligen. _En de ongelukkige dronkaard, die doof zijn driftuitingen toont, dat het woord van zoo streks ,hom treft, hem persoonlijk, geeft 'het antwoord, dat hem openlbaar doet worden in zijn slaaf^zijn. Er is een gierigaard. „Ik heb u wat le zeggerf." Hij hoort, dat hij -alleen maar tot een rentmeester werd aangesteld. Hij Weet., dat het hem geldt, t Woord van den Heiland -treft hem. persoonlijk. 'Maar hij glimlacht tegen /het blinkende •goud. Die glim lach is zijn antwoord- Hij Weigert van zijn goud afstand -bet doen. „Simon, Ik heb u wa!t te zeggen." Eh aie nu de Parizeer. „Meester zeg het." Dat schijnt zoo oppervlakkig heel vrien delijk van Simon. Hij verklaart zich befci'd, om naar Jezus te luisteren. Maar inderdaad iis hij zoo tamelijk onverschillig. Jezus is hem tegengevallen. -Hij had gedacht, miet een groot profeet te deen te hebtoeni, maar zie, de Heiland weet niet esns wie Hem aangeraakt heeft. En, och, in de schattli-ng van Simian staat Jezus eigenjl'ijk tamelijk laag. Nu, ja, hij heeft Hem m zijn huis genoodigd, maa* hij heeft hot niet nóocfcig geacht, Hem een kus te gevent, Zdjn hoofd te zalven, Zijn Voeten te wasscihera. Siimon ist zo-o tamdldjk met zichzelf inge nomen. Hij lis een Farizeër. Hij is rijk in deug den, meent hij. Hij is geacht en geëerd.Het staat niet hem $ve 1 goed. „Simon, Ik heb u wat te zeggen." En hij-, toegevend aan eigen zelfvoldaan heid, hij, de galslbeer, die tegen zijn Gast niet opzettelijk onbeleefd wil zijn, geeft ten antwoord: Meester, zeg het. (Mi*!! t Simon kon niet doen, alsof het woord' van den Heifefid hem niet aanging. Neen, hij voelt het, het geldt hem. Hij moet luis teren. Wat er nu komt, is voor hem be stemd. En in koude beleefdheid, maar innerlijs ónontroerd, hoewel Jezus tot hem spreekt, antwoordt hij: Meester, zeg het. O, dat is wel het all'energste, als we zóó tegenover Jezus staan. Dan zijn we inwen dig zoo koud. Dan is bij voorbaat reeds uitgemaakt, FEUILLETON. STEPHANUS. Naar hot Engelsoh van M. KING3LEY. 31) „Zoo ie het, mijn zoon", antwoordde Annas, peinzend langs zijn baard strijken de, „ik was dit geheel en al vergeten. Al 'Zijn volgelingen bovendien loochenden den Man en vluchtten, toen Hij gevangen werd genomen." „Is het waar, dat Petras zijn Meester verloochend heeft?" vroeg Saulus. „Hij ontkende niet alleen, Hem ooit ge kend te hebben, maar vloekte en tierde te gen hen, die 'hem er over ondervroegen, en zonder dat hij er toe uitgelokt werd, daar «r geen poging gedaan was, om de volge lingen van den Nazarener gevangen te ne men, omdat het o-rus toen voldoende toe scheen, dat Hij alleen gedood werd een vergissing in ons oordeel, waarover wij nog hi Iter berouw zullen hebben." „Dan is de man een lafaard!" riep Saulus /minachtend uit, „een sohreeuwerd, wien een R onreins che geeseling den mond in de toe komst. voldoende zal snoeren.'' „Dat is een wijze raad!" zeide Annas j^oedkeurendji ivdifc kah jgomajlckeliik oloa-ta 1 dat het spreken van Jezus geen uilwerki.ig zal hebben, a'ls tenminste niet een Godde lijk geraadewonder fussch-enbeide komt. „Simon, Ik heb u wat te zeggeni." Zoo spreekt Jezus tot een ieder onzer. Niemand onze' ka-n deen, alsof het hem niet aangaat. Jezus spreekt zoo tot cenj ieder van ons :n het huis God2, onder -de prediking. Hij spreekt zoo onder de lezing van Gods Woord. Hij spreekt izoo eiken dag Hij spreekt zoo tot u en tot mij. Laat het antwoord van den Farizeër, schijnbaar zoo volkomen gepast, niet het onze zijn. Meester, zeg het". En dat antwoord houdt dan reeds ini dat wij in onze zelfgenoegzaamheid ons er tocih niets van zullen aantrekken. Dat we koud zijn en ongevoelig. Dat wij wel hoorenl, hoe Jezus tot ons spreekt, maar clat wiij aan zijn spreken geen behoefte hebben. Een dronkaard, die bij 't hooren van 's Heeren woord in drift opstuift, toont tenminste nog, dat hij niet ongevoelig is. Een gierigaard, die glimlacht naar zijn schatten, toont ten minste neg, dat hij, zij het ook. maar ternauwernood, voeJlde, hoe de Heere zijn hart van dien schat wil'de aftrekken. Maar een Farizeër, die in neerbuigende vriendelijkheid Jezus verlof tot spreken geeft, is ganschelijk ongevoelig. Nu zijn wij van nature allen zulke Fari- zeërs. Wij denken den Heiland niet noodig te hebben. Wiij staan zoo hoog in eigen) schatting. Gelukkig wij, als wij leerden, een; tolle naar te zijn. Als de Heiland onze oogen opende voor eigen zonde en schuld. Als de Heere ons deed inzieni wat een) Farizeër is. Als dan de roepstem Gods tot ons komt, dan, ja dan antwoorden wij: Meester, zeg het. Maar Wij doen het anders als Simon. Wij Idoen het, terwijl we ons eerbiedig neer buigen en met de bede in het hart: Spreek Heere, uw dienstknecht hoort. ONDERWERPING. Vader, dat Uw wil geschiede! Ach! d mijne is vaak verkeerd, ®k Heb in voorspoed en in lijden, Onder vallen, onder strijden, AI te dikwijls dit geleerd. Vader, dat Uw wil geschiede! O, als ik dit eertijds bad, Bad mijn ijdel hart niet mede, 'k Deed slechts met den mond die bede Die 'k niet overwogen had. Vader, dat Uw wil geschiede! Bid ik thans mot heel mijn hart, Schijn kan mij niet meer bekoren, 't Spinrag scheurde, dat te voren M'in haar draden hield verward. Vader, dat Uw wil geschiede! 'k Weet het bij ervarenis, Om een kranke te genezen Moet soms 't middel pijnlijk wezen Als de kwaal verouderd ia. Vader, dat Uw wil geschiede! Neem, neem al wat U behaagt, Geef mij al wat Gij wilt geven, Troost of lijden, dood of leven, En een harte, dat niet klaagt. Vader, dat Uw wil geschiede! Amen! Vader 'k ben bereid! 'k Wil voortaan niets doen of vfagen Dan Uw Godd'lijk welbehagen. Amen, in all' eeuwigheid. Uit de Pers. De neutrale zone. Diep, zegit onze R o -tt erdammar, leeft bij eeai groot deel van ons volk het -be-sef, -dat aan de heiligheid V-aai het hu welijk niet mag worden geitoinnjl. Klaar kwam dit uit, toen op het Con gres voor sociale verzekering in ietwat? snuaide,lijken zin werd gesproken over de kin denrij.ke families. De warm-voed einde voorzitter van hot Christelijk Nationaal Vakverbond bracht hiertegen een pro-test -uit, dat wellicht iets te; forsch van toon was maar in wezen en inhoud voortreffelijk. Het spontaan -applaus, d-at oprees'bewees hoe ze-er hij na-ar het hart van velen der verigadeirden gesproken had. Dergelijke saamkomsten van onze mee.- vinden; ofschoon ik meer voor de maatre gelen ben, waardoor onze stad geheel en al van die go-dslastorende menigte bevrijd zal worden. De tweede naam, dien ik neer- gesohreven heb, -is die van Johannes; hij is altijd met den man Petras, van wien wij juist gesproken hebben*. Hij is even gevaar lijk, daar 'hij met den ander de menigte in den waan brengt, dat hij genezende kracht bbzit „Sr te bij de wet wiirien, hoe met hen .lie ■"■ar booze geesten bezo en zijn en wer ken der duisternis, verri -hten, te handelen," prevelde Kajaphas. „Zeker", stomde Annas toe, „daarover zullen wij straks spreken. Van de anderen behoef ik niets te zeg-gen, behalve dat zij dezelfde daden verrichten als de beide reeds genoemden, en dag en naöht bezig zijn, om de verderfelijke leerstellingen te verkondigen, wolke.zij een blijde boodschap noemen. Ik zal ze naar volgorde opnoemen, nog eens beginnende met: „Simon, gezegd Petras en Andreas, zijn broeder; Jacobus de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder; Fillippus en Ba-rtholomeus, Tho mas en Mattbeiis de tollenaar; Jacobus, de zoon van Alfeüs, en Lebbeüs, loegenaamd Thaddoüs; Simon Kananites, en Matthias, dien zij, zooals ik zie, gekozen hebben in do plaats van Judas, die ons zoo goed en billijk van dienst is gefeest, als ge het u levenden op sotiaol gebied met tegenstan ders -doen zoo -ohadelijik zien, dat het ge bied 'der neutrale z-one veel -kleiner is dan door cmdereoheidenen wordt vermoed. Wat heeft sociale wetgeving, wat heeft anke ids be sober mm g, wat heeft sociale ver zekering met beginselen uitstaande 1 vragen velen. Niet zoodra echter wordt iets wat die per op de problemen ingegaan, of het- ant woord komt en midden in -de principieel e •tage-nstellingen staat men. D-a-t leerde weer de Uhnechhsahe verga dering. Niet omdat het „eene zonde" is. Ook mevrouw Groeneweg, hot socialis tisch Kamerlid', aldus hetzelfde orgaan, heeft op het Utreohtaohe congres tegen h; moederschap der ongehuwde vrouw ge tuigd- Zij heeft dat immer gedaan. Op hare wijze. Op het U-treohitschQ congres tooh ver- Maar de zij: „Ik heb de vrouwen, die ik bereiken kan steeds gewaarschuwd tegen het ongehuwde moederscha-p. Niet omdat het „een zonde" is, want van de zonde heb ik -niet zooveel verstand ais ander-en het -blijkbaar hebben. Maar omdat ik het-een f-o-ut vind. Een kind moet een -ouderpaar he-bben, een mo-eder en een vader." Geslechbsgemeensch-ap buiten het huwe lijk zonde? Ach neen, slechts achterlijke femelaars prevelen van zonde en genade. Neen, 't is dom, 't is een font, omdat een kind er beter aan 'toe is, wanneer het, be halve -een moeder, ook een v-ader heeft Maar -als nu heb verstand' van and-eren zegt, d-at er zooveel slechte vaders zijn, het dus maar heter is dat alleen de moeder voor de opvoeding staat en de vader niet bekend is, waarom zou die don minder ge loof verdienen dan mevrouw Groeneweg Wat voor -krocht kan id/an uitgaan van de verstandelijke waarschuwing, dat het dom is Maar één souverein madhtmiddel staat -hier 'ten dienste. Gods wet verbiedt -het-. Daarom tot de wet en tot de getuige nis Socialisatie en vrijheid. Over dit onderwerp schrijft de Neder lander: Het is reeds eenigen tijd' geleden, dat wij fmet den heer Wibaut een gedachtenwisse- lling -hebben gehad o-ver de vraag, w&ütr na de socialisatie do geestelijke vrijheid moet verblijven. De gedacflitengang was toen deze: nier» wenscht allereerst de socialisatie van den bodem. Maar, wanneer de -gemeenschap over den bodem beschikt, zullen de amb tenaren of althans de overheidspersonen/ uitmaken, waar en wanneer eert kerk mag worden gebouwd of een school of een ver- eemigingslokaal of eert kunstinriohting. D.i.: de uitbloei van het cultuurleven des volks, van ons geestesleven in den breed- sten zin zal afhangen van de goedkeuring dergehen. die in de staatsorganen de lei ding hebben. Een herbouwen! van de staats-almacht over het vrije leven, waardoor dit aan ruimte-nood en adem-nood gaat lijden en straks stikt. Wij vroegen den heer Wibaut, hoe z.i. na socialisatie van den; grond de geestes vrijheid bewaard kan worden. En dat voor allen. Want het geschetste gevaar dreigt niet slechts één partij b.v. 'n christelijke groep, die een kerk of een school wenscht. Het dreigt alle partijen: vandaag de christelijken', mórgen de hu- manitairen, overmorgen de socialisten. Het antwoord van den heer Wibaut was zeer onbevredigend. Hij was zijnerzijds bereid om voor de vrijheid,in te staan! '•t Stelde ons maar matig gerust. Plotseling blijkt nu, hoe groot het hier (dreigend gevaar is. De heer Stulemeijer te Rotterdam heeft in openbare vergadering een boekje open gedaan van hetgeen daar ter stede ver toond is! Wij volgen het verslag: En welke kans heeft men gegeven) aan de particuliere bouwnijverheid? Het is Izoo ver gekomen met de bevoorrechting, dat we 'het voor de poorten der hel moes ten weghalen om grond te krijgen voor kerk of school. Ik heb het meegemaakt, dat eenl kerkbestuur, dat om grond vroeg 'ten antwoord kreeg: „die terreinen zijn toegezegd aan een Woningbouwvereeni- ging". (Geroep schande) iStel u voor da-t die WbningbouwVer- eemigingen, (die werken met -geld van de gemeenlte of rijk), uitmaken waar of onze kerken mogen) komen. (Geroep: zal niet gaan). Ik ken een Woningbouwvereeniging die twee jaar met alle mogelijke machi natie den bouw van een kerk belet heeft. nog 'herinnert, bij de gevangenneming van den Nazarener; doch die daarna de onge looflijke dwaasheid beging, om zich op te hangen, 'hetgeen erg jammer was, daar hij ons nog in veel van nut had kunnen zijn. Bij -deze twaalf namen heb ik ook Maria de moeder van den Nazarener, gevoegd; zij moet als voorbeeld gesteld w-orden -met ©eni ge der andere vrouwen, die zich met de mannen vereenigen, on kwaad onder 'hen stichten, zooals de vrouwen doen kunnen." Kajaphas sprong op de been. „Ge hebt goed gesproken," riep hij met heosohe ©Item, „de duivel heeft de eerste vrouw voor zich -gewennen en zij volgen hem allen tot-den huidigen dag, indien hij slechts in de gestalte van een knappen jongen man zich aan haar vertoont. Hl verzoek u, er nog een anderen naam bij te voegen, den naam van Stephanus. Moordenaar en dief! Ik zal 'hem met. mijn eigen handen dooden ik haat, hem ik „Mijn zoon," zeide Annas bodarend, „ge moet u niet te veel opwindenuw ijver voor den heiligen tempel heeft u de zwakheid van uw lichaam, door ziektei bezocht, doen ver geten. Do naam Stephanus staat hier ook geschreven, daar ik gehoord heb, dat hij in staat was, vele menschen zijn voetsporen te laten volgen. Hij heeft een gladdo tong en een knap gelaat, en bekendheid met do la- gare volksklasse der heidenen, waaruit hij Het geval spreekt voor zich-zelf. En nu is de bodem in Rotterdam nog niet eens gesocialiseerd! Willen de socialisten! ons zeggen, waar de vrijheid blijvert zal? KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. To Jaarsveld: E. Schimmel, cand. te Schorpenzeelto Hoogebeintum (toez.) J. R. St-ratingh to Etten bij Terborg. Bedankt. Voor Fei je noord (vac.-Da. Hoo pers) J. Vermeulen te Mijnahee-renland. GEREF. KERKEN. Drietal. Te MiddelburgDr. S. P. Deo to Dwingeloo; A. Hoeneveld to Nijkerk en Dr. J. Thijs te Meppel. B o d a n k t. Voor Spijk (Gron.) en Opeinde- Nijega: J. Voerman te Warns. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. To BoskoopD. Driessen te 'e-Gravenzande. Terug naar het oude? Men schrijft aan de Rotterdammer: Soms vragen we 'ons af. of we op het gebied van het Onderwijs terugkeoren naar het verle den. De vijandschap van Links leeft hier en' daar zoo fel op, dat we er aan herinnerd worden, dat men daar zich ergert aan onze vrijheid en aan ons beginsel. Links staat- ons tegen om het be lijdend Christelijk beginsel. Voor 30, 40 jaar sprak een Burgemeester: „lk ben bang voor de „Standaard", voor een School met den Bijbel en een Doleerende Kerk." En die man toonde dat op allerlei manier. Recktsche menschen zou hij nooit teruggroeten. Modellen voor vaccine-opgave werden niet aan Rechts uitgedeeld. Bij een vergrijp aan een schooljongen vroeg de politieagent belet bij 't hoofd der School en luchjttto dan zijn wijsheid. Bij 'n vergissing in de opgave van toegelaten leerlingen werd de secretaris naar het hoofd ge zonden oan hean op zijn domheid attent te ma ken. Volgens do opgave in jaren zou een leerling gevaccineerd zijn voor zijn geboorte! Ean echte Rechiteche domheid! Bij slot bleek dat do liberale dokter die vergissing begaan had en expres geco- pieerd! In één woord: wat Rechts was, was dom eu slecht Maar tor zake. In het Holl. dorpje G„ waar Rechts 200 stom men uitbrengt eu waar de Hervormde Kerk belij dend is, zou een School meit den Bijbel gebouwd worden. De mannen met ©enig kapitaal waren dood-conservatiof, vasthoudend, enz.; men kent dat type in Holland wel. Zo behoorschon menig dorp door hun principe: zuinigheid, gierigheid. Zo houden" zooveel goeds tegen, oor-dat hot do portomonnaie kost. Wat hadden die menschen bij de oprichting der School een bezwaren te overwinnen. 't Begon al met de lijst der leerlingen, welke toelating op do School met den Bijbel verlang den. Toon het hoofd der Open-bare School hoor de, wio al zoo op dezo lijdt- geteekend hadden, stapte hij met ©en oontra-lijst het pad op, en wist enkelo ouders, zelfs door dreiging, afvallig te maken. Bij ©en collecte-reis door de gemeente e'tieten ze op een weigering, zefls bij menschen, dio door de antirev. partij omhoog gebracht werden, f 100 yoor een festival werd Rover gegeven dan oen kleine bijdrage voor de School. Maar het werk slaagde, trots allon tegenstand. De Gemeenteraad gaf na 6trijd toestemming. Het werk werd uitbesteed, het fondamont werd ge- Jegd. Doch daar verschijnt het rem-woorstol van Mi nister de Visser. Op zekeren morgen zag men het hoofd der Openbare School met ©en exemplaar van de „Nieuwe Rot-terdamscho Courant" zijn woning uitstappen. Hij 6nelt naar het terrein, waar de School met den Bijbel zal v©rrijzen en gebiedt in haam van Minister de Visser, dat de werklie den direct het werk zullen stoppen en neerleggen. Tableau Dot liberale potentaatjo we zullen zijn naaim nog niet noemen, want dan lacht ge! verbeeldde zich machtig. De arbeiders bleven werken, gingen harder werken en 1 achtten den man uit! Hij af! brommend, dat men hem weerstreef Hij wenschte 't booltje ia elkaar to trappen. Doer zulke domme menschen wordt onze actie niet geremd, maar veeleer aangevuurd. Samenwerking met andere partijen. Inzake do samenwerking mot andere par tijen is door hot. CeiK-raal Comité aan ©<e antirevolutionaire kiosverc.eni gingen hot volgende geadviseerd Bij de beoordoeling van de verhouding tot e-n samenwerking met andere partijen behoort te worden- vooropgesteld, dat; geen gekomen is, daar -hij, zoo als zijn naam aan duidt., van Grieksöhe afkoms-t. is." „Hij is do zoon van een dief en moorde naar," riep Kajaphas uit, „en ik eisch zijn bloed ik „Zeker, over allen, wier namen hier ge schreven staan, zal' het. doodvonnis worden uitgesproken," zeide Annas, bedarend zijn hand op den arm van den spreker leggende; „doch ik verzoek u, luister -naar mij, terwijl ik de perkamentrol -ten eindo lees; daarna kunnen' wij dadelijk maatregelen nemen. Ik wilde verder aan uw oerdeel onderworpen de afvalligen, Nicodeimus en Jozef van Ari- mathea, vroeger loden van het Sanhedrin, doöh nu overgeleverd aam de goddelooze lus ten en lasteringen in gezelschap van de Galileörs. Van Jozef is verder lxkend, dat hij openlijk van Pilatus 'het. lichaam be- goordo van den Nazarener en het behandel de als van een rijk man, terwijl hij het. in een zuiver fijn lijnwaad wond en leide dat in zijn eigen nieuw graf, hetwelk -hij in "eene steenrots uitgohouwen had, waaruit, hot ook den dorden dag verdween door tu6- schenkonist van deze zelfde apostelen. „Ik -heb Jozef van Arimathei, gekend," mörkte Saulus peinzend op. „Hij was een verstandig man. Ilc zal met hem dit alles eens bespreken." „Doe da-t niet, mijn zoon", riep Annas piet gejaagde stom. „Ik verbied het u uit enkele ernstige staatkundige partij id be* ginsel zich onttrokken mag aan mede-ver antwoordelijkheid bij de vorming van «en Kabinet-, indien de omstandigheden er toe leiden, dat zij bij zoodanige vorming wordt betrokken. Aan den anderen kant mag geen partij die, met het oog op 'het bestuur de; lands, aa-n haar bestaan en aan hare zelfdandighe,-^ wezenlijke waarde toekent, lichtvaardig tot samenwerking met anderen overgaan, om dat bij elke zoodanige samenwerk] njg niet alleen eon deel dor eigen act.uoele verlangens nioet worden prijsgegeven, doch vooral om dat de actie voor de eigen beginselen er m den regel sohado door lijdt-, tengevolge waarvan de partij aan vorval van krachten dreigt te gaan lijden, jüifit misschien in een ^tij-dsgewrioht dat aan ongeschokte kracht de meeste behoefte bestaat. Met deze beide grondbeginselen zal sleeds rekening moeten worden gehouden, wan neer do feitelijke toestanden van het oogen- blik moeten worden beoordeeld. Die feitelij ke toestand is thans al6 volgt weer le ge ven: a. De twee partijen, die elkaar in begin sel het- meest nabij komen, de C. II. en A. R. kunnen gezamenlijk op niet veel moor dan 1/5 der kamerzetels rekenen. Aa-n het. over nemen van 'het. bewind, zonder samenwer king met een derde groep, valt dus niet te denken. b. Br schijnen slechts twee combinaties mogelijk, die kans geven op een regeerings- meorderhtid, t.w. die van R.-Katholieken met Sociaal-Demooraten of die van A. R. en C. H. met de R.-Katholieken. c. Nog daargelaten de vraag of de R. K, Staatspartij -tot. een-e coalitie met de sociaal democraten te vinden zou zijn, wordt d'e samenwerking door ons niet in 's lands bo lang geacht. d. Ondanks allo verschillen, en ondanks bedenkingen, die in den laatsten tijd met betrekking tot do bestaande samenwerking ondor ons vernomen werden, -hebben 'f Pret. Christelijke partijen en do Roomscfo Katholieke dieperliggende grondbeginselen, gemeen, dio samenwerking mo-gelijk maken,* terwijl practisch gespro-kon do -bestendiging van de bestaande samenwerking de oenige mogelijkheid schijnt te bieden voor de vor ming van een parlementair Kabinot. e. De in de laatste jaren nu en dan on dervonden teleurstelling hoeft, evenwel on der ons een gevoel van onlust, gewekt, dat dreigt schade te do ca aan .de liefde en be langstelling voor c-nso eigen beginselen em daardoor is hot gov aar ontsta an, dat. de actie van do a.r. partij aan kracht zal gaan inboeten. f. Dit mag intu&schen niet leiden tol li-ht- vaardige verbreking dor bestaande 'Samen werking. Voel oor moot. worden gezucht, naar waarborgen om herhaling van zulke te1 cur st, oil in gen te voorkomen, teneinde de daar aan verbonden gevaren te ontgaan. g. Zoodanige waarborgen zijn voornamo- lijk te verkrijgen doo-r een earner ca an op een behoorlijk doordacht werkprogram. h. Om de bestaande beswaren orde- ons volk te ondervangen, zal daarnaast even wel in ruime mate hot vertrouwen moe'en bestaan dat anti-revolutionairen, die even tueel in een Rechts oh Kabinet, zitting no men-, bereid zijn met hun gchoole pev-mf voor dó anti-revolutionairo beginselen in 1 0 Kabinet op te komen, voer zoover dit. bi nen de grenz-on van hetgeen overeengekc* men word. maar eeniszins mogelijk is. Het- is op grond van bovenstaand o 1 schouwingen, dat do Doputaten-vergaden M hare wenschen inzake de samenwerking m f andero partijen als volgt formuleert: „Indien het resultaat van do vcrkiczincr o zoodanig zijn mocht, dat. de tegenVoordign' partijen der rechterzijde tezamen eene meer derheid in de Tweede Kamer hebben, be hoort de vraag of 's Lands belang wordt gediend door bestendiging van de bestaande N samenwerking beantwoord te worden in hot licht van do volgende voorwaarden: a. dat het werkprogram van het Kabinet dor volgende vierjarige periodo zich in rui me mate aansluit© bij het- Pro-gram van Be ginselen -en het Pro-gram van Actie. b. dat omtrent de uitwerking van dit werkprogram t© voren volledige overeen stemming tussohen Kabinot en do partijen -in de Kamer verkregen zij. De Partij ©preekt, voorts het vertrouwen uit, dat do A.-R. Kamorclub bij de terzake to voeren onderhandelingen do programma's waarop de leden gekozen zijn tot richtsnoer nemen zal en dat- anti-revolutionairenin dien deze eventueel in het. Kabinet zitting hebben, bi-nnen de grenzen van hetgeen over een-gekomen is, zich als anti-revolutionair zullen doen gelden. naam van den Hoiligen Raad; het niet zooals het. behoort, dat iemand, d gewijd is in den dionst van Jehovah, omgang hou-dt mot hen, over wie Satan do over winning hoeft behaald. Doch luister! Ik hoor iemand aan de deurhet kan tijding zijn van oen nieuw oproer. Ik 'heb het hoofd van de tempelwachters opgedragen mij te komen melden, als zulks geschieden zou. Treed binnen, Caleb. Wat is or ge beurd?" „Een groot© oploop, mijne hoeren," zeide de man, eerbiedig voor hen neerbuigend©, „De mannen hebben vele wonderlijke gene zingen verricht op dc kreupelen, de lammen on do blinden: de gobeole stad loopt, uit, om hen- te zien. Zij brengen hun rieken naar buiten en leggen zo op de straatsl oe nen neer, roepende, d<?t indien slechts de schaduw van Petrus op hon moge vallen, zij genezen zullen zijn." „Dat i© schandelijk! "ric-p Anna© buiten ziohzolven van opgewondenheid. „Ga, Sau lus van Tharsus, met dezen man en zie toe, dat. die mannen gevangen worden ge n-omen: hun schaduw zal dan mot hen ver dwijnen. Werp hGn in de gevangenis en laat den cipier loezien, dat. zij niet ontsnap pen. Neen met een aantal mannen voor uw eigen veiligheid en verricht de daafl stil, maar met spoed. Morgen zullen wil over 'hen richten,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5