Dagblad voor Lelden en Omstreken. NIBOWE LEIDSCIE COURANT 2de JAARGANG. - VfSJJDAG 7 OCTOBER 1921 No. 463 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278 ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEID SS WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS PER KWARTAAL «SL5TI PEB WEEKïö.i# FRANCO PEB POST PER KWARTAAL ISJ&fl m\ Vrijheid of dienstbaarheid, De liberale „N. R. Ort." igeeft enkele beschouwingen ever het ingediende ont werp, inzake den scholenbouw, die ons van genoegzame beteekonis schijnen, om daar op hier de aandacht te vestigen. Het ontwerp zelf acht het blad van wei nig beteékends, daar het niet verder gaat dan t|ot ©enig© voorschriften, tengevolge [Waarvan 'gedurende een jaar die oprichting van nieuwe scholen, van de voorafgaande goedkeuring van de Kroon zal worden, af hankelijk gesteld. Het eendige goede van dit voorstel is, dat hier wordt uitgesproken dat de nieuwe on derwijswet niet langer ito handhaven is wat het blad natuurlijk ten zeerste toe juicht en verder kan het dit practische resultaat hebben, dat dank zij de a m b- tte 1 ijke langzaamheid em p a- pe ras ser-ij, d'e goedkeuring zeer kan worden vertraagden dus de sc hooibouw feitelijk kan worden stopgezet. Anders echter staat het met de toelieh- tinlg, volgens welke het ontwerp beoogt! uitwassen, die zich hier en diaar bij de uit voering der L. O. wet voordoen', te keeren door in elk 'geval 'afzonderlijk na te gaan len te beoordeelen of de voorgenomen bond indordlaad eisdh .van noodzakelijkheid 0)3. „De minister, zegt nu het liberale or gaan, wil dus 'sohioolbouw eloobts toestaan Ün geval van noodzak el ij kheid. In de wet wordt deze eisch nergens gesteld, in het nu aanhangige ontwerp evenmin. De eisdh staat alleen in de memode van toe- iiohting! Wat meer zegt, de geldende wet Iaat zich 'aan de al of niet noodzakelijkheid van een school niets niemendal gelegen liggen, doch erkent implioite de bevoegd heid tot oprichting ook bij gebleken niet- (noodzaikelijkheid. Nu wil de minister door de praotijk van het nieuwe goodkeurings- redht zulk een kersvenschen eisoh invoeren buiten de wet om. Het lijkt ons bedenkelijk. Dit te meer, omdat die noodzakelijkheid door den mi nister zal worden beoordeeld. Naar welken maatstaf? Onzes inziens is geen oprichting van ©ene bijzondere school noodzakelijk, wanneer er op de open bare school nog gelegenheid tot plaatsing ds. De minister gaat waarschijnlijk met de ze opvatting niet mee. Doch wat is clan zijn criterium ter 'beoordeeling van noodzake lijkheid? Welken waarborg schaft de mi nister, die bovendien nog veel op ambtelij ke voorlichting zal moeten afgaan, tegen willekeur? Willekeur, 'hiematuurlijk niet bedoeld! in p e rs o o n 1 ij k e n zin, maar In den technisohen zin, gelijk Thorbecke dit begrip omschreef: „beslissing niet naar een vasten, algemeenen, verbindenden re gel, maar naar iudividueele opvatting." Wij ooracludeeren. Het ontwerp je, zoo- mls 'het daar ligt, bloot aan de formalitei ten van de Lager Onderwijswet voor de oprichting van scholen ©ene koninklijke goedkeuring toevoegend, is onschuldig. De toelichting is onaannemelijk, omdat zij de regecring plaats boven de wet. In een tijd, waarin 'het meer voorkomt, dat de burgerij wordt igeregeerd niet naar de dui delijke bepalingen der Wet, dedh naar be weringen, uitlatingen, stellingen, enz., in gewisselde stukken of bij openbar© beraad slaging te 'bende gebracht, is het, dunkt ons, eisch van liberale politiek, aan dit ontwerp geen bijval te vorleenen, voordat de toelichting .volstrekt is verloochend." De bezwaren, die ook onzerzijds tegen het ingediende ontwerp worden gevoeld, zijn hier duidelijk in het licht gesteld. Een groot bezwaar is al dadelijk, dat ook zeer ernstige plannen voor den bouw van scholen langen tijd, misschien aelfs jaren worden opgehouden. Dat brengt de ambtelijke sleurgang nu eenmaal meer. FEUILLETON. STEPHANUS. Naar hot Engelseh van w M. KINGSLEY. 19) Hij lag voor de tempolp-oort welke de Schoon© genoemd weid, niet omdat zo fraai was, maar omdat daairdooT een stroom van 'gol'oo vigen zich bewoog naar en van den bij na altijd voortdurenden tempeldienst.Die al len droegen hun geld in hun hand, daar hot in -strijd met de wet was, om de heilige ruimte te betreden, wanneer men goud of zilver in een beurs droeg, of ergens an ders, behalve in de hand. Dus was do wet Iden lammen man. -gunstig, daar menigeen, die anders te gehaast zou zijn om voor een bedelaar zijn beurs te voorschijn te halen, een -geldstukje in zijn uitgestrekte hand liet vallen. Op dezen dag eohtor was de hand der menigte gesloten gebleven, niet -alleen toen zij naar -binnen gingen, om neer te knielen voior den Almachtige, maar ook toen zij het gebouw verlieten. De lamme man staarde -hen na, terwijl zij hem ongezien1 voorbijgingen. Hij vroeg zich' af, welke zegeningen deze mannon met. -d an hardvochtige gelaatstrekken en gesloten taaiden aan de» Almachtige hadden afge- Maar de hoofdzaak is hier het b 0- g i n s e 1. Zal het Christelijk onderwijs vrij zijn of zullen we weer opnieuw het diensthuis in gaan1, zullen de o uders beslissen over de noodzakelijkheid van een eigen school of zal de overheid voor hen en over hen be slissen. Daar gaat 't hier om. Wij twijf elen geen o o genblik of minis ter De Visser zal van het hem hier ge geven recht geen misbruik maken al staat voor ons bewustzijn eveneens vast dat de minister niet zal kunnen verhinderen dat ook zeer ©nietige en zeer noodzakelijke plannen misschien maanden op het depar tement blijven- zweven. Maar wie waarborgt ons dat straks niet een andere Farao opstaat, die Jozef niet gekend heeft, en wiens hoogste ideaal het is, de vrije de Christelijke scholen te ver nietigen? Maar ook al was dat niet het geval, dan nog mogen wij met dit ontwerp geen vrede hebben. Omdat het mdiruischt tegen onze opvat tingen o-p het gebied van onderwijs en op voeding. Omdat het den Staat stelt op de plaats van de ouders. Misbruiken keuren wij af. Het bouwen' van scholen,alleen omdat men nu ook eens een eigen schooltje wil heb ben, of om allerlei lichtzinnige redenen), zullen wij in geen geval verdedigen. M-aar het middel dat hier wordt aange- werd is honderdmaal 'erger dan de kwaal. Hier wordt onze vrijheid, hier wordt het recht der ouders aangetast. En daartegen protesteeren wij. STADSNIEUWS. De Loidscho Peurder. Met dit onderwerp trad Donderdagavond voor de Evangelisatie der Geref. Kerk in de Hooigrachtkerk alhier op, de heer N. Baas, straatprediker te Amsterdam. De kerk v/as geheel gevuld, met een schare van mannen en vrouwen die met groote belangstelling den begaafden) spre ker volgde. Het woord van den( heer Baas, eenvou dig en pakkend, sloeg in. Göen oogenJblik werd de aandacht afgeleid. De voorzitter van de Evangelisatie-com missie, Ds. Kouwen hoven, opende de vergadering met gebed en) een kort welkomstwoord. De -heer Baas daarna het woord Ver krijgend, verklaarde tot zijn onderwerp te zijn gekomen door het bekende schetsje uit de Camera Obscura, waarin de Leid- sche peurders en hun omgeving worden geteekenid, die de aandacht trekken door dê w ij z o en do t ij d waarop zij hun werk verrichten. Men zal zeggen, de heer Baas spreekt toch niet voor een vischclub, roaar in de Geref. Kerk en daar wordt, behalve bij de collecte toch niet gehengeld? Dat is juist, maar we moetien niet vergeten, dat de dingen van het tijdelijke leven voor het geestelijk leven vaak van groote be- teekenis zijn. ;De Heere Jezus ontleende dan ook tal van beelden aan het vis9chersloven, wat niet verwondert, daar hij verkeerde in een vissche-rsmillieu en geregeld met visschers omgang had. De 'Heiland heeft het visscherstype on der de discipelen niet achteruit geschoven, maar hij heeft hen willen adelen door ze te maken tot visschers der me-nschenl En diezelfde Heiland roept cok nu nog zijne Gemeente toe, ook hier in Leid'en: volgt M'ij en Ik zal u maken tot visschers der menschen). Jezus volgen en in Hem geloovenl is he laas, niet altijd hetzelfde. Altijd zijn er ge smeekt; hij had eveneens gaarne willen we ten, of zij ontvangen hadden. Hij zelf ging zelden- binnen de -poorten. Hij kon het Heilige der Heiligen niet te dicht naderen door gebrekkigfbieid. Go<$ had verklaard, dat de aanblik van de lammen-, de kreupe len en de blinden Hem onaangenaam was, zooals de priest-ore zei-den. Doch -hij was van Zijn geboorte lam geweest en hij was aan dit en aan andere dienden van zijn lot gewend geraakt. Veertig jaren lang had zijn ziel verlangd om vrij te zijn. Nu had 'hij opgehouden, nog eenig geluk te verwachten; do-dh -hij had geleerd onr'stil te zijn en te dulden. Hij had verhalen geboord van den Man Jezus, die velen- genezen had. Eens had hij zijn dragers verzocht, hem naar den groe ten Geneesheer te brengen-, opdat hij ook mocht genezen worden; doch zij hadden ge weigerd. „Je bent nu in staat om het brood te verdienen-, dat je eet, en ons te betalen, wanneer wij je terug halen van do tempel deuren of ei- je heen brengen'. Indien1 je ge nezen bent, wat zou je kunnen uitvoeren? Je bont al oud. Het is geen voordeel, als je -genezen bent; blijft -dus maar, zoodLs je bent." Zoo was hij gebleven, hetgeen hij was; en nu was de Man Jezus dood, gekruisigd en voor -hem was dus geen kaars meer, om weest, Christenen, die -prat gingen op hun belijdenis, maar die, zooals Otto Fiincke het uitdrukte, geen voet zouden) verzetten om' Jezus -te volgen. Alleni willen wel gaar ne wandelen in de gouden stad, maar ve len maken bezwaar oan te gaan langs het enige pad. Dat do Kerk zich heeft te bemoeien met evangelisatie wordt nog wel toegegeven; maar dan door de gewone godsdienstoefe ningen). Men kan dan echter, zegt spr., Jöven&oed zeggen dat de vuurtoren die zijne lichtbundels over het water uitwerpt vischt, als zij den schepen den weg wijst naar d'e haven. Er is echter ook een zoekende en reddende arbeid van de kerk. Het scheepje onder Jezus' hoede, moet uit varen om te redden -allen die in nood Verkeenen eik dat is 't werk der evangeli satie. Wij spreken vaak over een crisis in ons kerkelijk leveni. Daaronder is ook de telkens terugkeerenlde botsing tu-ssclnen de dogmatiek en -de mystiek. Dogmatiek, zegt spr., is schoon, en' mystiek is heerlijk, maar beiden moeten, zal het goed zijn, uitloopen op Jezus, waar ze hun verzamelpunt kun nen vinden. Evangelisatie is geert liefhebberij van de kerk. Het uitdragen van het Evange lie is voor de kerk een bestaans middel, een) kwestie van -te z'ijn of niet te zijn. Ontstellend groot -is d'e afval in onze dagen met name in de groote steden. Het aantal van hen die aan de kerk den rug toekeeren is de laatste janen te Ber lijn vertiiendubbeld; te Londert gaan nog slechts een 100.000 personen) n-aar de kerk en In onze groote steden is het niet veel beter. Er waait over heel de wereld e>en anti-kerkelijke wind. Do kerk, zegt spr., i-s tenslotte haar eigen gevaar. De poorten der hel zullen haar niet overweldigen, maar als ze niet langer is -een' licht op dien kandelaar, dan za-1 d'e Meester zelf zich tegen, haar keeren. Evangelisatie-arbeid is dus noodig, en in vorband daarmede wil spreker in den Leidschen peurder, het echte locale ty.pe van den visscher vier dingen aanwijzen: zijn e en v o u d, zijn overleg, de moei- 1 ij k h e d e n die hij moet trotseeren en het geduld dat hij moet beoefenen. Na de -eenvoud van den peurder te -heb ben geteekertd en zijn eenvoudig onaan zienlijk werk, zegt spr.: kijkt 't hem af. We zijn dames en heeren. geworden, maar dat deftige Christendom is door God ge slagen met de vloek der onvruchtbaarheid. Do deftige kerk, is evenals Michal die zoo bevreesd Was, dat David uit de plooi zou vallen, onvruchtbaar en kinderloos. iTal van kostelijke practische wenken worden in dit verband' gegeven. De preek- jas .en de preekstijl zijn in de samenkom sten niet op hun plaats, evenmin als het op opgeschroefden toon spreken over allerlei ervaringen, waardoor men, zij 't onbedoeld, een) muur opricht tusschen zich en zijn hoorders, en, de afstand groote maakt. W:ij moeten Jezus brengen, Jezus al leen. 'Evenials 't werk van den visscher, eischt ook de evangelisatie-arbeid veel over leg. De visscher spr -heeft nu meer den hengelaar op het oog let vooral op de hoek en op het deeg. Dat is ook noodig voor wie menschen wil vangen. Ernstige voorbereiding door gebed en onderzoek en eeni zich aanpassen aan de omgeving waarin men arbeidt, is noodza kelijk. De hengelaar let vooral op de sc-her- p e hoek en! het zoete deeg. 'Ook een hongerige visch zal niet bijten in een ledige hoek. Het deeg moet er om heen) en dan moet er nog op gelet dat elke vischsoort zrijn eigen deeg krijgt. Maar 't deeg -alleen is niet genoeg, 't is tenslotte bijzaak, en daarom moet er in elke- toe spraak wezen! een scherpe hoek, liefst met genezen te worden. Hij betreurde het ge duldig; men leert -geduldig zijn, zelfs in zijn verdriet, gedurende veertig lange ja ren. Doch hij dacht veel aan den Man, die gekruisigd was. De priesters had-den het gedaan, had men •hem verteld; in zijn -binnenste -haatte hij de priesters, en om die daad haatte hij hen des te meer. Waarom moesten zij den Man do-oden, omdat hij op den Sabbatdag gene zingen had verricht? dacht hij vol bitter heid'; dotch hij zeide niets, wamt er was niemand, die belang stelde in zijn ge dachten. Eindelijk bedacht hij zich, zijn verdien sten van dien dag na te tellen, daar het uur van zonsondergang naderde. „Het is niiet genoeg", prevelde hij, terwijl hij de koperstukken telde. „Ik moet Nioolams en Obed betalen, anders willen ze mij niet thuis brengen; ik blijf -hier liever niet des nachts, de wind is soh-eirp." Toen hief hij het hoofd op en zag twee mannen de mar meren trappen- opgaan. Zij waren niet rijk; met zijn geoefend ocxg merkte hij dat dade lijk op; doch van de rijken verwachtte hij geon aalmoezen. Hun gedachten waren te veel vervuld van het gebed, dat zij wilden uitspreken, of d-at zij misschien zonder eonige fout hadden gezegd; en de geldstuk ken dn hun hand waren stellig van g 'd of zilver geen spijs voor een bedelaar! ©en! weerhaak, die niet weer loslaat Het visschen is eon m o e i 1 ij k werk. De visscher moet er op uit. |Dat is een eenvoudige waarheid, maar die we toch vaak vergeten als het gees telijke d'ingeni betreft. We meenlen soms genoeg gedaan te hebben als de kerkdeu ren enkele uren per week open zijn. Neem, we mogen niet stil blijven zitten, m-aar we moeten visschen, nu eens met het net, in groote samenkomsten, of op straat zooals in verschillende steden, en dan weer door huisbezoek, of door het uit gaan in den donkeren nacht in de zonde buurten. Laten we, zegt spr., toch niet uit de hoogte op die arme menschen neerzien. Zou Jezus Christus ook niet tot sommige brave Christenen van onze dagen kunnen) zeggen, dat de hoeren hen zullen voorgaan in -het Koninkrijk Gods. Er is hier zooveel te doen. Aangrijpen!© bijzonderheden, deelde spr. daaromtrent mede. Wie, zoo klaagde een diepgevallen vrouw te Berlijn, die een gevaar vormde voor ieder, die met haar in aanraking kwam, en die op dat gevaar -gewezen werd, wie heeft er met mij medelijden gehad? Geldt dat ook van ons? En dan, 'het visschen eischt veel g e- d u 1 d. 'Wij kunnen 't zaad uitwerpen en het begieten, maar verder kunnen we en mogen we ook niet9 doen. Wij hebben ons werk te doen, maar van Gods werk hebben we af te blijven. Zeker, dit laatste is niet gemakkelijk, vooral ook omdat de critiek van broeders en zusters die wel vooruit wisten dat d'e arbei-d toch vruehteloos zou zijn, vaak niet achterwege blijft. Maar al lachen) de menschen ons uit, daar boven is God, die zegt: ik weet al uw werk en al uw arbeid, en eens zullen we de vruchten zien'. En wat nu do vangst betreft, zegt spr., laten) we vooral 'letten op den dobber. Het resultaat openlbaart zich vaak andera dan wij denken. Als de visch aan den haak komt, gaat hij rukken en trekken en dan zegt de visscher: 't gaat goed. Daarmee moeten we rekenen. De heer lijkste vruchten zijn niet altijd direct enthousiaste bekeerlingen. De hoek moet eerst raken enl pijn doen. Als we daarop letten, dan mogen we zeggen, de evangelisatiearbeid is niet ver- geefsch. Maar de -hoofdzaak is, dat wij gehoor zaam-zijn aan het bevel van Jezus, en dan zal God zelf voor de vruchten zorgen,. Zij 't dan onder ons: Meester op uw woord zullen wij het net uitwerpen. iMet groote aandacht werd dit kostelijk woord, door de menigte beluisterd. Gedurende het zingen van P-s. 48: 1 en) 2 aan 'het slot werd gecollecteerd' voor den evangelisatiearbeid, jterwljj} Dij bet [ver laten van het Kerkgebouw gelegenheid werd gegeven zich als begunstiger te laten inschrijven. Nader vernemen wij nog, dat de collecte heeft opgebracht 100.67L <5?? Een belangrijke beslissing. In- ©en geschil tusschen 'het Bestuur van den Raad van Arbeid te Leiden en den hoer P. de Best te Katwijk a/Zee over bet al of niet verzekeringsplichtig zijn voor de In validiteitswet van t-rawlv-isschers -is thans in hoogste instantie door den Cen- tralen Raad van Beroep uitspraak gedaan. Volgens -deze beslissing zijn de tnawlvis schers verzekeringsplichtig on moet door den reeder voor ben geplakt worden op de routekaart. Deze uitspraak maakt een ein-de aan een reeds lang hangende kwestie en is voor reeders en schepelingen van veel belang. Gistermiddag bad onder leiding van Mr. P. E. B-riët in café Zomerzorg eene vergadering plaats van- het Kamerkring- Neen; van vrouwen die nederig binn'-ul ra den, of van kinderen, of van mannen, die evenals dezen de eenvoudige lcleedij droe gen van Gallileesdhen visscher, ontving bij aalmoezen. Daarom verhief de bedelaar zijn stem en riep luid met dezelfde woor den, welke ziin moeder, toen zij zag, dat hij gebrekkig was, -hem .geleerd bad en die hij reecL zoovrie malen sedert dien dag her haald bad: „Zonen van Abraham! Uitverkorenen van Jehova! 'hebt modelijden, smeek ik u, met iemand, die verlamd ie sedert zijn ge boorte! Schenkt mij van den overvloed door den homel u geschonken; dan zal God u vele malen beloonen." Do beide mannen stenden stil en zagen hem doordringend aan; en do bedelaar her baalde zijn geroep, terwijl hij zijn magere band uitstrekte en zijn gescheurd kleed op lichtte, om hun zijn gebrekkigheid te too- nen. „Ze zullen mij wel wat geven", dacht bij bij zidhzeJveu„bet zal niet veel zijn; maar tot nu toe 'heb ik een slechten dag gehad en alle beetjes 'helpen." „Zie op ons!" zeide do oudste van do bed de mannen o,p gebiedenden teon. Do bedelaar gehoorzaamde, terwijl hij zich verbaasde over den bizonderen glans in de oogen van den man. De gedachte kwam bij hem op, dat bij zich misschien vergist bad, en dat deze mannen, ondanks bun eenvou- ADVERTENTIE-PRIJS PEB GEW0N3 REGEL I (L£2 Vi DES ZATERDAGS £G53 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TA BIES! KLEINE ADVERTENTIES ran hocgsteao voorden 50 eeat: Zaterdags 75 ees$, j 1- bjj UMvuitfeetalias -ï 1 bestuur „L e i d o n" der anti-revolutionai re partij. In verband met de komende actie voor de Kamerverkiezing in dezen Kring en mede ter verkiezing van een nieuw Kamer- kringbestuur werd besloten, in December, aanstaande, een groote vergadering te be leggen, van afgevaardigden van allé plaat selijke kiesvereenigingen, welke onder de Kamerkrin-g Leiden ressorteeren. Op elke 50 leden zal één afgevaardigde kun nen worden aangewezen. Deze vergadering zal, voor den partijge- n-ooten zoowel uit do environs van Gouda, als die uit Leiden, zooveel mogelijk den i gang naar de vergadering gemakkelijk te maken, te Den Haag worden gehouden. Bij Kon. besl. is aangewezen als lid vanwege Nederland van het Permanent Hof van Arbitrage, professor mr. C. van V-ollenboven, hoogloerahr aan de Rijk®- imivereiteit alhier. fIn den afgeloopen nacht is door de politie bij den overweg der H. IJ. S. M. esn onbeheerd loopend paaid aangetroffen. Het beest is geschut bij do Firma Dieben. J. W. alhier heeft aangifte gedaan, dat heon op do Vischmarkt een portemonaio met f 8. ontvreemd is. Bij gelegenheid der inauguratie der niou- we léden, van Ihet stu-d. corps, zal hedenavond om 6 uiur een £akkél optoch t worden gehouden. Idiie de volgende route zal nemen: Stadsgehoorzaal, Breest-raat, Steenschuur, Ra* penburg, Breestraat, „Minerva". i Aan A. A., wonende Witte Rozenstraat is een rijwiel ontvreemd. 1 N. K., wonende inde noodwoningen alhier", keoft aangifte gedaan, dat hij mishandeld is. Levens verzckcringbcnrij*. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot regeling van het l-evons- verzekering6bedrijf. De Bedrijfsrekening der mijnen. Vanwege den Boegen Raad van Arbeid wordt het volgende medegedeeld: Verschillende bladen hebben in de laatste dagen modedeelin-gen opgenomen ontleend aan „De Telegraaf", betreffende een advies van don Eoo gen Raad van Ar beid o-ver het ter inzage geven van de bo drijfsrokening aan mijnwerkers. De Hooge Raad van Arbeid heeft daar omtrent echter uo-g geen advies uitge bracht. De vermelde gegevens zijn ont leend aan een prae-advies, uitgebracht door een commissie uit den raad, dat neg den raad moet worden behandeld'. Dat prae-advies was niet voor openbaar beid bestemd. Uitvoering Arbeidswet. Naar wij vernemen, zal de 'heer F. J. W. Drion in de vergadering der Tweede Kamer van- a.s. Woensdag verlof vragen tot het houden van een interpellatie over de uitvoering van art. 29 der Arbeidswet (voorwaarden bij overwerk). De Invalitcitswet. Bij Staatsbl. 1066, is aifgekondigd het K-on. Besluit, waarbij bepaald wordt, dat aan deu werkgever, die tengevolge van den Raad van Arbeid aantoont, dat hij gere geld meer dan 25 verzekorin.gsplichti ge arbeiders in vasten dienst heeft, door den Raad van Arbeid vergunning verleend wordt, de, ingevolge de Invaliditeitswet verschuldigde premie voor de verzekering van de vaste arbeiders, in afwijking van dig uiterlijk, toch wel rijk en van groot aanzien waren. „Zilver en goud heb ik niet.," zeide de man, den bedelaar mot zijn -blik dwingende, hem aan te zien, „maar wat ik heb, dat geef ik u: in- den nam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel!" Een straal van hoop trilde in de ziel van den bodelaar, zijn hart klopte ontst-uimig, zijn o-ogen werden vobhti-gweer strekte hij de hand uit, nauwelijks wetende, wat hij -deed; zo werd gegrepen met etovigon handdruk, en hij gevoelde, dat hij op do been wag, dat bij 6tond op de voeten, waarop bij nooit gestaan had in de veertig jaren van- zijn loven. Zijn -hart sprong op in zijn borst met. een vreemde, wonderlijke vreugde. Onwillekeurig bewogen zijn voe ten zioh ook: -hij kon ze niet stilhouden. Hij klemde zich -aan zijn bevrijders vast. onverstaanbare geboden en zegeningen over bun 'hoofd afsmoekonde. Dan wandelende en springende, ging bij -met ben m den tem pel, en bij do gedachte, dat hij ndot meer, gebrekkig was en het hem geoorloofd was, God te naderen, riep hij luidkeek zijn vreugde uit, niet stilstaande, zoo als do wet voorschreef, met do voeten aaneengeslo ten, de bandon op de borst en met gebogen jhoofd, dodh waaidelondo en springende ert met luider stem Gods goodhoid prijzende, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1