Dagblad voor Lelden en Omstreken.
NIBOWE LEIDSCIE COURANT
2de JAARGANG. - VfSJJDAG 7 OCTOBER 1921 No. 463
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEID SS
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS
PER KWARTAAL «SL5TI
PEB WEEKïö.i#
FRANCO PEB POST PER KWARTAAL ISJ&fl
m\ Vrijheid of dienstbaarheid,
De liberale „N. R. Ort." igeeft enkele
beschouwingen ever het ingediende ont
werp, inzake den scholenbouw, die ons van
genoegzame beteekonis schijnen, om daar
op hier de aandacht te vestigen.
Het ontwerp zelf acht het blad van wei
nig beteékends, daar het niet verder gaat
dan t|ot ©enig© voorschriften, tengevolge
[Waarvan 'gedurende een jaar die oprichting
van nieuwe scholen, van de voorafgaande
goedkeuring van de Kroon zal worden, af
hankelijk gesteld.
Het eendige goede van dit voorstel is, dat
hier wordt uitgesproken dat de nieuwe on
derwijswet niet langer ito handhaven is
wat het blad natuurlijk ten zeerste toe
juicht en verder kan het dit practische
resultaat hebben, dat dank zij de a m b-
tte 1 ijke langzaamheid em p a-
pe ras ser-ij, d'e goedkeuring
zeer kan worden vertraagden
dus de sc hooibouw feitelijk
kan worden stopgezet.
Anders echter staat het met de toelieh-
tinlg, volgens welke het ontwerp beoogt!
uitwassen, die zich hier en diaar bij de uit
voering der L. O. wet voordoen', te keeren
door in elk 'geval 'afzonderlijk na te gaan
len te beoordeelen of de voorgenomen
bond indordlaad eisdh .van noodzakelijkheid
0)3.
„De minister, zegt nu het liberale or
gaan, wil dus 'sohioolbouw eloobts toestaan
Ün geval van noodzak el ij kheid. In
de wet wordt deze eisch nergens gesteld,
in het nu aanhangige ontwerp evenmin. De
eisdh staat alleen in de memode van toe-
iiohting! Wat meer zegt, de geldende wet
Iaat zich 'aan de al of niet noodzakelijkheid
van een school niets niemendal gelegen
liggen, doch erkent implioite de bevoegd
heid tot oprichting ook bij gebleken niet-
(noodzaikelijkheid. Nu wil de minister door
de praotijk van het nieuwe goodkeurings-
redht zulk een kersvenschen eisoh invoeren
buiten de wet om.
Het lijkt ons bedenkelijk. Dit te meer,
omdat die noodzakelijkheid door den mi
nister zal worden beoordeeld. Naar
welken maatstaf? Onzes inziens is geen
oprichting van ©ene bijzondere school
noodzakelijk, wanneer er op de open
bare school nog gelegenheid tot plaatsing
ds. De minister gaat waarschijnlijk met de
ze opvatting niet mee. Doch wat is clan zijn
criterium ter 'beoordeeling van noodzake
lijkheid? Welken waarborg schaft de mi
nister, die bovendien nog veel op ambtelij
ke voorlichting zal moeten afgaan, tegen
willekeur? Willekeur, 'hiematuurlijk niet
bedoeld! in p e rs o o n 1 ij k e n zin, maar
In den technisohen zin, gelijk Thorbecke
dit begrip omschreef: „beslissing niet naar
een vasten, algemeenen, verbindenden re
gel, maar naar iudividueele opvatting."
Wij ooracludeeren. Het ontwerp je, zoo-
mls 'het daar ligt, bloot aan de formalitei
ten van de Lager Onderwijswet voor de
oprichting van scholen ©ene koninklijke
goedkeuring toevoegend, is onschuldig. De
toelichting is onaannemelijk, omdat zij de
regecring plaats boven de wet. In een
tijd, waarin 'het meer voorkomt, dat de
burgerij wordt igeregeerd niet naar de dui
delijke bepalingen der Wet, dedh naar be
weringen, uitlatingen, stellingen, enz., in
gewisselde stukken of bij openbar© beraad
slaging te 'bende gebracht, is het, dunkt
ons, eisch van liberale politiek, aan dit
ontwerp geen bijval te vorleenen, voordat
de toelichting .volstrekt is verloochend."
De bezwaren, die ook onzerzijds tegen
het ingediende ontwerp worden gevoeld,
zijn hier duidelijk in het licht gesteld.
Een groot bezwaar is al dadelijk, dat
ook zeer ernstige plannen voor den bouw
van scholen langen tijd, misschien aelfs
jaren worden opgehouden.
Dat brengt de ambtelijke sleurgang nu
eenmaal meer.
FEUILLETON.
STEPHANUS.
Naar hot Engelseh van
w M. KINGSLEY.
19)
Hij lag voor de tempolp-oort welke de
Schoon© genoemd weid, niet omdat zo fraai
was, maar omdat daairdooT een stroom van
'gol'oo vigen zich bewoog naar en van den bij
na altijd voortdurenden tempeldienst.Die al
len droegen hun geld in hun hand, daar
hot in -strijd met de wet was, om de heilige
ruimte te betreden, wanneer men goud of
zilver in een beurs droeg, of ergens an
ders, behalve in de hand. Dus was do wet
Iden lammen man. -gunstig, daar menigeen,
die anders te gehaast zou zijn om voor een
bedelaar zijn beurs te voorschijn te halen,
een -geldstukje in zijn uitgestrekte hand
liet vallen.
Op dezen dag eohtor was de hand der
menigte gesloten gebleven, niet -alleen toen
zij naar -binnen gingen, om neer te knielen
voior den Almachtige, maar ook toen zij
het gebouw verlieten.
De lamme man staarde -hen na, terwijl zij
hem ongezien1 voorbijgingen. Hij vroeg zich'
af, welke zegeningen deze mannon met. -d an
hardvochtige gelaatstrekken en gesloten
taaiden aan de» Almachtige hadden afge-
Maar de hoofdzaak is hier het b 0-
g i n s e 1.
Zal het Christelijk onderwijs vrij zijn of
zullen we weer opnieuw het diensthuis in
gaan1, zullen de o uders beslissen over de
noodzakelijkheid van een eigen school of
zal de overheid voor hen en over hen be
slissen.
Daar gaat 't hier om.
Wij twijf elen geen o o genblik of minis
ter De Visser zal van het hem hier ge
geven recht geen misbruik maken al staat
voor ons bewustzijn eveneens vast dat de
minister niet zal kunnen verhinderen dat
ook zeer ©nietige en zeer noodzakelijke
plannen misschien maanden op het depar
tement blijven- zweven.
Maar wie waarborgt ons dat straks niet
een andere Farao opstaat, die Jozef niet
gekend heeft, en wiens hoogste ideaal het
is, de vrije de Christelijke scholen te ver
nietigen?
Maar ook al was dat niet het geval, dan
nog mogen wij met dit ontwerp geen vrede
hebben.
Omdat het mdiruischt tegen onze opvat
tingen o-p het gebied van onderwijs en op
voeding.
Omdat het den Staat stelt op de plaats
van de ouders.
Misbruiken keuren wij af.
Het bouwen' van scholen,alleen omdat men
nu ook eens een eigen schooltje wil heb
ben, of om allerlei lichtzinnige redenen),
zullen wij in geen geval verdedigen.
M-aar het middel dat hier wordt aange-
werd is honderdmaal 'erger dan de kwaal.
Hier wordt onze vrijheid, hier wordt het
recht der ouders aangetast.
En daartegen protesteeren wij.
STADSNIEUWS.
De Loidscho Peurder.
Met dit onderwerp trad Donderdagavond
voor de Evangelisatie der Geref. Kerk in
de Hooigrachtkerk alhier op, de heer N.
Baas, straatprediker te Amsterdam.
De kerk v/as geheel gevuld, met een
schare van mannen en vrouwen die met
groote belangstelling den begaafden) spre
ker volgde.
Het woord van den( heer Baas, eenvou
dig en pakkend, sloeg in. Göen oogenJblik
werd de aandacht afgeleid.
De voorzitter van de Evangelisatie-com
missie, Ds. Kouwen hoven, opende
de vergadering met gebed en) een kort
welkomstwoord.
De -heer Baas daarna het woord Ver
krijgend, verklaarde tot zijn onderwerp te
zijn gekomen door het bekende schetsje
uit de Camera Obscura, waarin de Leid-
sche peurders en hun omgeving worden
geteekenid, die de aandacht trekken door
dê w ij z o en do t ij d waarop zij hun werk
verrichten.
Men zal zeggen, de heer Baas spreekt
toch niet voor een vischclub, roaar in de
Geref. Kerk en daar wordt, behalve bij
de collecte toch niet gehengeld? Dat is
juist, maar we moetien niet vergeten, dat
de dingen van het tijdelijke leven voor
het geestelijk leven vaak van groote be-
teekenis zijn.
;De Heere Jezus ontleende dan ook tal
van beelden aan het vis9chersloven, wat
niet verwondert, daar hij verkeerde in een
vissche-rsmillieu en geregeld met visschers
omgang had.
De 'Heiland heeft het visscherstype on
der de discipelen niet achteruit geschoven,
maar hij heeft hen willen adelen door ze
te maken tot visschers der me-nschenl En
diezelfde Heiland roept cok nu nog zijne
Gemeente toe, ook hier in Leid'en: volgt
M'ij en Ik zal u maken tot visschers der
menschen).
Jezus volgen en in Hem geloovenl is he
laas, niet altijd hetzelfde. Altijd zijn er ge
smeekt; hij had eveneens gaarne willen we
ten, of zij ontvangen hadden. Hij zelf ging
zelden- binnen de -poorten. Hij kon het
Heilige der Heiligen niet te dicht naderen
door gebrekkigfbieid. Go<$ had verklaard,
dat de aanblik van de lammen-, de kreupe
len en de blinden Hem onaangenaam was,
zooals de priest-ore zei-den. Doch -hij was
van Zijn geboorte lam geweest en hij was
aan dit en aan andere dienden van zijn
lot gewend geraakt. Veertig jaren lang
had zijn ziel verlangd om vrij te zijn. Nu
had 'hij opgehouden, nog eenig geluk te
verwachten; do-dh -hij had geleerd onr'stil te
zijn en te dulden.
Hij had verhalen geboord van den Man
Jezus, die velen- genezen had. Eens had hij
zijn dragers verzocht, hem naar den groe
ten Geneesheer te brengen-, opdat hij ook
mocht genezen worden; doch zij hadden ge
weigerd.
„Je bent nu in staat om het brood te
verdienen-, dat je eet, en ons te betalen,
wanneer wij je terug halen van do tempel
deuren of ei- je heen brengen'. Indien1 je ge
nezen bent, wat zou je kunnen uitvoeren?
Je bont al oud. Het is geen voordeel, als
je -genezen bent; blijft -dus maar, zoodLs je
bent."
Zoo was hij gebleven, hetgeen hij was;
en nu was de Man Jezus dood, gekruisigd
en voor -hem was dus geen kaars meer, om
weest, Christenen, die -prat gingen op hun
belijdenis, maar die, zooals Otto Fiincke
het uitdrukte, geen voet zouden) verzetten
om' Jezus -te volgen. Alleni willen wel gaar
ne wandelen in de gouden stad, maar ve
len maken bezwaar oan te gaan langs het
enige pad.
Dat do Kerk zich heeft te bemoeien met
evangelisatie wordt nog wel toegegeven;
maar dan door de gewone godsdienstoefe
ningen). Men kan dan echter, zegt spr.,
Jöven&oed zeggen dat de vuurtoren die zijne
lichtbundels over het water uitwerpt
vischt, als zij den schepen den weg wijst
naar d'e haven.
Er is echter ook een zoekende en
reddende arbeid van de kerk. Het
scheepje onder Jezus' hoede, moet uit
varen om te redden -allen die in nood
Verkeenen eik dat is 't werk der evangeli
satie.
Wij spreken vaak over een crisis in
ons kerkelijk leveni. Daaronder is ook de
telkens terugkeerenlde botsing tu-ssclnen de
dogmatiek en -de mystiek. Dogmatiek, zegt
spr., is schoon, en' mystiek is heerlijk, maar
beiden moeten, zal het goed zijn, uitloopen
op Jezus, waar ze hun verzamelpunt kun
nen vinden.
Evangelisatie is geert liefhebberij van de
kerk. Het uitdragen van het Evange
lie is voor de kerk een bestaans
middel, een) kwestie van -te z'ijn of niet
te zijn. Ontstellend groot -is d'e afval in
onze dagen met name in de groote steden.
Het aantal van hen die aan de kerk den
rug toekeeren is de laatste janen te Ber
lijn vertiiendubbeld; te Londert gaan nog
slechts een 100.000 personen) n-aar de kerk
en In onze groote steden is het niet veel
beter. Er waait over heel de wereld e>en
anti-kerkelijke wind.
Do kerk, zegt spr., i-s tenslotte haar
eigen gevaar. De poorten der hel
zullen haar niet overweldigen, maar
als ze niet langer is -een' licht op dien
kandelaar, dan za-1 d'e Meester zelf zich
tegen, haar keeren.
Evangelisatie-arbeid is dus noodig, en
in vorband daarmede wil spreker in den
Leidschen peurder, het echte locale ty.pe
van den visscher vier dingen aanwijzen:
zijn e en v o u d, zijn overleg, de moei-
1 ij k h e d e n die hij moet trotseeren en
het geduld dat hij moet beoefenen.
Na de -eenvoud van den peurder te -heb
ben geteekertd en zijn eenvoudig onaan
zienlijk werk, zegt spr.: kijkt 't hem af.
We zijn dames en heeren. geworden, maar
dat deftige Christendom is door God ge
slagen met de vloek der onvruchtbaarheid.
Do deftige kerk, is evenals Michal die zoo
bevreesd Was, dat David uit de plooi zou
vallen, onvruchtbaar en kinderloos.
iTal van kostelijke practische wenken
worden in dit verband' gegeven. De preek-
jas .en de preekstijl zijn in de samenkom
sten niet op hun plaats, evenmin als het op
opgeschroefden toon spreken over allerlei
ervaringen, waardoor men, zij 't onbedoeld,
een) muur opricht tusschen zich en zijn
hoorders, en, de afstand groote maakt.
W:ij moeten Jezus brengen, Jezus al
leen.
'Evenials 't werk van den visscher, eischt
ook de evangelisatie-arbeid veel over
leg. De visscher spr -heeft nu meer
den hengelaar op het oog let vooral op
de hoek en op het deeg. Dat is ook noodig
voor wie menschen wil vangen.
Ernstige voorbereiding door gebed en
onderzoek en eeni zich aanpassen aan de
omgeving waarin men arbeidt, is noodza
kelijk.
De hengelaar let vooral op de sc-her-
p e hoek en! het zoete deeg.
'Ook een hongerige visch zal niet bijten
in een ledige hoek. Het deeg moet er om
heen) en dan moet er nog op gelet dat elke
vischsoort zrijn eigen deeg krijgt. Maar 't
deeg -alleen is niet genoeg, 't is tenslotte
bijzaak, en daarom moet er in elke- toe
spraak wezen! een scherpe hoek, liefst met
genezen te worden. Hij betreurde het ge
duldig; men leert -geduldig zijn, zelfs in
zijn verdriet, gedurende veertig lange ja
ren. Doch hij dacht veel aan den Man, die
gekruisigd was.
De priesters had-den het gedaan, had men
•hem verteld; in zijn -binnenste -haatte hij de
priesters, en om die daad haatte hij hen
des te meer. Waarom moesten zij den Man
do-oden, omdat hij op den Sabbatdag gene
zingen had verricht? dacht hij vol bitter
heid'; dotch hij zeide niets, wamt er was
niemand, die belang stelde in zijn ge
dachten.
Eindelijk bedacht hij zich, zijn verdien
sten van dien dag na te tellen, daar het
uur van zonsondergang naderde. „Het is
niiet genoeg", prevelde hij, terwijl hij de
koperstukken telde. „Ik moet Nioolams en
Obed betalen, anders willen ze mij niet
thuis brengen; ik blijf -hier liever niet des
nachts, de wind is soh-eirp." Toen hief hij
het hoofd op en zag twee mannen de mar
meren trappen- opgaan. Zij waren niet rijk;
met zijn geoefend ocxg merkte hij dat dade
lijk op; doch van de rijken verwachtte hij
geon aalmoezen. Hun gedachten waren te
veel vervuld van het gebed, dat zij wilden
uitspreken, of d-at zij misschien zonder
eonige fout hadden gezegd; en de geldstuk
ken dn hun hand waren stellig van g 'd of
zilver geen spijs voor een bedelaar!
©en! weerhaak, die niet weer loslaat
Het visschen is eon m o e i 1 ij k werk.
De visscher moet er op uit.
|Dat is een eenvoudige waarheid, maar
die we toch vaak vergeten als het gees
telijke d'ingeni betreft. We meenlen soms
genoeg gedaan te hebben als de kerkdeu
ren enkele uren per week open zijn.
Neem, we mogen niet stil blijven zitten,
m-aar we moeten visschen, nu eens met
het net, in groote samenkomsten, of op
straat zooals in verschillende steden, en
dan weer door huisbezoek, of door het uit
gaan in den donkeren nacht in de zonde
buurten.
Laten we, zegt spr., toch niet uit de
hoogte op die arme menschen neerzien.
Zou Jezus Christus ook niet tot sommige
brave Christenen van onze dagen kunnen)
zeggen, dat de hoeren hen zullen voorgaan
in -het Koninkrijk Gods.
Er is hier zooveel te doen. Aangrijpen!©
bijzonderheden, deelde spr. daaromtrent
mede. Wie, zoo klaagde een diepgevallen
vrouw te Berlijn, die een gevaar vormde
voor ieder, die met haar in aanraking
kwam, en die op dat gevaar -gewezen werd,
wie heeft er met mij medelijden gehad?
Geldt dat ook van ons?
En dan, 'het visschen eischt veel g e-
d u 1 d.
'Wij kunnen 't zaad uitwerpen en het
begieten, maar verder kunnen we en
mogen we ook niet9 doen. Wij hebben ons
werk te doen, maar van Gods werk
hebben we af te blijven.
Zeker, dit laatste is niet gemakkelijk,
vooral ook omdat de critiek van broeders
en zusters die wel vooruit wisten dat d'e
arbei-d toch vruehteloos zou zijn, vaak niet
achterwege blijft.
Maar al lachen) de menschen ons uit,
daar boven is God, die zegt: ik weet al uw
werk en al uw arbeid, en eens zullen we
de vruchten zien'.
En wat nu do vangst betreft, zegt spr.,
laten) we vooral 'letten op den dobber.
Het resultaat openlbaart zich vaak andera
dan wij denken. Als de visch aan den haak
komt, gaat hij rukken en trekken
en dan zegt de visscher: 't gaat goed.
Daarmee moeten we rekenen. De heer
lijkste vruchten zijn niet altijd direct
enthousiaste bekeerlingen. De hoek moet
eerst raken enl pijn doen.
Als we daarop letten, dan mogen we
zeggen, de evangelisatiearbeid is niet ver-
geefsch.
Maar de -hoofdzaak is, dat wij gehoor
zaam-zijn aan het bevel van Jezus, en
dan zal God zelf voor de vruchten zorgen,.
Zij 't dan onder ons: Meester op uw
woord zullen wij het net uitwerpen.
iMet groote aandacht werd dit kostelijk
woord, door de menigte beluisterd.
Gedurende het zingen van P-s. 48: 1 en) 2
aan 'het slot werd gecollecteerd' voor den
evangelisatiearbeid, jterwljj} Dij bet [ver
laten van het Kerkgebouw gelegenheid
werd gegeven zich als begunstiger te laten
inschrijven.
Nader vernemen wij nog, dat de collecte
heeft opgebracht 100.67L <5??
Een belangrijke beslissing.
In- ©en geschil tusschen 'het Bestuur van
den Raad van Arbeid te Leiden en den hoer
P. de Best te Katwijk a/Zee over bet al of
niet verzekeringsplichtig zijn voor de In
validiteitswet van t-rawlv-isschers
-is thans in hoogste instantie door den Cen-
tralen Raad van Beroep uitspraak gedaan.
Volgens -deze beslissing zijn de tnawlvis
schers verzekeringsplichtig on moet door
den reeder voor ben geplakt worden op de
routekaart.
Deze uitspraak maakt een ein-de aan een
reeds lang hangende kwestie en is voor
reeders en schepelingen van veel belang.
Gistermiddag bad onder leiding van
Mr. P. E. B-riët in café Zomerzorg eene
vergadering plaats van- het Kamerkring-
Neen; van vrouwen die nederig binn'-ul ra
den, of van kinderen, of van mannen, die
evenals dezen de eenvoudige lcleedij droe
gen van Gallileesdhen visscher, ontving bij
aalmoezen. Daarom verhief de bedelaar
zijn stem en riep luid met dezelfde woor
den, welke ziin moeder, toen zij zag, dat hij
gebrekkig was, -hem .geleerd bad en die hij
reecL zoovrie malen sedert dien dag her
haald bad:
„Zonen van Abraham! Uitverkorenen
van Jehova! 'hebt modelijden, smeek ik u,
met iemand, die verlamd ie sedert zijn ge
boorte! Schenkt mij van den overvloed
door den homel u geschonken; dan zal God
u vele malen beloonen."
Do beide mannen stenden stil en zagen
hem doordringend aan; en do bedelaar her
baalde zijn geroep, terwijl hij zijn magere
band uitstrekte en zijn gescheurd kleed op
lichtte, om hun zijn gebrekkigheid te too-
nen. „Ze zullen mij wel wat geven", dacht
bij bij zidhzeJveu„bet zal niet veel zijn;
maar tot nu toe 'heb ik een slechten dag
gehad en alle beetjes 'helpen."
„Zie op ons!" zeide do oudste van do bed
de mannen o,p gebiedenden teon.
Do bedelaar gehoorzaamde, terwijl hij zich
verbaasde over den bizonderen glans in de
oogen van den man. De gedachte kwam bij
hem op, dat bij zich misschien vergist bad,
en dat deze mannen, ondanks bun eenvou-
ADVERTENTIE-PRIJS
PEB GEW0N3 REGEL I (L£2 Vi
DES ZATERDAGS £G53
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TA BIES!
KLEINE ADVERTENTIES ran hocgsteao
voorden 50 eeat: Zaterdags 75 ees$, j
1- bjj UMvuitfeetalias -ï 1
bestuur „L e i d o n" der anti-revolutionai
re partij.
In verband met de komende actie voor
de Kamerverkiezing in dezen Kring en
mede ter verkiezing van een nieuw Kamer-
kringbestuur werd besloten, in December,
aanstaande, een groote vergadering te be
leggen, van afgevaardigden van allé plaat
selijke kiesvereenigingen, welke onder de
Kamerkrin-g Leiden ressorteeren. Op
elke 50 leden zal één afgevaardigde kun
nen worden aangewezen.
Deze vergadering zal, voor den partijge-
n-ooten zoowel uit do environs van Gouda,
als die uit Leiden, zooveel mogelijk den
i gang naar de vergadering gemakkelijk te
maken, te Den Haag worden gehouden.
Bij Kon. besl. is aangewezen als lid
vanwege Nederland van het Permanent
Hof van Arbitrage, professor mr. C. van
V-ollenboven, hoogloerahr aan de Rijk®-
imivereiteit alhier.
fIn den afgeloopen nacht is door de politie
bij den overweg der H. IJ. S. M. esn onbeheerd
loopend paaid aangetroffen.
Het beest is geschut bij do Firma Dieben.
J. W. alhier heeft aangifte gedaan, dat heon
op do Vischmarkt een portemonaio met f 8.
ontvreemd is.
Bij gelegenheid der inauguratie der niou-
we léden, van Ihet stu-d. corps, zal hedenavond
om 6 uiur een £akkél optoch t worden gehouden.
Idiie de volgende route zal nemen:
Stadsgehoorzaal, Breest-raat, Steenschuur, Ra*
penburg, Breestraat, „Minerva".
i Aan A. A., wonende Witte Rozenstraat is
een rijwiel ontvreemd.
1 N. K., wonende inde noodwoningen alhier",
keoft aangifte gedaan, dat hij mishandeld is.
Levens verzckcringbcnrij*.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot regeling van het l-evons-
verzekering6bedrijf.
De Bedrijfsrekening der mijnen.
Vanwege den Boegen Raad van Arbeid
wordt het volgende medegedeeld:
Verschillende bladen hebben in de
laatste dagen modedeelin-gen opgenomen
ontleend aan „De Telegraaf", betreffende
een advies van don Eoo gen Raad van Ar
beid o-ver het ter inzage geven van de bo
drijfsrokening aan mijnwerkers.
De Hooge Raad van Arbeid heeft daar
omtrent echter uo-g geen advies uitge
bracht. De vermelde gegevens zijn ont
leend aan een prae-advies, uitgebracht door
een commissie uit den raad, dat neg
den raad moet worden behandeld'.
Dat prae-advies was niet voor openbaar
beid bestemd.
Uitvoering Arbeidswet.
Naar wij vernemen, zal de 'heer F. J.
W. Drion in de vergadering der Tweede
Kamer van- a.s. Woensdag verlof vragen
tot het houden van een interpellatie over
de uitvoering van art. 29 der Arbeidswet
(voorwaarden bij overwerk).
De Invalitcitswet.
Bij Staatsbl. 1066, is aifgekondigd het
K-on. Besluit, waarbij bepaald wordt, dat
aan deu werkgever, die tengevolge van den
Raad van Arbeid aantoont, dat hij gere
geld meer dan 25 verzekorin.gsplichti ge
arbeiders in vasten dienst heeft, door den
Raad van Arbeid vergunning verleend
wordt, de, ingevolge de Invaliditeitswet
verschuldigde premie voor de verzekering
van de vaste arbeiders, in afwijking van
dig uiterlijk, toch wel rijk en van groot
aanzien waren.
„Zilver en goud heb ik niet.," zeide de
man, den bedelaar mot zijn -blik dwingende,
hem aan te zien, „maar wat ik heb, dat
geef ik u: in- den nam van Jezus Christus,
den Nazarener, sta op en wandel!"
Een straal van hoop trilde in de ziel van
den bodelaar, zijn hart klopte ontst-uimig,
zijn o-ogen werden vobhti-gweer strekte
hij de hand uit, nauwelijks wetende, wat
hij -deed; zo werd gegrepen met etovigon
handdruk, en hij gevoelde, dat hij op do
been wag, dat bij 6tond op de voeten,
waarop bij nooit gestaan had in de veertig
jaren van- zijn loven. Zijn -hart sprong op
in zijn borst met. een vreemde, wonderlijke
vreugde. Onwillekeurig bewogen zijn voe
ten zioh ook: -hij kon ze niet stilhouden.
Hij klemde zich -aan zijn bevrijders vast.
onverstaanbare geboden en zegeningen over
bun 'hoofd afsmoekonde. Dan wandelende
en springende, ging bij -met ben m den tem
pel, en bij do gedachte, dat hij ndot meer,
gebrekkig was en het hem geoorloofd was,
God te naderen, riep hij luidkeek zijn
vreugde uit, niet stilstaande, zoo als do wet
voorschreef, met do voeten aaneengeslo
ten, de bandon op de borst en met gebogen
jhoofd, dodh waaidelondo en springende ert
met luider stem Gods goodhoid prijzende,
(Wordt vervolgd).