WILS, HaartamW 114. Enorm groot is onze sorteering thans in alle aïdeelingen. In Mantels van het prach tigste Laken met rijke garneeringen, zoowel als in de mooiste Engelsche fantasiestoffen, elegante Japonnen in prima Kamgaren en Twill, Kindermantels in alle denkbare kleuren en modellen. Blouses en Costuumrokken. Aan hot pintle der week. Hot Dui.sohe volk wordt wel zwaar ge- èa-offen. Hot schijnt s?ni3 of alles mee werkt, om do, v.: hop.ige jKtgingen, die ge daan worden om.' on lor den druk uit te k.ome>n, te verijdelen. Do polkkkc toestand blijft gespannen niet het et volg dat de maikenkoer s op een laag peil blijft als niemand had durven eerwachten", waardoor, dat spreekt van- eelf, de economische toestand zeer ongun stig beïnvloed wordt. Dat de dxvkkir.g der mc-lk beier voort breng: kan helaas van Duitschlaad, al thans in de groote steden niet worden ge zegd. De geestelijke eci zedelijke toestand is daar, naar onlangs nog doer Dr. Wie- lenga, die een groot deel van Duitschland bereisde, getuigd weid, diep treurig. Van een terugkeer naar God en Zijne ge boden, van een buigen onder de slaande hand Gods kan niet worden gesproken. Eten en drinken en vroolijk zijn is voor velen do grootste levenswijsheid geworden. En dan. zijn er nog altijd velen dio nog steeds droomen van een groot en mach tig Duitschland, zij 't dan onder een an deren rcigeeringsvorm. Van 't zoeken van do dingen die boven zijn, moge weinig ge zien worden, wol wordt gepoogd om met noesten vlijt èn ijzeren doorzettingsver mogen. do industrie zoo mogelijk weer tot haar vroegere hoogte op te werken. Maar indien de Heere do stad niet bouwt, tevergeefs arbeiden de bouwlieden. En zoo is in do afgeloopen week te Op- pau, een opkomende fabrieksplaats, in en kele seconden vernield en verwoest wat met veel zorg'en moeito was opgebouwd. Een verschrikkelijke verwoesting heeft niet alleen voor millioenen vernield maar ook honderden menschenlevens verloren doen gaan. Het toch al zoo groote aantal weduwen in Duitschland is weer met een groot aan tal vermeerderd evenals het getal vader- looze kinderen dat door den oorlog toch al e.en groote hoogte bereikt had. ■Wanneer we nagaan wat er zooal op het wereldrond gebeurt, dan kan 't weloens een oogenblik donker worden om ons heen. Schijnt het soms niet, alsof in vervulling treedt het woord, dat wat door het zwaar gespaard wordt door den honger getrof fen zal werden, en wat de honger overlaat door de pestilentie en op andere wijze zal worden vernield 1 Denk ook aan Rusland, waar de nood een nooit gekende hoogte hoeft bereikt. Voor de Grieken was "het een slechte week. Er is haast geen twijfel meer mogelijk of zij hebben dn Klein-Azië een gevoelige nederlaag geleden en Koning Koaistantijn, die het leger volgde om de overwinning mee te kunnen vieren en dan als trium- phator naar Athene terug te kunnen kee- ren, zal straks als een geslagen man arri ve oren. In hoeverre zijn tooh al niet sterke po sitie als Koning daardoor zal worden ge schokt zal de tijd leeren. Naar het heet zal thans de bemiddeling van do Entente worden ingeroepen. Eerst werd gemeld dat Engeland' zou trachten den weg naar den vrede to effenen, maar naar liet schijnt wil Frankrijk mede van de partij zijn. De zaak is natuurlijk dat men in Parijs den overzeesohen bondgenoot nie»t verder vertrouwt, dan men hem ziet. 5t Maakt anders een ietwat edgenaardi- gen indruk dat de Engelsche regeering, die er nog steeds niet in geslaagd' is met Ier land tot overeenstemming te komen, en dat ten opzichte van Polen onmogelijk met Frankrijk tot een accoord kon komen, thans Turksch-Grieksohe boedel in Azië zal 1 Als lc Ci minimisten en andere „isten", wie het er om te doen is de zaken op den kop te zetten in ons land, nog niet over tuigd waren, dat ze over weinig invloed beschikken, «dan hebben ze dat in do afge loopen week bij de Kameropeiling kunnen leeren. Het geroep van enkele rumoerige vrou wen vond in en buiten de Kamer niet den minsten weerklank en het eenige resultaat van deze poging om de openingsplechtig heid' te verstoren, was, dat het „Leve de Koningin" in do Ridderzaal en op de straat nog krachtiger en nog hartelijker iklonk dan gewoonlijk. Onze roode medeburgers beginnen zich naar het schijnt op een hellend vlak te be geven. Pas hebben we kunnen lezen, dat een paar socialistische wethouders te Amster dam netjes opstonden toen op de gezond heid van H.M. de Koningin een dronk .werd ingesteld. Maar de gewone partijgangers hadden dan toch de voldoening dat hunne leidera zich bij een zoo burgerlijke en royalistische plechtigheid als de Kameropening niet lie ten zien. Inderdaad houden de roode heeren zich daarbij een beetje op den achtergrond. Maar hunne dames komen er wel, zoo- als deze week Week, toen geconstateerd1 werd dat Mevr. Duys zich in de Ridder zaal zeer netjes had gedragen. De schare mag aan de Oranjebet oogirt- gen niet meedoen, maar de vooraanstaan den in de partij zorgen wel dat ze ook bij dergelijke gebeurtenissen niet in het ach terste gelid staan. Enfin, de wereld wil nu eenmaal be drogen worden. Wie daaraan mee mocht doen, Mr. de Geer, de nieuwe minister van Financiën, zeker niet. Helder en klaar heeft hij in de Millioenon-nota betoogd, dat wij als volk leven boven onze kracht en 'dat alleen een krachtige en strengdoorgevoerde bezuini- ginigsactae nog redding kan brengen. Wij leven aan den rand van den, afgrond, maar wij leven daar niet on gewaarschuwd. Laten wij hopen dat è>n de Regeoring èn de volksvertegenwoordigers, die thans weer de parlementairen arbeid hebben aangevangen, blijk zuilen geven, dat zij de/o waarschuwing hebben verstaan. In dat geval is de toestand wel ernstig Blaar toch niet hopeloos. Rondom Leiden tijdens het tweede beleg (1574) i. Leidenaars dragen in den volksmond dert minder weidschen naam van ..glippers'. Bijnamen geven is nu eenmaal een leelijke onhebbelijkheid, ons volk eigen en ook de Leidenaars zijn daarvan 't slachtoffer, al9 ze zich door dien naam door menigenniet- Leidenaar zien aangeduid. 't Zal wel zóó er mee zitten, dat de niet- Leidenaars, vooral die der omgeving van de belegerde veste inl574maar al te veel met de glippers Spaansgezinden, die Valdez op de hoogte 'hielden met de stad en om geving hebben te doen gehad, zoodat de woorden Leidenaar en glipper voor hen dezelfde bcteekenis kregen. 'I Was dan ook zóó, dat we als titel van dit schrijven bijna evengoed hadden kun nen schrijven: Het land der glippers. De echte, de standvastige Leidenaar is daar niet gezien of slechts weinig. Daar heeft do belegeraar Valdez uitstekend zorg voor gedragen, sinds hij in den nacht van 25 op 26 Mei weer na den noodloltigen slag op de Mokerheide, onverwacht de insluiting van Leiden hernieuwde. In die bange dagen hebben de glippers hem met hunre bekendhe'd van Lciderts onmiddellijke omgeving onschatbare dien- sfen bewezen en er niet weinig toe bijge dragen, dat de Leidcnaars-niet-glippers zijn ingesloten door de Spaansche leger bedden op eenc wijze, die het zoo goed als onmogelijk maakte met de buitenwereld ook maar in eeiiige verbinding le komen. Waar de belegerden van Leidens wallen 1n den omtrek zagen, overal 7agen ze de Spaansche belegerings verken en het be hoeft niet gezegd, dut Leidens omgeving in 1574 ruim haar deel heeft gehad van do moeiten en bekommernissen welke oen oorlog ook voor het platteland met zich brerlgt. Te meer, waar Valdez nu niet een zoo heel en/ge kring om do stad daaronder deed gebukt gaan en als op den 3den October het ontzet der stad een feit is geworden, is er ook voor een wijden kring vsn dor pen reden le o/er om te zingen met het verloste Leiden: Ik zal met al mijn hart den Heer Bkjmoedig geven lof en eer; Mijn tong zal mijn gemoed verzeilen En al uw wonderen vertellen. De ondervinding mef Haarlem en Alk maar opgedaan, had den Spanjaarden, ge leerd een anderen weg te velgen, om een zoo gewenschte, strategisch, zoo uiterst belangrijke vesting als het kleine Leiden tot overgave te brengen. Alva schreef daarom dar. ook aan Ko ning Philips II: „Ik ben thans bezig om de troepen in welgekozen kwartieren te leggen, waar zij beletten kunnen, dat de geuzen de hulpmiddelen van het platte land tot zich trekken. Ik stel mij van de zen maatregel veel goeds voor". Als deze laatste zin een' niet al te opti mistische uitval van Alva is geweest, wel ke eigenlijk zijn pen is ontschoten, zullen de Koning en hij zich misschien! al ver blijd hebben over dien snuggeren inval van den Spaanschen Hertog. En zeker zou hij nog opgewekter eri hoopvoller geschre ven hebben, als hij had kunnen vermoe den, hoe de moeilijke weg door het land van water en dijken hem gemakkelijk zou worden gemaakt door de verradersdaden der glippers. Knap veldheer als Alva was begon hij reeds in November 1573 zijn Stukken) te verplaatsen op het schaakbord van zijn troepenbewegingen en zorgde hij er voor bij de belegering van zijn einddoel, Leiden, niet in den rug te kunnen worden) aange vallen. Francisco de Valdez begon van do Maas af Holland te zuiveren van alles wat hom zou kunnen beletten met succes Leiden in to sluiten. Bij die pogingen is door de Spanjaarden bij Maaslandssluis Marnbc van Sk-Aldegondc gevangen genomen. Vlaardlngen viel ook spoedig in Spaan sche handen en daar Den Haag reeds vroe ger zonder moeite onder 'svijands heer- teohappij was gekomen, kon ongestoord met de eersto belegering worden begon nen. De tocht naar do Mookerheide door de Spaansche scharen scheen aan Valdez' plannen den bodem in te slaan, maar dan koerde hij weer in het laatst van Mei en het ontzettende beleg tot October was be gonnen. Verstandig was liet zeker niet' "van 'de Leidenaars geweest dat ze do belegerings werken van het eersto beleg niet hadden gosleoht. Ze hadden toen ook nog niet hun beroemde Aoademie en de naam van Ne- tderlands Athene waa de roem van'Leiden nog lang niet. w m Val weer in zijii oude kwartier te teder.d.Qrp aangekomen en wat ftu nog aan terreinkennis ontbrak, werd hem door de glippers ruimschoots vergoed, 't Is haast zonde van inkt en zetter9ijver om hun namen nog te noemen, maar ze heb ben zulk een rol gespeeld, dat ze telkens weer zullen moeten genoemd worden, als we verder schrijven en we dus gemaks halve hun namen zullen noemen. Daar Waren een De Matenesse van Wybisma, een Fries, die zijn „héiteland" ook al geen eer er mee heeft aangedaan en er voor gezorgd heeft, dat men met hetzelfde recht Leeuwarders glippers kan noemen als de Leidenaars nu. Daar was een De Huyter, die niet minder dan Heemraad van Delfland was eni die door zijn jeugd herinneringen aan Leiden waar hij vijf jaar had gewoond, misschien is bewogen geworden om Valdez met zijn meer dan gewone kennis van het Hollandsclie water land Ier zijde te staan Ook dus al geen echte Leidenaar. En dan komt nog een niet-Leidenaar zich voor glippersdicr.etert bij Valdez leenen, de Amslerdamschc in genieur Bildhamer, die met zijn zeer goede kaart van Leidcn-s omgeving, ten dienste van den Spaanschen! bevelhebber ontwor pen, niet weinig zal hebben bijgedragen om do insluiting der stad zoo volkomen mogelijk te doen zijn. Maar niet zoo heel snel als men denken zou, was de knellende ring om Leiden ge legd en nog op den) 30sten Augustus werd een nieuwe schans aangelegd. Heel duidelijk ook voor de kenners van de tegenwoordige omgeving der stad (die veel grooter is dan de belegerde vesting was, zooals in de artikelen over Mees Ila- 'vicx reeds werd aangegeven, wordt ons de belegering beschreven als beginnende oostelijk bij Leiderdorp, aan weerszijdenl van de rivier en verder op te Alfen on aan de Gouwsluis, westelijk aan Ter Wadding (bij de Groote Vink) en schuins daar te genover bij het Galgeveld, thans verdwe nen door bebouwing, np.bij dert overweg naar Endegeest. Nog westelijker werden die stellingen door de schans van Valken burg gedekt. Bekenld is dan verder dc schans aan de Voskuil, in de nabijheid van „De Hoogo Boom", waarmee de wegen van den Rijn dijk en OegstgeestLeiden werden bc- heerscht. De tegenwoordige Haarlemmer vaart werd bij Poelgeest bowaakt door de schans aan de Ivwaakbrug; de vaart op de Zijl door do schans hij do Dwarswete- ring. Daartusschen werd de doortocht voor hongerentl Leiden belet door een schans in de tegenwoordige Broekpolder. Sterke forten aan Do Kaag en) do Oude We tering gaven aan dezen eersten ring van belegeringswerken den) noodigien rugge steun. Zoo was eert uitgestrekte omgeving van Leiden besloten tusschen wel drie ringen van schansen, waarvan de bovengenoemde de eerste, kleinste ring vormde. Bekende punten in den: tweeden kring waren het versterkte Voorscholen eri de 'beroemd geworden Lammerschans, gele gen) nabij Kronenstein, waar thans het nieuwe kanaal met de Vliet samenvalt em waar in onzen jongenstijd nog zooveel Spanjaardspijpjes te vinden waren, de kleine pijpjes, die met hun smalle klein© kopjes de Spanjaarden voor ons ook al niet deden leven als met een eoht-vader- landsche pijp aan het hoofd. Ook daarmee (als ze ooit die pijpjes gebruikt hebben) waren ze echte vreemdelingen. In de derde rij lagen dorpen als Zoe- ternveer—nZegwaart, Benthuizen, Hazers- woude, waaronder er zijn die in den Geu- zenblrijd van Boisot en zijn dapperen een beroemden naam dragen. Zoo was het terrein der insluiting van Leiden en daar zijn geweest de plaatsen waar het meer dan eens bij uitvallen en bij de komst der Geuzenvloot heet is toege gaan. Ware nederigheid. Elias Annes Borger, de geleerde Leid sche hoogleeraar, was van eenvoudige af komst, daar zijn vader het bakkersbedrijf uitoefende. Borger bleef ook na zijn be noeming als hoogleeraar, dezelfde een voudige man. Eienis zat 'hij in een trek schuit naast een) heer, dio de borst vrij wat hooger droeg. Beiden waren theolo ganten; dit bleek tenminste uit hun ge sprekken. Bij het verlaten van de schuit vroeg een der reizigers, die onzen Borger voor een jong maatje aanzag, of hij hem niet een handje wou helpen bij het uittillen van zijn koffer. Borger d'eed dit met zijn gewone welwillendheid. Zijn geleerde reis makker scheen zeer gebelgd over do vrij postigheid van den reiziger en zeide tot Borger (dien hij niet kende)„Ik begrijp niet mijnheer, dat gij tot zoo -iets leent, zijt ge dan geen studentt?" „Neeni," „Proponent dan zeker?' „0©k ©iet." „Misschien wel al dominé?" „Ook al niet.' „Maar wat zijt ge dan? „Och, ik ben enkel Professor Borger!" Leidsche Penkrassen. Amice, Mocht ik de vorige week met blijdschap en voldotnih g melding maken van den ge houden partijdag, die zoo boven alle ver wachting slaagde, ook thans behoef ik ge lukkig geen klaagtonen aan te heffen, maar mag ik wijzen op verblijdende ver schijnselen in oois Christelijk leven. Deze week is hier weer gehouden de be kende Unie-cellecte voor de 6oholem met den Bijbel. In sommige plaatsen heeft men deze collecte eenvoudig afgeschaft. De ge lijkstelling op financieel gebied, zoo rede neert men is verkregen, hot. doel is bereikt, en waar er van onze menschen toch al zoo veel gedaagd wordt, kan de Unie-collecte gevoegelijk van het lijstje worden1 ge schrapt. Gelukkig heeft het Locaal Comité hier ter stede zijn taak beter begrepen en is het er weor op u-itgegaain, om door middel van •het vragen van een offer voor het Christ©- I lijk onderwijs, de belangstelling voor dat enderwijs levendig te houden en er toe meo te werken, dat onze scholen moer en beter dan tot nu toe, aan 'hunne hooge roeping kunnen beantwo orden Uit. de opbrengst van de collecte bleek dat de belangstelling voor de scholen met den Bijbel nog niet verminderd is. De ge houden collecte bracht ruim f 1000.op. in do 'a avonds in do Pieterskerk gehouden vergadering werd nog ruim f 70.— gecol lecteerd en bovendien wei-den naar ik ver nam nog enkele nagiften ontvangen. Is dat niet verblijdend m'n waarde? Maar. bij deze collecte bleef het, niet. Aan den avond van den colloctedag werd in do Pieterskerk een dank- en bedestond gehouden, waarin Os. 7«nr$feegh van Kat wijk als voorganger optrad. 't Was een kostelijk woord, dat daar ge sproken werd. Dr. Voorsteegh «uitvouwde aan de hand van Ps. 78 7 het program vaai het Christelijk onderwijs en wees daar bij de ouders met kracht en met klem op hunne groote en grootsche roeping ten op zichte Van hunne, kinderen. De Pieterskerk was gelukkig behoorlijk bezet, maar toch vond ik het. jammer dat nog niet meerderen waren opgekomen om dit ernstige woord té beluisteren. Dit neemt echter niet weg dat het een goede dag was voor ons Christelijk onderwijs. De practijk leert. hot. eiken dag weer opnieuw, dat die dingen, die ons geen offers kosten, door ons niet. het meest worden gewaar deerd, maar ook, dat voor zaken die niet gewaardeerd worden geen offers gegeven worden. Daaraan dacht, ik toon ik hoorde dat de Eerste Leidsche School voreeniging haar aanv. age aan het Gemeentebestuur'om gol den beschikbaar te ©tellen voor het. stich ten van een neutrale school, maar weor heeft ingetrokken. Herhaaldelijk wordt ons verweten in deze dingen, dat 't wel gemakkelijk is scho len té stichten, als men maar uit. de staats ruif kan plukken. En ik stem toe, 'het stich ten van scholen is gemakkelijk gemaakt, misschien wel wat ai te gemakkelijk. Maar ondanks dit feit is het voor de Schoolver- ecni'ging dio zich het stichten van een' bij zondere neutrale school ten doel etelt, een tobben en wurmen zonder eind, gevolg na tuurlijk van een absolute afwezigheid van belangstelling in het onderwijs. En als ik dan zie hoe hier straks vier nieuwe Christelijke scholen worden ge bouwd, m hoe uit de Unie-collecte weer opnieuw bleek, dat or in onze leringen voor dat onderwijs nog warme belangstelling is. dan is er dunkt, me Teden om to sprekeu van eon verblijdend verschijnsel. Behalve de bijeenkomst in "de Pieters kerk is ei' nog een vergadering gehouden, waarop ik even de aandacht wildo vestigen. De a a n 1 e i d i n g tot dio vergadering was nu juist nix van verblijdenden aard. De Geref. Jongel. Vereen, zag zich toch genoopt een krachtige propaganda te gaan voeren omdat het met de belangstelling allerdroevigst gesteld is. De Vereemiging telt slechts een 50 leden', en van dio 50 leden, zoo werd geklaagd, bezoekt slechts ongeveer de helft geregold de vergaderingen. Is dat niet een in-treurig verschijnsel? Zeker er zijn 'hier nog andere jongelings- vereenigingen, en ik wil aannemen, dat daar de toestand naar verhouding beter is, al ben ik daar niet heelemaal gerust op, •maan' dit verandert niets aan het feit., dat het meer dan treurig is, dat de Geref. Jon- gedingsvereeuiging in zoo droeve omstan digheden verkeert.. Wij hebben hier in Leaden een vrij groote Gereformeerde Kerk, we hebben hier drie Geref. scholen, en dan een Jongelingsver- eeniging die gemiddeld door een 25 leden wordt bezocht.. Waar, zoo vraagt men zich onwillekeu rig af, waar blijven de andere jongelingen, de 'tientallen, ilk zou haast Zeggen de hon derden? Hebben zij misschien voor een deel in verband met hunne meerdere ont wikkeling, geen behoefte aan het ver- eemgingeleven? Achten zij zioh er te hoog Yoor? 't Is mogelijk. Er wordt in onze dagen veel kennis in distributie gebracht, maar de ervaring heeft geleerd dat men' heel wat kennis kan verzamelen en dat het todh aan de noodiige zelfkennis mangelt. Maar aangenomen dat het overgroote doel van onze jongelui het zoover heeft ge bracht, dat ze zoo goed onderlegd zijn in de Geref. beginselen voor elk gebied, dat een J. V. voor hen niet noodig is, zou het dan niiet gowenscht zijn, dat zij eens na dachten o-ver hunne roeping om hunne ga ven en klachten ton nutte van anderen aajfc to wenden en op dio wijze meo te werken tot verheerlijking van dun naam Go-is? En dan de ouders. Het is hun natuurlijk! precies bekend, waar hunne kindoron de avonden doorbrengen en op welke wijze zij hun tijd besteden. Zij weten dus ook, dat hunno kinderen zich houden buiten het Vereeniginigslevenen zij schijnen' dit, onbe- grijpelijkerwijzo goed te keuren. 't Deed mij daarom zoo groot genoegen; dat. do Hooigrachtkerk Woensdagavond tot in alle hoeken gevuld was, zoodat do heer, Schouten gelegenheid 'had, op welsprekende wijze, voor oen groot gehoor, de betoeke- nis van den arbeid voor en door hot op groeiend geslacht uiteen te zetten. 't Was een pakkend en toch diep ernstig woord en ik lean mij niet. voorstellen dat er onder de aanwezigen zijn, die zich koud en ongevoelig blijven toonen, ten opzichte van het Vereen iging6leven. Daarom, al kan het houden van deze ver gadering op zichzelf niet onder de verblij dende verschijnselen worden gerangschikt, het feit dat do vergadering zoo druk be- zodht was en de inzet, van den propaganda- arbeid zoo schitterend was, ©temt toch wel tot. blijdschap on dank. Van harte hoop ik, dat deze arbeid rijke vruchten zal dragen en dat straks niet al leen do Gereformeerde maar allo Chris tel ijko Jongel in gsvereenigi n gen hier tec stede, met eere kunnen worden genoemd, noeind. In dezo da.gen, nu alles wisselt en wan kelt, is het van zoo groote beteekonis dat onzo jeugd zich langs vaste lijnen voort beweegt. w - f Als ik good zie, dan zal het noodig zijn dat ook onze politieke en maatschappelijke vereend gingen zich meer nog dan thans, met het jeugdvraagstulc bezig houden. Do ouderen vallen langzamerhand weg. Nu eens hier en dan weer daa.r, Avorden er. afgeroepen van hum post. Andoren, die ato© ger een werkzaam aandeel hadden in den 6trijd, zijn door ouderdom of zwakte ge noodzaakt zich uit het strijdgewoel terug te trekken. En weer anderen, trekken zich vrijwillig terug. Ook hier im Leiden. Ik zou ze aan kunnen wijzen, m'n waarde^ bij tientallen, mannen in de kracht van hun leven, dio vroeger mee vooraan ston den, maar die zich nu uit eigen boAv eg r g) gevoegd hebben bij do rustende schutterij, die nooit eens een vergadering bijwonen, die nooit aan eonage werkzaamheid deelne men. Natuurlijk, ze komen nog wel ©temmen; en als zooals de vorige week, een wapen schouw wordt gehouden, dan bevinden ze zich nog wel onder de toeschouwers, maan verder doen ze aan de actie niet meer mee. En daaronder, amice, zijn a'ooraanstaanda mannen, die we, omdat zo zoo uitnemend' in ©toat zijn meo leiding te geven, zoo noo- do missen. Misschien zijn er onder hen wel, die dit lezen, en dan zou ik ze met al den ernst die in mij is willen toeroepen: I relet u niet langer terug, maar, waar de strijd zoo he- aTig is in onzo dagen en de vijand van alle kanten ons bedreigt, waar steeds merker, wordt het geroep van hen, die God niet willen erkennen als hun Heer en hoofd, haalt de wapenen weer te v«j«'i\-< t.ijnp cclsti de al zoo diep ingevreten roestvlekken en af en er uit, en werpt u weer met ons mid den in den strijd. Maair ook al gebeurt dit, dan nog is het zoo dringend noodig, dat onze gelederen telkens weer met jeugdige kraehien a\ orden aangevuld, en daarom komt het mij ge- wenscht voor dat nauwkeurig wordt nage gaan wie van de jongeren, wat hun leeftijd betreft, in het actieve leger kunnen wor den ingelijfd. Algemeene dienstplicht, moet ook or.ilor. ons de leuze zijn en dat kan alleen bereikt worden, als elke lichting nauwkeurig in het oog wordt gehouden. Als ik goed ben ingelicht, dan is het da bedoeling dat in den loop van de volgende, week onze Kies voreeniging bijeenkomt. Belangrijke onderwerpen zullen dan be handeld moeten worden. We zullen ons o.m. hebben uit te spreken over hei passieve vrouwenkiesrecht, terwijl ook andere pun ten in verband met de te houden Dc-puta- tenvergadering aan de orde zullen komen. Is mij nog niet bekend op welken da tum de Kie&vereeniging vergadert, ma.ari ik wil toch alvast, alle leden, mannelijke zoowel als Arrouwelijke, opwekken om als de oproep van het bestuur 'am dien oproep gehoor te gever Tot veler blijdschap mocht o,. ge- meester de vorige week naar zijne wouing terugkeoren. Als ik Z.Ed. Achtb. met dit aanvankelijk herstel van heeler 'harte goluk wensch, dan 6preek ik daarbij dadelijk do hoop uit., dat het God moge bohagen hem straks volledig herstel te schenken en hem in staat te stel len zijn taak als burgemeester dezer ge meente weer met opgewektheid le \rer« vullen. Dat is gowenscht ook voor onzen.' Ge meenteraad, die groote behoefte heeft aan een krachtige leiding. Als ik dat. zeg. bedoel ik daarmee niet. don waarn. voorzitter te critiseeren. Ik heb volstrekt geen behoefte zijn toch al zware taak door onbillijke eri- tiek nogal meer te verzwaren, maar dc wij ze Avaaro'p sommige raadsleden optreden en waarop zij het peil van den Raad naar be neden halen, maakt het. noodig dat weer een beroepSAroorzitter de leiding krijgt. Dat pleit niet tegen don heer Pera, maar wel tegen een groot deel van den Raad, dat nu eenmaal niet hoog genoeg st aat om een zekere vriiboid te kunnen genieten 't Is -^or Avaar 'helaas! yERITAS, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6