De Kunst om te sterven.
Er is een dokter in Parijn dio een boek lteeft
geschreven over de kunst om wel to sterven.
f" Ik dc-nk, dat. menigeen met belangstelling dat
.boek zal lezen. Want togen sterven en dood ziet
V'k hij. dio overigens nergens bang voor is, toch
Vl op.
Kijk eens. zegt do dokter, als ge moe zijl van
'tloven, dan is 't beste, dat go maar sterven gaat.
..Maar dan moet go u niet zoo raar van kant
maken. Ophangen en verdrinken, foei, dat slaat
W> lcclijk. Hot kan veel andors, voel bc-ter.
11 Do doktor 6telt zich aldus voor. De 'stor-
rcnscandidaat zal' naar een kamer geleid worden
da TT«d<xlio van een zolfuit gekozen muziekstuk,
of opgewekt. Daarna heoft. een inspui
ting pl«s<a om do cliënt aan het bewustzijn tc
%ntrekktii en den overgang niet al to spoedig te
Snaken. Ten slotte moet een „garant" hem zonder
^chokken in het hiernamaals voeren.
Go ziet, dat gaat heel gen'oeglijk.Ik stel mij
stervenscandidaat voor. Do armo is moe
m 't leven, dat hem slechts verdriet bracht. Hij
il nu maar rusten. Hij verlangt naar den dood.
r koinl, hij do sterfkamer binnen. Hoor, prach-
;o muziek klinkt. En do bediening is volmaakt,
ïj zal gaan zonder pijn en zonder benauwdheid.
Maar hoo staat hot met. zijn arny> ziel? En hoe
Vol hij voor God kunnen verschijnen?
7 Wat zal dio prachtige muziek den zelfmoorde
naar kunnen bieden? En hoe zal dio uitstekende
'bcd'^ning zijn angst kunnen wegnemen?
5 Neen, dat boek vindt ik toch niet goed. En ik
>recs, dat er do kunst pm wel to sterven niet in
>oint geloerd.
j Want hot boek epreokt niet v&n de zondo en
Nrijêf. ook den weg niet aan, die moet ingeslagen,
om van de zondo bevrijd to worden.
J En lat boek zegt ons niot, hoe de macht van
Men dood kan gebroken worden. Dat boek zegt
ook niet, dat een zelfmoordenaar zijn doodslag
for God zal moeten verantwoorden.
Ei- is oen ander boek, een veel beter boek,
mij do kunst van wel te sterven wil leeren.
t allereerst leert dat boelc mijs wel te leven.
En aio, daar heeft, die dokter te Parijs niet om
dacht.
D'o is maar dadelijk aan 'f sterven toe.
Mijn boek leert mij, dat ik mijn leven) moet
llen verliezen, om het te kunnen behouden. Mijn
5k leert mij, lioe ik het eeuwig leven verkrij-
m kan. Hoe ik van mijn leven een gelukkig le
ven kan. maken. Hoo mijn leven een leven met
'God kan zijn, zoodat ik er niet aan denken zal,
do hand aan mijzelf lo slaan. Mijn boek leert mij
te juichen: Dood, waar is uw prikkel en hel, waar
uw overwinning? Eu mijn boek leert mij even
Hetzij wij loveni, hetzij wij sterven, wij zijn
'les Hoeren.
Dut, boek van dien dokter uit Parijs hebben
wi.i niet noodig. Da boek wil ons bedriegen. On
gelukkige men6chen, die dat boek gelooven en op
'Wvies van den doktor den dood ingaan. Maar zoo
jaai. liet, als men wèl wil sterven, zonder wèl
geleefd lo hebbem
-Laat ons maar biddert, of w© steeds meer
«ogen leeren de kunst om wel to sterven. Dan
billen we in leven en sterven gelukkig zijn.
Gemengd Nieuws.
Ook een verrassing.
Hel niouwe Fransehe bestuur der spoorwe
gen in Elzas-Lotbaringen had zes groole boor
noodig, die men voor den oorlog
jlechls alleen van Lanz-Mannheim kon be
Men vroeg do betrokken fiiraa aldaar om
een prijsopgaaf.
Het antwoord luidde: 60.000 fr. per machine.
Maar de ingenieur der spoorwegen had met
at Duitsclie gedoe niets op, hij verlangde uil-
rukkelijk dal de machines ofwel in Frankrijk
ifwel in een der geallieerden staten zouden
leateld worden.
Op de nieuwe aanvragen kwam alleen uit
Sngeland een offerte en deze firma vroeg
fr. per machine, dus dat was zes maal
D0.000 fr. oftewel 1.200.000 fr., terwijl de
kuitscho machines slechts 6 X 00.000 of
to, .000 fr. zoudorr 'kosten,
j Maar dat kon den ingenieurs niets schelen,
de zes machines werden in Engeland be
id.
Toen ze arriveerden, kwam de order, dat de
.acliines niet vóór de komst der Engelsdhe
iionteur.s opgesteld mochten worden.
In alle werplaatsen werd aan 'dit bevel ge
lig gegeven, alleen in Bischheim (Elzus)
let, omdat men daar de machine onmiddellijk
"ïodig had.
Men begon de machine te monleeren en
legde 'de verschillende onïïerdeeien ul» Maar
toen het (vrste grooié blok aan een kraan slin
gerde, blikten de oogen der beneden staande
arbeiders als li'et'ooverd naar een glinsterend
opschrift, dat niet Stephafison—Ohoffield
luidde, noch WatermanManchester, maar
eenvoudig o geweldige schrik Lanz
Mannheim". „Limb. Koer."
Te Voorburg is een zoon-
tje van den werkman tv. d. E. uit ihet boven
raam der woning op straat gevallen. Het
knaapje werd bewusteloos opgenomenmen
vreest ivoor zijn loven.
Als verdacht van g e s t o r-
ven te zijn door het eten van .vergiftige planten
in de. weide, werd door d'eu Rijksveoarls uit
Deurnc te Asten Lij u«n bedrljfstooar J. -v. d.
H., voor de consumptie ufgekeumd oen mud en
onder politietoezicht ifgraven. Dit La het
tweede goval binnen 14 dagen.
Door do veearts zal de plant ter onderzoek
naar de veeartsenijschool worden opgezonden.
Te Si dd eb uren (G r o n.) is
de 'doftolw van E. als verdacht van 'kinder
moord gearresteerd. Zij heeft een bekentenis
afgelegd.
Er zijn drie personen aan-
gehouden, dde er van verdacht word en, den
brand te hebben gesticht, welke Maandagnacht
te Spijk aan de Linge dirie woonhuizen in de
asclh heeft gelegd. Eén van hen is naar het
huis ,van hewaring te Dordrecht overgebracht.
Het blijkt, dat te Gronin-
gen nog groole hoeveelheden turf en bagger
van verleden jaar opgestapeld liggen in de
pakhuiteen, zoodat de vraag naar hel nieuwe,
dit jaar gefabriceerde brandslofmaleriaal ge
ringer is, dan gedacht was. Daarbij komt, dat
dc vraag voor de Hollandsdhe steden zoo goed.
als geheel verdwenen is, waarvan liet gevolg
is, dat de prijzen dalen. Van 80 per slobbe
in het begin van Juli is de prijs nu reeds tot
op 55 60 verminderd.
Te Deventer zijn twee g e-
vallen van typ£us geconstateerd, in het nabu
rige Twello één.
In den tuin van den lieer
van A. te Raamsdonksveer hf-ooit een appel
boom voor de tweede maal; dc appels han
gen nog aan de takken.
Twee Duitsche oplichters
die kort geleden tevergeefs hebben getracht den
juwelier B. te' Groningen op te lidhten. voor
een partij oorknoppen en dio destijds Toeds de
Aflnisterd'amsche reoherche zocht, hebben blijk
baar te Amsterdam en in Noord'wijk meer suc
ces gehad. Een in gestold onderzoek, 'dht werd
uitgebreid lot Berlijn, bracht aan het licht, dal
toot tweetal zich noemt Addlf Markussen en
Lucie Saai. Ook geven zij wel andere namen
op. Zij sdbijnen deel uit te maken van een in
ternationale oplich t ersb en d e
In den vorigen nacht, is te
Roermond inbraak gepleegd in de villa van
den heer G., 'kantonrechter ald'aar, die met zijn
familie afwezig was. Alles werd liet onderst
boven gezet. Er wordt evenwel niets vermist
dan een rijwiel en een klein bedrag aan geld.
Do politie doet onderzoek met hulp van een
politiehond.
EEN WEGGELOOPEN ZOON.
Ongeveer drio jaar geleden 6prak ik met een
bejaarden evangeliedienaar.. Hij begon in zijn
vestzakje te zoeken, maar het duurde niet lang
voor hij vond wat hij verlangde te hebben. Ten'
laatsto kwam er eeni brief voor den dig,dio bijna
geheel versloten was; en toenhij dien openvouw-
do riep hij uit:
i-God Almachtig zegen© u! Go-1 élna-htig
zegen© u!"
Ik zeide: „Nu wat is het dan?"
Hij zeide: „ik had oen' zoon. Ik had gedacht,
dat hij de steun van mijn ouden dag zou wor-
maar hij maakte zich zolven te schande en
ging van mij weg. Waarheen hij ging kon ik
zolf niet eens zeggen; hij zeide alleen, dat hij
naar Amerika ging. Hij nam een kaartje om
van dc Londensche Dokken naar Amerika te zei
len, maar het schip zeiilde op den bepaalden
dag niet af."
De bejaarde leeraar verzocht mij den brief to
lezen, en ik deed hot. Hij luidde als volgt: „Va
der, ik ben hier in Amerika. Ik heb een betrek
king gevonden en God beeft mij voorspoed ge
geven.
Ik VTaag u hierbij om vergeving voor de dui
zenderlei smarten, die ik u heb aangedaan, en
het leed, dat ik u heb veroorzaakt; want, God
zij geloofd, ik heb den Zaligmaker gevonden. Tk
hiob mij hier bij de kerk gevoegd en hoop mijn
leven jn den dienst des Verlossers te bestollen.
Dat kwam zoo: Ik zeilde niet uit Amerika op
den dag, op welken ik dacht te vertrekken, en
daar ik een uurtje vrij had, ging ik eens naar
den Tabernakel om te zien wat dat was. en daar
ib«*rft God me getroffen. Spur geen zeide: Mis
achten is er hier een weggeloopen zoon. Do
Hcec-e ixiept hem door Zijne genade. En hij
ijiep m/ij|
«,Nu," zeide de evangeliedienaar, terwjil hij
den brief opvouwde en htem in zijn zak stak,
„deze zoon van mij ie dood; hij is nu in den
hémlel, en ik heb u lief en zal u blijven liefhei*
ben zoolang ik leef, omdat gij het middel waart
©m hem tot Christus te brengen." (Spurgeon.)
DE GROOTSTE ONTDEKKING.
Aan prof©3sor Sampson die zich ven een ar
men bakkersjongen tot den hooggevierden geleer
de had opgewerkt, en die vooral als uitvinder van
hot- chloroform en van belangrijke chirurgische
instrumenten beroemd geworden ie, werd eens ge
waagd, wat toch eigenlijk zijn grootste ontdek
king was.
Dp vrager verwachtte klaarblijkelijk dat de
professor de een of andere gewichtige uitvinding
op het gebied der medicijnen of chirurgie zou
noemen; do gevraagde gat echter ten antwoord:
„Mijn grootst© ontdekking was de redding mijner
ziel; de erkenning, dat ik een zondaar ben eu
Jezus Christus mijn Heiland is.
Ons Babbelhoekje. 8
Leiden, 20 Aug. '21.
Beste Neefjes en Nichtjes!
Voor de mccsferi van jullie is op den
23sten Aug. a.s. de vacant ie weer voorbij.
N'iernand heeft dunkt mij te klagen, dat
het weer niet mooi was om vacantia tc
vieren. Bijna eiken dag scheen de zon en
voor dén regen behoefde, je bijna nooit
thuis te blijven. Ik herinner me in lange
jaren niet- zulke mooio dagen in Juli en
Aug. beleefd le hebben. Er is dan ook vol
op van geprofileerd. Dagelijks zijn de boo
ten, sporen, trams enz. stampvol met rei
zigers. Ook in jullie brieven las ik veel
van uil gaan en pleizier hebben. Heerlijk,
is dat hè! Ja, er is veel te genieten en-ilc
Heerc is wel goed, dat Hij ons nog zooveel
schenkt. Alleen, ik ben bang, d'afc de mees
te m'enschenl en kinderen, die genot sma
ken en uitgaan er niet aan denken, of ten
minste er niet genoeg aan denken, dat al
die heerlijke dingen) van God korpen en
we Ilem dus dankbaarheid verschuldigd'
zijn. Zouden er zulke ook zijn onder mijn
neefjes en nichtjes?
Intusschen zijn er ook van jullie, die nog
wat anders deden dan uitgaan.
Uit Y. ontving ik al een nieuwe abonnó.
Goed zoo! Ja", „alle begin is moeilijk",
zegt een spreekwoord, maar ik ken- ook
nog een ander; „de aanhouder wint". Als
jullie nu deze beido spreekwoorden eens
goed onthouden wilf, dan wordt je niet
gauw ontmoedigd en zal je wel voortgaan
met het werven van nieuwe abonné's.
Je doet dan een dubbel goed werk. Ten
eerste is bet prettig voor onze Nieuwe
Leidsclie zelf, maar tevens is het voor de
abonné's zelf veel beter dan een blad dat
om God of Zijn gebod niets geel"! en de
mentsclien op dat gebied eerder ergert dan
ze er wat goeds van vertelt.
Zoo helpen jullie in je jeugd al mee aan
tie uitbreiding van Gods Koninkrijk, waar
om de Heere Jezus ons licefil leeren bid
den toen Hij Zijnen discipelen lo.u'de vra
gen: „Uw Koninkrijk kone
Daar ik ditmaal geen correspondentie
heb, laat ik hieronder nog een en ander
volgen, dal jullie wel aardig of interes
sant zult vinden).
De tijgertand.
Iemand, die in Indië eenigen tijd had
vertoefd, vertelt, hoe zijn vriend aidaar
een koelbloedig tijger jager, eens een lijger
neerschoot.
Op een plaats waar de tijger geregeld
kwam, zou de jager het gevaarlijke diier
bespieden. Zoowat li M. hoven den grond,
kwam er uit een boomstam, 'n dikke tak,
die mij 'n geschikte zitplaats bood. zoo
vertelde hij. Na de omgeving nogmaals
nauwkeurig opgenomen tc hebben, ging
ik terug, haalde mijn paard en reed huis
waarts. Tegen 4 uur 's middags keerde !k
naar het dorp terug, bracht mijn paard
weer bij het dorpshoofd, vvien ik vertelde,
dat ik -trachten zou het- dier te schieten.
Hij wilde mij ©enige mannen meegeven,
maar ik bedankte hem voor zijn -vriende
lijk aanbod uit vrees, dat de tijger onraad
zou bespeuren of dal zij door hun ge
schreeuw de zaak bederven zouden. Zon
der veel moeite bereikte ik dien plas. 't
Was int/ussohen hall' zes geworden'. Haas-
lig klom ik üi den boom, zette me op den
tak en was door het gebladerte vrijwel
aan het. oog onttrokken.
De zon daalde al meer en ir.aer, 't werd
hoe langer boe stiller in het. bosch. Alleen
de krekels lieten bun eentonig geluid hoo
ren. Spoedig daarop verscheen de maan,
die een zilverachtig lichit over de omge
ving uitstortte, helder genoeg om alles in
den omtrek, hoewel onduidelijk, te kunnen
onderscheiden. Ik had mijn geweer, met
twee kogels geladen, goreed. Ten over
vloede had ik een revolver bij mij gesto
ken voor het geval, dat het. dier te dicht
bij zou komen, om met het geweer te
schieten. Mijn oogen giingen links en
rechts, mijn ooren vingen het minste ge
rucht op. Telkens hoorde ik een geritsel
in de struiken. Gespannen luisterde ik,
maar telkens bleek het veroorzaakt door
het een of ander varken. Het spoedde zich
naar den plas, dronk eenigeo ogenblikken
en verdween dan weer tusschen: 't hout
en! struikgewas. Zou hij niet komen? Ik
keek eens op mijn horloge: bijna 8 uur.
Daar hoorde ik weer beweging, "t leek
mij toe, alsof een grooter dier zich een
weg baande door de struiken.
Ik had me niet vergist. Daar verscheen
ccn kolossale koningstijger, eerj pracht
van een dier, naar schatting meer dan 2
M. lang van de punt van den staart tot
den neus. Zacht wuivend nïet den staart
kwam hij uit de struiken to voorschijn,
zich schijnbaar van geen gevaar bewust.
Eensklaps richlle hij den) kop op. Zou liij
toch onraad bemerken? Maar dat kon
niet, want er was nauwelijks eenig
zuchtje te bespeuren. Hij scheen voldaan
over zijn onderzoek, want langzaam
schreed hij verder op den' waterplas toe.
Ik wachtte nog enkele oogenblikken,
wanfc, als het kon, wilde ik hein met één
schot doodera. Je weet, dat mïjn hand vrij
vast is en dat ik er niet van houd eenig
dier noodeloos pijn to veroorzaken. Aan
den rand van het water gekomen, boog
hij den kop voorover om te drinken. Nu
was het. gewichtige oogenblik gekomen.
Ik legde aan, cherp door het gebladerte
turend en pangGeen; gebrul weer
klonk, even een siddering, toen viel hij op
zij. Ik scheen hem dpf goed geraakt te
hebben. Ik verliet haastig m'ijn schuil
plaats en spoedde mij naar den gevreesden
vijand. Hij had liet schot juist boven het
linkeroog gekregen en de kogel was in de
hersenen doorgedrongen.
Ik loste daarop nog een schot nu in
do lucht leiv tee ken, dat ik eriu ge
slaagd was het dier Ie vellen. Spoedig
verscheen een achttal inlanders, wier
van blijdschap stralende gelaat duidelijk
do vreugde te kennen gaf. verlost le zijn
van zoo'n gevaarlijken v ijand.
De voorpoolen werden stevig aan elkaar
ebonden. evenzoo de achterpooten,
waarna er oen lange stevige hamboe door
gestoken werd. In triomf werd hij onder
gi laeh en gezang naar buis gebracht. Aan
kijkers geen gebrek. Men vvenschle mij
•eiuk met liet prachtige schot.
Ik reed daarop huiswaarts terwijl de
mannen mij met den gedooden koningstij
ger volgden lk liet hem op een koele
plaats bij mijn woning neerleggen, want
't was te laat geworden, om hem nu nog
van zijn huid te ontdoen, iels, dat met bui
tengewone zorg moest geschieden.
Den volgenden dag liet ik twee mannen
halen, die er verstand van haddon-, omdat
ze die bewerking wel eens op kleinere
dieren toegepast hadden en beloofde hun
ieder een rijksdaalder extra, indien1 ze de
huid er ongeschonden afhaalden. Nu, je
ziet dat hebben ze gedaan. Ze hebben-eer
van hun werk gehad, 't Dier heb ik achter
op hel erf in een die.pen kuil laten begra
ven, en de huid tot verdere bereiding naar
Europa gezonden. Na verloop van een paar
maanden kreeg ik die terug en heb ze
voor mijn schrijftafel laten leggen. Zie
daar. do geschiedenis van mijn tijger-
jacht, maar, voegde hij er lachend bij, 't
is geen avontuur Voor ielnanu, die zenuw
achtig is.
Nu, dat is heel goed te begrijpen. „Ik
heb gmg bij voort ook uog iels van
dien sinjeur voor jou bewaard. Al hebben
we elkaar in laug met gezien en dem laat
ste» tijd niet veel geschreven, tooh heb ik
jo niet vergeten. Tvvao tandien heb ik van
hem gehouden, waarvan ik er zelf ©en
houd en) jij den andoren kunt krijgen,
als je hem ten minste bobben wilt." „Heel
graag antwoordde ik T is iets bij
zonders, iels. dat niet iedereen heeft, fk
wil hom dolgraag hebben en zal hem ter
herinnering aan onze vriendschap en aan
je jachtavontuur met een gouden plaatje
aan rnijn horlogeketting vast lated ma
ken." Dat heb ik ook gedaan en telkens
'als ik ernaar kijk-, denk ik aan mijn aan-
fkomst in Indië. aan de gulle gastvrijheid
van mijn vriend en de prettige dagen bij
hem doorgebracht.
Amexikaanschc bluf.
Een Ier en ceu Amerikaan zaten legem
elkaar op te snijden over hun land. Do
Amerikaan meende zioh de overwinning
•te verzekeren door te vertellen, dat er in
Amerika een man was, d'ie vijf mijl hard
geloopen had en toen over een acht meier
breede gracht was gosprongen.
Dat is zoo n wonder niet, merkte de
Ier leuk op, hij nam nogal geen aanloop.
4
Ook een musicus.
Trapper van een blaasbalg tot don or
ganist na het spelen van een nieuwr werk:
En hoe ging 't?
Organist: O best. Waarom?
Orgeltrapper: Ja, ziet u, eigerXijk was
ik wel wat, bang, want ik had dit muziek
stuk nog nooit getrapt.
Eigenaardige echo.
In een vergadering werd do voorzitter
herhaaldelijk^ door geschreeuw' onder
broken. Eindelijk werd hij ongeduldig en
riep:
„Wie maakt daar toch dat ezelsgebalk?"
„Het was slechts een echo", riep e?n
snaak uit het midden der vergadering.
Wetenswaardigheden.
Indien in ons land iemand die niet schrij
ven kan wat niet veel voorkomt iets
piet zijn naam moet onderteekenjen, kan
pij volstaan met liet zetlen van een
kruisje1.
In Turkije doet men in dit geval an
ders. Een Turk, die niet kan schrijven, is
gewoonlijk voorzien van een doosje, waar
in een sponsje bevochtigd met een zekero
kleurstof.
Moe-1 hij nu een of ander geschrift of
oorkonde onderteekenen, dan gebruikt hij
niet een kruisje, maar hij kleurt met zijn
sponsje zijn wijsvinger en druk! deze op
het papier. Do teekëning dor lijntjes van
dien vinger wordt nu zichtbaar. De Turk
is in staat niet. alleen het beeld van zijn
eigen vinger maar ook die van versch.il-
lendo vrïenjdten te onthouden en to her
kennen. Ze zijn voor hem van evenveel
waardo en hebben dezelfde betcekenis al9
onze handtcekeningen.
Ook in China gebruikte men reeds eeuwen
geleden den vingerafdruk als handteeke-
ning voor verschillende zaken.
Zijn laatste woord.
Te Bonn, "do universiteitsstad, werd oen
landbouwer de operatiezaal binnenge
bracht. Do man had de kanker aan do
tong; en om het voortwoekeren van den
kanker to voorkomen, moest de tong wor
den weggenomen. De professor stond ge
reed met 'het vlijmscherp© mes; velo me
dische studenten waren er als toeschou
wers, om zich to bekwamen voor hun vak
Toen achtte de professor het noodig, den
kankerlijder opmerkzaam to maken, dat
hij na de operatie stom zou zijn.
„Wilt grj dus nog iets met de tong
spreken, doe het dan nu. Het is de laatste
keer!"
Toen antwoordde de eenvoudige man
met bewogen stem: „De Heero is goed en
recht!"
Dat was zijn laatsto woord.
Ingez. door: „Klaverblad
van Vier".
Na velo en hartel. groeten, ook van
Tante Lize Je Oom
WILLEM.
ZIJN GEHEIM.
Avondstilte daalde over de aarde.
Vermoeid Van den arbeid in den bran
denden zonneschijn in h'et veld of in de
jbenauwendo hitte van het bosch, zaten
Ivoor de kleine huisjes de menschen voor
een wijlo te genieten van de heerlijke
(avondkoelte, voor ze zich in de wel wat
bedompte kamerkens ter ruste zouden
jbegeven om nicuwo krachten to garen
woor den nieuwen dag, die reeds heel
Lvroeg zou beginnen..
j. Het gejoel van de uitgelach! jeugd bo-
langzamerhand te verstommen, en bij
[liet zacht ruischen van de hoornen die een
zwaarmoedige melodie 'Schenen te neu
trum of geheimzinnige sprookjes schenen
'te fluisteren, zalen de moede werkers de
Pdingen van den dag le bespreken. De va-
ders van hun arbeid eil de verwachtingen
|Van den oogst en de moeders van haar
huiselijke vreugden en zorgen.
I Heel in de verte trilden de klagende
(ionen van een harmonica en voorts werd
ide stilte alleen gestoord door het ritselen
j\aii enkele vallende bladeren en' het ge
zoem van de gonzende insecten, aangetrok
(ken door de zwakke lichtjes.
In hel. gezellige prieel van het oude
hoekhuis, zat de reeds grijzende genees-
jlieer, dokter Veldena, onder het rustig
genot van een Duitsclie pijp.
j Do heerlijke zomerdag had hem nog
sveinig gelegenheid gelaten om to genie
ten van wat de natuur aan schoons tc
'zien geeft.
j Van vreugde was hij geluigo geweest,
Itoeni hij het geluk mocht zien van een
jonge moeder, en toon hij een reeds ytyl.üf
ren gewaand -kind weer aan de in bange
vrees verkeerende^ouders mocht terugge
ven, maar hij had hot ook moeten aan
zien. hoe innige banden van liefde voor
altijd werden verscheurd.
Daarginds in het kleine huisje lag de
jonge doode, die hij niet in het leven had
kunnen houden en'in hel rouwhuis toefde
de ontroostbare weduwe, die nog zoo kort
geleden, alles van het leven scheen te mo
gen verwachten.
't Herdenken stemde hem somber.
Hij had zoo gaarne het wegstervende
leven willen vasthouden, maar de kunst
stond machteloos. Het was bestemd in Go-
des raad, dat hier een band moe9t worden
doorgesneden en wat zou dan een meji-
schenkind vermogen?
lEen zonderlingnoemde men hem.
Aan het gezelschapsleven nam hij zoo
goed als geen deel. Zijn levenswijze was
uiterst eenvoudig en soms scheen hij
ietwat ruw en' hard.
Een goede dokter, zei menigeen, een
knap geneesheer, maar overigenseen
zonderling mensch.
Maar een zonderling noemden hem niet
de arme ouders, die in hem een trooster
en helpor vondieit, maar die altijd vergat
oen rekening voor de bewezen diensten le
zenden. Een zonderling noemde hem ook
niet vrouw Dalman, die ondanks haar ar
moede als een .prinses verpleegd werd
eq aan wie alles gedaan werd wat men-
schclijko kunst vermocht.
Maar wel noemde hem een zonderling
een verre neef, die eenige dagen bij hem
logeerde en die ondanks zijn gunstige voor
uitziohten een houding aannam of dc
flvyaarsfo las', op zij^, schouders ww*
legd.
Hij had een meisje leeren kennenj, het
liefste kind van de wereld in zijn oogen,
maar haar vader weigerde halsstarrig
vooralsnog toesLemming voor de verloving
te geven.
•Komt, als ge een jaartje ouder zijt, nog-
eens terug, had hij gezegd, dan spreken we
elkaar nader.
Met een verdrietig gezicht en een! lang
durige houding liet hij zich neerploffen in
een rieten leunstoel.
En Men ,j00m" zich ceniigszins over zijn
verdriet scheen vroolijk fe maken, barst to
liij los! U kunt u in mijn toestand ook
niet indenken. U hebt alles wat u begeert
en 'bovendien: u begint reeds t'e grijzen en
kunt u niet inden)ken wat mij beroert en
verwart.
De dokter werd bleek. Met een ruk nam
hij zijn pijp uit den mond en wonderlijk
"week klonk z'n stem:
„Zou je dat denken, m'n jongen? 't Is
nauwelijks eert uur geleden, waar ik
machteloos stond aan 'een sterfbed en het
moest aanzien hoe een jong opbloeiend
£eluk -plotseling werd vernietigd".
„Nu ja, ik begrijp dal. dit pijnlijk voor
u was niet te kunnen helpen, maar zulke
teleurstellingen die ieder op zijn tijd in
het leven; heeft, zijn toch niet le verge
lijken met wat mij hindert! Om dat te
weten, had u moeten liefhebhen, zooals ik
liefheb."
Dokter Yeldens zuchtte.
Hij scheen zich een oogenblik te be
raden.
En toen, alsof het hem moeilo kostte
een besluit te nemen, zei hij zacht en
eenigszius hatunvwd: ..lk spfeeje bii voce-
keur niet over mezelf, maar laat ik .je
een klein stukje uit mijn overigens weinig
interessante levensgeschiedenis vertel
len".
T Is nu 31 jaar geleden. Ik had mijn
candid'tols gedaan en naar men zei was
h'1 een heel goed examen geweest.
Vol vreugde werd ik door mijn vader
gelukgevenscht en moeder, ze sloeg haar
armen cm mijn hals omdat ze g^cn woer
den i on vinden om hare blijdschap u:t
tc drukken.
Maar er was nog iemand die mij hare
gclukwenschen bood.
't Was Malhilde. de dochter van onzen
predikant, die ik reeds lang in stilte had
bemind en met wie ik nie nu mocht ver
loven.
Onze liefde was diep als de zee en loon
ik 's avonds met haar door den tuin wan
delde scheen de wereld tc klein om ons
geluk tc bevatten.
Ik herinner 't mij alsof het vandaag
gebeurde.
De avond was niet minder schoon dan
nu, en hand aan hand liepen wc voort-, al
maar bouwend kasteelen van licht en
liefde.
Nooit had het leven mij zoo mooi ge
schenen.
Veel te vroeg naar mijn zin, kwam oe
lijd van scheiden en nog zie ik haar slaan
in dc deuropening, leen: ik liet hek achter
mij dichtsloeg cn haar een goeden avond
wuifde.
Wie had kunnen denken, dat het de
laatste maal zou zijn, dat ik haar zoo
mocht zien?
Dokter Veldcns zweeg eenige oogen-
iilikk-in. Do ojtfjoerinjr jvas hem to groot,
„Den volgenden morgen kwam het be
richt dat ze door een zeer ernstige ziekte
was aangetast.
Toen ik do deur binnenging waar ik
haar de laatste maal had gezien, ont
moette ik den geneesheer, die mij geen
hoop durfde geven.
Een specialist, met den meesten spoed
ontboden, kon al evenmin hu-Lp bieden.
Een ernstige keelontsteking maakte in
een paar dagen een einde aan haar leven.
Slechts enkele woorden heb ik met haar
mogen wisselen, en meer dan haar stem,
mij en haar "vast vertrouwen op haar
sprak haar oog van haar rijke liefde voor
Heiland.
P>n paar dagen lal er hebben we haar
ter ruste gelegd, op het stille dorpskerk
hof, waar haar lichaam verwacht don dag
der opstanding.
Dat waren donkere dagen. Ik heb een
langen en zwaron strijd moeten strijden,
maar Gede zij dank, ik heb 't geloof mogen
behouden, 'k Geloof dat goed. niet al-
lijd zoot is, dat God weet wat voor zijne
kinderen het beste is. en dal eens de dag
zal aanbreken, dat we opnieuw vcreenigd
zullen worden.
't Was nu volkomen stil geworden) en
donker daarbuiten.
De oude dokter had zijn blik afgewend;
't was alsof hij tuurde in de verte en als
of zijn oog geboeid werd, door een lich
tende gestalte.
Behoedzaam, om do hciligo stille niette
verbreken, stond de jonge man op.
Zijn hand zocht dio van „Oom" en fluis
terend klonk zijn stem: „vergeving".
.(Al V-