Aan het einde der week. De leden van den Opoe eten Raad die de'vorige week bijeenkwamen om Op- per-Silezië tusschcn Duitsohlahd en Polen le verdeeïen, zijn deze weelc onverricliter x^ko huistoe gegaan. Evenwel niei dan nadat Lloyd George en Briand nogeens hoog hadden opgege ven van de innige vriendschap lusschen Engeland en Frankrijk. 't ls goed dot de lieeren daarop zoo den nadruk hebben gelegd, daar men l an dera allicht niet zou gelooven. Er zijn tooh allerlei verschijnselen, die er op wij zen, dat de uit nood geboren vriendschap hoeft plaats gemaakt voor naijver, en dat •men elkaar alleen nog slechts duldt. De Volkenbond zal nu straks lus schen dezo bondgenoot-en een uitspraak bobben te doen en als waar is wat be weerd wordt, dat de meerderheid daarbij op de hand van Engeland zal zijn, dan zal Duitschland straks zijn wenschen ten op zichte van O. 5. althans in hoofdzaak zien ingewilligd. Voor Frankrijk is de pil dan echter een beetje gemakkelijker te slik- kert, dan wanneer het in den Oppersten Read in het ongelijk was gesteld. Intusschen gaat de wereldgeschiedenis door met zich le ontwikkelen. iT u r k ij e en G r i e k o n 1 a nd hebben opnieuw do vijandelijkheden in Klein- Azië geopend en er is alle kans dat Grie kenland daarbij als overwinnaar uit het strijdperk zal treden. Over de vraag of in ernst een poging zal worden gedaan om ook Constantinopel te bezetten, loopen de meeningen uiteen. Gewoonlijk is het zon, dat men al etende trek krijgt, en als de Grieken het tot bij Cotnslanlinopel weten tc brenlgen, dan zou het heusch gen wonder zijn indien het een poging deed om er ook in te komen. Voor het zoover is aal echter de Op perste Raad nog wel een woordje mee spreken, daar hierbij meer belangen dan dte van Turkije alleen betrokken zijn. De onderhandelingen tusschen En geland en Ier la.id1 hebben tot nu toe niet het resultaat gegeven dat velen daar van verwachtten. Engeland heeft wel tamelijk verstrek kende voorstellen gedaan, maar men schijnt in Ierland niet te willen rusten yoor een algcheele vrijheid en zelfstan digheid is verkregen). Hiertoe zal de Engèlsche regeering ech ter niet gemakkelijk meewerken en zoo zou het kunnen zijn dat hier straks het oude spreekwoord bewaarheid wordt, dat zij die het onderste uit de kan willen heb ben, kans loopen het deksel opden neus le krijgen. Laten we hopen dat. de Iersche leiders dit zullen inzien en dat zo tot een ook -voor Engeland aannemelijke oplossing •utllen meewerken. y De Derichlon. uit Rusland blijven. Bomber en güveii weinig hwp- VOOl* dn toekomst. Honger en ziekten maken hunne slacht offers bij duizenden en werken er toe mee idat do demoralisatie van het tooh al zoo zeer gedemoraliseerde volk, yolkomen jwordt. De Sovjet-regeering, die een| groot deel Van deze rampen op haar rekening mag étellen, wil nu naar het schijnt het roer omgooien eni aan het communistische wanbeheer een einde maken, Teflaat evenwel. Voor het oogtenblik kan daardoor al zeer weinig verbetering ten goede worden) ver dacht. KoningPetervahServië heeft Bijn veelbewogen leven geëindigd. Oqk hij heeft ondervonden dat de weg Van een koning niet altijd op rozen gaat, en dat een kroon, hoe schitterend dan ook, ifcoo heel zwaar kan wegen. Dver de rol, door hem gespeeld bij bet bestijgenj van den troon willen wij niet .©preken. Ons past niet het oordeel. Koning Peter heeft ongetwijfeld veel voor zijn land gedaan. Verschillende na- iionale idealen zijn, zij het dan zijns on- i flanks, verwezenlijkt. Maar toen de groote vijand kwam tegen Wie niet le strijden valt' en toen de dood klopte aan de vensteren van het Konin klijk paleis, toen) had ook hij slechts te ivplgen. w ft 'j' Van onze Koningin werden dag aan dag goede berichten ontvangen. In den Joop van de volgende week hoopt zij met f (de Prinses we'er terug te keeren en haar Beker niet gemakkelijke taak te heiwatten De k e 1 In er s-s taki ng die overigens in onze kringen betrekkelijk weinig de 1 aandacht trok, behoort weer tot het ver- leden. De patroons hebben over heel de linie i gezegevierd, en verschillende berichten .wijzen er op dat zij van die overwinning du juist niet een gepast gebruik maken. Dit valt te betreuren. Ai kan volmondig Worden toegegeven, dat de vakorganisaties bij behaalde overwinningen, ook van hun- *ie macht zooveel mogelijk trachten te profileeren, bevorderlijk aan den be- fsvrede is dit allerminst. [En toch zal het, vooral In verband met de overal dreigende werkloosheid noodig tóp. dat beide partijen elkaar zooveel rrio- gèlijk zoeken en eikaars belangen, waar Inogelljk, behartigen. Dit is te meer noodig, nu de Eegeering öc/or de omstandigheden genoodzaakt is, (do steunregeling te beperken, waar door de gevolgen van de werkloosheid des ie meer worden gevoeld. Moge, ook enj vooral in onze kringen waar de Overheidssteun slechts noode 'aanvaard Wordt, alles worden gedaan voor bet versohaffen van productieve werkge legenheid. [Voorkomen is ook op dit gebied beter dan genezen -^*1*. Het gevloekte ambt. Zoo luidt de titel van een onlangs ver schenen en door „Hot Schoolblad" warm aanbevolen boek, omdat het kan dienen als voorbehoedmiddel tegen neigingen van jonge lieden om zioh aan het onderwijs te wijden. „De schrijver verhaalt van een onder wijzer, die zich met veel idealism? aan zijn arbeid heeft gegeven. Hij was hoofd van een openbare school, maar zijn geluk werd vergalld, toen/ er een: christelijke sc-hool naast werd opgerioht. Hij vertrok naar de stad waar hem een leven waohtto, waarin alle liefde voor het onderwijs te looi* ging. Oorzaak: ontevre denheid over de Salarisregeling van minis ter de "Visser. Een- citaat: 3-len paar dagen later was het pleit be slist: de minister gaf niet toe, wou alleen maar „een paar plooien gladst rijken". En Bullen, z'n naam zij vervloekt, Bulten stemde zelfs tegen de motie Otto, die het grievende onrecht, dat do onderwijzers van heden driehonderd gulden minder zou den ontvangen dan de nieuw-opgeleide, wilde wegnemen, en zijn stem gaf den. doorslag. De minister overwoneen Pyrrhu's-oVerwinnlng. Alle lust was in Henk gebroken. Hij ging naar school en hij haatte den weg. waar over hij 'liep; hij gaf onderwijs en hij ver foeide zijn werk; hij kwam zoo laat hij kon, en bij ging graag, voordat het tijd was, heen. Eerst als de schooldeur achter hém was dichtgevallen, begon hij te le ven: dan werd z'n stap veerkrachtiger en z'n oogen glansden weer. Hij zochthij wou er uit... weg uit den werkkring, waarin hij eens met al z'n jiefdo had gediendallés was beter dan het ambt, waarop de vloek van den mi nister rusttehet ambt dat door hem tot een bijbaantje was geworden, dat noch bevrediging, noch brood gaf'. Is liet nog wonder dat van al'le kanten geklaagd wordt over den toestand waarin hot lager onderwijs op vele openbare scho len zich bevindt? Waar zulk een geest gekweekt wordt als in het bovenaangehaalde en door „Het Schoolblad" aanbevolen boek, daar moet alle idealisme worden gedood. De voorstelling dat wat hooger salaris en misschien) Wat meer zelfstandigheid, hier zou kunnen helpen is, dat gevoelt ieder, door eri door onjuist. De kwaal zit dieper. We hebben hier le doen met een stel selmatig vergiftigde levensbeschouwing, waarbij de arbeid niet wordt gezien als een gave Gods, maar als een vloek. Dat we hier met zedelijk gedegoneerde mewschen ie doen hebben, blijkt overigens ook uit het feit. dat men in plaats van „het gevloekte ambt" los le laten' en de school den: rug toe te keeren op de meest lam lendige wijze zijn werk verricht en h6el den dag haakt naar het oogenblik, dat de de schooldeur kan worden gesloten. Ovop do oaiorievogreling van Minister de Visser kan verschillend geoordeeld wor den. Maar als deze regeling* tengevolge heef;, dat inviduen als hier geteekend de school verlaten, dan kan dat voor het onderwijs niet anders dan een zegen zijn. EEN LIBERAAL BEGINSEL? Kort geleden heeft de liberale N. R. Gt. ons verzekerds dat vrijheid van proeeseiën een vrijzinnig beginsel is. Niet van vandaag of gisteren. Sedert Thorbecke heeft de liberale par tij steeds dat beginsel voorgestaan. En zóó warm is het blad voor ophef fing van het processie-verbod, dat het, mocht de regeering de wijziging van arti kel 170 terugnemen, haar in den vorm van een amendement, van liberale zijde in to dienen, hersteld wil zien. „Wij hebben zegt het Huis gezin reeds eerder onze bevreem ding er over uitgesproken, dat, indien de liberalen Zoodanig van ijver blaken voor de vrijheid van processiën, zij tot lieden van dien ijver zoo weinig blijk hebben gege ven. In aansluiting hierbij mogen wij wijzen op het verslag der Staatscommissie, inge steld bij Koninklijk besluit van 23 Ooto- ber 1905, die de vraag had te onderzoeken, welke andere wijzigingen dan die welke op het kiesreolit betrekking hadden nog in do Grondwet moesten worden gebracht. Deze Staatscommissie bestond uit twee leden -van rechts en vijf van links, allen vrijzinnigen. Het verslag dezer Staatscommissie nu, met een stevige liberale meerderheid, be vat geen voorstel tot wijziging van arti kel 170. Men liad dit toch mogen verwachten, in dien de voorstelling der N. R. Ot. juist wa re, dat opheffing van het processiever bod van oudsher eon Fberaal beginsel was Slechts een der iibeiale leden, professor De Louter, wijdt in een afzonderlijke nota een beschouwing aan artikel 170 en stelt voor, dit artikel te lezen: „Alle openbare godsdienstoefening wordt toegelaten, be houdens de noodige maatregelen tot ver zekering der openbare orde en rust." Eén voorstander maar van het liberale beginsel op de vijf. Professor De Louter deelt in zijn nota nog mee, dat de meerderheid der commis sie gemeend heeft, „met het oog op de moeilijkheid van (het onderwerp en op de langdurige en vruchteLooze beraadslaging daaromtrent in 1887 gehouden, zich van het doen van voorstellen, zelfs van een opzettelijke overweging daarvan, te moe ten onthoudend Dit is andere taal dan de N. R. Gt meent te mogen voeren, die met een effen gezicht de opheffing van het processieverbod een liberaal beginsel noemt van Thor- becke's tijd af. De N. R. Ob. zal met andere gegevens moeten komen, wil zij haar stelling aanne melijk doen schijnen en doen aanvaarden. Ia er meer noodig dan het oordeel dor Staatscommissie van 1905, om In het licht te fl tellen dat. de houding en de bewerin gen Her N. R. CV; <?!&el zijtn lugcgéVèn door den wéns oh, een stok tussohen de reohtsóhe coalitie -te werpen Land- en Tuinbouw. Internationale arbeidswetgeving. Uit naam van de Landbouwcommissie in den Franscben Senaat, heeft Jules Mé- line een uitvoerig schrijven gericht tot den Franschen Minister-presidenlt, waarin deze laatste werd uitgenoodlgd, de excep tie van onbevoegdheid op te werpen ten aanzien van het plan, om op de eerstvol gende, in Ooi. a.s., te houden Internationa Se Arbeldsoonferentie, ook het landhouw- jvraagstuk te trekken onder de invloed Uer internationale arbeidswetgeving. Briand heeft nu het volgende geant woord: „In uw schrijven) van 8 Juli 1921 hebt gij uitdrukking gegeven aan het gevoel van ongerustheid, dat over de leden der Landbouweommissie uit den Senaat is ge komen door de plaatsing van de regeling van den arbeidsduur dn den landbouw op de dagorde van de Internationale Arbelds oonferentie, die in den a.e. herfst te Ge- nève zal worden gehouden. „Ik haast mij te uwer kennis te brenl gen, dat de Regeering, evenals gij onge rust over de gevaren1, die de behandeling van zulk een vraagstuk voor den Fran schen landbouw zou kunnen hebben, over eerikomBtig het haar bij art. 402 van 't. Verdrag van Versailles toekomende recht, den 13den Mei j.l. een schrijven heeft gezonden aan het Internationaal Arbeids bureau, waarin zij protest uitbrengt tegen het plaatsen up de dagorde dor Conference te Genève van de regeling van den ar beidstijd in den landbouw en formeel aan dringt op het terugnemen dezer kwestie van de agenda. „De nota, welke de Franse he regeering hierover heeft, ingediend, is door het In ternationaal Arbeidsbureau gepubliceerd in zijn officieel bulletin van 15 Juni 1921. „Men moet. er echter op voorbereid zijn, dat de Conference, ondanks dit protest, de kwestie op de dagorde zal handhaven ;met een meerderheid van twee derden der stemmen. „Ik geef u echter de verzekering, dat er /aan de Regeeringsafgevaardigden' tér Conferentie de noodige instructies zullen worden gegeven, om, indien dit gebeuren/ zou, uit naam der Fransche Rogeering zich tegen het voorstel te verzetten. ..Onder die omstandigheden zal Frank rijk volkomen vrij blijven om zijn mede werking te onthouden) aan die besluiten, welke eventueel gaan in de richting van een politiek, welke de zijne niet is". Uit het Sociale leven. Steun aan uitgetrokken werknemers. De minister van binnenlandsche zaken heeft afwijzend beschikt op het ver- „V van enkele ffcmppnlcbosturen-, le he ipalen, dat de tegenwoordige steunregeling voor de uitgetrokken tabaksbewerkers in geen geval zat eindigen vóór Zaterdag 27 dezer, en alsnog- maatregelen van rijks wege te doen treffen, waarbij in gevallen, waarin zulks noodzakelijk is zij het dan met inachtneming van bijzondere scherpe bepalingten ook nk liet verstrijken van de gestelde maxima-termijnen-nog eenige steun kan worden in uitzicht gesteld, waarvan van rijkswege 'althans geen min dere bijdrage dan tot dusver blijft verze kerd. De minister schrijft id zijn antwoord: de financieele 'toestand van den staat dwingt tot het betrachten van de grootst mogelijke zuinigheid; aan elke steunver lening van rijkswege, dus ook aan die aan de uitgetrokken tabaksbewerkers, dient eens een einde te komen. De reuk van het menschelijk lichaam. De Blasio schrijft (in la Riforma Medica) in het kort over dit onderwerp, dat hoe wel bekend genoeg, nog steeds met tot nu toe ongepubliceerde feiten, verreikt wordt. Er zijn rasreuken en persoonlijke reuken, maar schrijver sluit slechten reuk, uit gaande van het een of andere deel van het lichaam, van de studie uit. De rasreuk van de negers is een voorbeeld van eigen- aardigen reuk, aan een bepaald ras gebonden. Onderzoekingsreizigers hebben geschreven over den reuk van Caraiben en Peruanen, Tartaren en Arabieren. De oorspronkelijke bewoners van Amerika konden de lucht der Europeanen niet uitstaan, en de Peru anen hadden zelfs aparte woorden om de lucht van een blanken en van een neger te onderscheiden. Van de Japanneczen is het bekend, dat zij onwel worden door de lucht van blan ken slecht riekende personen van - hun eigen ras worden van militairen dienst uitgesloten en vrouwen met slecht riekende axillae hebben moeite een man te vinden. Het aantal beroemde personen met aro matische lucht is groot. Niet weinig gees telijken en heiligen komen daaronder voor, zoodat de uitdrukking „reuk van heilig heid"' niet geheel en al ongegrond is. Misschien heeft dat iets te maken met ëscetisch leven. Maar in geen enkel geval geleek de reuk op dien van een of ander bekend parfum. Anders is het met sommige bekende vrouwen, want Agnes Sorel gaf een reuk van viooltjes, of Diana van Poi tiers van amber en madme. de Maintenon van muskus. Schr. kende een vrouw van middelbaren leeftyd, die naar viooltjes rook. Zy was arm en ziekelijk en de reuk viel iedereen op, toen zij voor bronchitis in het hospitaal opgenomen werd. De reuk hin derde de vrouw. De eigenaardige lucht werd het eerst waargenomen tijdens de puberteit en was sterker na emoties. Deze aromatische luchten kan men vergelijken met het bouquet van wijnen cn zij worden zonder twijfel veroorzaakt door de vorming van den een of anderen aromatischen ether. (pMedisoli Weekblad"). Lefd3che Penkrasjes. Amice. Het goede nieuws is niet van do lucht. De vorige week kon ik molden dat tot het houden van een partijdag was besloten en uit wat ik deze week vernam blijkt, me, dat reods meit kradbt aan do voorbereidende maatregelen gewerkt wordt. Ik heb n.l. mijn licht oens opgestoken bij iemand van wie ik verwachten kon, dat hij inet. de bijzonderheden op de 'hoogte is. Het ligt in do bedoeling, zoo werd mij medegedeeld dat de partijdag zal uitgaan van do St'aitonkieskring- centrale. Het be stuur van de centrale zal oöhter niet. zelf de voorbereidende werkzaamhoden verrich ten, maai' heeft aan enkele personen -opge dragen een breed© commissie te vormen, .die zich hiervoor in het bijzonder interes seert. De gewone regel zou natuurlijk zijn dat het kringbeetuur de besturen van de Kies- vereen, aanschreef en dat zoo de geheele organisatie in werking werd gezet. Maar dat zou allicht wat veel tijd koeten en daar er, zal do zaak nog tijdig in orde komen met veel spoed gewerkt moet worden, werd besloten oen anderen weg te volgen. En zoo zullen nu do volgende week een aantal personen uit do verschillende plaat sen in deze omgeving bijeen komen om al die maatregelen te nemen, die noodig zijn om een partijdag wel te doen slagen. En als die commissie dan alles gereed heeft, als alle werkzaamheden in de keu ken zijn afgeloopen, dan hebben wij als par tijgangers niets anders te doen dan maar aan de gedelete tafel te gaan zitten. Gemakkelijker kan het niet. Het best zal wel zijn dat daarna onmid dellijk plaatselijke commissies gevormd worden, om voor zulk een dag propaganda te maken en te zorgen dat al onze mannen en vrouwen op do meest gemakkelijke wij ze naar Leiden kunnen komen. Want het spreekt vanzelf, dat het aan bezoekers en bezoeksters op zulk een dag niet mag ontbreken. Zooals in de veelheid der onderdanen des konings 'heerlijkheid ligt, zoo is ook het mooie van een landdag de veelheid der be zoekers. W.at dat betreft maak ik mij overigens niet ongerust. Ik mag niet uit de sohool klappen ik doe het. althans niet maar naar wat ik van de voorloopige plannen hoorde, belooft het een dag te worden die klinkt als een klok. De plannen kunnen echter eerst a,s. Dinsdag definitief worden vastgesteld) en ■tot zoolang zullen we dus geduld moeten oefenen. Ik behoef wel niet. te zeggen hoezeer het mij verheugt, dat dit balletje nu eindelijk aan het rollen is gebracht. Wat ik zoo nu en dan uit de verschil lende plaatsen- hoor, wijst er tooh op, dat de geestdrift die we vroeger wel gekend hebben, thans schijnt te ontbreken. Een nieuwe, opwekking i6 daan-om zoo dringend noodzakelijk. Natiirlijk ook in verband met de verkie zingen die 't volgend jaar gehouden wor den. Maar meer nog in verband met heel het wereldgebeuren in onze dagen. De wereld kraakt in hare voegen in dezen tijd. Zeker, ik stem het toe, voor het uiterlijke is de toestand niet slechter geworden de laatste jaren, maar benauwend in hooge mate ie de daling van het zedelijk en geestelijk levens peil. De schrijver van de rubriek „Onder de menschen" heeft.in de N. R. Cr t. een reeks opstellen geschreven over wat hij op zede lijk gebied „Onder de menschen" waarnam Wat hij van de groote kantoren, van de bioscopen, van de gevaren die zelfs zeer jonge kinderen bedreigen, meedeelt het is alles even afschuwelijk on bedroevend. Men neigt er toe om te zeggen dat de zonde in de dagen van Sodom niet een hoo ger punt kan hebben bereikt. En het kwaad schuilt in a 11 e kringen en onder alle standen. Uit de mededeelingen van de zeden- en kinderpolitie deelt hij b.v. onder meer het volgende mede: „Wij staan telkens verbaasd, als wij hier meisjes u i t h e t volk krijgen, oven- de onbezonnenheid en het goed ver trouwen, waarin zij zich maar overgeven aan de jongens, met wie zij.dan zoogenaamd verkeeren, ieder half jaar met een an der, soms. En als we dan ernstig met haar spreken, 'als onze vrouwelijke assistenten trachten haar vertrouwen te winnen, haar waar schuwen, dan is 'herhaaldelijk het antwoord: „waairom ik niet., ze doen 't immers alle maal?" ,,'t Is of haar eergevoel, of haar schaam te tegen deze dingen niet meer in opstand komt, en zij het gewoon vinden, zonder na te denken over de gevolgen, zonder te trachten zich 'hiertegen te verzieiu; wanjt dit komt maar uiterst zelden bij deze meis jes voor. En 'hoevelen geraken er door deze lichtvaardigheid eerst in 't verkeer met tel kens nieuwe „vrijers", op den slechten weg? „Maar wat ons nu en dan blijkt van de zedeloosheid onder de „betere standen" is wel het tegendeel van spon taan zioh geven; is geraffineerd. „En onze ervaringen, toen inderdaad bijvoorbeeld do baan van oen zekere ge mengde sportclub op allereersten staud voor bouwterrein ingeruimd werd, waarbij een sloot moest worden gedempt, brachten wel aan het licht hoe voorzichtig het „vrije" verkeer der geslachten in sommige toöh zeer exclusieve kringen is. Trouwens, deze meisjes komen met ons zoo licht niet in aanraking. En zelfs wan neer het nu en dan noodig blijkt, vooral om minderjarigen zoo mogelijk yoor ver dere onheilen te behoeden, wanneer ons koppelarijzaken ter ©ore komen, die als excessen bestreden moeten worden.dan ontglipt het welgestelde publiek iminers meest in do auto's. „Ja, als wij drijvers waren, als wij dmyers wilden zijn en bijvoorbeeld nu en dan -een van al die hotel 1 tegenwoordig, en vooral! gen, overwegend „gerferoif ren, dan zou er heel we men van de verwilderinl alle standen." Is het niet schrikkelijk! En toch, het is nog ski tipjo van den sluier, datl licht. I Ik kan me indenken d| stelt, wat dit a'lles nu Leiden en omstre ken, waarom ik dit in •pankras ter sprake brend Toch geloof ik niet., dM de aandacht te vestigen I ga. I We handelen dunkt. me| als we eeai scheiding 0_ aal Rotterdam als een 2 mendheid gaan beschouw el 't Is natuurlijk mogelij schijnlijk, dat het kwa< uiting komt dan in •ons land, maar wat daaT I ongetwijfeld oen symptool die heel ons volksleven hf Als iemand door booze plaagd, dan ie dat een 1 binnen iets niet in orde het lichaam verkoelde stol En zoo is ook wat in F •meer speciaal wordt aang wijs dat heel ons volksle on dat het er mot ons voll bied bedenkelijk voorstaat.! Trouwens, ieder die zijnl geeft, zal daarvan 0vertui! Maar hoe ik dan kan gin, dat het goede 11 is? Laat ik hot u mogen Enkele jaren 'geleden, 'tl van den grooten wereldoorj Duitschland een boek, wa ernst gewaarschuwd werd.1 roele gevaren die DuiitschJ In do laatste bladzijden! hoe dit land zioh met. kooal wapende tegen de buitenlar en dan volgde aan het slof „Duitschland wapent zich, f het zioh ook tegen de z o n I Die vraag 'mag zeker ol word.en gesteld. En als ik dan zie hoe worden getroffen, om een k niseeren, waar de beginselen Woord zijn, zullen worden f. waar we zullen worden oj strijden voor onzen Konin; dat is een goed bericht. Maar ei- moet. natuurlijk v worden. En nu las ik juist dez< Nieuwe Leidsche Jong.-Vereen. „Obadja" een paganda wil gaan voeren i maanden. Dat. lijkt me oen kostelijke Er hangt voor de toekoms van 't opgroeiend geslacht z en 't is onbegrijpelijk dat er veel jo n g e 1 i n g e n zijn d ncn in to zien maar dat er c kei ijk veel ouders gevond zich van de Jongelingsvoree weinig aantrekken. Ik begrip zooiets niet, mi eenmaal een feit. En juist da me zooveel genoegen dat „0' een krachtigo propaganda tc Ik hoop dat dit voorbeeld jongelingsvereenigingen in L den gevolgd. Er is hier op d wel een on ander te doen. 't Is me niet precies bekenc gelingsvereemigingen we 'hi< hoe groot het aantal leden pi ik weet wel, dat zoowel bij d< de Geref. de Chr. Geref. en <3 ref. Gemeente het ledental ve zijn. Indien mogelijk hoop ik 1 kort nog weieens terug te k< nauwkeurig aan te geven, hoe gebied voorstaan. Ik twijfel zal duidelijk worden dat er nog wel zoo een en ander is 1 Toch deed het me genoege nam dat er reeds eenige bew weging komt. Als in Augustus, in den va reeds ernstige planjnen won dan is er zeker alle reden om menden winter veel goeds t Eigenlijk heb ik nog een p program staan, maar dat val nig buiten het bestek van de Een lezer vroeg me of het zou zijn aan het voetballen 1 weer meer in zwang schijnt. einde te maken. Aan do reg verkeer zoo schreef hij mi; veel aandaoht besteed en dai wel goed, maar het gevolg dat andere dingen da airdoor waarloosd. V.'at zal ik daar nu va waardo. Er schijnt hier op dit gel een en ander te haperen, schijnt het te zijn voorgek< de Hooigracht een pastoor d achter-een-bal-aan-hollende-joi geweer onderst boven werd gi 't Beste lijkt me, dat men den Commissaris van politie stelt, die zoo noodig, zeker len zal weten te nemen om 1 een einde te maken. Overigens, dovacaaities zijn geweer voorbij en dan komt de jeugd dio thains voor een tijd geen raad weet, wel wee: Ik heb de lange vacanties bepleiten „in het belang var maar voor zoovor ik daarc kan, wordt noch de jeu ge zinnen met dio 'lange vacant Maa/r ik zou zoo al pratenc heel ander cbafflifer komen basta J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6