weede Blad. iterdag 28 Mei 1921 ;s in het biezen kistje. Doch als zij hem aiot langor voTber- gcn kon, zoo nam zij voor hem eca kiatjo van biozon, on bolijmdo het mot lijm en pek, cn zij loide bet knechtje daarin, en loide hot in de biezen, aan don oovor dor rivier. Exodus 2: 3. Jozef in Egypte het bewind voerde, e Israël in het land van Cham jagen, maar toen daarna oen ui ouwe jlaats nam op den troon van Egyp- jozcf niet gokend had, brak voor Is- n hooze Lijd aan. In den raad dor word besloten dat men hot op Is- iidonganig zou toeleggen, opdat niet, erhoopl ocnigo krijg uitbrak, Jacobs 5 nakroost zich bij de vijanden des M voegen, werd Israël op alle manier ver- Eerst werd dwangarbeid aan het gelegd en moest het voor Farao de jden Pith om en Raam soa bouwen. [maakten wreed© opzichters aan de n Israels het leven bitter, en rij de- a dienen met hardigheid. Daarna het laaghartig be vol tot do beide Ouwen Sifra en Pua om, als rij de jwscho moeders in haar bange ure en, eiken zoon die geboren wond on- }k van hot loven te berooven. leende de Egyptische tyran oener- >r harde dienstbaarheid, ander- |r laaghartigen kindermoord Israels icht to breken. werd he«t wonder aanschouwd dat r men Israël verdrukte hoe meer 1. Israël was ©en palm die groeide verdrukking. En de vroedvrouwen ïTeezende waren deden niet naar il van Farao, zoodat het volk gesla- fcrde^de, ja zeer machtig werd. o raad gaf Farao toen het he md gebod, dat de vaders en moe ren met eigen hand hun zonen on- [k na de geboorte in den Nijl moes pen. Hoe kon een tyran het zoo ïdenkenl Als een lief kind geboren e vader verblijd is over die gave I als de, moedter haar schat aan het ukt, wat is dan wreedor dan door worgt geroepen te worden tot kin- el met eigen hand! zoo menig vader dien bitteren St zijn diorbaren schat naar den Iwordt ook in het huis van Amram «bed een -kindeke geboren. In die in in die omstandigheden was dat ir niet als een heugelijke gebeurte- esc-houwen. Tenminste niet als het chtje was. Want dan was het on- lïijk een kind des doods, niet een or vader en moeder, maar een fer voor de Nijlrivier. Amram en Jochebed doden niet *re vaders en moeders, slaafs bui- er den tyrannieken wil van den lea despoot deden. Zij verborgden oen Mo zes in alle stille, zij wilden beproefd laten maar alles in het tflen om dien hun van C«od ge- l lieveling van den waterdood te l en in hot leven te behouden, ras de oorzaak van dit sohuilhou- het in hun huis geboren kindek©? dat bij Amram en Jochobod de na- ouderl;^'zoo veel sterker sprak de. andetro vaders en moedors in was het dat rij niet konden doen inde ren, zij het ook noodo en met rrin het hart, wel doden? Of was het let zoo slaafs onderworpen wanen jmd d&r dienstbaarheid aan dien &G1 den troon, en wel den moed had- iWil van den despotiae-ben Faraö terwijl de andenen geen 'den (e spreken, geen daaddurf- richlen d'io ook maar hot minste in van hun overheenscher zou op- *E: d alles is geen sprake. Amram en I hadden niet meerdere ouderlier- de anderen, en bezaten evenmin ri dan hun modeverdrukten. Dat uit wat zij later deden, toen het kindeke grooter werd en zij het niet langer durfden te houden. Toen brachten zij het töcli naar den Nijl. De oorzaak lag in heel iels anders. Wij lezen daarvan in llebr. 11:23: „door het geloof werd Mozcs, toen hij geboren was, drie maanden lang van rijn ouders (verborgen overmits zij zagen dat het kinder ko schoon was, cn zij vreesden het gebod dos kowings niet". De Apostel spreekt dus duidelijk uit dat bij Amram en Jochebed geloof aanwezig was, en dat zij door do kracht van dit hun geloof bet gebod des konings niet vreesden, maar Mozes in het teven bohieldien. Tweeërlei is van dit geloofsleven opmorkoHjk, en vraagt uwo aandacht. Allereerst dit, dat he;t geloof bij de ouders word opgewekt door den aanblik van de schoonheid van hun kind. De Apostel be tuigt het zoo duidelijk: „overmits rij zagen dat hot kindeke schoon was". Het blijkt wel uit allerlei, ook uit het geschiedverhaal in Exodus, dat Mozes oen buitengewoon schoon kind geweest is. Hier in kon niet liggen een wreede speling der natuur om het trotsch© ouderhart te inni ger aan het kind te binden, en liet voltrek ken van hot doodvonnis voor hen des te /pijnlijker te maken. Neen, in die lichamelij ke schoonheid van het kindeke Mozes lag oen sprake Gods. God de Heer© sprak tot oen goloovig ouderpaar en Amram en Jo chebed hebben dit Godswoord verstaan. In het huis van Amram en Jochebed werd door Gods bijzonder bestol geboren oen buitengewoon schoon kind, zoodat do opmerkzaamheid der oudera er bijzonder door getroffen werd. Zij voelden het on middellijk: dit kind is ons opzettelijk van den Hcero geschonken, en onze God heeft, er iels bijzonders meo voor. Wat hot was, wisten zij niet, maar hiervan waren rij ten volle overtuigd dat het kind tot groole din gen geroepen was, en dat rij het tot eiken prijs in het leven moesten behouden. En daarom hebben- rij door het geloof, toen Mozcs geboren was, het kind drie maanden lang verborgen. Het tweede wat in deze historie leerzaam is voor ons geloofsleven en waarop wij heb ben to letten is, dat Amram en Jochebed in 'hun geloof gansch niet lijdelijk wanen. Zij feeidon niet: aLs God de Heere met ons kind iets voor heeft dan zal dat wol van zelf openbaar worden, en wij moeten daarvoor niets doen. Als rij zoo dachten dan haddien zij Mozes wol in dien Nijl geworpen, denken- do dat het kind toch niet verdrinken zou als God hot niet wilde. Maar zoo doen. rij niet. Integendeel, wachtende op nadere Godsopenbaring, hebben zij hot knechtje zorgvuldig drie maanden verborgen. En teen dat stil bewaren hun niet langer mogelijk was,.en zij het kind toch naar /ten Nijl moesten brengen, bleef hun geloof standhouden, werd niet lijdelijk, maar dreef uit tot handelend optreden. Dat be wijst de geschiedenis van het biezen kistje. Zo wierpen hun kind niet in 'het wa ter van den Nijl om, zonder meer, de uitkomst aan God over te laten. Zij deden heel anders. Zij vlochten een biezen kistje, en dat niet alleen, heel zorgvuldig belijm- den ze het met pok en lijm opdat, het wa ter er niet in zou doordringen. En voorts leiden zo het waterdichte kistje met opzet hc©l voorzichtig in de biezen aan de oevers opdat, het niet zou afdrijven met den stroom en alzoo vergaan. En ten overvloe de werd Mirjam in de nabijheid op de wacht gesteld om een wakend oog in het zeil te houden, te zien wat er gebeuren zou, en dadelijk in te grijpen als er eenig onraad te bespeuren viel. Er is in he©l het doen en laten van Am ram en Jochebed geen sprake van voorzie nigheid spelen of van een lijdelijk alles aan God overlaten. Integendeel er is van het begin tot het einde een handelen met de grootste voorzichtigheid. Al die voorzichtigheid en Omzichtigheid van het niet lijdelijk maar handelend ge loof, heeft geleid tot het doel, is rijkelijk beloond, en heeft den zegen weggedragen. In dien weg, en door dio middelen is Mozes behouden geworden. Dit alles nu is in dc hoogste mate leer zaam. Menigmaal komt in ons de boozo ge dachte op dat alles in Gods Raad bepaald is, dat God regeert naar zijn eeuwig Wel behagen en onveranderlijk Besluit, en dat wij daarom hel beste doen als een stok of blok op den weg te gaan liggen, en lijdelijk moeten afwachten wat God over ons ge- hengt heeft. Dio gcdachio nu is niet uit God. Zij is uit den Booze. Het is e>en ijdel en dartel klappen van Gods besluit en voorzienigheid En als ze ooit u bekroop, denk dan aan het gebeurde met Mozes. Hij is behouden door het geloof zijner ouders. Doch -het geloof van Amram en Jochebed maakte hen niet •lijdelijk, het bewoog hen te doen wat hun hand vond om te doen. Denk in een oogenblik van lijdelijk neer zitten aan het biezen kistje, aan het zorg vuldig waterdicht maken, aan h©t opzette lijk vastleggen in de biczen, aan de trouwe wacht van Mirjam. En wil uit dat alles loeren dat, zal uw geloof een geloof zijn dat goed is voor den Heere uwen God, gij zoo moet kunnen bid den: bevestig Gij het werk onzer handen, ja het werk onzer handen, bevestig dat! PSALM IN DEN NACHT. Gelijk het hert schreeuwt naar de waterstroomen, zoo schreit mijn ziel om, Heer, tot U te komen, tot U, Dien bo/cnal zij mint! Zij dorst, mijn ziel, naar U beur Licht en Leven; zij dorst naar U Wien zij zich hoeft gogoren, en Dien zij aanhangt als oen kind. Wanneer zal ik Uw Aangezicht aanschouwen? Wanneer U zien, 0 God van mijn betrouwen, God mijns gdoofe, mijn 6torke God? Mijn tranen zijn mij ioderen dog tot epijzo: met wreeden spot eart mij de wereldwijze: ,,Ei zog, ei zeg, waar is Uw God?" (Uit „Stamelingea". Naar motieven, urt Ps. 42.) Uit de Pers. WAAKZAAMHEID GEBODEN. Wij lezen in dc Standaard: Heigeen in do Eerste Kamer geschiedde met het wetsontwerp bevattende een rege ling voor dei aanmaak enz. van springstof fen, stelt opnieuw het Kabinet geheel on- noodig voor groote moeilijkheden. Geheel onnoodig, want in de Eerste Kamer be schikt de rechterzijde over een 'krachtig» meerderheid Was deze ook maar eemigs- ziris voltallig bij d© stemming aanwezig geweest, dan was dit échec aan het Minis terie bespaard. Wat onlangs bij de «tem ming over het wetsontwerp betreffende het invoerrecht op tabak dreigde, is nu ge schied. Toen was het Regeoringsvoorstel bijiia door de aaneengesloten linksch© leden verworpen; thans is de Regeeringsvoor- «dracht inderdaad verworpen door de stem men der aanwezige leden van links, ver sterkt door een tweetal Roomse h-Kat hol ie- k© stemmen. Geheel afgezien van de mérites van het wetsontwerp is deze gang van zaken zeer te betreuren. Hij wijst op een zeken© slap heid van plichtsopvatting bij een groot deel Van de leden dor Eerste Kamer. Het is schi©r onaannemelijk, dat alle afwezigen werkolijk geldige redenen voor hunne ab sentie hadden; en indien dit wèl het geval mocht rijn, dan volgt uit het gebeurde, dat zij zich van andere bezigheden zulLen moe ten losmaken om trouwer in de Kamer op het appèl te eijn. Zooalls het nu gegaan is, mag hot niet meer gaan. Allereerst ter wille van 's Lands belang. Daarna ter wille van het Kabinet. En voorts ter wille van de waardigheid der Kamer. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Be roep on. Te Oudedando (toez.); W. A Dbkkor t-o Nieuw-Bei jorlandte Borailo (toez.) J. W. C. Ort, pred. to Paramaribo, met vorlof. GEREF. KERKEN. Beroepen. To Soerateja: H. Brouwer H.- ILbl, tc Heemetodoto Zuilen (Utrecht-Noord) J. H. Donnor to Breda. Bedankt. Voor Purmorend: Dr. H. W. v. d. Vaart Smit, to 's-Graveland. NlrEU ILL ETON No" indelijk 't huis. ERNSTIGE VRAGEN. Ifcriend, zijt gij oen Christen? Wat B vandaag voor Cbrisute gedaan? met wis gij gereisd hebt, ook op f. r het Nieuwe Jeruzalem? Hebt ge indingen onderling vergeleken cn yoruitgegaan op Uw weg? Is die "rag naast U een medepelgrim? fcem gevraagd of hij dat zou willen L^t ge heden zorg gedragen den van Jozus Christus aam te prij- r Uw woorden, Uw blikken, Uw ile gevaar U bedreigt, hebt ge dan [gevraagd Uw helper te willen zijn? ood nog heden nacht tot U komt, bereid rekenschap van Uw rent- IflÜL^P swon? Wat zou er te mel- ,ösvan den laiatston dag Uws levone? (at? Hebt ge niets voor den Mees- an? Wait hobt ge dan tegen Hem j INiets? Ja, voorwaar, etaat er niet fen: „Die niet voor Mij is, die is te- 'ETbr U, dat elke gelegenheid, die gij tzaamd bobt, elk ijdel woord, iedere golaehte heden opgeteekend is gf die gedachten en die woorden niet terugnemen; gij kunt do gelegenheid niet terug koepen. Den dag van heden met al zijn zonden en verkeerdheden' kimt gij niet nog eens overleven. Van dezen dezelfden dag zult gij eenmaal rekenschap moeten geven. Hebt ge Christus gevraagd met Zijn bloed al die schuld uit te delgen? Hebt ge U zeiven voorgenomen, dat geen andere dag getuige zal zijn van dezelfde zonden? En 'hebt ge dat besluit genomen in Uw oigen of in Z ij n e kracht? Gedurende de lezing van het tractaatje, kwam or een jonge man binnen, die een oogenblik verwonderd bleef staan bij het aanschouwen van het ongewone toon eel en toen met bodaarden tred de kamer door ging en plaats nam op den ledigen stoel naast Esther. Toen het jonge meisje mot hoogroods kleur haar zitplaats weer had opgezocht begroete de nieuw aangekomene haar met de woorden: „Gooden avond, juffrouw Fanny. Hobt ge werk voor den Moester gevonden?" ,,'t Wa6 maar een kleinigheid", antwoord de zij met een lichte trillin gin haar stem „Daar kan ik niet over oordeeJen, meis- jelüaf," zoo verhief de oude vrouw haan stom. „Ik weet wel, dat ik u erg dankbaar ben. Het zijn vragen op den man af; men zou er haast van schrikken, als men ten minste niet erg goed zijn best doet, zou men niet?" „Zeer ernstige vragen inderdaad" antwoordde de heer, tot wien dit gezegde ge richt scheen, „als wij verplidht waren elk dier vragen naar waarheid te beantwoorden dan zou ik wol eens willen weten, hoevek van die antwoorden wij niet gaarne aan onzen buurman zouden laten zien?" „Hoevelen zouden rich schamen ze Hem to laten zien?" De oude vtouw deed deze woorden verge zold gaan van een nadrukkelijk knikje met het grijze hoofd en er was iels eerbiedigs in haar toon, toen zij het voornaamwoord „Daar komt het maar op aan," zeide hij. en toch, hoe menigmaal 6chijmen wij ons meer om het oordeel der menschen dan om dat van God te bekommeren." Toen keorde hij zich eensklaps tot Esther en sprak op kal men, beleefden toon „Ie mijn reisgenoot een medepelgrim?" Esther wa6 verschrikt en niiot op haar gemak. Alles wait zij hoorde en zag, kwam haar zoo vroomd voor. Zij trachte zich zel ve wijs te maken, dat het meisje met de blauwe linten daar niet op haar plaats was. maar de vragen volgden elkander zoo snel op, zij waren zoo ernstig, zoo op den man af, ze drongen zoo op zelfonderzoek aan en nu kwam de vraag weer. Zij aarzelde en stamelde en bloosde als een schoolmeisje en op het laatst kwam het er met moeite VRIJE EVANG- GEMEENTEN. Drietal. Te LeeuwardenM. J. Moov Azn., te Oude-BildtzijlP. B. Miflfler He Nijvokkd en A. Winckel te Winschoten. De hoer M. den Boer, Theol. cand., dio door de classis Zierikzde dor Gerei. Kerken praopa- ratoir werd geëxamineerd, doelt inode dat hij wegens voortzetting zijner studiën nog geen be-" roop in overweging kan nemen. Wel is hij gaar- no bereid 's Zondags in den Dienst des Woords voor to gaan. Micnwe Salarisactic? „Do Chr. Ondorwijzer" bericht, dat met een thans ontvangen gift in totaal f 900 van Indische collega*6 is binnengekomen voor de salarisactie. De secretaris dor redact», J., voegt aan deze modedeeling toe: „Want dat ©r binnenkort een nieuwe actio ge- voord moet worden, zal iedereen duicfeJijk rijn, die lot op het pereonoolgebrok. d<ft op cben duur alleen kan overwonnen worden door een regeling, waaruit allo fouten van do tegenwoordige zijn weggenomen." Aan den kop van hetzelfde nomnrer vinden we da volgende aanhaling van Dr. Maarten Luther: „Een ijvorfg, vroom schoolmeester of magister of iemand anders, die de knapen getrouwelijk leidt en loert, kan men nimmer genoeg beloonen en mot geen geld betalen, zooals ook de heiden Ariafcoteles zegt. „En toch is het onderwijzersambt bij ons zoo schandblijk veracht, alsof het niets is; en wij willen Chris temen zijn! Wanneer ik het pre dikambt kon of moest laten varen, zou ik niets liever willen zijn dan schoolmeester; want ik woet, dat na het predikambt dit bet nuttigst, grootst en best is; ja ik kan nie zeggen, welk van beide het voortreffelijkst i*." Leidsche Penkrasjes. Met bijzonder genoegen heb ik gelezen het artikeltje van Ds. Kouwenhoven over het gebrek aan levensernst zooals dat in 't bijzonder in de groot steden openbaar wordt en de noodzake lijkheid dat allo Christenen de handen ineen slaan om tegen dsn stroom ran revolutie en god verzaking een dam op te werpen. Volkomen terecht werd er op gewezen dat in ónze kringen aan de noodzakelijkheid van evan gelisatie nog veel te weinig aandacht wordt ge schonken. Ik ben blij dat van zoo gezaghebbende zijde op deze wondeplek de aandacht is gevestigd en ik hoop van harte dat deze roepstem in broeden kring weerklank zal vinden. Het gaat niet goed. Wij hollen ik spreek in 't algemeen ach teruit. Verschil van opinie hieromtrent ia niet wel mogelijk. Maar als dit zoo is dan mag ook de vraag wat er gedaan kan worden om onder Gods zegen hier in verandering te brengen, ons Met met rust laten Juist terwijl ik over deze dingen nadacht, kreeg ik een vragenlijst onder de oogen zooais die ge bruikt worden door „Wïjkbroedore", die als ik mij niet vergis onder leiding van Ds. Beskenkamp arbeiden en huisbezoek doon. Op deze vragenlijst komen een, 18-tal vragen voor die betrekking hob)>en op het godsdienstig en kerkelijk leven. Van een der broeders dio zich mot dezen ar beid bozig houdt, vernam ik dat het een arbeid ia die rijke vruchten afwerpt en waarbij men vaak verrassende, bedroevende maar ook wei verblijdendo ervaringen en ontmoetingen heoft Toen ik dit hoorde heb ik mijzelf afgovraagd of het niet mogolijk zou zijn dat een arbeid als dc-zo ook van Geref. zijde krachtig word aange pakt en dat de verschillende kerken daarbij dan samenwerkten of althans voeling hielden. Mijn bedoeling, daarbij dit begrijpt go wel. is niet ©en poging te doen om de kerkmuren af te breken, een pogen dat toch ijdel zou blijken. Maar wel lijkt het mij mogelijk en zeer gewenscht bovendien, dat allen die buigen voor den Chris tus der Schriften, en wie de nood dor-tijden ter harte gaat, waar dit maar eenigszins mogelijk ie, samenwerken en elkaar steunen en helpen. De mogelijkheid bestaat h.v. dat een Herv. Wijkbroedor of hoe men deze mannen en vrouwen noemen wil, ©en gezin ontmoet dat eigenlijk thuis hoert bij d© Geref. of een der andere kerken. Wolnu hij kan dan zijn gegevens verzamelen en daarvan mededfeeling doen aan een daarvoor van Geref- zijde aangewezen adres. Ook hot omgekeerd© is natuurlijk mogelijk. Wanneer dit gedaan werd als ik mij niet ver gis wordt in sommige 6t©den ©p deze wijze ge vorkt dan zou het gevaar dat geheel» gezinnen wegzinken en Kerk en godsdienst loslaten mede omdat de kerken hen loolaten, aanmerkelijk wor den verminderd. Het behoeft wel geen i-etoog dat men bij zulk ©en steleelroiitig huisbezoek ook kennis maakt met velerlei sociale nood, met moroelo misstan den met toestanden waarvan wij mi*?<:hi*n zoffll niet het flauwst© besef hebben. Dit zou aanleiding kunnen zijn om ook de so* ciale vereenigingen in deze actio to botr>kken(j en met hen voeling te houden, cn als dan ds onlangs opgerichte Bond van Christen-vrouwen mode in deze actie word betrokken dan zou hot in elk geval mogelijk zijn, zeer ernstige pogini gen to doen, om wat dreigt af te dwalen cn weg te zinken weer terug te brengen en op te hel* feil. Misschien zijn er onder de lezers die eeu ander en beter plan weten. Ik zou zeggen, laten zij zich, indien de redactie daartegen althans geen bewaar heeR, eens uitspreken. Hoofdzaak is dat er iels gedaan wordt. Hot is niet genoeg dat wij hoofdschuddend neerzitten en ons bedroeven over den toenemen-» den afval, maar wij moeten ook de hand aan den ploeg 6laan. Wanneer deso arbeid met kracht werd aam gepakt en ook nauwkeurig werd nagegaan waar do kinderen onderwijs ontvangen dan zou tevena blijken koo noodzakelijk het is dat hot vraag* stuk van het Christelijk onderwijs ernstig onder hot oog wordt gezien. De financieel© moeilijkheden zijn nu minder groot dan vroeger. Er komt nu ode voordozen tak van arbeid weer geld vrij. Scholen die ja*» ren lang diep in de schuld zaten kunnen na gaan aflossen. Maar dan is 't nu ook d© tijd om te zorgen dat dit geld vrij blijft en- dat het weer op» nieuw beschikbaar wordt gesteld voor den ar» beid in Gods Koninkrijk. Als onze liefde voor het Christelijk Onderwijs niet is verflauwd, dan aal h©t zefcer mogolijk zijn dat hot aantal Christelijke scholen minstens vois dubbelt. En dan, 't behoeft wel geen betoog, maar ik' wil hot toch nog eens zeggen; is het ook nopdig dat ernstige aandacht wordt geschonken aan de Christelijke pers. De beteekenas daarvan wórdt nog altijd onder» schat; van ©en krachtig meeleven op dit gebied valt vaak zoo weinig to bespeuren. En toch, da dagbladpers is en zal stoods meer blijken te zijn ©en der machtigste middelen om den volksgeost te bewerken. Ik boop op dit onderwerp nog weieens terug te komen, of liever, ik hoop dat ik door inga» zonden stukken of brieven of wat dan ook wel zal worden gedwongen aan deze zaak nader aan» dacht te schenken. Het allerliefst zou 't mij natuurlijk zijn indien ik do volgendo week kan molden dat de tijd voor hot houden van besptei gelingen feitelijk reeds achter den rug is, om dat reeds de hand aan dien ploeg werd geslagen en de eerste pogingen werden gedaan om tot een georganiseerde actie te geraken. In de Maandag te honden Raadsvergadering komen weer belangrijke onderwerpen aan de om do. Daar is allereerst het vraagstuk Van het houden van optochten op Zondag. Ge hebt zeker van het praeadviee vSn B. ea W. kennis genomen, waarin zij zich uitsluitend op wettelijk standpunt stellen en allo subjectier© overwegingen achterwege laten. Misschien is dat in do gegeven omstandigheden do beste houding In elk geval mag werden vertrouwd dat de motie van den heer van Eek met svoote meerderheid zal wordon verworpen. Een ander punt dat mede do aandacht zal vragen betreft de zg. verkwisting aan do Licht fabrieken. Uit de door de Gascommissie verstrek te inlichtingen blijkt wol hoe weinig de z.g. ont hullingen van den heer Dubbeldeman, wiens nood lot het eenmaal schijnt te zijn dat hij zijn neus moot voorbij praten, hadden de beteekenen. De aanvankelijk gewekt© indruk, als zonden we hier met enkele willokeurig genomen gevallen te doon hebben, blijkt ten eenenznale onjuist to jn daar het hier posten botreft die reeds bi| directie van d© fabriek in onderzoek waren. Natuurlijk was dit den heer Dubbeldeman be kend en heeft alleen de lust om sensatie te wok ken hem bewogen deze dingen in openbare verga» dering ter sprake te brengen. Aanvankelijk ia hem dit ook ©enigermate gelukt, maar de eind-ia- druk zal straks ongetwijfeld zijn, dat men meè de mododeelingen van dit breedsprakige raadslid nooit te voorzichtig kan zijn en dat aan zijn niet zonder zelfgenoegzaamheid voorgedragen rode oeringen al minder aandacht wordt geschonken. De bom was mooi gelegd; alleen zij is ven koerd gebarsten. Tot mijn schrik bemerk ik dat de mij t-ooge» stane ruimt© reeds meer dan verbruikt iB. Dd moet dus een punt zetten. Alleen heb ik nog even mededeeling to doen van een naamsverandering. Er zijn hier zooveel Herman's in de stad dat de lezers d© kluts fi naal kwijt raakten. Be ben daarom eens even naar den Burgerlijken Stand gewandeld om mijn naam te veranderen mot het gevolg dat ik voortaan zal teokenen VERITAS. uit Ik Ik denk, ik geloof kot wetl." „Dan vertrouw ik, dat gij terdege werk zaam zijt en dat gij getrouw arbeidt ifl' den wijngaard" zeide hij ernstig. Dit zijn tij den, waarin de Meester eerlijke en trouwe arbeiders noodig hoeft." ,,'t Ie bepaald een' domiaié", zeide Esther bij zich zcilve, toon zij voldoende van haar verwarring bekomen was, om hem meer nauwkeurig op te nemen', terwijl hij zorg vuldig den doek dor oude vrouw opvouwde zich belastte met haar mand en doos en haar beleefd de hand bood om in te stijgen, want de trein voor New-York was ten laat ste met donderend geraas het station bin- ncnigeredende heer Newton kwam nu ooli weer voor den dag en men drong haastig uit de wachtkamer in den trein. Intueschen hing het kleine tractaatje rustig in zijn hoekje en de timmerman, die het daar be vestigd had, hamardo en schaafde en zaag de en bad God Zich van het tractaatje te willen1 bedienen en wist niet en heeft nooit geweten, dat het reeds ged&chten had opge wekt, die vrucht zouden dragen voor de eeuwigheid. HOOFDSTUK vm. Het einde der reis. Ja, 't is een dom.~i," herhaalde Esther en in die overtuiging werd zij versterkt, toen zij in den voortsnellenden trein vlak achter de oude juffrouw en den jongen man geze ten, die haar gedachten in beslag genomeo had, hem op haar gemak kon waarnemen. De heer Newton was verdiept in „de Tri bune" en dus kon zij haar aanda lit than* onverdeeld aan beiden wijden; zij ving het een en ander op uit hunne gesprekken en zag met welk een hoffelijkheid bij de oud* juffrouw een glas water bracht; eu haar al lerlei kleine attenties bewees. Toen (Ie ireia even bij een station stopte, kon. zij duidelijk verstaan, wat zij tot elkander zeiden. „Denk eens aan, ik beh mijn jongen ir* geen tien jaar gezien", zeide de oude juf- houw, „maar hij zal toch wel blij zijn, zijn moeder eens weer te zien. Hij heeft ook kin deren twee heeft hij er; het eene is naa« mij genoemd, Sabrima, 't is eem vreeeelijk burgerlijke naam, vindt u oók niet? Maan 't is grootmoeders naam, ziet u?" „Ja, dat maakt een hemelsbreed verschil", antwoordde haar reisgenoot. „Dus hebt ge uw huishoudentje opgebroken en gaat nu bij uw zoon inwonen." „Ja", en ik zal u eens laten zien, wat ik ter herinnering uit mijn. tuintje heb mee go- nomen." (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5