weede Blad.
iterdag 28 Mei 1921
;s in het biezen kistje.
Doch als zij hem aiot langor voTber-
gcn kon, zoo nam zij voor hem eca kiatjo
van biozon, on bolijmdo het mot lijm en
pek, cn zij loide bet knechtje daarin, en
loide hot in de biezen, aan don oovor
dor rivier. Exodus 2: 3.
Jozef in Egypte het bewind voerde,
e Israël in het land van Cham
jagen, maar toen daarna oen ui ouwe
jlaats nam op den troon van Egyp-
jozcf niet gokend had, brak voor Is-
n hooze Lijd aan. In den raad dor
word besloten dat men hot op Is-
iidonganig zou toeleggen, opdat niet,
erhoopl ocnigo krijg uitbrak, Jacobs
5 nakroost zich bij de vijanden des
M voegen,
werd Israël op alle manier ver-
Eerst werd dwangarbeid aan het
gelegd en moest het voor Farao de
jden Pith om en Raam soa bouwen.
[maakten wreed© opzichters aan de
n Israels het leven bitter, en rij de-
a dienen met hardigheid. Daarna
het laaghartig be vol tot do beide
Ouwen Sifra en Pua om, als rij de
jwscho moeders in haar bange ure
en, eiken zoon die geboren wond on-
}k van hot loven te berooven.
leende de Egyptische tyran oener-
>r harde dienstbaarheid, ander-
|r laaghartigen kindermoord Israels
icht to breken.
werd he«t wonder aanschouwd dat
r men Israël verdrukte hoe meer
1. Israël was ©en palm die groeide
verdrukking. En de vroedvrouwen
ïTeezende waren deden niet naar
il van Farao, zoodat het volk gesla-
fcrde^de, ja zeer machtig werd.
o raad gaf Farao toen het he
md gebod, dat de vaders en moe
ren met eigen hand hun zonen on-
[k na de geboorte in den Nijl moes
pen. Hoe kon een tyran het zoo
ïdenkenl Als een lief kind geboren
e vader verblijd is over die gave
I als de, moedter haar schat aan het
ukt, wat is dan wreedor dan door
worgt geroepen te worden tot kin-
el met eigen hand!
zoo menig vader dien bitteren
St zijn diorbaren schat naar den
Iwordt ook in het huis van Amram
«bed een -kindeke geboren. In die
in in die omstandigheden was dat
ir niet als een heugelijke gebeurte-
esc-houwen. Tenminste niet als het
chtje was. Want dan was het on-
lïijk een kind des doods, niet een
or vader en moeder, maar een
fer voor de Nijlrivier.
Amram en Jochebed doden niet
*re vaders en moeders, slaafs bui-
er den tyrannieken wil van den
lea despoot deden. Zij verborgden
oen Mo zes in alle stille, zij wilden
beproefd laten maar alles in het
tflen om dien hun van C«od ge-
l lieveling van den waterdood te
l en in hot leven te behouden,
ras de oorzaak van dit sohuilhou-
het in hun huis geboren kindek©?
dat bij Amram en Jochobod de na-
ouderl;^'zoo veel sterker sprak
de. andetro vaders en moedors in
was het dat rij niet konden doen
inde ren, zij het ook noodo en met
rrin het hart, wel doden? Of was het
let zoo slaafs onderworpen wanen
jmd d&r dienstbaarheid aan dien
&G1 den troon, en wel den moed had-
iWil van den despotiae-ben Faraö
terwijl de andenen geen
'den (e spreken, geen daaddurf-
richlen d'io ook maar hot minste
in van hun overheenscher zou op-
*E:
d alles is geen sprake. Amram en
I hadden niet meerdere ouderlier-
de anderen, en bezaten evenmin
ri dan hun modeverdrukten. Dat
uit wat zij later deden, toen het
kindeke grooter werd en zij het niet langer
durfden te houden. Toen brachten zij het
töcli naar den Nijl.
De oorzaak lag in heel iels anders. Wij
lezen daarvan in llebr. 11:23: „door het
geloof werd Mozcs, toen hij geboren
was, drie maanden lang van rijn ouders
(verborgen overmits zij zagen dat het kinder
ko schoon was, cn zij vreesden het gebod
dos kowings niet".
De Apostel spreekt dus duidelijk uit dat
bij Amram en Jochebed geloof aanwezig
was, en dat zij door do kracht van dit hun
geloof bet gebod des konings niet vreesden,
maar Mozes in het teven bohieldien.
Tweeërlei is van dit geloofsleven
opmorkoHjk, en vraagt uwo aandacht.
Allereerst dit, dat he;t geloof bij de ouders
word opgewekt door den aanblik van de
schoonheid van hun kind. De Apostel be
tuigt het zoo duidelijk: „overmits rij zagen
dat hot kindeke schoon was".
Het blijkt wel uit allerlei, ook uit het
geschiedverhaal in Exodus, dat Mozes oen
buitengewoon schoon kind geweest is. Hier
in kon niet liggen een wreede speling der
natuur om het trotsch© ouderhart te inni
ger aan het kind te binden, en liet voltrek
ken van hot doodvonnis voor hen des te
/pijnlijker te maken. Neen, in die lichamelij
ke schoonheid van het kindeke Mozes lag
oen sprake Gods. God de Heer© sprak tot
oen goloovig ouderpaar en Amram en Jo
chebed hebben dit Godswoord verstaan.
In het huis van Amram en Jochebed
werd door Gods bijzonder bestol geboren
oen buitengewoon schoon kind, zoodat do
opmerkzaamheid der oudera er bijzonder
door getroffen werd. Zij voelden het on
middellijk: dit kind is ons opzettelijk van
den Hcero geschonken, en onze God heeft,
er iels bijzonders meo voor. Wat hot was,
wisten zij niet, maar hiervan waren rij ten
volle overtuigd dat het kind tot groole din
gen geroepen was, en dat rij het tot eiken
prijs in het leven moesten behouden. En
daarom hebben- rij door het geloof, toen
Mozcs geboren was, het kind drie maanden
lang verborgen.
Het tweede wat in deze historie leerzaam
is voor ons geloofsleven en waarop wij heb
ben to letten is, dat Amram en Jochebed in
'hun geloof gansch niet lijdelijk wanen. Zij
feeidon niet: aLs God de Heere met ons kind
iets voor heeft dan zal dat wol van zelf
openbaar worden, en wij moeten daarvoor
niets doen. Als rij zoo dachten dan haddien
zij Mozes wol in dien Nijl geworpen, denken-
do dat het kind toch niet verdrinken zou
als God hot niet wilde. Maar zoo doen. rij
niet. Integendeel, wachtende op nadere
Godsopenbaring, hebben zij hot knechtje
zorgvuldig drie maanden verborgen.
En teen dat stil bewaren hun niet langer
mogelijk was,.en zij het kind toch naar /ten
Nijl moesten brengen, bleef hun geloof
standhouden, werd niet lijdelijk, maar
dreef uit tot handelend optreden. Dat be
wijst de geschiedenis van het biezen
kistje. Zo wierpen hun kind niet in 'het wa
ter van den Nijl om, zonder meer, de
uitkomst aan God over te laten. Zij deden
heel anders. Zij vlochten een biezen kistje,
en dat niet alleen, heel zorgvuldig belijm-
den ze het met pok en lijm opdat, het wa
ter er niet in zou doordringen. En voorts
leiden zo het waterdichte kistje met opzet
hc©l voorzichtig in de biezen aan de oevers
opdat, het niet zou afdrijven met den
stroom en alzoo vergaan. En ten overvloe
de werd Mirjam in de nabijheid op de
wacht gesteld om een wakend oog in het
zeil te houden, te zien wat er gebeuren zou,
en dadelijk in te grijpen als er eenig onraad
te bespeuren viel.
Er is in he©l het doen en laten van Am
ram en Jochebed geen sprake van voorzie
nigheid spelen of van een lijdelijk alles aan
God overlaten. Integendeel er is van het
begin tot het einde een handelen met de
grootste voorzichtigheid.
Al die voorzichtigheid en Omzichtigheid
van het niet lijdelijk maar handelend ge
loof, heeft geleid tot het doel, is rijkelijk
beloond, en heeft den zegen weggedragen.
In dien weg, en door dio middelen is Mozes
behouden geworden.
Dit alles nu is in dc hoogste mate leer
zaam.
Menigmaal komt in ons de boozo ge
dachte op dat alles in Gods Raad bepaald
is, dat God regeert naar zijn eeuwig Wel
behagen en onveranderlijk Besluit, en dat
wij daarom hel beste doen als een stok of
blok op den weg te gaan liggen, en lijdelijk
moeten afwachten wat God over ons ge-
hengt heeft.
Dio gcdachio nu is niet uit God. Zij is
uit den Booze. Het is e>en ijdel en dartel
klappen van Gods besluit en voorzienigheid
En als ze ooit u bekroop, denk dan aan het
gebeurde met Mozes. Hij is behouden door
het geloof zijner ouders. Doch -het geloof
van Amram en Jochebed maakte hen niet
•lijdelijk, het bewoog hen te doen wat hun
hand vond om te doen.
Denk in een oogenblik van lijdelijk neer
zitten aan het biezen kistje, aan het zorg
vuldig waterdicht maken, aan h©t opzette
lijk vastleggen in de biczen, aan de trouwe
wacht van Mirjam.
En wil uit dat alles loeren dat, zal uw
geloof een geloof zijn dat goed is voor den
Heere uwen God, gij zoo moet kunnen bid
den: bevestig Gij het werk onzer handen,
ja het werk onzer handen, bevestig dat!
PSALM IN DEN NACHT.
Gelijk het hert
schreeuwt naar de waterstroomen,
zoo schreit mijn ziel
om, Heer, tot U te komen,
tot U, Dien bo/cnal zij mint!
Zij dorst, mijn ziel,
naar U beur Licht en Leven;
zij dorst naar U
Wien zij zich hoeft gogoren,
en Dien zij aanhangt als oen kind.
Wanneer zal ik
Uw Aangezicht aanschouwen?
Wanneer U zien,
0 God van mijn betrouwen,
God mijns gdoofe, mijn 6torke God?
Mijn tranen zijn
mij ioderen dog tot epijzo:
met wreeden spot
eart mij de wereldwijze:
,,Ei zog, ei zeg, waar is Uw God?"
(Uit „Stamelingea". Naar motieven, urt Ps. 42.)
Uit de Pers.
WAAKZAAMHEID GEBODEN.
Wij lezen in dc Standaard:
Heigeen in do Eerste Kamer geschiedde
met het wetsontwerp bevattende een rege
ling voor dei aanmaak enz. van springstof
fen, stelt opnieuw het Kabinet geheel on-
noodig voor groote moeilijkheden. Geheel
onnoodig, want in de Eerste Kamer be
schikt de rechterzijde over een 'krachtig»
meerderheid Was deze ook maar eemigs-
ziris voltallig bij d© stemming aanwezig
geweest, dan was dit échec aan het Minis
terie bespaard. Wat onlangs bij de «tem
ming over het wetsontwerp betreffende het
invoerrecht op tabak dreigde, is nu ge
schied. Toen was het Regeoringsvoorstel
bijiia door de aaneengesloten linksch© leden
verworpen; thans is de Regeeringsvoor-
«dracht inderdaad verworpen door de stem
men der aanwezige leden van links, ver
sterkt door een tweetal Roomse h-Kat hol ie-
k© stemmen.
Geheel afgezien van de mérites van het
wetsontwerp is deze gang van zaken zeer
te betreuren. Hij wijst op een zeken© slap
heid van plichtsopvatting bij een groot deel
Van de leden dor Eerste Kamer. Het is
schi©r onaannemelijk, dat alle afwezigen
werkolijk geldige redenen voor hunne ab
sentie hadden; en indien dit wèl het geval
mocht rijn, dan volgt uit het gebeurde, dat
zij zich van andere bezigheden zulLen moe
ten losmaken om trouwer in de Kamer op
het appèl te eijn. Zooalls het nu gegaan is,
mag hot niet meer gaan. Allereerst ter
wille van 's Lands belang. Daarna ter wille
van het Kabinet. En voorts ter wille van
de waardigheid der Kamer.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Be roep on. Te Oudedando (toez.); W. A
Dbkkor t-o Nieuw-Bei jorlandte Borailo (toez.)
J. W. C. Ort, pred. to Paramaribo, met vorlof.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. To Soerateja: H. Brouwer H.-
ILbl, tc Heemetodoto Zuilen (Utrecht-Noord)
J. H. Donnor to Breda.
Bedankt. Voor Purmorend: Dr. H. W. v.
d. Vaart Smit, to 's-Graveland.
NlrEU ILL ETON
No"
indelijk 't huis.
ERNSTIGE VRAGEN.
Ifcriend, zijt gij oen Christen? Wat
B vandaag voor Cbrisute gedaan?
met wis gij gereisd hebt, ook op
f. r het Nieuwe Jeruzalem? Hebt ge
indingen onderling vergeleken cn
yoruitgegaan op Uw weg? Is die
"rag naast U een medepelgrim?
fcem gevraagd of hij dat zou willen
L^t ge heden zorg gedragen den
van Jozus Christus aam te prij-
r Uw woorden, Uw blikken, Uw
ile gevaar U bedreigt, hebt ge dan
[gevraagd Uw helper te willen zijn?
ood nog heden nacht tot U komt,
bereid rekenschap van Uw rent-
IflÜL^P swon? Wat zou er te mel-
,ösvan den laiatston dag Uws levone?
(at? Hebt ge niets voor den Mees-
an? Wait hobt ge dan tegen Hem
j INiets? Ja, voorwaar, etaat er niet
fen: „Die niet voor Mij is, die is te-
'ETbr U, dat elke gelegenheid, die gij
tzaamd bobt, elk ijdel woord, iedere
golaehte heden opgeteekend is
gf die gedachten en die woorden niet
terugnemen; gij kunt do gelegenheid niet
terug koepen. Den dag van heden met al
zijn zonden en verkeerdheden' kimt gij niet
nog eens overleven. Van dezen dezelfden
dag zult gij eenmaal rekenschap moeten
geven. Hebt ge Christus gevraagd met Zijn
bloed al die schuld uit te delgen? Hebt ge
U zeiven voorgenomen, dat geen andere
dag getuige zal zijn van dezelfde zonden?
En 'hebt ge dat besluit genomen in Uw oigen
of in Z ij n e kracht?
Gedurende de lezing van het tractaatje,
kwam or een jonge man binnen, die een
oogenblik verwonderd bleef staan bij het
aanschouwen van het ongewone toon eel en
toen met bodaarden tred de kamer door
ging en plaats nam op den ledigen stoel
naast Esther.
Toen het jonge meisje mot hoogroods
kleur haar zitplaats weer had opgezocht
begroete de nieuw aangekomene haar met
de woorden:
„Gooden avond, juffrouw Fanny. Hobt
ge werk voor den Moester gevonden?"
,,'t Wa6 maar een kleinigheid", antwoord
de zij met een lichte trillin gin haar stem
„Daar kan ik niet over oordeeJen, meis-
jelüaf," zoo verhief de oude vrouw haan
stom. „Ik weet wel, dat ik u erg dankbaar
ben. Het zijn vragen op den man af; men
zou er haast van schrikken, als men ten
minste niet erg goed zijn best doet, zou men
niet?" „Zeer ernstige vragen inderdaad"
antwoordde de heer, tot wien dit gezegde ge
richt scheen, „als wij verplidht waren elk
dier vragen naar waarheid te beantwoorden
dan zou ik wol eens willen weten, hoevek
van die antwoorden wij niet gaarne aan
onzen buurman zouden laten zien?"
„Hoevelen zouden rich schamen ze Hem
to laten zien?"
De oude vtouw deed deze woorden verge
zold gaan van een nadrukkelijk knikje met
het grijze hoofd en er was iels eerbiedigs
in haar toon, toen zij het voornaamwoord
„Daar komt het maar op aan," zeide hij.
en toch, hoe menigmaal 6chijmen wij ons
meer om het oordeel der menschen dan om
dat van God te bekommeren."
Toen keorde hij zich eensklaps tot Esther
en sprak op kal men, beleefden toon
„Ie mijn reisgenoot een medepelgrim?"
Esther wa6 verschrikt en niiot op haar
gemak. Alles wait zij hoorde en zag, kwam
haar zoo vroomd voor. Zij trachte zich zel
ve wijs te maken, dat het meisje met de
blauwe linten daar niet op haar plaats was.
maar de vragen volgden elkander zoo snel
op, zij waren zoo ernstig, zoo op den man
af, ze drongen zoo op zelfonderzoek aan
en nu kwam de vraag weer. Zij aarzelde
en stamelde en bloosde als een schoolmeisje
en op het laatst kwam het er met moeite
VRIJE EVANG- GEMEENTEN.
Drietal. Te LeeuwardenM. J. Moov Azn.,
te Oude-BildtzijlP. B. Miflfler He Nijvokkd en
A. Winckel te Winschoten.
De hoer M. den Boer, Theol. cand., dio door
de classis Zierikzde dor Gerei. Kerken praopa-
ratoir werd geëxamineerd, doelt inode dat hij
wegens voortzetting zijner studiën nog geen be-"
roop in overweging kan nemen. Wel is hij gaar-
no bereid 's Zondags in den Dienst des Woords
voor to gaan.
Micnwe Salarisactic?
„Do Chr. Ondorwijzer" bericht, dat met een
thans ontvangen gift in totaal f 900 van Indische
collega*6 is binnengekomen voor de salarisactie.
De secretaris dor redact», J., voegt aan deze
modedeeling toe:
„Want dat ©r binnenkort een nieuwe actio ge-
voord moet worden, zal iedereen duicfeJijk rijn,
die lot op het pereonoolgebrok. d<ft op cben duur
alleen kan overwonnen worden door een regeling,
waaruit allo fouten van do tegenwoordige zijn
weggenomen."
Aan den kop van hetzelfde nomnrer vinden we
da volgende aanhaling van Dr. Maarten Luther:
„Een ijvorfg, vroom schoolmeester of magister
of iemand anders, die de knapen getrouwelijk
leidt en loert, kan men nimmer genoeg beloonen
en mot geen geld betalen, zooals ook de heiden
Ariafcoteles zegt.
„En toch is het onderwijzersambt bij ons zoo
schandblijk veracht, alsof het niets is; en
wij willen Chris temen zijn! Wanneer ik het pre
dikambt kon of moest laten varen, zou ik niets
liever willen zijn dan schoolmeester; want ik
woet, dat na het predikambt dit bet nuttigst,
grootst en best is; ja ik kan nie zeggen, welk
van beide het voortreffelijkst i*."
Leidsche Penkrasjes.
Met bijzonder genoegen heb ik gelezen het
artikeltje van Ds. Kouwenhoven over het gebrek
aan levensernst zooals dat in 't bijzonder in de
groot steden openbaar wordt en de noodzake
lijkheid dat allo Christenen de handen ineen
slaan om tegen dsn stroom ran revolutie en god
verzaking een dam op te werpen.
Volkomen terecht werd er op gewezen dat in
ónze kringen aan de noodzakelijkheid van evan
gelisatie nog veel te weinig aandacht wordt ge
schonken.
Ik ben blij dat van zoo gezaghebbende zijde
op deze wondeplek de aandacht is gevestigd en
ik hoop van harte dat deze roepstem in broeden
kring weerklank zal vinden.
Het gaat niet goed.
Wij hollen ik spreek in 't algemeen ach
teruit. Verschil van opinie hieromtrent ia niet
wel mogelijk.
Maar als dit zoo is dan mag ook de vraag wat
er gedaan kan worden om onder Gods zegen hier
in verandering te brengen, ons Met met rust laten
Juist terwijl ik over deze dingen nadacht, kreeg
ik een vragenlijst onder de oogen zooais die ge
bruikt worden door „Wïjkbroedore", die als ik
mij niet vergis onder leiding van Ds. Beskenkamp
arbeiden en huisbezoek doon.
Op deze vragenlijst komen een, 18-tal vragen
voor die betrekking hob)>en op het godsdienstig
en kerkelijk leven.
Van een der broeders dio zich mot dezen ar
beid bozig houdt, vernam ik dat het een arbeid
ia die rijke vruchten afwerpt en waarbij men
vaak verrassende, bedroevende maar ook wei
verblijdendo ervaringen en ontmoetingen heoft
Toen ik dit hoorde heb ik mijzelf afgovraagd
of het niet mogolijk zou zijn dat een arbeid als
dc-zo ook van Geref. zijde krachtig word aange
pakt en dat de verschillende kerken daarbij dan
samenwerkten of althans voeling hielden.
Mijn bedoeling, daarbij dit begrijpt go wel.
is niet ©en poging te doen om de kerkmuren af
te breken, een pogen dat toch ijdel zou blijken.
Maar wel lijkt het mij mogelijk en zeer gewenscht
bovendien, dat allen die buigen voor den Chris
tus der Schriften, en wie de nood dor-tijden ter
harte gaat, waar dit maar eenigszins mogelijk
ie, samenwerken en elkaar steunen en helpen.
De mogelijkheid bestaat h.v. dat een Herv.
Wijkbroedor of hoe men deze mannen en vrouwen
noemen wil, ©en gezin ontmoet dat eigenlijk thuis
hoert bij d© Geref. of een der andere kerken.
Wolnu hij kan dan zijn gegevens verzamelen en
daarvan mededfeeling doen aan een daarvoor van
Geref- zijde aangewezen adres.
Ook hot omgekeerd© is natuurlijk mogelijk.
Wanneer dit gedaan werd als ik mij niet ver
gis wordt in sommige 6t©den ©p deze wijze ge
vorkt dan zou het gevaar dat geheel» gezinnen
wegzinken en Kerk en godsdienst loslaten mede
omdat de kerken hen loolaten, aanmerkelijk wor
den verminderd.
Het behoeft wel geen i-etoog dat men bij zulk
©en steleelroiitig huisbezoek ook kennis maakt
met velerlei sociale nood, met moroelo misstan
den met toestanden waarvan wij mi*?<:hi*n zoffll
niet het flauwst© besef hebben.
Dit zou aanleiding kunnen zijn om ook de so*
ciale vereenigingen in deze actio to botr>kken(j
en met hen voeling te houden, cn als dan ds
onlangs opgerichte Bond van Christen-vrouwen
mode in deze actie word betrokken dan zou hot
in elk geval mogelijk zijn, zeer ernstige pogini
gen to doen, om wat dreigt af te dwalen cn weg
te zinken weer terug te brengen en op te hel*
feil.
Misschien zijn er onder de lezers die eeu
ander en beter plan weten. Ik zou zeggen, laten
zij zich, indien de redactie daartegen althans
geen bewaar heeR, eens uitspreken.
Hoofdzaak is dat er iels gedaan wordt.
Hot is niet genoeg dat wij hoofdschuddend
neerzitten en ons bedroeven over den toenemen-»
den afval, maar wij moeten ook de hand aan
den ploeg 6laan.
Wanneer deso arbeid met kracht werd aam
gepakt en ook nauwkeurig werd nagegaan waar
do kinderen onderwijs ontvangen dan zou tevena
blijken koo noodzakelijk het is dat hot vraag*
stuk van het Christelijk onderwijs ernstig onder
hot oog wordt gezien.
De financieel© moeilijkheden zijn nu minder
groot dan vroeger. Er komt nu ode voordozen
tak van arbeid weer geld vrij. Scholen die ja*»
ren lang diep in de schuld zaten kunnen na
gaan aflossen.
Maar dan is 't nu ook d© tijd om te zorgen
dat dit geld vrij blijft en- dat het weer op»
nieuw beschikbaar wordt gesteld voor den ar»
beid in Gods Koninkrijk.
Als onze liefde voor het Christelijk Onderwijs
niet is verflauwd, dan aal h©t zefcer mogolijk zijn
dat hot aantal Christelijke scholen minstens vois
dubbelt.
En dan, 't behoeft wel geen betoog, maar ik'
wil hot toch nog eens zeggen; is het ook nopdig
dat ernstige aandacht wordt geschonken aan de
Christelijke pers.
De beteekenas daarvan wórdt nog altijd onder»
schat; van ©en krachtig meeleven op dit gebied
valt vaak zoo weinig to bespeuren. En toch, da
dagbladpers is en zal stoods meer blijken te zijn
©en der machtigste middelen om den volksgeost
te bewerken.
Ik boop op dit onderwerp nog weieens terug
te komen, of liever, ik hoop dat ik door inga»
zonden stukken of brieven of wat dan ook wel
zal worden gedwongen aan deze zaak nader aan»
dacht te schenken. Het allerliefst zou 't mij
natuurlijk zijn indien ik do volgendo week kan
molden dat de tijd voor hot houden van besptei
gelingen feitelijk reeds achter den rug is, om
dat reeds de hand aan dien ploeg werd geslagen
en de eerste pogingen werden gedaan om tot een
georganiseerde actie te geraken.
In de Maandag te honden Raadsvergadering
komen weer belangrijke onderwerpen aan de om
do.
Daar is allereerst het vraagstuk Van het
houden van optochten op Zondag.
Ge hebt zeker van het praeadviee vSn B. ea
W. kennis genomen, waarin zij zich uitsluitend
op wettelijk standpunt stellen en allo subjectier©
overwegingen achterwege laten. Misschien is dat
in do gegeven omstandigheden do beste houding
In elk geval mag werden vertrouwd dat de motie
van den heer van Eek met svoote meerderheid
zal wordon verworpen.
Een ander punt dat mede do aandacht zal
vragen betreft de zg. verkwisting aan do Licht
fabrieken. Uit de door de Gascommissie verstrek
te inlichtingen blijkt wol hoe weinig de z.g. ont
hullingen van den heer Dubbeldeman, wiens nood
lot het eenmaal schijnt te zijn dat hij zijn neus
moot voorbij praten, hadden de beteekenen.
De aanvankelijk gewekt© indruk, als zonden
we hier met enkele willokeurig genomen gevallen
te doon hebben, blijkt ten eenenznale onjuist to
jn daar het hier posten botreft die reeds bi|
directie van d© fabriek in onderzoek waren.
Natuurlijk was dit den heer Dubbeldeman be
kend en heeft alleen de lust om sensatie te wok
ken hem bewogen deze dingen in openbare verga»
dering ter sprake te brengen. Aanvankelijk ia
hem dit ook ©enigermate gelukt, maar de eind-ia-
druk zal straks ongetwijfeld zijn, dat men meè
de mododeelingen van dit breedsprakige raadslid
nooit te voorzichtig kan zijn en dat aan zijn
niet zonder zelfgenoegzaamheid voorgedragen rode
oeringen al minder aandacht wordt geschonken.
De bom was mooi gelegd; alleen zij is ven
koerd gebarsten.
Tot mijn schrik bemerk ik dat de mij t-ooge»
stane ruimt© reeds meer dan verbruikt iB. Dd
moet dus een punt zetten.
Alleen heb ik nog even mededeeling to doen
van een naamsverandering. Er zijn hier zooveel
Herman's in de stad dat de lezers d© kluts fi
naal kwijt raakten. Be ben daarom eens even naar
den Burgerlijken Stand gewandeld om mijn naam
te veranderen mot het gevolg dat ik voortaan zal
teokenen
VERITAS.
uit Ik Ik denk, ik geloof kot
wetl."
„Dan vertrouw ik, dat gij terdege werk
zaam zijt en dat gij getrouw arbeidt ifl' den
wijngaard" zeide hij ernstig. Dit zijn tij
den, waarin de Meester eerlijke en trouwe
arbeiders noodig hoeft."
,,'t Ie bepaald een' domiaié", zeide Esther
bij zich zcilve, toon zij voldoende van haar
verwarring bekomen was, om hem meer
nauwkeurig op te nemen', terwijl hij zorg
vuldig den doek dor oude vrouw opvouwde
zich belastte met haar mand en doos en
haar beleefd de hand bood om in te stijgen,
want de trein voor New-York was ten laat
ste met donderend geraas het station bin-
ncnigeredende heer Newton kwam nu ooli
weer voor den dag en men drong haastig
uit de wachtkamer in den trein. Intueschen
hing het kleine tractaatje rustig in zijn
hoekje en de timmerman, die het daar be
vestigd had, hamardo en schaafde en zaag
de en bad God Zich van het tractaatje te
willen1 bedienen en wist niet en heeft nooit
geweten, dat het reeds ged&chten had opge
wekt, die vrucht zouden dragen voor de
eeuwigheid.
HOOFDSTUK vm.
Het einde der reis.
Ja, 't is een dom.~i," herhaalde Esther
en in die overtuiging werd zij versterkt, toen
zij in den voortsnellenden trein vlak achter
de oude juffrouw en den jongen man geze
ten, die haar gedachten in beslag genomeo
had, hem op haar gemak kon waarnemen.
De heer Newton was verdiept in „de Tri
bune" en dus kon zij haar aanda lit than*
onverdeeld aan beiden wijden; zij ving het
een en ander op uit hunne gesprekken en
zag met welk een hoffelijkheid bij de oud*
juffrouw een glas water bracht; eu haar al
lerlei kleine attenties bewees. Toen (Ie ireia
even bij een station stopte, kon. zij duidelijk
verstaan, wat zij tot elkander zeiden.
„Denk eens aan, ik beh mijn jongen ir*
geen tien jaar gezien", zeide de oude juf-
houw, „maar hij zal toch wel blij zijn, zijn
moeder eens weer te zien. Hij heeft ook kin
deren twee heeft hij er; het eene is naa«
mij genoemd, Sabrima, 't is eem vreeeelijk
burgerlijke naam, vindt u oók niet? Maan
't is grootmoeders naam, ziet u?"
„Ja, dat maakt een hemelsbreed verschil",
antwoordde haar reisgenoot. „Dus hebt ge
uw huishoudentje opgebroken en gaat nu bij
uw zoon inwonen."
„Ja", en ik zal u eens laten zien, wat ik
ter herinnering uit mijn. tuintje heb mee go-
nomen."
(Wordt vervolgd), j