Dagblad voor Leiden en Omstreken. BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 26 Gezag en Vrijheid. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN .!B KWARTAAL 12.59 I ;i: WEEK10.19 IIANCO PER TOST PER KWARTAAL 13.W 2de JAARGANG. - ZATERDAG 23 APREL 1921 - No. 325 ADVERTENTIE-PRIJS TER GEWONE REGEL 022 171 DES ZATERDAGS !(U0 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAEIEI KLEINE ADVERTENTIES raa hoogst»! 80 voorden 50 cent: Zaterdags 75 ceat bij vooruitbetaling -I it nummer bestaat uit twee bladen. Gezag en vrijheid, ziedaar tiweo begrip- in die elkaar schijnen uit te sluiten en H b toch onafscheidelijk aan elkaar vor mden zijn. Vrijlhe.id is zonder gezag niet denk/baar. Hbil schijnt tegenstrijdig. Immers gezags- Opening betoekent een beperking van en n ingrijpen in de vrijheid. n In een gezin waar hel ouderlijk gezag DlJkn karrikatuur is als helaas zoovaak ara onze dagen wordt de vrijheid van do pderen cn van allen die tot het ge»ria n fbooren zeer sterk aan banden goilcgd. curl!erlei regelen worden gesteld waaraan zij 0D:h te houden hebben. TZonder gezag is de menscbglijkc samen- jving onbestaanbaar. Als liet go zag, hoo er rak dan ook en onvolkomen, wegvalt, dan vo)mt do wanorde, de chaos, dan i3 het met en i maatschappelijke en de geestelijke vrij- ngipid gedaan. esj rijiZoo ongeveer aille predikers van de vrij- jud zijn het er dan ook over oens, dat er ggn. soort gezag moeit zijn, dat bepaalde re- >lon moeten worden gesteld waaraan een fyer zich hoedt te onderwerpen. De Communisten in Rusland Ib.v. laten Blfln gezag steik gevoelen en (reden neg filler autocratisch op dan, do vroegere Cza- ^tischc regeeringen. IjlEn de Socialisten die het vrijheid, gclijk- iU bid en broederschap in hun vaandel sohrij m, hebben geen bezwaar in hot maat- y.jhappolijk leven zeer sterk in le grijpen en KIK saam te snoeren in oen keurslijf zoo plellend dat de vrije ademhaling tien eenen- 3 'lalo belemmerd word en een gezonde ont ij. Hekeling is uitgesloten. willen vrijheid, maar oen vrijheid die ■l^or het gezag zeer sterk wordt beperkt fi die zich niet verder uitstrekt daa ft o ogenblikkelijke liaorschers wenschelijk arrfhfen- ,IU .Met den onlangs ten onzent opgerichten e fijheidsbond ia liet niet anders, et i Hoewel hij hot Virijheidsbegin.--. 1 als -IVondslag van staatsbeleid erkent, wil hij na«et een onbeperkte vrijheid, maar een '"lijheid 'binnen de iegelen van orde door j®St bevoegde gezag gesteld. - di(Oogenscl)ijolijk dus precies hotzo4fdowat jaj^ik de Antirevolutionairen wenschen. n.l. rjjlndhaving van het gezag en waarborgen K>r de vrijhe.id. Toch is hier een diepgaand verschil. Volgens de beginselen van dien Vrijheids- •^)nd en allen, Socialisten cn Communisten [•begrepen, die met hem op denzelfden X)mlslag staan, moet óf het gezag of do drijheid in 't gedrang komen. de(Dit wordt duid'cflijk zoodra we aan 't gc- i ligsvraagstuk meerdere aandacht gaan ^Jhonken. Volgens antirevolutionaire beschouwing Kffndt het gezag zijn grond niet in don '"lensch, maar in God. De menschen, af- 70pnkelijko schepselen als zij zijn, zijn hoog- -.,cns gezagsd r a ger s. r|Do vader is door God gestold tot het 'I bofd van het gezin. w Hij is het. hoofd, oefent (liet gezag uit nojict omdat hij de oudste is en de sterkste r n5 do meest verstandige want dit is lang q M altijd het geval maar omdat God e£m op die plaats heoft gesteld. De Prcoies zoo nu is het ook met do Over bid. et Ter wille van de verdorvenheid cn zon digheid der menschen (heeft God do Over- javcid geschonken in Zijnen Naam het reoht g,i bestellen en gezag te oefenen, i ijDio Overheid kan dus maar niet doen •'sh laten wat zij verkieselijk acht, zij kan e, mag niet naar willekour handelen, maar ltfj is bij hare gezagsoefening gebonden aan 0vp goddelijke ordinantiën. an Door God regeenen de koningen cn sfel- jii de vorsten gerechtigheid. Indien de jljvcrhcid hare roeping kent dan zal zij ook Jllij do uitvoering van de laak haar op de audcn gelegd, 6teeds vragen: Ileere, wat [pilt Gij dal ik doen zal. I" En dan kan het niet anders, of zij zal friict alleen rekening houden mot haar ed^acht, maar ook niet de rechten on vrjj- eden van de onderdanen. Goede gezagsoefening 'befeekent dus te- Hens handhaving van de burgerlijke vrij de den. I nf 'Anders staat liet echter, wanneer zooals ulè Vrijheidsbond dat leert, liet verband tus eit'hen godsdienst cn staatkunde iu dezen IdÉ» wordt doorgesneden. ,la oet dan ook de orde en liet gezag Jfenclhaven, maar dut gezag mist clan allen ■BdeP.ijk^n grond. jgl Het is iets willekeurigs. tWanne,er in een gezin bij afwezigheid der iders, het eene kind over dc andoren re eft cn zijn wil Iaat gelden, zonder dat hot aartoe opdracht ontving, dan anoden de anderen dat als willekour gevoelen. Dan wordt het een kwestie van mach t. Dit geldt ook van het staatkundige loven. Wanneer God-als de bron van het gezag wordt ontkend, dan is dc grond van dc ge zagsoefening weggenomen. Dan regeort de meerderheid omdat zij de meerderheid is en over de meeste macht beschikt. Of ook wel zooals b.v. Mr. Troelstra het wil, dan regeert de minderheid, om dat zij op dat oogcnblik de sterkste is. Het is duidelijk dat dan ook de vrijheid gevaar moet loopen. Als de sterkste regeert omdat bij de sterk •ste is, dan is zijn macht ook onbeperkt, cn onbegrensd. Wij zien dal in Rusland waar de volks- vrjjheden met voeten getreden worden cn wij hebben dat ook gezien iu ons land toen de geestelijke vrijheid van ons volk werd aangerand. Ilct is vooral irt onze dagen noodig deze dingen scherp in het oog te houden. Gezag cn vrijheid behoeven niet te bot sen, en zullen niet botsen, mils we aan liet gezag zijn schriftuurlijken grond niet ontnemen. Als dc Overheid haar gezag ontvangt van God en dus buigt voor de goddelijke ordi nantiën, dan is dc vastigheid van het gezag •gewaarborgd. Dan mag zij gehoorzaamheid cischon omdat zij is, dienaresse Gods. Maar dan heeft, niet alleen het gezag een vasten grondslag, doch dan is het ook mogelijk do vrijheid le handhaven. Immers, dan woet de Overheid dat zij niet naar willekeur mag rcgecron, dat haar macht niet onbeperkt is, maar dat zij in alles heeft to rekenen met de grenzen door God aan hare macht gesteld. Gelukkig -het land dat door zulk oen Over beid wordt geregeerd en waar ook de meest hooggeplaatsten zich niet to hoog achten en le groot om diep te buigen voor den al- machtigen God. De Chr. Letterkundige Kring. Do Chr. Letterkundige Kring te Leiden zit niet stil. Hij loeft. Toont steeds méér levensvatbaarheid le hebben. Na den goed geslaagden Geze'l le-avond In Februari, werd in een op 18 Maart j.l. ge houden vergadering de Kring definitief opgericht. Het bestuur stelde zich inUisschen in verbinding mot het Nationaal Comité, 6aamgesleld uit soortgelijke Kringen to Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Scheveningon en Dordrecht. In do „com missie van actie" van dit Comité heeft o.rn. oók zitting de lieer J. van Ham, leeraar aan de Chr. H. B. S. te dezer stede (die zich inmiddels bij den Leidsclien Kring hoeft aangesloten)terwjjl do „commissie van advies" wordt gevormd door de. hoeren dr. K. Dijk, P. Ivcuning, dr. P. J. Kromsigt, Willem de Mcrode, drs. C. Tazclaar cn dr. B. Wielcnga, mannen, wier namen „onder ons" een goeden klank hebben. Het ligt in do bedoeling eerstdaags te komen tot die oprichting van oen Nalionalcn Bond, die zijn grondslag vindt „in dc fun- damcntee.lo waarheid der Heilige Schrift als het Woord Gods." Deze bond stelt zich ten doel „de bevordering van de beoefening cn do bestudeering van de Clir. woord kunst, zoowel in theoretischen als prac- tischen zin; de kritische studie van de Nederlandscho cn vreemde literatuur in liet algemeen; de uitbreiding van kennis der Chr. woordkunsten van inzicht ia lite ratuur, v. n. I. onder liet Christelijk v o 1 k s d e 1"» De oprichting van zulk een bond moet ongetwijfeld niet vreugd worden begroet. Veel te lang toch bleven „onze menschen" onverschillig tegenover wat ons op liet terrein der literatuur wordt geboden óf men dweepte mot. wkt van ongoloovigo zijde op de poëtische enilitcraircmarktwerd aangevoerd. Men begint thans in le zien, dat ook op dit gebied voor den Christen een schoono roeping ligt. Zoowel negatief als positict. Negatief, want al imoet ook liet goede in do moderno letterkunde worden erkend en gewaardeerd, liet mag niet worden ont kend, dat in onzen tijd oen kunst-uiting zich openbaart, die hoogst gevaarlijk, jA misdadig moot worden genoemd. In zijn „Hedcndaagsclie Moraal" wijst prof. Ba» vinck opj dit gevaar mot deze woorden: „Vele jonge booe.fenaren der kunst matigen zich een recht aan, dat nergens aan cenig sterveling wordt gegund. Of zij de verbeel ding bezoedelen, den wil verlammen, do eerbaarheid kwetsen, den levensmoed knak ken, vrede en vreugde in huwelijk en gezin vergallen-, do grondslagen Van Staal en Maatschappij ondermijnen, hot kostelijkste dat er in oen menschenriel wonen kan, n.l. geloof en geestdrift, moed en kracht, uit roeien cn doodeu het schijnt alles zonder beteekenis te zijn; onder de. leuze van: do kunst om do kunst wordt alles ge oorloofd geacht. In den verheven naam der Schoonheid wordt aan de heerlijkste cn rijkste goederen de>r menschhcid Ycrraad gepleegd". Toch mag niet uitsluitend onze kracht worden gezocht in n e g a t i e en protest De Christen heeft op dit gebied ook een positieve taak. Prof. Bavinck liaat niet na ook hierop te wijzen en hij wil voor niemand onder doen in dc erkenning van het goed recht, dat der nieuwe beweging in kunst en literatuur toekomt. „Er was reden voor, er bestond roeping toe, zoo zekerlijk als naast waar heid en deugd oók do schoonheid een gave Gods is en aan niemand haar bestaan ont leent dan aart dén Schepper aller dingen alleen". Do heer Ivcuning schelste in „Opgang", het maandblad op Chrislelijken grondslag ter beoefening van dc Ned. .Lettoren en Kunst (Uitg. L. G. van Sehaïk, Schevenin- gen) in een interessant artikel deze „nieu we beweging" onder den titel „NaarOrp- 1 i d'. Orplid is hel land „waarin eeuwig de schoonheid bloeit". Dus hèt ideaal van den dichter, den „zoeker (bovenal van het eeuwige". Ilij toont daarin aan, dat er voor ons, Christenen, maar één Orplid is, maar wij naderen liet rijk van de eeuwige schoon heid allen langs een eigen weg. Dc zoekers van Orplid zijn kinderen van hun tijd en ondervinden ook den invloed van hun tijd. Dit geldt op liet terrein der religie, maar ook op dat van de kunst. „Daarmee zogt do schrijver komt er ook verandering in ons zoeken, zien wij Orplid anders dan onze vaderen, omdat wij het van oon andere zijde zién", „Zullen wij daarom treuren?" „Zullen wij er om treuren, dat in vroeger eeuwen bovenal bezongen werd de schitte ring van het zonlicht op de in do verte blauwende kusten, terwijl nu in do zangen van hen, d.ie Orplid zoeken, 3't allermeest verheerlijkt wordt de geur van de rozen, dio de eeuwige lento van liet paradijs door» geuren?" Maar do schrijver gaat verder. „Wij zoo. schrijft hij die hef, leven kennen, bet werkelijke, waarachtige loven, wij moeten toch oók dichters hebben?" ,,Düar (aan de overzijde) zijn de dichters van den dood en de dichters van dc mensch Vergoding en dc dichters van oen „Utopia", maar wij, w ij Christenen, wij moeten dichters hebben; zij moeten den toon aan geven in het nieuwe lied, dat gezongen zal borden". „Wij, Christenen, hebben veel te vaak nagezongen hen, dio droomden van Orp lid. Maar gij, die weèt, dio uit eigen orva- ring weèt, dat Orplid er is, gij moet vin den een eigen lied. Dan eerst zal het goed zijn, als zij, die zich'een drogbeeld schiepen van Orplid, naar u luisteren, als zij uit uw waarachtig lied waarachtigheid van Orplid leeren kennen". Tot zoover de. heer Keuning. En als wij erkennen willen dc waarheid van zijn woord, dan moeten wij ons tegelijk schamen over wat dr. Wielinga noemdo ons „aeslhelisch tekort". De oogst op het Christelijk erf is nog zoo schraal, op 'liet gebied van de poëzie en nog erger op dat van het proza. En de vraag verdient e,rnstigo overweging of misschien ook wij cr schuld aan dragen, dat de beste zangers gaan zwijgen. Want ook hier .geldt -het woord van dr. Kuyper, dat niet bet recht heeft te klagen over de stilheid in bet woud, hij, die met eigen hand den nachtegaal ving en ver moordde. Maar aan den anderen kant is cr ook re den tot blijdschap. Er komt loven cn beweging. In do „nieuwe lente" wordt oen „nieuw geluid" gehoord. Daarom we herhalen het moet do oprichting van een bond, als bovenbedoeld met vreugde worden begroet. Tc meer, waar mannen, alleszins bevoegd op dit terrein, ons willen leiden „in het rechte spoor". Met algemeenc stemmen besloot dan ook dé Lcidsche Kring in zijn jongstleden ge houden vergadering zich aan to sluiten. Als primus-afgevaardigden naar de in Mei to Utrecht te houden oprichtingssamen komst werden benoemd do vrienden J. Voe- ncndaal en S. Melse, terwijl vr. Toeuwen als hun secundus werd aangewezen. De Leidsche Kring leeft. Maar hij werkt ook roeds praclisch. In dezelfde vergadering vormde, zooats do voorzitter terecht opmerkte „het glans punt van den avond" een -inleiding met de daarop gevolgdo bespreking. Mejuffrouw F. J. Moene, lid van den Kring, had een boelc gelezen, dat indruk op haar had gemaakt. „Armoede" door Ina BoudierBakker Dien indrink gaf zij woer in een mooie be schouwing van dozen karakter-roman. lil stijl van „stille, soberheid" en „ernsti- gen eenvoud" 6chctsto zij de schrijnend» smart in de ziele-armoede dor hoofdperso nen, „rijk naar do wereld". Zij toekendo ons de schrijfster als ideal isle, die „ageert tegen hard oordcel, ontstaan uit niot-be- grijpen". Maar e.cn verwij*zen naar Chris tus, die armen wil vervullen met Zijn rijk dom. zoekt go tevergeefs in dit overigens mooie boek. „Wij hebben allen dezelfde ar moede, maar wij kennen Hem, die de ar men van geest zalig prijst". De bespreking was vlot en frisch. Een volgend maal, 23 Mei, hoopt dc lieer IC. Fcringa, Chr. onderwijzer alhie.r, le spreken over: „De sproko van Beatr ijs". Naar wc vernemen ligt het niet alleen in de bedoeling van den inleider do bekende Middelecuwscho „berijmde vertelling" toe te lichten, maar ook de. bewerking van Bou tons en dr. Ruttcn le behandelen. De Krng leeft en werkt, maar hij groeit ook. Weer traden op do laatste vergadering een vijftal aanwezige „belangstellenden" (dio altijd wolkom zijn) toe.. En de presentie-lijst werd door 27 dames cn hoeren geteekend. Mogen onze zwakke pogingen niet ijdel zijn! En dat zullen ze niet, indien wij slaan in Gods kracht. Diep ingegroeid in het heerlijke leven, dat uit God is. Indien ons huis op do stoenrots is ge bouwd. „Los van de Schrift zal zegt Keuning onze beweging een beweging ten doodo zijn". En „los van den Christus der Schrif ten zal er zelfs geen nieuwe dageraad aan lichten". Heil de Christelijke kunst van den nieu wen tijd, die komen gaat, die komen moet die.komen zal! Indien er in ons leeft niet alleen maar (en hierop zij ton slotte de nadruk gelegd) een verlangen naar „.acstlhetische verfij ning", maar alleen dan, als in ons hijgt het heimweo naar dc realiseering van het lich tend ideaal„U w e i s d e h e o r- i ij k h c i d!" Dan zingen we niet. mee de Schoonheids- hymne van eenp rofaan-modern-poëet: „Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd'zij, Uw wil geschiede; konio uw heerschappij, Naast li aanbidde de aard geen and'ren god I Maar dan zingen wij het. een Christon- dichleres uit onze onmiddellijke omgeving na: „Geloofd door al wat adem heeft, zij onzo sterke Heer! Tot in het verste nageslacht, gecv' Hem al 't schepsel eer. Die heem'len bouwt en zonnen strooit al9 slofkens door 't heelal Maar van 't geringste mensclienkind 't Heil was en wezen zal. Leiden. 6* M. STADSNIEUWS. Ds. J. Hoogenraad. Voor Dö. J. Hoogenraad, Maandag a.8. onzo stad metterwoon gaat verlaten lioeft Z.Eerw. na zijn afscheid in do Pictorekerk nog van ver schillende kringen zich los moeten maken. Zijn vrienden, jongeren zoowol als ouderen, hobbeu zich beijverd, den man, dio zooveel belangstelling in hun werk en samenleving toonde, te doen blij ken, wolk oen hoogachting zij voor hem koes terdon. Was het Zaterdagavond j.l. do Chr. Jong.- Ycroen. „Uw Bewaarder" dio hem als haar Eero- voorzitter benoemde en hom daarvan oen fraai diploma in lijst ter hand stelde, gisternamiddag vergaderden do onderwijzers cn onderwijzeressen dor 4 echolcn, van welker beido besturen Ds. J. Hoogenraad voorzitter was, om het vertrekkend bestuurslid te huldigen. Na echooltijd waren in het gymnastieklokaal van de 6chool Noordeindo bijna alle ondorwij- zors en onderwijzeressen, ook handwerkonderwij- zeresscn samengekomen en in dezen brooden kring nam Ds. Hoogenraad plaats. Do lieer A. J. do Lango, hoofd der Chr. school Pasleurstraat richtte zich daarop tot den schei denden voorzitter, die nog eenmaal hier was ge roepen uit zijn „drukko rust" om te getuigen vau de hoogachting en waardooring wolke Ds. Hoo genraad onder do onderwijzers dezer scholen g» niet. Namens allen werd Z.Eerw. oon fraaie 6toel aangeboden, waarvoor Ds. Hoogenraad, het woord nemende, hartelijk dankte. Hij herinnerde or aan, dat hij zich in zijn liefde voor hot Chr. Onder wijs altijd „erfelijk belast" geweten heeft. Wat Z.Eerw. ervoor gedaan hooft, heeft hij verricht met al de liefde, die zijn beginselen er aan geven konden, 't Is hem oen vrougdo, zulk een grootcn kring van onderwijzers en onderwijzeressen om zich heen te zien en als hij heengaat, wensclit hij van God, dat deze kring zich 6teecls uitbreide, tot eor van Hein, Wiens Koninkrijk ook door het Chr. Onderwijs wordt gediend. Daarna voerde do heer J. B. Meijnen die zoo- voel joren mol Ds. Hoogenraad samenwerkte op schoolgebied nog hot woord, eene vergelijking makend tusschen den tijd, dat do school Stille Rijn do ecnigo Chr. 6chool in Leiden was en nu. waar er 7 scholen zijn en er plannen bestaan voor moordoro. Mogen zich daarin vooraoover zo nog loven, onzo voortrekkers Kuyper, Lokman, o. a. Aan het Zoeklicht. Leidien, 23 April 1921» In het nummer van Woensdag schreef de redactie dat rij niet wist hoe groot hier en in den omtrek het aantal leden en begun stigers is van de Vereeniging tot Christo.ijlc Hulpbetoon aa.n tuberculoselijders. Nu ik weet bet wel. Ik heb hier voor mij liggen de pas ver schenen Naamlijst van leden en begunsti gers. En laat ik er maar dadelijk bijvoegen dat het aantal hier en Ln de naaste omgeving bedroevend klein is. Bedroevend klein. Hoe dat komt? Vermoedebijk omdat men nog nooit eens een oogenblik heeft stilge staan bij de ontzettende verwoestingen die dc tuberculose in ons volksleven aanricht en bij den grooten zegen die wij in het •Christelijk Sanatorium „Sonncvanck" >moch ■ten ontvangen. Onlangs is in dit blatl 6cherp afgeke-urd het beoefenen van weldadigheid door mid del van allerlei pretjes, zooals dat al meea? gebruikelijk wordt. Ik ben het daar heelemaal mee eens. Omdat het on-christelijk is. Maar dan moeten wij ook zorgen dat der gelijk' „hulpbetoon" overbodig is. Meer zeg ik er niet van. Alleen hoop ik dat Mej. G. M. do Lange^ correspondente van Leiden, zal worden verrast met oen stroom van namen van mannen en vrouwen die zich voor het lid maatschap (minimum-contributie ƒ2.50 per jaar) of als begunstiger (ster) aanmelden. OBSERVATOR. verheugd hebben, niet minder zal het een vreugde zijn voor den schoidenden voorzitter zulk een le* venskrachtig Chr. enderwijs in onze slad achter to laten. Nadat nog theo was rondgediend nam Ds. Hoo genraad met eon h an druk van allen afscheid. Onder do aanwezigen was ook Mej. Segaar, oud- handworkondorwijzores. Stcods meer wbrdt het nut ingezien vas schepen van gewapend beton. Aan den wal' van Weminks betonfabriok is nn een prachtig staaltje te zien van het practisch» nut van het bouwen van botonschepen. Het is eeu groot woonschip geheel gegoten van beton, met oen modern houten huis or op gebouwd. Voor zover het gereed is, kan men zion dat hot van alle gemakken is vorzien. Het bevat een sa lon, divorse kamers, badkamer, kouken. dienst- bodenkamer enz. torwijl daarboven oen groot ler« ras oen aangenaam zitje biedt. Het grooto voor deel ervan is, dat het geheel waterdicht is, wat mot houten en ijzeren schepen wel het geval ia. Het zal nog dozen zomer door do familiu Kan in gebruik worden genomen om or tochten moe to doen. Deze weck is onder grooto belangstelling reeds oon tweedo schip van do helling aldaar to wator golaten. Van den Haagschen straatweg af, is één en an-? der good to zien. Het is voor diegenen dio zich do luxe kunnen veroorloven oen practischo oplos sing van den woningnood. Do nagelaten betrekkingen van wij len den eud-hoogleeraar mr. S. J. Fockema Andrea, te Leiden, hebben aan de biblio theek der Rijksuniversiteit te Leiden, ovei eenkomstig diens wensch, uit do door hora nagelat-en ver zameling van boeken ten ge schenke aangeboden wat daaruit voor bibliotheek mocht gewenecht worden. Hierdoor is een belangrijke aanwinst ver kregen, in hot. bijzonder op hot. gebied van oud-vaderlandseh recht. Aan do schenkers is do bijzondere dank der regeering be tuigd. Bij Kon. besluit, van 21 dezer is, op zijn verzoek eervol ontslag verleend aa.f inr. A. C. Visser van IJzendoorn, ala lid van het hoofdstorabureau voor do verkie zing van de leden van do Tweede Kamet der Stolen-Generaal, in d'en kieskring VII, mot dankbetuiging voor de ale zoodanig bewezen dionston, on is bij voormeld hoofdstembureau tot lid benoemd de lieer A. Gouvée, thans plaabsvervangond lidj tot plaatsvervangend lid mr. A. S. Oppen- heim, hoogleeraar aan do Rijksuniversiteit alhier. Overveilcn aardappelen. Vragen van den heer -Yaaper aan den Minister van Landbouw: lo. Zou de Minister ten aanzien van de nieuwe aardappelenoogst willon overwegen voor de eerstvolgende campagno c.■pnieun too lo passen het onder den mobilisatietoet stand hecrschonde stelsel van over veilen zoodat naar gelang van de behoefte in hef1 binnenland aardappelen wordon#binneDgei houden en voor het overige tot uitvoer won don toegelaten? 2o. Meent de Minister niet, dat onder be hoorlijke dagolijksclie controle dit stolsel doelmatig zal werken voor verbruiker en voortbrenger?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1