Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
26 Gezag en Vrijheid.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
.!B KWARTAAL 12.59
I ;i: WEEK10.19
IIANCO PER TOST PER KWARTAAL 13.W
2de JAARGANG. - ZATERDAG 23 APREL 1921 - No. 325
ADVERTENTIE-PRIJS
TER GEWONE REGEL 022 171
DES ZATERDAGS !(U0
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAEIEI
KLEINE ADVERTENTIES raa hoogst»!
80 voorden 50 cent: Zaterdags 75 ceat
bij vooruitbetaling -I
it nummer bestaat uit twee bladen.
Gezag en vrijheid, ziedaar tiweo begrip-
in die elkaar schijnen uit te sluiten en
H b toch onafscheidelijk aan elkaar vor
mden zijn.
Vrijlhe.id is zonder gezag niet denk/baar.
Hbil schijnt tegenstrijdig. Immers gezags-
Opening betoekent een beperking van en
n ingrijpen in de vrijheid.
n In een gezin waar hel ouderlijk gezag
DlJkn karrikatuur is als helaas zoovaak
ara onze dagen wordt de vrijheid van do
pderen cn van allen die tot het ge»ria
n fbooren zeer sterk aan banden goilcgd.
curl!erlei regelen worden gesteld waaraan zij
0D:h te houden hebben.
TZonder gezag is de menscbglijkc samen-
jving onbestaanbaar. Als liet go zag, hoo
er rak dan ook en onvolkomen, wegvalt, dan
vo)mt do wanorde, de chaos, dan i3 het met
en i maatschappelijke en de geestelijke vrij-
ngipid gedaan.
esj
rijiZoo ongeveer aille predikers van de vrij-
jud zijn het er dan ook over oens, dat er
ggn. soort gezag moeit zijn, dat bepaalde re-
>lon moeten worden gesteld waaraan een
fyer zich hoedt te onderwerpen.
De Communisten in Rusland Ib.v. laten
Blfln gezag steik gevoelen en (reden neg
filler autocratisch op dan, do vroegere Cza-
^tischc regeeringen.
IjlEn de Socialisten die het vrijheid, gclijk-
iU bid en broederschap in hun vaandel sohrij
m, hebben geen bezwaar in hot maat-
y.jhappolijk leven zeer sterk in le grijpen en
KIK saam te snoeren in oen keurslijf zoo
plellend dat de vrije ademhaling tien eenen-
3 'lalo belemmerd word en een gezonde ont
ij. Hekeling is uitgesloten.
willen vrijheid, maar oen vrijheid die
■l^or het gezag zeer sterk wordt beperkt
fi die zich niet verder uitstrekt daa
ft o ogenblikkelijke liaorschers wenschelijk
arrfhfen-
,IU .Met den onlangs ten onzent opgerichten
e fijheidsbond ia liet niet anders,
et i Hoewel hij hot Virijheidsbegin.--. 1 als
-IVondslag van staatsbeleid erkent, wil hij
na«et een onbeperkte vrijheid, maar een
'"lijheid 'binnen de iegelen van orde door
j®St bevoegde gezag gesteld.
-
di(Oogenscl)ijolijk dus precies hotzo4fdowat
jaj^ik de Antirevolutionairen wenschen. n.l.
rjjlndhaving van het gezag en waarborgen
K>r de vrijhe.id.
Toch is hier een diepgaand verschil.
Volgens de beginselen van dien Vrijheids-
•^)nd en allen, Socialisten cn Communisten
[•begrepen, die met hem op denzelfden
X)mlslag staan, moet óf het gezag of do
drijheid in 't gedrang komen.
de(Dit wordt duid'cflijk zoodra we aan 't gc-
i ligsvraagstuk meerdere aandacht gaan
^Jhonken.
Volgens antirevolutionaire beschouwing
Kffndt het gezag zijn grond niet in don
'"lensch, maar in God. De menschen, af-
70pnkelijko schepselen als zij zijn, zijn hoog-
-.,cns gezagsd r a ger s.
r|Do vader is door God gestold tot het
'I bofd van het gezin.
w Hij is het. hoofd, oefent (liet gezag uit
nojict omdat hij de oudste is en de sterkste
r n5 do meest verstandige want dit is lang
q M altijd het geval maar omdat God
e£m op die plaats heoft gesteld.
De
Prcoies zoo nu is het ook met do Over
bid.
et Ter wille van de verdorvenheid cn zon
digheid der menschen (heeft God do Over-
javcid geschonken in Zijnen Naam het reoht
g,i bestellen en gezag te oefenen,
i ijDio Overheid kan dus maar niet doen
•'sh laten wat zij verkieselijk acht, zij kan
e, mag niet naar willekour handelen, maar
ltfj is bij hare gezagsoefening gebonden aan
0vp goddelijke ordinantiën.
an Door God regeenen de koningen cn sfel-
jii de vorsten gerechtigheid. Indien de
jljvcrhcid hare roeping kent dan zal zij ook
Jllij do uitvoering van de laak haar op de
audcn gelegd, 6teeds vragen: Ileere, wat
[pilt Gij dal ik doen zal.
I" En dan kan het niet anders, of zij zal
friict alleen rekening houden mot haar
ed^acht, maar ook niet de rechten on vrjj-
eden van de onderdanen.
Goede gezagsoefening 'befeekent dus te-
Hens handhaving van de burgerlijke vrij
de den.
I
nf 'Anders staat liet echter, wanneer zooals
ulè Vrijheidsbond dat leert, liet verband tus
eit'hen godsdienst cn staatkunde iu dezen
IdÉ» wordt doorgesneden.
,la oet dan ook de orde en liet gezag
Jfenclhaven, maar dut gezag mist clan allen
■BdeP.ijk^n grond.
jgl Het is iets willekeurigs.
tWanne,er in een gezin bij afwezigheid der
iders, het eene kind over dc andoren re
eft cn zijn wil Iaat gelden, zonder dat hot
aartoe opdracht ontving, dan anoden de
anderen dat als willekour gevoelen.
Dan wordt het een kwestie van mach t.
Dit geldt ook van het staatkundige loven.
Wanneer God-als de bron van het gezag
wordt ontkend, dan is dc grond van dc ge
zagsoefening weggenomen.
Dan regeort de meerderheid omdat zij
de meerderheid is en over de meeste macht
beschikt.
Of ook wel zooals b.v. Mr. Troelstra
het wil, dan regeert de minderheid, om
dat zij op dat oogcnblik de sterkste is.
Het is duidelijk dat dan ook de vrijheid
gevaar moet loopen.
Als de sterkste regeert omdat bij de sterk
•ste is, dan is zijn macht ook onbeperkt, cn
onbegrensd.
Wij zien dal in Rusland waar de volks-
vrjjheden met voeten getreden worden cn
wij hebben dat ook gezien iu ons land toen
de geestelijke vrijheid van ons volk werd
aangerand.
Ilct is vooral irt onze dagen noodig deze
dingen scherp in het oog te houden.
Gezag cn vrijheid behoeven niet te bot
sen, en zullen niet botsen, mils we
aan liet gezag zijn schriftuurlijken grond
niet ontnemen.
Als dc Overheid haar gezag ontvangt van
God en dus buigt voor de goddelijke ordi
nantiën, dan is dc vastigheid van het gezag
•gewaarborgd.
Dan mag zij gehoorzaamheid cischon
omdat zij is, dienaresse Gods.
Maar dan heeft, niet alleen het gezag
een vasten grondslag, doch dan is het ook
mogelijk do vrijheid le handhaven.
Immers, dan woet de Overheid dat zij
niet naar willekeur mag rcgecron, dat haar
macht niet onbeperkt is, maar dat zij in
alles heeft to rekenen met de grenzen door
God aan hare macht gesteld.
Gelukkig -het land dat door zulk oen Over
beid wordt geregeerd en waar ook de meest
hooggeplaatsten zich niet to hoog achten
en le groot om diep te buigen voor den al-
machtigen God.
De Chr. Letterkundige Kring.
Do Chr. Letterkundige Kring te Leiden
zit niet stil.
Hij loeft.
Toont steeds méér levensvatbaarheid le
hebben.
Na den goed geslaagden Geze'l le-avond In
Februari, werd in een op 18 Maart j.l. ge
houden vergadering de Kring definitief
opgericht.
Het bestuur stelde zich inUisschen in
verbinding mot het Nationaal Comité,
6aamgesleld uit soortgelijke Kringen to
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag,
Scheveningon en Dordrecht. In do „com
missie van actie" van dit Comité heeft o.rn.
oók zitting de lieer J. van Ham, leeraar aan
de Chr. H. B. S. te dezer stede (die zich
inmiddels bij den Leidsclien Kring hoeft
aangesloten)terwjjl do „commissie van
advies" wordt gevormd door de. hoeren dr.
K. Dijk, P. Ivcuning, dr. P. J. Kromsigt,
Willem de Mcrode, drs. C. Tazclaar cn dr.
B. Wielcnga, mannen, wier namen „onder
ons" een goeden klank hebben.
Het ligt in do bedoeling eerstdaags te
komen tot die oprichting van oen Nalionalcn
Bond, die zijn grondslag vindt „in dc fun-
damcntee.lo waarheid der Heilige Schrift
als het Woord Gods." Deze bond stelt zich
ten doel „de bevordering van de beoefening
cn do bestudeering van de Clir. woord
kunst, zoowel in theoretischen als prac-
tischen zin; de kritische studie van de
Nederlandscho cn vreemde literatuur in
liet algemeen; de uitbreiding van kennis
der Chr. woordkunsten van inzicht ia lite
ratuur, v. n. I. onder liet Christelijk
v o 1 k s d e 1"»
De oprichting van zulk een bond moet
ongetwijfeld niet vreugd worden begroet.
Veel te lang toch bleven „onze menschen"
onverschillig tegenover wat ons op liet
terrein der literatuur wordt geboden óf
men dweepte mot. wkt van ongoloovigo
zijde op de poëtische enilitcraircmarktwerd
aangevoerd.
Men begint thans in le zien, dat ook op
dit gebied voor den Christen een schoono
roeping ligt.
Zoowel negatief als positict.
Negatief, want al imoet ook liet goede
in do moderno letterkunde worden erkend
en gewaardeerd, liet mag niet worden ont
kend, dat in onzen tijd oen kunst-uiting
zich openbaart, die hoogst gevaarlijk, jA
misdadig moot worden genoemd. In zijn
„Hedcndaagsclie Moraal" wijst prof. Ba»
vinck opj dit gevaar mot deze woorden:
„Vele jonge booe.fenaren der kunst matigen
zich een recht aan, dat nergens aan cenig
sterveling wordt gegund. Of zij de verbeel
ding bezoedelen, den wil verlammen, do
eerbaarheid kwetsen, den levensmoed knak
ken, vrede en vreugde in huwelijk en gezin
vergallen-, do grondslagen Van Staal en
Maatschappij ondermijnen, hot kostelijkste
dat er in oen menschenriel wonen kan, n.l.
geloof en geestdrift, moed en kracht, uit
roeien cn doodeu het schijnt alles zonder
beteekenis te zijn; onder de. leuze van: do
kunst om do kunst wordt alles ge
oorloofd geacht. In den verheven naam der
Schoonheid wordt aan de heerlijkste cn
rijkste goederen de>r menschhcid Ycrraad
gepleegd".
Toch mag niet uitsluitend onze kracht
worden gezocht in n e g a t i e en protest
De Christen heeft op dit gebied ook een
positieve taak.
Prof. Bavinck liaat niet na ook hierop te
wijzen en hij wil voor niemand onder doen
in dc erkenning van het goed recht, dat der
nieuwe beweging in kunst en literatuur
toekomt. „Er was reden voor, er bestond
roeping toe, zoo zekerlijk als naast waar
heid en deugd oók do schoonheid een gave
Gods is en aan niemand haar bestaan ont
leent dan aart dén Schepper aller dingen
alleen".
Do heer Ivcuning schelste in „Opgang",
het maandblad op Chrislelijken grondslag
ter beoefening van dc Ned. .Lettoren en
Kunst (Uitg. L. G. van Sehaïk, Schevenin-
gen) in een interessant artikel deze „nieu
we beweging" onder den titel „NaarOrp-
1 i d'.
Orplid is hel land „waarin eeuwig de
schoonheid bloeit". Dus hèt ideaal van den
dichter, den „zoeker (bovenal van het
eeuwige".
Ilij toont daarin aan, dat er voor ons,
Christenen, maar één Orplid is, maar wij
naderen liet rijk van de eeuwige schoon
heid allen langs een eigen weg.
Dc zoekers van Orplid zijn kinderen van
hun tijd en ondervinden ook den invloed van
hun tijd.
Dit geldt op liet terrein der religie, maar
ook op dat van de kunst.
„Daarmee zogt do schrijver komt er
ook verandering in ons zoeken, zien wij
Orplid anders dan onze vaderen, omdat wij
het van oon andere zijde zién",
„Zullen wij daarom treuren?"
„Zullen wij er om treuren, dat in vroeger
eeuwen bovenal bezongen werd de schitte
ring van het zonlicht op de in do verte
blauwende kusten, terwijl nu in do zangen
van hen, d.ie Orplid zoeken, 3't allermeest
verheerlijkt wordt de geur van de rozen,
dio de eeuwige lento van liet paradijs door»
geuren?"
Maar do schrijver gaat verder.
„Wij zoo. schrijft hij die hef, leven
kennen, bet werkelijke, waarachtige loven,
wij moeten toch oók dichters hebben?"
,,Düar (aan de overzijde) zijn de dichters
van den dood en de dichters van dc mensch
Vergoding en dc dichters van oen „Utopia",
maar wij, w ij Christenen, wij moeten
dichters hebben; zij moeten den toon aan
geven in het nieuwe lied, dat gezongen zal
borden".
„Wij, Christenen, hebben veel te vaak
nagezongen hen, dio droomden van Orp
lid. Maar gij, die weèt, dio uit eigen orva-
ring weèt, dat Orplid er is, gij moet vin
den een eigen lied. Dan eerst zal het goed
zijn, als zij, die zich'een drogbeeld schiepen
van Orplid, naar u luisteren, als zij uit
uw waarachtig lied waarachtigheid van
Orplid leeren kennen".
Tot zoover de. heer Keuning.
En als wij erkennen willen dc waarheid
van zijn woord, dan moeten wij ons tegelijk
schamen over wat dr. Wielinga noemdo
ons „aeslhelisch tekort".
De oogst op het Christelijk erf is nog zoo
schraal, op 'liet gebied van de poëzie en nog
erger op dat van het proza.
En de vraag verdient e,rnstigo overweging
of misschien ook wij cr schuld aan dragen,
dat de beste zangers gaan zwijgen.
Want ook hier .geldt -het woord van dr.
Kuyper, dat niet bet recht heeft te klagen
over de stilheid in bet woud, hij, die met
eigen hand den nachtegaal ving en ver
moordde.
Maar aan den anderen kant is cr ook re
den tot blijdschap.
Er komt loven cn beweging.
In do „nieuwe lente" wordt oen „nieuw
geluid" gehoord.
Daarom we herhalen het moet do
oprichting van een bond, als bovenbedoeld
met vreugde worden begroet.
Tc meer, waar mannen, alleszins bevoegd
op dit terrein, ons willen leiden „in het
rechte spoor".
Met algemeenc stemmen besloot dan ook
dé Lcidsche Kring in zijn jongstleden ge
houden vergadering zich aan to sluiten.
Als primus-afgevaardigden naar de in
Mei to Utrecht te houden oprichtingssamen
komst werden benoemd do vrienden J. Voe-
ncndaal en S. Melse, terwijl vr. Toeuwen
als hun secundus werd aangewezen.
De Leidsche Kring leeft.
Maar hij werkt ook roeds praclisch.
In dezelfde vergadering vormde, zooats
do voorzitter terecht opmerkte „het glans
punt van den avond" een -inleiding met de
daarop gevolgdo bespreking.
Mejuffrouw F. J. Moene, lid van den
Kring, had een boelc gelezen, dat indruk op
haar had gemaakt.
„Armoede" door Ina BoudierBakker
Dien indrink gaf zij woer in een mooie be
schouwing van dozen karakter-roman.
lil stijl van „stille, soberheid" en „ernsti-
gen eenvoud" 6chctsto zij de schrijnend»
smart in de ziele-armoede dor hoofdperso
nen, „rijk naar do wereld". Zij toekendo
ons de schrijfster als ideal isle, die „ageert
tegen hard oordcel, ontstaan uit niot-be-
grijpen". Maar e.cn verwij*zen naar Chris
tus, die armen wil vervullen met Zijn rijk
dom. zoekt go tevergeefs in dit overigens
mooie boek. „Wij hebben allen dezelfde ar
moede, maar wij kennen Hem, die de ar
men van geest zalig prijst".
De bespreking was vlot en frisch.
Een volgend maal, 23 Mei, hoopt dc lieer
IC. Fcringa, Chr. onderwijzer alhie.r, le
spreken over: „De sproko van
Beatr ijs".
Naar wc vernemen ligt het niet alleen in
de bedoeling van den inleider do bekende
Middelecuwscho „berijmde vertelling" toe
te lichten, maar ook de. bewerking van Bou
tons en dr. Ruttcn le behandelen.
De Krng leeft en werkt, maar hij
groeit ook.
Weer traden op do laatste vergadering
een vijftal aanwezige „belangstellenden"
(dio altijd wolkom zijn) toe..
En de presentie-lijst werd door 27 dames
cn hoeren geteekend.
Mogen onze zwakke pogingen niet ijdel
zijn!
En dat zullen ze niet, indien wij slaan
in Gods kracht.
Diep ingegroeid in het heerlijke leven,
dat uit God is.
Indien ons huis op do stoenrots is ge
bouwd.
„Los van de Schrift zal zegt Keuning
onze beweging een beweging ten doodo
zijn". En „los van den Christus der Schrif
ten zal er zelfs geen nieuwe dageraad aan
lichten".
Heil de Christelijke kunst van den nieu
wen tijd, die komen gaat, die komen moet
die.komen zal!
Indien er in ons leeft niet alleen maar
(en hierop zij ton slotte de nadruk gelegd)
een verlangen naar „.acstlhetische verfij
ning", maar alleen dan, als in ons hijgt het
heimweo naar dc realiseering van het lich
tend ideaal„U w e i s d e h e o r-
i ij k h c i d!"
Dan zingen we niet. mee de Schoonheids-
hymne van eenp rofaan-modern-poëet:
„Schoonheid, o gij, wier naam geheiligd'zij,
Uw wil geschiede; konio uw heerschappij,
Naast li aanbidde de aard geen and'ren god I
Maar dan zingen wij het. een Christon-
dichleres uit onze onmiddellijke omgeving
na:
„Geloofd door al wat adem heeft,
zij onzo sterke Heer!
Tot in het verste nageslacht,
gecv' Hem al 't schepsel eer.
Die heem'len bouwt en zonnen strooit
al9 slofkens door 't heelal
Maar van 't geringste mensclienkind
't Heil was en wezen zal.
Leiden. 6* M.
STADSNIEUWS.
Ds. J. Hoogenraad.
Voor Dö. J. Hoogenraad, Maandag a.8. onzo
stad metterwoon gaat verlaten lioeft Z.Eerw. na
zijn afscheid in do Pictorekerk nog van ver
schillende kringen zich los moeten maken. Zijn
vrienden, jongeren zoowol als ouderen, hobbeu
zich beijverd, den man, dio zooveel belangstelling
in hun werk en samenleving toonde, te doen blij
ken, wolk oen hoogachting zij voor hem koes
terdon.
Was het Zaterdagavond j.l. do Chr. Jong.-
Ycroen. „Uw Bewaarder" dio hem als haar Eero-
voorzitter benoemde en hom daarvan oen fraai
diploma in lijst ter hand stelde, gisternamiddag
vergaderden do onderwijzers cn onderwijzeressen
dor 4 echolcn, van welker beido besturen Ds. J.
Hoogenraad voorzitter was, om het vertrekkend
bestuurslid te huldigen.
Na echooltijd waren in het gymnastieklokaal
van de 6chool Noordeindo bijna alle ondorwij-
zors en onderwijzeressen, ook handwerkonderwij-
zeresscn samengekomen en in dezen brooden kring
nam Ds. Hoogenraad plaats.
Do lieer A. J. do Lango, hoofd der Chr. school
Pasleurstraat richtte zich daarop tot den schei
denden voorzitter, die nog eenmaal hier was ge
roepen uit zijn „drukko rust" om te getuigen vau
de hoogachting en waardooring wolke Ds. Hoo
genraad onder do onderwijzers dezer scholen g»
niet.
Namens allen werd Z.Eerw. oon fraaie 6toel
aangeboden, waarvoor Ds. Hoogenraad, het woord
nemende, hartelijk dankte. Hij herinnerde or aan,
dat hij zich in zijn liefde voor hot Chr. Onder
wijs altijd „erfelijk belast" geweten heeft. Wat
Z.Eerw. ervoor gedaan hooft, heeft hij verricht
met al de liefde, die zijn beginselen er aan geven
konden, 't Is hem oen vrougdo, zulk een grootcn
kring van onderwijzers en onderwijzeressen om
zich heen te zien en als hij heengaat, wensclit
hij van God, dat deze kring zich 6teecls uitbreide,
tot eor van Hein, Wiens Koninkrijk ook door het
Chr. Onderwijs wordt gediend.
Daarna voerde do heer J. B. Meijnen die zoo-
voel joren mol Ds. Hoogenraad samenwerkte op
schoolgebied nog hot woord, eene vergelijking
makend tusschen den tijd, dat do school Stille
Rijn do ecnigo Chr. 6chool in Leiden was en nu.
waar er 7 scholen zijn en er plannen bestaan voor
moordoro. Mogen zich daarin vooraoover zo nog
loven, onzo voortrekkers Kuyper, Lokman, o. a.
Aan het Zoeklicht.
Leidien, 23 April 1921»
In het nummer van Woensdag schreef de
redactie dat rij niet wist hoe groot hier en
in den omtrek het aantal leden en begun
stigers is van de Vereeniging tot Christo.ijlc
Hulpbetoon aa.n tuberculoselijders.
Nu ik weet bet wel.
Ik heb hier voor mij liggen de pas ver
schenen Naamlijst van leden en begunsti
gers.
En laat ik er maar dadelijk bijvoegen dat
het aantal hier en Ln de naaste omgeving
bedroevend klein is.
Bedroevend klein.
Hoe dat komt? Vermoedebijk omdat men
nog nooit eens een oogenblik heeft stilge
staan bij de ontzettende verwoestingen die
dc tuberculose in ons volksleven aanricht
en bij den grooten zegen die wij in het
•Christelijk Sanatorium „Sonncvanck" >moch
■ten ontvangen.
Onlangs is in dit blatl 6cherp afgeke-urd
het beoefenen van weldadigheid door mid
del van allerlei pretjes, zooals dat al meea?
gebruikelijk wordt.
Ik ben het daar heelemaal mee eens.
Omdat het on-christelijk is.
Maar dan moeten wij ook zorgen dat der
gelijk' „hulpbetoon" overbodig is.
Meer zeg ik er niet van.
Alleen hoop ik dat Mej. G. M. do Lange^
correspondente van Leiden, zal worden
verrast met oen stroom van namen van
mannen en vrouwen die zich voor het lid
maatschap (minimum-contributie ƒ2.50 per
jaar) of als begunstiger (ster) aanmelden.
OBSERVATOR.
verheugd hebben, niet minder zal het een vreugde
zijn voor den schoidenden voorzitter zulk een le*
venskrachtig Chr. enderwijs in onze slad achter
to laten.
Nadat nog theo was rondgediend nam Ds. Hoo
genraad met eon h an druk van allen afscheid.
Onder do aanwezigen was ook Mej. Segaar, oud-
handworkondorwijzores.
Stcods meer wbrdt het nut ingezien vas
schepen van gewapend beton.
Aan den wal' van Weminks betonfabriok is nn
een prachtig staaltje te zien van het practisch»
nut van het bouwen van botonschepen. Het is
eeu groot woonschip geheel gegoten van beton,
met oen modern houten huis or op gebouwd.
Voor zover het gereed is, kan men zion dat hot
van alle gemakken is vorzien. Het bevat een sa
lon, divorse kamers, badkamer, kouken. dienst-
bodenkamer enz. torwijl daarboven oen groot ler«
ras oen aangenaam zitje biedt. Het grooto voor
deel ervan is, dat het geheel waterdicht is, wat
mot houten en ijzeren schepen wel het geval ia.
Het zal nog dozen zomer door do familiu Kan in
gebruik worden genomen om or tochten moe to
doen.
Deze weck is onder grooto belangstelling reeds
oon tweedo schip van do helling aldaar to wator
golaten.
Van den Haagschen straatweg af, is één en an-?
der good to zien. Het is voor diegenen dio zich
do luxe kunnen veroorloven oen practischo oplos
sing van den woningnood.
Do nagelaten betrekkingen van wij
len den eud-hoogleeraar mr. S. J. Fockema
Andrea, te Leiden, hebben aan de biblio
theek der Rijksuniversiteit te Leiden, ovei
eenkomstig diens wensch, uit do door hora
nagelat-en ver zameling van boeken ten ge
schenke aangeboden wat daaruit voor
bibliotheek mocht gewenecht worden.
Hierdoor is een belangrijke aanwinst ver
kregen, in hot. bijzonder op hot. gebied van
oud-vaderlandseh recht. Aan do schenkers
is do bijzondere dank der regeering be
tuigd.
Bij Kon. besluit, van 21 dezer is, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend aa.f
inr. A. C. Visser van IJzendoorn, ala lid
van het hoofdstorabureau voor do verkie
zing van de leden van do Tweede Kamet
der Stolen-Generaal, in d'en kieskring VII,
mot dankbetuiging voor de ale zoodanig
bewezen dionston, on is bij voormeld
hoofdstembureau tot lid benoemd de lieer
A. Gouvée, thans plaabsvervangond lidj
tot plaatsvervangend lid mr. A. S. Oppen-
heim, hoogleeraar aan do Rijksuniversiteit
alhier.
Overveilcn aardappelen.
Vragen van den heer -Yaaper aan den
Minister van Landbouw:
lo. Zou de Minister ten aanzien van de
nieuwe aardappelenoogst willon overwegen
voor de eerstvolgende campagno c.■pnieun
too lo passen het onder den mobilisatietoet
stand hecrschonde stelsel van over veilen
zoodat naar gelang van de behoefte in hef1
binnenland aardappelen wordon#binneDgei
houden en voor het overige tot uitvoer won
don toegelaten?
2o. Meent de Minister niet, dat onder be
hoorlijke dagolijksclie controle dit stolsel
doelmatig zal werken voor verbruiker en
voortbrenger?