Dagblad voor Leiden en Omstreken. COURANT .BONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN NAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN KWARTAAL 12.50 WEEK10.1» ICO PER POST PER KWARTAAL 12.90 2de JAARGANG. - MAANDAG 18 APRIL 1921 - No. 320 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 achturige arbeidsdag. hebben beloofd terug te 'komen op ngezonden stuk van den heer A. J. ïeveld in ons nummer van j.L Vrijdag. or wij op wat hij schreef nader inj r moet ons allereerst een opmerking tiet hart. sommige kringen bestaat de gewoon- n ben met wie men 't niet geheel eens n zeker et.iquet op te plakken, inneer iemand den moed heeft niet 5s mee te zingen in hot groote koor r oen eenigszins afwijkende meening x te houden, dan staat men onmiddel- feereed met. het etiquet „conservatief" •eactionnair". t komt ons voor dat men in onze krin- beter deed, doze uit het roode kamp jenomon gewoonte niet te volgen. heer Trool6tra heeft, eens gezegd dat ieder op zijn beurt do conservatief is clen ander. i heer Schoneveld zal dit als vak lui gingsman ook wol eens hebben rvonuen eu daarom ueed hij o. i. be- >ij eventueele meening6verschillen aan etiquetten-plakkerij, die alleen op den nnnervlakkiden toeschouwer eenigen ik kan maken niet mee te doen en hen lij alle waardeering van het goede dat irbeidswet biedt, toch ook voor de be- cod nel oog wouschen te 6luitenj dadelijk ale reactionnairen den voi^r te 6tellen. ij hebben behoefte niet aan eti- 1.1 e n, maar aan argumenten. i nu tor zake. ..u«i v. .j j,urnen met een misverstand lm weg te ruimen, ij 6chreven de vorige week o.m.: iokiaagd wordt over den achteruitgang et bedrijfsleven, over de wijze waarop ►verwerk regeling is opgesteld, enz." jj nader inzien blijkt dat hierin onze ding niet geheel juist is weergegeven, xkield was te zeggen, dat vooral in and met de malaise die overal in het fijfoleveai wordt waargenomen van riuiiende zij don ernstige bezwaren- te- den achturondag naar voren worden adit. u zegt de heer S. dat het onmogelijk p achteruitgang van het bedrijfsleven gevel g van den verkorten werkdag reeds lo constateerem en dat al die he ren. en al die klaagtonen niets om het •hebben. rij komen hierop nader terug en zullen aanioonen dat de inzender zich van belangrijke en ingewikkelde vraagstuk wat al te gemakkelijk afmaakt. w«. ^..-usaiL'ii in lal van bedrijven een sterke malaise valt waar te nemen, ook de heer S. niet willen en kunnen tonnen. ra dit te bewijzen vestigen wij de aan- bt op de „Nederlandsohe Nijverheid", ;orgaan van het Verbond van Ned. Fa- rawten dat ons juist dezer dagon in den kwam. let tal va-n voorbeelden wordt daarin getoond, dat do Nederiandsohe indus- m een critiek stadium is gekomen, an do steenindustrie en aam R'ante vakken heet hot., dat men zeei ■k de-gevolgen ondervindt, van de bui' [andsche concurrentie, ialkza/idsteen bijv. wordt met inbegrip do vracht gebvrl tegen 2/3 yön dm lerlandschen prijs. Fel gis he eceenen 'den eveneens regen lager prijs aango rd, met hot gevolg dat Je uitvoer vrij- ftóhre' i: stingo»: Ie loodwitindustrie verkeeiT wel in dfezeilde inii;»u'Xduigii«.u.u. )e sigarenindu s' e ondervindt in hooge mate den invloed van de daling van het verbruik en do lagere loonen in Duitschland. De leder- en schoenindustrie hebben mede met groote moeilijkheden te kampen, doordat Duitsoho on andere fa brieken gaan impcrrteereu naar Nederland. Ook de machine-industrie heeft reden tot klagen wat duidelijk blijkt uit het feit dat de levering van een ijzeren bekapping eenor in aanbouw zijnde fabriek werd gegund aan een Duitsche firma ad. 32 et. per K.G., een prijs, die lager is. dan de kosten van het materi aal in Nederland. Onzo hoedonn ij verheid moet het tegen do Duitsche concurrentie linaal af leggen. De grondstoffen voor de zeepindus trie worden, voorzoover zij door Duitsch- land en Oostenrijk geleverd worden, hou t in prijs gehouden. Gevolg hiervan en van het. verschil in arbeidsloon is, dat hier te lande uit Oostenrijk zeep wordt aangebo den tegen een prijs van f 1.30 on f 1.40 die aan zelf kosten hier te lande op f 2.25 zou komen. Wij deden slechts enkele grepen. Maar waaruit toch wel duidelijk blijkt, dat onze industrie' wat trouwens een bekend feit is met ernstige moeilijkhe den hoeft te worstelen. Het gaat dus niet aan, zich met een: „de werkgevers klagen altijd" of een „al die klaagtoonen hebben niets om het lijf" van deze, inderdaad zeer ernstige ver schijnselen af te maken. Natuurlijk gaat het. evenmin aan, deze moeilijkheden zonder meer te schrijven op rekening van de Arbeidswet en den verkor ten werktijd. Dat zou in hooge mate onbillijk zijn. Maar dat de verkorte werktijd de moeilijk heden voor verschillende industrieën ver groot, valt toch ook niet te ontkennen. In een volgend artikel, hopen wij dit dui delijk te maken. STADSNIEUWS. Bevestiging en intrede Ds. J. TV. Groot Enzerink. Gisterenmorgen had in de Pieterskerk do beves tiging plaats van Ds. Groot Enzerink aJs predi kant bij de Ned. Horv. Gemeente alhier, in do vacatur e-Dr. Schokking. Als bevo6 tiger trad op Dr. J. Schokking, die nadat gezongen was Psalm 84: 1 en 3, en gelezen Jesaja 52 in gebed voorging. Alvorens tot de prediking des Woords over te gaan, richt epr. tot den nieuwen leeraar een woord van welkom daarbij herinnerend aan Z.Eerw.'s afscheid te Leeuwarden waar zooveel banden moesten worden verbroken en zooveel blijken van fiefdo ©n aanhankelijkheid, Ds. Groot Enzerink mochten ten dool vallen. Tot tekst werd gekozen Jesaja 52: 7. „O hoe liefelijk zijn op de borgen de voeten desgenen die het goede boodschapt die den vrede doet hoo- ren, desgonen die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet hooren; deegenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning!', Na in het kort het tekstverband te hebben toe gelicht, waarin do profeet na den nacht van Is- raëls druk- eerst door Assur, daarna door Ba- bylonië een heerlijk perspectief opent, waar door hij in verrukking komt en jubelend uitroept: O hoo liefelijk zijn op de bergen de voeten des- gonen die hot goede boodschapt, die het heil doet zien die van vrede sproekt, bepaalt Z.Eerw. zijn gehoor bij de beteokenis van den prediker in hot kerkelijk levon. De prediker is do boodschapper van hot leven de woord Gods". Er zijn zoovele boodschappers in onze dagen, boodschappora die spreien van een horschepping der wereld in een Paradijs. Boodschappers dio uit zich zelf komen! De ware boodschapper is hij, die gezonden wordt door God zelve en levensgemeenschap mot Hem heeft. Nadat gezongen is Gezang 36: 2 en 5 wordt overgogaan tot voorlezing van het boveetigingB- formulier, waarbij door Ds_. Groot Enzerink op de gestolde vragen, mot holder® duidelijke stem wordt geantwoord. De gemeente zong staande hierop den hieuwen leeraar toe liet 3e vers van Gezang 91, waarna Dr.-Schokking nog een persoonlijk woord tot den nieuwen Prediker richt, waarbij hij zegt dat niet aan hem de bevestiging word opgedragen omdat dit do vacature-Schokking gold, maar omdat tus- 6chen hem en Ds. Groot Enzerink al sodert jaren een band van vriendschap bestaat. Spr. had niet gedacht dat Ds. G. E. de gemeen te van Leeuwarden zou verlaten. Dait.i6 voor U een offer geweest. De gemoente daar had U lief daarvan getuigt de aanwezigheid van een aantal Friezen, die daarmede blijk geven van hunne war me liefde tot U. Uwe positie te Leouwarden was een geheel an dere als welke gij hier zult hebben in te nemen. Daar alleen staande komt gij hier in een kring van predikanten,, waar wol schakeering onder is, maar die toch één in .streven zijii. Moge Uw prediking zoo zijn, dat de Gemeente U mogo verstaan. Hij die riep, is getrouw! En moge het ook aan U vervuld worden dat het Woord Gods niot lodig zal wederkeoren. En gij gemeente, ontvangt bom als van God gezonden. Niot als predikhnt van een bepaalde groep of vertegenwoordigende een zekere richting, maar ontvangt hom indien Hocro! Als slotzang werd gezongen Psalm 72: 12. 's Avond te zes uur toen Ds. Groot En zerink zijne intrede deed was de groote Pie terskerk overvol. Nadat gezongen was Ps. 122: 1 en 3, gelezen een gedeelte van 2 Tim. 2, en Ds. Groot Enze rink in gebed was voorgegaan, sprak hij een in leidend woord waarin 6pr. herinnerdo aan het afscheid van Ds. Hoogenraad, oen week geleden. Sterke liefdebanden moesten toen verbroken wor den. Thans staat hier een prediker die men alleen Van geruchte kent en «Uc- Lioln ijowAiai is, dat liij die liefde niet vragen mag. De vorige Zondag was ook voor spr. een dag van scheiding. Met groote moeite heeft hij zich van de gemeente to Leouwarden, waar hij hon derden en honderden vrienden heeft, losgemaakt. Hij ziet hier onderscheiden trouwe Loeuwardor- vrienden m wier hart groote droefheid is. Maar spr. zelf ziet hen ook met groot-en weemoed. Vele jaren lang heeft men 't goed gehad mét elkaar; met dankbaarheid gedenkt hij aan den zogen op zijn arbeid en aan de niet te evenaren trouw die hij in Friesland mocht ondervinden. Dit moet hem van 't hart. Waarom drt gezegd wordt? In de ©ereteplaats zegt spr. omdat ik niet. wil vergeten wat achter is, waarin ik Gods hand mocht zien cn wat mij moed geeft om mijn taak hierwaartegen ik heel erg opzio te aanvaar den. Hij is overtuigd dat God hem ook hier voor zijn arbeid zal sterken. Maar in do tweede plaats wijst spr. hierop op dat de Gemeente goed zal weten dat hij een groo- cffer bracht, toen hij wat niemand verwacht had de roeping naar hier aannam. Spr. zegt dit opdat verslaan zal worden dat hij komt in ge hoorzaamheid aan zijnen Zender. God heeft hem dozen weg gewezen en spr. heeft na bangen en moeilijken 6trijd gehoorzaamd, vertrouwend dat God aUeon weet, wat goed is voor Zijn Kerk. God geeft niet altijd hot liefste, maar hei beste. Spr. is gegaan als Abraham, niot we tende waar hij komen zou. En zoo aanvaardt bij dan ook met groote op gewektheid zijn werk in deze Gemoente, waar hij voor de eerste maal de boodschap des ïïeila wen6cht te brengen volgens 2 Tim. 2: 8a: „Houdt in godachtonis dat Jezus C h r i 6 t u s uit de dooden is opgewekt". Spr. behandelt achtereenvolgens tot wie cn waar dit gezegd wordt, wat dit woord goeft ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE RB GEL ICL22 1/1 DES ZATERDAGS !O30 INGEZONDRSN RECLAMES DUBBEL TARIBS KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 ceel, bij vooruitbetaling voor 't heden eu wat het belooft voor de toekomst. Paulus spreekt hier tot zijn geestelijken zoon, met wien hij zich met banden des geloofs ver bonden weet. Met weemoed" denkt hij aan hen die afvallig werden, die ontrouw zijn geworden. Daarom roept hij Timotheus toe: Bewaar het pand u toebotroirwd. Dit woord heeft ook tot ons wat te zeggen. Het is gericht niet tot de kinderen der wereld, maar tot hen die weer gestaan hebben bij het Kruis van.Christus en die getoefd hebben in den hof van Jozef. Het gevaar is zoo groot dat wij er een niet goéd gefundeerde vroomheid op na houden, dat or is een v a 1 s c h o gerustheid. Rechtzinnige gemoente van Leiden, zegt 6pr., bczio uwe hope, graaf eens aan do fundamenten, hoedt u voor 't gevaar van in te sluimeren: houdt iu gedachtenis dat Jezus uit de doodén is opgewekt. Paulus hooft velerlei redenen om dit woord te spreken. Gods weg schijnt vaak zoo donker in dit moeitevolle-leven; het. kruis kan soms zoo zwaar drukken cn evenals aan Timotheus ver drukkingen wachten, zoo hebben zij dio aan'het Woord Gods vasthouden altijd tegen den stroom op te rooien. De tegenstand is vooral in onzo revolutionaire dagen vaak zoo 6terk, en daarom is 't zoo noodig dat wij vasten grond onder de vootcn hebben, dat wij in gedachtenis houden dat Jezus Christus uit do Aoodon is opgewekt. Wie dit loslaat, is alles kwijt. Eeu do o de Heiland, be teekent oen dood Christendom, maai am lovende Heiland oen le vend Christendom. Jezus leeft. Hij is opgestaan cn daarom kimn n do poorten der hel do gemeente niet overweldigen. Dit is van groote beteokenis voor het g e li e elo leven. Immers, Oo bloeitijd van het Calvinisme, was de bloeitijd van kunsten eu wetenschappen van handel en nijverheid. Do boste Christ? kt. zijn 'ook do beste burgers, niot omdat zij betere -menschcn zijn, maar om dat zij in Christus nieuwe schepselen zijn gewor den. Een waarachtig geloof bestaat niet in woor den, maar openbaart zich ook in kracht. Bij alle moeiten des levens is er de zekere troost, dat Christ as, de Borg, aan alle oischen van Gods wet heeft i oldaan en dat Hij leeft. Ook voor de toekomst opent zich hier een heerlijk perspectief. In Paulus is een man aan 't woord dio aan 'i einde vau zijn leven staat, zonder vreos, om dat hij mot Christus gestorven is en opgewekt. Sterven zullen wij allen. En daarna volgt het oordeel. Maar als Christus in ons leven mag en in ons gestalte mag ontvangen, dan kan al 't andere dat God met ons doen wil goed zijn. Ons eigen ik moet- sterven, opdat Christus iu ons love. Christus heeft overwonnen. Hij is opgewekt. Houdt dat iu gedachtenis. Voor hen die aan 't Kruis voorbijgaan is dit een harde waarheid, want Christus komt torug om to oordoelen...., maar hen, die in gedachtenis houden dat Jezus Christus is opgewekt, wacht de Kro'onmet brandend verlangen mogen zij uitzien naar do komst van Hera die dood was maar nu leeft. Na het beëindigen van dezo predikatie richtte De. Groot Enzerink zich aller eerst tot de Over heden dezer 6tad. Hët verheugt hem, dat er onder hen velen zijn, die weten dat volk alleen goed geregeerd kan worden als do overheid geleid wordt door de beginselen van Gods Woord. Spr. bidt de Overheid Gods zegen toe en spreekt ook do hoop uit dat de Burgemeester uit zijn krankheid raag worden opgericht en teruggebracht tot zijn gezin cn arbeid. Aan zijn bevestiger, Ds. Schokking brengt epr. een woord van dank, dat hij hem tot zijn arbeid heeft willen inleiden. Hij gevoelt hoe moeilijk het is, opvolgor te 2ijn van een man als Ds. S., die in velo opzichten ver boven hem staat. Maar ook in Leeuwarden, waar hij de plaats van Dr. Wagenaar had in te nemen ia spr. mot groo t-en schroom begonnen. Zijn arbeid daar werd echter rijk gezegend en dat heeft hem moed eoi"- Aan het Zoeklicht. Leiden, 18 April 1921. Het moment van den dag is zeker wel de fusie van niet minder dan zeven vrij zinnige groepen. Zaterdag bad de groote bruiloft plaats. Bij zoo'n bruiloft, het spreekt vanzelf, behooren Ook yeel gasten. Nu wat dat betreft was do zaak in orde. Do feestmaaltijd was volgens Mr. Dres- -selhuis de grootste, die naar menschen- -lieugenis in Amsterdam gehouden werd. Het aantal gasten bedroeg maar even 450. En Y rooi ijk dat "het er toeging! He,t hoogtepunt van den avond was vol gens de verslagen de tafel speech van den heer Henri ter Hall, de man van de ex- amusements-parlij en de zang van... de heer en mevr. Speenhof. Zij zongen een lied op den Vrijheids- Lond, aldus: „Een naturel ijk verschijnsel Zien wij in den Vrijheidsbond. Hoes verbaast anen z'ich er over, Dat 'hij al niot lang bestond". Is het wonder dat er in den lande groote geestdrift is voor dit ..naturelijk verschijn sel" en dat de verwachtingen hoog gespan nen zijn? OBSERVATOR. ven om naar Leiden te gaan. Het verblijdt hem dat Dr. S. hom bij de gemeento heeft willen in leiden goedkeuring van menschen is wel niet noodig, maar het kan toch sterken en bemoedigen. Dank wordt ook gobracht aan Ds. B o i s s e- vain die zoo welwillend hot bovestigingswerk heeft afgestaan. Vervolgens richt 6pr. zich. tot zijne ambts brood e r s. Jarenlang was hij in Leouwarden en in den geheelen ring de cenige rechtzinnige predikant. Dat zegt hoel wat. Zijn positie waa geen gemaldcelijke. Wat spr. daar miste hoopt hij in dezen kring te vinden. Laten wij, zegt hij, el< kaar ten zegen mogen zijn en samen arbeiden aan den opbouw der Gemeento van Jezus Chris tus. Een woord van vriendelijke begroeting wordt gericht aan de leden van den Kerkeraad, wio spr. loewooscht steeds getrouw te zijn iu net zoe ken van do eere Gods; oen woord van dank aan do loden van het Kiescollege voor het in hem gestelde vertrouwen; een woord van bemoe* diging tot de ledon yan de G c m c 0 n t e-c 0 m- missie en de_heeren Notabelen die in dezo dagen een zeer moeilijke taak hebben to vorvul- len. Vervolgens richt spr. zich tot hooren profes soren en étudonton, voor wie toch ook geldt dat er maar één wog is om zalig te worden; Jezus Christus, die van do dooden opgestaan is; tot do godsdienstonderwijzers op wier modewerking hij oen beroep doet; tot de orga nisten, do voorzangers, do kosters en de collectanten, dio ieder op zijn plaats werkzaam zijn in den dienst der Gemeente; tot Da. Boissevain die zich zulk oen welwillend gastheer toonde en dio de vacante wijk van Da. Schokking bearbeidde; tot de ouderlingen Bot en Verhoog, do medearbeiders in zijn wijk; tot do verschillendo vrienden die alles hebbea gedaan oan zijn komst naar Leiden to vergemak kelijken; tot de vrienden van buiten van nabij cn yan heol uit de verte; tot zijn eenige broeder, met uien hij samen God raag dienen; tot do vrienden uit Leeuwarden van wie hij mot zooveel moeite- scheidde. Tenslotte zegt spr.: Gomecnto van Lolden: daar hebt ge ioij. Als 't bij ons alleen om Gods Wioord gaat, dan zullen wij 't goed bij elkaar hebben. Met den wensch dat hij hie. rag mag vinden voor de liofdo en hartelijkheid in Leeuwarden achtergelaten, worden do toespraken besloten. Nadat Ds. Groot Enzerink den zogen heeft uit gesproken zingt do scharo hem slaando toe: Dat 's Heoron zegen on TT don' r luill fc.i ui^ Langs den afgrond. S) ,Ik bon het niet met u eens", zeide Paul, ir de deur gaande, „ondervinding, hoe hlijk ook, ie dikwijle de beste leer- estor", en zijn hoed nemende begaf hij h in do avondschemering naar buiten. j was ten prooi aan een geweldigen wsfcrijd. Wederom doorleefde hij eene sis in rijn leven. Wederom stond hij op tweesprong, niet wetende welken weg gaan moest. .Was het zijn plicht, zoo vraagde hij 'h zelf af, was het zijn plicht David te an zoeken de pleegbroeder, die hem stolen, die hem zoo menigmalen veron- lijkt had? Moest hij zijn tijd en zijn geld ten offer en gen om iemand te zoeken, die niet mschte gevonden te worden, en die geen it had om den goeden weg op te gaan? nest hij voor onbepaalden tijd eene hoop •geven, die hem meer waard was dan het ren, ja, misschien voor altijd de gelegen- ad v-oorbij laten gaan om Abigail's hand winnen? Moest hij zich zelf dan altijd [or anderen opofferen? Moest David een Ijvend kruis voor hem zijn? Ier wijl dergelijke overdenkingen hem bc7itrhielden, was hij de laan, die langs Rosevallion .voerde, door gegaan, en had hij ue duinen bereikt. De frissche zeewind streek hem thans langs de gloeiende sla pen. Hij had tor nauwemood een blik ge slagen op het hem zoo welbekende huis. dat daair nu eenzaam en verlaten lag, te midden van den verwaarloosden tuin. De invallende duisternis belette hem niet ver der te gaan. Hij liep steeds door, totdat hij den rand der duinen hadberreikt en hij de zee aan zijne voeten hoorde raischen. Hier wierp hij .zich lang uit op bet gras, en deed zijn best om tot een besluit te ko men. Daar ginder was de rotspunt waar hij en Abigail eens door den vloed waren overvallen geworden. Hoe lang scheen dat wel geleden! Hoe veel had hij sedert dien tijd niet doorleefd! Daar was de strijd des levens pas begonnen, die voortdurend hee- ter was geworden, en waarin hij thans dreigde te bezwijken. "VVat moest hij doen? Toen was het hem op eens, alsof uit de diepte der zee eene stem tot hem kwam, welke de woorden lierhaaldo, die jaren ge leden zulk een diepen indruk 'op hem had den gemaakt: „Geen kroon zonder kruis, geene over winning zonder strijd, geono hoerlijkheid zonder voorafgaand lijden." Onwillekeurig schrikte hij er van, niet begrijpende hoe juist deze woorden hem thans voor don geest kwamen. Moest hij de hoop van zijn leven, de wensch zijns .harten opgeven ter wille van iemand dien hij innerlijk verachtte? Neen, het kruis was to- zwaar, de last te groot om te kunnen dragen. Slechte een paar unr geleden had het leven hem een schoonen droom toegeschenen, had hij zich zoo licht gevoeld als een vogel. Na jaren van wachten en verlangen, van hopen en wanhopen, scheen de droom zijns levens werkelijkheid te zullen worden. Nu was alles weer donkor en onzeker. Het gesprek met zijne pleegmoeder had al zijne vreugde verstoord. Geruimen tijd bleef hij in gedachten ver zonken, hij wiet zelf niet hoe lang, maar eindelijk sprong hij overeind, en stond eene poos op don rand der klippen voor zich uit te staren. In de verte zongen de golven haar klagend lied, en nog altijd klonken uit de diepte der zee 'hem dezelfde woorden tegen: .,Gcen kroon zonder kruis.' „Neen", riep hij de vuisten ballende, „ik kan het niet doen. Ik heb veel voor David over, maar dit niet, dit niet." rite Wliiij; gêné men Ie hebben, keer de hij zich om, on nam den terugweg aan Doch de strijd w-as nog niet geëindigd „Voordat hij zich ter rus to begaf viel hij op UO kluOc-n CU UUU Jjau. um ten einde te welen wat recht was, en om kracht, opdat hij zou kunnen dragen, wat hem opgelegd werd. Eerst was alles duis ternis rondom hem, en scheen de hemel mn koper; maar eindelijk week de duis ternis, en brak het licht door de welken. Het was lang na middernacht voordat hij zich to bed begaf, maar 'toen was er vrede in -zijm hart., en lag er een rustige glimlach op zijn gelaat. Hij had den strijd gestreden en met Gods hulp de overwin ning behaald. „Moeder", zeide hij den volgenden mor gen, terwijl hij haar een kus gaf, „ik zal doen wat gij verlangt. Ik zal David gaan zoeken. HOOFDSTUK XXXVIII. Gezocht en gevonden. Hot zou ons te ver voeren, indien wij Paul gedurende do eerste negen maanden wilden volgen. Hij leende niets van Londen, niets van het leven in een groote stad. Hij bevond zich op een geheel onbekend terrein. De ontzettende drukte op straat; die tallooze straten zelf; do verblijfplaatsen van zonde en ellende; do vergulde ondeugd; do ver borgen hinderlagen, de ongedachte gevaren uut alles w uo UCiu vieuuü. Maar hij bezat "een groote mate van ge zond venstand, moed en geduld, oh hij was dus- niet bevreesd voor hetgeen hem te wachten stond. Nu hij eenmaal oen vast/be sluit had genomen, liet hij zich door nieta van zijn voornemen afbrengen. Met vasten wil onderdrukte hij zijn eigen wenschen, verharde hij zijn hart tegen zijn eigen verlangen, en zette zich aan het werk met het onwrikbare plan al het mogelijke te zullen doen om David terug te» vinden: Zijne moeder vernam met blijde verrassing zijn besluit. Tech gevoelde zij wel eonig zelfverwijt, want bij ernstig nadenken moest zij begrijpen, hoe zwaar het offer was, dat hij bracht. En dat offer bracht hij ter wille van iemand, doo-r wien, en om wien hij voortdurend onrecht te lijden had gehad. En toen zij de handelwijze van haa« pleegzoon vergeleek met haar eigen ge drag haar leven lang, kon zij een brandend gevoel van 6chaamte niet onderdrukken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1