Dagblad voor Leiden en Omstreken.
stadsnieuws:
GHE COURANT
flit
ABONNEMENTSPRIJS
31 IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
lCl|EB KWARTAAL 12.50
S9ÏEE WEEK10.1»
'BANCO PER POST PER KWARTAAL 12.00
2de JAARGANG. - VRIJDAG 15 APRIL 1921 - No. 318
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
AUVfcRlENTIE-PRIJS
TER GEWONE REGEL 10221/>
DES ZATERDAGS IO30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVEBTENTIB3 tui hoogstel»
30 woorden 50 cent: Zaterdnga 75 cent,
bij Toornitbetaling
öiaaisvooguij.
Dat bij de regeling van den leerplicht
rel degelijk de bedoeling voorzit de staats-
oogdij uit te breiden en de ouders van
iun plaats te dringen, bleek Donderdag
ij de behandeling van een amendement,
m de leerplicht ook te doen gelden voor
et z.g. buitengewoon lager onderwijs.
Er zijn helaas tal van kinderen, die hot
ewone onderwijs- niet kunnen volgen.
Achterlijke kinderen, geestelijk niet
ormaal, beklagenswaardige schepselen
&ak.
Op de gewone 6cbolen zijn zo meestal en
.chzelf en den anderen leerlingen tot last
Toch heeft de practijk geleerd dat ook
oor deze kinderen behoorlijk, geheel op
unne eigenaardige behoeften ingericht on-
prwijs nog van veel beteekenis kan zijn»
Vandaar dat we hebben gekregen bui
tgewone scholen.
i En met blijdschap mag het geconsta
jerd hot waren alweer de voorstander*
an Christelijk onderwijs, die ook 'hk|
'eer voorop gingen.
Mot groote geldelijke opofferingen vaalc
Terwijl zij die zoo den mond vol heb
en van goed onderwijs, en die de tegen»
landers van den leerplicht bij voorkeur
Is „dompers" brandmerkten, op dit ge-
ied niets tot. Stand brachten.
Toch werd juist van die zijde een poi
ing gedaan om ook het buitengewoon on-
erwij6 verplichtend to stellen.
Van Rijkswege moesten dan maar overal
«richtingen worden gesticht, waarin de
leinen dan zelfs tegen den wil van hunne
"Riders konden worden ondergebracht.
A Met de wonschen en verlangens van de
Jlidere behoeft niet te worden gerekend.
De almachtige Staat kan immers alles
mag immers alles!
De kinderen behooren toch in den grond
er zaak niet aan de ouders, maar aan den
nat., die hier de eer*
Geluidei g is dit amendement
Eet werd bestreden niet op principieele,
aar dan toch op practische gronden.
Bovendien deinsden sommige ijveraare
>or den leerplicht van deze consequentie
snog terug.
Intusschen had dit amendement dit oor-
«el dat het ware karakter van den -leer-
icht daardoor nog eens duidelijk in het
'ht werd
Inwendige Zending.
Gisteravond trad voor do Chr. Geref. Ver.
or Inwendige Zending „Filippus,,, Ds. A. M.
irkhoff van Utrecht in do Chr. Geref. Kerk al-
er op met het onderwerp „hot Witte Paard".
Hot kerkgebouw was geheel gevuld toen de
oratter van „Filippus" de heer D. Kruit, na
rt gezongen was Ps. 19 vers 5 het samenzijn
ende met gebed en het lezen van Matth. 24
n vore 1 tot 14.
r^Hij sprak namens de vereeniging zijn blijd-
■virhap uit dat zoo velen waren opgokomen en vaft
n belangstelling blijk gaven.
K/ujHij hoopte dat het woord dat gesproken zou
•sijSrden in goede aarde zoude vallen, en dat hot
Kor allen ©en rijk gezegende avond mocht zijn.
«erna gaf hij het woord aan den spr sr van do-
oh avond, die onder hot zingen van Ps. 25 vers
j|den kansel beklom.
ipr. zou oen redo houden over het witte paard
.r aanleiding van Openb. 6 vers 1 en 2.
iVij leven aldus begou hij te zoggen, in een
onderen tijd en onder do kenmerken daarvan
ook de drang die algemeen wordt gevoeld tot
;elisatie.
jNog niot zoo heel lang geleden zagen wij uit
hoogte neer op het werk van het Leger des
>ils, om in stegen en sloppen te gaan en overal
in de onmogelijkste plaatsen het Evangelie
brengen. Do kerkdeuren 6tonden immers wijd
ons open en iedereen kon komen, niemand
rd verhinderd binnen te gaan.
Dio tijd is voorbij, in Horv. en Geref. Kerken,
overal is een drang naar Evangelisatie.
Sprekor zou tweo vragon stellen, en wel „waar
uit is die drang to verklaren", eu „waartoe noopt
ods die drang."
Is die drang_to vorklaren uit behoudzucht, een
angst voor afbrokkeling. Neen, dat is het niet.
Er werkt oen geostelijko factor. Het eerste van
de zoven zogolen is goopend, en het witte paard
rijdt uit, overwinnende, en dat is. de drang tot
het werk der Evangelisatie.
Steeds is door de uitleggers der Schrift het
voorgesteld alsof het boek dor Openb. ons in vo
gelvlucht liet zien den tijd van de Hemelvaart
tot de wederkomst van Christus, doch het we
reldgebeuren heeft dit 6teeds gelogenstraft, ro
den waarom velen het boek dor Openb. maar heb
ben gesloten.
En nu heeft God niet het minst na 1914 zooiets
vreoselijks gewerkt en werkt Hij nog steeds tht
onze ooren klinken.
En nu komt eon andere opvatting naar voren.
Het zal zijn ©en machtig visioen dat ons hc-t laat
ste van het oindo doet zien; datgeno wat voor
bereidend werkt voor do wedorkomst van Chris
tus God, zittende op Zijnen witten troon, en in
Zijn hand oen vorzogelde rol beschreven van bin
nen en van buiten. Wie zou die rol openen? Al
leen het Lam dat geslacht is, was waardig die
zegelen te verbroken en de rol te openen en na
het vorbreken van het zevende zegel was daar
do niouwo hemel en do niouwo aarde.
Doch Christus heeft gezegd, het Evangelie zal
aan alle volken verkondigd worden, en dit ver
klaart den drang tot Evangelisatie onder heide
nen, onder Joden en onder het volk dat nu nog
een deksel voor hot aangezicht hooft.
Thans is het begin van het oinde aangebro
ken, doch aan den Heore laten wij over hoelang
die zijn zal.
Het zovendo zegel zien wij overgaan in zeven
bazuinen, en de zovende bazuin gaat over in ze
ven violen, en als de ontwikkeling van het we
reldgebeuren in 25 of 50 jaren zoo doorgaat in
hot tempo van heden, wie weet, hoever wij dan
al zijn, God alleen is dit bekend. Doch gelijken
tred met den voortgang van het wereldgebeuren
houdt ook do steeds toenomendo drang naar de
Zending.
cHot Witte Paard rijdt uit, en het rijdt door de
gohoelo aarde ook door do Joden en ook door de
gedoopte Heidenen.
En lijkt het or wel naar of dit paard zal over
winnen?
Neen, het lijkt er niet naar, en toch zal het
overwinnen.
Naarmate het uitrijdt waarachter do satan nog
een ander wit paard ziet (Openb. 9) maakt hij
zich op dit paard togen to houden. Hij is bezig
het paard in de verzenen te treffen, opdat zijn
berijder ter aardo zal storten, doch dit zal hem
niet gelukken. En hom die daarop zat word een
boog gegeven en hij treft mot zijn pijlen, dio hij
neemt uit den pijlkoker des Evangelies om to
schieten naar allen, ook naar Joden en Heidenen
en al treffen alle pijlen geen doel, en al schijnt
het dat het witte paard niot overwint, later zien
wij het reeultaat, hot Evangelie heeft overwon
nen, hot wint altijd, of rechts of links. Wij moe
ten steeds doorschieten mot de pijlen des Evange
lie en al zouden wij hondorden jaren daarmee
doorgaan en zou er maar één worden getroffen,
dan was het werk toch niet vergeefs geweest.
Alsnu verzoekt spreker te zingen Ps. 118 vers
8 en 13, intusschen zou gecollecteerd worden voor
het werk der Inwondige Zending. Nu kwam spro-
ker tot zijn tweede vraag, „waartoe noopt ons
dio drang." Onbewust veelt do Schopping dat de
dag van Jezus aanstaande is, wij moeten do oogen
wijd open doen voor de teckenen dor tijden en
luisteren naar het geluid der bazuin.
Het uitrijden van hot witte paard moet ons
nopen tot zelfonderzoek dat wij niet ijveren voor
do Evangelisatie zonder zelf deel er aan te heb
ben. Laten wij opletten, dat het witte paard ook
voor ons is uitgereden, wij moeten er naar staan
dat hot witte paard ook in ons triuphoero, wij
moeten opwassen in de heiligmaking en do ken
nis van 's Heeren paden.
Wij kunnen goon harten bekoeren, doch het wit-
to paard bij den teugel leidon. Wij moeten het
Evangelie prediken, doende als «en zaaioi> dia
niet vraagt, voor hij zaait, hoeveel vrucht hij er
van ontvangt, maar het aan God overlaten wat
Hij van ouzen arbeid zal doen gelukken.
Gods Woord zal nooit lodig tot Hom woder-
keeren, maar voorspoodig zijn waartoe Hij kot
zendt.
God heeft ook niet noodig welsprekende rede
naars om harten te bekeeron, daartoe kan God
ieder gebruiken zelfs do oenvoudig6te, zelfs een
kalenderblaadje kan het middel daartoe zijn.
Broeders en Zusters van Leiden, laat het u een
verheuging zijn dat or hier nog mannen zijn dio
het werk der Evangelisatie hebben tor hand go-
nomen, steunt hen met uwe krachten on uwe ga
ven zooveel als in uw vormogen is. Hiermee ein
digde spr. en na het zingen van Ps. 98 vers 4
en dankzegging gingen allen onder den indruk
van het gesproken© huiswaarts.
In do Algomeene Vergadering van Aandeel
houders der Commanditaire Bankvoreeniging Sla
venburg Co. to Schiedam zijn de Balans en
Winstrekening over 1920 goedgekeurd en is het
dividend over dat bóekjaar bepaald op 12 pet.
(v. j. 12) terwijl aan Oprichtorsaandeelen een
dividend van f 171.25 werd toegewezen.
In do daarop volgende vergadering van Aan
deelhouders der Naamlooze Vennootschap Slaven
burg Co.'s Bank werd tot Commissaris be
noemd de hoer J. A. van Wijngaarden te 's-Gra-
venhage.
De heer A. J. do Langen, alhier is tor be
schikking gesteld van den gouvernour-generaal
van Nedcrlandech-Indië., om daar to lande te
worden beqoemd als lecrling-boscharchitect.
De heer Dr. H. Muller, alhier, is ter be
schikking gestold van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië, om daar t© lande voor
den tijd van 5 jaar te worden werkzaam gesteld
als gouvernementsarta bij den burgerlijken ge
neeskundigen dienst.-
Met ingang van 16 April is Mr. Kruyff. te
Sassheim, tijdelijk belast met de waarneming van
do betrekking van inspecteur dor directe bekis
tingen en is hij werkzaam gesteld aan de inspec-
lie dor dirocto belastingen, enz. alhier, 1st© afd.
De voor ongeveer een :aar benoemde hoog
leeraar in de Tropische Hygiene aan do Univer
siteit alhier Dr. P. C. Flu, laatstelijk diroctour
van het Geneeskundig Laboratorium te Welte
vreden, wordt met hot e.s. „Vondel" op 7 Moi
aj. in Nedorland verwacht.
In de Haven ia men thans bezig met behulp
van kranen de etoomboot de Vereeniging, wolko
Zaterdag 1.1. is gezonken, te lichten. Zooals be-
grijpolijk is, hoeft dit werk nogal bekijks.
Gisteravond to 6.50 uur had er op het empla
cement der N. Z. H. T. M. een botsing plaats
tusschen de stadstram die naar Oogstgeost ver
trok en de tram naar Noordwijk. Het gevolg was,
dat hot achterbalcon van de stadstram totaal
werd ingedrukt en do glasruiten werden vernield.
De. inzittende passagiers kwamen, hoewol zij hevig
door elkander goschud werden, mot den schrik
.rij. Tweo hoeren op het achter balcon liepen
ontvellingen aan d© handen op door de glasrui
ten. De oorzaak van het ongeval is te wijten aan
liet feit, dat beide trams tegelijkertijd naar de
richting Oogstgoost vertrokken, hetgeen volgens
reglement verboden is. Wien derhalve schuld
treft, zal uitgoraaakt moeten worden.
Hedenmorgen vroeg word op do Veemarkt oen
koe, dio zich zoor woest aanstelde, op verzoek
van den eigenaar door personeel van het Slacht
huis doodgeschoten.
BINNENLAND.
Het overlijden van de ex-keizerin.
Het was Donderdag bijzonder druk in
Doorn. Een zwerm Fransche en Engelscho
journalisten, pers-fotografen en filmopera
teurs met hun langbeenige toestellen zijc
over hot dorp en de omgeving van het
kasteel neergestreken, omdat men ver'
moodde dat niettegenstaande de officieel^
berichten, welke on6 heden nog uit de best*
bron bevestigd werden, dat het stoffelijk
overschot, van de ex-keizerin eerst Zondag
zal woTden vervoerd, deze gebeurtenis toch
vandaag zou plaats hebben.
Tegen half negen was het in hot. dorp
zwart van de menschen en auto's, waar
van vele uit Utrecht en omliggende plaat
sen waren gekomen. Een hardnekkig ge
rucht liep dat hedenavond de overbrenging
naar liet station Maarn zou plaats hebben
We hebben naar de bron van dit gerucht
geinformeord cn daarbij bleek ons, dat. -het
afkomstig was van het dochtertje van den
doodgraver!
'6 Middag6 om drie uur hoeft de ex-
kroonprins in gezelschap van den hofmaar
6chalk Gontart per auto een bezoek go
bracht aan den rouwtrein, die sind6 giste
ren aan het station Maarn gereed staat.
Deze trein bestaat uit twee bagage-wa
gens en twee salonrijtuigen. De eerst»
bagagewagen is als lijkwagen ingericht en
met; eparregrocn versierd.
Aan het kasteel te Doorn zijn wederom
tal van kransen afgegeven, waaronder een
van Z. K. H. Prins Hendrik, aangeboden
door Jhr. Roöll, een van de Johannieter
orde, welke werd aangeboden door baror
van Hardenbroek, een van graaf van
Lijnden en een van den Duitschen gezant.
Patrimonium.
Allo afdeolingen van Patrimonium in
het gewest Zuid-Holland, worden uitgo
noodigd zich te doen vertegenwoordiger,
op do Jaarvergadering van den Z.H.B.P.
te houden op Woensdag 20 April 1921, dei
namiddags te 1 uur, te Rotterdam, in het
gebouw „Concordia" Kipstraat 18b.
Agenda: 1. Opening; 2. Notulen, 3. Me
dedeolingen en ingekomen stukken; 4. Be
6preking en vaststelling verslag 192G
Secretaris-Penningmeester; 5. Behandeling
voorstel van het bestuur tot wijziging der
Statuiten en huishoudelijk regloment; 6.
Behandeling voorstel van het bestuur om
het aanital bestuursleden van 5 op 7 te
brengen; 7. Verkiezing van (7) bestuurs
leden8. Verkiezing lid finantieele oom
missie. Aftredend F. de Haan van Dor
drechfc (niet herkiesbaar); 9. Verkiezing
tweo afgevaardigden voor de op 24 en 2.'
Mei te Arnhem te houden Verbondsjaar
vergadering; 10 Rondvraag; 11. Sluiting
Dc internationale luchtpostdienst.
Gistermiddag weid de international,
dienst van de Koninklijke Luchtvaar
Maartschappij voor Nederland en Kolonie
op Schiphol feestelijk geopend; in tegei
woordigheid van Prins Hendrik en tal va
andere autoriteiten. Mot auto's stoom- e
motorbooten werden de genoodigden naa
het vliegveld in de Haarlemmermeer gt
bracht. Daar waren o.a. ook de Ministc
van Waterstaat, de heer König, en zij
ambtgenoot van Oorldg (en Marine a.i.)
generaal Pop; de leden van den Raad va:
Beheer en aandeelhouders van de K. L. V
do Ameterdamsche wethouder van Publk
ke Werken, de heer De Vlugt, en de direa
tour Bos van den dienst; en vertegenwoor.
digers van de Kon. Luchtvaart Vereeni
ging-
Tegen twee uur, toon de eerste officieel-»
afvaart naar Londen zou plaats hebben
op dienst regelingtijd verschenen het
luchtvaartexcadrille van de marine nit
„De Kooi" onder oommando van den luit
ter zee tete klasse Doorman; uit Soest er-
berg kwam een eskader van de landmacht
aangeveerd door kapt. Hardenberg. De
beide oommundanten stelden hun officieren
voor aan Prins Hendrik, die vergozeld was
van zijn adjudant, den kapitein tor zee
jhr. Von Miihlen. Daarna begon de plech-
ntighoid.
Bij het vliegtuig, dat naar Londen vei»
trok, een nieuw Fokker-verkeersvlieg
tuig, eendekker van het typo F. III ver
zamelden zich de aanwezigen.
De Minister van Waterstaat, de heer
Kbnig, hield daarop een rede. Z.bxc. noem
de het een eer cn een genoegen, op
van do Kon. Luchtvaart Maatschappij den
dienst te openen in tegenwoordigheid va»
Prins Hendrik, een symoool van de warme
belangstelling van het Koninklijk Huis
voor hot nieuwe verkeer.
Spreker weer or op, dat de Maatschappij
streeft naar versterking van hot nationale
vermogen, waarvoor hij haar hulde bracht.
De mannen van de „Elta" vindt, spr-. hier
terug. De Minister wees ten 6loLte op de
medewerking van de Staten Generaal en
van de Departementen van Waterstaat, en
van Oorlog en Marine; ook hot Hoofdbe
stuur yan de Posterijen en de gemeente
besturen van Amsterdam en Rotterdam
hobben krachtig gesteund. Bijzondere
waardeering had Z.Exc. voor den Meteor-
logischen Dienst, die de veiligheid zoozeer
bevordert; met. dank aan den Prins vooij
iien6 bereidverklaring om den dienst of
ficieel te openen werd de rede besloten.
Toen, terwijl de schroef draaide en snor
de, de militaire kapel 6peelde, stegen dq
piloot Hinchcliff en rezigers naar Londen,
onder wie één dame, in. De Prins nam do
beide kettingen in handen, waarmee de
wee blekken voor de wielen van de machi-
io weg getrokken zouden worden. Nog er;
>ogenblik en met een kort rukje trok do
?rins de met ziJver-beslagen blokken weg,
-n de eendekker steeg op
Juist daalde een andere, die uit Londen
.wam, en via Rotterdam voor het eeret
in dienst hier landde, meevoerende een pas
sagier en bagage, waaronder couranten
Hot vertrokken vliegtuig was trouwens oolj
'.velgeladen met goederen vracht.; kievits
eieren, sigaretten, bloemen, wild, en
en varkentje van 7 weken (oat a;
ïiot levend te vervoeren is) uit een van de
okkerijen bij Twello, vlogen mee.
Een kwartiertje later vertrok de machi-
;0 naar Hamburg. De dienstregeling zal
n den vervolge het uur van 9 in den och-
end aanwijzen, maar voor den eersten
:eer ging de afvaart in den middag
Do plechtigheid was hiermee uit.
Uitvoer van eieren.
Het Ned. Weekblad voor den handel in
vruidenierswaren meldt, dal in de week
an 7 tot 14 April in totaal naai lri:_eiand
ijn geëxporteerd 2709 kisten, inhoudende
'50.800 eieren.
Rijst.
Gemeld wordt dat de pellers de:i prijs v *n
t Amerikaansche tafelryst met j 5 per
sal hebben verlaagd.
Suikervoorziening.
Volgens het Ned. Wkbl. voor den h m lel
i Kruidenierswaren heeft do Minister de
rijkscommissie van Toezicht op de Sui-
.m-voonziening ontbonden.
Nederland en Duitschland.
Het Wolff-bureau seint ons uit Berlijn
i.d. 13 dezer:
Op het schrijven van den rijkspresident
aan H. M. Koningin Wilhelmina, waarin
hij zijn dank uitspreekt voor hot beharti
gen dey Duitsche belangen gedurende den
oorlog, is het volgende antwoord, geda
teerd Den Haag 5 April, ontvangen:
„Mijnheer de President. In uw brief van
2 Februari heeft u de goedheid gehad mij
den dank te vertolken der Duitsche re
geering, wijl het Koninkrijk der Neder
landen gedurende den oorlog dn verschil
lende landen de Duitsche belangen behar
tigde en de Nederlandsche vertegenwoor
digers, ondanks verschillende moeilijkhe
den, in staat zijn geweest, dat. met. de
Duitsche belangen rekening word gehou-
g FEUILLETON
JLangs den afgrond.
77)
'Maar James antwoordde niete, en na
>g eenige oogenblikken gewacht te heb-
m droop Joêl af. Toen hij de 6mederij
tn Ned Newlyn voorbij kwam, besloot
j daar een tweede poging te wagen, en
et de armen over de onderdeur geleund,
>gon hij een praatje.
iNed zat op zijn aanbeeld, en rookte kalm
jn pijp; 't was duidelijk te zien, dat het
erk hem op dat oogenblik niet over de
ind liep.
„Gij neemt er uw gemak van, buurman",
ide Joel met zijn minzaamsten glim-
ph.
i„Ja", zei Ned koraf, „dat moet een
ensch wel eens doen."
1?' ,,'t Is waar ook", hornam Joel, zijno kool
jhrapende, „zoudt gij dat kleine reke-
■•nget.je van avond ook met mij kunnen
/reffenen?"
'an! „Uwe rekening vereffenen?" antwoord-
-Ned gemelijk. „Neen vriend, dat heeft
BH i>g veertien dagen tijd."
,,'t Is waar", zeide Joël zoetsappig, „ik
gewoonlijk eeno maand crediet, maar
-ut is geene verplichting."
>»'t Kan wel zijn", huaam Ned, „maar
gij zult den gewonen tijd op uw geld moe
ten wachten."
,,'t Schijnt dat gij niet be6t bij kas zijt",
sprak Joel op gemoedelijken toon, „en ik
wil u graag helpen. Betaal mij maar met
uwe aandeelen in de Wheal Anthony tegen
tien shillings per stuk. Daar kimt gij niets
tegen hebben, 't Ï6 wel wat gewaagd, maar
voor een buurman moet men iets willen op
offeren."
Gedurende deze kleine toespraak wat
Ned van het aanbeeld afgesprongen. Zijn
gelaat was block van verontwaardiging,
zijne oogen vlamden van toorn.
„Hoor eens, Joël Quirk," zeide hij met
heosche stem, „ik heb nooit veel goeds
van u gedacht, maar nu weet ik, dat gij
een lage huichelaar zijt. Kom mij niet aan
met uwe praatjes yan goede buurechap.
terwijl gij mij met open oogen tracht te
bedriegen, te bestelen."
„Wat! Hoe!" riep Joël verschrikt. „Pas
op uwe woorden, Ned Newlyn."
„Ik weet heel goed wat ik zeg," ant
woordde de 6mid, „en ik herhaal het-, gij
zijt een groote huichelaar."
Daarop draaide Ned Newlyn zijn bezoe
ker den rug toe, en begon verwoed het
vuur in do smidse op te poken.
„Ik ben eon ezel geweest," zeide Joel
lot. zich zelf, terwijl hij met langzame
6chroden huiswaarts koorde. „Eerst had
ik moeten onderzoeken, of Paul er voor
mij geweest was. Die ellendige jongen, wie
had kunnen denkon, dat hij 't eorst aan de
anderen zou verteld hebben."
HOOFDSTUK XXXVII.
Strijd.
Paul begaf zich don daarop volgenden
Maandagmorgen met den eersten trein
naar Ferndale. Hij verlangde de zaak zoo
6poedig mogelijk in orde to brengen, ten
einde onverwijld naar Amerika te kunnen
terugkeeren om Abigail te zooken.
Sir George ontving hem met de meeste
voorkomendheid, ditmaal niet in zijn eigen
kamer, maar in de bibliotheek. Zonder
omhaal van woorden deelde Paul hem kort
en zakelijk mede wat hij te zeggen had, en
eindigde met de vraag, welke belooning
men zijne moeder zou willen toekennen.
Gedurende eenige oogenblikken 6cheen de
oude heer sprakeloos van verbazing. Met
eon ongeloovig lachje had hij naar Paul
geluisterd. Het nieuws scheen hem te goed
om waar to kunnen zijn.
„Wat dat aangaat," zoido hij, op de
vraag van Paul doelende, „daarover moe
ten de directeuren beslissen. Maar, indien
hetgeen gij vertelt waar is, dan zult gij
op dat punt geene moeilijkheden onder
vinden."
„Ik heb de ader zelf gezien", antwoord
de Paul, „en wat het gehalte van het tin
aangaat., daarvan kunt gij u zelf overtui
gen." Bij dozo woorden maakte Irj een
klein pakje open, dat verscheiden stukjes
erts bevatte.
„Grooto goedheid!" riep Sir George met
schitterende oogen, „hoe komt gij daar
aan?"
„Uit de nieuwe ader", antwoordde Paul
kalm.
„Jong roensch indien gij niet den spot
met mij drijft zeide Sir George
wiens handen beefden van ontroering.
„Mijnheer!" riep Paul, van zijn stoel
opspringende en den edelman vlak in het
gelaat ziende.
„Vergeef het mij, Vivian, vergeef het
mij," zeide Sir George. „Gij moet het mij
waarlijk niet kwalijk nemen, maar ik ben
zoo verrast,- dat ik ternauwernood weet
wat ik zeg."
Paul ging weder zitten, een weinig blee-
ker d:m een oogenblik Ie voren.
,,'t. Is verwonderlijk", zeide Sir George
de stukken een voor een door een vergroot
glas bekijkende. „Wat zullen de directeu
ren in bun schil* zijn."
„Daar hebben zij allo reden toe", meen
de Paul.
„En zeg mii nu eens, Vivian, wat be
dingt gij voor uw aandeel in deze zaak?"
vraagde Sir George, het vergrootglas
noerl eggende.
„Niets, Mijnheer".
„Niets!" riep Sir George.
„Als men moeder slechts goed bedenkt,
dan verlang ik niet6 meer."
Een oogenblik zag Sir George den jon
gen man onderzoekend aan.
„Maar gij zult wel niets hebben tegen
eene goeie betrekking bij de mijn?"
vraagde hij daarop.
„Zoodra dezo zaak geregeld is, denk ik
weer naar Amerika terug te keeron," zeide
Paul, terwijl hij eene kleur kreeg.
't Spijt mij, dat te hooren. De beste
jongelui gaan ons altijd verlaten."
Paul antwoordde niet, maar ocui oogen-'
blik later stond hij op om afscheid te
nomen.
„Neen, zoo laat. ik u niet gaan", riep
Sir George. „Gij blift bij ons ontbijten."
Paul maakte eenige verontschuldigin
gen. maar Sir Georgo wilde daar niets van
ivooreu. Hij nam den jongen man mede naar
het salon, waar zij Lady Penrith aantrof
fen. Zij begroette Paul met de meeste har-
tciijkhe J, terwijl deze het gevoel kreeg,
dat hij voor die mdoie dame met hot
sneeuwwitte haar wel had kunnen knielen.
(Wordt vervolgd).