L
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
66>
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.Ö0
2de JAARGANG. - VRIJDAG 1 APRIL 1921 - No. 306
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTiE-PRIJS
PER GEWONE RÉGEL 10.22 1/1
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIE*
KLEINE ADVERTENTIES van hoogsteni
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling -I
V Onze eerste verjaardag.
Het is heden een jaar geleden dat het
eerste nummer van ons blad van de pers
kwam.
De Nieuwe Leideche Courant
Viert vandaag haar eersten verjaardag.
In het eerste artikel waarin wij het nieu
we orgaan bij de lezers inleidden, hebben
wij gewaagd van 61<r i jd. en zegen.
En als we nu na een jaar op den afge-
legden weg terugzien dan komen we van
zelf op hetzelfde thema.
Van s t r ij d kunnen wo gewagon.
Moeilijkheden van allerlei aard deden
zich voor.
Wij hadden te strijden met hen die bui
ten zijn, met onze tegenstanders op gods
dienstig en politiek terrein, maar mooilij-'
ker en zwaarder en meer afmattend was
iostrijd met hen van wie met grond ver
wacht mocht worden dat zij ons zouden
steunen.
Aan critiek, ook aan afbrekonde critiek
heeft het ons niet ontbroken.
Hoeveel lauwheid en onverschilligheid
was er niet vaak, om van opzettelijke te
genwerking niet te spreken, ook daar, waar
men warm meeleven en hartelijke sym
pathie zou hebben verwacht.
En als we dan bovendien nog herinneren
dat de papierprijzen een nooit gekende
hoogte bereikten, dan zal het duidelijk zijn,
met hoe groote moeilijkheden wij hadden
to worstelen.
Maar Gode zij dank, wij hebben op dozen
eersten gedenkdag niét alleen te 6proken
van strijd en worsteling, maar ook en meer
nog van zegen, van ongedachten zegen
menigmaal.
Wij zijn ondanks alle moeilijkheden ge
wassen in dit land.
Vooral do laatste maanden is het aantal
abonné'6 zeer beduidend vermeerderd.
In 6ommige plaatsen gingen we zelfs met
sprongen vooruit.
De „Nieuwe Leideche Courant" hoe jong
ook, is in duizende gezinnen reeds gewor
den een huisvriend, die eiken dag opnieuw
met sympathieke belangstelling wordt ont
vangen.
Wij hebben met ons orgaan vasten voet
gekregen en het is een heerlijke gedachte
dat wij in ons blad een tribune bezitten,
vanwaar voortdurend onze beginselen kun
nen worden verdedigd.
Zeker, wij zijn or nog niet.
Er valt nog veel te verbeteren.
Zoodra mogelijk zal tot uitbouw naar
alle zijden moeten worden overgegaan
willen wij aan do zoozeer uiteenloopende
belangen van onzen groeienden lezerskring
voldoen.
En om daartoe to geraken, doen wij met
vrijmoedigheid een beroep op den steun
en do medewerking van onze lezers.
Wanneer allen die belangstellen in onze
6choono beginselen mee hunne schouders
zetten onder dit werk, dan zal het niet al
leen gelukken ons blad een blijvende plaats
te verzekeren, maar dan zal ook binnen
niet te langen tijd de zoozeer gewenschte
uitbreiding een feit kunnen worden.
Laat ieder die voor het doel en bet stre
ven van onze Nieuwe Leideche
Courant sympathiek gestemd is, dit
blad steunen, door het werven van nieuwe
abonné's en ook door voortdurend de aan
dacht van het adverteerend publiek op on$
orgaan te vestigen.
Wij staan nu weer voor een nieuwen tijd
kring.
Moge dit tweede levensjaar voor om
blad een jaar zijn van rijke zegen.
Sterke God de Heere, van wiens zegen
wij ook in dezen arbeid diep afhankelijk
zijn, allen dio in dit werk, in welken vorm
dan ook hebben te arbeiden, en moge al
dien arbeid dienstbaar worden gemaakt tot
verheerlijking van den Naam des Hoeren en
tot heil van ons volk.
Uit de Pers.
BOONTJE KOMT OM ZIJN LOONTJE.
De caricatuur-candidatuur van „Hadt-
je-mc-maar" te Amsterdam, is naar het
Handelsbla d betoogt, eenerzijds een
gevolg van den te kwader ure ingevoerden
en ook van Anti-revolutionaire zijde be
streden stemplicht.
Maar daarnaast is er nog een andere oor
zaak.
Ook eene die de laatste Grondwetsher
ziening ons heeft bezorgd.
Namelijk het gelijk stellen der kiesrecht-
eischen voor den Raad m»t die voor Staten
en Kamer.
Vroeger, onder de Kieswet-Van Houten,
waren ten eerste bedeelden enbelastingwan
betalers van het kiesrecht (óok voor Kamer
en Staten) uitgesloten. Die bepaling heeft
men al vast geschrapt (ook dat hebben wij
bestreden). Maar bovendien werd voor het
kiesrecht voor den Raad in elk geval ver-
eischt, dat men oen zeker minimum aan be
lasting betaalde. Censuskiesrecht dus. Doch
dat volkomen rationeel was gehandhaafd
in de oude Kieswe.t (schoon het cënsuskies
recht voor Kamer en Staten was afge
schaft),omdat men in den Raad niet slechts
oen controlcerend, doch ook oen beheo-
'ï'end college heeft, een college dat kan
beschikken over de belastingpennin
gen der ingezetenen.
Wij hebben daarop eveneens gowezen in
het bovenbedoelde artikel van 1015. Doch
dit punt is, bij de hoerastemming waarin
de Tweede Kamer ten aanzien van het
kiesrecht verkeerde, niet oens ter sprake
gekomen. Geen sterveling in de Tweede Ka
mer hooft het opgenomen voor het hand
haven van den logischen band tusschen
het medej-b e s c h i k k e n over het be
lastinggeld van anderen en het zelf dan ook
b o t a 1 o n van oenigo belasting. En daar
de eischen voor kiesbevoegdheid en ver
kiesbaarheid ongeveer oender zijn, heoft
men destijds de deur openge.zet voor de
H ad t-j e-me-n aar-c andidaturen.
Waarvoor het gevaar kwam te bestaan
juist in het g e m o e n t e'l ij k kiesrecht,
omdat zulke Candida Luren in den broederen
kring van gewest of land nooit ©enige kans
hebben. Men heeft dus, bij de. Grondwets
herziening van 1917, door het invoeren van
Stemplicht den prikkel tot zulke candi-
daluren opgewekt en door het schrappen
van eiken gemeentelijken census het mid
del tot het reagecren erop verschaft.
Wien de goden willen verderven, slaan
zij eerst mot blindheid.
Als daze beruchte candidatuur mocht
slagen, dan zal dit de beteekenis hebben
van een caricaturaal protest der dwang-
arboiders-van-de-stembus tegen dien
dwangarbeid. En tegen een gemeentelijk
beheer waartegen ze, vroeger, passief
konden iprotesteeren. Door thuis te blijven.
Thans duwt men hun het kiezerspotlood
in de vingers welnu, men mag zich er
niet over beklagen wanneer zij er een cari-
catuur me.e zullen teekenen.
En „Hadt-je-mc-maar" zal, indien hij
wordt gekozen, zijn bijnaam moeten ver
anderen.
In: „Daar-heb-je-me-noul"
Dio Geister die Ilir einst
g e r u f e n, heeren Grondwetgevers van
1917, hoe zult gij die dan weder kwijt ra
ken?
Ja, zoo kan boontje om zijn loontje komen
Al zal he;t wel hard zijn wanneer Amster
dam alléén zal moeten boeten voor wat
heel Nederland misdeed".
STADSNIEUWS.
Christ, kweekschool te Leiden.
Voor 't toelatingsexamen hebben zich
aangemeld 27 Candida ten, waarvan 23 aan
't examen hebben deelgenomen, m.l. 9 Jon
gens en 14 meisjes. Afgewezen zijn 3 j. en
2 m., dus toegelaten 6 jongens en 12 meis
jes. Het zijn de volgende:
C. Binnekade van Koudekerk, H. Hoek
van Noordwijk, J. Schreuder de Jong van
Koudekerk, A. C. Noort van Lisse, H. L.
Welbooren van Leiden, E. van Wens veen
van Bodegraven; A. Baalbergen van
Noordwijk, M. N. E. Couvte van Ameron-
gen, M. Dijkstra van Krabbendam, A. P»
v. d. Hoogt van Hillegom, L do Jong van
Leiden, J. Kruyt van Bodegraven, M. E.
J. van Leeuwen van Koudekerk, J. van
Muiswinkel van Zwammerdain, A. J. Ver
heul van Benthuizen, A. Wille van Koude
kerk, C. Wolmerstett van Leiden en Mj
v. d. Zwet van Leiderdorp.
April-grappen.
Het geslacht dor grappenmakers ia nog niet
uitgestorven.
Hedenmorgen ontvingen wij heb volgend ingo»
zonden stuk onderteokend door „Jo Cant":
Vergun mij voor onderstaande een klein plaatsje
in uw veelgelezen dagblad. Bij voorbaat mijn
bartolijken dank.
Ons kwam van zeor bevoegde zijde ter ooro,
dat er een plan bestaat bij den Korkeraad dor
Nod. Herv. Gemeente van Leidon om de Hoogl.
Kerk te verkoopen aan het Rijk. Dit zou die kerk
dan tot Museum inrichten.
Nu, vraag ik u, mijnheer de Redacteur, moet
oen onzer fraaiste, meest monumontale kerkge-
tcuwen, waaraan Leiden toch zoo arm is, nu ver
kocht worden aan 't Rijk, dat 't ongetwijfeld ge
heel of althans gedooltelijk zal laten verbouwen
nu 't een ander doel beoogen gaat.
Mijnheer de Redacteur, zij 't- mij vergund om
alle Leidenaars, in 't bijzonder de leden der Ned.
Herv. Gomeento van Leiden op te roepen oin,
zoo ze instommen mot mijn plan, om hiertegen
tor bevoegdor plaatso te protesteoren bun kaart
jes voor a.s. Zondag in te sturen bij de kosterij
der Pieterskerk.
De grap is opzichzelf niet onverdienstelijk.
En 't spijt ons waarlijk voor de(n) inzender
(eter) dat wij er niet zijn ingevlogen.
Mindor geestig was het volgend schrijven one
door oen andoren (of dezelfde) berichtgever toe
gezonden
Da. Wisse, vroeger Gereformeerd predikant Ae
Driebergen, die ook hier verscheidene jaren de
Gereformeerde kerken gediend heeft, zal heden,
Vrijdagavond 8 uur in de Foyer der Stadsgehoor
zaal een lezing houden getiteld „Mijn uittreden
uit de Gereformeerde kerken" voor hot comité
dat zich ten doel stelt mcredero ontwikkeling voor
do jeugd. Welwillende medewerking ia verleend
door de zangVreeniging „Orpheus" der Gyrona-
Biastenvereeniging.
Indien niet Ds. Wisse ona telegrafisch
had verzocht deze lezing 14 dagen te vervroe
gen wegens zijn vertrek naar Amerika, waar hij
een serie lezingen zal houden, hadden wij onge
twijfeld in uw veel gelezen dagblad door adver--
teeron dit bekend gemaakt. Nu echter leok ona
kaartverkoop aan huis beter. Niettegenstaande
dit en ook teneinde een verslaggever te verkrijgen
van uw blad verzoeken wij toch hiervan opname
in uw blad.
Aan den ingang dor zaal zijn nog kaarten ver
krijgbaar.
Ingang Aalmarkt.
Bij informatie aan de Gehoorzaal bleek ons,
dat hedenavond niet Ds. Wisse optreodt maar
dat in den Foyer van de Gehoorzaal een bal
wordt gehouden.
Was de grap geslaagd dan zou ongetwijfeld
een groot aantal lezers met ons de dupe zijn ge
worden.
Heden is den bouw van 15 benéden- met
20 bovenhuizen aan den Lage Rijndijk, opgedra-
gen aan de laagste inschrijvers, de heeren G.
Gesman Lzn. en C. Zootomoijer, aannemers, Al
phen aan den Rijn.
Bij beschikking van den Minister van On
derwijs is, voor hot tijdvak van 1 April tot en
met 31 December 1921, benoemd tot assistent
voor de natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te
Leiden, Dr. P. Epstein alhier.
Nader meldt men ons dat Mej. Lien Sibbes.
pianiste van „Zang zij onze leus" op advies van
haar geneesheer verhinderd was bij de Woens
dag gegeven uitvoering te accompagneeren, waar
om in haar plaats optrad Mej. Mien Verver.
Hedenmorgen werden wij verrast met een
bloemstuk vergezeld van liet volgend briefje:
„Hartelijke gelukwensch bij het éénjarig be
slaan onzer „Nieuwe Leideche".
Moge zij onder Gods Zegen tot in lengte van
jaren in groei en bloei 6teeds toenemen"
Vriendin dor Christelijke Pers.
Het behoort geen betoog, dat wij voor dit blijk
van meeloven zeer erkentelijk zijn.
Ook in anderen vorm werden .nog verschillende
geluk» enschen ontvangen.
BINNENLAND.
Christelijk Historische Unie.
Woensdag en Donderdag werd to Utrecht onder
leiding van Dr. J. Schokking te Leiden, oen alge-
meeno vergadering van de Chr. Hist. Unie ge
houden.
In zijn openingswoord werd door Dr. Schok-
kiDg het bijzoudere karakter der vergadering uit
een gezet met het oog op de komende algemeene
verkiezingen. Komt toch steeds dat karaktor hot
beet tot uitting, indien alle kringen der Unie
zijn vertegenwoordigd, nu is het gevoel van 6aam-
hoorigheid van zoo groot belang ten opzichte der
algomoene landspolitiek. Gevraagd dient te wor
den: Welke is de politieke gedachte, die aan de
candidaatstelling richting geeft? Van het ant
woord hangt af do gansche staatkundige ontwik
keling. Het beginsel moet het antwoord geven, de
openbaring Gods in Zijn woord.
Dr. Schokking zag als taak de gelijkheid voor
de wet voor allen te zoeken, daarbij gesteund
door het onwrikbaar beginsel des rechts, dat aan
God den Heere, als de Schoppcr wordt ontleend.
Dit zoeken is oen moeilijke maar hoopvolle taak.
Daarin liggen echter ook consequenties, die met
betrekking tot verschillend© punten van staats
beleid een eigen opvatting vertegenwoordigen.
Spr. hoopte, dat iets van de groote toewijding,
hot parlement door den heer de Savornin Lohman.
Hij bracht hom openlijk dank voor hetgeen deze
voor ons volk is geweest, voor het schitterende
voorbeeld, dat deze heeft gegeven (luide bijval).
Spr. hoopte, datie ts van de groote toewijding
welko den hoer Lohman bezielde, ook bij de lo
den der Unie mogo worde gevonden. Wat hij ons
geleerd heeft, zeide spr., is, dat de politiek na
tionaal moet zijn, dat er voor separatisme zoo
weinig mogelijk plaats mag zijn, slecht6 voor zoo
ver dit voor het beginsel noodig ia.
Jhr. Mr. D. J. de Geer, burgemeester van
Arnhem, en lid der Staatscommissie voor Gronds-
wetherziening. besprak daarna enkele der door
de regeeriug ingodiende voorstellen tot Gronds-
wetherziening.
Daarna werd gelegenheid gegeven tot gedach
tenwisseling.
Mr. Verkouteren Anuderdam) acht!
het onjuist, dat abdicatie gelijk geebeld wordt me
overlijden. Kinderen, die geboren worden na -d.
abdicatie, dienen z. i. het recht op den troon t
behouden. Bij do regeling van de abdicatie dieu-
de ook rekening te worden gehouden met de mo
gelijkheid, dat de oude koning weer op den troon
komt, dit kan ook in het belang van hot volk
zijn.
Do heer Snoeck Henkeman6 (Den Haag)
meende, dat in verschillende artikelen van do
Grondwet, waar gesproken wordt van den Prins
van Oranje, ook had moeten worden genoemd
do kleindochter dos koninga. Verder bepleitte hij
om do verkiezingen voor Eerste en Tweede Ka
mer in hetzelfde jaar te doen houden.
De heer R e 11 (Den Haag) wees er op, dat
bij den wassenden invloed van de Roomsch Ka
tholieken er groot gevaar bestaat, dat bij een
eventucele koningskeuze de troonopvolger tot een
andere gezindte dan de Protestantsehe zal belmo
ren. Z. i. ligt het op den weg van do Christelijki
Historische Unie, in dio richting een blik te
slaan.
De heer Til an us vroeg hoe de heer do
Geer denkt over de afschaffing van art. 170.
Spr.'s opvatting is, dat het gevolg daarvan zal
zijn, dat in alle protestantsehe streken proces
sion zullen worden gehouden, hetgeen zijn prote-
stantsch gevoel buitengewoon onaangenaam zal
treffen. Spr. gelooft, dat wij met dat artikel niet
mogen meegaan.
Wat de Eerste Kamer betreft, meent spr.. dat
deze wordt vorpolitiseerd. Z. i. moet de Eerste
Kamer een meer technischlichaam worden, en
liefst wel met verschillende vertakkingen: ook
in verband met het in ons volksleven opkomende
radenstelsel (Hooge Raad van Arbeid, Onderwijs
raad, Raad van Defensie enz.)
Do hoer Kool mcenxlo zich ook te moeten
verkla-ren legen het toestaan van processiön.
Prof. Slotomakor de Bruine meende,
dat opheffing van art. 170 niet indruischt tegen
het door de Unie voorgestane handhaving van
het proteatantsch beginsel. Uit het oogpunt van
vrijheid kan men, waar sociaal-democratische op-
tochteu worden toegestaan, hot verbod van hel
houden van proceseiën niet handhaven. Een an,
dere vraag is, of nu het houdeu van processie®
allorwc-ge geoorloofd zal zijn, do processies daar,
waar zc tot dusvorre sinds 1848 plaats haddon,
ook niet onder het gemeene recht dienen te val
len.
De heer De Geer beantwoordde vervolgen®
in het kort de verschillende opmerkingen. De»
heer Verkouteren merkte hij op, dat- hot recht
van abdicatie wel bezwaarlijk gemist zal kun
nen wordenmisschien is het wel wenschelijk voor
de abdicatie een regeling te troffen. Aan den heor
Snoeck Henkemans antwoorddo 6pr., dat. de door
dezen voorgestelde inlassching van de kleindoch
ter des Konings in verschillende artikelen va®
de Grondwet, waar sprake is van den Prins van
Oranje, een uitbreiding van de in die arlikeloa
bedoelde voorrechten zou beteekenen. Spr. acht
te het goed gezien in de voorstellen, om do ver
kiezingen voor de Eerste Kamer en die voor 4®
Tweede Kamer in een ander jaar te doen plaat®
hebben; al komt dan bij stemming dezelfde new-
derheid in beide" Kamers, toch kan de nuance <oor
hot verschil van oen jaar een andere zijn. Tegen
over. den heor Tilanus handhaaft 6pr., dat de
Eerste Kamer werkelijk een democratiseering zal
endergaan. De Eorsto Kamer zal z. i. nimmer
een doublure van de Tweedo Kamer wordon, daar
rij het recht van amendement mist. Wat do pro
cessies betreft, inoendo spr., dat het toelaten rtoar
van niet 6trijdt met 't beginsel der Unie. De proee®
sics worden geplaatst onder het genie no recht,
en hij verwacht niet, dat van hot houden dier
irocessies een propagandistische invloed zal uit
gaan. Do Roomsch-Katholieken hebben het toe-
taan van processies altijd verdedigd uit een oog-
unt van vrijheid. Allo openbare godsdienstoofe-
ingen buiten de gebouwen, ook do processies,
orden nu geplaatst onder hot gemeen recht,
geldende voor optochten, dus onder preventief tooi
icht, en worden alzoo alleen toegelaten india®
.orwacht kan worden dat de openbare orde laar-
toor niet verstoord zal worden.
Vervolgens was aan de orde de behandeling
an eenige statutenwijzigingen betreffende do can-
'idatenlijsten.
Aangenomen werd daarbij een voorstel van den
"amorkring Haarlem, om bij elko vorkiezing het
an tal candidatcnlijsten te bepalen, óén of. meer,
al naar gelang de omstandigheden dan zullen zijn.
Minister Do Visser woonde een gedeelte van de
vergadering bij. Hij wees er op, dat hij om twe®
redenen op deze vergadering aanwerig was; in d«
eerete plaats had hij, nu hij het ministerieel®
ambt bekleedt, dubbel behoefte om nog oens te
verwijlen in den broederkring, maar do voornaam
ste reden was toch, dat spr. in zijn ambt do
waarde van do Christelijk-Historische beginselen
op staatkundig gebied heeft loeren gevoelen, ter
wijl de Unie bij uitwendige uitbreiding ook aan
innerlijk gehalte gaat toenemen. Zij kan dan ook
met gerustheid jle toekomst tegemoet zien. Spr.
hoopte, dat ook in de naaste, toekomst voel vrou
wen zullen govoclen, dat het Protestansch-Ghri®-
telijk karakter van onze natie ons dierbaar moet
blijven (luide bijval).
rcuiHtlON
L angs den afgrond.
„Vader ie ernstig ziek, Dain", zeide hij,
„oa als nu Dr. Bell heden niet zelf komt
rijden, zorg dan dat hij morgein avond met
u mode gaat."
„Dat beloof ik u", antwoordde Dan, die
voel mot Paid op had. ,,'t Ie toch niet erg
met den ouden-man wil ik hopen?"
„Ik weet hot niet," hernam Paul zuch
tend. „Hij is sedert langniet wel geweest;
wij hoopten altijd dat het beter zou gaan
aLs 't niet meer zoo warm was, maar het
wordt integendeel erger."
„Misschien zal Bell hem wel weer gauw
op de been heipon," troostte Dan, „maar nu
moet ik weg, en de teugels opnemende, zette
hij zijn paarden in draf.
Met een bezorgd gelaat en een beklemd
gemoed beerde Paul naar het ziekbed van
zijn vader terug. Hij ken de gedachte niet
van zich afzetten, dat dit het begin van
het eind was. Reeds menigmaal had hij te
Penwharf op die manier mijnwerkers zien
wegkwijnen on ook zien bezwijken.
John keek verbaasd op, toen hij Paul
de kamer zag binnentreden, en een uitdruk
king van innige dankbaarheid verhelderde
eijn vermagerd gelaat.
„Ik dacht dat gij naar uw werk waart
gegaan, mijn jongen?" zeide hij, hem met
een liefdevollen blik aanziende.
.„Neen, vader, ik laat u niet alleen, nu gij
zoo zwak en ziek zijt."
„Dank u, mijn beste jongen," antwoorddo
John met bewogen stem. „Maar gij hadt mij
gerust alleen kunnen laten; ik was zoo
dikwijls alleen in mijn leven. Morgen zal
ik wel weer beter zijn."
„Ik heb aan Dr. Bell geschreven, en hem
verzocht eens naar u te komen kijken."
„Och, hij zal mij geen kwaad doen," zei
de John met een weemoedig lachje, maar
ik heb niet veel vertrouwen in dokters."
„Het is toch altijd geruststellend een
dokter te raadplegen, zeide Paul, terwijl
hij opstond om iets versterkends voor zijn
vader te gaan klaarmaken.
Den volgenden morgen kwam Dr. Bell
in zijn eigen sjees naar Cedar Creek rijden.
Hij bleef langer dan een uur bij John Vi
vian, en stelde zich nauwkeurig op de
hoogte van diens toestand. Toen hij uit dc
ziekenkamer kwam stond zijn gelaat zeel
bedenkelijk. Paul volgde hem nu naar bui
ten opdat John niet hooren kon wat zij
samen spraken.
„Gij ziet zoo ernstig, dokter," zeide hij»
„Ik hoop dat er geen gevaar is?"
„Het spijt mij, dat ik u niet gerust kan
6tollent" zeide de dokter, „maar ik durf u
geen hoop geven. Ik kau heih misschien
nog een paar maanden wat opknappen
maar herstel is onmogelijk."
Paul werd doodsbleek, zijne lippen be
gonnen te beven, maar hij wist zich te be-
„Wat scheelt hem?" vraagde hij schijn
baar kalm.
„Tering", luidde het antwoord, „of zoo-
als hot. meer genoemd wordt „mijnwerkers
verval". Het is eene verraderlijke ziekte
waarvan de kiem langen tijd aanwezig kan
zijn, zonder dat men er iets van bemerkt.
Uw vader heeft haar al jaren lang ondei
de leden gehad."
„En bestaat er geen middel om de ziekte
tegen te gaan?" vraagde Paul.-
„Er is niets tegen te doen. In het gun
stigste geval kan hij nog eenige maander
leven, doch indien er bij het hoesten een
bloeduitstorting plaats heeft, dan is 't ter
stond met hem gedaan."
„Maar gij wilt toch nog wel een6 terug
komen?"
„Zeker wil ik dat. De volgende week
kom ik weer eens naar hem kijken, maar
ik kan weinig voor hom doen. Morgen zal
ik u met den wagen een opwekkend drank
je, en iets verzachtends voor zijn hoest zem
den. Indien het weder zacht blijft zal hij,
over een paar dagen wel weer buiten kun
nen komen, en weelicht blijft hij tot. het
eind toe op do been. Laat hij zich zooveel
mogelijk versterken, en zorg, dat hij ner
gens over tobt."
Paul bleef nog een poos buiten, nadat
de doktor vertrokken was. Hij moest tijd
bobben om een weinig tot zichzelf te lcomcn
voordat hij naar zijn vader terugkeerde.
Hij wist dat deze hem zou vragen, wat de
dokter gezogd had, en hij moest eerst met
zichzelf overleggen, wat hij antwoorden
zou. Hat kostte hem de grootste inspan
ning zijn gevoel te beheorschen. Zijn bang
ste vermoeden was bewaarheid geworden.
De man, dien hij met zijn gansche hart
liefhad, zou nu spoedig van hem weggeno
men worden. Het was voor hem een harde
6lag. In de liefdo zijns vaders had hij tot
op een zekere hoogte vergooding gevonden
voor het verlies van Abigail, en nu hem
ook to moeten missen, neen, die droefheid
was bijna te zwaar om te kunnen dragen.
Maar hij begreep, dat hij zich ter wille
van zijn vader goed moest houden, en na
een paar maal den tuin rondgeloopen te
hebben, keorde hij in huis terug, en begaf
zich naar dc kamer waar de zieke lag.
Wel, mijn jongen," vraagde John, hem
vriendelijk aanziende, „wat heeft de dok
ter gezegd?"
llij zegt, dat gij over een paar dagen
weer op mocgt staan, en aan het werk
zult gaan."
John glimlachte even, ou zeide toeu:
„Maar hij heeft niet gezegd, dat hij mij
•boter zou maken.
„Neen, vader, dat juist niet."
„Dat ko-n hij ook niet zeggen. Voor mij
is geen herstel mogelijk, mijn jongen."
„Zoo moet gij niet spreken, vader," zeide
Paul. De wetenschap kan veel, en God®
zegen kan nog oneindig meer."
„Dat is waar, maar de boomen in het
bosch, die moeten vallen, worden geloe
kend, en ik heb mijn toeken ontvangen*
„Haal u dat niet in het hoofd, vader.
Hoe kort is het nog geleden, toen gij vol
hield, dat u niets scheelde."
„Ik hoopte het, tot voor oen paar weken
hoewel ik sedert langen tijd vreesde, maar
nu weet ik het. Doch trek het u niet aa®
mijn jongen; ik ben in goede handen, ik
verlang niets anders."
„Als gij zoo doet, dam zult gij spoedig
geheel en al ziek zijn," zeide Paul, oen
wauhopige poging doende om zijne aanr
doening to bedwingen.
(Wordt vervolgd).